BE1027008B1 - Drankhouder en houderlichaam met grijpoppervlak - Google Patents

Drankhouder en houderlichaam met grijpoppervlak Download PDF

Info

Publication number
BE1027008B1
BE1027008B1 BE20195055A BE201905055A BE1027008B1 BE 1027008 B1 BE1027008 B1 BE 1027008B1 BE 20195055 A BE20195055 A BE 20195055A BE 201905055 A BE201905055 A BE 201905055A BE 1027008 B1 BE1027008 B1 BE 1027008B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
container body
gripping sleeve
side wall
lid
gripping
Prior art date
Application number
BE20195055A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027008A1 (nl
Inventor
Stijn Lowette
Original Assignee
Bibo Brands Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bibo Brands Bvba filed Critical Bibo Brands Bvba
Priority to BE20195055A priority Critical patent/BE1027008B1/nl
Priority to PCT/IB2020/050785 priority patent/WO2020157716A1/en
Publication of BE1027008A1 publication Critical patent/BE1027008A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027008B1 publication Critical patent/BE1027008B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D81/00Containers, packaging elements, or packages, for contents presenting particular transport or storage problems, or adapted to be used for non-packaging purposes after removal of contents
    • B65D81/38Containers, packaging elements, or packages, for contents presenting particular transport or storage problems, or adapted to be used for non-packaging purposes after removal of contents with thermal insulation
    • B65D81/3876Containers, packaging elements, or packages, for contents presenting particular transport or storage problems, or adapted to be used for non-packaging purposes after removal of contents with thermal insulation insulating sleeves or jackets for cans, bottles, barrels, etc.
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G19/00Table service
    • A47G19/22Drinking vessels or saucers used for table service
    • A47G19/2205Drinking glasses or vessels
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G19/00Table service
    • A47G19/22Drinking vessels or saucers used for table service
    • A47G19/2205Drinking glasses or vessels
    • A47G19/2266Means for facilitating drinking, e.g. for infants or invalids
    • A47G19/2272Means for facilitating drinking, e.g. for infants or invalids from drinking glasses or cups comprising lids or covers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D25/00Details of other kinds or types of rigid or semi-rigid containers
    • B65D25/20External fittings

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Pediatric Medicine (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Abstract

In een eerste aspect betreft de uitvinding een houderlichaam voor een drankhouder, het houderlichaam omvattende een bodem, een zijwand en een grijphuls, welke grijphuls vormsluitend is gevat omheen de zijwand. In het bijzonder vormt een bovenranddeel van de grijphuls een opwaarts vrijliggend schouderoppervlak, waarbij het bovenranddeel verder een inwaartse, ringvormige lip vormt die ingrijpt op een uitwaartse, ringvormige groef, gevormd door de zijwand van het houderlichaam. In een verder aspect betreft de uitvinding nog een drankhouder met een houderlichaam en een aangepast deksel.

Description

DRANKHOUDER EN HOUDERLICHAAM MET GRIJPOPPERVLAK
TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op drankhouders met een houderlichaam en een deksel, waarbij het houderlichaam voorzien is van een grijpoppervlak.
STAND DER TECHNIEK Doorgaans omvatten drankhouders een houderlichaam en een deksel. Het houderlichaam, enerzijds, omsluit een inwendig volume waarin drank kan worden gevat. I.h.b. kunnen dranken worden ingebracht en uitgeleid via een opening bovenaan het houderlichaam.
Het deksel, anderzijds, is ervoor aangepast om met het houderlichaam te worden gekoppeld, waarbij het de opening minstens gedeeltelijk afsluit. Volgens mogelijke ontwerpen kan het deksel daartoe in of over de opening worden geschroefd of geklikt. Naast eenvoudige, gesloten deksels, zijn er ook meer geavanceerde drinkdeksels gekend, die zelf een drinkopening voorzien waardoorheen kan worden gedronken. Optioneel gaat het om afsluitbare drinkdeksels (nl. voorzien van een afsluitbare drinkopening). Bij voorkeur kan de drinkopening van buitenaf worden afgesloten en vrijgegeven. Daartoe omvat het drinkdeksel bijvoorbeeld een inwendige sluitmechaniek, waarbij de sluitmechaniek is gekoppeld met een van buitenaf bedienbare schuifknop, drukknop of kantelknop. Uit een drankhouder waarvan het deksel een drinkopening voorziet, wordt bij voorkeur gedronken doorheen het deksel, en via de drinkopening. Dus met het deksel op het houderlichaam gekoppeld (bv. geschroefd of geklikt). Om het comfort van de gebruiker verder te verhogen, kunnen drankhouders nog voorzien zijn van een grijpstructuur. Bij voorkeur vormt de grijpstructuur daarbij een uitwendig grijpoppervlak van verhoogde wrijvingsweerstand.
Bijvoorbeeld beschrijft US 2015 164 255 een drankhouder met drinkdeksel. De drinkopening van het drinkdeksel kan van buitenaf worden afgesloten en geopend, via een inwendige sluitmechaniek. De zijwand van het houderlichaam is nog omhuld dooreen buisvormige grijphuls, die gevat is over een dieper gelegen zone aan de zijwand. De materialen omvat door de grijphuls worden niet verder gespecifieerd. Noch wordt melding gemaakt van hoe de grijphuls is aangebracht op de buitenwand.
Verder beschrijft US 2018 192 800 nog een drankhouder met een houderlichaam en een drinkdeksel. Aan de buitenzijde is het drinkdeksel gedeeltelijk overgoten met een thermoplastisch elastomeer. Dit bevordert het vastgrijpen van het drinkdeksel zelf. Tot slot beschrijft US 2011 006 028 nog een silicone beschermhoes die vormsluitend omheen de zijwand én bodem van een glazen drinkfles is gegoten. In eerste plaats draagt de beschermhoes bij tot de globale schokbestendigheid. Er is een rechtstreekse aanhechting van de beschermhoes op het glas van de fles. Van nature bestaat er een goede aanhechting tussen glas en silicone. Een dergelijk ontwerp is echter niet algemeen toepasbaar, ongeacht de materiaalkeuze.
Andere belangrijke eigenschappen van drankhouders zijn hun gebruiksgemak en comfort, hun duurzaamheid, en hun strakke uitzicht.
In het bijzonder stelden de uitvinders nog vast dat, om redenen van stabiliteit en comfort, een drankhouder bij voorkeur boven zijn zwaartepunt wordt gegrepen. Bij verdere voorkeur worden de drankhouders zo hoog mogelijk gegrepen, bijvoorbeeld vlak onder het drinkdeksel (indien van toepassing). Tot dusver werden dergelijke overwegingen niet meegenomen in de ontwikkeling van drankhouders met grijpoppervlakken.
Nu heeft de uitvinding tot doel om een drankhouder te voorzien met verbeterde eigenschappen, in het bijzonder qua uitzicht en qua gebruikscomfort. Daarbij tracht de uitvinding één of meerdere van bovengenoemde problemen te verhelpen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Daartoe voorziet de uitvinding een houderlichaam volgens conclusie 1. Het houderlichaam omvat een zijwand waaromheen een hoofdzakelijk buisvormige grijphuls is gevat. Een bovenranddeel van de grijphuls vormt een opwaarts vrijliggend schouderoppervlak, geschikt om aan te liggen tegen een onderranddeel van een bijhorend deksel. Verder is er nog een lip-groefverbinding tussen de zijwand en het bovenranddeel van de grijphuls in.
Gekende grijphulzen, zoals bij US 2015 164 255, zitten zowel opwaarts als neerwaarts ingesloten over een dieper gelegen zone van de zijwand. Daarentegen laat het huidige ontwerp een hogere positionering van het grijpoppervlak toe, tot tegen het deksel aan. Voordelen zijn een strakker uitzicht en een groter gebruikscomfort. De lip en groef positioneren alvast het bovenranddeel van de (typisch elastische) grijphuls met een nauwe tolerantie. I.h.b. kan de positie van het opwaarts gericht, vrijliggend schouderoppervlak daarbij exact worden gestuurd, met een esthetisch voordeel. De positie van het schouderoppervlak is immers consistent bepaald. Ook verzekert dit een goede/nauwe aansluiting op het deksel. Ook kunnen de lip en groef bij losse, buisvormige grijphulzen met open onderranddeel het opwaarts afschuiven van de grijphuls belemmeren. In een verder te verkiezen uitvoeringsvorm omvat de grijphuls siliconerubber. Omwille van zijn duurzaamheid en thermische stabiliteit zal dit materiaal minder snel degraderen. Het zal daardoor minder snel aanleiding geven tot een openstaande omtreksnaad, tussen de zijwand en grijphuls bovenaan. Dergelijke omtreksnaden, en vooral het erin verzamelde vuil zouden een probleem kunnen vormen voor de hygiëne. In een verder te verkiezen uitvoeringsvorm vormt het bovenranddeel van de grijphuls een inwaartse, ringvormige lip. Dit draagt verder bij tot de structurele stevigheid van het bovenranddeel. Ook bij intensief gebruik zal zich daardoor geen openstaande omtreksnaad vormen tussen de grijphuls en de zijwand bovenaan. In een tweede aspect voorziet de uitvinding nog een drankhouder volgens conclusie 11.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1A toont een schematische doorsnede van een drankhouder met een houderlichaam en een ermee gekoppeld drinkdeksel, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. Figuren 1B-D tonen verdere, schematische doorsneden van houderlichamen volgens nog een aantal mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding. Figuur 2A-C tonen respectievelijk een perspectieftekening, een explosietekening en een dwarse doorsnede van een drankhouder, volgens nog een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De uitvinding betreft (a) een drankhouder, met een houderlichaam en een aangepast deksel, en (b) een houderlichaam als zodanig.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding.
Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.
Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/- 5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een houderlichaam voor een drankhouder, het houderlichaam omvattende: (a) een bodem en een zijwand, welke zijwand zich vanaf de bodem uitstrekt tot een open omtreksrand, aangepast voor koppeling ervan met een deksel, en
(b) een in essentie buisvormige grijphuls met een open of gesloten onderranddeel en met een open bovenranddeel, welke grijphuls vormsluitend is gevat omheen de zijwand.
In het bijzonder vormt het bovenranddeel van de grijphuls een opwaarts vrijliggend 5 schouderoppervlak, waarbij het bovenranddeel van de grijphuls verder een inwaartse, ringvormige lip of groef vormt die ingrijpt op een uitwaartse, ringvormige groef respectievelijk lip, gevormd door de zijwand van het houderlichaam.
Als voordeel vormt de grijphuls een uitwendig grijpoppervlak van verhoogde wrijvingsweerstand, en/of van verlaagde thermische conductiviteit.
Bij voorkeur verzorgt de grijphuls een eenvoudige, stabiele en aangename greep, met een verbeterde thermische isolatie tot bovenaan het houderlichaam.
Optioneel gaat het om een “losse” grijphuls die afzonderlijk is gevormd.
Als alternatief wordt de grijphuls omheen het houderlichaam gevormd.
In elk geval zit de grijphuls vormsluitend omheen het houderlichaam gevat.
Omwille van de vorm van de grijphuls en het houderlichaam, zit de grijphuls omheen het houderlichaam gevangen.
Het is daarbij niet noodzakelijk om de grijphuls met de zijwand te verlijmen of op andere wijze te verbinden.
Verder zijn er geen belangrijke beperkingen qua materiaalkeuze, gezien in eerste plaats de vormgeving (met lip en groef) hun onderlinge verbinding bepaalt.
Optioneel zit de grijphuls losmaakbaar gevat omheen de zijwand.
Dit laat een grondige reiniging toe, na wegname van de grijphuls.
Bijvoorbeeld is de grijphuls vormsluitend of vormcorresponderend omheen de zijwand gespannen.
Optioneel is de grijphuls, als alternatief, permanent met de zijwand verbonden (bv. verlijmd). Optioneel is de grijphuls geperforeerd.
Optioneel is de grijphuls geprofileerd.
In een mogelijke uitvoeringsvorm omhult de grijphuls zowel de bodem als zijwand van het houderlichaam, tot het schouderoppervlak bovenaan de grijphuls.
De grijphuls is daarbij in hoofdzaak buisvormig, met een gesloten onderranddeel.
In een mogelijke, alternatieve uitvoeringsvorm omhult de grijphuls niet de bodem van het houderlichaam.
De grijphuls is daarbij in hoofdzaak buisvormig, met een open onderranddeel.
Bij voorkeur omhult de grijphuls slechts een bovenste gedeelte van de zijwand van het houderlichaam.
Optioneel is de grijphuls daarbij gevat omheen een verzonken zone van de zijwand.
Bij voorkeur gaat het om een omtrekszone van de zijwand.
Een “verzonken zone” of “dieper gelegen zone” moet worden begrepen als eenzone die dieper inwaarts is gelegen, vergeleken met een eraan grenzende zone. Bij voorkeur wordt de verzonken zone alvast neerwaarts begrensd door een ringvormig getrapt flankoppervlak. De verzonken zone wordt omhuld door de grijphuls, waarbij een onderranddeel van de grijphuls neerwaarts aanligt tegen het flankoppervlak. In neerwaartse richting wordt de grijphuls dus alvast ingesloten. In beide gevallen vormt het bovenranddeel van de grijphuls een opwaarts vrijliggend schouderoppervlak. Dat is, in een ontkoppelde toestand van het houderlichaam en deksel, ligt het schouderoppervlak vrij. Bij voorkeur is het vrijliggend schouderoppervlak ervoor geschikt om opwaarts aan te liggen tegen een neerwaartse rand van het deksel. I.h.b. kan het grijpoppervlak daarbij ononderbroken doorlopen, tot tegen het deksel. Bij voorkeur ligt het bovenranddeel van de grijphuls niet aan tegen een neerwaarts gericht flankoppervlak dat daartoe zou zijn gevormd door de zijwand. I.h.b., in het geval van een verzonken zone, is deze bij voorkeur slechts éénzijdig begrensd, aan de onderzijde.
Nu is het bijzonder voordelig dat het bovenranddeel van de grijphuls een inwaartse, ringvormige lip/groef vormt die ingrijpt op een uitwaartse, ringvormige groef/lip, gevormd door de zijwand van het houderlichaam. Voor een losse/losmaakbare grijphuls belet een dergelijke lip-groefverbinding alvast het opwaarts afschuiven van de grijphuls. Ook kunnen de lip en groef een axiale positie van de grijphuls omheen de zijwand opleggen, met een relatief nauwe tolerantie. Hiermee kan dus de positie van het opwaarts gericht schouderoppervlak exact worden vastgelegd, hetgeen een nauwe aansluiting van het schouderoppervlak op het deksel verzekert. Ook heeft een consistente positie een esthetisch voordeel.
Bij voorkeur is de grijphuls rotatiesymmetrisch. Overigens kan een “ringvormige groef” (of “omtreksgroef”) daarbij worden gezien als een ringvormige verdieping van een oppervlak, met twee onderling tegengesteld hellende, ringvormige flanken. Overigens kan een “ringvormige lip” (of “omtrekslip”) daarbij worden gezien als een ringvormige verhoging van een oppervlak, met twee onderling tegengesteld hellende, ringvormige flanken. De flanken - en dus ook de lip en groef - hoeven niet noodzakelijk symmetrisch te zijn. Bij voorkeur zit de lip vormsluitend gevat in de groef, waarbij gelijk gehelde flanken van lip en groef tegen elkaar aanliggen. Optioneel zit de lip vormcorresponderend gevat in de groef, waarbij lip en groef complementair zijn van vorm, en waarbij de lip nauwsluitend is gevat in de groef. Nog een probleem, gekend voor grijpstructuren, is dat deze met verloop van tijd kunnen los komen aan de naden. Tussen openstaande naden kan zich vervolgens vuilverzamelen. Typische oorzaken zijn materiaaldegradatie (bv. van de grijpstructuur zelf), of degradatie van een eventuele verbinding (bv. lijmdegradatie). Materiaaldegradatie bij grijpstructuren in TPE kan bijvoorbeeld leiden tot het uitwaarts uitzetten van het bovenranddeel. I.h.b. voorziet de huidige uitvinding een grijphuls met een opwaarts vrijliggend schouderoppervlak, met bovengenoemde voordelen. Indien echter het bovenranddeel zou loskomen en/of uitwaarts bewegen, kan dit aanleiding geven tot een vrij toegankelijke, openstaande omtreksnaad bovenaan. Daarin kan zich vuil verzamelen.
Nu voorziet de uitvinding verder een lip-groefverbinding. Bij voorkeur is de ringvormige lip of groef omvat door het bovenranddeel van de grijphuls.
- Ingeval de grijphuls los om de zijwand is gespannen, bewerkstelligt de inwaartse lip aan het bovenranddeel een structurele versteviging van het bovenranddeel. I.h.b. verhindert de lip een verwijden van het bovenranddeel (bv. t.g.v.
materiaaldegradatie, of door een uitwaartse trekkracht).
- Ingeval de grijphuls permanent met de zijwand is verbonden (bv. verlijmd of chemisch aangehecht), voorzien een dergelijke lip en groef een groter verbindingsoppervlak. Het bovenranddeel is dus sterker met de zijwand gebonden, en zal minder snel loslaten.
Het genoemde bovenranddeel is een randdeel van de grijphuls, in nabijheid van het vrijliggend schouderoppervlak van de grijphuls. Het bovenranddeel kan slaan op een bovenste derde van de buisvormige grijphuls, t.o.v. de totale hoogte van de grijphuls. Bij voorkeur kan het slaan op een bovenste vierde, bij verdere voorkeur op een bovenste vijfde.
De duurzaamheid en aanhechtingskwaliteit van gekende grijpstructuren en grijphulzen, bijvoorbeeld uit TPE, is veelal ontoereikend om een vrijliggend schouderoppervlak te voorzien. Daar zouden zij immers aanleiding geven tot een vrij toegankelijke, openstaande naad waarin zich vuil kan verzamelen. Net daarom worden gekende grijpstructuren en grijphulzen tweezijdig (nl. opwaarts & neerwaarts) ingesloten binnen dieper gelegen zones aan de zijwand, zoals bij US 2015 164 255, en/of worden zij permanent met de zijwand verbonden.
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de grijphuls een siliconerubber.
Voordelen van siliconerubbers zijn hun thermische stabiliteit, waardoor zij niet of nauwelijks uitzetten onder invloed van hitte. Andere voordelen zijn hun duurzaamheid, hun goede vlekbestendigheid, hun lage thermische geleidbaarheid, hun lage chemischereactiviteit en hun lage toxiciteit. Bij voorkeur bestaat de grijphuls in hoofdzaak uit een siliconerubber. Een siliconerubber grijphuls die omheen de zijwand is gevat, zal dus gezien zijn duurzaamheid en thermische stabiliteit minder snel aanleiding geven tot een openstaande naad (bv. in de vaatwas). Zelfs wanneer het gaat om een losse grijphuls. De silicone grijphuls is immers op zichzelf voldoende stevig; i.h.b. voorziet het bovenranddeel daarbij op zichzelf voldoende elastische spanning om vormsluitend omheen het houderlchaam te spannen. Daarbij bestaat geen openstaande tussenruimte. De uitvinders stelden vast dat een dergelijk ontwerp veel moeilijker te verwezenlijken is met gebruik van TPE polymeren, omdat deze met verloop van tijd gaan uitzetten. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de grijphuls hoofdzakelijk buisvormig met een open onderranddeel en een open bovenranddeel. Daarbij is de grijphuls vormsluitend gevat omheen een verzonken zone aan de zijwand van het houderlichaam. I.h.b. ligt het onderranddeel van de grijphuls daarbij neerwaarts aan tegen een ringvormig getrapt flankoppervlak van de zijwand. Hierbij voorziet de grijphuls enkel een grijpoppervlak waar dit het meest voordelig is, bovenaan het houderlichaam.
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm vormt het bovenranddeel van de grijphuls de inwaartse, ringvormige lip vormt die ingrijpt op de uitwaartse, ringvormige groef, gevormd door de zijwand van het houderlichaam. Hierboven genoemde voordelen kunnen in dit verband worden hernomen. Zowel een inwaartse lip (zie hierboven) als een inwaartse flensrand (zie hieronder), kunnen verder bijdragen tot de stevigheid van het bovenranddeel van de grijphuls. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is het bovenranddeel van de grijphuls omheen een ringvormige schouder van de zijwand gevat. Daarbij vormt het bovenranddeel een inwaartse flensrand. Een dergelijke flensrand draagt verder bij tot de stevigheid van het bovenranddeel van de grijphuls. Er wordt verwezen naar de beschrijving bij Fig. 1B. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm betreft het een hoekige schouder. Als resultaat zal een neerwaartse druk op het schouderoppervlak het bovenranddeel niet uitwaarts dwingen, van de schouder af. Er wordt verwezen naar de beschrijving bij Fig. 1C. Voor grijphulzen die zowel omheen de bodem als de zijwand zijn gevat, en voor grijphulzen die niet neerwaarts worden ingesloten door een getrapt flankoppervlak, verhindert een dergelijke schouder bovendien het neerwaarts afschuiven van de grijphuls.
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het schouderoppervlak een vrijliggend, ringvormig plateau. Een schouder wordt hierin als “hoekig” opgevat, indien de gemiddelde breedte van het ringvormig plateau minstens viermaal groter is dan de gemiddelde kromtestraal van de schouder, in dwarse doorsnede, en aan de buitenzijde van de schouder bepaald. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm verloopt het flankoppervlak schuin, waarbij het onderranddeel is afgeschuind. Bij een dergelijk over elkaar spannen van schuine delen worden de naden als vanzelf toegeknepen. Hiertussen zal zich dus geen vuil verzamelen. Een schuine insluiting van de grijphuls onderaan (via het schuine flankoppervlak) kan als nadeel hebben dat de tolerantie van de axiale positie van de grijphuls over de zijwand sterk vergroot. Echter leggen hier de lip en groef de axiale positie van de grijphuls vast, met een veel nauwere tolerantie.
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de zijwand van het houderlichaam dubbelwandig. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de zijwand van het houderlichaam roestvast staal (RVS). In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de open omtreksrand is aangepast voor een schroefkoppeling of bajonetkoppeling.
Echter is de uitvinding tot geen enkel type koppeling gelimiteerd. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het grijpoppervlak een profilering.
In een tweede aspect voorziet de uitvinding een drankhouder omvattende een houderlichaam en een aangepast deksel dat met het houderlichaam kan worden gekoppeld, en welk deksel verder een drinkopening voorziet. In het bijzonder betreft het een houderlichaam volgens het eerste aspect van de uitvinding. Diezelfde kenmerken en bijhorende voordelen kunnen in dit verband worden hernomen.
Optioneel betreft het een drinkdeksel, met een drinkopening. Er wordt dan bij voorkeur gedronken doorheen de drinkopening, met het deksel op het houderlichaam gekoppeld. Optioneel omvat een dergelijk deksel nog een inwendige sluitmechaniek die vanaf de buitenzijde kan worden bediend. Zo’n sluitmechaniek neemt betrekkelijk veel plaats in. De hoogteafmetingen van het drinkdeksel zijn groter, en de drinkopening ligt verder van het houderlichaam af.
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het deksel een uitwendige grijpstructuur van verhoogde wrijvingsweerstand, welke grijpstructuur zich omtreksgewijs uitstrekt langsheen een onderrand van het deksel. In een verdere ofalternatieve uitvoeringsvorm vormen de grijphuls van het houderlichaam en de grijpstructuur van het deksel een in essentie aaneengesloten grijpoppervlak. Het grijpoppervlak loopt door tot hoger op de drankhouder, dus tot dichter nabij de drinkopening. Dit laat een meer comfortabel gebruik toe.
Bij voorkeur is er in gekoppelde toestand een quasi naadloze aansluiting tussen (a) de onderrand van het deksel en (b) het opwaarts vrijliggend schouderoppervlak van de grijphuls in. Als alternatief bestaat er wel nog een nauwe kier. Zo kunnen het gekoppelde deksel en houderlichaam probleemloos worden losgekoppeld, bijvoorbeeld via een schroefbeweging. Echter bedraagt de kier bij voorkeur maximaal ongeveer 0,8 mm, bij voorkeur minder dan 0,8 mm. Voor de gebruiker voelt dit aan als in essentie aaneengesloten. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de grijpstructuur van het deksel een thermoplastisch elastomeer (TPE) dat vast met het deksel is verbonden. Aan de buitenzijde is het drinkdeksel gedeeltelijk overgoten met een thermoplastisch elastomeer. Dit bevordert het vastgrijpen van het drinkdeksel zelf. TPE is goedkoper dan bijvoorbeeld siliconerubber, hetgeen voordelig is. TPE hecht bovendien relatief goed aan op typische kunststoffen gebruikt voor drinkdeksels. Dit is veel minder het geval voor TPE op RVS. In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden en figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
Figuur 1A toont een schematische doorsnede van een drankhouder 1 met een houderlichaam 2 en een ermee gekoppeld drinkdeksel 3. Het houderlichaam 2 omvat een enkelwandige bodem 4 en zijwand 5. De zijwand 5 strekt zich hoofdzakelijk buisvormig uit, vanaf de bodem 4 onderaan, tot aan een open omtreksrand(deel) 6 bovenaan. De open omtreksrand 6 is aangepast voor schroefkoppeling met het deksel
3. Daartoe voorzien de omtreksrand 6 en het deksel 3 een onderling complementaire schroefdraad 7. Het deksel 3 zelf is een drinkdeksel 3, in die zin dat het een drinkopening 8 voorziet waardoorheen kan worden gedronken. Het betreft echter geen afsluitbaar drinkdeksel 3.
Verder is de zijwand 5 van het houderlichaam 2 gedeeltelijk door een buisvormige grijphuls 9 omhuld. De grijphuls 9 heeft een open bovenranddeel 10 en een open onderranddeel 11. Meer in het bijzonder strekt de grijphuls 9 zich uit in eenomtreksgewijze, verzonken zone 12, langs de buitenzijde van de zijwand 5. De grijphuls 9 dekt deze verzonken zone 12 af. Onderaan wordt de verzonken zone 12 begrensd door een ringvormig, getrapt flankoppervlak 13. Het (ringvormig) onderranddeel 11 van de grijphuls 9 ligt neerwaarts op dit flankoppervlak 13 aan. Het flankoppervlak 13 heeft dus tot gevolg dat de grijphuls 9 alvast in neerwaartse richting is ingesloten, binnen de verzonken zone 12 aan de zijwand 5.
In opwaartse richting, anderzijds, vormt het bovenranddeel 10 van de grijphuls een “vrijliggend” schouderoppervlak 14. Dit schouderoppervlak 14 vormt een in hoofdzaak vlakliggend, ringvormig “plateau”. Het schouderoppervlak 14 is vrijliggend, in die zin dat het vrij ligt, althans in een ontkoppelde toestand van houderlichaam 2 en deksel 3 (zie bijvoorbeeld figuren 1B-D). Terzelfdertijd is het vrijliggend schouderoppervlak 14 geschikt om aan te liggen tegen een onderranddeel 15 van het deksel 3, in een onderling gekoppelde toestand van het houderlichaam 2 en het deksel 3 (Zie bijvoorbeeld figuur 1A). In een dergelijk ontwerp kan het grijpoppervlak 16, gevormd door de grijphuls 9 ononderbroken doorlopen tot onder het deksel 3. Optioneel voorziet ook het deksel 3 een grijpoppervlak 16’. In een gekoppelde toestand van het houderlichaam 2 en het deksel 3, sluit het grijpoppervlak 16’ van het deksel bij voorkeur naadloos aan op het grijpoppervlak 16 van de grijphuls 9. Optioneel is er een omtreksgewijze kier 21 van maximaal 1,0 mm hoog, bij voorkeur maximaal 0,8 mm, bij verdere voorkeur van minder dan 0,8 mm.
Bij voorkeur is er in opwaartse richting geen ringvormig, getrapt flankoppervlak aan de zijwand 12, welk flankoppervlak de verzonken zone 12 in opwaartse richting zou begrenzen, en tegen welk flankoppervlak een (ringvormig) bovenranddeel 10 van de grijphuls 9 in opwaartse richting zou aanliggen. De afwezigheid van een dergelijk flankoppervlak, en het opwaarts vrijliggend zijn van het bovenranddeel 10 (nl. het erdoor gevormd schouderoppervlak 14) is compatibel met een quasi ononderbroken doorlopen van het grijpoppervlak 16, tot onder het deksel 3. Dat is, in onderling gekoppelde toestand. Echter wordt de grijphuls 9 in opwaartse richting niet ingesloten door een neerwaarts flankoppervlak, en daardoor binnen de verzonken zone 12 gehouden.
Nu voorziet de uitvinding nog een inwaartse, ringvormige lip 17 van de grijphuls 9 die ingrijpt op een uitwaartse, ringvormige groef 18, gevormd door de zijwand 5. De lip 17 is vormcorresponderend gevat in de groef 18. De lip 17 is omvat door eenbovenranddeel 10 van de grijphuls 9, nabij het schouderoppervlak 14 van de grijphuls
9. Enerzijds maakt de lip 17 dat de grijphuls 9 omheen de verzonken zone 12 gevangen zit; de lip 17 maakt dat de grijphuls 9 niet zomaar naar boven kan worden geschoven. Anderzijds verhoogt de lip 17 stijfheid/stevigheid van het bovenranddeel 10, en dus de weerstand tegen elastisch verwijden van het bovenranddeel 10. Een bovenranddeel 10 dat nauwsluitend omheen de zijwand 5 zit gespannen, zal dus minder makkelijk in uitwaartse richting kunnen worden opengetrokken, van de zijwand 5 weg. Een dergelijk, robuust ontworpen bovenranddeel 10 zal dus minder snel aanleiding geven tot een gapende/openstaande tussenruimte bovenaan, tussen de zijwand 5 en de grijphuls 9 in. Dit is voordelig, gezien zich in een dergelijke tussenruimte vuil zou kunnen verzamelen. Bovendien leggen de lip en groef de axiale positie van het schouderoppervlak vast.
Figuren 1B-D tonen schematische doorsneden van houderlichamen 2 (ditmaal zonder deksel 3), volgens nog een aantal alternatieve uitvoeringsvormen. In Fig. 1B heeft de grijphuls 9 een gesloten onderranddeel 11. Een inwaartse, ringvormige groef 19 van de grijphuls 9 grijpt in op een uitwaartse, ringvormige lip 20, gevormd door de zijwand 5 van het houderlichaam 2. Een dergelijke groef-lipverbinding maakt eveneens dat de grijphuls 9 zit gevangen over de bodem 4 en zijwand 5. Het bovenranddeel 10 van de grijphuls 9 is verder nog omheen een ringvormige, afgeronde schouder 22 van de zijwand 5 gevormd. In een dergelijk ontwerp vormt de grijphuls 9 dus bovenaan een inwaarts verbrede flensrand 23. Dit versterkt de elastische stijfheid van het bovenranddeel 10 ervan, met dezelfde voordelen als bij de inwaartse lip 17 volgens Fig. 1A. Ook in Fig. 1C vormt het bovenranddeel 10 van de grijphuls 9 een inwaartse groef 19. Ditmaal heeft de grijphuls 9 en open onderranddeel 11. Opnieuw is het bovenranddeel 10 ook omheen een schouder 22 van de zijwand 5 gevat. Het bovenranddeel 10 vormt daarbij een verbrede flensrand 23. Ditmaal gaat het echter om een hoekige schouder
22. In tegenstelling tot een ronde schouder 22 (Zie Fig. 1B), zal een neerwaartse druk op het schouderoppervlak 14 het bovenranddeel 10 niet uitwaarts dwingen, van de schouder 22 af. Opnieuw met als voordeel dat zich minder snel vuil zal verzamelen, tussen de zijwand 5 en het bovenranddeel 10 van de grijphuls 9 in. Verder verloopt het flankoppervlak 13 ditmaal schuin. Het onderranddeel 11 van de grijphuls 9 is opovereenkomstige wijze afgeschuind.
Afgeschuinde randen hebben als voordeel dat er geen openstaande naden zichtbaar zijn, waarin zich vuil zou kunnen verzamelen.
Tot slot verloopt ook in Fig. 1D het flankoppervlak 13 schuin, en is het onderranddeel 11 van de grijphuls 9 overeenkomstig afgeschuind.
Het bovenranddeel 10 is dan structureel verstevigd, gezien het (a) omheen een hoekige schouder 22 is gevormd en daarbij een verbrede flensrand 23 omvat, en (b) gezien het een inwaartse lip 17 vormt.
Figuur 2A-C tonen respectievelijk een perspectieftekening, een explosietekening en een dwarse doorsnede van een drankhouder 1, volgens nog een mogelijke uitvoeringsvorm.
De drankhouder 1 omvat een houderlichaam 2 en een deksel 3 (getoond in onderling gekoppelde toestand in Fig. 2A en 2C). Zoals te zien valt in Fig. 2A en 2C, vormt de drankhouder 1 een quasi ononderbroken, geprofileerd grijpoppervlak 16, 16’ dat zich uitstrekt over zowel de grijphuls 9 als over een onderranddeel 15 van het deksel 3. Bij voorkeur is de grijphuls 9 een los onderdeel uit siliconerubber.
Daarbij is de grijphuls 9 binnen en omheen een verzonken zone 12 aan de zijwand 5 gevat.
De zijwand 5 zelf is deel van een dubbelwandige container met RVS bodem 4 en RVS zijwand 5. Zie i.h.b.
Fig. 2C.
Bij voorkeur omvat de grijpstructuur 24 aan het onderranddeel 15 van het deksel 3 een TPE (i.p.v. bv. siliconerubber), hetgeen goedkoper is dan silicone.
Daarbij is de grijpstructuur 24 bij voorkeur permanent verbonden met het deksel 3. I.h.b. is TPE als materiaal ongeschikt voor losse of losmaakbare grijpstructuren; TPE beschikt niet over de structurele stevigheid, waardoor het aanleiding zou geven tot openstaande kieren ter hoogte van de naden, indien niet vast met het deksel verbonden.
Optioneel is het deksel 3 verkregen via meercomponenten-spuitgieten.
In Fig. 2A en 2C is het deksel 3 op het houderlichaam 2 geschroefd.
Het gaat om een afsluitbaar drinkdeksel 3 met een drinkopening 8 en met een inwendige sluitmechaniek 25 (zie i.h.b.
Fig. 2C). De sluitmechaniek 25 kan van buitenaf worden bediend door middel van een drukknop 26 en een schuifknop 27. Er wordt bij voorkeur gedronken doorheen de drinkopening 8, dus met het deksel 3 op het houderlichaam 2 geschroefd via daartoe voorziene schroefdraad 7. Het is extra voordelig dat de uitvinding daarbij een hoog-gepositioneerd grijpoppervlak 16, 16’ voorziet, dat zich deels over het houderlichaam 2, en deels over het deksel 3 uitstrekt.
Zoals nog te zien valt in Fig. 2C, is de grijphuls 9 gevat omheen een verzonken zone 12 aan de zijwand 5. Een onderranddeel 11 van de grijphuls 9 is afgeschuind, en ligtneerwaarts aan tegen een schuin uitwaarts verlopend, ringvormig getrapt flankoppervlak 13 van de zijwand 5. Een bovenranddeel 10 van de grijphuls 9 is omheen een hoekige schouder 22 van de zijwand 5 gevormd, en omvat daarbij een inwaartse flensrand 23. Tegelijk vormt het bovenranddeel 10 een opwaarts vrijliggend schouderoppervlak 14, onder de vorm van een hoofdzakelijk vlak plateau. Tot slot vormt het bovenranddeel 10 van de grijphuls 9 nog een inwaartse, ringvormige lip 17 die vormcorresponderend ingrijpt op een uitwaartse, ringvormige groef 18 van de zijwand 5. De inwaartse flensrand 23 en inwaartse lip 17 hebben bovengenoemde voordelen.
De genummerde elementen op de figuren zijn:
1. Drankhouder
2. Houderlichaam
3. Deksel
4. Bodem
5. Zijwand
6. Open omtreksrand
7. Schroefdraad
8. Drinkopening
9. Grijphuls
10. Bovenranddeel (grijphuls)
11. Onderranddeel (grijphuls)
12. Verzonken zone
13. Flankoppervlak
14. Schouderoppervlak
15. Onderranddeel (deksel)
16. Grijpoppervlak
17.Inwaartse lip (grijphuls)
18. Uitwaartse groef (zijwand)
19. Inwaartse groef (grijphuls)
20. Uitwaartse lip (zijwand)
21.Kier
22. Schouder (zijwand)
23.Flensrand (grijphuls)
24. Grijpstructuur (deksel)
25. Inwendige sluitmechaniek
26. Drukknop
27.Schuifknop
Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims (14)

CONCLUSIES
1. Een houderlichaam (2) voor een drankhouder (1), het houderlichaam (2) omvattende (a) een bodem (4) en een zijwand (5), welke zijwand (5) zich vanaf de bodem (4) uitstrekt tot een open omtreksrand (6), aangepast voor koppeling ervan met een deksel (3), en (b) een buisvormige grijphuls (9) met een open of gesloten onderranddeel (11) en een open bovenranddeel (10), welke grijphuls (9) vormsluitend is gevat omheen de genoemde zijwand (5), waarbij het bovenranddeel (10) van de grijphuls (9) een opwaarts vrijliggend schouderoppervlak (14) vormt, ervoor geschikt om aan te liggen tegen het deksel (3), waarbij het bovenranddeel (10) van de grijphuls (9) verder nog een inwaartse, ringvormige lip (17) of groef (19) vormt die ingrijpt op een uitwaartse, ringvormige groef (18) of lip (20), gevormd door de zijwand (5) van het houderlichaam (2), en waarbij de grijphuls (9) een siliconerubber omvat.
2. Het houderlichaam (2) volgens conclusie 1, waarbij het bovenranddeel (10) van de grijphuls een inwaartse, ringvormige lip (17) vormt die ingrijpt op een uitwaartse, ringvormige groef (18), gevormd door de zijwand (5) van het houderlichaam (2).
3. Het houderlichaam (2) volgens één der conclusies 1-2, waarbij de grijphuls (9) een open onderranddeel (11) omvat, en waarbij de grijphuls (9) omheen een verzonken zone (12) aan de zijwand (5) is gevat, waarbij het open onderranddeel van de grijphuls (9) neerwaarts aanligt tegen een ringvormig getrapt flankoppervlak (13) van de zijwand (5).
4, Het houderlichaam (2) volgens één der conclusies 1-3, waarbij het bovenranddeel (10) van de grijphuls (9) omheen een ringvormige schouder (22) van de zijwand (5) is gevat.
5. Het houderlichaam (2) volgens de voorgaande conclusie, waarbij het een hoekige schouder (22) betreft.
6. Het houderlichaam (2) volgens voorgaande conclusie 3, waarbij het genoemde flankoppervlak (13) van de zijwand (5) schuin verloopt, en waarbij het open onderranddeel (11) van de grijphuls (9) is afgeschuind.
7. Het houderlichaam (2) volgens één der conclusies 1-6, waarbij de zijwand (5) 40 van het houderlichaam (2) dubbelwandig is.
8. Het houderlichaam (2) volgens voorgaande conclusie 7, waarbij de zijwand (5) roestvrij staal omvat.
9, Het houderlichaam (2) volgens één der conclusies 1-8, waarbij de open omtreksrand (6) is aangepast voor een schroefkoppeling of bajonetkoppeling ervan met het deksel (3).
10.Het houderlichaam (2) volgens één der conclusies 1-9, waarbij het grijpoppervlak (16) een profilering omvat.
11.Een drankhouder (1) omvattende een houderlichaam (2) en een aangepast deksel (3) dat met het houderlichaam (2) kan worden gekoppeld, welk deksel (3) verder een drinkopening (8) voorziet, en met het kenmerk, dat het houderlichaam (2) in overeenstemming is met één der voorgaande conclusies 1-
10.
12. De drankhouder (1) volgens voorgaande conclusie 11, waarbij het deksel (3) een uitwendige grijpstructuur (24) van verhoogde wrijvingsweerstand omvat, welke grijpstructuur (24) zich omtreksgewijs uitstrekt langs of aan een onderrand (15) van het deksel.
13. De drankhouder (1) volgens voorgaande conclusie 12, waarbij de grijphuls (9) van het houderlichaam (2) en de grijpstructuur (24) van het deksel (3) een in essentie aaneengesloten grijpoppervlak (16) vormen, in een gekoppelde toestand van het houderlichaam (2) en het deksel (3).
14.De drankhouder (1) volgens één der conclusies 12 en 13, waarbij de grijpstructuur (24) van het deksel (3) een thermoplastisch elastomeer (TPE) omvat dat vast met het deksel (3) is verbonden.
BE20195055A 2019-01-31 2019-01-31 Drankhouder en houderlichaam met grijpoppervlak BE1027008B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195055A BE1027008B1 (nl) 2019-01-31 2019-01-31 Drankhouder en houderlichaam met grijpoppervlak
PCT/IB2020/050785 WO2020157716A1 (en) 2019-01-31 2020-01-31 Beverage container and container body with gripping surface

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195055A BE1027008B1 (nl) 2019-01-31 2019-01-31 Drankhouder en houderlichaam met grijpoppervlak

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027008A1 BE1027008A1 (nl) 2020-08-24
BE1027008B1 true BE1027008B1 (nl) 2020-08-31

Family

ID=65440722

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195055A BE1027008B1 (nl) 2019-01-31 2019-01-31 Drankhouder en houderlichaam met grijpoppervlak

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1027008B1 (nl)
WO (1) WO2020157716A1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN203088529U (zh) * 2013-01-29 2013-07-31 汕头市华净瓷饮水杯科技有限公司 养生杯
CN103705070A (zh) * 2013-12-16 2014-04-09 吴海荣 一种钛合金的复合保温杯
US20170081092A1 (en) * 2015-09-22 2017-03-23 Rubbermaid Incorporated Portable beverage container and lid assembly
US20180192800A1 (en) * 2017-01-10 2018-07-12 Ignite Usa, Llc Portable Beverage Container with a Robust and Easily Cleanable Seal Mechanism

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20110006028A1 (en) 2009-07-10 2011-01-13 Greg Caldwell Company, Llc Coated glass bottles and articles and methods of manufacture
EP3083430B1 (en) 2013-12-18 2020-05-27 Ignite USA, LLC Sealing mechanism for beverage container

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN203088529U (zh) * 2013-01-29 2013-07-31 汕头市华净瓷饮水杯科技有限公司 养生杯
CN103705070A (zh) * 2013-12-16 2014-04-09 吴海荣 一种钛合金的复合保温杯
US20170081092A1 (en) * 2015-09-22 2017-03-23 Rubbermaid Incorporated Portable beverage container and lid assembly
US20180192800A1 (en) * 2017-01-10 2018-07-12 Ignite Usa, Llc Portable Beverage Container with a Robust and Easily Cleanable Seal Mechanism

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027008A1 (nl) 2020-08-24
WO2020157716A1 (en) 2020-08-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2014380122B2 (en) Resealable container with collar and lid
EP0826606B1 (fr) Capsule de distribution à Moyens de prehension ameliores
RU2618463C2 (ru) Ручка для пластиковой бутылки
US9771188B2 (en) Personal utensil and container
CA2179923C (fr) Boitier de soin transparent
MX2007005794A (es) Cierre con una o mas tapas.
US8141481B2 (en) Compacting bin
FR2752818A1 (fr) Capsule articulee a element de liaison ameliore
MXPA05002615A (es) Repisa apilada en caliente.
CN105764816B (zh) 卫生容器的改进或与卫生容器相关的改进
BE1027008B1 (nl) Drankhouder en houderlichaam met grijpoppervlak
US10377559B1 (en) Holder for a squeeze pouch
JP2013537869A (ja) コットンパッドディスペンサーおよびその製造のための方法
KR101548973B1 (ko) 위생적이며 사용이 편리한 음료캔
US20060237458A1 (en) Pedal assembly for trash can
WO2018096503A1 (en) A lid for a container
US20140339226A1 (en) Convenient Side-Door Bin
US20150173541A1 (en) Lip device for dishware
CA3051108A1 (en) Flexible pail
US10829299B2 (en) Container system with supportable liner
US20070102430A1 (en) Self closing bag hanger
EP0692436A1 (fr) Objet d'ameublement pouvant constituer un porte-parapluies, une poubelle avec sac jetable, un cendrier ou autre objet
CA2928276A1 (en) Container system with supportable liner
CN210192247U (zh) 一种多功能密封储藏桶
BE1027009B1 (nl) Een herbruikbare drinkfles en flesdop

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200831