BE1030193B1 - Step - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een step met een voorophangingssamenstel. Deze scooter is voorzien van een frame met een voorkamer voorzien van een rubberen demper. Genoemde rubberen demper is verder verbonden met een ophangingsbeugel die integraal is met de voorwielophanging. Aan de voorzijde van de ophangingsbeugel zijn twee evenwijdige armen draaibaar verbonden, welke armen verder door middel van kogelgewrichten zijn verbonden met twee wielbeugels, welke wielbeugels verder elk zijn voorzien van een wiel. Door deze opstelling kunnen de voorwielen kantelen, wat een veiligere, comfortabelere rit biedt. Tussen de parallelle armen van de ophanging is een kanteldemper van elastomeer materiaal aangebracht, waardoor zowel dempende werking als voldoende spanning wordt verschaft om de wielen rechtop te houden wanneer er geen spanning aanwezig is die kan leiden tot kantelen.

Description

1 BE2022/5025

STEP

GEBI ED VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het technische gebied van steppen, meer in het bijzonder op een driewielige step met een ophangingssysteem.

ACHTERGROND

Een dergelijke inrichting volgens de aanhef is ook bekend uit US9610998B1 (D1).

Di beschrijft een leunen-om-te-sturen mechanisme dat een eenvoudigere, meer intuïtieve besturing claimt, wat leidt tot een kleinere kans op vallen tijdens gebruik.

D1 beschrijft verder een verende ophanging om de rit te dempen.

Deze bekende inrichting heeft de volgende nadelen. Om bochten te kunnen nemen, moeten de gebruikers volgens het leunen-om-te-sturen-principe hun gewicht verplaatsen. Bij lage snelheden leidt dit tot onbalans en kan tijdens gebruik tot vallen leiden. Bovendien vereist het leunen-om-te-sturen-principe een steile leercurve. De gebruikers zijn gewend aan de gewoonte om aan het stuur te draaien om de wielen te draaien, wat met dit principe niet mogelijk is. In de inrichting beschreven in D1 worden spiraalveren gebruikt om de rit te verzachten. Deze veren zijn slecht uitgerust om schokken met een hogere frequentie op te vangen, zoals je kunt ervaren op geplaveide wegen of ander oneffen terrein. In zo'n geval hebben ze ook de neiging te rammelen en ongewenst lawaai te produceren. Hun veerweg is ook beperkt, wat harde stops veroorzaakt bij het raken van grotere hobbels of diepere kuilen.

Doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze welke deze nadelen opheft. De uitvinding beoogt daartoe een ophangingssysteem, en meer in het bijzonder een ophangingssysteem voor een driewielige step, te verschaffen, waarbij de berijder de stuurkolom kan draaien om de voorste twee wielen te draaien en waarbij elk van de twee voorwielen is gemonteerd op een rubberen ophangingseenheid.

2 BE2022/5025

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding en uitvoeringsvormen daarvan dienen om een oplossing te bieden voor één of meer van de bovengenoemde nadelen. Hiertoe wordt in overeenstemming met de onderhavige uitvinding een step verschaft met een voorophangingssamenstel volgens conclusie 1.

De step volgens claim 1 omvat een onderframe met een lager middenframe en oplopende voor- en achtereind; een achterwiel, gemonteerd in het achtereinde van de frame; een stepdek dat boven op het middengedeelte van het frame is gemonteerd, gescheiden door ten minste twee rubberen noppen; een stuur gemonteerd boven op een stuurkolom die is bevestigd aan het bovenste deel van een inklapmechanisme en zich naar boven uitstrekt; een onderste deel van het inklapmechanisme bevestigd aan de bovenkant van het vooreinde van het frame; een scharnierende hendel die het onderste en het bovenste deel van het inklapmechanisme verbindt; een steurbeugel gemonteerd op het onderste deel van het inklapmechanisme aan de onderkant van het vooreinde van het frame; een rubberen ophangingseenheid gemonteerd in het vooreinde van het frame; een ophangingsbeugel die aan beide uiteinden van de ophangingseenheid is vastgebout; ten minste twee parallelle armen die scharnierend over de boven- en onderassen zijn gemonteerd en die op de eerdergenoemde beugel zijn gelast; een kanteldemper die scharnierend over de middelste as is gemonteerd tussen de twee parallelle armen, die de armen in hun horizontale positie duwt, zodat de step rechtop blijft staan als het systeem niet door de gebruiker wordt belast; een afdekking die over de drie assen van de ophangingsbeugel is gemonteerd om te voorkomen dat de parallelle armen en de kanteldemper van hun assen schuiven; een kogelgewricht, bestaande uit een kogelkom en kogelpen, is met het komdeel aan beide uiteinden van de parallelle armen gemonteerd; de kogelpen van zowel de onderste als de bovenste parallelle armen zijn verbonden met een paar wielbeugels voor respectievelijk het linker- en rechtervoorwiel; beide wielen zijn gemonteerd over de assen die aan de beugels zijn bevestigd; een stuurverbinding met kogelgewrichten aan beide uiteinden verbindt de twee wielbeugels met elkaar; een stuurstang, met kogelgewrichten aan beide uiteinden, verbindt de stuurbeugel met de wielbeugel van het rechterwiel; het draaien van het stuur resulteert in een beweging van de stuurbeugel die via een stuurstang aan de wielbeugel van het rechterwiel is bevestigd; deze beugel scharniert om de kogelkommen van de parallelle armen; de rotatie van de rechter beugel wordt via de stuurverbinding overgebracht naar de linker beugel. Door het stepdek naar één kant te laten leunen, draaien beide

3 BE2022/5025 parallelle armen om hun bevestigingsassen. Door deze beweging wordt de kanteldemper samengedrukt, waardoor de weerstand geleidelijk toeneemt met de leuningshoek. Bovendien zullen de kogelkommen over hun respectieve kogelpennen rollen die aan de wielbeugels zijn bevestigd, waardoor de wielen kunnen kantelen.

Terwijl de step in beweging is, zal dit een bocht initiëren zonder dat de wielen hoeven te draaien door aan het stuur te draaien; doordat beide voorwielen effectief op de ophangingsbeugel zijn gemonteerd, worden alle trillingen en stoten doorvertaald naar de wielen naar de beugel. Op zijn beurt roteert de beugel de binnenkern van de ophangingseenheid om alle schokken en trillingen effectief te dempen.

Voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding worden gegeven in conclusies 2-11.

Een specifieke voorkeursuitvoeringsvorm heeft betrekking op een uitvinding volgens conclusie 10 waarbij de step elektrisch wordt aangedreven.

Een hoofddoel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een step met voordelen die niet door de stand van de techniek worden aangereikt. Een ander doel is om een step te verschaffen die kantelen en conventionele rotatiebesturing combineert om een gecontroleerde rijervaring met een ondiepe leercurve te garanderen. Nog een ander doel is om een step te bieden die stabiel en comfortabel is op oneffen terrein.

Andere kenmerken en voordelen van de huidige uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende meer gedetailleerde beschrijving, in samenhang met de bijgaande tekeningen, die bij wijze van voorbeeld de beginselen van de uitvinding illustreren.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De volgende beschrijving van de figuren van specifieke uitvoeringen van de uitvinding is slechts exemplarisch van aard en is niet bedoeld om de onderhavige leer, hun toepassing of gebruik te beperken. In alle tekeningen duiden overeenkomstige referentiecijfers op soortgelijke of overeenkomstige delen en eigenschappen.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, die een step illustreert in een neutrale rechtopstaande positie.

4 BE2022/5025

Figuur 2 toont een vooraanzicht van een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarbij wordt geïllustreerd hoe het draaien van het stuur resulteert in een rotatie van de voorwielen.

Figuur 3 toont een onderaanzicht van een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding van Figuur 2, waarbij de verbindingen worden geïllustreerd die de rotatie van het stuur naar de wielen vertalen.

Figuur 4 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarbij een step wordt afgebeeld in een leunende positie, waarbij de beweging van de verschillende delen van de ophanging en het kantelen van de voorwielen wordt getoond.

Figuur 5 toont een explosietekening van een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarbij verschillende delen van het ophangingssamenstel worden geïllustreerd.

Figuur 6 toont een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, die een step illustreert met de voorwielen verborgen om het ophangingssamenstel te laten zien dat tijdens gebruik rond de ophangingseenheid draait.

GEDETAI LLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een step met een ophangingssysteem.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die worden gebruikt bij het openbaren van de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals gewoonlijk begrepen door een gemiddelde vakman in het vakgebied waartoe deze uitvinding behoort. Bij wijze van verdere begeleiding, zijn term definities inbegrepen om de leer van de onderhavige uitvinding beter te waarderen.

Zoals hierin gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenissen:

‘Een’, ‘de’ en ‘het’, zoals ze hierin worden gebruikt, omvatten zowel enkelvoudige als meervoudige referenten, tenzij de context duidelijk anders aangeeft. Bij wijze van voorbeeld verwijst ‘een compartiment’ naar één of meer compartimenten. 5 ‘Omvatten’, ‘omvattende’ en ‘omvat’ en ‘bestaande uit’ zoals hier gebruikt, zijn synoniem met ‘bevatten’, ‘bevattende’ of ‘bevat’ en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat volgt (bijv. een component) en sluiten de aanwezigheid van aanvullende, niet-genoemde componenten, kenmerken, elementen, delen, stappen, die welbekend zijn in de stand der techniek of daarin beschreven zijn, niet uit.

Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch spatiaal, tenzij anders aangegeven. Het dient te worden begrepen dat de termen op die manier gebruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.

Het citeren van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die zijn opgenomen binnen dat bereik, evenals de genoemde eindpunten.

Terwijl de termen ‘één of meer’ of ‘ten minste één’, zoals één of meer of ten minste één lid (leden) van een groep leden, op zich duidelijk is, omvat de term door middel van verdere toelichting onder meer een verwijzing naar een van de leden, of naar twee of meer van de leden, zoals bijvoorbeeld elke >3, 24, 25, 26 of >7 enz. van de leden, en tot alle genoemde leden.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die worden gebruikt bij het openbaren van de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals gewoonlijk begrepen door een gemiddelde vakman in het vakgebied waartoe deze uitvinding behoort. Bij wijze van verdere begeleiding worden definities voor de in de beschrijving gebruikte termen inbegrepen om de leer van de onderhavige uitvinding beter te waarderen. De termen of definities die hierin worden gebruikt, zijn uitsluitend bedoeld om te helpen bij het begrijpen van de uitvinding.

6 BE2022/5025

Verwijzing doorheen deze specificatie naar ‘één uitvoeringsvorm’ of ‘een uitvoeringsvorm’ betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in tenminste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, voorkomen van de uitdrukkingen ‘in één uitvoeringsvorm’ of ‘in een uitvoeringsvorm’ op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor de vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen. Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. In de volgende conclusies kan bijvoorbeeld elk van de geclaimde uitvoeringsvormen in elke combinatie worden gebruikt.

In een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een step met een voorophangingssamenstel, waarbij de step omvat: a. Een stuur gemonteerd op een stuurkolom; b. Een frame met een aan het frame bevestigd dek aan de bovenzijde, ten minste één achterwiel, een voorkamer en een verticaal stijgend gedeelte dat roteerbaar is verbonden met de stuurkolom; c. Een stuurbeugel die stevig aan de onderkant van de stuurkolom is bevestigd; d. Een rubberen ophangingseenheid die is geconfigureerd om stevig te worden bevestigd aan de voorkamer aan de voorkant van de kamer, waarbij de rubberen ophangingseenheid een buitenschaal, een kern van een ophangingseenheid en een veelheid van rubberen inzetstukken tussen de schaal en de kern van een ophangingseenheid omvat; e. Een ophangingsbeugel die stevig is bevestigd aan de kern van de ophangeenheid, waarbij de ophangingsbeugel twee armen omvat en een centraal gedeelte dat ten minste drie distaal uitstrekkende assen omvat; f. Ten minste twee parallelle armen die roteerbaar zijn bevestigd aan ten minste twee van de assen die zich uitstrekken vanaf de ophangingsbeugel;

7 BE2022/5025 g. Een afdekplaat die stevig is bevestigd aan de ten minste twee van de zich distaal uitstrekkende assen van de ophangingsbeugel; h. Een linker en een rechter wielbeugel die roteerbaar is bevestigd aan elk uiteinde van elke parallelle arm, waarbij elke wielbeugel verder is uitgerust met een zich zijdelings uitstrekkende as die is uitgerust met ten minste één wiel: ii Een stuurstang die de stuurbeugel verbindt met ten minste één van de wielbeugels; en j. Een stuurverbinding met een eerste uiteinde bevestigd aan de linker wielbeugel, waarbij de stuurverbinding een tweede uiteinde heeft dat is bevestigd aan de rechter wielbeugel.

De step omvat ten minste één kanteldemper die scharnierbaar is bevestigd aan een as tussen de centrale assen van elk paar parallelle armen, waarbij de kanteldemper een blok elastomeer materiaal is. De opname van het blok elastomeer materiaal maakt het mogelijk, zonder afbreuk te doen aan de dempingseigenschappen van de ophanging, om af te zien van ingewikkeldere en aanzienlijk duurdere ophangingselementen. Verder wordt het onderhoud van de step sterk vereenvoudigd doordat het blok elastomeer materiaal geen bewegende delen heeft en bij schade gemakkelijk kan worden verwisseld voor een nieuw exemplaar. Een andere voordelige eigenschap van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op het opnemen van een stuurverbinding die de ene wielbeugel met de andere verbindt. Bij voorkeur is slechts één van de wielbeugels verbonden met de stuurbeugel. Deze opstelling maakt het op voordelige wijze mogelijk om de uitlijning van het ene wiel ten opzichte van het andere en onafhankelijk van de stuurbeugel af te stellen.

Hierdoor is een snellere afstelling van zowel de wieluitlijning ten opzichte van elkaar als tussen de wielen en de stuurbeugel mogelijk.

In een verdere of andere uitvoeringsvorm is elk uiteinde van elk van de parallelle armen verbonden met de wielbeugels door middel van een kogelgewricht. Dit geeft genoemde gewricht voldoende bewegingsvrijheid om het kantelen van de wielen naar beide zijden van de step mogelijk te maken en zonder afbreuk te doen aan de stuurmogelijkheden van de step. Op deze manier wordt de stabiliteit van de step tijdens bochten aanzienlijk vergroot, waardoor de veiligheid en het comfort van de gebruiker op voordelige wijze wordt verbeterd. Verder stelt het kantelvermogen dat door dit type gewricht aan wielen wordt gegeven, de gebruiker in staat om kleine stuuraanpassingen te maken door iets naar de binnenkant van de bocht te leunen,

8 BE2022/5025 waardoor de wielen kantelen en lichtjes draaien naar de kant waar de gebruiker naar toe leunt. Dit maakt op voordelige wijze een meer intuïtieve manier mogelijk voor het maken van kleine stuuraanpassingen die met voordeel zorgen voor een meer plezierige steprit.

In een verdere of andere uitvoeringsvorm zijn de uiteinden van de stuurverbinding door middel van een kogelgewricht met elke wielbeugel verbonden. Dit maakt het mogelijk de voorwielen van de step te besturen, zelfs wanneer de wielen gekanteld zijn. Op deze manier kan de gebruiker grotere stuuraanpassingen maken terwijl tijdens een bocht een gunstig gekantelde positie wordt behouden. Deze gekantelde positie is gunstig bevorderlijk voor een veel betere balans en gebruikersveiligheid tijdens een bocht.

In een verdere of andere uitvoeringsvorm omvat de stuurkolom een inklapmechanisme, welk inklapmechanisme een bovendeel en een onderdeel heeft.

Bij voorkeur, met een onderste deel van het inklapmechanisme bevestigd aan de bovenkant van het vooreinde van het frame. Dit inklapmechanisme maakt een compactere configuratie van de step mogelijk, welke configuratie met voordeel geschikt is om de step gemakkelijker op te bergen en te vervoeren.

In een verdere of andere uitvoeringsvorm scharnieren het bovendeel en het onderdeel van het inklapmechanisme om een scharnier. Op deze manier kan de stuurkolom in een enkele richting worden gevouwen, bij voorkeur naar de achterkant van de step en langs het dek, nog meer bij voorkeur kan de stuurkolom eenmaal in de ingeklapte stand worden vergrendeld. Op deze manier wordt de besturing van de step op voordelige wijze vergrendeld wanneer de stuurkolom zich in de ingeklapte stand bevindt. Bij voorkeur is de achterkant van de step voorzien van een handvat of ander grijpmiddel. Op deze manier kan de step worden gesleept terwijl hij op zijn voorste wielen rolt, wat op voordelige wijze zorgt voor een stabieler platform met veel minder neiging om naar beide kanten te kantelen tijdens het slepen.

In een verdere of andere uitvoeringsvorm verbindt een scharnierende hendel het onder- en bovendeel van het inklapmechanisme. Bij voorkeur omvat genoemde hendel voorts een vergrendelingsmechanisme dat onbedoeld losraken van de hendel voorkomt. Op deze manier kan de stuurkolom van de step gemakkelijk worden in- en uitgeklapt, terwijl alle elementen van het inklapmechanisme nog steeds goed en stevig worden vergrendeld zonder het risico van onbedoeld ontgrendelen. Met nog meer voorkeur heeft de scharnierende hendel een ratelmechanisme. Dit

9 BE2022/5025 ratelmechanisme maakt het mogelijk de slijtage van het inklapmechanisme te compenseren en een stevige vergrendeling van het inklapmechanisme te verzekeren.

In een verdere of andere uitvoering is het dek door middel van ten minste twee plaatdempers flexibel aan het frame bevestigd. Bij voorkeur wordt het dek bevestigd door middel van vier plaatdempers. Op deze manier worden resttrillingen die niet volledig worden gedempt door de dempers tussen de parallelle armen en voor het frame, verder gedempt door de plaatdempers. Bij voorkeur is elke plaatdemper gemaakt van elastomeer materiaal. Dit materiaal biedt aanzienlijke dempingsmogelijkheden, terwijl het goedkoop en gemakkelijk te onderhouden en te vervangen is.

In een verdere of andere uitvoeringsvorm is de step elektrisch aangedreven. Dit vermindert op voordelige wijze de inspanning van de gebruiker. Doordat de gebruiker niet meer buiten het dek van de step hoeft te stappen om in beweging te komen, wordt ook de veiligheid van de gebruiker verbeterd. Bij voorkeur is het frame verder voorzien van een accu, een oplaadcircuit en een controller. Dit biedt een handige energieopslag en tevens de middelen om de batterij op te laden en de energieoverdracht te beheren.

De uitvinding wordt verder beschreven door de volgende niet-beperkende voorbeelden die de uitvinding verder illustreren, en niet zijn bedoeld, noch mogen worden geïnterpreteerd, om het bereik van de uitvinding te beperken.

De onderhavige uitvinding zal nu in meer details worden beschreven, verwijzend naar voorbeelden die niet beperkend zijn.

VOORBEELDEN EN/ OF BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Met als doel de eigenschappen van de uitvinding beter te illustreren, wordt hieronder, als voorbeeld en op geen enkele manier beperkend voor andere mogelijke toepassingen, een beschrijving gegeven van een aantal voorkeursuitvoeringsvormen van de op de uitvinding gebaseerde inrichting, waarbij:

Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van de step (1) volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Zoals getoond in Figuur 1 omvat de step (1) een frame (2) dat is gemaakt van een geschikt stijf en sterk materiaal (bijv. staal,

10 BE2022/5025 aluminium of enig ander materiaal dat in de techniek bekend is en geschikt is voor dit type structurele component), dat een lager middengedeelte en een oplopende voor- en achtereind. Het oplopende deel aan de achterzijde houdt het achterwiel (31) met daarop een schijfrem (30) gemonteerd. Het lager middengedeelte van het frame (2) heeft tenminste twee plaatdempers (36) die het dek (38) scheiden van het frame (2). De plaatdempers (36) zijn gemaakt van een geschikt zacht materiaal, bijv. rubber of polymeer, om trillingen te absorberen die van het frame (2) naar het dek (38) gaan. Het stepdek (38) is een langwerpige structuur die een oppervlak verschaft waarop de gebruiker kan staan tijdens het rijden op de step. De plaatdempers (36) creëren speling voor het dek (38), waarbij het dek (38) is geconstrueerd van een geschikt flexibel materiaal (bijv. houtlaminaten, polymeer of enig ander in de techniek bekend materiaal dat geschikt is voor dit type structurele component), zodat het dek (38) matig kan buigen tijdens het gebruik van de step (1), waardoor de impact op het lichaam van de berijder wordt verminderd. Het vooreinde van het frame (2) heeft een kamer om de rubberen ophangingseenheid (7) vast te houden en een verticaal oplopend gedeelte dat aansluit op het onderste deel van het scharnier (45) bovenaan en op de steurbeugel (12) onderaan. Zowel de boven- als onderaansluitingen zijn door lagers van elkaar gescheiden om een scharnierende werking mogelijk te maken. Het onderste deel van het scharnier (45) is scharnierend verbonden met het bovenste deel van het scharnier (44). Met de grendel (42) gesloten, wordt de kolom die is verbonden met het bovenste deel van het scharnier (44) dat verticaal omhooggaat, vastgezet. De borgpen (41) voorkomt dat de grendel tijdens bedrijf opengaat. Als de borgpen (41) wordt opgetild, kan de grendel (42) worden geopend en kan het stuur worden neergeklapt en aan het — achterspatbord (33) worden vastgezet. Het achterlicht (47) doet nu ook dienst als handvat om de step op te tillen en te slepen, rollend op de twee voorwielen (28). Op deze manier kan de gebruiker afzien van het dragen van de step als deze niet wordt gebruikt tijdens het reizen. De stijgende kolom leidt naar het stuur (6). Het stuur (6) bevat twee stuurgrepen (35), een remhendel (4), een gashendel (5) en indicatielampjes (34) aan elk uiteinde.

Zoals getoond in Figuur 1 bevat de step (1) ook een ophangingsbeugel (9) die alle onderdelen van het ophangingssysteem vasthoudt. Een meer gedetailleerde blik op het ophangingssysteem is te zien in de explosietekening in Figuur 5. De ophangingsbeugel (9) wordt over de binnenkern van de ophangingseenheid (49) geplaatst en met bouten (10) vastgezet. De ophangingsbeugel (9) heeft drie assen die zich aan de voorkant uitstrekken. De parallelle armen (15) die zijn geconstrueerd

11 BE2022/5025 van een geschikt stijf en sterk materiaal (bijvoorbeeld staal, aluminium of enig ander in de techniek bekend materiaal dat geschikt is voor dit type structurele component), zijn scharnierbaar gemonteerd op de boven- en onderassen. Een meer gedetailleerd aanzicht van de parallelle armen (15) is te zien in de explosietekening van Figuur 5. Op de middelste as is een kanteldemper (21) gemonteerd. De kanteldemper (21) die is gemaakt van een geschikt zacht materiaal, bijv. rubber of polymeer, is gevormd om te passen tussen de bovenste en onderste parallelle arm (15) om ze in hun neutrale horizontale positie te duwen. Hierdoor kan de step (1) onbeladen rechtop blijven staan. Aan de assen van de ophangingsbeugel (9) is een afdekplaat (20) bevestigd om te voorkomen dat zowel de parallelle armen (15) als de kanteldemper (21) van de assen verschuiven. Elke parallelle arm (15) heeft aan beide uiteinden een kogelkom (13). Twee kogelpennen (11) zijn gemonteerd aan de boven- en onderkant van de linker wielbeugel (25) en de rechter wielbeugel (24).

De linker wielbeugel (25) en de rechter wielbeugel (24) zijn geconstrueerd van een geschikt stijf en sterk materiaal (bijvoorbeeld staal, aluminium of enig ander materiaal dat bekend is in de techniek en geschikt is voor dit type structurele component). Elke beugel heeft een as om het linker- en rechtervoorwiel (28) vast te houden. De kogelkommen (13) van de bovenste en onderste parallelle armen (15) zijn verbonden met de respectieve bovenste en onderste kogelpennen (11) op de linker wielbeugel (25) en rechter wielbeugel (24) om een kniegewricht te vormen.

Hierdoor kunnen de linker wielbeugel (25) en rechter wielbeugel (24) draaien bij het draaien en kantelen bij het leunen of een combinatie van beide.

Figuur 2 illustreert de step (1) met het stuur (6) en de voorwielen (28) die naar links draaien. De linker wielbeugel (25) draait om as A door het kniegewricht van de kogelkommen (13), verbonden met de parallelle armen (15) en kogelpennen (11) die zijn bevestigd aan de linker wielbeugel (25). De rechter wielbeugel (24) draait op dezelfde manier om as B. Het stuur (6) is via het vooreinde van het frame (2) verbonden met de stuurbeugel (12). Figuur 3 toont het onderaanzicht uit Figuur 2. De draaibeweging van het stuur (6) roteert de stuurbeugel (12) en duwt of trekt (afhankelijk van rotatie met de klok mee of tegen de klok in) de stuurstang (29). De stuurstang is scharnierend verbonden met de rechter wielbeugel (24) aan het ene uiteinde en de stuurbeugel (12) aan het andere. Beide scharnierbewegingen worden mogelijk gemaakt door de verbinding tussen de kogelkom (13) en de kogelpen (11), dat een kniegewricht handeling toelaat. In de uitvoeringsvorm van Figuur 3 wordt de stuurbeugel (12) met de klok meegedraaid en duwt naar buiten en draait de rechter wielbeugel (24) en het rechter voorwiel (28) over as B zoals geïllustreerd in

12 BE2022/5025

Figuur 2. De rechter wielbeugel (24) is verbonden met de linker wielbeugel (25) via de stuurverbinding (27). De stuurverbinding (27) is een stang, die scharnierend verbonden is met de linker wielbeugel (25) en de rechter wielbeugel (24), met aan beide uiteinden een kogelkom (13) die verbonden is met een kogelpen (11) op zowel de linker wielbeugel (25) als de rechter wielbeugel (24). Hierdoor kunnen alle draaibewegingen van het stuur (6) worden overgebracht op de rechter wielbeugel (24) en verder via de stuurverbinding (27) naar de linker wielbeugel (25).

Figuur 4 toont de step (1) in een leunende configuratie. De afdekplaat (20) is in deze figuur verwijderd om de kanteldemper (21) te tonen. Door het samenstel van de kogelpen (11) en de kogelkom (13) kunnen de assen A en B, zoals in Figuur 3 te zien is, kantelen. De parallelle armen (15) draaien over hun respectievelijke assen op de ophangingsbeugel (9). Een grotere leuningshoek zal de parallelle armen (15) dichter bij elkaar brengen, wat zal leiden tot een samendrukkende kracht op de kanteldemper (21). De kanteldemper (21) zal zich verzetten tegen het samendrukken, en weerstand toevoegen bij elke graad van leunen. Het resultaat is een gecontroleerde leunbeweging tijdens het rijden op de step (1).

Figuur 6 toont de step (1) met de voorwielen (28) verborgen om een beter overzicht te krijgen van de voorophangingssamenstel. Bovendien illustreert het de voorophangingssamenstel in een beladen stand. De werking van het ophangingssamenstel is als volgt. Onder belasting zal de ophangingsbeugel (9), die met bouten is vastgemaakt aan de binnenkern (49) van de rubberen ophangingseenheid (7), draaien over as C geïllustreerd in Figuur 5. Zoals te zien is in Figuur 5, wordt de binnenkern (49) samen met 4 rubberen inzetstukken (48) in de rubberen ophangingseenheid (7) geperst. Een koppel op de binnenkern (49) zal leiden tot samendrukking van de rubberen inzetstukken (48). De ophangingsbeugel (9) kan verder draaien totdat het tegengestelde koppel gecreëerd door de compressie van de rubberen inzetstukken (48) gelijk is aan het koppel uitgeoefend door de ophangingsbeugel (9). Terwijl de step (1) op oneffen terrein wordt bereden, zullen de trillingen van de voorwielen (28) naar de rubberen ophangingseenheid (7) gaan, die deze trillingen effectief zal dempen, wat leidt tot een soepele rijervaring.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de in de voorbeelden beschreven en/of in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. Integendeel, inrichtingen volgens de onderhavige uitvinding kunnen op veel verschillende manieren worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de uitvinding te gaan.

13 BE2022/5025

Lijst met genummerde items: 1 Step 2 frame van de step 3 zeskantbout 4 rem hendel 5 gashendel 6 stuur 7 rubberen ophangingseenheid 8 stelschroef 9 ophangingsbeugel 10 veiligheidsbout 11 kogelpen 12 stuurbeugel 13 kogelkom 14 lager 15 parallelle arm 16 voorspatbord 17 borgmoer 18 borgmoer 19 as parallelle arm 20 afdekplaat 21 kanteldemper 22 bout afdekplaat 23 kogelpen 24 rechter wielbeugel 25 linker wielbeugel 26 kogelkom 27 stuurverbinding 28 voorwiel 29 stuurstang 30 schijfrem 31 achterwiel 32 zwarte doos 33 achterspatbord 34 indicatielampje 35 stuurgreep

14 BE2022/5025 36 plaatdemper 37 boekschroef 38 dek 39 scharnierbout 40 scharnierveer 41 borgpen scharnier 42 scharnier grendel 43 scharnier as 44 scharnier bovenkant 45 scharnier onderkant 46 rijder licht 47 achterlicht 48 rubberen inzetstuk ophangingseenheid 49 kern van de ophangingseenheid.

Claims (11)

15 BE2022/5025 CONCLUSIES

1. Een step met een voorophangingssamenstel, waarbij de step omvat:

a. Een stuur gemonteerd op een stuurkolom;

b. Een frame met een aan het frame bevestigd dek aan de bovenzijde, ten minste één achterwiel, een voorkamer en een verticaal stijgend gedeelte dat roteerbaar is verbonden met de stuurkolom;

c. Een stuurbeugel die stevig aan de onderkant van de stuurkolom is bevestigd;

d. Een rubberen ophangingseenheid die is geconfigureerd om stevig te worden bevestigd aan de voorkamer aan de voorkant van de kamer, waarbij de rubberen ophangingseenheid een buitenschaal, een kern van een ophangingseenheid en een veelheid van rubberen inzetstukken tussen de schaal en de kern van een ophangingseenheid omvat;

e. Een ophangingsbeugel die stevig is bevestigd aan de kern van de ophangeenheid, waarbij de ophangingsbeugel twee armen omvat en een centraal gedeelte dat ten minste drie distaal uitstrekkende assen omvat;

f. Ten minste twee parallelle armen die roteerbaar zijn bevestigd aan ten minste twee van de assen die zich uitstrekken vanaf de ophangingsbeugel;

g. Een afdekplaat die stevig is bevestigd aan de ten minste twee van de zich distaal uitstrekkende assen van de ophangingsbeugel;

h. Een linker en een rechter wielbeugel die roteerbaar is bevestigd aan elk uiteinde van elke parallelle arm, waarbij elke wielbeugel verder is uitgerust met een zich zijdelings uitstrekkende as die is uitgerust met ten minste één wiel; ii Een stuurstang die de stuurbeugel verbindt met ten minste één van de wielbeugels; en j. Een stuurverbinding met een eerste uiteinde bevestigd aan de linker wielbeugel, waarbij de stuurverbinding een tweede uiteinde heeft dat is bevestigd aan de rechter wielbeugel, met het kenmerk, dat de step ten minste één kanteldemper omvat die scharnierbaar is bevestigd aan een as tussen de centrale assen van elk

16 BE2022/5025 paar parallelle armen, waarbij de kanteldemper een blok elastomeer materiaal is.

2. De step volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk uiteinde van elk van de parallelle armen is verbonden met de wielbeugels door middel van een kogelgewricht.

3. De step volgens een van de conclusies 1 tot en met 2, met het kenmerk, dat de uiteinden van de stuurverbinding zijn verbonden met elke wielbeugel door middel van een kogelgewricht.

4. De step volgens een van de conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat de stuurkolom een inklapmechanisme omvat, welk inklapmechanisme een bovendeel en een onderdeel heeft.

5. De step volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat, een onderste deel van het inklapmechanisme bevestigd is aan de bovenkant van het vooreinde van het frame.

6. De step volgens conclusie 4 en conclusie 5, met het kenmerk, dat het bovenste deel en het onderste deel van het inklapmechanisme scharnieren om een scharnier.

7. De step volgens conclusie 4-6, met het kenmerk, dat een scharnierende hendel het onderste en bovenste deel van het inklapmechanisme verbindt.

8. De step volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het dek door middel van ten minste twee plaatdempers flexibel aan het frame is bevestigd.

9. De step volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elke plaatdemper gemaakt is van elastomeer materiaal.

10. De step volgens een van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de step elektrisch wordt aangedreven.

11.De step volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de frame verder voorzien is van een accu, een oplaadcircuit en een controller.