BE1029759B1

BE1029759B1 - Een stuk gereedschap

Info

Publication number: BE1029759B1
Application number: BE20215729A
Authority: BE
Inventors: Xavier Devos
Original assignee: Polet Quality Products
Priority date: 2021-09-16
Filing date: 2021-09-16
Publication date: 2023-04-11
Also published as: BE1029759A1

Abstract

Een stuk gereedschap dat uitwisselbaar monteerbaar is op een steel, het stuk gereedschap omvat: - aan één uiteinde in de richting van een centrale as een mannelijke deel van een snelkoppelsysteem voor het koppelen van het stuk gereedschap aan een steel omvattende het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem; - aan het andere uiteinde in de richting van een centrale as een gereedschapsdeel omvattende een werktuig en een verbindingsdeel, welk verbindingsdeel het werktuig aan het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem verbindt; waarbij ter hoogte van de grens tussen het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, het omtrekprofiel van het verbindingsdeel minstens langs een eerste deel identiek of minder breed is aan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, en het omtrekprofiel van het verbindingsdeel minstens langs een tweede deel breder is dan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem.

Description

EEN STUK GEREEDSCHAP BE2021/5729

Technisch gebied

[01] De huidige uitvinding heeft betrekking op stukken gereedschap die onderling uitwisselbaar zijn op één steel, bijvoorbeeld stukken tuingereedschap, huishoudelijk gereedschap of schildergereedschap. De uitvinding heeft verder betrekking op methodes om dergelijke gereedschappen te maken en op sets omvattende één of meer dergelijke stukken gereedschap.

Stand van de techniek

[02] Stukken uitwisselbaar gereedschap, bijvoorbeeld stukken onderling uitwisselbare tuingereedschappen zijn gekend. Het stuk gereedschap omvat het mannelijke deel van een koppelingsmechanisme. De steel omvat het vrouwelijke deel van het koppelmechanisme. De robuustheid van de stukken gereedschap en van de snelkoppeling is een aandachtspunt. Dit omdat in het bijzonder de koppeling van het stuk gereedschap aan de uitwisselbare steel een plaats is waar regelmatig defecten optreden.

[03] Als voorbeeld wordt gerefereerd naar US2020/0391371. Stukken gereedschap, bijvoorbeeld een gereedschap omvattende een schop en gereedschap omvattende een hark, zijn onderling op dezelfde steel uitwisselbaar en bruikbaar. Echter is bij een niet perfect werkende koppeling, het niet onmiddellijk mogelijk om te bepalen of de steel met het vrouwelijke deel van de koppeling, of het stuk gereedschap met het mannelijke deel van de koppeling oorzaak van het defect is. US6085424 toont een stuk gereedschap waar een snelkoppeling gebruikt wordt om een werktuig aan een houder te koppelen.

Samenvatting van de uitvinding

[04] Het is een doelstelling van de uitvinding om robuuste stukken gereedschap te vervaardigen, waarbij de gebruiker de mogelijkheid heeft om te bepalen, bij het voorkomen van slecht sluitende koppelingen, welk van de twee delen van de snelkoppeling de oorzaak van het defect is.

[05] Volgens een eerste aspect wordt voorzien in een stuk gereedschap. Dit stuk gereedschap dat uitwisselbaar monteerbaar is op een steel omvat: e aan één uiteinde in de richting van een centrale as een mannelijke deel van een snelkoppelsysteem voor het koppelen van het stuk gereedschap aan een steel omvattende het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem; e aan het andere uiteinde in de richting van een centrale as een gereedschapsdeel omvattende een werktuig en een verbindingsdeel, welk verbindingsdeel het werktuig aan het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem verbindt; waarbij ter hoogte van de grens tussen het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, het omtrekprofiel van het verbindingsdeel minstens langs een eerste deel identiek, dit is gelijk of samenvallend, of minder breed is aan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, en het omtrekprofiel van het verbindingsdeel minstens langs een tweede deel breder is dan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem. Dit tweede deel heeft de vorm van een uitstulping.

[06] Een omtrekprofiel is het profiel verkregen door het voorwerp te snijden met een vlak welk vlak loodrecht op de centrale as van het voorwerp staat.

[07] De breedte van de omtrek betekent de afstand tussen centrale as en de omtrek in radiale zin. Een omtrekprofiel van het verbindingsdeel dat langs een tweede deel breder is dan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, betekent dat het omtrekprofiel van het verbindingsdeel in radiale richting uitsteekt van de centrale as weg voorbij het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem.

[08] Deze lokale verbreding, die zich niet voordoet langsheen het volledige omtrekprofiel van het verbindingsdeel ter hoogte van de grens tussen het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, heeft als voordeel dat bij koppeling van het mannelijke en vrouwelijke deel van het koppelsysteem, de locatie van de insteek van het mannelijke deel in het vrouwelijke deel visueel inspecteerbaar blijft langsheen het eerste deel van het omtrekprofiel, terwijl de insteekdiepte gelimiteerd blijft door het tweede, bredere deel van het omtrekprofiel.

Aldus kan bij gebeurlijke speling tussen mannelijk en vrouwelijk deel van de snelkoppeling, nog gezien worden welk van de delen de speling veroorzaakt. Zo kan een juist oordeel gevormd worden over het disfunctioneren van het snelkoppelsysteem en kan het defecte deel met een grote zekerheid aangeduid en vervangen worden, zijnde ofwel de steel met het vrouwelijk deel van de snelkoppeling, dan wel het stuk gereedschap met het mannelijk deel.

[09] Het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem heeft een insteekrichting voor het koppelen van het mannelijke en vrouwelijke deel van het snelkoppelsysteem. Het grootste omtrekprofiel langsheen de insteekrichting van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem definieert het omtrekprofiel van het vrouwelijke deel van het snelkoppelsysteem.

[10] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan ter hoogte van de grens tussen het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, het omtrekprofiel van het verbindingsdeel minstens langs een derde deel breder zijn dan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem.

[11] Het omtrekprofiel van het verbindingsdeel is dan minstens langs een vierde deel! identiek aan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem.

[12] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem één ononderbroken massief geheel vormen, bijvoorbeeld een metalen massief geheel.

[13] Het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, en eventueel ook het werktuig, bestaat bij voorkeur uit één geheel. Dit massief geheel heeft een grotere sterkte en is bestand tegen grotere krachten die werkzaam zijn op het stuk gereedschap tijdens gebruik van het werktuig vastgemaakt aan een steel. Het stuk gereedschap is robuuster dan een stuk gereedschap dat bestaat uit verschillende individuele delen die aan elkaar vastgemaakt zijn.

[14] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het omtrekprofiel van het verbindingsdeel langsheen de omtrek minstens deels identiek zijn aan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem. Bij voorkeur is langsheen het eerste deel, en optioneel langsheen het derde deel van de omtrek van het verbindingsdeel, het omtrekprofiel van het verbindingsdeel identiek aan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem

[15] De verbreding heeft de vorm van een uitstulping. Dus het verbindingsdeel omvat minstens één uitstulping die in het tweede deel van het omtrekprofiel van het verbindingsdeel voorziet.

[16] Deze uitstulping, of in geval meer dan één uitstulping, elk van de uitstulpingen, zijn bij voorkeur telkens gelegen in een vlak parallel aan de centrale as van het verbindingsdeel.

[17] De uitstulping of uitstulpingen en vormen bij voorkeur vinnen langsheen de lengterichting van het verbindingsdeel.

[18] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan ter hoogte van de grens tussen het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, het omtrekprofiel van het verbindingsdeel minstens langs een derde deel breder zijn dan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, waarbij het eerste en derde deel diametraal tegenover elkaar gepositioneerd zijn ten opzichte van de centrale as van het stuk gereedschap.

[19] Het eerste en derde deel staan bij voorkeur symmetrisch ten opzichte van de centrale as van het stuk gereedschap.

[20] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan minstens het tweede of desgevallend derde deel, en bij voorkeur het tweede en desgevallend het derde deel, een vorm hebben die een driehoekig profiel heeft.

[21] Bij voorkeur heeft de driehoek een zijde die met de centrale as van het stuk gereedschap een hoek maakt tussen de 45° en 135°, bij voorkeur ongeveer 90°. De hoek tussen de zijde en de as is de binnenhoek van de driehoek die gevormd wordt door de zijde en de as.

[22] Bij voorkeur is deze zijde de zijde van de driehoek die het verst van het werkstuk is gepositioneerd.

[23] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan één zijde van de driehoek loodrecht staan op de centrale as van het verbindingsdeel.

[24] Deze uitvoeringsvormen hebben het voordeel dat het contactoppervlak tussen de verbreding aan het eerste en/of het derde deel van de omtrek van het verbindingsstuk, en het vrouwelijke deel van het snelkoppelsysteem, zijnde minstens een deel van deze zijde, groot is. Bij gevolg wordt minstens een deel van de krachten overgebracht van het werktuig naar de steel via deze zijde verdeeld over een groter oppervlak.

[25] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de driehoek, desgevallend driehoeken, één of meerdere afgeronde hoeken hebben.

[26] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem langsheen substantieel de gehele lengte van de as parallel aan de insteekrichting van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem uniform zijn.

[27] Langsheen deze as verandert het omtrekprofiel niet of nauwelijks. Bij voorkeur is langs minstens 50%, zoals langs minstens 75% of zelfs langs minstens 90% van de lengte van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, het omtrekprofiel uniform.

Bij voorkeur heeft enkel het uiteinde van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem een afwijkend omtrekprofiel. Bij voorkeur verkleint het omtrekprofiel aan het uiteinde van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem.

Het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem loopt dan spits uit.

[28] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem een vierhoekig profiel zijn.

[29] Het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem kan de vorm hebben van een trapezium, een parallellogram, een rechthoek, zelfs een vierkant. Desalniettemin kunnen in andere uitvoeringsvormen deze omtrekprofielen veelhoekige profielen zijn, zoals een driehoek, een vierhoek, een vijfhoek, een zeshoek, etc. Deze profielen kunnen regelmatige of onregelmatige veelhoeken zijn.

[30] Het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem kan langsheen zijn gehele lengte in de richting van de centrale as van het stuk gereedschap een gelijkvormig profiel hebben, dit wil zeggen een vorm die gelijk blijft maar in dimensie kan vergroten of verkleinen.

[31] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem rechthoekig profiel zijn

[32] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het omtrekprofiel van het verbindingsdeel een vierhoekig profiel zijn.

[33] Omtrekprofiel van het verbindingsdeel kan de vorm hebben van een trapezium, een parallellogram, een rechthoek, zelfs een vierkant. Desalniettemin kunnen in andere uitvoeringsvormen deze omtrekprofielen veelhoekige profielen zijn, zoals een driehoek, een vierhoek, een vijfhoek, een zeshoek, etc. Deze profielen kunnen regelmatige of onregelmatige veelhoeken zijn.

[34] Het verbindingsdeel kan langsheen zijn gehele lengte in de richting van de centrale as van het stuk gereedschap een gelijkvormig profiel hebben, dit wil zeggen een vorm die gelijk blijft maar in dimensie kan vergroten of verkleinen.

[35] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het omtrekprofiel van het verbindingsdeel een rechthoekig profiel zijn.

[36] Volgens sommige uitvoeringsvormen kunnen het omtrekprofiel van het verbindingsdeel en van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem gelijkvormig zijn.

[37] Bij voorkeur is het omtrekprofiel van het verbindingsdeel en van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem gelijkvormig, dit wil zeggen een vorm die gelijk is maar in dimensie groter of kleiner kan zijn. Bij voorkeur zijn beide omtrekprofielen rechthoekig.

[38] Bij voorkeur geldt dat voor elke positie langsheen de insteekrichting, het omtrekprofiel van het verbindingsdeel alle omtrekprofielen van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem langsheen de insteekrichting omschrijft.

[39] Met andere woorden is voor het verbindingsdeel voor elke positie langsheen de insteekrichting het omtrekprofiel identiek of breder dan gelijk welk omtrekprofielen van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem langsheen de insteekrichting.

[40] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem een verzinking of perforatie omvatten voor het koppelen van het een stuk gereedschap aan een steel, welke verzinking of perforatie geschikt is om een kogel te ontvangen die deel uitmaakt van het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem van de steel.

[41] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de afstand tussen de overgang van het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en het center van de verzinking of perforatie tussen de 30 en 90 % van de lengte van het mannelijke deel van de snelkoppeling.

[42] De lengte van het mannelijke deel van de snelkoppeling is bij voorkeur in het bereik van 40 tot 100 mm.

[43] De afstand tussen de overgang van het verbindingsdeel en het mannelijke deel! van een snelkoppelsysteem en het center van de verzinking of perforatie kan bijvoorbeeld tussen de 40 en 90mm liggen

[44] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de verzinking of perforatie een maximale diameter hebben tussen de 4mm en 15mm.

[45] Meer bij voorkeur heeft de verzinking of perforatie een maximale diameter tussen de 5mm en 10mm.

[46] De breedte van het mannelijke deel van de snelkoppeling is bij voorkeur in het bereik van 5 en 30mm.

[47] Het vrouwelijke deel van de snelkoppeling kan voorzien zijn van een voorwerp, bijvoorbeeld een kogel, die deels in deze verzinking of perforatie past, waardoor het mannelijke en vrouwelijke deel van de snelkoppeling aan elkaar vastgekoppeld wordt.

Het vrouwelijke deel van de snelkoppeling kan voorzien zijn van een systeem om de koppeling terug te lossen door het voorwerp, bijvoorbeeld de kogel, terug toe te laten zich uit de verzinging of perforatie te bewegen.

[48] De kogel is bij voorkeur in diameter groter dan de maximale diameter van de verzinging of perforatie. Bij voorkeur is de kogel 10 tot 40 % groter dan de maximale diameter van de verzinking of perforatie.

[49] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan ter hoogte van de grens tussen het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, zowel het verbindingsdeel als het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem een rechthoekig omtrekprofiel hebben, waarbij twee tegenovergestelde zijden van het omtrekprofiel van het verbindingsdeel en waarbij twee tegenovergestelde zijden van het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem parallel zijn en elk van de twee tegenovergestelde zijden van het omtrekprofiel van het verbindingsdeel coplanair is met één van de twee tegenovergestelde zijden van het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem.

[50] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan ter hoogte van het uiteinde van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem een opening omvatten en een insnijding vanaf de het uiteinde van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem tot in deze opening.

[51] Deze insnijding ofte inkeping en de opening dient om het stuk gereedschap op te hangen aan een hangsysteem. Aldus kunnen verschillende, gelijkaardige of identieke stukken gereedschap eenvoudig opgeborgen worden.

[52] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het werktuig, het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem één ononderbroken massief geheel vormen, bijvoorbeeld een metalen massief geheel. Mogelijk doch niet limitatief kan het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, alsook het werktuig zelf, uitgevoerd zijn uit staal, bijvoorbeeld ongelegeerd of hoog of laag gelegeerd staal, roestvrij staal, gietijzer, of een metaal dat niet gebaseerd is op ijzer, bijvoorbeeld een zink-aluminium legering, bijvoorbeeld Zamak. Als alternatief kan het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem één ononderbroken massief geheel vormen uit polymeer of composietmateriaal.

[53] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en desgevallend het werktuig uitgevoerd zijn uit staal.

[54] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en desgevallend het werktuig uitgevoerd zijn uit roestvrij staal.

[55] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en desgevallend het werktuig uitgesneden zijn uit een metaalplaat.

[56] Bij voorkeur is het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem uitgesneden via lasersnijden.

[57] Stukken gereedschap met een verbindingsdeel, het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en desgevallend het werktuig gemaakt uit één massief stuk hebben het voordeel op zeer robuust en sterk te zijn. Dit is zeker het geval in dien dit massief geheel vervaardigd is uit gietijzer of vervaardigd is uit een massieve plaat, bijvoorbeeld staalplaat, waarbij de verbindingsdeel, het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en gebeurlijke werktuig uitgelaserd of uitgezaagd zijn en in de juiste vorm gesmeed of geplooid is.

[58] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en desgevallend het werktuig een stuk smeedijzer zijn.

[59] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en desgevallend het werktuig uitgevoerd zijn uit gietijzer.

[60] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het stuk gereedschap een stuk tuingereedschap zijn.

[61] Het stuk gereedschap kan een werktuig omvatten waardoor het stuk gereedschap kan gebruikt worden als een vork, bijvoorbeeld een hooivork, of als een riek, een mestriek, een hak, een hark, een schep, een schop, een spade, een koevoet, een cultivator, een schoffel, een bijl, een hamer, een kliefhamer, een grashark, een borstel, een worteluitsteker, een voegenkrabber, een onkruidsteker, een kantafsteker een bladrijf, een verkruimelaar, et cetera of een combinatie van een dezer. etc.

[62] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het stuk gereedschap een stuk schildergereedschap zijn.

[63] Het stuk gereedschap kan een werktuig omvatten waardoor het stuk gereedschap kan gebruikt worden als een verfrol, een verfborstel, etc.

[64] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het stuk gereedschap een stuk huishoudgereedschap zijn.

[65] Het stuk gereedschap kan een werktuig omvatten waardoor het stuk gereedschap kan gebruikt worden als een veger, een borstel, een aftrekker, een sponshouder, een doekhouder, een plumeau, etc.

[66] Volgens een tweede, onafhankelijk aspect van de uitvinding wordt voorzien in een methode voor het vervaardigen van een stuk gereedschap, welk stuk gereedschap eventueel een stuk gereedschap is volgens het eerste aspect van de uitvinding.

[67] De methode volgens een tweede, onafhankelijk aspect van de uitvinding voor het vervaardigen van een stuk gereedschap omvattende een mannelijk deel van een snelkoppelsysteem voor het koppelen van het stuk gereedschap aan een steel omvattende het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem en een gereedschapsdeel omvattende een werktuig en een verbindingsdeel, de methode omvat de stappen: e Het voorzien in een staalplaat; e Het uit deze staalplaat isoleren van een 2-dimentionele vorm met als omtrek de omtrek van minstens het mannelijk deel van een snelkoppelsysteem en het verbindingsdeel; e Het omvormen van de 2-dimentionele vorm tot een 3-dimensionaal stuk gereedschap.

[68] De methode voor het vervaardigen van een stuk gereedschap volgens het tweede aspect van de uitvinding kan een methode zijn voor het vervaardigen van een stuk gereedschap volgens het eerste aspect van de uitvinding.

[69] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het isoleren van de 2-dimentionele vorm het uitzagen, uitslijpen, uitsnijden, uitstansen of uitlaseren van de 2-dimentionele vorm omvatten.

[70] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de 2-dimentionele vorm eveneens de omtrek van het werktuig omvatten.

[71] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het omvormen van de 2-dimentionele vorm tot een 3-dimensionaal stuk gereedschap het plooien van het 2-dimensionele vorm omvatten.

[72] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het omvormen van de 2-dimentionele vorm tot een 3-dimensionaal stuk gereedschap het smeden van het 2-dimensionele vorm omvatten.

[73] Eventueel omvat het omvormen van de 2-dimentionele vorm tot een 3- dimensionaal stuk gereedschap het aanwerken van het werktuig aan het verbindingsdeel. Dit kan bij voorbeeld door lassen of aansmeden.

[74] Dergelijke methode voorziet in stukken gereedschap die zeer robuust en sterk zijn, en die de opgelegde krachten tijdens het gebruik beter kunnen weerstaan. Dit omdat aansluitingspunten of zones tussen afzonderlijke en aan elkaar vastgemaakte delen van een gereedschap oorzaak kunnen zijn van breuk van het gereedschap ter hoogte van deze de overgangen, bijvoorbeeld tussen het mannelijk deel van het snelkoppelsysteem en het verbindingsstuk, of de overgang tussen het verbindingsstuk en het werktuig.

[75] Volgens een derde, onafhankelijk aspect van de uitvinding, wordt voorzien in een gereedschapsset. De gereedschapsset omvat bij voorkeur één of meerdere stukken gereedschap volgens het eerste aspect van de uitvinding, of één of meerdere stukken gereedschap vervaardigd met methode volgens het tweede aspect van de uitvinding, en minstens één steel, welke steel het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem omvat welk koppelbaar is met het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem deel uitmakend van elk van de stukken gereedschap.

[76] Volgens een vierde, onafhankelijk aspect van de uitvinding, wordt voorzien in een gereedschapsset omvattende minstens één of meerdere stukken gereedschap,

elk stuk gereedschap omvattende een mannelijk deel van een snelkoppelsysteem en minstens één steel omvattende het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem, welk vrouwelijk deel een opening omvat voor het ontvangen van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, waarbij de opening van het vrouwelijk deel van het snelkoppelsysteem excentrisch is gepositioneerd ten opzichte van de as van de steel.

[77] Excentrisch betekent hier dat het centerpunt of zwaartepunt van de opening geen punt is van, dus niet samenvalt met de centrale as van de steel.

[78] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem een opening omvatten voor het ontvangen van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, de opening is excentrisch gepositioneerd ten opzichte van de as van de steel.

[79] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de opening voor het ontvangen van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem nauw aansluiten met het maximale omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem.

[80] Bij voorkeur heeft de opening een vorm van een trapezium, een parallellogram, een rechthoek, zelfs een vierkant. Desalniettemin kan in andere uitvoeringsvormen van deze vorm, de vorm een veelhoekige vorm hebben, zoals een driehoek, een vierhoek, een vijfhoek, een zeshoek, etc. Deze vormen kunnen regelmatige of onregelmatige veelhoeken zijn

[81] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de steel een houten stok omvatten die voorzien is aan één zijde van een behuizing, welke behuizing het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem omvat.

[82] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de behuizing vastgehecht zijn aan de stok met minstens twee fixeerelementen, bij voorkeur schroeven, vijzen, nagels, klinknagels of bouten.

[83] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de behuizing een metalen huls omvatten die over het uiteinde van de houten stok is gepositioneerd.

[84]

[85] De details of kenmerken van één van de onafhankelijke aspecten van de uitvinding kunnen gecombineerd worden met één of meerdere van de andere onafhankelijke uitvoeringsvormen.

[86] De onafhankelijke en afhankelijke conclusies geven specifieke en geprefereerde kenmerken van de uitvoeringsvormen van de uitvinding weer.

Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen gecombineerd worden met kenmerken van de onafhankelijke en afhankelijke conclusies, of met kenmerken hierboven en/of hierna beschreven, en dit op om het even welke geschikte manier zoals duidelijk zou zijn voor een vakman.

[87] De bovengemelde en andere kenmerken, eigenschappen en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt met behulp van volgende voorbeelden van uitvoeringsvormen, eventueel in combinatie met de tekeningen.

[88] De beschrijving van deze voorbeelden van uitvoeringsvormen is gegeven als verduidelijking, zonder de intentie de omvang van de uitvinding te beperken. De referentiecijfers in de hiernavolgende beschrijving refereren naar de tekeningen.

Zelfde referentiecijfers in eventueel verschillende figuren refereren naar identieke of gelijkaardige elementen.

Korte beschrijving van de figuren

[89] Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeur dragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

[90] Figuur 1 toont schematisch een gecombineerde hak en pin, uitgevoerd als een stuk gereedschap volgens de uitvinding. Figuur 1a is een bovenaanzicht, figuur 1b is een zijaanzicht, figuur 1c is een perspectiefzicht.

[91] Figuur 2 toont een steel die deel a-uitmaakt van een gereedschapsset volgens de uitvinding. Figuur 2a is een “exploded view” van het vrouwelijke deel van de snelkoppeling, figuur 2b is een perspectiefzicht van dit vrouwelijke deel van de snelkoppeling aan een houten stok. Figuur 2c is een zijaanzicht van de steel, figuur 2d een bovenaanzicht van de steel, en figuur 2e een vooraanzicht van de steel.

[92] Figuren 3 tot 14 zijn alternatieve stukken gereedschap die samen deel uitmaken van een gereedschapsset volgens de uitvinding.

Beschrijving van voorbeelden van uitvoeringsvormen

[983] De onderhavige uitvinding wordt hierna beschreven gebruik makende van specifieke uitvoeringsvormen.

[94] Het moet opgemerkt dat de term "omvattende", zoals bijvoorbeeld gebruikt in de conclusies, niet mag geïnterpreteerd worden in beperkende zin, beperkend tot de daarna volgende elementen, kenmerken en/of stappen. De term "omvattende" sluit niet de aanwezigheid van andere elementen, kenmerken of stappen uit.

[95] Dus de omvang van een uitdrukking "een voorwerp omvattende de elementen

Aen B”, is niet gelimiteerd tot een voorwerp dat enkel de elementen A en B bevat. De omvang van een uitdrukking "een methode omvattende de stappen A en B", is niet gelimiteerd tot een methode die enkel de stappen A en B bevat.

[96] In het licht van de onderhavige uitvinding betekenen deze uitdrukkingen enkel dat de relevante elementen respectievelijk stappen voor de uitvinding de elementen respectievelijk stappen A en B zijn.

[97] In de hiernavolgende specificatie wordt referentie gemaakt naar "een uitvoeringsvorm” of "de uitvoeringsvorm". Dergelijke referentie betekent dat een specifiek element of kenmerk, beschreven aan de hand van deze uitvoeringsvorm, is omvat in minstens deze ene uitvoeringsvorm.

[98] Het voorkomen van de termen "in een uitvoeringsvorm “of "in de uitvoeringsvorm* op verschillende plaatsen in deze beschrijving, refereert echter niet noodzakelijkerwijze naar dezelfde uitvoeringsvorm, hoewel het echter wel kan refereren naar eenzelfde uitvoeringsvorm.

[99] Voorts kunnen de eigenschappen of de kenmerken op om het even welke geschikte manier in een of meerdere uitvoeringsvormen worden gecombineerd, zoals duidelijk zou zijn voor de vakman.

[100] Een stuk gereedschap 1, in dit geval een combinatie van een hak en een pin, is getoond in figuur 1a tot 1c. De cultivator 1 is uitwisselbaar gemonteerd op een steel 2.

Het is duidelijk dat ook andere gereedschappen, bijvoorbeeld huishoudelijke gereedschappen, schildersgereedschappen of andere tuingereedschappen kunnen beoogd worden door een ander werktuig aan het verbindingsstuk te voorzien. Aan één uiteinde 11 in de richting van een centrale as 13 is een mannelijke deel 14 van een snelkoppelsysteem voor het koppelen van het stuk gereedschap 1 aan de steel 2. Op het uiteinde van de steel 2 is het vrouwelijke deel 21 van een snelkoppelsysteem voorzien.

[101] Aan het andere uiteinde 12 in de richting van een centrale as 13 is een gereedschapsdeel 15 aanwezig, omvattende een werktuig 16 en een verbindingsdeel 17, welk verbindingsdeel 17 het werktuig 16 aan het mannelijke deel 14 van een snelkoppelsysteem verbindt. Ter hoogte van de grens 19 tussen het verbindingsdeel 17 en het mannelijke deel 14 van een snelkoppelsysteem is het omtrekprofiel 30 van het verbindingsdeel 17 rechthoekig. Langs twee delen (31, 32) is dit omtrekprofiel 30 identiek aan het omtrekprofiel 40 van het mannelijke deel 14 van een snelkoppelsysteem. Langs twee andere delen (33 en 34) is dit omtrekprofiel 30 breder dan het omtrekprofiel 40 van het mannelijke deel 14 van een snelkoppelsysteem. Het omtrekprofiel 40 is eveneens rechthoekig, en de lange zijden van het omtrekprofiel 40 vallen samen met, dus is identiek aan, een deel van de lange zijden van het rechthoekig omtrekprofiel 30.

[102] Het verbindingsdeel 17 en het mannelijke deel 14 van het snelkoppelsysteem vormen één ononderbroken massief geheel, in dit geval een metalen geheel.

[103] De delen 31 en 32, waar het omtrekprofiel 30 identiek is aan het omtrekprofiel 40 van het mannelijke deel 14 van een snelkoppelsysteem, zijn diametraal tegenover elkaar gepositioneerd zijn ten opzichte van de centrale as 13 van het stuk gereedschap 1. Ook de twee delen waar dit omtrekprofiel 30 breder is dan het omtrekprofiel 40 van het mannelijke deel 14 van een snelkoppelsysteem, zijn diametraal tegenover elkaar gepositioneerd zijn ten opzichte van de centrale as 13 van het stuk gereedschap 1.

[104] De delen 31 en 32 hebben een driehoekig profiel, met telkens één zijde, deze dichts bij het mannelijk deel 14 van het koppelsysteem, van de driehoek die loodrecht staat op de centrale as van het verbindingsdeel. De buitenste hoeken van de driehoekige profielen zijn afgerond.

[105] Langsheen substantieel de gehele lengte van de as 13 parallel aan de insteekrichting van het mannelijke deel 14 van een snelkoppelsysteem heeft dit mannelijke deel 14 een rechthoekig omtrekprofiel.

[106] Ook het omtrekprofiel van het verbindingsdeel 17 is langsheen zijn lengte in asrichting rechthoekig. De twee omtrekprofielen zijn dus gelijkaardig, zelfs gelijkvormig. De korte zijde van de rechthoekige profielen zijn identiek, de lange zijden van de omtrekprofielen zijn in lengte verschillend.

[107] Het verbindingsdeel 17, het werktuig 16 en het mannelijke deel 14 van het snelkoppelsysteem is één ononderbroken massief geheel uitgevoerd uit metaal, een metaal-legering of kunststof. De dikte van het verbindingsdeel 17 en het mannelijke deel 14 van het snelkoppelsysteem, dit is gelijk aan de lengte van de lange zijde van de omtrekprofielen 40, is bij voorkeur 16,10 mm. De breedte van het mannelijke deel 14 van het snelkoppelsysteem, dit is gelijk aan de lengte van de korte zijde van de omtrekprofielen, is bij voorkeur 8 mm. De gehele omtrek van het verbindingsdeel 17, het werktuig 16 en het mannelijke deel 14 van het snelkoppelsysteem wordt uit een plaatmetaal uitgesneden, waarna de tanden van het werktuig, dit is de cultivator, worden omgebogen, eventueel door smeden. In een alternatieve uitvoering wordt gehele omtrek van het verbindingsdeel 17 en het mannelijke deel 14 van het snelkoppelsysteem uit een plaatmetaal uitgesneden, waarna de tanden van het werktuig aan het uiteinde van het verbindingsstuk worden gelast. De maximale insteekdiepte van het mannelijke deel 14 van het snelkoppelsysteem is bij voorkeur 82mm.

[108] Ter hoogte van het uiteinde 11 van het mannelijke deel 14 van een snelkoppelsysteem, omvat dit mannelijke deel van een snelkoppelsysteem een opening 50 en een insnijding 51 vanaf de het uiteinde van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem tot in deze opening 50. Deze opening en insnijding zijn voorzien om toe te laten de gereedschappen aan een staaf of houder op te hangen.

[109] Het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem is voorzien van een perforatie 60. De perforatie 60 is geschikt om een kogel 70 te ontvangen die deel uitmaakt van het vrouwelijke deel 21 van een snelkoppelsysteem aan de steel 2. De afstand tussen de overgang van het verbindingsdeel 17 en het mannelijke deel 14 van het snelkoppelsysteem en het center van de perforatie 60 is 40 mm, daar waar de diameter van de perforatie 60 ongeveer 8,7 mm is. Het is duidelijk dat de perforatie kan vervangen worden door een verzinking, bijvoorbeeld een verzinking met de vorm van een bolsector, waarbij de maximale diameter van de verzinking minder dan 8,7mm is en waarbij de vorm van de bolsector overeenkomt met een sector van de kogel.

[110] De steel 2, zoals getoond in figuren 2a tot 2e, omvat het vrouwelijke deel 21 van een snelkoppelsysteem en is koppelbaar met het mannelijke deel 14 van een snelkoppelsysteem. Het vrouwelijke deel 21 van een snelkoppelsysteem omvat een huls 81 dewelke aan één zijde over een houten stok 82 heen is geschoven en vastgehecht is aan deze stok door middel van een bevestigingsmechanisme, bijvoorbeeld één of meerdere vijzen 83. De huls 81, bijvoorbeeld gemaakt uit metaal of polymeer, heeft aan de ene zijde een opening om de houten stok te ontvangen, en aan de andere zijde het vrouwelijke deel 21 van het koppelsysteem. Dit vrouwelijke deel 21 omvat een opening 84 waarin het mannelijke deel 14 van het snelkoppelsysteem on geschoven kan worden. De omtrek van de opening is nagenoeg identiek aan de breedste omtrek van het mannelijke deel 14. De opening 84 is excentrisch gepositioneerd ten opzichte van de as 85 van de steel. Het vrouwelijke deel 21 omvat een mechanisme om een kogel 70 in de verzinking of perforatie 60 van het mannelijke deel 14 van het snelkoppelsysteem te duwen. Dit system omvat een geleidingselement 71 die in een geleidingsopening in het voorste deel van de huls 81 kan schuiven in axiale richting. Het geleidingselement 71 wordt naar voor, dit is naar de voorkant van de steel geduwd door een veer 72. Het geleidingselement 71 heft aan de binnenzijde een profiel met een profieldeel 73 dat de kogel 70 neerwaarts duwt in de richting van decentrale as en dus in de perforatie 60 van het mannelijke deel. Als het geleidingselement 71 in rust is, dit is als de veer 72 ontspannen en op zijn grootst is, is het geleidingselement 71 naar voor geduwd en duwt dit profieldeel 73 de kogel naar het mannelijke deel 14, dus in de perforatie 60. Het mannelijke deel 14 en het vrouwelijke deel 21 zijn gekoppeld en kunnen ten opzichte van elkaar niet bewegen.

Als het geleidingselement 71 naar achter wordt getrokken in axiale richting, kan de kogel 70 in een verzinkingsdeel 74 van het profiel bewegen en komt de kogel 70 los uit het mannelijke deel 14 van het snelkoppelsysteem. Op dat ogenblik kan het mannelijke deel uit het vrouwelijke deel 21 worden getrokken. Het geleidingselement 71 heeft aan de buitenzijde van de huls 82 een manipulatieknop 86 om het geleidingselement 71 in axiale richting naar voor of achter te bewegen.

[111] Het stuk gereedschap 1 dat aan de steel gekoppeld dient te worden, wordt met het mannelijke deel 14 ter hoogte van de opening 84 gebracht. Via de manipulatieknop 86 wordt het geleidingselement 71 naar achter getrokken, waardoor de kogel 70 vrij kan bewegen. Het mannelijke deel 14 wordt in de opening 84 geduwd en de kogel 70 rolt over het mannelijke deel 14 tot de kogel 70 overeenkomt met de perforatie 60. Op dat ogenblik zal de verbreding van het verbindingsdeel 17 tegen de voorkant van de steel 2 zich bevinden. De manipulatieknop 86 wordt gelost en de veer 72 duwt de manipulatieknop 86 terug voorwaarts, waardoor de kogel 70 in de perforatie wordt geduwd en het snelkoppelsysteem gesloten wordt. Voor het wisselen van het stuk gereedschap, worden de bewegingen herhaald waarbij eerst het eerste stuk gereedschap uit de steel 2 wordt getrokken en een ander stuk gereedschap 1 aan de steel wordt bevestigd op dezelfde wijze.

[112] Het stuk gereedschap 1 zoals getoond in de figuren 1 en de steel zoals getoond in de figuren 2, kunnen deel uitmaken van een gereedschapsset volgens de uitvinding.

Overige stukken gereedschap van dergelijke gereedschapsset, in dit geval een set tuingereedschap, zijn weergegeven in figuren 3 tot 14, waarbij het getoonde stuk gereedschap uitwisselbaar is met andere en op dezelfde steel 2 kan gemonteerd worden.

[113] Figuur 3 toont een hak 103. Figuur 4 toont een hark 104. Opgemerkt is dat voor deze hark het omtrekprofiel van het verbindingsdeel 17 uniform is over de lengte van het verbindingsdeel 17.

[14] Figuur 5 toont een onkruidsteker 105; opmerkelijk hier is dat de langse delen (33 en 34) is het omtrekprofiel 30 van het verbindingsdeel17 bruikbaar zijn als voetsteun om kracht te zetten bij het in de grond steken van de onkruidsteker 105.

Figuur 6 toont een borstel 106, terwijl figuur 7 een boordafsteker 107 toont. Figuur 8 toont een voegreiniger 108, figuur 9 toont een schoffel 109, net zoals figuur 10 een alternatieve schoffel 110 toont. Figuur 11 toont een cultivator 111. Figuur 12 toont nog een alternatieve schoffel 112. Figuur 13 toont een voegenkuiser 113 en figuur 14 toont een mes 114 met bijhorend voetstuk 124 om kracht op het mes te zetten met de voet.

[115] Het is duidelijk dat, hoewel de uitvoeringsvormen en/of de materialen voor het verstrekken van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding zijn besproken, diverse wijzigingen of veranderingen kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van het werkingsgebied en/of de geest van deze uitvinding. De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch kan volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.

Claims

Conclusies

1.- Een stuk gereedschap (1, 103, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 111, 112, 113, 114) dat uitwisselbaar monteerbaar is op een steel (2), het stuk gereedschap omvat: e aan één uiteinde (11) in de richting van een centrale as (13) een mannelijke deel (14) van een snelkoppelsysteem voor het koppelen van het stuk gereedschap aan een steel omvattende het vrouwelijke deel (21) van een snelkoppelsysteem; e aan het andere uiteinde (12) in de richting van een centrale as een gereedschapsdeel (15) omvattende een werktuig (16) en een verbindingsdeel (17), welk verbindingsdeel het werktuig aan het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem verbindt; waarbij ter hoogte van de grens (19) tussen het verbindingsdeel en het mannelijke deel! van een snelkoppelsysteem, het omtrekprofiel (30) van het verbindingsdeel minstens langs een eerste deel (31, 32) identiek of minder breed is aan het omtrekprofiel (40) van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, en het omtrekprofiel van het verbindingsdeel minstens langs een tweede deel (33, 34) breder is dan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, gekarakteriseerd in dat dit tweede deel de vorm heeft van een uitstulping.

2.- Een stuk gereedschap volgens conclusie 1, waarbij ter hoogte van de grens tussen het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, het omtrekprofiel van het verbindingsdeel minstens langs een derde deel breder is dan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem.

3.- Een stuk gereedschap volgens conclusie 2, waarbij dit derde deel de vorm heeft van een uitstulping.

4- Een stuk gereedschap volgens conclusie 3, waarbij de uitstulpingen de vorm hebben van vinnen langsheen de lengterichting van het verbindingsdeel.

5.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 2 tot 4, waarbij het tweede en derde deel symmetrisch staan ten opzichte van de centrale as van het stuk gereedschap,

6.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 2 tot 5, waarbij het tweede en derde deel diametraal staan ten opzichte van de centrale as van het stuk gereedschap.

7.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 6, waarbij het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem één ononderbroken massief geheel vormen.

8.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 7, waarbij het omtrekprofiel van het verbindingsdeel langsheen de omtrek minstens deels identiek is aan het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem.

9- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 8, waarbij minstens het tweede of desgevallend derde deel, en bij voorkeur het tweede en desgevallend het derde deel, een vorm heeft die een driehoekige profiel heeft.

10. Een stuk gereedschap volgens conclusie 9, waarbij één zijde van de driehoek loodrecht staat op de centrale as van het verbindingsdeel.

11.- Een stuk gereedschap volgens conclusie 10, waarbij de zijde van de driehoek die loodrecht staat op de centrale as van het verbindingsdeel de zijde van de driehoek is die het verst gepositioneerd is van het werkstuk.

12.- Een stuk gereedschap volgens conclusie 9 tot 11, waarbij de driehoek, desgevallend driehoeken, één of meerdere afgeronde hoeken hebben.

13.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 12, waarbij het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem langsheen substantieel de gehele lengte van de as parallel aan de insteekrichting van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem uniform is.

14- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 13, waarbij het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem een vierhoekig profiel is.

15.- Een stuk gereedschap volgens conclusie 14, waarbij het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem rechthoekig profiel is

16.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 15, waarbij het omtrekprofiel van het verbindingsdeel een vierhoekig profiel is.

17.- Een stuk gereedschap volgens conclusie 16, waarbij het omtrekprofiel van het verbindingsdeel een rechthoekig profiel is.

18.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 17, waarbij het omtrekprofiel van het verbindingsdeel en van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem gelijkvormig zijn.

19.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 18, waarbij het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem een verzinking of perforatie (60) omvat voor het koppelen van het een stuk gereedschap aan een steel, welke verzinking of perforatie geschikt is om een kogel (70) te ontvangen die deel uitmaakt van het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem van de steel.

20.- Een stuk gereedschap volgens conclusie 19, waarbij afstand tussen de overgang van het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en het center van de verzinking of perforatie tussen de 30 tot 90 % van de lengte van het mannelijke deel van de snelkoppeling is.

21.- Een stuk gereedschap volgens conclusie 19 of 20, waarbij de verzinking of perforatie een maximale diameter heeft tussen de 4 en 15mm.

22.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 21, waarbij ter hoogte van de grens tussen het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, zowel het verbindingsdeel als het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem een rechthoekig omtrekprofiel heeft, waarbij twee tegenovergestelde zijden van het omtrekprofiel van het verbindingsdeel en waarbij twee tegenovergestelde zijden van het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem parallel zijn en elk van de twee tegenovergestelde zijden van het omtrekprofiel van het verbindingsdeel coplanair is met één van de twee tegenovergestelde zijden van het omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem.

23.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 22, waarbij ter hoogte van het uiteinde van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem een opening (50) omvat en een insnijding (51) vanaf de het uiteinde van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem tot in deze opening.

24- Een stuk gereedschap volgens conclusie 1 tot 23, waarbij het werktuig, het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem één ononderbroken massief geheel vormen.

25.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 24, waarbij het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en desgevallend het werktuig uitgevoerd is uit metaal, bij voorkeur staal.

26.- Een stuk gereedschap volgens conclusie 25, waarbij het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en desgevallend het werktuig uitgevoerd uit is roestvrij staal.

27.- Een stuk gereedschap volgens conclusie 25 of 26, waarbij het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en desgevallend het werktuig uitgesneden is uit een metaalplaat.

28.- Een stuk gereedschap volgens conclusie 24 of 27, waarbij het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en desgevallend het werktuig een stuk smeedijzer is.

29.- Een stuk gereedschap volgens conclusie 24, waarbij het verbindingsdeel en het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem en desgevallend het werktuig uitgevoerd is Uit gietijzer.

30.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 29 waarbij het stuk gereedschap een stuk tuingereedschap is.

31.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 29 waarbij het stuk gereedschap een stuk schildergereedschap is.

32.- Een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 29 waarbij het stuk gereedschap een stuk huishoudgereedschap is.

33.- De methode voor het vervaardigen van een stuk gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 32, de methode omvat de stappen: e Het voorzien in een staalplaat; e Het uit deze staalplaat isoleren van een 2-dimentionele vorm met als omtrek de omtrek van minstens het mannelijk deel van een snelkoppelsysteem en het verbindingsdeel; e het omvormen van de 2-dimentionele vorm tot een 3-dimensionaal stuk gereedschap.

34.- Methode volgens conclusie 33, waarbij het isoleren van de 2-dimentionele vorm het uitzagen, uitslijpen, uitsnijden, uitstansen of uitlaseren van de 2-dimentionele vorm omvat.

35.- Methode volgens conclusie 34 of 34, waarbij de 2-dimentionele vorm eveneens de omtrek van het werktuig omvat.

36.- Methode volgens één van de conclusies 33 tot 35, waarbij het omvormen van de 2-dimentionele vorm tot een 3-dimensionaal stuk gereedschap het plooien van het 2-dimensionele vorm omvat.

37.- Methode volgens één van de conclusies 33 tot 36, waarbij het omvormen van de 2-dimentionele vorm tot een 3-dimensionaal stuk gereedschap het smeden van het 2-dimensionele vorm omvat.

38.- Een gereedschapsset omvattende één of meerdere stukken gereedschap volgens één van de conclusies 1 tot 32 en minstens één steel, welke steel het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem omvat welk koppelbaar is met het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem deel uitmakend van elk van de stukken gereedschap.

39.- Een gereedschapsset omvattende één of meerdere stukken gereedschap vervaardigd met methode volgens één van de conclusies 33 tot 38 en minstens één steel, welke steel het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem omvat welk koppelbaar is met het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem van elk van de stukken gereedschap.

40.- Een gereedschapsset volgens conclusie 38 of 39, waarbij het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem een opening omvat voor het ontvangen van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem, de opening is excentrisch gepositioneerd ten opzichte van de as van de steel.

41.- Een gereedschapsset volgens één van de conclusies 38 tot 40, waarbij de opening voor het ontvangen van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem nauw aansluit met het maximale omtrekprofiel van het mannelijke deel van een snelkoppelsysteem.

42.- Een gereedschapsset volgens één van de conclusies 38 tot 41, waarbij de steel een houten stok omvat die voorzien is aan één zijde van een behuizing, welke behuizing het vrouwelijke deel van een snelkoppelsysteem omvat.

43.- Een gereedschapsset volgens conclusie 42, waarbij de behuizing vastgehecht is aan de stok met minstens twee fixeerelementen, bij voorkeur schroeven, vijzen, nagels, klinknagels of bouten. 44- Een gereedschapsset volgens conclusie 42 of 43, waarbij de behuizing een metalen huls omvat die over het uiteinde van de houten stok is gepositioneerd.