BE1028045B1 - Dynamische lichttegel - Google Patents

Dynamische lichttegel Download PDF

Info

Publication number
BE1028045B1
BE1028045B1 BE20205080A BE202005080A BE1028045B1 BE 1028045 B1 BE1028045 B1 BE 1028045B1 BE 20205080 A BE20205080 A BE 20205080A BE 202005080 A BE202005080 A BE 202005080A BE 1028045 B1 BE1028045 B1 BE 1028045B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cloth
profile
tile element
fabric
chassis
Prior art date
Application number
BE20205080A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028045A1 (nl
Inventor
Dirk Urbain Deleu
Michiel Jacques Lesage
Original Assignee
Aluvision N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Aluvision N V filed Critical Aluvision N V
Priority to BE20205080A priority Critical patent/BE1028045B1/nl
Priority to PCT/IB2021/051035 priority patent/WO2021161166A1/en
Publication of BE1028045A1 publication Critical patent/BE1028045A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028045B1 publication Critical patent/BE1028045B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21SNON-PORTABLE LIGHTING DEVICES; SYSTEMS THEREOF; VEHICLE LIGHTING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLE EXTERIORS
    • F21S2/00Systems of lighting devices, not provided for in main groups F21S4/00 - F21S10/00 or F21S19/00, e.g. of modular construction
    • F21S2/005Systems of lighting devices, not provided for in main groups F21S4/00 - F21S10/00 or F21S19/00, e.g. of modular construction of modular construction
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V1/00Shades for light sources, i.e. lampshades for table, floor, wall or ceiling lamps
    • F21V1/14Covers for frames; Frameless shades
    • F21V1/143The cover being attached to a supporting lampshade frame
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V1/00Shades for light sources, i.e. lampshades for table, floor, wall or ceiling lamps
    • F21V1/14Covers for frames; Frameless shades
    • F21V1/16Covers for frames; Frameless shades characterised by the material
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F13/00Illuminated signs; Luminous advertising
    • G09F13/04Signs, boards or panels, illuminated from behind the insignia
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F13/00Illuminated signs; Luminous advertising
    • G09F13/04Signs, boards or panels, illuminated from behind the insignia
    • G09F13/0418Constructional details
    • G09F13/0468Signs, boards or panels with tensioned or flexible display surface
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F15/00Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like
    • G09F15/0006Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like planar structures comprising one or more panels
    • G09F15/0025Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like planar structures comprising one or more panels display surface tensioning means
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES F21K, F21L, F21S and F21V, RELATING TO THE FORM OR THE KIND OF THE LIGHT SOURCES OR OF THE COLOUR OF THE LIGHT EMITTED
    • F21Y2105/00Planar light sources
    • F21Y2105/10Planar light sources comprising a two-dimensional array of point-like light-generating elements
    • F21Y2105/12Planar light sources comprising a two-dimensional array of point-like light-generating elements characterised by the geometrical disposition of the light-generating elements, e.g. arranging light-generating elements in differing patterns or densities
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES F21K, F21L, F21S and F21V, RELATING TO THE FORM OR THE KIND OF THE LIGHT SOURCES OR OF THE COLOUR OF THE LIGHT EMITTED
    • F21Y2115/00Light-generating elements of semiconductor light sources
    • F21Y2115/10Light-emitting diodes [LED]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)
  • Non-Portable Lighting Devices Or Systems Thereof (AREA)

Abstract

Set (1) van ten minste één tegelelement (2) en ten minste één doekprofiel (3) voor het opbouwen van een modulaire lichtconstructie waarvan een frontale zijde een lichtvlak omvat, waarbij elk tegelelement (2) een chassis (4) omvat dat een voorzijde heeft die voorzien is van een verlichtingsmodule (5), waarbij elke voorzijde voorzien is om een segment in het lichtvlak in de modulaire lichtconstructie te vormen en waarbij elk chassis (4) ter plaatste van zijn perifere rand meerdere verbindingsvlakken (6) heeft, waarbij elk verbindingsvlak (6) verbindbaar is met een verbindingsvlak van een grenzend tegelelement, en waarbij het ten minste één doekprofiel (3) verbindbaar is ter plaatste van verbindingsvlakken (6) uit de meerdere verbindingsvlakken die de frontale zijde begrenzen zodanig dat een doek (7) monteerbaar is voor het lichtvlak.

Description

Dynamische lichttegel De uitvinding heeft betrekkmg op dynamische lichtconstructies.
Lichtconstructies worden gebruikt voor tentoonstellingsstanden en zijn bekend uit BE1026256A1. Dit document beschrijft een bekende verlichtingsstructuur omvattende een frame met minstens twee draagstructuren en een printplaat voorzien van ledlampen.
Het frame wordt gevormd door vier kaderelementen die samen een vierkant frame vormen.
De draagstructuren strekken zich uit tussen twee van de vier kaderelementen.
De verlichtngsstructuur omvat verder ten minste twee draagprofielen voor de printplaat.
De draagprofielen zijn via minstens één bevestigmgselement losmaakbaar bevestigbaar aan de draagstructuren.
Een doek of doorzichtige plaat wordt voor de printplaat gespannen om met behulp van de ledlampen die voorzien zijn op een printplaat het doek te belichten.
Een nadeel is dat de bekende verlichtinesstructuur steeds op maat vervaardigd dient te worden, dit is complex, arbeidsintensief en duur.
Bovendien is de verlichtingsstructuur na afloop van bijvoorbeeld een beurs niet of slechts gedeeltelijk herbruikbaar.
Een verder nadeel van de bekende verlichtingsstructuur is dat ook de opbouw van de verlichtingsstructuur arbeidsmtensief is.
Het is een doel van de uitvinding een dynamische lichtconstructie te voorzien waarvan de modulariteit en de uitwisselbaarheid van onderdelen in de constructie verbeterd is.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een set van ten minste één tegelelement en ten minste één doekprofiel voor het opbouwen van een modulaire lichtconstructie waarvan een frontale zijde een lichtvlak omvat, waarbij elk tegelelement een chassis omvat dat een voorzijde heeft die voorzien 1s van een verlichtingsmodule, waarbij elke voorzijde voorzien is om een segment in het lichtvlak in de modulaire lichtconstructie te vormen en waarbij elk chassis ter plaatste van zijn perifere rand meerdere verbindmgsvlakken heeft, waarbij elk verbindmgsvlak verbindbaar is met een verbindmgsvlak van een grenzend tegelelement, en waarbij het ten minste één doekprofiel verbindbaar is ter plaatste van verbindingsvlakken uit de meerdere verbindingsvlakken die de frontale zijde begrenzen zodanig dat een doek monteerbaar is voor het lichtvlak.
Doordat het chassis van elk tegelelement voorzien is van meerdere verbindingsvlakken die zowel met een verbindingsvlak van een chassis van een verder tegelelement als met een doekprofiel verbindbaar zijn, worden meerdere voordelen bekomen.
Het tegelelement kan aan een grenzend tegelelement verbonden worden.
Dit laat toe om lichtvlakken van de modulaire lichtconstructie in een uiteenlopend en groot aantal vormen en afmetingen te realiseren.
Hierdoor wordt de modulariteit van de modulaire lichtconstructie verbeterd.
Het doekprofiel kan vervolgens aan een verbindingsvlak verbonden worden om de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie te begrenzen.
Een verder voordeel is dat de tegelelementen en het doekprofiel uitwisselbaar zijn doordat zowel een tegelelement als een doekprofiel ter plaatste van de perifere rand verbonden kunnen worden. Meer bepaald kan eender welk tegelelement op eender welke positie in de modulaire lichtconstructie geplaatst worden en kan bovendien een doekprofiel vervolgens de frontale zijde daarvan begrenzen.
Hierdoor wordt het aantal verschillende onderdelen dat nodig is om een modulaire lichtconstructie op te bouwen noemenswaardig verminderd. Door het verminderde aantal onderdelen wordt niet alleen de montage van de modulaire lichtconstructie vereenvoudigd maar wordt ook de tijd die nodig 1s voor de montage daarvan verminderd. Doordat de tegelelementen alsook de doekprofielen uitwisselbaar zijn, zijn deze bovendien herbruikbaar. Meer bepaald kan de modulaire lichtconstructie na gebruik daarvan, op bijvoorbeeld een beurs, gedemonteerd worden en kunnen de tegelelementen en doekprofielen voor een andere modulaire lichtconstructie worden gebruikt. De verbindingsvlakken laten bij voorkeur additioneel ook toe om de tegelelementen te verbinden met conventionele standenbouwelementen zoals bijvoorbeeld frameprofielen. Hierdoor is het ten minste één tegelelement en doekprofiel compatibel met de bekende beursconstructies waardoor de modulaire inzetbaarheid van de tegelelementen en doekprofielen verder verbeterd wordt.
Bij voorkeur omvat het ten minste één doekprofiel een koppelvlak en een doekbevestigingsmiddel, waarbij het koppelvlak ingericht is om ter plaatste van een verbindingsvlak verbonden te worden en waarbij het doekbevestigimgsmiddel gekoppeld is aan het koppelvlak zodanig dat het doek monteerbaar is in een doekbevestigingspositie waarin het doek op een nagenoeg loodrechte afstand van de voorzijde monteerbaar is. Wanneer het doek op een nagenoeg loodrechte afstand van de voorzijde is gemonteerd zal de ten minste één verlichtingsmodule van een tegelelement het doek op uniforme wijze belichten. Dit verhoogt de visuele uniformiteit van de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie. Bij voorkeur is de loodrechte afstand nagenoeg gelijk over een nagenoeg geheel oppervlak van het lichtvlak.
Bij voorkeur omvat het doekbevestigmgsmiddel, gezien in doorsnede, twee bevestigmgsbenen die zich nagenoeg evenwijdig en op een afstand van elkaar uitstrekken zodanig dat de twee bevestiginesbenen een groef begrenzen waarin een rand van het doek bevestigbaar is. Bij voorkeur ligt één van de twee bevestigingsbenen in het verlengde en wordt het integraal gevormd met het koppelvlak. Dit laat toe om het doek op eenvoudige wijze te bevestigen m het doekprofiel.
Hiermee wordt de montage van de modulaire lichtconstructie verder vereenvoudigd.
Bij voorkeur is een vlak van ten minste één bevestigingsbeen dat de groef begrenst voorzien van een antislipstructuur. Door een vlak van een bevestigmgsbeen te voorzien van een antislipstructuur vermindert de kans dat het doek uit de groef glijdt. Dit verbetert de robuustheid van de modulaire lichtconstructie zonder dat een monteur hierbij bijkomstige handelingen dient uit te voeren. Bij voorkeur omvat het doekbevestigingsmiddel een klem.
Bij voorkeur is het ten minste één doekprofiel verbindbaar ter plaatste van een verbindingsvlak via een bevestigingsmiddel. Dit laat toe om het ten minste één doekprofiel op robuuste wijze te bevestigen aan een verbindingsvlak waardoor de modulaire lichtconstructie steeds op solide wijze opgebouwd kan worden.
Bij voorkeur is het ten minste één doekprofiel voorzien om nagenoeg de gehele lengte van een perifere rand van de frontale zijde te bekleden wanneer het ten minste één doekprofiel bevestigd is. Dit laat toe om het doek op uniforme wijze voor het lichtvlak te monteren.
Bij voorkeur is de afstand ten minste 10 mm, bij voorkeur ten minste 20 mm, verder bij voorkeur ten minste 30 mm. Hierdoor wordt het licht dat uitgestraald wordt door de verlichtmgsmodule ten minste deels gediffuseerd waardoor een toekijker een uitlijning van de verlichtingsmodule minder waameemt. Dit verhoogt verder de visuele uniformiteit van de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie.
Bij voorkeur heeft elk verbindingsvlak verbindingsmiddelen die complementair zijn met verbindingsmiddelen aan een grenzend tegelelement zodanig dat elk verbindingsvlak verbindbaar is met een overeenstemmend verbindingsvlak van een aanliggend tegelelement. Dit verhoogt het gebruiksgemak en laat de monteur toe om de modulaire lichtconstructie op eenvoudige wijze op te bouwen.
Bij voorkeur omvat de verlichtingsmodule ten minste één ledmodule. Bij voorkeur strekt de ten minste één ledmodule zich nagenoeg over een geheel oppervlak van de voorzijde uit. Dit verhoogt verder de visuele uniformiteit van de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie.
Bij voorkeur is een dot-pitch van de ledmodule bij voorkeur groter dan 5.00 mm, meer bij voorkeur groter is dan 8.00 mm, met de meeste voorkeur groter is dan 12.00 mm. Een voordeel hiervan is gebaseerd op het inzicht dat wanneer de leds zich op een afstand van het doek bevinden een toekijker, omwille van de diffusie van licht, de individuele leds niet langer door de toekijker worden gezien. Dit laat aldus toe om een visuele uniformiteit op optimale en kosten-efficiënte wijze te bereiken.
Bij voorkeur is een dot-pitch van de ledmodule bij voorkeur kleiner dan 50 mm, meer bij voorkeur kleiner dan 40 mm, met de meeste voorkeur kleiner dan 30 mm. Door de dot-pitch te groot te maken, kan een toekijker de individuedele leds van de ledmodule zien waardoor de mdruk van een ongewenst gefragmenteerd beeld gewekt wordt.
Bij voorkeur heeft elk tegelelement verder een stuurmodule voor het aansturen van de ledmodule. Verder bij voorkeur zijn de verschillende stuurmodules van de tegelelementen in de modulaire lichtconstructie gekoppeld met een centrale processor die elke stuurmodule voorziet van individuele stuursignalen om een vooraf bepaalde visuele voorstelling over verschillende ledschermen in de modulaire constructie weer te geven. Door elk tegelelement te voorzien van een stuurmodule, wordt de modulariteit verhoogd. De stuurmodules worden aangestuurd door een centrale processor om een visuele voorstelling op het doek te wijzigen. Dit laat toe om op relatief eenvoudige wijze de indruk te creëren dat een weergave op het doek beweegt. Meer bepaald kan een groep leds van ledmodule aangestuurd worden om slechts een deel van het doek te verlichten, bijvoorbeeld om een bliksemschicht dat geprint is op het doek sporadisch te verlichten waardoor de indruk gecreëerd wordt dat een storm woedt op het doek.
Bij voorkeur omvat de modulaire lichtconstructie een doek dat bevestigbaar is aan het ten minste één doekprofiel, waarbij een afmeting en vorm van het doek gerelateerd is aan een afmeting en vorm van de frontale zijde. Het doek 1s bij voorkeur voorzien van een print. Hierdoor zal de modulaire lichtconstructie twee standen hebben. In een eerste stand zal de verlichtingsmodule niet aan staan. In deze eerste stand zal nog steeds het doek met de print zichtbaar zijn voor een toekijker zodat de toekijker alle informatie op het doek kan beschouwen. In de tweede stand zal de verlichtingsmodule werken en het doek al dan niet dynamisch verlichten. Hierdoor zal dezelfde informatie op het doek voor de toekijker zichtbaar zijn dan m de eerste stand, maar zal het doek dynamisch verlicht worden zodat de toekijker visueel geanimeerd wordt en/of zodat bepaalde informatie op het doek geaccentueerd wordt.
Bijzonder voordelige uitvoeringsvormen van een set van ten minste één tegelelement en ten minste één doekprofiel voor het opbouwen van een modulaire lichtconstructie volgens de uitvinding zijn het onderwerp van bijgevoegde afhankelijke conclusies, en/of kunnen volgen uit de onderstaande figuurbeschrijving.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening laat: figuur 1 een dwarsdoorsnede van een aan elkaar verbonden tegelelement en doekprofiel volgens een uitvoeringsvorm zien; figuren 2 een perspectief zicht zien van een uitvoeringsvorm van aan elkaar verbonden tegelelementen en doekprofielen met een daaraan verbonden doek; figuur 3 een perspectief zicht zien van een uitvoeringsvorm van een doekprofiel. figuur 4 een dwarsdoorsnede zien van een uitvoeringsvorm van een modulaire lichtconstructie die aan een beursstand verbonden is;
figuur 5 cen perspectief zicht zien van een uitvoeringsvorm van een modulaire lichtconstructie die opgebouwd is uit meerder tegelelementen en meerdere doekprofielen; figuren 6A, 6B, 6C een dwarsdoorsnede zien van aan elkaar verbonden tegelelementen en doekprofielen volgens alternatieve uitvoeringsvormen: 5 figuren 7A, 7B, 7C, 7D een dwarsdoorsnede zien van verdere alternatieve uitvoeringsvormen van een tegelelement, een doekprofiel en een doekbevestigingsmiddel; figuren 8A, 8B, 8C, 8D een dwarsdoorsnede zien van een uitvoerimgsvorm waarbij twee tegelelementen 2a, 2b, op alternatieve wijze, aan elkaar verbindbaar zijn.
De volgende gedetailleerde beschrijving is gericht op bepaalde specifieke uitvoeringsvormen, de leer hierin kan echter op verschillende manieren worden toegepast. In de tekeningen is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.
De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen de uitvinding is echter niet daartoe beperkt, maar alleen door de conclusies.
Zoals hierin gebruikt, omvatten de enkelvoudsvorm "een", “het” en "de" zowel de enkelvouds- als meervoudsreferenties tenzij de context duidelijk anders dicteert.
De termen "omvattende", "omvat" en "samengesteld uit" zoals hierin gebruikt, zijn synoniem met "inclusief", "omvat" of "bevattend", "bevat". De termen "omvattende", "omvat" en "samengesteld uit" bij het verwijzen naar genoemde componenten, elementen of werkwijzestappen omvatten ook uitvoeringsvormen die "bestaan uit" de componenten, elementen of werkwijzestappen.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en verdere m de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen vergelijkbare elementen en niet noodzakelijkerwijs voor het beschrijven van een opeenvolgende of chronologische volgorde, tenzij dit gespecificeerd is. Het 1s duidelijk dat de aldus gebruikte termen onderling uitwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen werken in andere volgorde dan hierin beschreven of geïllustreerd.
Verwijzing in deze specificatie naar "één uitvoering", "een uitvoering", "sommige aspecten", "een aspect" of "een aspect" betekent dat een bepaald kenmerk, structuur of kenmerk dat beschreven 1s In verband met de uitvoering of aspect is opgenomen in ten minste een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. De verschijningsvormen van de zinnen "in één uitvoering", "in een uitvoering", "sommige aspecten", "een aspect" of "één aspect" op verschillende plaatsen in deze specificatie verwijzen dus niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoering of aspecten. Verder kunnen de specifieke kenmerken, structuren of kenmerken op elke geschikte wijze worden gecombineerd, zoals voor een vakman op dit gebied duidelijk zal zijn, in een of meer uitvoeringsvormen of aspecten. Verder zijn, hoewel sommige hierin beschreven uitvoermgsvormen of aspecten enkele maar geen andere kenmerken omvatten die in andere uitvoeringsvormen of aspecten zijn opgenomen, combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen of aspecten bedoeld om binnen de context van de uitvinding te vallen en om verschillende uitvoeringsvormen of aspecten te vormen, zoals zou worden begrepen door de vakman. In de bijgevoegde conclusies kunnen bijvoorbeeld alle kenmerken van de geclaimde uitvoeringsvormen of aspecten in elke combinatie worden gebruikt.
In de context van deze aanvrage is een dot-pitch gedefinieerd als een hartafstand tussen pixels op een weergavescherm. Wanneer deze hartafstand niet constant is, zal dot-pitch gedefinieerd zijn als de gemiddelde hartafstand tussen aangrenzende pixels. Met andere woorden, dot-pitch is een kenmerk om de nauwkeurigheid van een weergavescherm aan te tonen.
Figuur 1 toont een doorsnede van een tegelelement 2 waaraan een doek 7 via een doekprofiel bevestigd is. Het tegelelement vormt zo een frontale zijde van een modulaire lichtconstructie Het tegelelement 2 omvat een chassis 4. Het chassis 4 vormt een frame waarmee het tegelelement 2 in de modulaire lichtconstructie geïntegreerd kan worden. Hiertoe heeft het chassis 4 ter plaatste van zijn perifere rand een verbindingsvlak 6. Het verbindingsvlak 6 is verbindbaar met een verbindingsvlak van een grenzend tegelelement, deze uitvoermgsvorm wordt hieronder diepgaander beschreven met betrekking tot figuren 2, 4 en 5. Het verbindmgsvlak 6 strekt zich uit onder een nagenoeg rechte hoek van nagenoeg 90° ten opzichte van de voorzijde van het chassis 4.
Het chassis 4 omvat verder cen voorzijde die voorzien is van een verlichtingsmodule 5. De voorzijde is voorzien om een segment in het lichtvlak van de modulaire lichtconstructie te vormen, deze uitvoeringsvorm wordt verder uitvoerig met betrekking tot figuren 2 en 5 besproken. In een voorkeursuitvoermgsvorm omvat de verlichtmodule 5 ten minste één ledmodule. De ten minste één ledmodule strekt zich bij voorkeur nagenoeg over een geheel oppervlak van de voorzijde uit, zoals geillustreerd in figuren 2, 4 en 5. Dit verhoogt de visuele uniformiteit van voorzijde van het tegelelement 2.
Figuur | illustreert verder dat een doekprofiel 3 verbindbaar is ter plaatste van het verbindmgsvlak 6. Het doekprofiel 3 1s verbindbaar ter plaatste van het verbindingsvlak 6 zodanig dat een doek 7 monteerbaar 1s voor het lichtvlak. Met andere woorden, een doek 7 kan door verbinding met de doekprofielen evenwijdig en op een afstand van het lichtvlak van de verlichtingsmodule bevestigd worden. Het doekprofiel 3 is voorzien om een doek 7 voor het zichtvlak te monteren. In de uitvoeringsvorm van figuur 1 is het doekprofiel 3 rechtstreeks verbonden aan het verbindingsvlak 6. Het zal echter duidelijk zijn dat volgens alternatieve uitvoeringsvormen geillustreerd in figuren 2 en 6, het doekprofiel 3 op verschillende manieren aan het chassis 4 verbonden kan worden, ter plaatse van het verbindingsvlak. Ter plaatse van het verbindingsvlak is gedefinieerd als tegen, rakend aan of in de nabijheid van het verbindingsvlak.
Zo kan het doekprofiel aan de frontale zijde, een dorsale zijde en aan een verbindingsvlak 6 van het chassis 4 verbonden zijn.
De genoemde altematieve uitvoeringsvormen worden hieronder diepgaander beschreven.
Figuur 2 illustreert een perspectief zicht van een frontale zijde van een modulaire lichtconstructie die gevormd wordt door vier tegelelementen en vier doekprofielen, waarbij een doek 7 deels weggesneden is geïllustreerd.
De frontale zijde is aangeduid met de pijl A en vormt een oppervlak van de modulaire lichtconstructie dat bij de opstelling van de modulaire lichtconstructie zichtbaar is voor het publiek.
Figuur 2 illustreert in het bijzonder een modulaire lichtconstructie waarbij meerdere tegelelementen 2a, 2b, 2c, 2d aan elkaar verbonden zijn, meer bepaald vier tegelelementen.
Het zal duidelijk zijn dat ook meer dan vier tegelelementen kunnen voorzien zijn, zoals hieronder in de uitvoeringsvorm met betrekking tot figuur 5 is geïllustreerd.
Elk chassis van de respectievelijke tegelelementen 2a, 2b, 2c, 2d heeft ter plaatste van zijn perifere rand meerdere verbindingsvlakken 6al, 6a2, 633, 6a4, 6ba, 6b2, … , 6d4. Bij voorkeur heeft elk tegelelement vier verbindingsvlakken.
Het is echter duidelijk voor de vakman dat uitvoeringsvormen met meer of minder dan vier eerste verbindingsvlakken ook mogelijk zijn.
De verbindingsvlakken lopen bij voorkeur rondom de volledige perifere rand van een tegelelement.
Hierdoor is er in het geval dat een tegelelement verbonden is aan een grenzend tegelelement een maximaal contactoppervlak waardoor de structurele mtegriteit van de opgebouwde modulaire lichtconstructie verbeterd wordt.
Optioneel kan een verbindingsvlak meerdere verbindingsvlakgedeeltes (miet geillustreerd) omvatten die bijvoorbeeld gescheiden zijn door een uitsparing.
Een dergelijke optionele uitvoeringsvorm 1s lichter ten opzichte van de voorkeursuitvoeringsvorm.
Elk verbindingsvlak is verbindbaar met een verbindingsvlak van een grenzend tegelelement.
Deze uitvoeringsvorm is verder geillustreerd in figuur 4. Meer bepaald 1s, in de geïllustreerde uitvoeringsvorm van figuur 2, tegelelement 2a via verbindingsvlak 6a2 verbonden met verbindingsvlak 6b4 van tegelelement 2b.
Het is duidelijk dat de tegelelementen 2b, 2c, en 2d op hun beurt onderling verbonden zijn.
Hierdoor is de modulaire lichtconstructie in een uiteenlopend en een groot aantal vormen en afmetingen te realiseren.
Zoals getoond in figuur 2 kunnen de tegelelementen bijvoorbeeld gebruikt worden om een rechthoekige frontale zijde te vormen.
Bij voorkeur is het doekprofiel zodanig verbonden met het verbindmgsvlak dat het geheel van chassis en doekprofiel binnen de modulaire afmetingen van een standenbouwconstructie valt.
Dit laat eenvoudige mtegratie toe van de modulaire lichtconstructie in een stand toe.
Daarbij bevindt het doekprofiel zich bij voorkeur op de randen van de modulaire elementen zodat het doek mooi grenzend aan andere standelementen kan gemonteerd worden.
Anders gezegd zijn de doekprofielen zo voorzien dat ze binnen de modulaire maat blijven en aldus geïntegreerd kunnen worden in een stand die volgens deze modulaire maat opgebouwd is.
Elke voorzijde van elk tegelelement 2a, 2b, 2c, 2d vormt een segment in het lichtvlak van de modulaire lichtconstructie. De voorzijde is bij voorkeur rechthoekig. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm is elke voorzijde voorzien van een ledmodule die zich nagenoeg over een geheel oppervlak van de voorzijde uitstrekt. Het zal echter duidelijk zijn, zoals geillustreerd in figuur 5, dat een voorzijde van een tegelelement meerdere ledmodules omvat, bijvoorbeeld vier ledmodules. Deze uitvoeringsvorm wordt hieronder uitvoerig besproken.
Figuur 2 illustreert verder dat ten minste één doekprofiel verbindbaar is ter plaatse van verbindingsvlakken uit de meerdere verbindingsvlakken die de frontale zijde van de modulaire constructie begrenzen. Meer bepaald, zijn in de geïllustreerde uitvoeringsvorm vier doekprofielen 3a, 3b, 3c, 3d ter plaatste van de verbindingsvlakken 6al, 6b1, 6b2, 6c2, 6c3 etc. verbonden. Deze uitvoeringsvormen worden hieronder uitvoerig besproken en zijn geillustreerd in figuur 6. De doekprofielen 3a, 3b, 3c, 3d zijn met name ter plaatste van de vrije verbindingsvlakken 6al, 6b1, 6b2, 6c2, 6c3, … , 6a4 van de tegelelementen verbindbaar die het lichtvlak van de modulaire constructie vormen. Met andere woorden, de doekprofielen zijn verbindbaar ter plaatse van de verbindingsvlakken die niet verbonden zijn met een grenzend tegelelement. De doekprofielen begrenzen aldus het lichtvlak dat gevormd wordt door de voorzijdes van de tegelelementen 2a, 2b, 2c, 2d.
Volgens een uitvoeringsvorm is één doekprofiel 3a verbindbaar met de verbindingsvlakken 6al en 6b2. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm is een doekprofiel 3b verbindbaar met een dorsale zijde van een chassis van een tegelelement. In figuur 2 1s doekprofiel 3b met name verbonden met de dorsale zijde van tegelelementen 2b en 2c. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is een doekprofiel 3c verbindbaar met een frontale zijde van een tegelelement. In figuur 2 is doekprofiel 3c met name verbonden aan de frontale zijde van tegelelementen 2c en 2d. Bovengenoemde uitvoeringsvormen worden hieronder uitvoerig besproken met betrekking tot figuur 6. Doordat doekprofielen op verschillende wijzen aan een tegelelement verbindbaar zijn wordt de modulariteit alsook de uitwisselbaarheid daarvan verbeterd. Dit verhoogt het gebruiksgemak tijdens het opbouwen en het ontwerpen van de modulaire lichtconstructie.
Een doekprofiel 3a, 3b, 3c, 3d bekleedt bij voorkeur een nagenoeg gehele lengte van een perifere rand van de frontale zijde wanneer het doekprofiel bevestigd is. Dit laat toe om het doek op uniforme wijze voor het lichtvlak te monteren. Een alternatieve uitvoermgsvorm waaruit duidelijk zal zijn dat de perifere rand in lengte kan verschillen afhankelijk van de vorm en/of afmeting van de modulaire lichtconstructie 1s geillustreerd in figuur 5. Optioneel kan het doekprofiel slechts een deel van de lengte van de perifere rand van de frontale zijde bekleden of kunnen meerdere doekprofielen ter plaatse van eenzelfde perifere rand verbonden zijn. Figuur 3 illustreert een perspectief zicht van een doekprofiel 3 volgens een uitvoeringsvorm. Het doekprofiel 3 omvat een koppelvlak 8 en een doekbevestigingsmiddel 9. Het koppelvlak 8 is ingericht om ter plaatste van een verbindingsvlak (niet getoond) verbonden te worden. Het koppelvlak 8 is hiertoe voorzien van een aanslagvlak 8a. Het aanslagvlak 8a zal bij het verbinden van het doekprofiel 8 grenzen aan een zijde van het tegelelement. Dit kan, zoals hierboven aangegeven een frontale of dorsale zijde zijn of kan het verbindingsvlak 6 van het tegelelement zijn. Meerdere uitvoermgsvormen van het koppelvlak 8 worden met betrekking tot figuur 6 uitvoerig beschreven. Het koppelvlak 8 kan voorzien zijn van een doorvoeropening 15 waarin een bevestigingsmiddel 22 aanbrengbaar is. Het bevestigingsmiddel 22 is voorzien om het koppelvlak ter plaatste van het verbindingsvlak aan het tegelelement te bevestigen. Hiertoe is een overeenkomstige bevestigmmgsopening in het chassis voorzien. Het bevestigingsmiddel 22 kan een schroef of een bout zijn en de bevestigingsopening kan een getapte binnendraad omvatten. Het is niet noodzakelijk dat het koppelvlak 8 een doorlopend vlak is. Het doekoppervlak kan bijvoorbeeld gevormd worden door meerdere koppelvlaksegmenten. Een koppelvlaksegment kan bijvoorbeeld vormgegeven zijn als een staaf of een vlak die door middel van een opening gescheiden zijn van elkaar. Hierdoor zijn de profielen lichter waardoor het opbouwen van de modulaire lichtconstructie vereenvoudigd wordt.
Het doekbevestigingsmiddel 9 omvat, in de geïllustreerde uitvoeringsvorm, gezien in doorsnede, twee bevestigingsbenen 104, 10b die zich nagenoeg evenwijdig en op een afstand van elkaar uitstrekken. Hierdoor begrenzen de twee bevestigmesbenen 10a, 10b een groef waarin een rand van een doek klembaar is. De twee bevestigingsbenen 10a, 10b hebben elk een naar binnen gericht vlak dat, wanneer een rand van een doek in de groef wordt aangebracht, de rand van het doek aangrijpt. Met andere woorden de bevestigingsbenen 104, 10b klemmen de rand van het doek in de groef. Aldus is een doek op eenvoudige en robuuste wijze bevestigbaar aan een doekprofiel. Bovendien kan een monteur een doek op gereedschapsloze wijze aan het doekprofiel aanbrengen. Dit verhoogt het gebruiksgemak voor de monteur. Optioneel kan één of beide van de naar binnen gerichte vlakken van de twee bevestigingsbenen 10a, 10b voorzien zijn van een antislipstructuur. Door een vlak van een bevestigmesbeen10a, 10b te voorzien van een antislipstructuur vermindert de kans dat het doek uit de groef glijdt. Dit verbetert de robuustheid van de modulaire lichtconstructie zonder dat een monteur hierbij bijkomstige handelingen dient uit te voeren. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm ligt één van de twee bevestigingsbenen 10a in het verlengde van het koppelvlak 8. In een verdere uitvoeringsvorm 1s één of beide bevestigmgsbenen 10a, 10b integraal gevormd met het koppelvlak.
Hierdoor is het doekprofiel robuster om de trekspanningen die ontstaan wanneer het doek zich in de bevestigingspositie voor het lichtvlak bevindt op te vangen.
Het doekbevestigingsmiddel 9 is bij voorkeur gekoppeld aan het koppelvlak zodanig dat het doek monteerbaar is in een doekbevestigingspositie waarm het doek op een afstand van de voorzijde monteerbaar is.
In een uitvoeringsvorm is het doekbevestigingsmiddel een klem.
Het is echter duidelijk voor de vakman dat meerdere verschillende uitvoeringsvormen van het doekbevestigimgsmiddel mogelijk zijn.
Figuur 3 illustreert verder dat het doekprofiel 3 een brug 11 omvat die de bevestigingsbenen aan elkaar koppelt.
De brug 11 strekt zich van het eerste bevestigingsbeen 10a uit naar het tweede bevestigingsbeen 10b.
De brug 11 bepaalt hiermee een oriëntatie van het doekprofiel 3. Zoals geïllustreerd in figuur 2, kan het doekprofiel door de oriëntatie op twee verschillende oriëntaties ter plaatse van de perifere rand verbonden worden.
Een eerste oriëntatie is geïllustreerd door doekprofiel 3d waarbij het bevestigingsbeen 10b in het verlengde ligt van het verbindingsvlak 6a4 en het tweede bevestigmgsbeen 10a zich door de brug evenwijdig met het eerste bevestigingsbeen 10b buiten het zichtvlak bevindt.
Dit laat toe om het zichtvlak optimaal te gebruiken.
Een tweede oriëntatie 1s geïllustreerd in door doekprofiel 3b, waarbij het tweede bevestigingsbeen voor het zichtvlak van tegelelement 2b en 2c gesitueerd 1s.
Figuur 4 illustreert een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een modulaire lichtconstructie die aan een frameprofiel 17 verbonden is.
In de geïllustreerde uitvoeringsvorm zijn twee chassis 4a, 4b van overeenstemmende tegelelementen aan hun respectievelijk grenzend verbindingsvlak 6al, 6b1 met elkaar verbonden.
Hiertoe kan een verbindingsvlak 6al voorzien zijn van verbindingsmiddelen 16 die complementair zijn met verbindingsmiddelen aan een overeenstemmend verbindingsvlak 6b1van een grenzend tegelelement.
De complementaire verbindingsmiddelen kunnen een mannelijk gedeelte en een vrouwelijk gedeelte van een blindpaneelverbindingsslot, ook wel een coffin lock genoemd, zijn.
Het mannelijke gedeelte wordt hierbij gevormd door bijvoorbeeld een haak16a.
De haak 16a is roteerbaar om een fulcrum 16c en grijpt een pen 16b in het vrouwelijke gedeelte aan.
De haak is roteerbaar door middel van bijvoorbeeld een inbussleutel.
De complementaire verbindingsmiddelen laten een uiterst snelle en eenvoudige montage en demontage toe.
De vakman begrijpt dat andere uitvoeringen van de verbindingsmiddelen voorzien kunnen worden om de hierboven beschreven voordelen en effecten mee te behalen.
Elk verbindingsvlak van een tegelelement is bij voorkeur voorzien van dergelijke complementaire verbindingsmiddelen om potentieel met een grenzend tegelelement verbonden te worden.
Dit verhoogt de modulanteit en uitwisselbaarheid van de tegelelementen.
Volgens een alternatieve uitvoermgsvorm zijn slechts een deel van de verbindingsvlakken voorzien van de complementaire verbindingsvlakken. Een dergelijke alternatieve uitvoeringsvorm is commercieel aantrekkelijker doordat het tegelelement eenvoudiger te vervaardigen is.
De voorzijde van de chassis 4a en 4b zijn voorzien van verlichtingsmodules 5a en 5b welke bij voorkeur elk ten minste één ledmodule omvatten. In een uitvoeringsvorm waarbij de ten minste één ledmodule zich nagenoeg over een geheel oppervlak van de voorzijde uitstrekt sluiten grenzende perifere randen van de verlichtmesmodules zich bij voorkeur nauw met elkaar aan. Hierdoor wordt de visuele uniformiteit van het lichtvlak verbeterd.
Ter plaatse van de verbindingsvlakken 642 en 6b2 van de respectievelijke chassis 4a en 4b zijn doekprofielen 3a en 3b verbonden.
In de geïllustreerde uitvoermgsvorm is optioneel een uitsparing in de verbindmgszijde 6a2, 6b2 van het chassis 4a, 4b voorzien zodanig dat het koppelvlak van het doekprofiel 3a en de verbindmgszijde 6a2 gealigneerd kunnen zijn met elkaar. Met andere woorden, een nagenoeg volledig doorlopend verbindingsvlak wordt gevormd. Dit laat toe dat het verbindingsvlak 6a2 verbindbaar is met conventionele standenbouwelementen zoals een frameprofiel 17. Dit laat ook toe dat het doek tot heel dicht tegen het frameprofiel gemonteerd kan worden. Zo kunnen de modulaire lichtconstructies op visueel aantrekkelijke wijze geïntegreerd worden in beursstanden, welke een ontwerper een nagenoeg onemdig aantal ontwerpmogelijkheden biedt. In een dergelijke uitvoeringsvorm steekt de groef binnenwaarts naar het zichtvlak uit.
Alternatief kan het doekprofiel 3b op gespiegelde wijze verbonden zijn. Zo kan de frontale zijde vergroot worden en wordt het doek 7 optimaal belicht.
De bevestigingsbenen 10a, 10a’, 10b, 10b° zijn bij voorkeur gekoppeld aan hun respectievelijke koppelvlak zodanig dat het doek 7 monteerbaar is in een doekbevestigingspositie waarin het doek op een afstand X van de voorzijde monteerbaar is. De afstand X 1s bij voorkeur ten minste 10 mm, bij voorkeur ten minste 20 mm, verder bij voorkeur ten minste 30 mm. Wanneer het doek 7 op een nagenoeg loodrechte afstand van de voorzijde is gemonteerd zal de ten minste één verlichtingsmodule 5a, 5b van een tegelelement het doek 7 op uniforme wijze belichten. Dit verhoogt de visuele uniformiteit van de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie. Bij voorkeur is de loodrechte afstand nagenoeg gelijk over een nagenoeg geheel oppervlak van het lichtvlak.
Figuur 4 illustreert verder dat het doek dat bevestigbaar is aan de doekprofielen 3a, 3b voorzien is van een rand 13. De rand 13 kan gevormd zijn door een verdikking. De afmeting van de rand 13 komt nagenoeg overeen met de afstand tussen twee bevestigingsbenen van het doekbevestigingsprofiel.
Figuur 5 illustreert een perspectief zicht van een uitvoermgsvorm van een modulaire lichtconstructie die opgebouwd is uit meerder tegelelementen en meerdere doekprofielen. Figuur 5 toont een niet rechthoekige vorm van een modulaire lichtconstructie. De vakman begrijpt hieruit dat de modulaire lichtconstructie in een uiteenlopend en groot aantal vormen en afmetingen te realiseren is. Elk van de tegelelementen 2a, 2b, 2c, … heeft een chassis waarbij een voorzijde voorzien 1s van een verlichtingsmodule die vier ledmodules omvat. Voor de duidelijkheid zullen in figuur 5 de ledmodules met referentiecijfer 19 worden aangeduid. Een voordeel hiervan is dat bij een defect van een verlichtingsmodule slechts deel van de verlichtingsmodule vervangen of hersteld moet worden. Meer bepaald, die ledmodule die defect is dient vervangen of hersteld te worden.
Figuur 5 illustreert verder dat de doekprofielen 3a, 3b … , 3h verschillende lengtes kunnen hebben. Zo bekleedt een doekprofiel 3a, 3c, 3f, 3g, 3h in een voorkeursuitvoeringsvorm nagenoeg een hele perifere randsegment van de modulaire lichtconstructie waaraan deze verbonden zijn. Dit laat toe om het doek op uniforme wijze voor het lichtvlak te monteren. Met andere woorden, doordat het doek over een gehele lengte van het perifere randsegment wordt geklemd in het doekprofiel is de kans dat een doek gaat kreuken en aldus een visuele verstoring veroorzaakt klemer. Optioneel kan een doekprofiel 3b, 3e slechts gedeeltelijk een perifere randsegment van de modulaire lichtconstructie bekleden of kunnen meerdere doekprofielen 3d’, 3d°’ eenzelfde perifere randsegment geheel of gedeeltelijk bekleden. Doekprofielen kunnen naargelang de lengte van de perifere rand op lengte gemaakt worden. Doordat de tegelelementen herbruikbaar zijn, kunnen de doekprofielen ook worden herbruikt, zelfs mdien deze op lengte gemaakt zijn geweest. Indien twee doekprofielen ter plaatste van een hoek van de modulaire lichtconstructie samenvallen, kunnen de overeenkomstige uiteindes in verstek gemaakt worden zodanig dat deze nagenoeg naadloos tegen elkaar geplaatst kunnen worden. In de uitvoeringsvorm zoals weergeven in de figuren kan een doekrand niet noodzakelijk doorlopen van cen eerste doekprofiel in een aangrenzend verder doekprofiel. De figuren illustreren echter slechts schematische locaties van doekprofielen aan perifere randen van één of meerdere tegelelementen. Het zal echter duidelijk zijn voor de vakman dat uitvoeringsvormen waarin een = doekrand van het ene doekprofiel doorloopt in een ander doekprofiel ook maakbaar zijn, bijvoorbeeld door de doekprofielen in verstek met elkaar te laten aansluiten.
Volgens cen uitvoeringsvorm heeft elk tegelelement verder een stuurmodule (niet getoond) voor het aansturen van de ledmodule. De verschillende stuurmodules (control module) van de tegelelementen kunnen in de modulaire lichtconstructie gekoppeld zijn met een centrale processor die elke stuurmodule voorziet van individuele stuursignalen om een vooraf bepaalde visuele voorstelling over verschillende verlichtingsmodules in de modulaire constructie weer te geven. Door elk tegelelement te voorzien van een stuurmodule, wordt de modulariteit verhoogd. De stuurmodules worden aangestuurd door een centrale processor om een visuele voorstelling op het doek te wijzigen, in het voorbeeld van figuur 5 een bliksemschicht dynamisch te verlichten. Dit laat toe om op relatief eenvoudige wijze een statische weergave op het doek dynamisch te belichten. In het voorbeeld van figuur 5 kan meer bepaald een groep leds van een ledmodule van tegelelementen 2d, 2e aangestuurd worden om slechts een deel van het doek te verlichten, bijvoorbeeld om een bliksemschicht dat geprint is op het doek sporadisch te verlichten waardoor de indruk gecreëerd wordt dat een storm woedt op het doek.
Hoewel figuur 5 slechts gedeeltelijk het doek 7 illustreert zal het duidelijk zijn voor de vakman dat een afmeting en vorm van het doek gerelateerd is aan een afmeting en vorm van de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie.
Figuren 6A, 6B, 6C illustreren een dwarsdoorsnede van doekprofielen volgens alternatieve uitvoermgsvormen. Een frontale zijde van de modulaire lichtconstructie, die gevormd wordt door een chassis van een tegelelement, wordt aangeduid door de pijl A. Het chassis heeft ter plaatse van zijn perifere rand een verbindingsvlak 6. Het verbindingsvlak 6 strekt zich onder een hoek van nagenoeg 90° uit ten opzicht van de voorzijde van het chassis. Het chassis heeft verder een frontale zijde 20 die evenwijdige 1s met de frontale zijde van de modulaire lichtconstructie. Het chassis heeft verder ook een dorsale zijde 21 die tegenover de frontale zijde 20 ligt. Figuren 6A, 6B en 6C illustreren in het bijzonder dat volgens alternatieve uitvoeringsvormen het koppelvlak 8 van de doekprofielen op de frontale zijde, de dorsale zijde of het verbindingsvlak 6 of een combinatie daarvan verbindbaar is. Figuur 6A illustreert een doekprofiel dat ter plaatse van de perifere rand van een chassis 4 aan het verbindingsvlak 6 is verbonden. Hierbij is het koppelvlak 8 verbonden met het verbindmgsvlak 6 via een bevestigmgsmiddel 22. Een uitvoeringsvorm hiervan is uitvoerig besproken met betrekking tot figuur 1 waarbij het doekprofiel in de eerste oriëntatie is verbonden met het verbindingsvlak 6 zodanig dat tweede bevestigingsbeen voor het chassis 4 en/of de verlichtmgsmodule is gepositioneerd. Figuur 6A illustreert in het bijzonder dat het doekprofiel in de tweede oriëntatie via het koppelvlak 8 verbonden is met het verbindingsvlak 6. In de tweede oriëntatie steekt het tweede bevestigingsbeen 10a naar buiten uit. Dit laat toe om het grafische oppervlak van het zichtvlak te maximaliseren.
Zoals geillustreerd in figuur 4 kan het koppelvlak in een uitsparing geplaatst zijn om met het chassis 4 verbonden te worden. Hierdoor kan, wanneer het doekprofiel in de eerste oriëntatie m de uitsparing geplaatst is, het chassis 4 op eenvoudige wijze met een verder standprofiel verbonden worden. Een nadeel hiervan is echter dat wanneer een chassis aan een grenzend chassis verbonden is de uitsparmgen samenvallen en het zichtvlak onderbreken.
Dit probleem wordt opgelost door de uitvoeringsvormen geillustreerd in figuur 6B en 6C. Figuur 6B illustreert een voorkeursuitvoermgsvorm van een doekprofiel dat ter plaatse van de perifere rand van het chassis 4 aan de frontale zijde 20 1s verbonden. In dergelijke uitvoermgsvorm zijn de bevestigmgsbenen 104, 10b loodrecht op het koppelvlak 8 aangebracht. Hoewel de verlichtingsmodule niet getoond is op figuren 6A, 6B en 6B zal het duidelijk zijn voor de vakman dat om het koppelvlak aan de frontale zijde te verbinden, doorvoeropeningen in de verlichtingsmodule moeten worden voorzien die overeenkomen met de bevestigingsopeningen in het chassis. Deze voorkeursuitvoeringsvorm heeft het voordeel dat een monteur op eenvoudige wijze steeds de doekprofielen kan aanbrengen. De monteur kan bijvoorbeeld eerst het lichtvlak van de modulaire lichtconstructie opbouwen en dat vervolgens integreren in een verdere beursstand om pas uiteindelijk de doekprofielen te monteren. Het zal duidelijk zijn dat hierdoor de modulaire lichtconstructie op eenvoudige wijze integreerbaar is en efficiënter m opbouw is.
Figuur 6C illustreert nog een verdere uitvoeringsvorm van een doekprofiel. Figuur 6C illustreert in het bijzonder dat het doekprofiel aan een dorsale zijde van het chassis verbindbaar is. Hiertoe is het koppelvlak 8 als een U-beugel vormgegeven die het verbindmgsvlak 6 omgeeft. Het aanslagvlak van het koppelvlak 8 zal hierdoor grenzen aan de dorsale zijde 21 van het chassis. De bevestigingsbenen 10a, 10b zijn gelijkaardig aan de uitvoermgsvormen hierboven.
Figuur 7A illustreert een uitvoeringsvorm van een doekprofiel 3 welke aan de dorsale zijde 21 van het chassis 4 is verbonden. Het doekprofiel 3 1s optioneel, bijkomend met de verbmdingszijde verbonden via het verbindingsmiddel 22. Figuur 7A illustreert in het bijzonder dat een altematieve uitvoeringsvorm van het doekbevestigmmgsmiddel 9. In de geïllustreerde alternatieve uitvoeringsvorm strekt het doekprofiel zich nagenoeg evenwijdig met het verbindingsvlak 6 in de richting van de frontale zijde uit. Het doekbevestigingsmiddel 9 1s aan een uitemde van het doekprofiel voorzien. Het doekbevestigingsmiddel wordt in de geïllustreerde uitvoeringsvorm gevormd door twee bevestigingsbenen die zich nagenoeg loodrecht op het verbindingsvlak naar binnen toe uitstrekken. De bevestigingsbenen bevinden zich zoals hierboven uitvoerig besproken bij voorkeur op een afstand van elkaar zodanig dat deze een groef begrenzen. Met andere woorden, een opening van de groef is, mn plaats van naar een frontale zijde gericht te zijn, naar binnen toe gericht.
Figuur 7B illustreert een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van het doekbevestingsmiddel
9. In het bijzonder is een klem geillustreerd waarvan de klemarmen roteerbaar zijn ten opzichte van elkaar om een rand 13 van het doek 7 aan te grijpen. De klem kan in meerdere richtingen georiënteerd worden.
Figuur 7C illustreert nog een verdere alternatieve uitvoeringsvorm waarbij het doekprofiel 3 een haaks profiel is waarbij het doek 7 via een verder bevestigingsmiddel 23 aan het haaks profiel is bevestigd. Het verdere bevestigmgsmiddelen 23 kan bijvoorbeeld een haak zijn die aan het haaks profiel is bevestigd, die een lus in het doek aangrijpt. Het doek 7 kan bijvoorbeeld ook voorzien zijn van een rekker die over de haak gespannen kan worden.
Figuur 7D illustreert nog een verdere uitvoeringsvorm waarbij een doekbevestigingsgroef 24 in het chassis 4 is voorzien. De doekbevestigingsgroef kan in de dorsale zijde voorzien zijn. Alternatief kan de doekbevestigingsgroef ook in het verbindingsvlak voorzien zijn. Omdat het chassis van een doekbevestigingsgroef is voorzien kan het doekprofiel vereenvoudigd worden. In een dergelijke uitvoeringsvorm kan het doekprofiel 3 mgericht zijn om het doek op een afstand voor het zichtvlak te houden. Het doek 7 moet in een dergelijke uitvoeringsvorm zich langs het doekprofiel uitstrekken om als afstandhouder te fungeren.
Figuur 7E illustreert een uitvoeringsvorm waarbij het doek een doorschijnende plaat omvat. Om de plaat voor het zichtvlak te monteren is het doekprofiel voorzien van een aanslagvlak dat zich voor het zichtvlak en evenwijdig daarmee uitstrekt. De plaat kan dan aan het aanslagvlak gemonteerd worden via een bevestigmgsmiddel zoals een schroef.
Figuren 8A, 8B, 8C, 8D illustreren een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm waarbij twee tegelelementen 2a, 2b, op alternatieve wijze, aan elkaar verbindbaar zijn. In de uitvoermgsvorm geillustreerd in figuren 8A, 8B, 8C en 8D is de perifere rand van de tegelelementen 2a, 2b afgeschuind, hierdoor wordt een tweede verbindingsvlak 26a, 26b gevormd waarmee de tegelelementen 2a, 2b onder een hoek van nagenoeg 90° ten opzichte van elkaar worden verbonden.
In de geïllustreerde uitvoeringsvorm van figuur 8A omvatten de tegelelementen 2a, 2b respectievelijk randelementen 25a, 25b. De randelementen 25a, 25b zijn ter plaatste van de afgeschumde perifere randen van het chassis 4a, 4b van de tegelelementen 2a, 2b verbindbaar en vormen aldus elk een eerste verbindingsvlak 6a, 6b. Hierdoor zijn de tegelelementen 2a, 2b in elkaars verlengde verbindbaar, zoals in figuren 1, 2, 4 en 5 is geïllustreerd. Dit laat toe dat, wanneer de tegelelementen 2a, 2b met hun eerste verbindingsvlakken 64, 6b aan elkaar verbonden zijn, de tegelelementen 2a, 2b nauw met elkaar aansluiten.
Figuren 8B, 8C, 8D illustreren verder de uitvoeringsvorm van figuur 8A, waarbij de tegelelementen 2a, 2b ter plaatse van de tweede verbindingsvlakken 26a, 26b met elkaar verbonden zijn. Hiertoe zijn de randlichamen 12a, 12b van de respectievelijke tegelelementen 2a, 2b, geïllustreerd in figuur 8A, verwijderd en dus niet getoond.
In figuren 8B, 8C, 8D strekt een doekprofiel 3 zich gealigneerd met de tweede verbindingsvlakken 26a, 26b uitwaarts uit. In de uitvoeringsvormen van figuren 8B, 8C is een doek 7 monteerbaar in het doekbevestigingsmiddel 9.
Het doekbevestigingsmiddel 9 kan meerdere groeven omvatten die elke voorzien zijn om een rand van een doek te klemmen. Aldus kunnen doeken zich over een hoek van de modulaire lichtconstructie uitstrekken. Dit laat toe om een 2D modulaire lichtconstructies te vormen waarvan de twee frontale zijdes nagenoeg 90° ten opzichte van elkaar georiënteerd zijn.
Het doekbevestigmgsmiddel kan, zoals in de uitvoeringsvorm van figuur 8C, voorzien zijn één groef die gevormd wordt door twee bevestigmgsbenen die een rand van het doek klemmen. In een dergelijke uitvoeringsvorm loopt een doek 7 integraal over de hoek van de modulaire lichtconstructie waardoor de visuele uniformiteit daarvan verbetert. Hierdoor wordt de indruk gewekt van één continu doorlopende frontale zijde die zich uitstrekt over de hoek van de 2D modulaire lichtconstructie. Door het doek ter plaatste van het doekbevestigingsmiddel te klemmen wordt de structurele mtegriteit van de modulaire lichtconstructie verder verbeterd.
In nog een verdere uitvoeringsvorm geïllustreerd m figuur 8D fungeert het doekprofiel als afstandshouder. Hiertoe moet het doek 7 in een dergelijke uitvoeringsvorm zich over het doekprofiel uitstrekken. Een dergelijke uitvoeringsvorm is eenvoudiger op te bouwen.
Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat op deze wijze niet alleen een 2D modulaire lichtconstructie gevormd kan worden maar dat ook cen 3D modulaire lichtconstructie gevormd kan worden met behulp van een derde tegelelement (niet getoond). Het derde tegelelement vormt zowel met het eerste tegelelement 2a als met het tweede tegelelement 2b een hoek van nagenoeg 90°. Het zal duidelijk zijn dat, in het geval dat een derde tegelelement (niet getoond) aangebracht wordt, dit tegelelement nauw aansluit aan respectievelijk beide aangrenzende tegelelementen. Aldus kan een 3D modulaire lichtconstructie gevormd worden. De vakman begrijpt dat in een dergelijke uitvoeringsvorm de mdruk gewekt wordt dat één continue doorlopende frontale zijde zich uitstrekt over de twee hoeken van de 3D modulaire lichtconstructie.
Elk chassis is ter plaatse van zijn dorsale zijde of achterzijde bij voorkeur voorzien van bevestigmgsgaten. Deze bevestigmesgaten kunnen gebruikt worden voor montage van een retourkader. Alternatief kunnen deze bevestigmgsgaten gebruikt worden voor montage van een afwerkingsplaat of afschermplaat. verder bij voorkeur is elk chassis ter plaatse van zijn dorsale zijde of achterzijde bij voorkeur voorzien van een groef voor montage van een doek ter afschermmg van de achterkant van het chassis. Dit laat toe om een doek of plaat te voorzien aan de achterkant van de modulaire lichtconstructie.
Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.

Claims (15)

Conclusies
1. Set (1) van ten minste één tegelelement (2) en ten minste één doekprofiel (3) voor het opbouwen van een modulaire lichtconstructie waarvan een frontale zijde een lichtvlak omvat, waarbij elk tegelelement (2) een chassis (4) omvat dat een voorzijde heeft die voorzien is van een verlichtingsmodule (5), waarbij elke voorzijde voorzien is om een segment in het lichtvlak in de modulaire lichtconstructie te vormen en waarbij elk chassis (4) ter plaatste van zijn perifere rand meerdere verbindingsvlakken (6) heeft, waarbij elk verbindingsvlak (6) verbindbaar is met een verbindmgsvlak van een grenzend tegelelement, en waarbij het ten minste één doekprofiel (3) verbindbaar is ter plaatste van verbindmgsvlakken (6) uit de meerdere verbindingsvlakken die de frontale zijde begrenzen zodanig dat een doek (7) monteerbaar is voor het lichtvlak.
2. Set (1) volgens conclusie 1, waarbij het ten minste één doekprofiel een koppelvlak (8) en een doekbevestigingsmiddel (9) omvat, waarbij het koppelvlak (8) ingericht is om ter plaatste van een verbindingsvlak (6) verbonden te worden en waarbij het doekbevestigingsmiddel (9) gekoppeld is aan het koppelvlak zodanig dat het doek monteerbaar is in een doekbevestigingspositie waarin het doek op een afstand (X) van de voorzijde monteerbaar is.
3. Set (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij het doekbevestigingsmiddel (9), gezien in doorsnede, twee bevestigingsbenen (10a,10b) omvat die zich nagenoeg evenwijdig en op een afstand van elkaar uitstrekken zodanig dat de twee bevestigmgsbenen (104, 10b) een groef begrenzen waarin een rand (13) van het doek (7) bevestigbaar is.
4. Set (1) volgens de voorgaande conclusie, waarbij één van de twee bevestigingsbenen (10a, 10b) in het verlengde ligt en integraal gevormd wordt met het koppelvlak (8).
5. Set (1) volgens één der conclusies 3-4, waarbij een vlak (12) van ten minste één bevestigingsbeen dat de groef begrenst voorzien is van een antislipstructuur.
6. Set (1) volgens conclusie 2, waarbij het doekbevestigmesmiddel (9) een klem omvat.
7. Set (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het ten minste één doekprofiel voorzien is om nagenoeg de gehele lengte van een perifere rand van de frontale zijde te bekleden wanneer het ten minste één doekprofiel bevestigd is.
8. Set (1) volgens één der voorgaande conclusie en conclusie 2, waarbij de afstand (X) ten minste 10 mm is, bij voorkeur ten minste 20 mm, verder bij voorkeur ten minste 30 mm.
9. Set (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk verbindingsvlak verbindingsmiddelen (16) heeft die complementair zijn met verbindingsmiddelen aan een grenzend tegelelement zodanig dat elk verbindingsvlak verbindbaar is met een overeenstemmend verbindmgsvlak van een aanliggend tegelelement.
10. Set volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de verlichtingsmodule ten minste één ledmodule (19) omvat.
11. Set volgens de voorgaande conclusie, waarbij de ten minste één ledmodule zich nagenoeg over een geheel oppervlak van de voorzijde uitstrekt.
12. Set volgens één der conclusies 10-11, waarbij een dot-pitch van de ledmodule bij voorkeur groter is dan 5.00 mm, meer bij voorkeur groter is dan 8.00 mm, met de meeste voorkeur groter is dan 12.00 mm.
13. Set volgens één der conclusies 10-12, waarbij een dot-pitch van de ledmodule bij voorkeur kleiner is dan 50 mm, meer bij voorkeur kleiner dan 40 mm, met de meeste voorkeur kleiner dan 30 mm.
14. Set volgens één der conclusies 10-13, waarbij elk tegelelement verder een stuurmodule omvat voor het aansturen van de ledmodule.
15. Set volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een doek dat bevestigbaar is aan het ten minste één doekprofiel, waarbij een afmeting en vorm van het doek gerelateerd is aan een afmeting en vorm van de frontale zijde.
BE20205080A 2020-02-10 2020-02-10 Dynamische lichttegel BE1028045B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205080A BE1028045B1 (nl) 2020-02-10 2020-02-10 Dynamische lichttegel
PCT/IB2021/051035 WO2021161166A1 (en) 2020-02-10 2021-02-09 Dynamic lighting tile

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205080A BE1028045B1 (nl) 2020-02-10 2020-02-10 Dynamische lichttegel

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028045A1 BE1028045A1 (nl) 2021-09-01
BE1028045B1 true BE1028045B1 (nl) 2021-09-07

Family

ID=69631395

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205080A BE1028045B1 (nl) 2020-02-10 2020-02-10 Dynamische lichttegel

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1028045B1 (nl)
WO (1) WO2021161166A1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10057574A1 (de) * 2000-08-30 2002-03-28 Manfred Kluth Beleuchtungselement
US20150292537A1 (en) * 2014-04-15 2015-10-15 Moss Holding Company Portable wind-resistant panel-frame kit, system and method
WO2019134829A1 (en) * 2018-01-02 2019-07-11 Signify Holding B.V. Lighting module, kit and panel
WO2020009641A1 (en) * 2018-07-03 2020-01-09 Kg Spennare Ab Foldable frame for holding an image

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1026256B1 (nl) 2018-05-07 2019-12-12 Vivalyte Bvba Verlichtingsstructuur

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10057574A1 (de) * 2000-08-30 2002-03-28 Manfred Kluth Beleuchtungselement
US20150292537A1 (en) * 2014-04-15 2015-10-15 Moss Holding Company Portable wind-resistant panel-frame kit, system and method
WO2019134829A1 (en) * 2018-01-02 2019-07-11 Signify Holding B.V. Lighting module, kit and panel
WO2020009641A1 (en) * 2018-07-03 2020-01-09 Kg Spennare Ab Foldable frame for holding an image

Also Published As

Publication number Publication date
WO2021161166A1 (en) 2021-08-19
BE1028045A1 (nl) 2021-09-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
ES2784788T3 (es) Una pared de medios
US5617660A (en) Display frame with slot for exchangeable display
BE1011359A5 (nl) Projectiescherm voor naast en/of boven elkaar geplaatste beeldweergave-inrichtingen.
US20060086025A1 (en) Curved sign assembly
AU2013298984B2 (en) Device for presenting information carriers
US5584566A (en) Backlighting light fixtures for trade show display structures
US20190086608A1 (en) Display apparatus
BE1028045B1 (nl) Dynamische lichttegel
US4668046A (en) Transmission type screen apparatus
US6454487B1 (en) Device for securing elements to a wire grid
US6684545B2 (en) Picture frame
KR101906554B1 (ko) 페브릭 광고용 프레임 어셈블리
JP5401649B2 (ja) 照明装置
BE1027560B1 (nl) Modulaire constructie met ledscherm
BE1026256B1 (nl) Verlichtingsstructuur
US6324000B1 (en) Seam between adjacent visualization screens
JP4655851B2 (ja) 間仕切パネルの笠木装置
BE1027690B1 (nl) Modulair tegelelement
US6742292B1 (en) Modular sign
KR101944729B1 (ko) 대형 간판
US11163103B2 (en) Lighting fixture
US20210219747A1 (en) Self illuminating picture frame
US20220142381A1 (en) Picture frame comprising a viewing window side and a frame side, picture frame system, connecting element
KR20160089645A (ko) 간판용 프레임
CN217157608U (zh) 一种具有小间距led灯的显示装置

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210907