BE1028308B1 - Draagstructuur voor een houtskeletconstructie en werkwijze voor het vervaardigen ervan - Google Patents

Draagstructuur voor een houtskeletconstructie en werkwijze voor het vervaardigen ervan Download PDF

Info

Publication number
BE1028308B1
BE1028308B1 BE20205343A BE202005343A BE1028308B1 BE 1028308 B1 BE1028308 B1 BE 1028308B1 BE 20205343 A BE20205343 A BE 20205343A BE 202005343 A BE202005343 A BE 202005343A BE 1028308 B1 BE1028308 B1 BE 1028308B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
support structure
shaped
recess
stud
flange
Prior art date
Application number
BE20205343A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028308A1 (nl
Inventor
Bertrand Dewaele
Original Assignee
Wfr Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wfr Bvba filed Critical Wfr Bvba
Priority to BE20205343A priority Critical patent/BE1028308B1/nl
Publication of BE1028308A1 publication Critical patent/BE1028308A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028308B1 publication Critical patent/BE1028308B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/18Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons
    • E04B1/26Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons the supporting parts consisting of wood
    • E04B1/2604Connections specially adapted therefor
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/18Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons
    • E04B1/26Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons the supporting parts consisting of wood
    • E04B1/2604Connections specially adapted therefor
    • E04B2001/262Connection node with interlocking of specially shaped wooden members, e.g. puzzle type connection
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/18Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons
    • E04B1/26Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons the supporting parts consisting of wood
    • E04B1/2604Connections specially adapted therefor
    • E04B2001/2672Connections specially adapted therefor for members formed from a number of parallel sections
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C3/00Structural elongated elements designed for load-supporting
    • E04C3/02Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
    • E04C3/12Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of wood, e.g. with reinforcements, with tensioning members
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C3/00Structural elongated elements designed for load-supporting
    • E04C3/02Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
    • E04C3/12Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of wood, e.g. with reinforcements, with tensioning members
    • E04C3/14Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of wood, e.g. with reinforcements, with tensioning members with substantially solid, i.e. unapertured, web

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Rod-Shaped Construction Members (AREA)

Abstract

Onderhavige uitvinding betreft een draagstructuur voor een houtskeletconstructie, de draagstructuur omvattende minstens een stijl en een ligger, welke stijl en welke ligger aan elkaar zijn gekoppeld in een T-vormige hoekverbinding, met een continue zijde van de T-vormige hoekverbinding in hoofdzaak de stijl omvattende en de discontinue zijde van de T-vormige hoekverbinding in hoofdzaak de ligger omvattende, en waarbij de genoemde stijl een in hoofdzaak U-vormige uitsparing omvat gelegen tussen diens axiale uiteinden, de in hoofdzaak U-vormige uitsparing omvattende één liggend vlak en twee opstaande vlakken, en waarbij deze uitsparing is gedimensioneerd voor het in hoofdzaak loodrecht opnemen van een axiaal uiteinde van de ligger, en waarbij de T-vormige hoekverbinding is gefixeerd door middel van een plaatvormig opspanelement, welk opspanelement tussen een opstaand vlak van de uitsparing in de stijl en de ligger is geklemd. In een tweede aspect betreft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een draagstructuur.

Description

DRAAGSTRUCTUUR VOOR EEN NOUTSKELETCONSTRUCTIE EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN ERVAN
TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een draagstructuur voor een houtskeletconstructie. Meerbepaald bevindt de uitvinding zich in het technisch deelgebied van hoekverbindingen In de houtskeletbouw,
STAND DER TECHNIEK Houtskeletbouw wordt vaak toegepast met het oog op het bekomen van energiezuinige woningen, zoals bijvoorbeeld bij passiefwoningen. Uit de huidige stand der techniek gekende houtskeletbouwmethoden leggen hierbij vaak de focus op sterkte van de constructie enerzijds, bv, de platformmethode, of thermische isolatie anderzijds, bv. de balloonmethode. Om zowel een sterke constructie als een thermisch gunstige constructie te verwezenlijken worden aldus doorgaans concepten uit verschillende methoden gecombineerd, waarbij evenwel vaak complexe verstevigings- of bevestigingselementen noodzakelijk zijn. Dergelijke combinatie wordt onder andere beschreven in BE 2010/1950, waarbij een draagstructuur wordt becogd welke een combinatie vormt tussen de balloonmethode en de platformmethode. De draagstructuur slaagt er echter niet in alle voordelen van beide methodes te verenigen, Bovendien blijkt de vorming van hoekverbindingen tussen stijlen en liggers complex en arbeidsintensief te zijn, Verder worden verstevigings- of bevestigingselementen voor de vorming van hoekverbindingen onder andere beschreven in JP 2006/241938, waarin een metalen verbindingsstuk wordt gebruikt om verschillende liggers en stijlen op een bestendige wijze met elkaar te kunnen verbinden. Het aanbrengen van dergelijke verbindingsstukken op alle, of het merendeel van, de hoekverbindingen lussen liggers en stijlen is echter complex en arbeidsintensief, en geeft geen aanleiding tot de gecombineerde sterkte uit de platformmethode en de goede thermische isolatie uit de balloonmethode.
© BE2020/5343 Er is bijgevolg nood aan een draagstructuur welke de voordelen van een sterke en rigide hoekverbinding combineert met een goede thermische isolatie, In het bijzonder is er nood aan een vereenvoudigde draagstructuur welke voldoende sterk en thermisch isolerend is, en bovendien op eenvoudig, snel en efficiënte wijze te realiseren is. De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen, Doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze welke deze nadelen opheft.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Tot dit doel verschaft de uitvinding in een eerste aspect een draagstructuur voor een houtskeletconstructie volgens conclusie 1.
Voorkeursvormen van de draagstructuur worden weergegeven in volgconciusies 2 tot en met 13. Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een draagstructuur volgens conclusie 14, Voorkeursvorm van de werkwijze wordt weergegeven in conclusie 15.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1a toont het perspectivisch aanzicht van een voorkeursvorm van een draagstructuur omvattende één keper met een gekoppelde, in hoofdzaak T-vormige hoekverbinding tussen een ligger en een stijl volgens de onderhavige uitvinding. Figuur 1b toont het perspectivisch aanzicht van een voorkeursvorm van een draagstructuur omvattende één keper met een losgekoppelde, in hoofdzaak T- vormige hoekverbinding tussen een ligger en een stijl volgens de onderhavige uitvinding. Figuur 1e Loont het perspectivisch aanzicht van een voorkeursvorm van een draagstructuur omvattende twee kepers met een gekoppelde, in hoofdzaak T- vormige hoekverbinding tussen een ligger en een stijl volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 1d toont het perspectivisch aanzicht van een voorkeursvorm van een draagstructuur omvattende twee kepers en damp- en luchtdichtingsplaatjes met een gekoppelde, in hoofdzaak T-vormige hoekverbinding tussen een ligger en een stij! volgens de onderhavige uitvinding. Figuur 2 toont het perspectivisch aanzicht van damp- en luchtdichtingsplaatjes voor een hoekverbinding ter hoogte van een stijl en een ligger van de draagstructuur volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur Za toont het perspectivisch aanzicht van een voorkeursvorm van een draagstructuur met een gekoppelde hoekverbinding tussen een dakligger en een stijl volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 3b Loont het perspectivisch aanzicht van een voorkeursvorm van een draagstructuur met een losgekoppelde hoekverbinding tussen een dakligger en een stij! volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 3e toont het perspectivisch aanzicht van een voorkeursvorm van een draagstructuur omvattende damp- en luchtdichtingsplaatjes met een gekoppelde hoekverbinding tussen een dakligger en een stijl volgens de onderhavige uitvinding. Figuur 4 toont het perspectivisch aanzicht van damp- en luchtdichtingspiaatjes voor een hoekverbinding ter hoogte van een stijl en een dakligger van de draagstructuur volgens de onderhavige uitvinding,
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De onderhavige uitvinding betreft een draagstructuur voor een houtskeletconstructie.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding, Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
* BE2020/5343 “Een”, “de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevallen”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of belstten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen. Een eerste aspect van de onderhavige uitvinding betreft een draagstructuur voor een houtskeletconstructie, de draagstructuur omvattende minstens een stijl en een ligger, welke stijl en welke ligger elk twee axiale uiteinden omvatten, en welke stijl en welke ligger aan elkaar zijn gekoppeld in een T-vormige hoekverbinding. Zoals hierin beschreven omvat deze hoekverbinding een continue zijde en een discontinue zijde, waarbij de continue zijde van de T-vormige hoekverbinding in hoofdzaak de stijl omvat en de discontinue zijde van de T-vormige hoekverbinding In hoofdzaak de ligger omvat. Ter verbinding van de stijl en de ligger in deze T-vormige hoekverbinding, omvat de genoemde stijl een in hoofdzaak U-vormige uitsparing gelegen tussen diens axiale uiteinden, Genoemde U-vormige uitsparing omvat hierbij één liggend vlak en twee opstaande vlakken, waarbij de uitsparing is gedimensioneerd voor het in hoofdzaak loodrecht opnemen van sen axiaal uiteinde van de ligger. Aan en evenwijdig met deze stijl is ten minste één keper gekoppeld, welke keper is gelegen buiten het vlak van de T-vormige hoekverbinding, en welke keper de uitsparing overspant, Volgens de onderhavige uitvinding, is de T-vormige hoekverbinding gefixeerd door middel van een plaatvormig opspanslement, welk opspanelement tussen een opstaand vlak van de uitsparing in de stijl en de ligger is geklemd. Met de term “houtskeletbouw” wordt de bouwmethode aangeduid waarbij de dragende delen van een bouwwerk boven de grond in hoofdzaak uit een houtconstructie bestaan, Zulke constructie bestaat gebruikelijk uit {draag)balken voor vloeren, stijlen en regels voor de dragende wanden en balken, spanten of dakliggers voor het dak, Een houtskeletbouw wordt gebruikelijk opgebouwd met
© BE2020/5343 behulp van geprefabriceerde houtskeletwanden, doch houtskeletwanden kunnen ook uit hun individuele onderdelen worden opgebouwd ter plaatse, Le. op een werfsite. Met de term “stijl” wordt een balk aangeduid welke opstaand of verticaal in de houtskeletbouw wordt aangewend, en geschikt is voor de opbouw van een houtskeletwand. De term “ligger” duidt op een balk welke doorgans horizontaal in de houtskeletbouw wordt aangewend, en geschikt is voor de opbouw van een vloer. De “hoekverbinding” zoals hierin beschreven, duidt de stevige en rigide verbinding aan welke tussen verschillende elementen van de houiskeletconstructie wordt gevormd, in het licht van de onderhavige uitvinding, betreft een hoekverbinding de verbinding tussen een stijl en een ligger.
Niettegenstaande de draagstructuur zoals hierin beschreven gedeeltelijk steunt op gekende principes van de houlskeletbouw, brengt zij enkele belangrijke verbeteringen aan. Twee vaak toegepaste houtskeletbouwmethoden met bijhorende houtskeletconstructies zijn de zogenaamde balloonmethode en de zogenaamde platformmethode. Onder de "balloonmethode” wordt een houtskeletbouwmethode verstaan waarbij de stijlen en houtskeletwanden van de fundering tot de dakrand reiken, en waarbij de liggers en vloeren aan de voornoemde stijlen en houtskeletwanden worden opgehangen. Bij de “platformmethode” worden de stijlen, houtskeletwanden, liggers en vloeren per verdieping individueel opgebouwd per verdieping, Hierbij wordt de houtskeletconstructie van een bovenliggende verdieping dus op de houtskeletconstructie van een onderliggende verdieping geplaatst, Met oog op het bouwen van energiezuinige woningen, zoals bijvoorbeeld bij passiefwoningen, heeft de balloonmethode het voordeel dat zij een betere thermische isolatie Diedt dankzij de ononderbroken houtskeletwanden, De draagkracht is hierbij echter beperkt. Zo worden vloeren hierbij bijvoorbeeld tussen de wanden geplaatst en gedragen door een bevestiging met de houtskeletwanden door middel van bouten.
De platformmethode biedt dan weer een betere draagkracht voor de vloerelementen, doch levert een minder gunstige thermische isolatie, dit grotendeels ten gevolge van de onderbroken houtskeletwanden.
De onderhavige uitvinding betreft als het ware een hybride vorm tussen de platformmethode en de balloonmethode, waarbij de stijlen en houtskeletwanden ononderbroken doorlopen, doch evenwel de liggers en vloeren rechtstreeks steunen op de stijlen en houtskeletwanden zonder de noodzaak aan complexe verstevigings-
© BE2020/5343 of bevestigingselementen. Dermate wordt de uitstekende draagkracht van de platformmethode gecombineerd met de goede thermische isolatie die de balloonmethode biedt. De uitvinding voorziel bovendien in een efficiënte manier om de hoekverbinding tussen stijlen en liggers te fixeren, met name door het inkiemmen van een opspanelement tussen een opstaand vlak van de uitsparing van de stijl en de ligger. De keper zorgt hierbij bovendien voor een goede sterkteoverdracht in de stil ter hoogte van de in hoofdzaak U-vormige uitsparing. De draagstructuur zoals hierin beschreven resulteert in een uitzonderlijk goede draagkracht en sterkte, gecombineerd met een uitstekende thermische isolatie, De aard van de draagstructuur laat bovendien een uitzonderlijk snelle en efficiënte opbouw toe.
Bij voorkeur is het plaatvormig opspanelement een plaat of spie, welke eenvoudig tussen een opstaand vlak van de uitsparing in de stij! en de ligger kan worden geklemd. Het plaatvormig opspanelement kan dusdanig en bij voorkeur in de uitsparing worden geslagen of geklopt. De plaat of spie kan mogelijks vervaardigd worden uit verschillende materialen, bijvoorbeeld hout, houtachtige materialen, kunststoffen of metalen. Bij voorkeur wordt de plaat of spie vervaardigd uit hout of kunststof.
In sommige uitvoeringsvormen, omvat de draagstructuur één keper, In sommige andere uitvoeringsvormen, omvat de draagstructuur twee kepers, welke aan weerszijden aan de stijl zijn gekoppeld, gelegen buiten het vlak van de T-vormige hoekverbinding, Volgens sommige uitvoeringsvormen, zijn de stijl en de ligger zoals hierin beschreven samengestelde houtproducten met een I-vormig dwarsprofiel, Deze houtproducten zijn dermate opgebouwd, omvattende een kernplaat, een eerste en een tweede flens, waarbij de kernplaat, de eerste en de tweede flens in eenzelfde vlak gelegen zijn, en waarbij de kernplaat in diens lengterichting aan weerszijden door één van deze flenzen wordt omgeven, Dermate resulteert de hierin beschreven opbouw in een samengesteld houtproduct met een [-vormig dwarsprofiel, ook I-balk genoemd. I-balken hebben in het bijzonder een grote sterkte in verhouding tot hun grootte en gewicht, Een voornaam verschil met massief hout is dusdanig dat de I-ligger zware lasten kan dragen met minder houtmassa in vergelijking met een massief houten balk, I-balken hebben verder als voordeel dat ze minder snel doorbuigen en/of vervormen dan een massief houten
/ BE2020/5343 balk, 1-balken hebben bovendien een goede maatvoering, vertonen weinig of geen krimp en zijn uitzonderlijk stabiel. Dusdanig draagt het gebruik van I-balken wezenlijk bij aan de sterkte van de hierin beschreven draagstructuur volgens de onderhavige uitvinding. In het bijzonder laat de draagstructuur met I-balken een grote spanwijdte toe, waarbij vervorming, bv. doorbuiging, van de liggers minimaal is. De eerste en tweede flens zoals hierin beschreven, worden in sommige uitvoeringsvormen gemaakt van gelamineerd fineerhout of massief hout, In sommige uitvoeringsvormen omvatten de eerste en tweede flens één of meerdere vingerlasverbindingen. De eerste en tweede flens zijn hierbij aan de zijde grenzend aan de kernplaat gegroefd, voor het naadloos aansluiten van de eerste en tweede flens op de kernplaal volgens een tand- en groefprincipe. In sommige uitvoeringsvormen, zijn de eerste een tweede Tiens verlijmd met de kernplaat.
Met de term "vingerlasverbinding” wordt in de context van de onderhavige uitvinding een houtverbinding van twee stukken hout over hun lengteas aangeduid, waarbij de houtverbinding wordt gemaakt door middel van twee in elkaar passende freespatronen, doorgaans in combinatie met de toevoeging van lijm, Vormen van vingerlasverbindingen zijn onder meer gespecificeerd in de DIN 68140 specificatie. Volgens sommige uitvoeringsvormen is de kernplaal vervaardigd uit een houtachtig plaatmateriaal, gekozen uit de groep van fineerhout, gelamineerd fineerhout, medium density fiberboard (MDF), high density fiberboard (HDE), oriented strand board (OSB), houtwolcementplaat, mineraal gebonden spaanplaat, gipsvezelplaat, cementgebonden vezelplaat, massief houten plaat, cross laminated timber (CLT), laminated veneer lumber (LVL), of combinaties hiervan. Bij voorkeur is de kernplaat vervaardigd uit oriented strand board (OSB), meer bij voorkeur uit OSB 3. Hierbij haalt OSB 3 de Euronorm 5 aangaande kwaliteit van houtconstructies.
Een “houlachtig plaatmateriaa!” bestaat dusdanig voor het grootste deel uit massief hout, houtfineer of andere houtachtige componenten die in verschillende samenstellingen, al of niet gebonden zijn door (kunst}harsiiim.
In sommige andere uitvoeringsvormen, kunnen de stijl en/of de ligger zoals hierin beschreven samengestelde houtproducten zijn welke niet specifiek over een I-vormig dwarsprofiel beschikken. Dergelijke houtproducten zijn mogelijks vervaardigd uit een
© BE2020/5343 houtachtig plaatmateriaal gekozen uit de groep van fineerhout, gelamineerd fineerhout, medium density fiberboard (MDF), high density fiberboard (HDE), oriented strand board (OSB), houtwolcementplaat, mineraal gebonden spaanplaat, gipsvezelplaat, cementgebonden vezelplaat, massief houten plaat, cross laminated timber (CLT), laminated veneer lumber (LVL), of combinaties hiervan. Bij voorkeur zijn dergelijke samengestelde houtproducten vervaardigd uit laminated veneer lumber (LVL). Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm, zijn de kernplaat, de eerste en de tweede flens van respectievelijk de stijl en de ligger allen in eenzelfde vlak gelegen. De draagstructuur zoals hierin beschreven, heeft volumetrisch kleine dimensies en is uitermate licht, doch vertoont een uitermate goede sterkte in het geheel van een houtskeletconstructie. De rigide draagstructuur laat toe grote oppervlaktes te overspannen, waarbij vervorming, bv. doorbuiging of torsie, minimaal is.
De in hoofdzaak U-vormige uitsparing strekt zich volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm uit dwars over de lengterichting van de eerste flens en dwars over de lengterichting van de kernplaat, waarbij deze uitsparing reikt tot aan de tweede flens, De configuratie zoals hierin beschreven verbetert verder de rigiditeit van de hoekverbinding, en levert dusdanig een draagstructuur met grote draagkracht op. De T-vormige hoekverbinding van de stijl en de ligger is volgens sommige uitvoeringsvormen gefixeerd door middel van minstens 4 schroefverbindingen. Niettegenstaande de initiële fixatie van de hoekverbinding wordt bewerkstelligd middels een opspanslement tussen een opstaande zijde van de in hoofdzaak U- vormige uitsparing van de stij! en de ligger, kan een meer permanente fixatie worden voorzien middels het aanbrengen van de hierin beschreven schroefverbindingen. Bij voorkeur is de T-vormige hoekverbinding van de stijl en de ligger volgens sommige Uitvoeringsvormen gefixeerd door middel van minstens 5, meer bij voorkeur door minstens 6, door minstens 7, meest bij voorkeur door minstens 8 schroefverbindingen, Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm, strekken de schroefverbindingen zich minstens uit van één van de flenzen van de stij! tot minstens één van de flenzen van de ligger. Schroefverbindingen op deze locaties geven aanleiding tot een bijzonder stevige hoekverbinding, met een minimaal aantal benodigde
° BE2020/5343 schroefverbindingen. Dusdanig is het verkrijgen van een stevige hoekverbinding eenvoudig, efficiënt en weinig arbeidsintensief.
In sommige uitvoeringsvormen, worden de ligger en de stijl gefixeerd door middel van verlijming, Bij voorkeur, wordt minstens één van de flenzen van de stijl verlijmd met minstens eén van de flenzen van de ligger.
Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm omvat de stij! aan één van de axiale uiteinden een L-vormige uitsparing geschikt voor het opnemen van een dakligger. De draagstructuur van de skeletbouwconstructie is dermate volledig opgehangen aan ononderbroken liggers over de verschillende niveaus waaruit de skeletbouwconstructie beslaat en draagt dermate bij aan de thermisch isolerende eigenschappen van de constructie als geheel. De L-vormige uitsparing welke wordt voorzien zoals hierin beschreven, laat evenwel de bevestiging van een dakligger op de stijl Loe zonder de noodzaak aan complexe verstevigings- of bevestigingselementen. Dermate wordt de uitstekende draagkracht van de platformmethode gecombineerd over alle verdiepingen, inclusief het dak, evenwel de goede thermische isolatie die de balloonmethode biedt.
Bij voorkeur strekt de L-vormige uitsparing zich uit dwars over de lengterichting van de eerste flens en dwars over de lengterichting van de kernplaat, waarbij deze uitsparing reikt tot aan de tweede flens van de stijl. De configuratie zoals hierin beschreven verbetert verder de rigiditeit van de hoekverbinding, ook ter hoogte van het dak, en levert dusdanig een draagstructuur met grote draagkracht en spanwijdte op.
Volgens sommige uitvoeringsvormen, is de draagstructuur voorzien van een geïntegreerde dakopstand in de stijl. In traditionele houtskeletbouw, dient de dakopstand echter ter plaatse te worden voorzien. Dermate voorziet de onderhavige uitvinding ook met betrekking tot de dakopstand voor een verdere verhoging van de efficiëntie.
Volgens sommige uitvoeringsvormen, is de dakligger een samengesteld houtproduct met een I-vormig dwarsprofiel, dit houtproduct omvattende een kernplaat, een eerste en een tweede flens, waarbij de kernplaat, de eerste en de tweede flens in eenzelfde vlak gelegen zijn, en waarbij de kernplaat in diens lengterichting aan weerszijden door één van deze flenzen wordt omgeven.
Bij voorkeur, oriënteren de eerste en de tweede flens van de dakligger zich ten opzichte van elkaar volgens een hoek begrepen tussen 0,1 en 30,0°. Dusdanig laat de draagstructuur toe een hellend dak te vormen met slechts één enkel type dakligger, waar de opbouw van een hellend dak courant een veelvoud aan elementen omvat, en bijzonder complex is. De dakligger zoals hierin beschreven kan echter op maat en vooraf vervaardigd worden, Le. als prefab element op een productiesite. Op de werf zelf beperkt de assemblage van het dak zich bijgevolg tot een aantal minder complexe stappen, wat aanleiding geeft tot een snelle, efficiënte en kwalitatieve opbouw van de dakconstructie. Alle voordelen dewelke de draagstructuur verleent aan de opbouw van een vloer, of aan de opbouw van de skeletbouwconstructie wordt bijgevolg in onderhavige uitvoeringsvorm ook verleend aan de (hellende) dakconstructie.
Meer bij voorkeur, oriënteren de eerste en de tweede flens van de dakligger zich ten opzichte van elkaar volgens een hoek begrepen tussen 0,1 en 25,0%, nog meer bij voorkeur tussen 0,1 en 20,0%, tussen 0,1 en 15,09, meest bij voorkeur tussen 0,1 en 10,09, In sommige uitvoeringsvormen is de neerwaarts georiënteerde flens van de dakligger in hoofdzaak evenwijdig met de ligger van de draagstructuur georiënteerd, ie. in hoofdzaak loodrecht met de stijl. De helling van het dak wordt dermate enkel gevormd door de oriëntatie van de eerste en tweede flens van de dakligger Len opzichte van elkaar, en niet door een afwijkende hoek van de dakligger ten opzichte vande stijl, Bijgevolg wordt ook ter hoogte van de dakopbouw een optimale stabiliteit en draagkracht verkregen.
Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm, omvat de ligger een in hoofdzaak U- vormige uitsparing gelegen tussen diens axiale uiteinden, waarbij deze uitsparing is gedimensioneerd voor het in hoofdzaak dwars opnemen van een secundaire steunbalk, De secundaire steunbalk fungeert als overspanning dwars op de liggers en verbetert verder de algemene rigiditeit en draagkracht van de draagstructuur.
Bij voorkeur is de secundaire steunbalk vervaardigd uit staal of roestvrij staal.
Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm, omvat de draagstructuur één of meerdere damp- en/of luchtdichtingsplaatjes, welke damp- en/of
“0 BE2020/5343 luchtdichtingsplaatjes zijn gepositioneerd in hoofdzaak loodrecht op de lengterichting van de ligger of dakligger, en grenzend aan de eerste flens van de stijl. De damp- en/of luchtdichtingsplaaljes zoals hierin beschreven, sluiten optimaal aan op de T- vormige hoekverbinding volgens de onderhavige uitvinding, en voorzien in een uitstekende damp- en of luchtdichting. Bij voorkeur omvallen de damp- en/of iuchtdichtingsplaatjes één of meerdere uitsparingen geschikt voor het dwars opnemen van de ligger of dakligger. Een goede damp- en/of luchtdichtheid van de houtskeletconstructie garandeert een optimale stabiliteit en draagkracht, en verlengt de levensduur van de houtskeletconstructie, Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een draagstructuur voor een houtskeletconstructie, omvattende de stappen: a. het opstaand en in hoofdzaak loodrecht monteren van een stijl op een hiertoe geschikte ondergrond, de stijl omvattende twee axiale uiteinden, waarbij de stijl wordt gemonteerd op de ondergrond ter hoogte van de eerste axiaal Uiteinde, welke stijl een in hoofdzaak U-vormige uitsparing omvat gelegen tussen diens axiale uiteinden, de in hoofdzaak U-vormige uitsparing omvattende éen liggend vlak en twee opstaande vlakken; b. het koppelen van een ligger aan de stijl, de ligger omvattende twee axiale uiteinden, waarbij de uitsparing van de stijl is gedimensioneerd voor het in hoofdzaak loodrecht opnemen van een axiaal uiteinde van deze ligger, waarbij zich een T-vormige hoekverbinding vormt, deze hoekverbinding omvattende een continue zijde en een discontinue zijde, waarbij de continue zijde van de T-vormige hoekverbinding in hoofdzaak de stijl omvat en de discontinue zijde van de T-vormige hoekverbinding in hoofdzaak de ligger omvat, en waarbij aan en evenwijdig met deze stij ten minste één keper is gekoppeld, welke keper is gelegen buiten het vlak van de T-vormige hoekverbinding, en welke keper de uitsparing overspant; en c. het fixeren van de T-vormige hoekverbinding; en waarbij de T-vormige hoekverbinding wordt gefixeerd door middel van een plaatvormig opspanelement, welk opspanelement tussen een opstaand vlak van de uitsparing in de stijl en de ligger wordt geklemd.
Bij voorkeur betreft de werkwijze zoals hierin beschreven een draagstructuur zoals beschreven in één der voorgaande uitvoeringsvormen. Dermate zijn alle voordelen beschreven in de context van de draagstructuur zelf ook van toepassing op de werkwijze voor de vervaardiging ervan, In het bijzonder heeft de hierin beschreven werkwijze als bijkomend voordeel dat de hierin benodigde elementen alle prefab vervaardigd kunnen worden op een productiesite, ie. los van de werfsite. Bovendien is de assemblage ervan op de werfsite zeer efficiënt uit te voeren, en wordt bijzonder snel een draagkrachtige constructie verkregen, Verscheidene voordelen van de draagstructuur en de werkwijze ter vervaardiging ervan zijn dusdanig een verbeterde rigiditeit van de structuur gecombineerd met een goede thermische isolatie, een grotere draagkracht, een snelle, eenvoudige en efficiënte opbouw, en de mogelijkheid om overspanningen met grote spanwijdte te creëren, In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden of figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
GEDETAILLEERDE FIGUURBESCHRIJVING In de Fig. 1a-1d is een draagstructuur voor een houtskeletconstructie volgens voorliggende uitvinding zichtbaar, welke draagstructuur een stijf 1 en een ligger 2 omvat, welke gekoppeld zijn volgens een T-vormige hoekverbinding 5. Het is duidelijk dat de T-vormige hoekverbinding 5 in wezen uiteenvalt in een continue zijde, alsook een doorlopende zijde, en een discontinue zijde, of dus een zijde welke aan één kant begrensd is. De continue zijde van de T-vormige hoekverbinding 5 bestaat hierbij in hoofdzaak uit de stij! 1, terwijl de discontinue zijde in hoofdzaak de ligger 2 omvat. Teneinde de rigide en sterke T-vormige hoekverbinding 5 te kunnen vormen, omvat de stijl 1 hiertoe een in hoofdzaak U-vormige uitsparing 6 welke gelegen is tussen de beide axiale uiteinden 3,3’ van de stijl 1. Deze in hoofdzaak U- vormige uitsparing 6 wordt aldus gedefinieerd door een liggend vlak 7, welk vlak aldus evenwijdig is met de lengterichting van de stijl 1, en twee opstaande vlakken 8,8’, welke aldus loodrecht staan op de lengterichting van de stij! 1. De U-vormige uitsparing 6 is danig gedimensioneerd dat zij de ligger 2, en meerbepaald een axiaal uiteinde 4 van de ligger 2 in hoofdzaak loodrecht, Le. loodrecht op de lengterichting van de stijl 1, kan opnemen. De draagstructuur omvat tevens ten minste één keper
8, welke keper 9 is gekoppeld aan en evenwijdig met de stijl 1, en is gelegen buiten het vlak van de T-vormige hoekverbinding 5, en welke keper de U-vormige uitsparing & overspant, Fixatie van de T-vormige hoekverbinding 5 wordt verkregen middels de aanwezigheid van een plaatvormig opspanelement 10, dat tussen een opstaand vlak 8' van de uitsparing & in de stijl 1 en de ligger 2 zit geklemd. Het opspanelement 10 zoals getoond in de Fig. 1a-1d betreft een plaatje uit hout of een houtachtig materiaal, mogelijks uit kunststof of metaal. Uit de figuren wordt verder duidelijk dat de stijl 1 en de ligger 2 samengestelde houtproducten met een I-vormig dwarsprofiel kunnen zijn, hiertoe elk omvattende een kernplaat 11, omgeven door twee flenzen 12,12’. De U-vormige uitsparing 6 strekt zich hierbij dwars over de lengterichting van de eerste flens 12 en dwars over de lengterichting van de kernplaat 11 uit, en rijkt tot net aan de tweede flens 12’. Permanente fixatie van de draagstructuur, meerbepaald van de T-vormige hoekverbinding 5 van de stijl 1 en de ligger 2 wordt verkregen middels verlijming en/of schroefverbindingen, welks zich uitstrekken van minstens één van de flenzen 12,12’ van de stijl 1 tot minstens één van de flenzen 12,12’ van de ligger 2. De vorming en verlijming van de T-vormige hoekverbinding 5 wordt hierbij mogelijks uitgevoerd ter hoogte van een tand- en groefverbinding, waarbij de ligger 2 met een tand ter hoogte van diens axiale uiteinde 4 in een groef ter hoogte van de tweede flens 12° van de stij! 1 wordt verlijmd.
In het bijzonder in Fig. 10 wordt een gelijkaardige draagstructuur weergegeven, welke draagstructuur twee kepers 9 omvat. Deze kepers 9 zijn aan weerszijden van destiji 1 gekoppeld, gelegen buiten het vlak van de T-vormige hoekverbinding 5. In Fig. td wordt de draagstructuur weergegeven, welke is voorzien van twee damp- en/of luchtdichtingsplaaljes 15. Deze damp- en/of luchtdichtingsplaatjes 15 zijn voorzien van uitsparingen 18 geschikt voor het dwars opnemen van de ligger 2.
Fig. 2 toont damp- en/of luchtdichtingsplaatjes 15 zoals hierin beschreven, waarin de uitsparingen 16 geschikt voor het dwars opnemen van de ligger 2 duidelijk zichtbaar zijn.
Fig. 3a-3c tonen het perspectivisch aanzicht van een dakligger 14 en een stijl 1 van een draagstructuur volgens de onderhavige uitvinding. De dakligger 14 betreft een samengesteld houtproduct met een I-vormig dwarsprofiel, omvattende een kernplaat 11, een eerste 12 en een tweede flens 12’. De stijl 1 van de draagstructuur omvat een L-vormige, aldus open, uitsparing 13 waarin een dakligger 14 kan worden opgenomen, de open uitsparing 13 zich uitstrekkende dwars over de lengterichting van de eerste Tens 12 en dwars over de lengterichting van de kernplaat 11, reikend tot aan de tweede flens 12° van de stijl 1. De vorming en verlijming van de hoekverbinding ter hoogte van de L-vormige uitsparing 13 wordt hierbij mogelijks uitgevoerd ter hoogte van een tand- en groefverbinding, waarbij de dakligger 14 met een tand ter hoogte van diens axiale uiteinde in een groef ter hoogte van de tweede flens 12° van de stijl 1 wordt verlijmd, In de stijl 1 is tevens een dakopstand 17 verwerkt, welke uitloopt vanaf de tweede flens 12° van de stijl 1. In Fig. 30 wordt de draagstructuur weergegeven, welke is voorzien van twee damp- en/of luchtdichtingsplaatjes 15. Deze damp- en/of luchtdichtingsplaatjes 15 zijn voorzien van uitsparingen 18 geschikt voor het dwars opnemen van de dakligger 14. Fig. 4 toont damp- en/of luchtdichtingsplaatjes 15 zoals hierin beschreven, waarin de uitsparingen 16 geschikt voor het dwars opnemen van de dakligger 14 duidelijk zichtbaar zijn.
Lijst van aangeduide elementen 1 stij! 2 llgger 3,3" axiale uiteinden van de stijl 44 axiale uiteinden van de ligger 5 T-vormige hoekverbinding 6 in hoofdzaak U-vormige uitsparing van de stij! 7 Hggend vlak van de U-vormige uitsparing 8,8’ opstaande vlakken van de U-vormige uitsparing 9 keper 10 plaatvormig opspanelement ii kernplaat 12,12’ eerste en tweede flens 13 L-vormige uitsparing 14 dakligger 15 damp- en/of luchtdichtingsplaatje 16 uitsparingen in het damp- en/of luchtdichtingsplaatje 17 dakopstand

Claims (15)

CONCLUSIES
1. Een draagstructuur voor een houtskeletconstructie, de draagstructuur omvattende minstens een stij! (1} en een ligger {2}, welke stijl en welke ligger eik twee axiale uiteinden (3,3 en 4,4) omvatten, en welke stijl en welke ligger aan elkaar zijn gekoppeld in een T-vormige hoekverbinding (5), deze hoekverbinding omvattende een continue zijde en een discontinue zijde, waarbij de continue zijde van de T-vormige hoekverbinding in hoofdzaak de stijl omvat en de discontinue zijde van de T-vormige hoekverbinding in hoofdzaak de ligger omvat, en waarbij de genoemde stijl een in hoofdzaak U- vormige uitsparing (6) omvat gelegen tussen diens axiale uiteinden, de in hoofdzaak U-vormige uitsparing omvattende éen liggend vlak {7} en twee opstaande vlakken (8,5), en waarbij deze uitsparing is gedimensioneerd voor het in hoofdzaak loodrecht opnemen van een axiaal uiteinde van de ligger, en waarbij de draagstructuur ten minste één keper (9) omvat, welke keper is gekoppeld aan en evenwijdig met de stijl, en is gelegen buiten het vlak van de T-vormige hoekverbinding, en welke keper de uitsparing overspant, met het kenmerk, dat de T-vormige hoekverbinding is gefixeerd door middel van een plaatvormig opspanelement (10), welk opspanelement tussen een opstaand vlak van de uitsparing in de stijl en de ligger is geklemd.
2. De draagstructuur volgens condusie 1, met het kenmerk, dat de stijl (1) en de ligger (2} samengestelde houtproducten met een I-vormig dwarsprofiel zijn, deze houtproducten omvattende een kernplaat (11), een eerste (12) en een tweede Hens {12}, waarbij de kernplaat, de eerste en de tweede Tiens in eenzelfde vlak gelegen zijn, en waarbij de kernplaat in diens lengterichting aan weerszijden door één van deze flenzen wordt omgeven,
3. De draagstructuur volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kernplaat {11}, de eerste (12) en de tweede flens (127 van respectievelijk de stij! (1) en de ligger (2) allen in eenzelfde vlak gelegen zijn.
4, De draagstructuur volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de in hoofdzaak U-vormige uitsparing (6) zich uitstrekt dwars over de lengterichting van de eerste flens (12) en dwars over de lengterichting van de kernplaat (11}, en waarbij deze uitsparing reikt tot aan de tweede flens (12%).
5. De draagstructuur volgens één der voorgaande conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de keper (9) is gekoppeld aan en evenwijdig met de eerste flens (123.
6. De draagstructuur volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de T-vormige hoekverbinding (5) van de stij! (1) en de ligger (2) is gefixeerd door middel van minstens vier schroefverbindingen.
7. De draagstructuur volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de schroefverbindingen zich minstens uitstrekken van éen van de flenzen (12,12" van de stij! (1) tot minstens één van de flenzen (12,12) van de ligger (2).
8. De draagstructuur volgens één der voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de stijl (1) aan één van de axiale uiteinden (3,3) een in hoofdzaak L-vormige uitsparing (13) omvat geschikt voor het opnemen van een dakligger (14).
9, De draagstructuur volgens condlusie 8, met het kenmerk, dat de L-vormige uitsparing (13) zich uitstrekt dwars over de lengterichting van de eerste flens {12} en dwars over de lengterichting van de kernplaat {11}, en waarbij deze uitsparing reikt tot aan de tweede flens (127).
10. De draagstructuur volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de dakligger {14} een samengesteld houtproduct met een I-vormig dwarsprofiel is, dit houtproduct omvattende een kernplaat (11), een eerste (12) en een tweede flens (12), waarbij de kernplaat, de eerste en de tweede flens in eenzelfde vlak gelegen zijn, en waarbij de kernplaat in diens lengterichting aan weerszijden door één van deze flenzen wordt omgeven.
il. De draagstructuur volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de eerste (12) en de tweede flens (12) van de dakligger (14) zich ten opzichte van elkaar oriënteren volgens een hoek (a) begrepen tussen 0,1 en 30,0°.
12.De draagstructuur volgens één der voorgaande conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de ligger (2) een in hoofdzaak U-vormige uitsparing omvat gelegen tussen diens axiale uiteinden (4,4), waarbij deze uitsparing is gedimensioneerd voor het in hoofdzaak dwars opnemen van een secundaire steunbalk, 40
13.De draagstructuur volgens één der voorgaande conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de draagstructuur één of meerdere damp- en/of luchidichtingspiaaties (15) omvat, welke damp- en/of luchtdichtingsplaatjes zijn gepositioneerd in hoofdzaak loodrecht op de lengterichting van de ligger (2) of dakligger (14) en grenzend aan de eerste flens van de stij! {1}.
i4.Een werkwijze voor het vervaardigen van een draagstructuur voor een houtskeletconstructie, omvattende de stappen: a. het opstaand en in hoofdzaak loodrecht monteren van een stijl op een hiertoe geschikte ondergrond, de stijl omvattende twee axiale uiteinden, waarbij de stijl wordt gemonteerd op de ondergrond ter hoogte van het eerste axiaal uiteinde, welke stijl een in hoofdzaak U- vormige uitsparing omvat gelegen [ussen diens axiale uiteinden, de in hoofdzaak U-vormige uitsparing omvattende één liggend vlak en twee opstaande vlakken; b. het koppelen van een ligger aan de stijl, de ligger omvattende twee axiale uiteinden, waarbij de uitsparing van de stij! is gedimensioneerd voor het in hoofdzaak loodrecht opnemen van een axiaal uiteinde van deze ligger, waarbij zich een T-vormige hoekverbinding vormt, deze hoekverbinding omvattende een continue zijde en een discontinue zijde, waarbij de continue zijde van de T-vormige hoekverbinding in hoofdzaak de stijl omvat en de discontinue zijde van de T-vormige hoekverbinding in hoofdzaak de ligger omvat, en waarbij aan en evenwijdig met de stij! ten minste één keper is gekoppeld, welke keper is gelegen buiten het vlak van de T-vormige hoekverbinding, en welke keper de uitsparing overspant; en c. het fixeren van de T-vormige hoekverbinding; met het kenmerk, dat de T-vormige hoekverbinding wordt gefixeerd door middel van een plaatvormig opspanelement, welk opspanelement [ussen een opstaand vlak van de uitsparing in de stijl en de ligger wordt geklemd.
15.De werkwijze volgens conclusie lé, waarbij de draagstructuur een draagstructuur is volgens één der conclusies 1-13.
BE20205343A 2020-05-15 2020-05-15 Draagstructuur voor een houtskeletconstructie en werkwijze voor het vervaardigen ervan BE1028308B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205343A BE1028308B1 (nl) 2020-05-15 2020-05-15 Draagstructuur voor een houtskeletconstructie en werkwijze voor het vervaardigen ervan

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205343A BE1028308B1 (nl) 2020-05-15 2020-05-15 Draagstructuur voor een houtskeletconstructie en werkwijze voor het vervaardigen ervan

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028308A1 BE1028308A1 (nl) 2021-12-09
BE1028308B1 true BE1028308B1 (nl) 2021-12-16

Family

ID=70861169

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205343A BE1028308B1 (nl) 2020-05-15 2020-05-15 Draagstructuur voor een houtskeletconstructie en werkwijze voor het vervaardigen ervan

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1028308B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1019500A3 (nl) * 2010-06-04 2012-08-07 Eco Home Bvba Draagstructuur voor een houtskeletconstructie en werkwijze voor het vervaardigen van zulke draagstructuur.
DE102016113369A1 (de) * 2016-07-20 2018-01-25 Andre ter Huurne Gebäudesystem, insbesondere Wohn- oder Arbeitsgebäude
WO2018198145A1 (en) * 2017-04-28 2018-11-01 Leapfactory S.R.L. Construction system for structural frameworks of buildings

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2006241938A (ja) 2005-03-07 2006-09-14 Eiraku Tochi Tatemono Kk 通し柱と梁との連結金具および木造建築物の軸組構造体

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1019500A3 (nl) * 2010-06-04 2012-08-07 Eco Home Bvba Draagstructuur voor een houtskeletconstructie en werkwijze voor het vervaardigen van zulke draagstructuur.
DE102016113369A1 (de) * 2016-07-20 2018-01-25 Andre ter Huurne Gebäudesystem, insbesondere Wohn- oder Arbeitsgebäude
WO2018198145A1 (en) * 2017-04-28 2018-11-01 Leapfactory S.R.L. Construction system for structural frameworks of buildings

Also Published As

Publication number Publication date
BE1028308A1 (nl) 2021-12-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2009235956B2 (en) Structural building components and method of constructing same
EP2561153B1 (en) Bolted steel connections with 3-d jacket plates and tension rods
CA2956534C (en) Structural engineered wood rim board for light frame construction
US3079649A (en) Beams and building components
CN105189884A (zh) 模块化建筑***
US5301486A (en) Bracing system
TW201002918A (en) Module with moment frame and composite panels for a building structure
US11788271B2 (en) Reinforced stud-framed wall
WO1997022766A1 (fr) Elements structurels
CN1140221A (zh) 木结构建筑物的结构件和地板结构、屋顶结构及其构筑施工方法
US20070107367A1 (en) Structural support beams
BE1028308B1 (nl) Draagstructuur voor een houtskeletconstructie en werkwijze voor het vervaardigen ervan
US4294050A (en) Truss-framed building structures
CN115715345A (zh) 工程木结构***
US20040226255A1 (en) Composite beam
JPH10219818A (ja) 中スパン木造合理化建築物
AU2021200695B2 (en) Composite Timber Components
JP2014055406A (ja) 木製梁
EP1811097A2 (en) Building element
RU2502851C1 (ru) Большепролетная пространственная система покрытия здания
JP2023058304A (ja) 木質架構および建物の骨組み
CA3225599A1 (en) A composite floor beam
JP2012184557A (ja) 木質系山形アーチ屋根構造
Aihara et al. A hybrid structure consisting of a steel beam string structure and a wooden hyperbolic paraboloidal shell reinforced by aramid fiber sheets
JPH06200557A (ja) 木質プレファブ建築の補助構面接合構造

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20211216