BE1026880B1 - Werkwijze voor het produceren van een piëzo-elektrische buzzer en een piëzo-elektrische buzzer - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een werkwijze voor het produceren van een piëzo-elektrische buzzer. In de werkwijze worden tijdens een stap van het bevestigen van eerste (3) en tweede langwerpige aansluitingen (4) op een eerste zijde (7) van een printplaatmiddel (2), de aansluitingen (3, 4) tijdelijk gefixeerd om een hoek (α1) tussen de aansluitingen (3, 4) en de eerste zijde (7) van het printplaatmiddel (2) te verkrijgen van 85° tot 95°. Verder betreft de uitvinding een piëzo-elektrische buzzer.

Description

t N BE2018/5893 WERKWIJZE VOOR HET PRODUCEREN VAN EEN PI EZO-ELEKTRI SCHE BUZZER EN EEN PIËZO-ELEKTRISCHE BUZZER

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het produceren van een piëzo- elektrische buzzer en op een piëzo-elektrische buzzer.

STAND DER TECHNIEK Werkwijzen voor het produceren van piëzo-elektrische buzzers en piëzo-elektrische buzzers op zich zijn gekend uit de stand der techniek. Zo beschrijft US4122365A een piëzo-elektrische buzzer met een piëzo-elektrisch kristal gemonteerd op een ronde montageplaat. Ondersteunende steunen zijn integraal gevormd in de montageplaat door in de plaat gevormde stansvormige delen en deze delen zodanig te buigen dat ze in hoofdzaak loodrecht op de plaat staan. De steunen zijn gepositioneerd op de knoopcirkel van de transducer, zodat de trilling van de transducer niet wezenlijk wordt aangetast door de montage-inrichting. Een oscillatorcircuit is verbonden om een potentiaal te verschaffen tussen de montageplaat en een eerste elektrode gepositioneerd op het oppervlak van het kristal tegenover de montageplaat. Een tweede elektrode, gepositioneerd op het oppervlak van het piëzo- elektrische kristal grenzend aan de eerste elektrode, verschaft een terugkoppelingssignaal aan de oscillatorschakeling.

De piëzo-elektrische buzzer volgens US4122365A toont het probleem dat er te weinig aandacht wordt geschonken aan de plaatsing van aansluitingen voor connectie van de buzzer met een energiebron, welke aansluitingen van groot belang zijn voor de werking van een buzzer, en er bovendien bij het testen vaak ook afwijkingen onopzettelijk kunnen veroorzaakt worden op de gevoelige componenten van de buzzer. De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste bovenvermeld probleem.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een werkwijze voor het produceren van een piëzo-elektrische buzzer volgens conclusie 1.

? BE2018/5893 De maatregel dat tijdens het bevestigen van de eerste en tweede langwerpige aansluitingen op de eerste zijde van het printplaatmiddel, de aansluitingen tijdelijk gefixeerd worden om een hoek tussen de aansluitingen en de eerste zijde van het printplaatmiddel te verkrijgen van 85° tot 95°, is een zeer efficiënte manier om een gewenste oriëntatie van genoemde aansluitingen te verkrijgen. Een dergelijke loodrechte of nagenoeg loodrechte oriëntatie van de aansluitingen is uitermate gewenst bij gebruik van het printplaatmiddel inclusief aansluitingen in een piëzo-elektrische buzzer. Genoemde oriëntatie van de aansluitingen is immers optimaal geschikt voor koppeling aan een energiebron, zoals aan een gelijkstroomvoedingsbron, omdat in een energiebron openingen voor het ontvangen van genoemde aansluitingen standaard in een loodrechte oriëntatie voorzien zijn. Om deze reden zorgt genoemde oriëntatie van de aansluitingen er ook voor dat beschadigingen aan de aansluitingen en bijgevolg aan een piëzo-elektrische buzzer, bij het koppelen aan of ontkoppelen van een energiebron vermeden worden. Daarnaast wordt tijdens of na fixatie van de aansluitingen, een voorafbepaald spanningsregime (of stroomregime) voorzien over (langs) de aansluitingen, zodanig dat de geklemde buzzer geluid produceert hetwelk vergeleken wordt met het gewenste geluid bij het voorafbepaalde spanningsregime.

Voorkeursvormen van de werkwijze worden weergegeven in conclusies 2 tot en met 7. In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een piëzo-elektrische buzzer volgens conclusie 8.

Voorkeursvormen van de piëzo elektrische buzzer worden weergegeven in conclusies 9 tot en met 15.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Fig. 1-2 tonen schematische voorstellingen van kleminrichtingen in gebruik voor het gewenst oriënteren van langwerpige aansluitingen bevestigd op een printplaatmiddel, welk printplaatmiddel inclusief aansluitingen geschikt is voor gebruik in een piëzo- elektrische buzzer, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Fig. 3 toont een bovenaanzicht van een massieve blok van de kleminrichting volgens Fig. 2, zonder een printplaatmiddel met aansluitingen erin geplaatst, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Fig. 4 toont een schematische voorstelling van een piëzo-elektrische buzzer volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. Fig. 5-6 tonen bovenaanzichten van bovenzijden van uitvoeringsvormen van een cilindrische behuizing, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. Fig. 7 betreft een bevestigingsmoer als onderdeel van een uitvoeringsvorm van een piëzo-elektrische buzzer, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. Fig. 8A-10B tonen zij- en onderaanzichten van uitvoeringsvormen van een piëzo- elektrische buzzer, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

GEDETAI LLEERDE BESCHRIJVING Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen. De term “printplaatmiddel”, zoals gebruikt in deze tekst, dient te worden begrepen als een plaat voorzien van geëtste of geprinte geleidende paden waarop verschillende componenten zoals transistoren, weerstanden en geïntegreerde circuits aangesloten zijn (niet getoond op de figuur). Een niet-limiterend voorbeeld van een geschikt printplaatmiddel is een printed circuit board (PCB). In een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van een piëzo-elektrische buzzer, omvattende de stappen van: — het voorzien van een schijfvormig printplaatmiddel; — het bevestigen van een eerste en een tweede langwerpige aansluiting op een afstand van elkaar en via een eerste uiteinde van elk van de aansluitingen op een eerste zijde van het printplaatmiddel; — het bevestigen van een schijfvormige metalen plaat op het printplaatmiddel middels twee of meerdere langwerpige stutten waarvan een eerste uiteinde verbonden wordt met een tweede zijde van het printplaatmiddel, tegenover genoemde eerste zijde gelegen, en een tweede uiteinde verbonden wordt met een eerste zijde van de schijfvormige metalen plaat; — het bevestigen van een schijfvormig piëzo-elektrisch element via een eerste zijde van het element aan een tweede zijde van de metalen plaat tegenover de eerste zijde van de plaat gelegen, waarbij de combinatie van piëzo-elektrisch element en metalen plaat een piëzo-elektrisch diafragma vormt, en waarbij het

+ BE2018/5893 printplaatmiddel ingericht is om via de langwerpige aansluitingen een elektrische stroom/spanning aan te brengen overheen genoemd piëzo-elektrisch element;

— het voorzien van een cilindrische behuizing met een mantel, een open onderzijde en een er tegenover gelegen hoofdzakelijk gesloten bovenzijde omvattende één of meerdere geluidsuitstralende gaten; en — het bevestigen van het printplaatmiddel in de behuizing, zodat het piëzo-elektrisch element gericht is naar de bovenzijde van de behuizing en de aansluitingen in de richting van de onderzijde van de behuizing en weggericht van genoemd printplaatmiddel ten minste gedeeltelijk uitsteken ten opzichte van de behuizing, waarbij tijdens of na, bij voorkeur na, het bevestigen van de eerste en tweede langwerpige aansluitingen op de eerste zijde van het printplaatmiddel, de aansluitingen tijdelijk gefixeerd worden om een hoek tussen de aansluitingen en de eerste zijde van het printplaatmiddel te verkrijgen van 85° tot 95°. Daarbij is genoemde kleminrichting uitgevoerd in een geleidend materiaal, en wordt tijdens het fixeren van de aansluitingen een voorafbepaald elektrische spanningsregime, bij voorkeur een voorafbepaald spanningsniveau via de kleminrichting over de aansluitingen voorzien.

Alternatief kan ook een voorafbepaald elektrische stroomregime of voorafbepaald elektrische stroomniveau voorzien worden langs de aansluitingen.

Het is cruciaal dat het eindproduct, een buzzer, de gewenste toonhoogte en geluidssterkte produceert onder een bepaalde opgelegde spanning.

Hierbij dient ook opgemerkt te worden dat veel afnemers van buzzers zeer strenge kwaliteits- en uniformiteitseisen hebben, en daarom moet gegarandeerd kunnen worden dat alle geproduceerde buzzers hieraan voldoen.

Op de gewenste frequentie zit een zeer beperkte toegestane afwijkingsmarge, waardoor kwaliteitstesten die de geleverde frequentie testen onontbeerlijk zijn.

Hierbij dient ook opgemerkt te worden dat deze afwijkingsmarge varieert van toepassing tot toepassing, en dat deze voor high-end applicaties zeer beperkt is, en dat afwijkingen desastreuze gevolgen kunnen hebben.

Naast de strenge eisen op geleverde geluid (toonhoogte en geluidssterkte), gelden evenzeer strenge eisen voor de oriëntatie van de aansluitingen van de buzzer waarmee deze elektrisch gekoppeld worden in grotere structuren, zeker omdat dergelijke buzzers vaak als waarschuwings- of alarmsysteem dienen.

Als dusdanig moet de werking gegarandeerd zijn, wat in gevaar kan komen bij afwijkende stand van de aansluitingen van de buzzer.

Gezien de aansluiting bovendien ook vrij fragiele elementen zijn, moeten deze zo veel mogelijk ontzien worden qua manipulaties, om afwijkingen qua oriëntatie na productie (of ten minste na bevestiging van de aansluitingen) te vermijden.

> BE2018/5893 Bij voorkeur wordt het voorzien van het spanningsregime opgestart (en bij voorkeur ook beëindigd) door een gebruiker, bijvoorbeeld door het induwen (en eventueel ingedrukt houden) van een knop.

Via de aansluitingen bereikt de elektrische stroom (bij voorzien van een voorafbepaalde spanning, volgt hieruit automatisch ook een stroom; om de notatie te sparen kunnen de termen als quasi-synoniem beschouwd worden, gezien het effect dat deze bewerkstellen, namelijk het aansturen van - in dit geval — de buzzer) vervolgens het printplaatmiddel. zoals transistoren, weerstanden en geïntegreerde circuits aangesloten zijn (niet getoond op de figuur). Door een elektrische stroom aan het printplaatmiddel aan te bieden kan de geleiding en werking van componenten voorzien op het printplaatmiddel, zoals aangesloten transistoren, weerstanden en geïntegreerde circuits, nagegaan worden, wat een bijkomend voordeel is. In het bijzonder dient de spanning of stroom als test voor de buzzer, om te zien of, bij een voorafbepaalde stroom, de gewenste geluidsfrequentie(s) en/of geluidssterkte bereikt wordt met de buzzer. Bij voorkeur kan een bijhorende sensor voorzien worden in de testbank waarop de buzzer geklemd zit, dewelke sensor geschikt is voor het meten van de geproduceerde frequentie. De sensor kan bovendien automatisch geactiveerd worden bij het opstarten van het spanningsregime (en gedeactiveerd bij het stoppen daarvan).

De maatregel dat tijdens het bevestigen van de eerste en tweede langwerpige aansluitingen op de eerste zijde van het printplaatmiddel, de aansluitingen tijdelijk gefixeerd worden om een hoek tussen de aansluitingen en de eerste zijde van het printplaatmiddel te verkrijgen van 85° tot 95°, is een zeer efficiënte manier om een gewenste oriëntatie van genoemde aansluitingen te verkrijgen. Een dergelijke loodrechte of nagenoeg loodrechte oriëntatie van de aansluitingen is uitermate gewenst bij gebruik van het printplaatmiddel inclusief aansluitingen in een piëzo-elektrische buzzer. Genoemde oriëntatie van de aansluitingen is immers optimaal geschikt voor koppeling aan een energiebron, zoals aan een gelijkstroomvoedingsbron/gelijkspanningsbron, omdat in een energiebron openingen voor het ontvangen van genoemde aansluitingen standaard in een loodrechte oriëntatie voorzien zijn. Om deze reden zorgt genoemde oriëntatie van de aansluitingen er ook voor dat beschadigingen aan de aansluitingen en bijgevolg aan een piëzo-elektrische buzzer, bij het koppelen aan of ontkoppelen van een energiebron vermeden worden.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt, bij het voorzien van het voorafbepaald spanningsregime over de aansluitingen, de frequentie, en optioneel de amplitude, van het door de piëzo-elektrische buzzer geproduceerde geluid gemeten, enwordt de gemeten frequentie, en optioneel amplitude, vergeleken met een voorafbepaalde gewenste frequentie, en optioneel een voorafbepaalde gewenste amplitude. Door deze kwaliteitscontrole al tijdens deze stap uit te voeren, kunnen problemen vroegtijdig opgespoord worden, vooraleer verdere tijd en materialen gebruikt worden bij defectieve tussenproducten. Bovendien is het preferentieel om zo weinig mogelijk de componenten van een buzzer te manipuleren om schade of afwijkingen te vermijden, door de bovenstaande kwaliteitsproef reeds uit te voeren terwijl de aansluitingen nog correct gepositioneerd worden, wordt een fout op de oriëntatie van de aansluitingen tijdens de test alvast sterk gereduceerd, als niet volledig uitgeschakeld.

Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is genoemde hoek tussen 88° en 92° en meer bij voorkeur tussen 89° en 91° gelegen.

Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm wordt verder een derde langwerpige aansluiting via een eerste uiteinde van de derde aansluiting, tegenover een tweede uiteinde van de derde aansluiting gelegen, op genoemd eerste oppervlak van het printplaatmiddel bevestigd volgens een hoek tussen de derde aansluiting en het eerste oppervlak van het printplaatmiddel van 85° tot 95°, meer bij voorkeur van 88° tot 92° en nog meer bij voorkeur van 89° tot 91°, en waarbij de derde aansluiting volgens een afstand gelegen is ten opzichte van de eerste aansluiting en volgens een afstand gelegen is ten opzichte van de tweede aansluiting.

Een derde aansluiting is geschikt als controle-aansluiting, en genoemde oriëntatie is voordelig omwille van hogergenoemde voordelen van dergelijke oriëntatie voor de eerste en tweede aansluitingen.

Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm worden de aansluitingen tijdelijk gefixeerd door een tweede uiteinde van elk van de aansluitingen, tegenover genoemde eerste uiteinden gelegen, in vormsluitend contact te plaatsen in daartoe gedimensioneerde gaten in een kleminrichting, welke gaten onderlinge afstanden vertonen die gelijk zijn aan genoemde afstanden tussen de aansluitingen. Dit vormsluitend contact draagt, naast genoemde afstanden tussen genoemde gaten, bij tot een gewenste oriëntatie van de aansluitingen.

Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is genoemde kleminrichting gelagerd volgens een gelagerde opstelling waarin elk genoemd gat in een uiteinde van een geleidende staaf geplaatst is, waarin elke staaf langsheen zijn omtrek omhuld wordtdoor een isolerend omhulsel, en waarin elk isolerend omhulsel geplaatst is in eenzelfde massieve blok.

De gelagerde opstelling biedt verschillende voordelen. Zo kunnen er eenvoudig meerdere staven met gaten, voorzien worden in één stabiele opstelling, hetgeen het gewenst oriënteren van aansluitingen volgens verschillende onderlinge afstanden ten opzichte van een printplaatmiddel mogelijk maakt. Zo zorgt de opstelling binnen een massieve blok voor stabiliteit van de oriëntatie van de staven inclusief gaten, hetgeen van groot belang is voor het verkrijgen van een gewenste oriëntatie van de aansluitingen. Zo zorgt de opstelling ook middels de isolerende, bijvoorbeeld rubberen, omhulsels ervoor dat een elektrische stroom/spanning aangebracht in de geleidende staven niet over kan gaan in de massieve blok, wat van belang is van het testen van geleiding en werking van componenten van het printplaatmiddel mits het voorzien van een elektrische stroom/spanning via de staven en de aansluitingen naar het printplaatmiddel. Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm worden de aansluitingen uit genoemde kleminrichting verwijderd door een uitgeoefende kracht die van de tweede uiteinden van de aansluitingen gericht is naar de eerste uiteinden van de aansluitingen.

Op deze manier kan na het verkrijgen van een gewenste oriëntatie van de aansluitingen middels gebruik van de kleminrichting, het printplaatmiddel inclusief aansluitingen via een richting volgens of hoofdzakelijk volgens de oriëntatie van de aansluitingen uit de kleminrichting verwijderd worden, hetgeen beschadiging van de aansluitingen en/of printplaatmiddel en/of een wijziging van de oriëntatie van de aansluitingen tegengaat. Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is het printplaatmiddel aan zijn periferie voorzien van een opstaande rand, waarbij tijdens de stap van het bevestigen van het printplaatmiddel in de behuizing, het printplaatmiddel middels genoemde opstaande rand met een lijmmiddel verlijmd wordt aan en binnen de behuizing. De opstaande rand van het printplaatmiddel is zeer geschikt om het printplaatmiddel middels verlijming met een lijmmiddel aan en binnen de behuizing te bevestigen. De opstaande rand zorgt voor een contactoppervlakvergroting en dus voor een bevestiging met verhoogde stevigheid dan wanneer de opstaande rand er niet zou zijn. In een tweede aspect betreft de uitvinding een piëzo-elektrische buzzer omvattende een cilindrische behuizing met een mantel, een open onderzijde en een er tegenover gelegenhoofdzakelijk gesloten bovenzijde omvattende &&n of meerdere geluiduitstralende gaten, de buzzer verder omvattende een piëzo-elektrisch diafragma te plaatsen in de behuizing op een afstand van en evenwijdig aan genoemde onderzijde, het genoemde diafragma omvattende een schijfvormige metalen plaat met een oppervlakte waarop

5 aan een tweede zijde van de plaat, tegenover een eerste zijde van de plaat, dat naar de bovenzijde van de behuizing in gebruik gericht is een schijfvormig piëzo-elektrisch element met een oppervlakte ten hoogste zo groot als de oppervlakte van de plaat te bevestigen is, de buzzer verder omvattende twee of meerdere langwerpige stutten die elk aan een tweede uiteinde, tegenover een eerste uiteinde gelegen, te verbinden zijnmet de eerste zijde van de plaat dat in gebruik naar genoemde onderzijde van de behuizing gericht is, waarbij de buzzer verder een printplaatmiddel omvat die in gebruik in de behuizing en tussen genoemd piëzo-elektrisch diafragma en genoemde onderzijde van de behuizing gelegen is, waarbij elk van de stutten aan het eerste uiteinde te verbinden zijn met een tweede zijde van genoemd printplaatmiddel, tegenover een eerste zijde van het printplaatmiddel gelegen, dat in gebruik naar het piëzo-elektrisch diafragma gericht is, en waarbij in gebruik aan de eerste zijde van genoemd printplaatmiddel dat in gebruik naar de onderzijde van de behuizing gericht is een eerste en een tweede langwerpige aansluiting op een afstand van elkaar te bevestigen zijn en in geplaatste toestand gedeeltelijk uitstekend zijn ten opzichte van genoemde onderzijde en weggericht van genoemd printplaatmiddel, welk printplaatmiddel ingericht is om via de langwerpige aansluitingen een elektrische stroom/spanning te voorzien door of over genoemd piëzo-elektrisch element, met het kenmerk, dat een hoek (al) tussen de aansluitingen en de eerste zijde van het printplaatmiddel 85° tot 95°, meer bij voorkeur 88° tot 92° en nog meer bij voorkeur 89° tot 91° is, en dat de afstand tussen genoemde eerste en tweede langwerpige aansluitingen zich verhoudt tot een diameter van de printplaat volgens een verhouding van 7:10 tot 7,5:10, bij voorkeur van 7,1:10 tot 7,4:10 en meer bij voorkeur van 7,2:10 tot 7,3:10. Een dergelijke loodrechte of nagenoeg loodrechte oriëntatie van de aansluitingen is uitermate gewenst bij een piëzo-elektrische buzzer.

Genoemde oriëntatie van de aansluitingen is immers optimaal geschikt voor koppeling aan een energiebron, zoals aan een gelijkstroomvoedingsbron, omdat in een energiebron openingen voor het ontvangen van genoemde aansluitingen standaard in een loodrechte oriëntatie voorzien zijn.

Om deze reden zorgt genoemde oriëntatie van de aansluitingen er ook voor dat beschadigingen aan de aansluitingen en bijgevolg aan een piëzo-elektrische buzzer, bij het koppelen aan of ontkoppelen van een energiebron vermeden worden.

Genoemde afstand tussen genoemde eerste en tweede langwerpige aansluitingen en de verhouding van deze afstand tot een diameter van de printplaat volgens een verhouding van 7:10 tot 7,5:10, bij voorkeur van 7,1:10 tot 7,4:10 en meer bij voorkeur van 7,2:10 tot 7,3:10, zijn zeer gewenste afmetingen en relatieve afmetingen bij constructie van een piëzo-elektrische buzzer omwille van de stabiele constructie die hieruit resulteert. Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is een derde langwerpige aansluiting via een eerste uiteinde te bevestigen aan genoemde eerste zijde van het printplaatmiddel volgens een hoek tussen de derde aansluiting en de eerste zijde van het printplaatmiddel van 85° tot 95°, meer bij voorkeur van 88° tot 92° en nog meer bij voorkeur van 89° tot 91°, waarbij de derde aansluiting op een afstand van en loodrecht gelegen is ten opzichte van een fictieve lijn doorheen genoemde eerste en tweede aansluitingen.

Een derde aansluiting is geschikt als controle-aansluiting, en genoemde oriëntatie is voordelig omwille van hogergenoemde voordelen van dergelijke oriëntatie voor de eerste en tweede aansluitingen.

Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is genoemde behuizing langsheen zijn mantel voorzien van een schroefdraad, bij voorkeur met een spoed van 0,5 tot 0,9 mm. Een schroefdraad biedt bijkomende mogelijkheden voor bevestiging van de piëzo- elektrische buzzer.

Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm omvat de buzzer verder een bevestigingsmoer omvat die vormsluitend aan te brengen is rondom genoemde schroefdraad. De bevestigingsmoer biedt, in combinatie met genoemde schroefdraad, bijkomende mogelijkheden voor bevestiging van de piëzo-elektrische buzzer.

Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is haaks op genoemde schroefdraad en tegen genoemde bovenzijde van de behuizing een lipvormig uitsteeksel aangebracht, en waarbij loodrecht op een zijde van de bevestigingsmoer dat in gebruik naar genoemde bovenzijde gericht is een uitsteeksel geplaatst is.

De combinatie van het lipvormig uitsteeksel haaks op de schroefdraad en het uitsteeksel van de bevestigingsmoer zorgt bij rakend contact van de uitsteeksels bij het aanschroeven van de bevestigingsmoer voor een stevige en omkeerbare hechting tussen bevestigingsmoer en cilindrische behuizing.

Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is de behuizing rondom genoemde mantel en tegen genoemde bovenzijde voorzien van een flens. Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is genoemde flens voorzien van één of meerdere gaten.

Genoemde flens is voordelig voor een versteviging bij hechting van de behuizing aan een ander voorwerp, waarbij de hechting eenvoudig uitgevoerd kan worden door het aanbrengen van schroeven in genoemde gaten.

Volgens een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is genoemd printplaatmiddel omringd door een opstaande rand die in gebruik naar de bovenzijde van de behuizing gericht is. De opstaande rand van het printplaatmiddel is zeer geschikt voor een bevestiging van het printplaatmiddel middels verlijming met een lijmmiddel aan en binnen de behuizing. De opstaande rand zorgt voor een contactoppervlakvergroting en dus voor een bevestiging met verhoogde stevigheid dan wanneer de opstaande rand er niet zou zijn. In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven aan de hand van niet-limiterende voorbeelden of figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELDEN VOORBEELD 1 Hierbij dient opgemerkt te worden dat Fig. 1 en Fig. 2 een onvolledige piëzo-elektrische buzzer tonen in de kleminrichting 31 ter duidelijkere visualisatie van de bevestiging van de buzzer, en in het bijzonder van de aansluitingen 3, 4 in de kleminrichting 31. Voorbeeld 1 betreft een werkwijze voor het produceren van een printplaatmiddel met erop aangebrachte langwerpige aansluitingen met een optimale oriëntatie, en betreft ook het verkregen printplaatmiddel met erop aangebrachte langwerpige aansluitingen met een optimale oriëntatie, welk printplaatmiddel inclusief aansluitingen geschikt is voor gebruik in een piëzo-elektrische buzzer, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Om Voorbeeld 1 beter te illustreren wordt verwezen naar Fig. 1. Fig. 1 toont een schematische voorstelling van een kleminrichting 31 in gebruik voor het gewenst oriënteren van langwerpige aansluitingen 3, 4 bevestigd op een printplaatmiddel 2, welktt BE2018/5893 printplaatmiddel 2 inclusief aansluitingen 3, 4 geschikt is voor gebruik in een piëzo- elektrische buzzer, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Middels eerste uiteinden 5, 6 zijn de eerste en tweede langwerpige aansluitingen 3, 4 aan een eerste zijde 7 van het printplaatmiddel 2 bevestigd volgens een hoek al tussen 88° en 92°, en bij voorkeur tussen 89° en 91°. Een dergelijke loodrechte of nagenoeg loodrechte oriëntatie van de aansluitingen 3, 4 is uitermate gewenst bij gebruik van het printplaatmiddel 2 inclusief aansluitingen 3, 4 in een piëzo-elektrische buzzer.

Genoemde oriëntatie van de aansluitingen 3, 4 is immers optimaal geschikt voor koppeling aan een energiebron, zoals aan een gelijkstroomvoedingsbron of gelijkspanningsbron, omdat in een energiebron openingen voor het ontvangen van genoemde aansluitingen 3, 4 standaard in een loodrechte oriëntatie voorzien zijn.

Om deze reden zorgt genoemde oriëntatie van de aansluitingen 3, 4 er ook voor dat beschadigingen aan de aansluitingen 3, 4, en bijgevolg aan een piëzo-elektrische buzzer, bij het koppelen aan of ontkoppelen van een energiebron vermeden worden.

De kleminrichting 31 omvat twee geleidende blokken 49, 50 die gesteund worden door een statief 51. Het statief 51 zorgt door zijn brede basis voor een stabiliteit van de kleminrichting 31, wat van belang is voor het verschaffen van een gewenste oriëntatie van de aansluitingen 3, 4 ten opzichte van het printplaatmiddel 2. De geleidende blokken 49, 50 van de kleminrichting 31 omvatten gaten 30. Genoemde gaten 30 zijn zodanig gedimensioneerd dat tweede uiteinden 28, 29 van de aansluitingen 3, 4, tegenover de eerste uiteinden 5, 6 van de aansluitingen 3, 4 gelegen, in vormsluitend contact in de gaten 30 geplaatst kunnen worden.

Dit vormsluitend contact draagt, naast een gewenste afstand tussen genoemde gaten 30, bij tot een gewenste oriëntatie van de aansluitingen 3, 4. Zoals getoond in Fig. 1 omvattende de geleidende blokken 49, 50 volgens deze uitvoeringsvorm elk een paar van beweegbare delen, waarbij beweging van de delen binnen een paar handig ingezet kan worden voor het dimensioneren van de gaten 30 van de blokken 49, 50 om vormsluitend contact te verschaffen met de aansluitingen 3, 4. Dit zorgt voor een dimensionale flexibiliteit en laat het gewenst oriënteren van verscheidene groottes van aansluitingen ten opzichte van een printplaatmiddel toe.

Verder is de kleminrichting 31 zoals getoond in Fig. 1 voorzien van een energiebron 52, bedienbaar met een schakelaar 53, welke energiebron 52 via een kabel 54 en vervolgens met twee vertakkende kabels 54a, 54b verbonden is met genoemde blokken 49, 50. Bij aanschakelen van de energiebron 52 mits bedienen van de schakelaar 53 kan zodoende energie, in het bijzonder een elektrische stroom of spanning, via de geleidende blokken

49, 50 en de aansluitingen 3, 4 voorzien worden aan het printplaatmiddel 2. Het printplaatmiddel 3, 4 is aan een tweede zijde 13, tegenover genoemde eerste zijde 7 van het printplaatmiddel 2 gelegen, voorzien van op de tweede zijde 13 geëtste of geprinte geleidende paden waarop verschillende componenten zoals transistoren, weerstanden en geïntegreerde circuits aangesloten zijn (niet getoond op de figuur). Door een elektrische stroom of spanning aan het printplaatmiddel 2 te voorzien kan de geleiding en werking van de componenten van het printplaatmiddel 3, 4 nagegaan worden, en dan in het bijzonder van het piëzo-elektrische diafragma (20) op vlak van frequentie geassocieerd aan de ondervonden spanning/stroom, wat een sterk voordeel is. VOORBEELD 2 Voorbeeld 2 betreft een werkwijze voor het produceren van een printplaatmiddel met erop aangebrachte langwerpige aansluitingen met een optimale oriëntatie, en betreft ook het verkregen printplaatmiddel met erop aangebrachte langwerpige aansluitingen met een optimale oriëntatie, welk printplaatmiddel inclusief aansluitingen geschikt is voor gebruik in een piëzo-elektrische buzzer, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Om Voorbeeld 2 beter te illustreren wordt verwezen naar Fig. 2 en 3. Fig. 2 toont een schematische voorstelling van een kleminrichting 31 in gebruik voor het gewenst oriënteren van langwerpige aansluitingen 3, 4 bevestigd op een printplaatmiddel 2, welk printplaatmiddel 2 inclusief aansluitingen 3, 4 geschikt is voor gebruik in een piëzo- elektrische buzzer, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. Fig. 3 toont een bovenaanzicht van een massieve blok 36 van de kleminrichting 31 volgens Fig. 2, zonder een printplaatmiddel 2 met aansluitingen 3, 4 erin geplaatst, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Middels eerste uiteinden 5, 6 zijn de eerste en tweede langwerpige aansluitingen 3, 4 aan een eerste zijde 7 van het printplaatmiddel 2 bevestigd volgens een hoek a1 tussen 88° en 92°, en bij voorkeur tussen 89° en 91°. Voor de technische effecten en voordelen van dergelijke oriëntatie van de aansluitingen 3, 4 wordt verwezen naar Voorbeeld 1.

De kleminrichting 31 volgens Voorbeeld 2 getoond in Fig. 2 omvat een massieve blok 36 die gesteund wordt door een statief 56. Het statief 56 zorgt door zijn brede basis voor een stabiliteit van de kleminrichting 31, wat van belang is voor het verschaffen van een gewenste oriëntatie van de aansluitingen 3, 4 ten opzichte van het printplaatmiddel

2. De kleminrichting 31 is gelagerd volgens een gelagerde opstelling waarin vier op een afstand X4, X5, X6 van elkaar geplaatste geleidende staven 33, elk omhuld door een isolerend omhulsel 35, in dezelfde massieve blok 36 voorzien zijn. Aan uiteinden 32 van de staven 33 zijn gaten 30 voorzien. Genoemde gaten 30 zijn zodanig gedimensioneerd dat tweede uiteinden 28, 29 van de aansluitingen 3, 4, tegenover de eerste uiteinden 5, 6 van de aansluitingen 3, 4 gelegen, in vormsluitend contact in de gaten 30 geplaatst kunnen worden. Dit vormsluitend contact draagt, naast een gewenste afstand X5 tussen genoemde gaten 30, bij tot een gewenste oriëntatie van de aansluitingen 3, 4. De gelagerde opstelling biedt verschillende voordelen. Zo kunnen er eenvoudig meerdere staven 33 met gaten 30, in dit geval vier, voorzien worden in één stabiele opstelling, hetgeen het gewenst oriënteren van aansluitingen volgens verschillende onderlinge afstanden ten opzichte van een printplaatmiddel mogelijk maakt. Zo zorgt de opstelling binnen een massieve blok voor stabiliteit van de oriëntatie van de staven inclusief gaten, hetgeen van groot belang is voor het verkrijgen van een gewenste oriëntatie van de aansluitingen. Zo zorgt de opstelling ook middels de isolerende, bijvoorbeeld rubberen, omhulsels ervoor dat een elektrische stroom/spanning aangebracht via of over de geleidende staven niet over kan gaan in de massieve blok, wat van belang is van het testen van geleiding en werking van componenten van het printplaatmiddel (zie verdere beschrijving hieronder) mits het overbrengen van een elektrische stroom/spanning via de staven en de aansluitingen naar het printplaatmiddel. In Fig. 3 zijn de onderlinge afstanden X4, X5, X6 tussen de geleidende staven volgens Voorbeeld 2 duidelijk weergegeven. Deze afstanden X4, X5, X6 tussen de geleidende staven 33 zijn gelijk aan gewenste onderlinge afstanden X1, X2, X3 tussen aansluitingen 3, 4, 37 van verschillende configuraties van printplaatmiddelen 2 en aansluitingen 3, 4, 37, welke verschillende configuraties hieronder verder beschreven zijn in Voorbeeld 5 en de eraan gerelateerde Fig. 8A-10B. Het overeenkomen van genoemde afstanden laat op een eenvoudige en efficiënte wijze een gewenste oriëntatie van de aansluitingen 3, 4, 37 toe.

Verder is de kleminrichting 31 zoals getoond in Fig. 2 voorzien van een energiebron 52, bedienbaar met een schakelaar 53, welke energiebron 52 via een kabel 54 en vervolgens met vier vertakkende kabels 54a, 54b, 54c, 54d verbonden is met genoemde geleidende staven 33. Bij aanschakelen van de energiebron 52 mits bedienen van de schakelaar 53 kan zodoende energie, in het bijzonder een elektrische stroom/spanning, via de geleidende staven 33 en de aansluitingen 3, 4 voorzien worden aan het printplaatmiddel

2. Middels een tweede schakelaar 55 kan bepaald worden naar welke staven 33 er een elektrische stroom/spanning wordt voorzien. Het printplaatmiddel 3, 4 is aan eentweede zijde 13, tegenover genoemde eerste zijde 7 van het printplaatmiddel 2 gelegen, voorzien van op de tweede zijde 13 geëtste of geprinte geleidende paden waarop verschillende componenten zoals transistoren, weerstanden en geïntegreerde circuits aangesloten zijn (niet getoond op de figuur). Door een elektrische stroom/spanning aan het printplaatmiddel 2 te voorzien kan de geleiding en werking van de componenten van het printplaatmiddel 3, 4 nagegaan worden, wat een bijkomend voordeel is. Verder is de kleminrichting 31 zoals getoond in Fig. 2 voorzien van een hefboom 57 die scharnierend opgesteld is tussen twee L-vormige platen 61, welke L-vormige platen 61 doorheen erin aangebrachte openingen 62, elk aanwezig in een been van een L-vormige plaat, met schroeven 58 vastgeschroefd zijn in het statief 56, waarbij de hefboom 57 geflankeerd door rondellen 60 en mits een moer 63-bout 59 systeem scharnierend verbonden is met benen van de L-vormige platen. Door het neerwaarts bewegen van de hefboom 57 wordt een kracht F uitgeoefend die van de tweede uiteinden 28, 29 van de aansluitingen 3, 4 gericht is naar de eerste uiteinden 5, 6 van de aansluitingen 3, 4. Op deze manier kan na het verkrijgen van een gewenste oriëntatie van de aansluitingen 3, 4 middels gebruik van de kleminrichting 31, het printplaatmiddel 2 inclusief aansluitingen 3, 4 via een richting volgens of hoofdzakelijk volgens de oriëntatie van de aansluitingen 3, 4 uit de kleminrichting 31 verwijderd worden, hetgeen beschadiging van de aansluitingen 3, 4 en/of printplaatmiddel 2 en/of een wijziging van de oriëntatie van de aansluitingen 3, 4 tegengaat.

VOORBEELD 3 Voorbeeld 3 betreft een werkwijze voor het produceren van een piëzo-elektrische buzzer met erop aangebrachte langwerpige aansluitingen met een optimale oriëntatie, en betreft ook de verkregen buzzer met erop aangebrachte langwerpige aansluitingen met een optimale oriëntatie, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Om Voorbeeld 3 beter te illustreren wordt verwezen naar Fig. 4. Fig. 4 toont een schematische voorstelling van een piëzo-elektrische buzzer 1 volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

De werkwijze voor het produceren van een piëzo-elektrische buzzer 1 volgens Voorbeeld 3, omvat de stappen van: — het voorzien van een schijfvormig printplaatmiddel 2; — het bevestigen van een eerste 3 en een tweede langwerpige aansluiting 4 op een afstand X1 van elkaar en via een eerste uiteinde 5, 6 van elk van deaansluitingen 3, 4, tegenover tweede uiteinden 28, 29 van elk van de aansluitingen 3, 4 gelegen, op een eerste zijde 7 van het printplaatmiddel 2;

— het bevestigen van een schijfvormige metalen plaat 8 op het printplaatmiddel 2 middels drie langwerpige stutten 9, 10, 64 waarvan een eerste uiteinde 11, 12, 65 verbonden wordt met een tweede zijde 13 van het printplaatmiddel 2, tegenover genoemde eerste zijde 7 gelegen, en een tweede uiteinde 14, 15, 66 verbonden wordt met een eerste zijde 16 van de schijfvormige metalen plaat 8; — het bevestigen van een schijfvormig piëzo-elektrisch element 17 via een eerste zijde 18 van het element 17 aan een tweede zijde 19 van de metalen plaat 8 tegenover de eerste zijde 16 van de plaat 8 gelegen, waarbij de combinatie van piëzo-elektrisch element 17 en metalen plaat 8 een piëzo-elektrisch diafragma 20 vormt, en waarbij het printplaatmiddel 2 ingericht is om via de langwerpige aansluitingen 3, 4 een elektrische stroom/spanning te voorzien overheen genoemd piëzo-elektrisch element 17; — het voorzien van een cilindrische behuizing 21 met een mantel 22, een open onderzijde 23 en een er tegenover gelegen hoofdzakelijk gesloten bovenzijde 24 omvattende één of meerdere geluidsuitstralende gaten 25, 26, 27; en — het bevestigen van het printplaatmiddel 2 in de behuizing 21, waarbij het printplaatmiddel 2 aan zijn periferie voorzien is van een opstaande rand 68, middels welke opstaande rand 68 het printplaatmiddel 2 met een lijmmiddel 67 verlijmd wordt aan en binnen de behuizing 21, zodat het piëzo-elektrisch element 17 gericht is naar de bovenzijde 24 van de behuizing 21 en de aansluitingen 3, 4 in de richting van de onderzijde 23 van de behuizing 21 en weggericht van genoemd printplaatmiddel 2 ten minste gedeeltelijk uitsteken ten opzichte van de behuizing 21, waarbij tijdens of na, bij voorkeur na, het bevestigen van de eerste 3 en tweede langwerpige aansluitingen 4 op de eerste zijde 7 van het printplaatmiddel 2, de aansluitingen 3, 4 tijdelijk gefixeerd worden om een hoek al tussen de aansluitingen 3, 4 en de eerste zijde 7 van het printplaatmiddel 2 te verkrijgen van 88° tot 92° en bij voorkeur van 89° tot 91°. Door de werkwijze volgens Voorbeeld 3 wordt een piëzo-elektrische buzzer 1 volgens Voorbeeld 3 en zoals getoond in Fig. 4 verkregen, de piëzo-elektrische buzzer 1 omvattende een cilindrische behuizing 21 met een mantel 22, een open onderzijde 23 en een er tegenover gelegen hoofdzakelijk gesloten bovenzijde 24 omvattende één of meerdere geluiduitstralende gaten 25, 26, 27, de buzzer 1 verder omvattende een piëzo-elektrisch diafragma 20 geplaatst in de behuizing 21 op een afstand X7 van enevenwijdig aan genoemde onderzijde 23, het genoemde diafragma 20 omvattende een schijfvormige metalen plaat 8)met een oppervlakte waarop aan een tweede zijde 19 van de plaat 8, tegenover een eerste zijde 16 van de plaat 8, dat naar de bovenzijde 24 van de behuizing 21 gericht is een schijfvormig piëzo-elektrisch element 17 met eenoppervlakte kleiner dan de oppervlakte van de plaat 8 bevestigd is, de buzzer 1 verder omvattende drie langwerpige stutten 9, 10, 64 die elk aan een tweede uiteinde 14, 15, 66, tegenover een eerste uiteinde 11, 12, 65 gelegen, verbonden zijn met de eerste zijde 16 van de plaat 8 dat naar genoemde onderzijde 23 van de behuizing 21 gericht is, waarbij de buzzer 1 verder een printplaatmiddel 2 met opstaande rand 68 omvat die in de behuizing 21 en tussen genoemd piëzo-elektrisch diafragma 20 en genoemde onderzijde 23 van de behuizing 21 gelegen is, waarbij elk van de stutten 9, 10, 64 aan het eerste uiteinde 11, 12, 65 te verbinden zijn met een tweede zijde 13 van genoemd printplaatmiddel 2, tegenover een eerste zijde 7 van het printplaatmiddel 2 gelegen, dat naar het piëzo-elektrisch diafragma 20 gericht is, en waarbij aan de eerste zijde 7 van genoemd printplaatmiddel 2 dat naar de onderzijde 23 van de behuizing 21 gericht is een eerste 3 en een tweede langwerpige aansluiting 4 op een afstand X1 van elkaar te bevestigen zijn en in geplaatste toestand gedeeltelijk uitstekend zijn ten opzichte van genoemde onderzijde 23 en weggericht van genoemd printplaatmiddel 2, welk printplaatmiddel 2 ingericht is om via de langwerpige aansluitingen 3, 4 een elektrische stroom/spanning te voorzien overheen genoemd piëzo-elektrisch element 17, waarbij een hoek al tussen de aansluitingen 3, 4 en de eerste zijde 7 van het printplaatmiddel 2 88° tot 92° en bij voorkeur 89° tot 91° is, en dat de afstand X1 tussen genoemde eerste 3 en tweede langwerpige aansluitingen 4 zich verhoudt tot een diameter X8 van de printplaat 2 volgens een verhouding van 7:10 tot 7,5:10, bij voorkeur van 7,1:10 tot 7,4:10 en meer bij voorkeur van 7,2:10 tot 7,3:10. Een dergelijke loodrechte of nagenoeg loodrechte oriëntatie van de aansluitingen 3, 4 is uitermate gewenst bij een piëzo-elektrische buzzer 1. Genoemde oriëntatie van de aansluitingen 3, 4 is immers optimaal geschikt voor koppeling aan een energiebron, zoals aan een gelijkstroomvoedingsbron/gelijkspanningsbron, omdat in een energiebron openingen voor het ontvangen van genoemde aansluitingen 3, 4 standaard in een loodrechte oriëntatie voorzien zijn.

Om deze reden zorgt genoemde oriëntatie van de aansluitingen 3, 4 er ook voor dat beschadigingen aan de aansluitingen 3, 4, en bijgevolg aan een piëzo-elektrische buzzer 1, bij het koppelen aan of ontkoppelen van een energiebron vermeden worden.

Genoemde afstand X1 tussen genoemde eerste 3 en tweede langwerpige aansluitingen 4 en de verhouding van deze afstand X1 tot een diameter X8 van de printplaat 2 volgenseen verhouding van 7:10 tot 7,5:10, bij voorkeur van 7,1:10 tot 7,4:10 en meer bij voorkeur van 7,2:10 tot 7,3:10, zijn zeer gewenste afmetingen en relatieve afmetingen bij constructie van een piëzo-elektrische buzzer 1 omwille van de stabiele constructie die hieruit resulteert.

De opstaande rand 68 van het printplaatmiddel 2 is zeer geschikt om het printplaatmiddel 2 middels verlijming met een lijmmiddel 67 aan en binnen de behuizing 21 te bevestigen. De opstaande rand 68 zorgt voor een contactoppervlakvergroting en dus voor een bevestiging met verhoogde stevigheid dan wanneer de opstaande rand 68 er niet zou zijn. VOORBEELD 4 Voorbeeld 4 betreft uitvoeringsvormen van de bovenzijde van een cilindrische behuizing volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. Om voorbeeld 4 te illustreren wordt verwezen naar Fig. 5-6. Fig. 5-6 tonen bovenaanzichten van bovenzijden 24 van uitvoeringsvormen van een cilindrische behuizing 21, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Fig. 5 toont een bovenzijde 24 van een cilindrische behuizing 21, geschikt om als cilindrische behuizing 21 te dienen van een piëzo-elektrische buzzer 1 volgens de huidige uitvinding. De bovenzijde 24 vertoont een rand 69 en een buitendiameter X11. De bovenzijde 24 is voorzien van een centraal geluidsuitstralend gat 25, een reeks van kleinere geluidsuitstralende gaten 26 voorzien in een cirkel rondom voorgenoemd geluidsuitstralend gat 25, en een andere reeks van nog kleinere geluidsuitstralende gaten 27 voorzien in een andere cirkel rondom voorgenoemde cirkel. Dergelijke schikking van geluidsuitstralende gaten 27 vormt samen een aangepaste Helmholtz resonator, en is uitermate geschikt voor het uitstralen of uitzenden van geluid, en dus van grote bijgevoegde waarde voor een piëzo-elektrische buzzer 1 volgens de huidige uitvinding. Fig. 6 toont een bovenzijde 24 van een cilindrische behuizing 21 gelijkaardig aan deze getoond in Fig. 5, met uitzondering dat de bovenzijde 24 rondom voorzien is van een flens 45, met een buitenafmeting X12, voorzien van vier hoekgelegen gaten 46. Genoemde flens 45 is voordelig voor een versteviging bij hechting van de behuizing 21 aan een ander voorwerp, waarbij de hechting eenvoudig uitgevoerd kan worden door het aanbrengen van schroeven in genoemde hoekgelegen gaten.

VOORBEELD 5 Voorbeeld 5 betreft verschillende uitvoeringen van een piëzo-elektrische buzzer, inclusief een bevestigingsmoer, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Om voorbeeld 5 beter te illustreren wordt verwezen naar Fig. 7-10B.

Fig. 7 betreft een bevestigingsmoer 41 als onderdeel van een uitvoeringsvorm van een piëzo-elektrische buzzer 1, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Fig. 8A-10B tonen zij- en onderaanzichten van uitvoeringsvormen van een piëzo-elektrische buzzer 1, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

Fig. 8A toont een piëzo-elektrische buzzer met cilindrische behuizing 21 met bovenzijde 24, onderzijde en mantel 22, waarbij de mantel 22 voorzien is van een schroefdraad 40, welke schroefdraad bij voorkeur een spoed van 0,5 tot 0,9 mm heeft.

De bevestigingsmoer 41, met een lengte X14 en een breedte X13, is vormsluitend aan te brengen rondom genoemde schroefdraad 40, en ook met de schroefdraden getoond in Fig. 9A en Fig. 10A.

De combinatie van bevestigingsmoer 41 en schroefdraad 40 is zeer geschikt in functie van bevestiging van een piëzo-elektrische buzzer volgens de huidige uitvinding.

Loodrecht op een zijde 43 van de bevestigingsmoer 41 dat in gebruik naar genoemde bovenzijde 24 gericht is, is een uitsteeksel 44 geplaatst.

De piëzo-elektrische buzzer getoond in Fig. 8A vertoont een breedte X18 van genoemde bovenzijde 24, een breedte X19 van genoemde schroefdraad 40 en een afstand X20 waarin pinvormige aansluitingen 3, 4, 37, met diameter X15, uitsteken ten opzichte van de behuizing.

Haaks op genoemde schroefdraad 40 en tegen genoemde bovenzijde 24 van de behuizing 21 is een lipvormig uitsteeksel 42 met breedte X10 aangebracht.

De combinatie van het lipvormig uitsteeksel 42 haaks op de schroefdraad 40 en het uitsteeksel 44 van de bevestigingsmoer 41 zorgt bij rakend contact van de uitsteeksels 41, 42 bij het aanschroeven van de bevestigingsmoer 41 voor een stevige en omkeerbare hechting tussen bevestigingsmoer 41 en cilindrische behuizing 21. Fig. 8B toont een onderaanzicht van een piëzo-elektrische buzzer volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Tegen een eerste zijde van een printplaatmiddel 2 zijn eerste 3, tweede 4 en derde 37 langwerpige aansluitingen bevestigd, waarbij de onderlinge afstanden X1, X2, X3 tussen de verschillende aansluitingen 3, 4, 37 getoond worden.

De eerste en tweede aansluitingen 3, 4 fungeren als standaard type aansluitingen voor een printplaatmiddel 2 van een piëzo-elektrischebuzzer, terwijl de derde aansluiting 37 als een controle-aansluiting fungeert. De derde aansluiting 37 is via een afstand X24 geplaatst ten opzichte van een middellijn van de piëzo-elektrische buzzer. De derde aansluiting 37 is verder op een afstand X22 van en loodrecht gelegen ten opzichte van een fictieve lijn 39 doorheen genoemde eerste 3 en tweede aansluitingen 4. Genoemde fictieve lijn 39 is volgens een afstand X27 gelegen ten opzichte van een lijn middendoor de piëzo-elektrische buzzer. Fig. 9A toont een zijaanzicht van een piëzo-elektrische buzzer gelijkaardig aan deze getoond in Fig. 8A, met uitzondering van plaatvormige aansluitingen 3, 4, 37 en bijhorende getoonde dimensies X16, X17, X21 van deze aansluitingen 3, 4, 37. Fig. 9B toont een onderaanzicht van een uitvoeringsvorm van een piëzo-elektrische buzzer, waarvoor voor de beschrijving ervan verwezen wordt naar bovenstaande beschrijving van Fig. 8B.

Fig. 10A en Fig. 10B tonen respectievelijk zij- en onderaanzichten van een piëzo- elektrische buzzer gelijkaardig aan deze getoond in Fig. 8A-Fig. 8B, met uitzondering van een mantel 22 inclusief schroefdraad 40 met een kleinere breedte X25 en bijgevolg pinvormige aansluitingen 3, 4 die langsheen een grotere afstand X26 uitsteken ten opzichte van de behuizing, en met uitzondering van de afwezigheid van genoemde derde aansluiting 37.

Claims (14)

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het produceren van een piëzo-elektrische buzzer (1), omvattende de stappen van: — het voorzien van een schijfvormig printplaatmiddel (2); — het bevestigen van een eerste (3) en een tweede langwerpige aansluiting (4) op een afstand (X1) van elkaar en via een eerste uiteinde (5, 6) van elk van de aansluitingen (3, 4) op een eerste zijde (7) van het printplaatmiddel (2); — het bevestigen van een schijfvormige metalen plaat (8) op het printplaatmiddel (2) middels twee of meerdere langwerpige stutten (9, 10, 64) waarvan een eerste uiteinde (11, 12, 65) verbonden wordt met een tweede zijde (13) van het printplaatmiddel (2), tegenover genoemde eerste zijde (7) gelegen, en een tweede uiteinde (14, 15, 66) verbonden wordt met een eerste zijde (16) van de schijfvormige metalen plaat (8); — het bevestigen van een schijfvormig piëzo-elektrisch element (17) via een eerste zijde (18) van het element (17) aan een tweede zijde (19) van de metalen plaat (8) tegenover de eerste zijde (16) van de plaat (8) gelegen, waarbij de combinatie van piëzo-elektrisch element (17) en metalen plaat (8) een piëzo-elektrisch diafragma (20) vormt, en waarbij het printplaatmiddel (2) ingericht is om via de langwerpige aansluitingen (3, 4) een elektrische stroom te voorzien overheen genoemd piëzo-elektrisch element (17); — het voorzien van een cilindrische behuizing (21) met een mantel (22), een open onderzijde (23) en een er tegenover gelegen hoofdzakelijk gesloten bovenzijde (24) omvattende één of meerdere geluidsuitstralende gaten (25, 26, 27); en — het bevestigen van het printplaatmiddel (2) in de behuizing (21), zodat het piëzo-elektrisch element (17) gericht is naar de bovenzijde (24) van de behuizing (21) en de aansluitingen (3, 4) in de richting van de onderzijde (23) van de behuizing (21) en weggericht van genoemd printplaatmiddel (2) ten minste gedeeltelijk uitsteken ten opzichte van de behuizing (21), met het kenmerk, dat tijdens of na, bij voorkeur na, het bevestigen van de eerste (3) en tweede langwerpige aansluitingen (4) op de eerste zijde (7) van het printplaatmiddel (2), de aansluitingen (3, 4) tijdelijk gefixeerd worden om een hoek (al) tussen de aansluitingen (3, 4) en de eerste zijde (7) van het printplaatmiddel (2) te verkrijgen van 85° tot 95°, en waarbij genoemdeai BE2018/5893 kleminrichting (31) uitgevoerd is in een geleidend materiaal, waarbij tijdens het fixeren van de aansluitingen (3, 4, 37) een voorafbepaald spanningsregime, bij voorkeur een voorafbepaalde spanningsniveau, via de kleminrichting (31) over de aansluitingen (3, 4, 37) wordt voorzien; en waarbij de aansluitingen (3, 4, 37) tijdelijk gefixeerd worden door een tweede uiteinde (28, 29, 48) van elk van de aansluitingen (3, 4, 37), tegenover genoemde eerste uiteinden (5, 6, 38) gelegen, in vormsluitend contact te plaatsen in daartoe gedimensioneerde gaten (30) in een kleminrichting (31), welke gaten (30) onderlinge afstanden (X4, X5, X6) vertonen die gelijk zijn aan genoemde afstanden (X1, X2, X3) tussen de aansluitingen (3, 4, 37).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij, bij het voorzien van het voorafbepaald spanningsregime over de aansluitingen (3, 4, 37), de frequentie, en optioneel de amplitude, van het door de piëzo-elektrische buzzer geproduceerde geluid wordt gemeten, en vergeleken met een voorafbepaalde gewenste frequentie, en optioneel een voorafbepaalde gewenste amplitude.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij genoemde hoek (a1) tussen 88° en 92° gelegen is.

4. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 3, waarbij verder een derde langwerpige aansluiting (37) via een eerste uiteinde (38) van de derde aansluiting (37), tegenover een tweede uiteinde (48) van de derde aansluiting (37) gelegen, op genoemd eerste oppervlak (7) van het printplaatmiddel (2) bevestigd wordt volgens een hoek tussen de derde aansluiting (37) en het eerste oppervlak (7) van het printplaatmiddel (2) van 85° tot 95°, en waarbij de derde aansluiting (37) volgens een afstand (X2) gelegen is ten opzichte van de eerste aansluiting (2) en volgens een afstand (X3) gelegen is ten opzichte van de tweede aansluiting (4).

5. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 4, waarbij genoemde kleminrichting (31) gelagerd is volgens een gelagerde opstelling waarin elk genoemd gat (30) in een uiteinde (32) van een geleidende staaf (33) geplaatst is, waarin elke staaf (33) langsheen zijn omtrek (34) omhuld wordt door een isolerend omhulsel (35), en waarin elk isolerend omhulsel (35) geplaatst is in eenzelfde massieve blok (36).

6. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 5, waarbij de aansluitingen (3, 4, 37) uit genoemde kleminrichting (31) verwijderd worden door een uitgeoefende kracht (F) op genoemde aansluitingen (3, 4, 37) die van de tweede uiteinden (28, 29, 48) van de aansluitingen (3, 4, 37) gericht is naar de eerste uiteinden (5, 6, 38) van de aansluitingen (3, 4, 37).

7. Piëzo-elektrische buzzer (1) omvattende een cilindrische behuizing (21) met een mantel (22), een open onderzijde (23) en een er tegenover gelegen hoofdzakelijk gesloten bovenzijde (24) omvattende één of meerdere geluiduitstralende gaten (25, 26, 27), de buzzer (1) verder omvattende een piëzo-elektrisch diafragma (20) te plaatsen in de behuizing (21) op een afstand (X7) van en evenwijdig aan genoemde onderzijde (23), het genoemde diafragma (20) omvattende een schijfvormige metalen plaat (8) met een oppervlakte waarop aan een tweede zijde (19) van de plaat (8), tegenover een eerste zijde (16) van de plaat (8), dat naar de bovenzijde (24) van de behuizing (21) in gebruik gericht is een schijfvormig piëzo-elektrisch element (17) met een oppervlakte ten hoogste zo groot als de oppervlakte van de plaat (8) te bevestigen is, de buzzer (1) verder omvattende twee of meerdere langwerpige stutten (9, 10, 64) die elk aan een tweede uiteinde (14, 15, 66), tegenover een eerste uiteinde (11, 12, 65) gelegen, te verbinden zijn met de eerste zijde (16) van de plaat (8) dat in gebruik naar genoemde onderzijde (23) van de behuizing (21) gericht is, waarbij de buzzer (1) verder een printplaatmiddel (2) omvat die in gebruik in de behuizing (21) en tussen genoemd piëzo-elektrisch diafragma (20) en genoemde onderzijde (23) van de behuizing (21) gelegen is, waarbij elk van de stutten (9, 10, 64) aan het eerste uiteinde (11, 12, 65) te verbinden zijn met een tweede zijde (13) van genoemd printplaatmiddel (2), tegenover een eerste zijde (7) van het printplaatmiddel (2) gelegen, dat in gebruik naar het piëzo-elektrisch diafragma (20) gericht is, en waarbij in gebruik aan de eerste zijde (7) van genoemd printplaatmiddel (2) dat in gebruik naar de onderzijde (23) van de behuizing (21) gericht is een eerste (3) en een tweede langwerpige aansluiting (4) op een afstand (X1) van elkaar te bevestigen zijn en in geplaatste toestand gedeeltelijk uitstekend zijn ten opzichte van genoemde onderzijde (23) en weggericht van genoemd printplaatmiddel (2), welk printplaatmiddel (2) ingericht is om via de langwerpige aansluitingen (3, 4) een elektrische stroom te voorzien overheen genoemd piëzo-elektrisch element (17), met het kenmerk, dat een hoek (@1) tussen de aansluitingen (3, 4) en de eerste zijde (7) van het printplaatmiddel (2) 85° tot 95° is, en dat de afstand (X1) tussen genoemde eerste (3) en tweede langwerpige aansluitingen (4) zich verhoudt tot een diameter (X8) van de printplaat (2) volgens een verhouding van 7:10 tot 7,5:10.

8. Piëzo-elektrische buzzer (1) volgens conclusie 7, waarbij een derde langwerpige aansluiting (37) via een eerste uiteinde (38) te bevestigen is aan genoemde eerste zijde (7) van het printplaatmiddel (2) volgens een hoek (a1) tussen de derde aansluiting (37) en de eerste zijde (7) van het printplaatmiddel (2) van 85° tot 95°, waarbij de derde aansluiting (37) op een afstand (X22) van enloodrecht gelegen is ten opzichte van een fictieve lijn (39) doorheen genoemde eerste (3) en tweede aansluitingen (4).

9. Piëzo-elektrische buzzer (1) volgens conclusie 7 of 8, waarbij genoemde behuizing (21) langsheen zijn mantel (22) voorzien is van een schroefdraad (40).

10. Piëzo-elektrische buzzer (1) volgens conclusie 9, waarbij de buzzer verder een bevestigingsmoer (41) omvat die vormsluitend aan te brengen is rondom genoemde schroefdraad (40).

11. Piëzo-elektrische buzzer (1) volgens conclusie 10, waarbij haaks op genoemde schroefdraad (40) en tegen genoemde bovenzijde (24) van de behuizing (21) een lipvormig uitsteeksel (42) aangebracht is, en waarbij loodrecht op een zijde (43) van de bevestigingsmoer (41) dat in gebruik naar genoemde bovenzijde (24) gericht is een uitsteeksel (44) geplaatst is.

12. Piëzo-elektrische buzzer (1) volgens één der conclusies 7 tot 11, waarbij de behuizing (21) rondom genoemde mantel (22) en tegen genoemde bovenzijde (24) voorzien is van een flens (45).

13. Piëzo-elektrische buzzer (1) volgens conclusie 12, waarbij genoemde flens (45) voorzien is van één of meerdere gaten (46).

14. Piëzo-elektrische buzzer (1) volgens één der conclusies 7 tot 13, waarbij genoemd printplaatmiddel (2) omringd is door een opstaande rand (47) die in gebruik naar de bovenzijde (24) van de behuizing (21) gericht is.