BE1028477B1

BE1028477B1 - VALVE TO CONTROL A VENTILATION FLOW

Info

Publication number: BE1028477B1
Application number: BE20205524A
Authority: BE
Inventors: Matthias Erik Dehaene; Elmar Maurits Raymonde Agnes Jacques Delbaere
Original assignee: Renson Ventilation Nv
Priority date: 2020-07-14
Filing date: 2020-07-14
Publication date: 2022-02-15
Also published as: EP3940310A1; BE1028477A1

Abstract

Klep voor het regelen van een ventilatiestroom (100) doorheen een opening (102), waarbij de opening (102) wordt begrensd door een rand (201, 301) en een centrale as heeft in axiale richting (101), de klep omvattende: - een frame (900, 1200) omvattende een statisch gedeelte (902, 1202) aangepast om de klep te monteren; - minstens één blad (500, 600) verbonden met het frame (900, 1200), zodat in gemonteerde toestand van de klep, het blad (500, 600) beweegbaar is volgens de rand (201, 301), waarbij een segment (202, 302) van de opening (102) afgesloten wordt voor de ventilatiestroom (100) aan de hand van het blad (500, 600), waarbij het blad (500, 600) een flexibel materiaal omvat, en het frame (900, 1200) een beweegbaar element (901, 1201) omvat aangepast om het flexibel materiaal te vouwen, zodanig dat de oppervlakte van het afgesloten segment (202, 302) wordt gewijzigd.Valve for controlling a ventilation flow (100) through an opening (102), the opening (102) being defined by a rim (201, 301) and having a central axis in axial direction (101), the valve comprising:- a frame (900, 1200) including a static portion (902, 1202) adapted to mount the valve; - at least one blade (500, 600) connected to the frame (900, 1200), so that when the valve is mounted, the blade (500, 600) is movable along the edge (201, 301), a segment (202 302) of the opening (102) is closed to the ventilation flow (100) by the blade (500, 600), the blade (500, 600) comprising a flexible material, and the frame (900, 1200) includes a movable member (901, 1201) adapted to fold the flexible material such that the surface of the sealed segment (202, 302) is changed.

Description

-1- KLEP VOOR HET REGELEN VAN EEN VENTILATIESTROOM PE2060 5566 Technisch Gebied-1- VALVE FOR REGULATION OF A VENTILATION FLOW PE2060 5566 Technical Area

[01] De onderhavige uitvinding heeft algemeen betrekking op een klep voor het regelen van een ventilatiestroom doorheen een opening. De uitvinding levert in het bijzonder een oplossing voor een regelbare klep welke compact is, een energiezuinige regeling toelaat en een goede bestendigheid tegen vervuiling biedt.The present invention relates generally to a valve for controlling a ventilation flow through an opening. In particular, the invention provides a solution for an adjustable valve which is compact, allows energy-efficient control and offers good resistance to contamination.

Achtergrond van de uitvindingBackground of the invention

[02] Ventilatiesystemen worden bijvoorbeeld ingezet om de luchtkwaliteit in kamers van een gebouw te regelen. In de meest eenvoudige uitvoering wordt continu lucht uit de ruimte afgezogen zolang de ventilator draait. In een meer geavanceerd systeem wordt lucht afgezogen volgens de noodzaak in elke kamer, bijvoorbeeld op basis van een gemeten CO2- of vochtgehalte. Verse lucht wordt overeenkomstig naar binnen gebracht, bijvoorbeeld via raamverluchtingen. Om een regeling van de hoeveelheid afgezogen lucht per kamer mogelijk te maken, wordt typisch gebruik gemaakt van regelbare kleppen. Een centrale ventilator kan dan continu draaien terwijl de ventilatiestroom vanuit een kamer geregeld wordt door het bijsturen van een klep per kamer. Een klep kan hierbij in een buis worden geplaatst, op een positie dicht bij de centrale ventilator, zodat de elektrische energievoorziening naar ventilator en kleppen zonder al te veel bekabeling kan gebeuren. In een andere uitvoering is een autonome werking van een klep mogelijk. Bijvoorbeeld wordt hierbij gebruik gemaakt van de luchtstroom om een kleine generator aan te drijven, en wordt de (opgeslagen) elektrische energie aangewend voor bediening van de klep. Bij dergelijk autonoom systeem kan een klep ver van de centrale ventilator worden geplaatst, bijvoorbeeld in een buis op een positie dicht bij de kamer, of in een muur of plafond van de kamer.[02] Ventilation systems are used, for example, to regulate the air quality in rooms of a building. In the simplest version, air is continuously extracted from the room as long as the fan is running. In a more advanced system, air is extracted according to necessity in each room, for example based on a measured CO2 or moisture content. Fresh air is brought in accordingly, for example through window vents. Controllable valves are typically used to allow control of the amount of exhaust air per room. A central fan can then run continuously while the ventilation flow from a room is regulated by adjusting one valve per room. A valve can be placed in a tube, at a position close to the central fan, so that the electrical energy supply to the fan and valves can take place without too much cabling. In another embodiment, autonomous operation of a valve is possible. For example, use is made herein to drive a small generator, and the (stored) electrical energy is used for operating the valve. In such an autonomous system, a valve can be placed far from the central fan, for example in a duct at a position close to the room, or in a wall or ceiling of the room.

-2- BE2020/5524-2- BE2020/5524

[03] Het regelen van een klep houdt in dat de opening welke doorvoer van lucht toelaat in grootte wordt aangepast. Typisch wordt er gebruik gemaakt van één of meerdere bladen of lamellen die in stand wijzigbaar zijn en zo de grootte van de doorvoeropening aanpassen. Van dergelijke regelbare kleppen zijn diverse varianten gekend. Een eerste variant maakt gebruik van een kantelprincipe. Een voorbeeld hiervan is een vlinderklep, waarbij een schijfvormig blad wordt gekanteld om een as geplaatst volgens een diameter van de ronde opening. In een ander voorbeeld van het kantelprincipe wordt gebruik gemaakt van meerdere rechthoekige lamellen die elk roteerbaar zijn om een as dwars over de opening. In een tweede variant wordt gebruikt gemaakt van een schuifprincipe, waarbij bijvoorbeeld een rechthoekig blad in het vlak van een rechthoekige opening schuift en zo de opening geleidelijk afsluit. Ook een mechanische iris klep maakt gebruik van een schuifprincipe: meerdere over de omtrek geplaatste driehoekige bladen schuiven langs elkaar en vergroten of verkleinen zo een centrale opening. Tenslotte maakt een derde variant gebruik van een stapelprincipe. Bijvoorbeeld worden meerdere bladen bevestigd aan een centraal punt in een ronde opening. Door roteren van de bladen om het centrale punt schuiven de bladen achter elkaar en worden ze op elkaar gestapeld. In maximaal geopende toestand van de klep zijn alle bladen op elkaar gestapeld.[03] Controlling a valve involves adjusting the size of the opening that allows passage of air. Typically, use is made of one or more blades or slats that can be changed in position and thus adjust the size of the passage opening. Various variants of such controllable valves are known. A first variant uses a tilting principle. An example of this is a butterfly valve, in which a disc-shaped blade is tilted about an axis placed according to a diameter of the circular opening. In another example of the tilting principle, use is made of a plurality of rectangular slats, each rotatable about an axis transversely across the opening. In a second variant, use is made of a sliding principle, in which, for example, a rectangular leaf slides in the plane of a rectangular opening and thus gradually closes the opening. A mechanical iris valve also uses a sliding principle: several triangular blades placed over the circumference slide past each other and thus enlarge or reduce a central opening. Finally, a third variant uses a stacking principle. For example, multiple blades are attached to a central point in a circular opening. By rotating the blades about the central point, the blades slide behind each other and are stacked on top of each other. In the maximum open position of the valve, all blades are stacked on top of each other.

[04] In elk van voornoemde varianten worden de bladen of lamellen vervaardigd uit een rigide materiaal, wat het blad of lamel relatief zwaar maakt. Bijgevolg is, ten gevolge van het gewicht op zich, en ten gevolge van de wrijving veroorzaakt door dit gewicht, een aanzienlijke hoeveelheid energie nodig om een beweging van blad of lamel te realiseren en dus de klep te regelen. Dit vormt een nadeel, niet enkel wat het algemeen verbruik van elektrische energie betreft, maar i.h.b. ook voor autonome systemen, waarbij de hoeveelheid beschikbare energie beperkt is. Daarnaast is een nadeel dat dergelijke kleppen na verloop van tijd vervuild geraken, omdat vuil en stof aan de bladen of lamellen blijft vastkleven. Tenslotte hebben veel van deze gekende oplossingen als nadeel dat zij veel ruimte innemen. Bijvoorbeeld dient bij het kantelprincipe van de vlinderklep ruimte in langsrichting beschikbaar te zijn om een volledigeIn each of the aforementioned variants, the blades or slats are made of a rigid material, which makes the blade or slat relatively heavy. Consequently, due to the weight per se, and due to the friction caused by this weight, a considerable amount of energy is required to effect a movement of the blade or vane and thus control the valve. This constitutes a disadvantage, not only with regard to the general consumption of electrical energy, but in particular. also for autonomous systems, where the amount of available energy is limited. In addition, it is a disadvantage that such valves become contaminated over time, because dirt and dust continue to stick to the blades or slats. Finally, many of these known solutions have the disadvantage that they take up a lot of space. For example, with the tilting principle of the butterfly valve, space must be available in the longitudinal direction to allow a complete

-3- BE2020/5524 kanteling van het blad in geopende positie van de klep toe te laten. Dit bemoeilijkt een plaatsing op locaties waar weinig plaats in langsrichting beschikbaar is, bijvoorbeeld in een muur of plafond met beperkte dikte. Bij het schuifprincipe is dan weer ruimte nodig naast de opening, zodat het blad of bladen kunnen uitschuiven bij geopende positie van de klep. Het stapelprincipe biedt een meer compact systeem, maar biedt geen oplossing wat betreft de energiebehoefte en vervuiling van de bladen. Bovendien kan er een spleet aanwezig zijn tussen twee gestapelde bladen, zodat lucht een weg vindt doorheen het afgesloten segment van de opening. Dit bemoeilijkt een gecontroleerde doorvoer van ventilatielucht en zorgt mogelijk voor ongewenste stromingspatronen.-3- BE2020/5524 to allow tilting of the blade in the open position of the flap. This makes installation difficult in locations where there is little space available in the longitudinal direction, for example in a wall or ceiling with limited thickness. With the sliding principle, space is needed next to the opening, so that the leaf or leaves can extend when the flap is open. The stacking principle offers a more compact system, but does not solve the energy requirement and contamination of the blades. In addition, there may be a gap between two stacked sheets so that air finds its way through the closed segment of the opening. This makes a controlled flow of ventilation air difficult and may cause unwanted flow patterns.

[05] Het is een doelstelling van onderhavige uitvinding om een oplossing te beschrijven die één of meerdere van de beschreven nadelen van oplossingen uit de stand der techniek overwint. Meer specifiek is het een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een klep voor het regelen van een ventilatiestroom doorheen een opening te beschrijven die compact is, een energiezuinige regeling toelaat en een goede bestendigheid tegen vervuiling biedt.It is an object of the present invention to describe a solution which overcomes one or more of the described drawbacks of prior art solutions. More specifically, it is an object of the present invention to describe a valve for controlling a ventilation flow through an opening that is compact, allows energy-efficient control and offers good resistance to fouling.

Samenvatting van de UitvindingSummary of the Invention

[06] Volgens de onderhavige uitvinding worden de hierboven geïdentificeerde doelstellingen verwezenlijkt door een klep voor het regelen van een ventilatiestroom doorheen een opening, zoals gedefinieerd door conclusie 1, waarbij de opening wordt begrensd door een rand en een centrale as heeft in axiale richting, en de klep omvat: - een frame omvattende een statisch gedeelte aangepast om de klep te monteren; -minstens één blad verbonden met het frame, zodat in gemonteerde toestand van de klep, het blad beweegbaar is volgens de rand van de opening, waarbij een segment van de opening afgesloten wordt voor de ventilatiestroom aan de hand van het blad, waarbij:According to the present invention, the above-identified objects are achieved by a valve for controlling a ventilation flow through an opening as defined by claim 1, wherein the opening is defined by an edge and has a central axis in axial direction, and the valve comprises: - a frame comprising a static portion adapted to mount the valve; -at least one blade connected to the frame, so that when the valve is mounted, the blade is movable along the edge of the opening, a segment of the opening being closed to the ventilation flow by means of the blade, wherein:

-4- BE2020/5524 het blad een flexibel materiaal omvat, en het frame een beweegbaar element omvat aangepast om het flexibel materiaal te vouwen, zodanig dat de oppervlakte van het afgesloten segment wordt gewijzigd.-4- BE2020/5524 the blade comprises a flexible material, and the frame comprises a movable element adapted to fold the flexible material such that the surface of the closed segment is changed.

[07] Met andere woorden heeft de uitvinding betrekking op een klep voor het regelen van een ventilatiestroom doorheen een opening. De opening wordt begrensd door een rand. Bijvoorbeeld is het de opening van een buis begrensd door de buiswand, of een opening in een muur of plafond, begrensd door het materiaal van de respectievelijke muur of plafond. Diverse vormen zijn mogelijk, bijvoorbeeld een ronde opening, een rechthoekige opening, enz. De opening heeft een centrale as, die tevens de gemiddelde stromingsrichting definieert wanneer lucht doorheen de opening stroomt in afwezigheid van een klep. De richting van deze centrale as wordt gedefinieerd als de axiale richting. Bijvoorbeeld, in geval van een cilindrische buis, bevindt de opening zich in een dwarsvlak en stroomt de ventilatiestroom door de buis volgens axiale richting van de cilinder. In geval van een opening in een muur, is de axiale richting de langsrichting van een kanaal gedefinieerd door de rand van de muur die de opening begrenst. Een ventilatiestroom is typisch een luchtstroom, waarbij de beweging van lucht bijvoorbeeld wordt veroorzaakt door een ventilator. Aan de hand van de klep wordt de opening minder of meer afgesloten, zodat een grotere of kleinere doorstroomopening ontstaat.In other words, the invention relates to a valve for controlling a ventilation flow through an opening. The opening is delimited by a rim. For example, it is the opening of a tube defined by the tube wall, or an opening in a wall or ceiling defined by the material of the respective wall or ceiling. Various shapes are possible, for example a round opening, a rectangular opening, etc. The opening has a central axis, which also defines the mean flow direction when air flows through the opening in the absence of a valve. The direction of this central axis is defined as the axial direction. For example, in the case of a cylindrical tube, the opening is in a transverse plane and the ventilation stream flows through the tube along the axial direction of the cylinder. In the case of an opening in a wall, the axial direction is the longitudinal direction of a duct defined by the edge of the wall bounding the opening. A ventilation flow is typically an air flow, the movement of air being caused, for example, by a fan. On the basis of the valve, the opening is closed off more or less, so that a larger or smaller flow-through opening is created.

[08] De klep omvat een frame, waarbij dit frame een statisch gedeelte omvat aangepast om de klep te monteren. Een frame wordt typisch vervaardigd uit een rigide materiaal. Het monteren van de klep verwijst naar het bevestigen van de klep aan een vast element in de omgeving, aan de hand van constructie- elementen omvat in het statisch gedeelte van het frame. Bijvoorbeeld wordt de klep in de buisopening geplaatst, waarbij het statisch gedeelte van het frame wordt vastgemaakt aan de binnenwand van de buis. In een ander voorbeeld wordt het statisch gedeelte van het frame vastgemaakt aan een muur of plafond.The valve includes a frame, said frame including a static portion adapted to mount the valve. A frame is typically made of a rigid material. Mounting the valve refers to the attachment of the valve to a fixed element in the environment, by means of construction elements contained in the static portion of the frame. For example, the valve is placed in the tube opening, securing the static portion of the frame to the inner wall of the tube. In another example, the static portion of the frame is attached to a wall or ceiling.

[09] De klep omvat minstens één blad verbonden met het frame. De klep bevat dus één of meerdere bladen, en elk van de bladen is verbonden met het frame. Het frame zorgt dus voor het in positie houden van de één of meerdereThe valve includes at least one blade connected to the frame. Thus, the valve includes one or more blades, and each of the blades is connected to the frame. The frame thus ensures that the one or more

-5- BE2020/5524 bladen, maar deze positie is wel veranderlijk. Typisch is een blad deels verbonden met het statische gedeelte van het frame, en deels met een beweegbaar element omvat in het frame.-5- BE2020/5524 sheets, but this position is variable. Typically, a blade is connected in part to the static portion of the frame, and in part to a movable member contained within the frame.

[10] Het blad is beweegbaar volgens de rand van de opening, en aan de hand van het blad wordt een segment van de opening afgesloten voor de ventilatiestroom. Een segment van de opening is een deel van de opening, bijvoorbeeld een cirkelsegment in geval van een ronde opening, of een fractie van een vierkant in geval van een kanaal met vierkante doorsnede. Aan de hand van een blad kan een segment van de opening worden afgesloten voor de ventilatiestroom, dus het blad houdt op die plaats de ventilatiestroom tegen. Het blad is beweegbaar, wat betekent dat minstens een deel van het blad kan worden bewogen. Via dergelijke beweging wordt een afgesloten segment vergroot of verkleind. De bewegingszin van het blad is hierbij volgens de rand van de opening. Dit betekent dat bijvoorbeeld in geval van een ronde opening, het blad kan bewegen in omtrekrichting, door rotatie om een centraal punt. In een ander voorbeeld is de opening rechthoekig, en is de bewegingsrichting bepaald door een translatie langs twee overstaande randen van de opening. Daarentegen laat een oplossing waarbij een centrale opening wordt vergroot of verkleind geen beweging volgens de rand van de opening toe, gezien een blad in dergelijke oplossing is vastgemaakt aan de rand van de opening en louter kan bewegen in een richting loodrecht op de rand.[10] The blade is movable according to the edge of the opening, and according to the blade, a segment of the opening is closed to the ventilation flow. A segment of the opening is a part of the opening, for example a segment of a circle in the case of a round opening, or a fraction of a square in the case of a channel with square cross-section. A leaf allows a segment of the opening to be closed off from the ventilation flow, so the leaf blocks the ventilation flow at that location. The blade is movable, which means that at least part of the blade can be moved. Through such movement, a closed segment is enlarged or reduced. The sense of movement of the blade is in this case according to the edge of the opening. This means that, for example, in the case of a round opening, the blade can move in the circumferential direction, by rotation about a central point. In another example, the opening is rectangular, and the direction of movement is determined by a translation along two opposite edges of the opening. In contrast, a solution in which a central opening is enlarged or reduced does not allow movement along the edge of the opening since a blade in such solution is attached to the edge of the opening and can only move in a direction perpendicular to the edge.

[11] Een blad omvat een flexibel materiaal. Dit betekent dat een blad volledig vervaardigd is uit een flexibel materiaal, of ten dele uit flexibel materiaal is vervaardigd en ten dele uit rigide materiaal omvat bijvoorbeeld als lokale versteviging. Een flexibel materiaal is een materiaal dat makkelijk kan geplooid of gevouwen worden, op een willekeurig gekozen plaats van het materiaal. Voorbeelden van een flexibel materiaal zijn een doekmateriaal, stof, leder, een flexibel type kunststof zoals plastic folie of TPE (Thermoplastisch Elastomeer), enz.[11] A blade comprises a flexible material. This means that a blade is completely made of a flexible material, or is partly made of flexible material and partly comprises a rigid material, for instance as local reinforcement. A flexible material is a material that can be easily pleated or folded at an arbitrarily chosen location of the material. Examples of a flexible material are a cloth material, fabric, leather, a flexible type of plastic such as plastic film or TPE (Thermoplastic Elastomer), etc.

[12] Het frame omvat, behalve een statisch gedeelte, een beweegbaar element. Het beweegbaar element is aangepast om het flexibel materiaal te[12] The frame comprises, in addition to a static part, a movable element. The movable element is adapted to hold the flexible material

-6- BE2020/5524 vouwen, zodanig dat de oppervlakte van het afgesloten segment wordt gewijzigd. Een beweegbaar element is een component welke kan bewogen worden ten opzichte van het statische gedeelte. Diverse bewegingsvormen zijn mogelijk, bijvoorbeeld een roterende beweging, een lineaire translatie, enz. De beweging kan worden aangedreven, bijvoorbeeld door een elektrische motor, of kan manueel worden tot stand gebracht. Vouwen verwijst naar het aanbrengen of verplaatsen van een vouw of plooi in het flexibel materiaal. Er kan dus worden vertrokken van een volledig ontvouwen toestand, of van een reeds gevouwen toestand waarbij er wordt overgegaan naar een andere gevouwen toestand. In verschillende uitvoeringsvormen zijn diverse types van vouwen mogelijk. Bijvoorbeeld kan het flexibel materiaal worden omgevouwen, waarbij één plooi wordt verplaatst doorheen het flexibel materiaal, in een richting volgens het vlak van het blad, of kunnen twee plooien worden verplaatst doorheen het flexibel materiaal volgens het vlak van het blad. In een andere uitvoeringsvorm gebeurt het vouwen volgens het principe van een accordeon of Chinese waaier. Hierbij ontstaan meerdere plooien, die zich verplaatsen in axiale richting. Ook combinaties van verschillende types van vouwen zijn mogelijk. In elk van de uitvoeringsvormen is het zo dat ten gevolge van het vouwen van het flexibel materiaal, de oppervlakte van het afgesloten segment, gemeten in een dwarsvlak loodrecht op de axiale richting, wordt gewijzigd. Op die manier laat het vouwen, aan de hand van een beweging van het beweegbaar element, toe om de doorstroomopening beschikbaar voor de ventilatiestroom te vergroten of te verkleinen.-6- BE2020/5524 fold in such a way that the surface of the closed segment is changed. A movable element is a component that can be moved relative to the static portion. Various forms of movement are possible, for example a rotary movement, a linear translation, etc. The movement can be driven, for example by an electric motor, or can be produced manually. Folding refers to making or moving a fold or crease in the flexible material. It is therefore possible to start from a fully unfolded state, or from an already folded state in which a transition is made to another folded state. Various types of folds are possible in different embodiments. For example, the flexible material can be folded over, moving one pleat through the flexible material in a direction along the plane of the sheet, or two pleats can be moved through the flexible material according to the plane of the sheet. In another embodiment, the folding is done according to the principle of an accordion or Chinese fan. This creates several folds, which move in the axial direction. Combinations of different types of folds are also possible. In each of the embodiments, as a result of the folding of the flexible material, the area of the sealed segment, measured in a transverse plane perpendicular to the axial direction, is changed. In this way, folding, on the basis of a movement of the movable element, allows to increase or decrease the flow-through opening available for the ventilation flow.

[13] De klep volgens de uitvinding levert diverse voordelen. Een eerste voordeel is dat de oplossing compact is. Zo is minder plaats nodig in axiale richting dan bijvoorbeeld bij het kantelprincipe van een vlinderklep het geval is. Inderdaad, indien het flexibel materiaal bijvoorbeeld wordt gevouwen met vorming van twee of meerder lagen flexibel materiaal op elkaar in axiale richting, dan wordt er in axiale richting enkel plaats ingenomen door die gestapelde lagen. In de uitvoeringsvorm waarbij dat het flexibel materiaal wordt gevouwen volgens het principe van een accordeon of Chinese waaier, wordt het materiaal weliswaar verplaatst in axiale richting, maar is deze plaatsinname beperkt[13] The valve according to the invention provides several advantages. A first advantage is that the solution is compact. For example, less space is required in the axial direction than is the case, for example, with the tilting principle of a butterfly valve. Indeed, if the flexible material is for instance folded to form two or more layers of flexible material on top of each other in the axial direction, then space is only taken up in the axial direction by those stacked layers. In the embodiment in which the flexible material is folded according to the principle of an accordion or Chinese fan, although the material is displaced in the axial direction, this space requirement is limited

-7- BE2020/5524 gezien er meerder plooien worden gevormd. Bovendien is er bij elk van de uitvoeringsvormen geen extra ruimte nodig in het vlak naast de opening, gezien het flexibel materiaal steeds binnen de rand van de opening blijft. Een tweede voordeel is dat het flexibel materiaal waaruit het blad of de bladen worden vervaardigd typisch een licht materiaal is. Een rigide materiaal is typisch zwaarder, of vereist een speciale materiaalsoort met hoge prijs indien het materiaal licht dient te zijn. Het lichte flexibele materiaal heeft tot gevolg dat een beperkte hoeveelheid energie nodig is om een blad van positie te veranderen en dus de klep bij te regelen. Dit is voordelig, bijvoorbeeld voor autonome systemen waarbij slechts een beperkte energievoorraad ter beschikking is. Een derde voordeel is dat de klep een goede bestendigheid tegen vervuiling biedt. Inderdaad wordt vuil of stof dat aan een blad blijft kleven, terug los gemaakt door de vervorming van het flexibel materiaal tijdens het vouwen. Een vierde voordeel is dat de positie van de bladen niet kan veranderd worden door de luchtstroom zelf. Bijvoorbeeld bij een vlinderklep met kantelprincipe kan de aankomende luchtstroming, bij een krachtige windstoot, voor doorslag van het blad zorgen. Tenslotte wordt een segment steeds afgesloten aan de hand van een blad uit één stuk materiaal, zodat geen spleten voorkomen in het blad waar lucht ongewenst doorheen kan stromen.-7- BE2020/5524 as several folds are formed. Moreover, in any of the embodiments, no additional space is required in the plane adjacent to the opening, as the flexible material always remains within the rim of the opening. A second advantage is that the flexible material from which the blade or blades are made is typically a light material. A rigid material is typically heavier, or requires a special high-priced material if the material is to be light. The light flexible material means that a limited amount of energy is required to change a blade's position and thus adjust the valve. This is advantageous, for example for autonomous systems where only a limited energy supply is available. A third advantage is that the valve offers good resistance to contamination. Indeed, dirt or dust adhering to a sheet is loosened again by the deformation of the flexible material during folding. A fourth advantage is that the position of the blades cannot be changed by the airflow itself. In the case of a butterfly valve with a tilting principle, for example, the oncoming air flow can cause the blade to break during a strong gust of wind. Finally, a segment is always closed on the basis of a blade made of one piece of material, so that no gaps occur in the blade through which air can flow undesirably.

[14] Optioneel, volgens conclusie 2, is het beweegbaar element aangepast om het flexibel materiaal te vouwen zodanig dat minstens voor bepaalde openingstoestanden van de klep, in de axiale richting meerdere lagen van het flexibel materiaal aanwezig zijn, over minstens een gedeelte van het segment.[14] Optionally, according to claim 2, the movable element is adapted to fold the flexible material such that at least for certain opening states of the valve, in the axial direction, several layers of the flexible material are present, over at least a portion of the segment .

Dit betekent dat, gekeken in axiale richting, er meerdere lagen aanwezig zijn van flexibel materiaal, op elkaar gestapeld. Deze lagen hoeven niet over het volledige segment aanwezig te zijn. Bijvoorbeeld, zijn er bij een cirkelvormige opening op een bepaalde cirkelstraal meerdere lagen aanwezig in axiale richting, terwijl er op een andere cirkelstraal van het segment slechts één laag is in axiale richting. Eveneens is het mogelijk dat bij een bepaalde openingstoestand van de klep, bijvoorbeeld een gesloten toestand waarbij het flexibel materiaal volledig ontvouwen is, geen meerdere lagen flexibel materiaal in axiale richting voorkomen. Diverse uitvoeringsvormen zijn mogelijk,This means that, viewed in the axial direction, there are several layers of flexible material, stacked on top of each other. These layers do not have to be present over the entire segment. For example, at a circular aperture on a given circle radius there are multiple layers in the axial direction, while on another circle radius of the segment there is only one layer in the axial direction. It is also possible that in a certain opening position of the valve, for instance a closed position in which the flexible material is fully unfolded, no multiple layers of flexible material occur in the axial direction. Various embodiments are possible,

-8- BE2020/5524 bijvoorbeeld waarbij het flexibel materiaal wordt omgevouwen, en hierbij twee op elkaar gestapelde lagen ontstaan in axiale richting. Bij het omvouwen wordt een deel flexibel materiaal naar achter gevouwen, richting een meer stroomafwaartse positie, of naar voren gevouwen, richting een meer stroomopwaartse positie. In een andere uitvoeringsvorm worden twee plooien gevormd welke zich verplaatsen in het vlak van het blad, met vorming van drie op elkaar gestapelde lagen in axiale richting. Het hanteren van een vouwprincipe waarbij meerdere lagen ontstaan in axiale richting, heeft als voordeel dat materiaal wordt verplaatst in het vlak van het blad, niet in axiale richting, zodat in axiale richting enkel plaats wordt ingenomen door de gestapelde lagen. Dit draagt bij tot een compacte oplossing.-8- BE2020/5524, for example, where the flexible material is folded over, resulting in two layers stacked on top of each other in the axial direction. In folding, a piece of flexible material is folded backwards, towards a more downstream position, or folded forwards, towards a more upstream position. In another embodiment, two pleats are formed which move in the plane of the sheet, forming three superimposed layers in the axial direction. Using a folding principle in which several layers are formed in the axial direction has the advantage that material is displaced in the plane of the sheet, not in the axial direction, so that in the axial direction space is only taken up by the stacked layers. This contributes to a compact solution.

[15] Optioneel, volgens conclusie 3, is het beweegbaar element aangepast om bij het vouwen een eerste deel van het flexibel materiaal te verplaatsen naar een positie achter een tweede deel van het flexibel materiaal, waarbij in deze positie het eerste deel wordt afgeschermd van de aankomende ventilatiestroom door het tweede deel, of naar een positie voor het tweede deel, waarbij in deze positie het eerste deel zich bevindt aan de kant van de aankomende ventilatiestroom. Dit betekent dat het vouwen zodanig gebeurt dat delen van het flexibel materiaal op elkaar worden gelegd, of achter elkaar worden geplaatst. Hierbij vormen zich meerdere lagen van flexibel materiaal, bekeken in axiale richting. Diverse uitvoeringsvormen zijn mogelijk, met vorming van twee of meerdere lagen. In een uitvoeringsvorm gebeurt de beweging zodanig dat het deel flexibel materiaal dat wordt verplaatst naar achter wordt bewogen, richting een meer stroomafwaartse positie. Hierbij wordt het verplaatste, eerste deel afgeschermd voor een aankomende ventilatiestroom door het tweede deel dat niet werd verplaatst. Bijgevolg blijft het deel van het blad dat de ventilatiestroom opvangt vlak. Aan de achterkant van de klep kan het afgeschermde deel flexibel materiaal vlak zijn, of zich in een geplooide of opgerolde toestand bevinden. In een andere uitvoeringsvorm gebeurt de beweging zodanig dat het deel flexibel materiaal dat wordt verplaatst naar voor wordt bewogen, richting een meer stroomopwaartse positie. Hierbij bevindt het verplaatste, eerste deel zich na de verplaatsing aan de kant van de aankomende ventilatiestroom.Optionally, according to claim 3, the movable element is adapted to move a first part of the flexible material during folding to a position behind a second part of the flexible material, wherein in this position the first part is shielded from the oncoming ventilation flow through the second part, or to a position in front of the second part, wherein in this position the first part is on the side of the oncoming ventilation flow. This means that folding takes place in such a way that parts of the flexible material are placed on top of each other, or placed behind each other. Several layers of flexible material are formed here, viewed in the axial direction. Various embodiments are possible, with the formation of two or more layers. In one embodiment, the movement is such that the portion of flexible material being displaced is moved backwards towards a more downstream position. In this case, the displaced first part is shielded from an oncoming ventilation flow by the second part that has not been displaced. As a result, the part of the blade that receives the ventilation flow remains flat. At the back of the valve, the shielded portion of flexible material may be flat, or be in a pleated or coiled condition. In another embodiment, the movement is such that the portion of flexible material being displaced is moved forward towards a more upstream position. In this case, the displaced first part is located after the displacement on the side of the oncoming ventilation flow.

-9- BE2020/5524-9- BE2020/5524

[16] Optioneel, volgens conclusie 4, is het beweegbaar element aangepast om bij het vouwen, één of meerdere plooien in het flexibel materiaal te verplaatsen, volgens een bewegingsrichting gelegen in een vlak substantieel loodrecht op de axiale richting. Bijvoorbeeld wordt een flexibel materiaal aan een uiteinde omgevouwen, waarbij de gevormde plooi zich verplaatst volgens het vlak van het blad, substantieel loodrecht op de axiale richting. In een andere uitvoeringsvorm wordt het flexibel materiaal zodanig gevouwen dat twee plooien ontstaan, die zich verplaatsen volgens het vlak van het blad, substantieel loodrecht op de axiale richting. Ook combinaties zijn mogelijk, met meerdere plooien die zich verplaatsen in het vlak van het blad substantieel loodrecht op de axiale richting. Substantieel loodrecht verwijst naar een bewegingsrichting die in een theoretische uitvoering in een vlak loodrecht op de axiale richting ligt, maar in de praktijk daar enigszins kan van afwijken, bijvoorbeeld ten gevolge van bepaalde krommingen aanwezig in het flexibel materiaal. Met andere woorden is de intentie om een bewegingsrichting in een vlak loodrecht op de axiale richting te realiseren. Dit staat tegenover een oplossing waarbij de beoogde bewegingsrichting van de plooien parallel is met de axiale richting, zoals het geval is bij een principe van accordeon vouwen.[16] Optionally, according to claim 4, the movable element is adapted to displace one or more pleats in the flexible material upon folding, according to a direction of movement located in a plane substantially perpendicular to the axial direction. For example, a flexible material is folded over at one end, with the formed pleat moving along the plane of the sheet, substantially perpendicular to the axial direction. In another embodiment, the flexible material is folded to form two pleats, which move along the plane of the sheet, substantially perpendicular to the axial direction. Combinations are also possible, with multiple pleats moving in the plane of the blade substantially perpendicular to the axial direction. Substantially perpendicular refers to a direction of movement which in a theoretical embodiment lies in a plane perpendicular to the axial direction, but in practice may deviate slightly therefrom, for example due to certain curvatures present in the flexible material. In other words, the intention is to realize a direction of movement in a plane perpendicular to the axial direction. This is opposed to a solution where the intended direction of movement of the pleats is parallel to the axial direction, as is the case with a principle of accordion folding.

[17] Optioneel, volgens conclusie 5, zijn de één of meerdere plooien niet in contact met het beweegbaar element tijdens verplaatsen van de plooien. Dit betekent dat de plooien die gevormd worden bij het vouwen niet geleid worden door het beweegbaar element, en dus vrij kunnen bewegen. Dit heeft als voordeel dat een gevouwen blad enigszins vrij kan wapperen ter hoogte van de plooi. Op die manier worden vuil of stof dat vastkleeft aan een blad terug losgemaakt, of is er minder risico dat er vuil blijft vastplakken. Ook zorgt de vrije beweegbaarheid van het gevouwen blad dat er minder contactpunten zijn, waardoor minder wrijving optreedt en de energiebehoefte om te regelen lager is.[17] Optionally, according to claim 5, the one or more pleats are not in contact with the movable member during movement of the pleats. This means that the pleats formed during folding are not guided by the movable element and can therefore move freely. This has the advantage that a folded sheet can flutter somewhat freely at the height of the fold. In this way, dirt or dust that sticks to a leaf is loosened again, or there is less risk of dirt sticking to it. Also, the free movability of the folded blade means there are fewer contact points, resulting in less friction and lower energy requirements for regulation.

[18] Optioneel, volgens conclusie 6, is het beweegbaar element aangepast om één plooi gelegen op een rand van het segment te verplaatsen, en in axiale[18] Optionally, according to claim 6, the movable member is adapted to move one pleat located on an edge of the segment, and in axial

-10- BE2020/5524 richting twee lagen aanwezig zijn. Dit betekent dat een blad aan één van haar uiteindes wordt omgevouwen, waarbij een plooi ontstaat gelegen op de rand van het afgesloten segment, en twee op elkaar gestapelde lagen ontstaan gekeken in axiale richting. De plooi verplaatst zich verder volgens een richting gelegen in het vlak van het blad, substantieel loodrecht op de axiale richting. Deze uitvoeringsvorm laat een eenvoudige constructie toe, met een beperkt aantal onderdelen en eenvoudige sturing. Dit draagt bij tot een goedkope en robuuste oplossing. Bovendien is er een beperkte hoeveelheid bewegende onderdelen, wat het gewicht beperkt en dus de nodige hoeveelheid energie voor een positieverandering beperkt.-10- BE2020/5524 in the direction of two layers. This means that a sheet is folded over at one of its ends, creating a crease located on the edge of the occluded segment, and two layers stacked on top of each other when viewed in the axial direction. The pleat further moves in a direction located in the plane of the blade, substantially perpendicular to the axial direction. This embodiment allows a simple construction, with a limited number of parts and simple control. This contributes to a cheap and robust solution. In addition, there is a limited amount of moving parts, which limits the weight and thus limits the amount of energy required for a position change.

[19] Optioneel, volgens conclusie 7, is het beweegbaar element aangepast om twee plooien te verplaatsen, en zijn er in axiale richting drie lagen aanwezig. Bijvoorbeeld wordt er in het flexibel materiaal een S-vorm gecreëerd, met twee plooien die zich in het vlak van het blad verplaatsen, substantieel loodrecht op de axiale richting. Op die manier ontstaan er in axiale richting drie op elkaar gestapelde lagen van flexibel materiaal. De twee plooien liggen hierbij niet op de rand van het segment, maar elk op een verschillende positie binnen in het segment. Gezien er drie gestapelde lagen gevormd worden, heeft deze uitvoeringsvorm als voordeel dat in een volledig geopende toestand van de klep, slechts een beperkt deel van de opening nog wordt afgesloten door het blad. Op die manier wordt een grote doorstroomopening bekomen voor de ventilatiestroom bij volledig geopende toestand van de klep.[19] Optionally, according to claim 7, the movable member is adapted to move two pleats, and three layers are present in the axial direction. For example, an S-shape is created in the flexible material, with two pleats moving in the plane of the blade, substantially perpendicular to the axial direction. In this way three layers of flexible material stacked on top of each other are created in the axial direction. The two folds are not located on the edge of the segment, but each at a different position inside the segment. Since three stacked layers are formed, this embodiment has the advantage that in a fully open position of the valve, only a limited part of the opening is still closed by the blade. In this way a large flow-through opening is obtained for the ventilation flow when the valve is fully open.

[20] Optioneel, volgens conclusie 8, is het beweegbaar element aangepast om twee plooien te verplaatsen, zodat de plooien zich gelijktijdig verplaatsen en in dezelfde zin. Bijvoorbeeld wordt er in het flexibel materiaal een S-vorm gecreëerd, waarbij de twee gevormde plooien zich gelijktijdig verplaatsen in het vlak van het blad. Dit heeft als voordeel dat er slechts één bewegingszin is, welke met één motor kan gerealiseerd worden.Optionally, according to claim 8, the movable element is adapted to move two pleats, so that the pleats move simultaneously and in the same direction. For example, an S-shape is created in the flexible material, with the two formed folds moving simultaneously in the plane of the sheet. This has the advantage that there is only one sense of movement, which can be realized with one motor.

[21] Optioneel, volgens conclusie 9, omvat het flexibel materiaal een doekmateriaal en/of een flexibel type kunststof. Een doekmateriaal is[21] Optionally, according to claim 9, the flexible material comprises a cloth material and/or a flexible type of plastic. A cloth material is

-11- BE2020/5524 bijvoorbeeld stof, textiel of leder, een flexibel type kunststof is bijvoorbeeld TPE (Thermoplastisch Elastomeer) of een plastic folie. Een blad kan volledig uit flexibel materiaal zijn vervaardigd, of deels uit een flexibel materiaal en deels uit een rigide materiaal, bijvoorbeeld als lokale versteviging. In verschillende uitvoeringsvormen heeft het blad een constante dikte, gemeten in axiale richting, of komen er plaatselijke verdikkingen of verdunningen voor.-11- BE2020/5524 for example fabric, textile or leather, a flexible type of plastic is for example TPE (Thermoplastic Elastomer) or a plastic foil. A blade can be manufactured completely from flexible material, or partly from a flexible material and partly from a rigid material, for instance as local reinforcement. In various embodiments, the blade has a constant thickness, measured in the axial direction, or there are local thickenings or thinnings.

[22] Optioneel, volgens conclusie 10, omvat een blad een rigide materiaal ter hoogte van één of meerdere randen van het blad, waarbij het rigide materiaal aansluit op het flexibel materiaal. Dit betekent dat een blad is samengesteld uit diverse types materialen. Bijvoorbeeld bestaat het blad centraal uit een stuk flexibel materiaal, en komen aan de uiteindes van het blad een hard stuk kunststof voor, daar waar het blad met het frame verbonden wordt. Dit draagt bij tot een eenvoudige en robuuste bevestiging aan het frame en een lokale versteviging van het blad. Het blad kan dan enerzijds goed worden gevouwen in het flexibele deel, en vangt belastingen op ter hoogte van het rigide deel.[22] Optionally, according to claim 10, a sheet comprises a rigid material at the height of one or more edges of the sheet, wherein the rigid material adjoins the flexible material. This means that a blade is composed of various types of materials. For example, the blade centrally consists of a piece of flexible material, and a hard piece of plastic is present at the ends of the blade, where the blade is connected to the frame. This contributes to a simple and robust attachment to the frame and local reinforcement of the blade. On the one hand, the sheet can then be properly folded in the flexible part and absorbs loads at the height of the rigid part.

[23] Optioneel, volgens conclusie 11, is het blad op minstens één positie vastgemaakt aan het statisch gedeelte van het frame en op minstens één andere positie vastgemaakt aan het beweegbaar element. Bijvoorbeeld wordt het blad aan een zijde gefixeerd door bevestiging aan het statisch gedeelte, en is het blad aan een andere zijde beweegbaar door bevestiging aan het beweegbaar element. Door bewegen van het beweegbaar element wordt de hiermee verbonden zijde van het blad bewogen, en worden de één of meerdere plooien gevormd.[23] Optionally, according to claim 11, the blade is attached to the static portion of the frame in at least one position and attached to the movable member in at least one other position. For example, the blade is fixed on one side by attachment to the static portion, and the blade is movable on another side by attachment to the movable member. By moving the movable element, the side of the blade connected thereto is moved, and the one or more pleats are formed.

[24] Optioneel, volgens conclusie 12, is de klep aangepast om het beweegbaar element te bewegen volgens een roterende beweging. Dit betekent dat het beweegbaar element onderdelen omvat welke roteren, bijvoorbeeld om een centraal punt in de opening. Een roterende beweging kan eenvoudig worden gerealiseerd via de roterende as van een motor. Dit zorgt voor een eenvoudige uitvoering, zonder dat bijvoorbeeld lineaire geleidingen nodig zijn.[24] Optionally, according to claim 12, the valve is adapted to move the movable member in a rotary motion. This means that the movable element comprises parts which rotate, for example about a central point in the opening. Rotational movement can be easily realized through the rotating shaft of a motor. This ensures a simple implementation, without the need for linear guides, for example.

-12- Ook is de roterende beweging makkelijk af te stemmen op het afsluiten van eer 0200594 ronde opening, wat een courante vorm is.-12- Also, the rotating movement is easy to adjust to the closing of a 0200594 round opening, which is a common shape.

[25] Optioneel, volgens conclusie 13, omvat het statisch gedeelte één of meerdere statische armen welke langgerekt zijn in radiale richting, en omvat het beweegbaar element één of meerdere beweegbare armen welke langgerekt zijn in radiale richting, en is de klep aangepast om de één of meerdere beweegbare armen te roteren om een centraal punt. Bijvoorbeeld omvat het frame een centrale component, welke centraal in de opening wordt gepositioneerd, en zijn één of meerdere radiale armen bevestigd aan deze centrale component. Minstens één van deze armen is statisch, en minstens één van deze armen is roteerbaar om de centrale component, bijvoorbeeld aan de hand van een motor ter hoogte van de centrale component.Optionally, according to claim 13, the static portion comprises one or more static arms which are elongated in a radial direction, and the movable member comprises one or more movable arms which are elongated in a radial direction, and the valve is adapted to or multiple movable arms to rotate about a central point. For example, the frame includes a central component, which is positioned centrally in the opening, and one or more radial arms are attached to this central component. At least one of these arms is static, and at least one of these arms is rotatable about the central component, for example by means of a motor at the height of the central component.

[26] Optioneel, volgens conclusie 14, omvat de klep per blad één statische arm en één beweegbare arm, of twee statische armen en twee beweegbare armen. In een uitvoeringsvorm heeft de klep per blad één statische radiale arm, en één beweegbare radiale arm. Bijvoorbeeld is het blad aan één zijde vastgemaakt aan de statische arm, en aan haar andere zijde aan de beweegbare arm. Door rotatie van de beweegbare arm om een centraal punt wordt het blad gevouwen. In een andere uitvoeringsvorm heeft de klep per blad twee statische radiale armen en twee beweegbare radiale armen. Bijvoorbeeld is het blad aan één zijde vastgemaakt aan minstens één van de statische armen, en aan haar andere zijde aan minstens één van de beweegbare armen.[26] Optionally, according to claim 14, the valve comprises per blade one static arm and one movable arm, or two static arms and two movable arms. In one embodiment, the valve has one static radial arm and one movable radial arm per blade. For example, the blade is attached on one side to the static arm, and on its other side to the movable arm. The blade is folded by rotation of the movable arm about a central point. In another embodiment, the valve has two static radial arms and two movable radial arms per blade. For example, the blade is attached on one side to at least one of the static arms, and on its other side to at least one of the movable arms.

Door rotatie van de beweegbare armen om een centraal punt wordt het blad gevouwen, met creatie van twee plooien.By rotating the movable arms around a central point, the sheet is folded, creating two pleats.

[27] Optioneel, volgens conclusie 15, omvat de klep meerdere bladen, bij voorkeur vier bladen. Bijvoorbeeld worden de vier bladen symmetrisch gepositioneerd, zodat elk blad de doorstroming doorheen een kwart van een cirkelvormige opening regelt. Dit heeft als voordeel dat een eenvoudige constructie wordt bekomen, met een kleine nodige hoekverdraaiing, maximaal 90°, om van een volledig geopende naar volledige gesloten toestand over te[27] Optionally, according to claim 15, the valve comprises a plurality of leaflets, preferably four leaflets. For example, the four blades are positioned symmetrically so that each blade controls flow through a quarter of a circular opening. This has the advantage that a simple construction is obtained, with a small necessary angular rotation, maximum 90°, to switch from a fully open to a fully closed position.

-13- BE2020/5524 gaan. Een eenvoudige sturing is hierbij mogelijk, waarbij aan de hand van één motor de vier bladen gelijktijdig geregeld worden. Door de beperkte oppervlakte van één stuk flexibel materiaal wordt dit ook makkelijk opgevouwen en ontvouwen. Bovendien is de fractie van de opening die afgesloten wordt door de bladen in volledig geopende toestand van de klep kleiner dan wanneer met een lager aantal bladen wordt gewerkt. Dit zorgt voor een goede doorstroming in geopende toestand van de klep. Tenslotte zorgt een symmetrische opstelling ook voor een gunstige gewichtsverdeling, waarbij doorzakken van het flexibel materiaal wordt belemmerd. Dit draagt bij tot de robuustheid en duurzaamheid van de oplossing.-13- BE2020/5524 go. Simple control is possible here, whereby the four blades are controlled simultaneously on the basis of one motor. Due to the limited surface area of one piece of flexible material, it is also easily folded and unfolded. In addition, the fraction of the opening closed by the blades in the fully open state of the valve is smaller than when working with a lower number of blades. This ensures a good flow in the open position of the valve. Finally, a symmetrical arrangement also ensures a favorable weight distribution, which prevents sagging of the flexible material. This contributes to the robustness and durability of the solution.

Korte Beschrijving van de TekeningenBrief Description of the Drawings

[28] Fig. 1 illustreert een opening waardoor een ventilatiestroom stroomt.[28] FIG. 1 illustrates an opening through which a ventilation stream flows.

[29] Fig. 2 en Fig. 3 tonen elke een mogelijke vorm van opening, welke kan worden afgesloten aan de hand van een klep volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.[29] FIG. 2 and FIG. 3 each show a possible form of opening which can be closed by means of a valve according to an embodiment of the invention.

[30] Fig. 4 illustreert hoe een blad uit flexibel materiaal wordt gevouwen volgens een principe van enkelvoudig vouwen of omvouwen, in een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.[30] FIG. 4 illustrates how a sheet of flexible material is folded according to a principle of single folding or folding over, in one possible embodiment of the invention.

[31] Fig. 5 tot en met Fig. 8 illustreren mogelijke vouwprincipes, toepasbaar binnen diverse uitvoeringsvormen van de uitvinding. Fig. 5 illustreert het principe van enkelvoudig vouwen of omvouwen. Fig. 6 illustreert het principe van tweevoudig vouwen. Fig. 7 illustreert een combinatie van enkelvoudig en tweevoudig vouwen. Fig. 8 illustreert het vouwen volgens het principe van een accordeon of Chinese waaier.[31] FIG. 5 to FIG. 8 illustrate possible folding principles applicable within various embodiments of the invention. fig. 5 illustrates the principle of single folding or folding over. fig. 6 illustrates the principle of double folding. fig. 7 illustrates a combination of single and double folding. fig. 8 illustrates folding according to the principle of an accordion or Chinese fan.

[32] Fig. 9tot en met Fig. 11 tonen een uitvoeringsvorm van een klep volgens de uitvinding, waarbij het principe van enkelvoudig vouwen of omvouwen wordt toegepast. Fig. 9 toont een vooraanzicht en een achteraanzicht. Fig. 10 toont drie verschillende standen, overeenkomend met drie verschillende[32] FIG. 9 to FIG. 11 show an embodiment of a valve according to the invention, in which the principle of single folding or folding over is applied. fig. 9 shows a front view and a rear view. fig. 10 shows three different positions, corresponding to three different

„14 - BE2020/5524 openingstoestanden van de klep. Fig. 11 toont hoe bij verschillende openingstoestanden van de klep het flexibel materiaal van een blad wordt gevouwen.„14 - BE2020/5524 valve opening states. fig. 11 shows how the flexible material of a leaf is folded at different opening states of the valve.

[33] Fig. 12 tot en met Fig. 14 tonen een uitvoeringsvorm van een klep volgens de uitvinding, waarbij het principe van tweevoudig vouwen wordt toegepast. Fig. 12 toont een vooraanzicht en een achteraanzicht. Fig. 13 toont drie verschillende standen, overeenkomend met drie verschillende openingstoestanden van de klep. Fig. 14 toont hoe bij verschillende openingstoestanden van de klep het flexibel materiaal van een blad wordt gevouwen.[33] FIG. 12 to FIG. 14 show an embodiment of a valve according to the invention, in which the principle of double folding is applied. fig. 12 shows a front view and a rear view. fig. 13 shows three different positions, corresponding to three different opening states of the valve. fig. 14 shows how the flexible material of a leaf is folded at different opening states of the valve.

Gedetailleerde Beschrijving van de UitvoeringsvormenDetailed Description of the Embodiments

[34] Fig. 1 toont een opening 102, bijvoorbeeld een opening 102 in een buis, muur, of plafond. De opening wordt begrensd door een rand 103. Diverse vormen zijn mogelijk voor de doorsnede van de opening, dwars op Fig. 1. Bijvoorbeeld wordt in Fig. 2 een rechthoekige opening getoond en in Fig. 3 een ronde opening. Door de opening 102 stroomt een ventilatiestroom 100. Door het plaatsen van een klep kan de opening deels of volledig worden afgesloten. In afwezigheid van een klep stroomt de ventilatiestroom gemiddeld rechtlijnig, in de figuur aangeduid als de axiale richting 101.[34] FIG. 1 shows an opening 102, for example an opening 102 in a pipe, wall, or ceiling. The opening is bounded by an edge 103. Various shapes are possible for the cross section of the opening, transverse to FIG. 1. For example, in FIG. 2 shows a rectangular opening and in FIG. 3 a round opening. A ventilation stream 100 flows through the opening 102. By placing a valve, the opening can be partially or completely closed. In the absence of a valve, the ventilation flow flows on average in a rectilinear fashion, indicated in the figure as the axial direction 101.

[35] Fig. 2 illustreert een opening 102 met rechthoekige doorsnede loodrecht op de axiale richting 101. De opening heeft een rand 201. De figuur illustreert hoe aan de hand van een blad 200, een segment 202 van de opening wordt afgesloten voor de ventilatiestroom 100. Het blad 200 beweegt hierbij lineair, met een bewegingsrichting parallel met twee overstaande zijden 203 omvat in de rand 201. In de openingstoestand aangeduid met (a) bevindt het blad 200 zich in gevouwen toestand, waarbij een groot deel van de opening beschikbaar is voor doorstroming. In de openingstoestand aangeduid met (c) bevindt het blad 200 zich in een ontvouwen toestand en wordt de opening (bijna) volledig afgesloten voor de ventilatiestroom 100. Reglementering kan vereisen dat de[35] FIG. 2 illustrates an opening 102 of rectangular cross-section perpendicular to the axial direction 101. The opening has a rim 201. The figure illustrates how, using a blade 200, a segment 202 of the opening is closed to the ventilation flow 100. The blade 200 herein moves linearly, with a direction of movement parallel to two opposite sides 203 included in the edge 201. In the opening position indicated by (a) the leaf 200 is in folded position, wherein a large part of the opening is available for flow through. In the opening condition indicated by (c), the blade 200 is in an unfolded condition and the opening is (almost) completely closed to the ventilation flow 100. Regulations may require that the

-15- BE2020/5524 opening nooit volledig wordt afgesloten, en steeds een beperkte ventilatiestroom 100 doorlaat.-15- BE2020/5524 opening is never completely closed, and always allows a limited ventilation flow 100.

[36] Fig. 3 illustreert een opening 102 met ronde doorsnede loodrecht op de axiale richting 101. De opening heeft een rand 301. De figuur illustreert hoe aan de hand van een blad 300, segmenten 302 van de opening worden afgesloten voor de ventilatiestroom 100. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn er vier bladen 300, en dus vier afgesloten segmenten 302. De figuur illustreert hoe de klep overgaat van een geopende toestand (a) naar een gesloten toestand (c). Een blad 300 beweegt hierbij volgens de rand 301, dus volgens de omtrekrichting van de cirkel. In de openingstoestand aangeduid met (a) bevinden de bladen 300 zich in gevouwen toestand, waarbij een groot deel van de opening beschikbaar is voor doorstroming. In de openingstoestand aangeduid met (c) bevinden de bladen 300 zich in een ontvouwen toestand en wordt de opening (bijna) volledig afgesloten voor de ventilatiestroom 100. Reglementering kan vereisen dat de opening nooit volledig wordt afgesloten, en steeds een beperkte ventilatiestroom 100 doorlaat.[36] FIG. 3 illustrates an opening 102 of circular cross-section perpendicular to the axial direction 101. The opening has a rim 301. The figure illustrates how, using a blade 300, segments 302 of the opening are closed to the ventilation flow 100. In the embodiment shown there are four blades 300, and thus four closed segments 302. The figure illustrates how the valve transitions from an open state (a) to a closed state (c). A leaf 300 herein moves along the edge 301, i.e. according to the circumferential direction of the circle. In the opening position indicated by (a), the blades 300 are in a folded position, with a large part of the opening available for flow through. In the opening condition indicated by (c), the blades 300 are in an unfolded condition and the opening is (almost) completely closed to the ventilation flow 100. Regulations may require that the opening is never completely closed, always allowing a limited ventilation flow 100 to pass.

[37] Fig. 4 illustreert verder hoe, bij een ronde opening zoals getoond in Fig.[37] FIG. 4 further illustrates how, at a circular opening as shown in FIG.

3, een blad 300 kan worden gevouwen om de oppervlakte van een afgesloten segment 302 te vergroten of te verkleinen. Het blad 300 is vervaardigd uit een flexibel materiaal. In de uitvoeringsvorm van Fig. 4 wordt slechts één blad 300 afgebeeld, en wordt het principe van enkelvoudig vouwen of omvouwen toegepast. De bovenste helft van Fig. 4 toont een vooraanzicht, loodrecht op de axiale richting 101. De onderste helft van Fig. 4 toont een doorsnede, gemaakt volgens een cirkelboog 404. Het blad 300 is aan één zijde vastgemaakt aan een statische arm 400, welke onbeweeglijk blijft ten opzichte van de rand van de opening. Aan haar andere zijde is het blad 300 vastgemaakt aan een beweegbare arm 400, welke kan geroteerd worden om een centraal element3, a sheet 300 can be folded to increase or decrease the area of a closed segment 302 . The blade 300 is made of a flexible material. In the embodiment of FIG. 4, only one sheet 300 is depicted, and the principle of single-folding or folding-over is applied. The top half of FIG. 4 shows a front view perpendicular to the axial direction 101. The lower half of FIG. 4 shows a section made along an arc of a circle 404. The blade 300 is fixed on one side to a static arm 400, which remains immovable relative to the rim of the opening. On its other side, the blade 300 is attached to a movable arm 400, which can be rotated about a central element

403. In de toestand aangeduid met (a) is het blad 300 ontvouwen. Bij het openen van de klep wordt de beweegbare arm 401 geroteerd, waarbij het blad 300, wordt omgevouwen. Hierbij ontstaat er een plooi 402 in het flexibel materiaal.403. In the state indicated by (a), the sheet 300 is unfolded. Upon opening the valve, the movable arm 401 is rotated, folding the blade 300 over. This creates a fold 402 in the flexible material.

Toestand (b) toont dat de plooi 402 zich bevindt op een rand van het afgesloten segment 302. Toestand (b) toont eveneens dat in de maximaal geopendeCondition (b) shows that the pleat 402 is on an edge of the closed segment 302. Condition (b) also shows that in the maximally opened

- 16 - BE2020/5524 toestand van de klep, bij aanwezigheid van vier bladen 300, ongeveer de helft van de opening beschikbaar is voor doorstroming en ongeveer de helft van de opening is afgesloten voor de ventilatiestroom 100.- 16 - BE2020/5524 state of the valve, in the presence of four blades 300, about half of the opening is available for flow and about half of the opening is closed for the ventilation flow 100.

[38] Naast het principe van enkelvoudig vouwen of omvouwen, met vorming van één plooi 402, zoals geïllustreerd in Fig. 4, zijn tevens andere vouwprincipes mogelijk, binnen diverse uitvoeringsvormen van de uitvinding. Een aantal vouwprincipes worden geïllustreerd in Fig. 5 tot en met Fig. 8. In Fig. 5 tot en met Fig. 8 wordt telkens een doorsnede getoond. Verwijzend naar de uitvoeringsvorm van Fig. 2, is dat een doorsnede volgens een vlak loodrecht op Fig. 2. Verwijzend naar de uitvoeringsvorm van Fig. 3 of 4, is de doorsnede getoond in Fig. 5 tot 8 gemaakt volgens een cirkelboog 404, en geprojecteerd op een rechte lijn.[38] In addition to the principle of single folding or folding over, forming one pleat 402, as illustrated in FIG. 4, other folding principles are also possible, within various embodiments of the invention. Some folding principles are illustrated in FIG. 5 to FIG. 8. In FIG. 5 to FIG. 8, a section is shown in each case. Referring to the embodiment of FIG. 2, is a section along a plane perpendicular to FIG. 2. Referring to the embodiment of FIG. 3 or 4, the section is shown in FIG. 5 to 8 made on a 404 arc of a circle, and projected on a straight line.

[39] Fig. 5 illustreert het principe van enkelvoudig vouwen of omvouwen, zoals het ook reeds in Fig. 4 werd toegepast. Een aankomende ventilatiestroom 100 wordt voorgesteld, volgens axiale richting 101. In de toestand (a) bevindt een blad 500 zich in ontvouwen toestand, overeenkomend met een gesloten toestand van de klep. Door het omvouwen van het blad 500 aan één van haar uiteindes, ontstaat er een plooi 501. Bij dit omvouwen wordt een eerste deel 503 naar een positie achter een tweede deel 504 verplaatst, zodat het eerste deel 503 wordt afgeschermd voor de aankomende ventilatiestroom 101 door het tweede deel 504. Hierbij ontstaan, gekeken volgens de axiale richting 100, twee lagen flexibel materiaal 508, 509, op of achter elkaar gestapeld. De overgang van de toestand (a) naar de toestand (b), en vervolgens naar de toestand (c) illustreert het openen van de klep. Hierbij verplaatst de plooi 501 zich volgens een bewegingsrichting 505 gelegen in een vlak substantieel loodrecht op de axiale richting 101. In de uitvoeringsvorm van Fig. 5 is plooi 501 steeds gelegen op de rand 510 van het afgesloten segment 302, 202. Door het voortbewegen van de plooi 501 wordt de oppervlakte van het afgesloten segment 302, 202 verkleind, in de evolutie van toestand (a) naar (c). Fig. 5 illustreert dat de afmeting 507 van het afgesloten segment in geopende toestand van de klep ongeveer de helft is van de corresponderende afmeting 506 in gesloten toestand van de klep. Per blad 500, laat deze manier van vouwen dus toe om[39] FIG. 5 illustrates the principle of single folding or folding over, as already mentioned in FIG. 4 was used. An oncoming vent flow 100 is depicted, along axial direction 101. In the state (a), a leaf 500 is in the unfolded state, corresponding to a closed state of the valve. Folding over the blade 500 at one of its ends creates a pleat 501. In this folding over, a first portion 503 is moved to a position behind a second portion 504, so that the first portion 503 is shielded from the oncoming vent flow 101 through the second part 504. Viewed according to the axial direction 100, this produces two layers of flexible material 508, 509, stacked on top of or behind each other. The transition from state (a) to state (b), then to state (c) illustrates the opening of the valve. Hereby, the pleat 501 moves according to a direction of movement 505 located in a plane substantially perpendicular to the axial direction 101. In the embodiment of Figs. 5, pleat 501 is always located on the edge 510 of the closed segment 302, 202. By advancing the pleat 501, the area of the closed segment 302, 202 is reduced, in the evolution from state (a) to (c). fig. 5 illustrates that the size 507 of the closed segment in the open state of the valve is approximately half the corresponding size 506 in the closed state of the valve. Per sheet 500, so this way of folding allows to

-17- BE2020/5524 de oppervlakte van het afgesloten segment ongeveer met de helft te reduceren bij het openen van de klep. Merk op dat in een andere uitvoeringsvorm, de pij! aangeduid met 100 in de tegenovergestelde zin kan liggen, zodat het eerste deel 503 naar een positie voor het tweede deel 504 wordt verplaatst.-17- BE2020/5524 to reduce the area of the closed segment by approximately half when the valve is opened. Note that in another embodiment, the arrow! indicated at 100 may lie in the opposite direction so that the first portion 503 is moved to a position ahead of the second portion 504.

[40] Fig. 6 illustreert het principe van tweevoudig vouwen. Een aankomende ventilatiestroom 100 wordt voorgesteld, volgens axiale richting 101. In de toestand (a) bevindt een blad 600 zich in ontvouwen toestand, overeenkomend met een gesloten toestand van de klep. In de toestand (b) is het blad zodanig gevouwen, dat er centraal in het blad een S-vorm wordt gecreëerd, met twee plooien 601 en 602. Hierbij wordt een eerste deel 603 naar een positie achter een tweede deel 604 verplaatst, zodat het eerste deel 603 wordt afgeschermd voor de aankomende ventilatiestroom 101 door het tweede deel 604. Hierbij ontstaan, gekeken volgens de axiale richting 100, drie lagen flexibel materiaal 608, 609, 610, op of achter elkaar gestapeld, op een positie centraal in het blad. De overgang van de toestand (a) naar de toestand (b), en vervolgens naar de toestand (c) illustreert het openen van de klep. Hierbij verplaatsen de plooien 601, 602 zich volgens een bewegingsrichting 605 gelegen in een vlak substantieel loodrecht op de axiale richting 101. Door het voortbewegen van de plooien 601, 602 wordt de oppervlakte van het afgesloten segment 302, 202 verkleind, in de evolutie van toestand (a) naar (c). Fig. 6 illustreert dat de afmeting 607 van het afgesloten segment in geopende toestand van de klep ongeveer een derde is van de corresponderende afmeting 606 in gesloten toestand van de klep. Per blad 600, laat deze manier van vouwen dus toe om de oppervlakte van het afgesloten segment ongeveer tot een derde te reduceren bij het openen van de klep. Vergeleken met het principe van enkelvoudig vouwen van Fig. 5, wordt met tweevoudig vouwen dus een grotere doorstroomopening bekomen in volledig geopende toestand van de klep. Merk op dat in een andere uitvoeringsvorm, de pijl aangeduid met 100 in de tegenovergestelde zin kan liggen, zodat het deel dat bewogen wordt naar een positie voor het andere deel wordt verplaatst.[40] FIG. 6 illustrates the principle of double folding. An oncoming vent flow 100 is depicted, along axial direction 101. In the state (a), a blade 600 is in the unfolded state, corresponding to a closed state of the valve. In state (b), the sheet is folded in such a way that an S-shape is created centrally in the sheet, with two pleats 601 and 602. Hereby, a first part 603 is moved to a position behind a second part 604, so that the the first part 603 is shielded from the oncoming ventilation flow 101 by the second part 604. This creates, viewed along the axial direction 100, three layers of flexible material 608, 609, 610, stacked on top of or behind each other, at a position centrally in the blade. The transition from state (a) to state (b), then to state (c) illustrates the opening of the valve. The pleats 601, 602 herein move according to a direction of movement 605 located in a plane substantially perpendicular to the axial direction 101. By advancing the pleats 601, 602, the surface area of the closed segment 302, 202 is reduced, in the evolution of state (a) to (c). fig. 6 illustrates that the closed segment size 607 in the open state of the valve is approximately one-third the corresponding size 606 in the closed state of the valve. Thus, per sheet 600, this manner of folding allows to reduce the area of the closed segment by approximately one third when opening the valve. Compared to the principle of single folding of FIG. 5, a larger flow opening is thus obtained with double folding in the fully open position of the valve. Note that in another embodiment, the arrow marked 100 may be in the opposite direction so that the part being moved is moved to a position ahead of the other part.

-18- BE2020/5524-18- BE2020/5524

[41] Fig. 7 illustreert nog een ander vouwprincipe, dat als een combinatie van enkel- en tweevoudig vouwen kan worden gezien. In de toestand aangeduid met (b) wordt een blad 700 aan haar uiteinde omgevouwen, zoals in het principe van enkelvoudig vouwen. Hierbij ontstaat een plooi 701 die zich verplaatst volgens een bewegingsrichting 705. In de toestand aangeduid met (d) werd het blad bijkomend gevouwen, zodat er drie plooien 702, 703, 704 ontstaan. In deze toestand zijn er vier op elkaar gestapelde lagen aanwezig, gekeken in axiale richting 100, en is de afmeting 707 van het afgesloten segment ongeveer een vierde van de afmeting 706 in gesloten toestand van de klep. Hiermee wordt dus een nog grotere doorstroomopening bekomen in volledig geopende toestand van de klep dan bij het tweevoudig vouwen van Fig. 6.[41] FIG. 7 illustrates yet another folding principle, which can be seen as a combination of single and double folding. In the state indicated by (b), a sheet 700 is folded over at its end, as in the principle of single folding. This creates a fold 701 which moves in a direction of movement 705. In the situation indicated by (d), the sheet was additionally folded, so that three folds 702, 703, 704 are formed. In this condition, there are four superimposed layers, viewed in axial direction 100, and the size 707 of the closed segment is approximately one-fourth the size 706 in the closed state of the valve. Thus, an even larger flow-through opening is obtained in the fully open position of the valve than with the double folding of Figs. 6.

[42] Fig. 8 illustreert het vouwen volgens het principe van een accordeon of Chinese waaier. Een aankomende ventilatiestroom 100 wordt voorgesteld, volgens axiale richting 101. In de toestand (a) bevindt een blad 800 zich in ontvouwen toestand, overeenkomend met een gesloten toestand van de klep. Het vouwen gebeurt door het ene uiteinde van het blad, rechts op de figuur, naar het andere uiteinde van het blad, links op de figuur, toe te duwen. Hierbij ontstaan meerdere plooien 801, 802. Naarmate de klep meer wordt geopend, van toestand (a) naar (b) naar (c), verplaatsen de plooien 801, 802 zich volgens een bewegingsrichting parallel met de axiale richting 101. Hierbij ontstaan dus volgens de axiale richting 101 geen op elkaar gestapelde lagen. Door het voortbewegen van de plooien 801, 802 wordt de oppervlakte van het afgesloten segment 302, 202 verkleind, in de evolutie van toestand (a) naar (c). Fig. 8 illustreert dat de afmeting 807 in belangrijke mate kleiner is dan de corresponderende afmeting 806 in gesloten toestand van de klep. Dit resulteert in een grote doorstroomopening in volledig geopende toestand van de klep. Anderzijds neemt het gevouwen flexibel materiaal een zekere ruimte in volgens axiale richting 101, zie de afmeting 803 aangeduid op de figuur. In axiale richting is deze uitvoering dus minder compact dan bijvoorbeeld het enkelvoudig vouwen van Fig. 5 of het tweevoudig vouwen van Fig. 6.[42] FIG. 8 illustrates folding according to the principle of an accordion or Chinese fan. An oncoming vent flow 100 is shown, along axial direction 101. In the state (a), a leaf 800 is in the unfolded state, corresponding to a closed state of the valve. Folding is done by pushing one end of the sheet, on the right of the figure, towards the other end of the sheet, on the left of the figure. This creates several folds 801, 802. The more the valve is opened, from state (a) to (b) to (c), the folds 801, 802 move in a direction of movement parallel to the axial direction 101. the axial direction 101 no layers stacked on top of each other. By advancing the pleats 801, 802, the area of the closed segment 302, 202 is reduced, in the evolution from state (a) to (c). fig. 8 illustrates that the dimension 807 is substantially smaller than the corresponding dimension 806 when the valve is closed. This results in a large flow opening when the valve is fully open. On the other hand, the folded flexible material occupies a certain space along axial direction 101, see the dimension 803 indicated on the figure. In the axial direction this embodiment is therefore less compact than, for example, the single folding of Figs. 5 or the bifolding of FIG. 6.

[43] Fig. 9tot en met Fig. 14 tonen twee mogelijke uitvoeringsvormen van een klep. In de uitvoeringsvorm van Fig. 9 tot en met Fig. 11 wordt gebruik gemaakt[43] FIG. 9 to FIG. 14 show two possible embodiments of a valve. In the embodiment of FIG. 9 to FIG. 11 is used

-19- BE2020/5524 van het principe van enkelvoudig vouwen. In de uitvoeringsvorm van Fig. 12 tot en met Fig. 14 wordt gebruik gemaakt van het principe van tweevoudig vouwen.-19- BE2020/5524 of the principle of single folding. In the embodiment of FIG. 12 to FIG. 14 uses the principle of double folding.

[44] In de uitvoeringsvorm van Fig. 9 tot en met Fig. 11 wordt gebruik gemaakt van een frame 900, omvattende een statisch gedeelte 902 en een beweegbaar element 901. De figuur toont links een vooraanzicht en rechts een achteraanzicht. In deze uitvoeringsvorm is het beweegbaar element 901 een rotor, welke kan worden bewogen volgens een roterende beweging rondom een centraal element 907. Het beweegbaar element 901 omvat een ronde ring 905 waarop vier beweegbare armen 903 zijn bevestigd. De beweegbare armen 903 zijn langgerekt in radiale richting, en zijn symmetrisch verdeeld over de ring 905. De beweegbare armen 903 zijn vast verbonden met de ring 905, zodat de ring 905 en beweegbare armen 903 als één geheel roteren. Het statisch gedeelte 902 omvat een statische ring 906 waarop vier statische armen 904 zijn gemonteerd. De statische armen 904 zijn langgerekt in radiale richting, en zijn symmetrisch verdeeld over de statische ring 906. In gemonteerde toestand van de klep is het statisch gedeelte 902 vast verbonden met de omgeving van de klep, bijvoorbeeld gefixeerd aan een buis, muur of plafond. Hiertoe kan de klep extra bevestigingscomponenten omvatten, welke niet getoond zijn op de figuren. De statische ring 906 heeft een centrale opening 908 welke plaats biedt om via een motor, bijvoorbeeld een elektrische motor, de rotor 901 aan te drijven. De opening 908 kan volledig worden afgesloten, of er kan nog een zekere luchtdoorvoer mogelijk zijn. Tevens zijn openingen 909 aanwezig, bedoeld voor montage van een andere component, bijvoorbeeld een energie generator die de klep voorziet van stroom. Eén motor volstaat om, via aandrijven van de ring 905, de vier beweegbare armen 903 te laten roteren. De statische ring 906 en statische armen 904 bevinden zich in een positie voor de beweegbare ring 905 en beweegbare armen 903. Dit wil zeggen dat in gemonteerde toestand van de klep, de stator 902 zich aan de kant van de aankomende stroming bevindt, terwijl de rotor 901 zich in een meer stroomafwaartse positie bevindt. In de getoonde uitvoeringsvorm is dit voordelig omdat een eventueel geplaatste generator dan eerst in de stroming zit. In een andere uitvoeringsvorm is het evenwel mogelijk dat de pijl aangeduid met 101[44] In the embodiment of FIG. 9 to FIG. 11, use is made of a frame 900, comprising a static portion 902 and a movable element 901. The figure shows a front view on the left and a rear view on the right. In this embodiment, the movable element 901 is a rotor, which can be moved according to a rotary movement about a central element 907. The movable element 901 comprises a circular ring 905 on which four movable arms 903 are mounted. The movable arms 903 are elongated in a radial direction, and are distributed symmetrically about the ring 905. The movable arms 903 are rigidly connected to the ring 905 so that the ring 905 and movable arms 903 rotate as one unit. The static portion 902 includes a static ring 906 on which four static arms 904 are mounted. The static arms 904 are elongated in radial direction, and are symmetrically distributed over the static ring 906. In the mounted state of the valve, the static part 902 is fixedly connected to the environment of the valve, for instance fixed to a pipe, wall or ceiling. To this end, the valve may comprise additional fastening components, which are not shown in the figures. The static ring 906 has a central opening 908 which provides space for driving the rotor 901 via a motor, for example an electric motor. The opening 908 can be completely closed, or some air passage can still be allowed. Also present are openings 909, intended for mounting another component, for instance an energy generator that supplies the valve with power. One motor is sufficient to rotate the four movable arms 903 by driving the ring 905. The static ring 906 and static arms 904 are in a position in front of the movable ring 905 and movable arms 903. That is, in the mounted state of the valve, the stator 902 is on the incoming flow side, while the rotor 901 is in a more downstream position. In the embodiment shown, this is advantageous because a generator that may have been placed is then first in the flow. In another embodiment, however, it is possible that the arrow indicated by 101

-20- in tegenovergestelde zin ligt, zodat de rotor 901 zich aan de kant van de 2929590 aankomende stroming bevindt.-20- is in the opposite direction so that the rotor 901 is on the side of the 2929590 oncoming flow.

[45] De klep omvat vier bladen 500. De bladen 500 zijn niet voorgesteld op Fig. Sen Fig. 10, maar zijn wel zichtbaar op Fig. 11. Fig. 11 toont bovenaan een vooraanzicht, in drie verschillende toestanden (a), (b), (c), en onderaan een doorsnede gemaakt volgens de lijn A-A, B-B, C-C respectievelijk. De doorsnedes tonen dat een blad 500 aan haar ene zijde bevestigd is aan een beweegbare arm 903, aangeduid met ‘X’, en aan haar andere zijde bevestigd is aaneen statische arm 904, aangeduid met “Y’. In de getoonde uitvoeringsvorm is een blad 500 volledig vervaardigd uit een flexibel materiaal, bijvoorbeeld een flexibel type kunststof zoals TPE, een doekmateriaal of leder. In andere mogelijke uitvoeringsvormen kan een blad een plaatselijke verstevigingen omvatten vervaardigd uit een rigide materiaal. In andere uitvoeringsvormen is tevens een ander aantal bladen mogelijk, kleiner of groter dan vier.[45] The valve includes four blades 500. The blades 500 are not shown in FIG. Fig. 10, but are visible in Fig. 11. FIG. 11 shows a front view at the top, in three different states (a), (b), (c), and at the bottom a section taken along the line A-A, B-B, C-C, respectively. The cross-sections show that a blade 500 is attached on one side to a movable arm 903, labeled "X", and on its other side is attached to a static arm 904, labeled "Y". In the embodiment shown, a sheet 500 is made entirely of a flexible material, for example a flexible type of plastic such as TPE, a cloth material or leather. In other possible embodiments, a blade may include localized reinforcements made from a rigid material. In other embodiments, a different number of blades is also possible, smaller or larger than four.

[46] Fig. 10 en Fig. 11 illustreren de klep in gesloten toestand (a), halfopen toestand (b) en geopende toestand (c). De beweegbare arm 903 aangeduid met ‘X wordt hierbij een kwartslag geroteerd, van een verticale positie naar een horizontale positie. Tijdens het simultaan roteren van de vier beweegbare armen 903 en het roteren van de ring 905, blijven de statische armen 904 en de statische ring 906 in een vaste positie. Hierdoor worden de bladen 500 gevouwen, volgens het principe van enkelvoudig vouwen of omvouwen, analoog aan Fig. 5. Fig. 11 toont dat er een plooi 501 ontstaat, welke zich verplaatst in een vlak substantieel loodrecht op de axiale richting, en er in axiale richting twee gestapelde lagen worden gevormd in gevouwen toestand. De plooi 501 is niet in contact met het beweegbaar element 901. De plooi 501 wordt dus niet rechtstreeks geleid door het beweegbaar element 901, en kan vrij bewegen.[46] FIG. 10 and FIG. 11 illustrate the valve in the closed state (a), half-open state (b) and open state (c). The movable arm 903 indicated with 'X' is hereby rotated a quarter turn, from a vertical position to a horizontal position. While rotating the four movable arms 903 and rotating the ring 905 simultaneously, the static arms 904 and the static ring 906 remain in a fixed position. As a result, the sheets 500 are folded, according to the principle of single-folding or folding, analogous to FIG. 5. Figs. 11 shows that a pleat 501 is formed, which moves in a plane substantially perpendicular to the axial direction, and two stacked layers are formed in the axial direction when folded. The pleat 501 is not in contact with the movable member 901. Thus, the pleat 501 is not guided directly by the movable member 901, and can move freely.

[47] Zoals zichtbaar is in Fig. 11, wordt in axiale richting enkel plaats ingenomen door de gestapelde stukken flexibel materiaal, wat de uitvoering zeer compact maakt. De beperkte massa van een blad 500 uit flexibel materiaal beperkt ook de nodige energie om een blad 500 van toestand te veranderen en dus om de klep te openen of te sluiten. Tijdens het openen of sluiten, waarbij[47] As can be seen in FIG. 11, is only occupied in axial direction by the stacked pieces of flexible material, which makes the embodiment very compact. The limited mass of a blade 500 of flexible material also limits the energy required to change the state of a blade 500 and thus to open or close the valve. During opening or closing, where

-21- BE2020/5524 het blad 500 wordt gevouwen, wordt vastklevend vuil of stof ook telkens losgemaakt. Tenslotte is het blad 500 gemaakt uit één stuk materiaal, zodat er geen ongewenste spleten aanwezig zijn binnen een afgesloten segment.-21- BE2020/5524 When the sheet 500 is folded, adhering dirt or dust is also loosened each time. Finally, the blade 500 is made from one piece of material so that there are no undesired gaps within a closed segment.

[48] In de uitvoeringsvorm van Fig. 12 tot en met Fig. 14 wordt gebruik gemaakt van een frame 1200, omvattende een statisch gedeelte 1202 en een beweegbaar element 1201. De figuur toont links een vooraanzicht en rechts een achteraanzicht. In deze uitvoeringsvorm is het beweegbaar element 1201 een rotor, welke kan worden bewogen volgens een roterende beweging rondom een centraal element 1207. Het beweegbaar element 1201 omvat een ronde ring 1205 waarop vier paren beweegbare armen 1203, 1233 zijn bevestigd. Er zijn dus twee beweegbare armen 1203 en 1233 per blad. De beweegbare armen 1203, 1233 zijn langgerekt in radiale richting, en zijn symmetrisch verdeeld over de ring 1205. De beweegbare armen 1203, 1233 zijn vast verbonden met de ring 1205, zodat de ring 1205 en beweegbare armen 1203, 1233 als één geheel roteren. Het statisch gedeelte 1202 omvat een statische ring 1206 waarop vier paren statische armen 1204, 1244 zijn gemonteerd. Er zijn dus twee statische armen 1204 en 1244 per blad. De statische armen 1204, 1244 zijn langgerekt in radiale richting, en zijn symmetrisch verdeeld over de statische ring 1206. In gemonteerde toestand van de klep is het statisch gedeelte 1202 vast verbonden met de omgeving van de klep, bijvoorbeeld gefixeerd aan een buis, muur of plafond. Hiertoe kan de klep extra bevestigingscomponenten omvatten, welke niet getoond zijn op de figuren. De statische ring 1206 heeft een centrale opening 1208 welke plaats biedt om via een motor, bijvoorbeeld een elektrische motor, de rotor 1201 aan te drijven. Eén motor volstaat om, via aandrijven van de ring 1205, de vier paren beweegbare armen 1203, 1233 te laten roteren. De statische ring 1206 en statische armen 1204, 1244 bevinden zich in een positie voor de beweegbare ring 1205 en beweegbare armen 1203, 1233. Dit wil zeggen dat in gemonteerde toestand van de klep, de stator 1202 zich aan de kant van de aankomende stroming bevindt, terwijl de rotor 1201 zich in een meer stroomafwaartse positie bevindt. In een andere uitvoeringsvorm is het evenwel mogelijk dat de pijl aangeduid met 101 in tegenovergestelde zin ligt, zodat de rotor 1201 zich aan de kant van de aankomende stroming bevindt.[48] In the embodiment of FIG. 12 to FIG. 14, use is made of a frame 1200, comprising a static portion 1202 and a movable element 1201. The figure shows a front view on the left and a rear view on the right. In this embodiment, the movable element 1201 is a rotor, which can be moved according to a rotary movement about a central element 1207. The movable element 1201 comprises a circular ring 1205 on which four pairs of movable arms 1203, 1233 are mounted. Thus, there are two movable arms 1203 and 1233 per blade. The movable arms 1203, 1233 are elongated in a radial direction, and are distributed symmetrically about the ring 1205. The movable arms 1203, 1233 are fixedly connected to the ring 1205 so that the ring 1205 and movable arms 1203, 1233 rotate as one unit. The static portion 1202 includes a static ring 1206 on which four pairs of static arms 1204, 1244 are mounted. Thus, there are two static arms 1204 and 1244 per blade. The static arms 1204, 1244 are elongate in radial direction, and are distributed symmetrically about the static ring 1206. When the valve is mounted, the static part 1202 is fixedly connected to the environment of the valve, for example fixed to a pipe, wall or ceiling. To this end, the valve may comprise additional fastening components, which are not shown in the figures. The static ring 1206 has a central opening 1208 which provides space for driving the rotor 1201 via a motor, for example an electric motor. One motor suffices to rotate the four pairs of movable arms 1203, 1233 by driving the ring 1205. The static ring 1206 and static arms 1204, 1244 are in a position in front of the movable ring 1205 and movable arms 1203, 1233. That is, in the mounted state of the valve, the stator 1202 is on the incoming flow side while the rotor 1201 is in a more downstream position. In another embodiment, however, it is possible that the arrow indicated by 101 is in the opposite direction, so that the rotor 1201 is on the side of the oncoming flow.

-22- BE2020/5524-22- BE2020/5524

[49] De klep omvat vier bladen 600. De bladen 600 zijn niet voorgesteld op Fig. 12 en Fig. 13, maar zijn wel zichtbaar op Fig. 14. Fig. 14 toont bovenaan een vooraanzicht, in drie verschillende toestanden (a), (b), (c), en onderaan een doorsnede gemaakt volgens de lijn A-A, B-B, C-C respectievelijk. De doorsnedes tonen dat een blad 600 aan haar ene zijde bevestigd is aan een beweegbare arm 1203, aangeduid met ‘X’, en aan haar andere zijde bevestigd is aan een statische arm 1204, aangeduid met “Y’. De andere statische arm 1204 houdt het blad 600 mee in positie. De andere beweegbare arm 1233 bestaat uit twee langwerpige delen, waartussen het flexibel materiaal zich bevindt, het blad wordt dus vastgehouden tussen de twee delen van de arm[49] The valve includes four blades 600. The blades 600 are not shown in FIG. 12 and FIG. 13, but are visible in Fig. 14. FIG. 14 shows a front view at the top, in three different states (a), (b), (c), and a section at the bottom taken along the line A-A, B-B, C-C, respectively. The cross-sections show that a blade 600 is attached on one side to a movable arm 1203, labeled "X", and on its other side is attached to a static arm 1204, labeled "Y". The other static arm 1204 keeps the blade 600 in position. The other movable arm 1233 consists of two elongate parts, between which the flexible material is located, so the blade is held between the two parts of the arm

1233. In de getoonde uitvoeringsvorm heeft een blad 600 een lokale versteviging 1400 ter hoogte van de zone tussen de statische arm 1204 en de statische arm 1244. In die zone bevat het blad een rigide materiaal. De rest van het blad 600 is vervaardigd uit een flexibel materiaal, bijvoorbeeld een flexibel type kunststof zoals TPE, een doekmateriaal of leder. In andere mogelijke uitvoeringsvormen kan een blad volledig vervaardigd zijn uit flexibel materiaal. In andere uitvoeringsvormen is tevens een ander aantal bladen mogelijk, kleiner of groter dan vier.1233. In the embodiment shown, a blade 600 has a local reinforcement 1400 at the level of the zone between the static arm 1204 and the static arm 1244. In that zone, the blade contains a rigid material. The remainder of the blade 600 is made of a flexible material, e.g. a flexible type of plastic such as TPE, a cloth material or leather. In other possible embodiments, a blade may be made entirely of flexible material. In other embodiments, a different number of blades is also possible, smaller or larger than four.

[50] Fig. 13 en Fig. 14 illustreren de klep in gesloten toestand (a), halfopen toestand (b) en geopende toestand (c). De beweegbare arm 1203 aangeduid met ‘X’ wordt hierbij geroteerd, van een verticale positie naar een schuine positie. Tijdens het simultaan roteren van de vier paren beweegbare armen 1203, 1233 en het roteren van de ring 1205, blijven de statische armen 1204, 1244 en de statische ring 1206 in een vaste positie. Gezien het blad 600 op twee posities wordt vastgenomen, door de beweegbare arm 1203 en door de beweegbare arm 1233, wordt het blad 600 gevouwen volgens een S-vorm, met creatie van twee plooien 601 en 602. Het blad 600 wordt dus gevouwen volgens het principe van tweevoudig vouwen, analoog aan Fig. 6. Fig. 14 toont dat er twee plooien 601 en 602 ontstaan, welke zich verplaatsen in dezelfde zin, in een vlak substantieel loodrecht op de axiale richting. In axiale richting worden drie gestapelde lagen gevormd in gevouwen toestand. Tijdens hun verplaatsing zijn de plooien 601 en 602 niet in contact met het beweegbaar element 1201. De plooien 601, 602 worden dus niet rechtstreeks geleid door het beweegbaar[50] FIG. 13 and FIG. 14 illustrate the valve in the closed state (a), half-open state (b), and open state (c). The movable arm 1203 indicated with 'X' is hereby rotated, from a vertical position to an oblique position. While rotating the four pairs of movable arms 1203, 1233 and rotating the ring 1205 simultaneously, the static arms 1204, 1244 and the static ring 1206 remain in a fixed position. Since the sheet 600 is gripped in two positions, by the movable arm 1203 and by the movable arm 1233, the sheet 600 is folded in an S-shape, creating two pleats 601 and 602. Thus, the sheet 600 is folded according to the principle of twofold folding, analogous to Fig. 6. FIG. 14 shows that two pleats 601 and 602 are formed, which move in the same direction, in a plane substantially perpendicular to the axial direction. In the axial direction, three stacked layers are formed in the folded state. During their movement, the pleats 601 and 602 are not in contact with the movable element 1201. Thus, the pleats 601, 602 are not guided directly by the movable member.

-23- BE2020/5524 element 1201, en kunnen vrij bewegen. Bij het bereiken van de volledig geopende toestand (c) wordt het blad 600 rondom de statische arm 1244 gevouwen.-23- BE2020/5524 element 1201, and can move freely. Upon reaching the fully open state (c), the blade 600 is folded around the static arm 1244 .

[51] Zoals zichtbaar is in Fig. 14, wordt in axiale richting enkel plaats ingenomen door de gestapelde stukken flexibel materiaal, wat de uitvoering zeer compact maakt. Bovendien is hier een nog grotere doorstroomopening beschikbaar in geopende toestand van de klep, dan in de uitvoeringsvorm van Fig. 11. De beperkte massa van een blad 600, grotendeels uit flexibel materiaal, beperkt ook de nodige energie om een blad 600 van toestand te veranderen en dus om de klep te openen of te sluiten. Tijdens het openen of sluiten, waarbij het blad 600 wordt gevouwen, wordt vastklevend vuil of stof ook telkens losgemaakt. Tenslotte is het blad 600 gemaakt uit één stuk materiaal, zodat er geen ongewenste spleten aanwezig zijn binnen een afgesloten segment.[51] As can be seen in FIG. 14, is only occupied in axial direction by the stacked pieces of flexible material, which makes the embodiment very compact. Moreover, an even larger flow opening is available here in the open position of the valve than in the embodiment of Figs. 11. The limited mass of a blade 600, largely of flexible material, also limits the energy required to change the state of a blade 600 and thus to open or close the valve. During opening or closing, where the blade 600 is folded, adhering dirt or dust is also loosened each time. Finally, the blade 600 is made from one piece of material so that there are no unwanted gaps within a closed segment.

[52] Hoewel de onderhavige uitvinding werd geïllustreerd aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, zal het voor de vakman duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de details van de voorgaande illustratieve uitvoeringsvormen, en dat de onderhavige uitvinding kan worden uitgevoerd met verschillende wijzigingen en aanpassingen zonder daarbij het toepassingsgebied van de uitvinding te verlaten. De onderhavige uitvoeringsvormen moeten daarom op alle vlakken worden beschouwd als illustratief en niet restrictief, waarbij het toepassingsgebied van de uitvinding wordt beschreven door de bijgevoegde conclusies en niet door de voorgaande beschrijving, en alle wijzigingen die binnen de betekenis en de reikwijdte van de conclusies vallen, zijn hier derhalve mee opgenomen. Er wordt met andere woorden van uitgegaan dat hieronder alle wijzigingen, variaties of equivalenten vallen die binnen het toepassingsgebied van de onderliggende basisprincipes vallen en waarvan de essentiële attributen worden geclaimd in deze octrooiaanvraag. Bovendien zal de lezer van deze octrooiaanvraag begrijpen dat de woorden "omvattende" of "omvatten" andere elementen of stappen niet uitsluiten, dat het woord "een" geen meervoud uitsluit. Eventuele verwijzingen in de conclusies mogen niet worden opgevat als een beperking van de[52] While the present invention has been illustrated with reference to specific embodiments, it will be apparent to those skilled in the art that the invention is not limited to the details of the foregoing illustrative embodiments, and that the present invention may be embodied with various modifications and modifications without departing from the scope of the invention. The present embodiments are therefore to be regarded as illustrative and not restrictive in all respects, the scope of the invention being described by the appended claims and not by the foregoing description, and any modifications which come within the meaning and scope of the claims, are therefore included. In other words, it is understood that any changes, variations or equivalents that fall within the scope of the underlying principles and whose essential attributes are claimed in this patent application are understood to be included. In addition, the reader of this patent application will appreciate that the words "comprising" or "comprising" do not exclude other elements or steps, and that the word "a" does not exclude plurality. Any references in the claims should not be construed as limiting the

„24 -“24 -

BE2020/5524 conclusies in kwestie.BE2020/5524 conclusions in question.

De termen "eerste", "tweede", "derde", "a", "b", "c" en dergelijke, wanneer gebruikt in de beschrijving of in de conclusies, worden gebruikt om het onderscheid te maken tussen soortgelijke elementen of stappen en beschrijven niet noodzakelijk een opeenvolgende of chronologische volgorde.The terms "first", "second", "third", "a", "b", "c" and the like, when used in the specification or in the claims, are used to distinguish between similar elements or steps and do not necessarily describe a sequential or chronological order.

Op dezelfde manier worden de termen "bovenkant", "onderkant", "over", "onder" en dergelijke gebruikt ten behoeve van de beschrijving en verwijzen ze niet noodzakelijk naar relatieve posities.Likewise, the terms "top", "bottom", "over", "bottom" and the like are used for purposes of description and do not necessarily refer to relative positions.

Het moet worden begrepen dat die termen onderling verwisselbaar zijn onder de juiste omstandigheden en dat uitvoeringsvormen van de uitvinding in staat zijn om te functioneren volgens de onderhavige uitvinding in andere volgordes of oriëntaties dan die beschreven of geïllustreerd in het bovenstaande.It is to be understood that those terms are interchangeable under appropriate circumstances and that embodiments of the invention are capable of functioning according to the present invention in other orders or orientations than those described or illustrated above.

Claims

-25- CONCLUSIES BE2020/5524-25- CONCLUSIONS BE2020/5524

1. Klep voor het regelen van een ventilatiestroom (100) doorheen een opening (102), waarbij genoemde opening (102) wordt begrensd door een rand (201, 301) en een centrale as heeft in axiale richting (101), genoemde klep omvattende: - een frame (900, 1200) omvattende een statisch gedeelte (902, 1202) aangepast om genoemde klep te monteren; - minstens één blad (500, 600) verbonden met genoemd frame (900, 1200), zodat in gemonteerde toestand van genoemde klep, genoemd blad (500, 600) beweegbaar is volgens genoemde rand (201, 301), waarbij een segment (202, 302) van genoemde opening (102) afgesloten wordt voor genoemde ventilatiestroom (100) aan de hand van genoemd blad (500, 600), HIERDOOR GEKENMERKT DAT: genoemd blad (500, 600) een flexibel materiaal omvat, en genoemd frame (900, 1200) een beweegbaar element (901, 1201) omvat aangepast om genoemd flexibel materiaal te vouwen, zodanig dat de oppervlakte van genoemd afgesloten segment (202, 302) wordt gewijzigd.A valve for controlling a ventilation flow (100) through an opening (102), said opening (102) being defined by a rim (201, 301) and having a central axis in axial direction (101), comprising said valve : - a frame (900, 1200) comprising a static portion (902, 1202) adapted to mount said valve; - at least one blade (500, 600) connected to said frame (900, 1200), so that in mounted condition of said valve, said blade (500, 600) is movable along said edge (201, 301), wherein a segment (202 302) of said opening (102) is closed to said ventilation flow (100) by means of said blade (500, 600), CHARACTERIZED BY THAT: said blade (500, 600) comprises a flexible material, and said frame (900 , 1200) includes a movable member (901, 1201) adapted to fold said flexible material such that the surface of said closed segment (202, 302) is changed.

2. Klep volgens één van voorgaande conclusies, waarbij genoemd beweegbaar element (901, 1201) is aangepast om genoemd flexibel materiaal te vouwen zodanig dat minstens voor bepaalde openingstoestanden van genoemde klep, in genoemde axiale richting (101) meerdere lagen (508, 509; 608, 609, 610) van genoemde flexibel materiaal aanwezig zijn, over minstens een gedeelte van genoemd segment (202, 302).A valve according to any preceding claim, wherein said movable member (901, 1201) is adapted to fold said flexible material such that at least for certain opening states of said valve, in said axial direction (101) multiple layers (508, 509; 608, 609, 610) of said flexible material over at least a portion of said segment (202, 302).

3. Klep volgens één van voorgaande conclusies, waarbij genoemd beweegbaar element (901, 1201) is aangepast om bij genoemde vouwen een eerste deel (503, 603) van genoemd flexibel materiaal te verplaatsen naar een positie achter een tweede deel (504, 604) van genoemd flexibel materiaal, waarbij in genoemde positie genoemdA valve according to any one of the preceding claims, wherein said movable member (901, 1201) is adapted to move at said folds a first portion (503, 603) of said flexible material to a position behind a second portion (504, 604) of said flexible material, wherein in said position said

- 26 - eerste deel (503, 603) wordt afgeschermd van genoemde aankomende 79/5528 ventilatiestroom (100) door genoemd tweede deel (504, 604), of naar een positie voor genoemd tweede deel, waarbij in genoemde positie genoemd eerste deel zich bevindt aan de kant van genoemde aankomende ventilatiestroom (100).- 26 - first portion (503, 603) is shielded from said oncoming 79/5528 vent flow (100) by said second portion (504, 604), or to a position in front of said second portion, wherein said first portion is in said position on the side of said oncoming ventilation flow (100).

4. Klep volgens één van voorgaande conclusies, waarbij genoemd beweegbaar element (901, 1201) is aangepast om bij genoemde vouwen, één of meerdere plooien (501, 601, 602) in genoemd flexibel materiaal te verplaatsen, volgens een bewegingsrichting gelegen in een vlak substantieel loodrecht op genoemde axiale richting (101).A valve according to any preceding claim, wherein said movable member (901, 1201) is adapted to displace, at said folds, one or more folds (501, 601, 602) in said flexible material, according to a direction of movement located in a plane substantially perpendicular to said axial direction (101).

5. Klep volgens conclusie 4, waarbij genoemde één of meerdere plooien (501, 601, 602) niet in contact zijn met genoemd beweegbaar element (901, 1201) tijdens verplaatsen van genoemde één of meerdere plooien (501, 601, 602).The valve of claim 4, wherein said one or more pleats (501, 601, 602) are not in contact with said movable member (901, 1201) during displacement of said one or more pleats (501, 601, 602).

6. Klep volgens conclusie 2, waarbij genoemd beweegbaar element (901) is aangepast om één plooi (501) gelegen op een rand (510) van genoemd segment (202, 302) te verplaatsen, en twee van genoemde lagen (508, 509) aanwezig zijn.The valve of claim 2, wherein said movable member (901) is adapted to move one pleat (501) located on an edge (510) of said segment (202, 302), and two of said layers (508, 509) present.

7. Klep volgens conclusie 2, waarbij genoemd beweegbaar element (1201) is aangepast om twee plooien (601, 602) te verplaatsen en drie van genoemde lagen (608, 609, 610) aanwezig zijn.The valve of claim 2, wherein said movable member (1201) is adapted to move two pleats (601, 602) and three of said layers (608, 609, 610) are present.

8. Klep volgens conclusie 7, waarbij genoemd beweegbaar element (1201) is aangepast om twee plooien (601, 602) te verplaatsen, zodat genoemde plooien (601, 602) zich gelijktijdig verplaatsen en in dezelfde zin.The valve of claim 7, wherein said movable member (1201) is adapted to move two pleats (601, 602) such that said pleats (601, 602) move simultaneously and in the same direction.

9. Klep volgens één van voorgaande conclusies,9. Valve according to any one of the preceding claims,

„27 - BE2020/5524 waarbij genoemd flexibel materiaal een doekmateriaal omvat en/of een flexibel type kunststof.'27 - BE2020/5524 wherein said flexible material comprises a cloth material and/or a flexible type of plastic.

10. Klep volgens één van voorgaande conclusies, waarbij genoemd blad (600) een rigide materiaal omvat ter hoogte van één of meerdere randen van genoemd blad (600), en waarbij genoemd rigide materiaal aansluit op genoemd flexibel materiaal.The valve of any preceding claim, wherein said blade (600) comprises a rigid material at one or more edges of said blade (600), and wherein said rigid material adjoins said flexible material.

11.Klep volgens één van voorgaande conclusies, waarbij genoemd blad (500, 600) op minstens één positie is vastgemaakt aan genoemd statisch gedeelte (902, 1202) en op minstens één andere positie is vastgemaakt aan genoemd beweegbaar element (901, 1201).The valve of any preceding claim, wherein said blade (500, 600) is attached to said static portion (902, 1202) in at least one position and is attached to said movable member (901, 1201) in at least one other position.

12. Klep volgens één van voorgaande conclusies, waarbij genoemde klep is aangepast om genoemd beweegbaar element (901, 1201) te bewegen volgens een roterende beweging.A valve according to any preceding claim, wherein said valve is adapted to move said movable member (901, 1201) in a rotary motion.

13. Klep volgens conclusie 12, waarbij genoemd statisch gedeelte (902, 1202) één of meerdere statische armen (904, 1204, 1244) omvat welke langgerekt zijn in radiale richting, en genoemd beweegbaar element (901, 1201) één of meerdere beweegbare armen (903, 1203, 1233) omvat welke langgerekt zijn in radiale richting, en waarbij genoemde klep is aangepast om genoemde één of meerdere beweegbare armen (903, 1203, 1233) te roteren om een centraal punt (907, 1207).The valve of claim 12, wherein said static portion (902, 1202) comprises one or more static arms (904, 1204, 1244) elongated in a radial direction, and said movable member (901, 1201) one or more movable arms (903, 1203, 1233) elongated in a radial direction, and wherein said valve is adapted to rotate said one or more movable arms (903, 1203, 1233) about a central point (907, 1207).

14. Klep volgens conclusie 13, waarbij genoemde klep per genoemd blad (500, 600) één statische arm (904) en één beweegbare arm (903) omvat of twee statische armen (1204, 1244) en twee beweegbare armen (1203, 1233) omvat.The valve of claim 13, wherein said valve comprises per said blade (500, 600) one static arm (904) and one movable arm (903) or two static arms (1204, 1244) and two movable arms (1203, 1233) includes.

15. Klep volgens één van voorgaande conclusies,A valve according to any one of the preceding claims,

- 28 - BE2020/5524 waarbij genoemde klep meerdere bladen (500, 600) omvat, bij voorkeur vier bladen (500, 600).BE2020/5524 wherein said valve comprises a plurality of leaflets (500, 600), preferably four leaflets (500, 600).