BE1026698B1 - Verpakkingsmachine toevoer-, scheiding-, en vouwmechanismes - Google Patents

Verpakkingsmachine toevoer-, scheiding-, en vouwmechanismes Download PDF

Info

Publication number
BE1026698B1
BE1026698B1 BE20185697A BE201805697A BE1026698B1 BE 1026698 B1 BE1026698 B1 BE 1026698B1 BE 20185697 A BE20185697 A BE 20185697A BE 201805697 A BE201805697 A BE 201805697A BE 1026698 B1 BE1026698 B1 BE 1026698B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
sheet material
packaging machine
low friction
friction surface
feed
Prior art date
Application number
BE20185697A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026698A1 (nl
Inventor
David Michel Provoost
Dycker Herman Germain De
Steenkiste Dimitri Daniël Raphaël Van
Stefaan Albert Marie-Louise Hamerlinck
Original Assignee
Avercon BVBA
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Avercon BVBA filed Critical Avercon BVBA
Priority to BE20185697A priority Critical patent/BE1026698B1/nl
Priority to US16/375,579 priority patent/US11247427B2/en
Priority to CN201980038441.1A priority patent/CN112262030B/zh
Priority to RU2020136118A priority patent/RU2765224C1/ru
Priority to CA3208031A priority patent/CA3208031A1/en
Priority to CA3096001A priority patent/CA3096001C/en
Priority to JP2021503224A priority patent/JP7373550B2/ja
Priority to EP19721390.3A priority patent/EP3762192B1/en
Priority to EP24163124.1A priority patent/EP4360832A2/en
Priority to CA3152389A priority patent/CA3152389A1/en
Priority to RU2022101472A priority patent/RU2777383C2/ru
Priority to CN202210087715.XA priority patent/CN114393611B/zh
Priority to CN202210088555.0A priority patent/CN114393612B/zh
Priority to PCT/IB2019/052793 priority patent/WO2019193554A2/en
Priority to CN202210087714.5A priority patent/CN114393610B/zh
Priority to AU2019248876A priority patent/AU2019248876A1/en
Publication of BE1026698A1 publication Critical patent/BE1026698A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026698B1 publication Critical patent/BE1026698B1/nl
Priority to US17/401,799 priority patent/US11667096B2/en
Priority to US18/309,043 priority patent/US12023887B2/en
Priority to JP2023125296A priority patent/JP2023145645A/ja
Priority to US18/435,110 priority patent/US20240181736A1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B50/00Making rigid or semi-rigid containers, e.g. boxes or cartons
    • B31B50/02Feeding or positioning sheets, blanks or webs
    • B31B50/10Feeding or positioning webs
    • B31B50/102Feeding or positioning webs using rolls, belts or chains
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D1/00Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor
    • B26D1/01Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work
    • B26D1/04Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a linearly-movable cutting member
    • B26D1/06Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a linearly-movable cutting member wherein the cutting member reciprocates
    • B26D1/08Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a linearly-movable cutting member wherein the cutting member reciprocates of the guillotine type
    • B26D1/085Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a linearly-movable cutting member wherein the cutting member reciprocates of the guillotine type for thin material, e.g. for sheets, strips or the like
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D3/00Cutting work characterised by the nature of the cut made; Apparatus therefor
    • B26D3/08Making a superficial cut in the surface of the work without removal of material, e.g. scoring, incising
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B50/00Making rigid or semi-rigid containers, e.g. boxes or cartons
    • B31B50/14Cutting, e.g. perforating, punching, slitting or trimming
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B50/00Making rigid or semi-rigid containers, e.g. boxes or cartons
    • B31B50/25Surface scoring

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Making Paper Articles (AREA)

Abstract

Een machine voor het verpakken van één of meerdere artikelen omvattende een toevoersysteem dat meerdere toevoeren van velmateriaal in de machine kan toevoeren zonder het toevoersysteem te verplaatsen of rillen of bochten in het velmateriaal te vormen. De machine omvat tevens een scheidingssysteem met een snijtafel en meerdere onder een hoek staande messen die het velmateriaal in lengtes snijden die tot plano's gemaakt kunnen worden. De machine omvat tevens een rilsysteem met een rilrol die dwarsrillen in het velmateriaal vormt wanneer het velmateriaal door de machine beweegt.

Description

Verpakkingsmachine toevoer-, scheiding-, en vouwmechanismes
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
1. Het gebied van de uitvinding [0001] Voorbeelduitvoeringsvormen van de uitvinding hebben betrekking op systemen, werkwijzen en inrichtingen voor het verpakken van artikelen in dozen. Meer bepaald, voorbeelduitvoeringsvormen hebben betrekking op verpakkingsmachinemechanismes die velmateriaal toevoeren naar de verpakkingsmachine, het velmateriaal scheiden in lengtes die gebruikt worden om plano's te vervaardigen, en rillen maakt in het velmateriaal om er plano's van te maken.
2. Stand van de techniek [0002] Transport- en verpakkingsindustrieën maken vaak gebruik van apparatuur voor het verwerken van karton en ander velmateriaal dat velmateriaal omvormt tot plano's. Een voordeel van zulke apparatuur is dat een verzender naar behoefte dozen kan maken met vereiste afmetingen in plaats van een voorraad van standaard, vooraf gemaakte dozen van verschillende afmetingen bij te houden. Bijgevolg kan de verzender de behoefte om zijn vereiste voor bepaalde doosafmetingen te voorspellen evenals de behoefte om vooraf gemaakte dozen met standaardafmetingen op te slaan, elimineren. In plaats daarvan kan de verzender één of meerdere balen kettingmateriaal opslaan, die gebruikt kunnen worden om een verscheidenheid aan doosafmetingen te genereren op basis van de specifiek vereiste doosafmetingen op het moment van elke verzending. Hierdoor kan de verzender de opslagruimte verminderen die normaal vereist is voor periodiek gebruikte verzendbenodigheden, evenals het verminderen van de afval en kosten die gekoppeld zijn aan het inherent onnauwkeurige proces van het voorspellen van de vereiste doosafmetingen, aangezien de verzonden artikelen en hun respectieve afmetingen van tijd tot tijd kunnen variëren.
[0003] Naast het verminderen van de inefficiënties die samenhangen met het opslaan van vooraf gemaakte dozen van verschillende afmetingen, vermindert het maken van dozen met een aangepast formaat ook de verpakkings- en verzendingskosten. In de verpakkingsindustrie wordt geschat dat verzonden artikelen meestal worden verpakt in dozen die ongeveer 65% groter zijn dan de verzonden artikelen. Dozen die te groot zijn voor een bepaald artikel zijn duurder dan een doos die op maat gemaakt is voor het artikel vanwege de kosten voor het overtollige materiaal dat gebruikt is om de grotere doos te maken. Wanneer een artikel in een te grote doos verpakt wordt, wordt vaak vulmateriaal (bijvoorbeeld piepschuim, schuimpinda's, papier, luchtkussen, enz.) in de doos geplaatst om te voorkomen dat het artikel in de doos beweegt en om te voorkomen dat de doos instort wanneer een druk uitgeoefend wordt (bijvoorbeeld wanneer dozen toegeplakt of gestapeld
BE2018/5697 worden). Deze vulmaterialen verhogen verder de kost gerelateerd aan het verpakken van een artikel in een te grote doos.
[0004] Dozen met een aangepast formaat verminderen ook de verzendingskosten die gerelateerd zijn aan het verzenden van artikelen in vergelijking met het verzenden van de artikelen in de te grote dozen. Een verzendingsvoertuig gevuld met dozen die 65% groter zijn dan de verpakte artikelen is veel minder kostenefficiënt om te bedienen dan een verzendingsvoertuig gevuld met dozen die aangepast zijn aan de verpakte artikelen. Met andere woorden kan een verzendingsvoertuig gevuld met pakketten van aangepast formaat een aanzienlijk groter aantal pakketten dragen, wat het aantal verzendingsvoertuigen dat nodig is om hetzelfde aantal artikelen te verzenden kan verminderen. Dienovereenkomstig, naast of als een alternatief voor het berekenen van verzendkosten op basis van het gewicht van een pakket, worden verzendingsprijzen vaak beïnvloed door de omvang van het verzonden pakket. Dus, het verkleinen van de afmetingen van het pakket van een artikel kan de prijs van het verzenden van het artikel reduceren. Zelfs wanneer de verzendkosten niet berekend worden op basis van de afmetingen van de pakketten (bijvoorbeeld alleen het gewicht van de pakketten), kan het gebruik van pakketten met aangepaste afmetingen de verzendkosten verlagen omdat de kleinere, op maat gemaakte pakketten minder zullen wegen dan de te grote pakketten vanwege het gebruik van minder verpakking en vulmateriaal.
[0005] Hoewel velmateriaalverwerkende machines en gerelateerde apparatuur mogelijk de ongemakken die gerelateerd zijn aan het bevoorraden van standaard verzendbenodigdheden kunnen verlichten en de hoeveelheid ruimte die nodig is voor het opslaan van dergelijke verzendbenodigdheden verminderen, hebben machines volgens de stand van de techniek en gerelateerde apparatuur verschillende nadelen. Systemen volgens de stand van de techniek hebben bijvoorbeeld in de eerste plaats aandacht voor het maken van dozen en het afdichten van dozen als ze eenmaal gevuld zijn. Dergelijke systemen vereisen het gebruik van meerdere afzonderlijke machines en aanzienlijke handmatige arbeid. Een typisch doosvormsysteem omvat bijvoorbeeld een omvormmachine die velmateriaal snijdt, inkerft, en/of rilt om een plano te vormen. Nadat de plano gevormd is, verwijdert een operator de plano uit de omvormmachine en wordt een fabriceerverbinding gemaakt in de plano. Een fabriceer-verbinding bevindt zich waar twee tegenoverliggende uiteinden van de plano aan elkaar bevestigd zijn. Dit kan handmatig en/of met extra machines gedaan worden. Een operator kan bijvoorbeeld lijm (bijvoorbeeld met een lijmpistool) op één uiteinde van de plano aanbrengen en kan de plano vouwen om de tegenoverliggende uiteinden samen met de lijm daartussen te verbinden. Alternatief kan de operator de plano ten minste gedeeltelijk vouwen en de plano in een lijmmachine aanbrengen die lijm aanbrengt op één uiteinde van de plano en de twee overliggende uiteinden met elkaar verbindt. In beide gevallen is een aanzienlijke betrokkenheid van de operator vereist. Bovendien maakt het
BE2018/5697 gebruik van een afzonderlijke lijmmachine het systeem ingewikkeld en kan het totale systeem aanzienlijk vergroot worden.
[0006] Zodra de fabrikantsvoeg gemaakt is, kan de plano gedeeltelijk opgericht worden en kunnen bodemflappen van de plano gevouwen worden en vastgezet om een bodemoppervlak van een doos te vormen. Nogmaals, typisch moet een operator de doos oprichten. De bodemflappen kunnen door de operator of met behulp van nog meer machines handmatig gevouwen en beveiligd worden. Daarna plaatst een operator het te verpakken artikel(en) in de doos en worden de bovenste flappen gevouwen en vastgezet.
[0007] Hoewel enige inspanningen geleverd zijn om individuele verpakkingsmachines te vervaardigen die plano's vervaardigen en de plano oprichten en afdichten rond de verpakkingsartikel(en), blijft er ruimte voor verbetering op gebied van verpakkingsmachines en verwante werkwijzen.
KORTE SAMENVATTING [0008] Voorbeelduitvoeringsvormen van de uitvinding hebben betrekking op systemen, werkwijzen en inrichtingen voor het verpakken van artikelen in dozen. Meer bepaald, voorbeelduitvoeringsvormen hebben betrekking op verpakkingsmachinemechanismes die velmateriaal toevoeren naar de verpakkingsmachine, het velmateriaal scheiden in lengtes die gebruikt worden om plano's te vervaardigen, en rillen en snedes maakt in het velmateriaal om er plano's van te maken.
[0009] Bijvoorbeeld omvat een uitvoeringsvorm van een verpakkingsmachine die gebruikt wordt voor het omvormen van hoofdzakelijk stijf velmateriaal tot plano's voor assemblage tot dozen of andere verpakkingen een toevoersysteem. Het toevoersysteem leidt een eerste toevoer van het velmateriaal en een tweede toevoer van het velmateriaal naar verpakkingsmachine. Het toevoersysteem omvat een eerste oppervlak met lage wrijving en een gerelateerd eerste voortbewegingsmechanisme. Het eerste voortbewegingsmechanisme is ingericht om de eerste toevoer van het velmateriaal langs het eerste oppervlak met lage wrijving aan te grijpen en voort te bewegen naar de verpakkingsmachine. Een tweede oppervlak met lage wrijving en een gerelateerd tweede voortbewegingsmechanisme is ook voorzien. Het tweede voortbewegingsmechanisme is ingericht om de tweede toevoer van het velmateriaal langs het tweede oppervlak met lage wrijving aan te grijpen en voort te bewegen naar de verpakkingsmachine. Het eerste oppervlak met lage wrijving en het tweede oppervlak met lage wrijving vormen een scherpe hoek die ingericht is om mogelijk te maken dat het velmateriaal naar de verpakkingsmachine voortbewogen wordt zonder enige vouwen of rillen in het velmateriaal te maken. De omvormmachine omvat ook één of meer omvormwerktuigen die ingericht zijn om één of meer omvormfuncties uit te voeren op het velmateriaal wanneer het velmateriaal door de verpakkingsmachine voortbeweegt, waarbij de één
BE2018/5697 of meer omvormfuncties geselecteerd worden uit de groep die bestaat uit rillen, buigen, vouwen, perforeren, snijden en inkerven, om de plano's te vervaardigen.
[00010] Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat een verpakkingsmachine die gebruikt wordt om hoofdzakelijk stijf velmateriaal om te vormen in plano's voor assemblage in dozen of andere verpakkingen een scheidingssysteem dat het velmateriaal in lengte scheidt voor gebruik bij het vervaardigen van de plano's. Het scheidingssysteem omvat een snijtafel met een snijrand, een eerste mes, en een tweede mes. Het eerste mes heeft een gemonteerd uiteinde, een vrij uiteinde en een eerste mesrand die zich daartussen ten minste gedeeltelijk uitstrekt. De eerste mesrand staat onder een hoek relatief ten opzichte van de snijrand van de snijtafel om een contactpunt te creëren tussen de eerste mesrand en de snijrand van de snijtafel wanneer het eerste mes wordt bewogen tussen een verhoogde positie naar een verlaagde positie. Het tweede mes heeft een gemonteerd uiteinde, een vrij uiteinde, en een tweede mesrand die zich daartussen ten minste gedeeltelijk uitstrekt. De tweede mesrand staat onder een hoek ten opzichte van de snijrand van de snijtafel om een contactpunt te creëren tussen de tweede mesrand en de snijrand van de snijtafel wanneer het tweede mes wordt bewogen tussen een verhoogde positie en een verlaagde positie. De vrije uiteinden van de eerste en tweede messen zijn naast elkaar geplaatst nabij een midden van het velmateriaal. De gemonteerde uiteinden van de eerste en tweede messen zijn naast de tegenover elkaar liggende zijden van het velmateriaal geplaatst.
[00011] Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat een verpakkingsmachine die gebruikt wordt om hoofdzakelijk stijf velmateriaal om te vormen in plano's voor assemblage in dozen of andere verpakkingen een rilsysteem dat dwarsrillen in het velmateriaal vormt. De dwarsrillen zijn over het velmateriaal gericht en dwars op de lengte van het velmateriaal. Het rilsysteem omvat een steunplaat die het velmateriaal steunt, een eerste rilrol, en een tweede rilrol. De eerste rilrol is over het velmateriaal gericht en dwars op de lengte van het velmateriaal. De eerste rilrol heeft een eerste rilnok die zich radiaal uitstrekt van de eerste rilrol. De eerste rilrol is ingericht om te roteren, zodat de eerste rilnok aangrijpt op het velmateriaal om een ril in het velmateriaal te vormen. De tweede rilrol is gericht over het velmateriaal en dwars op de lengte van het velmateriaal. De tweede rilrol heeft een tweede rilnok die zich radiaal uitstrekt van de tweede rilrol. De tweede rilrol is ingericht om te roteren zodat de tweede rilnok op het velmateriaal aangrijpt om een ril in het velmateriaal te vormen. De eerste en tweede rilrol zijn naast elkaar geplaatst en zijn onafhankelijk bestuurbaar. [00012] Deze en andere doelen en kenmerken van de huidige openbaarmaking zullen volledig duidelijk worden uit de volgende beschrijving en bijgevoegde conclusies, of kunnen geleerd worden door de praktijk van de openbaring zoals hierna uiteengezet.
BE2018/5697
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN [00013] Om de bovenstaande en andere voordelen en kenmerken van de huidige uitvinding verder te verduidelijken zal een meer specifieke beschrijving van de uitvinding gegeven worden door verwijzing naar specifieke uitvoeringsvormen daarvan welke geïllustreerd zijn in de bijgevoegde figuren. het zal duidelijk zijn deze tekeningen alleen geïllustreerde uitvoeringsvormen van de uitvinding weergeven en daarom niet als beperking van de omvang ervan moeten worden beschouwd. De uitvinding zal beschreven worden en toegelicht worden met aanvullende specificiteit en details door het gebruik van de bijgevoegde figuren, waarin:
[00014] Figuur 1 een voorbeeld illustreert van een verpakkingsmachine die gebruikt wordt voor het verpakken van artikelen.
[00015] Figuren 2-4 verschillende dwarsdoorsneden illustreren van een toevoersysteem van de verpakkingsmachine van figuur 1.
[00016] Figuren 5 en 6 zijaanzichten en bovenaanzichten illustreren van een scheidingsmechanisme van de verpakkingsmachine van figuur 1.
[00017] Figuur 7 een plano illustreert gevormd met de verpakkingsmachine van figuur 1.
[00018] Figuur 8 een dubbelrol rilmechanisme illustreert van de verpakkingsmachine van figuur 1.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN [00019] De hierin beschreven uitvoeringsvormen hebben in het algemeen betrekking op systemen, werkwijzen en inrichtingen voor het verpakken van artikel(en) in dozen. Meer in het bijzonder hebben de beschreven uitvoeringsvormen betrekking op verpakkingsmachinemechanismen die velmateriaal in de verpakkingsmachine toevoeren, het velmateriaal scheiden in lengtes die gebruikt worden om plano's te vervaardigen, en rillen vormen in het velmateriaal om plano's daaruit te vervaardigen.
[00020] Hoewel de huidige beschrijving in detail zal beschreven worden met verwijzing naar specifieke configuraties, zijn de beschrijvingen louter illustratief en dienen niet opgevat worden als beperkend voor de reikwijdte van de huidige beschrijving. Verschillende wijzigingen kunnen aangebracht worden aan de geïllustreerde configuraties zonder af te wijken van de geest en omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd door de conclusies. Voor een beter begrip zijn eenzelfde componenten aangeduid met eenzelfde referentienummer in de verschillende begeleidende figuren.
[00021] Overal in de beschrijving en conclusies worden componenten beschreven als zijnde in specifieke oriëntaties of relatieve posities. Dergelijke beschrijvingen worden louter voor het gemak
BE2018/5697 gebruikt en zijn niet bedoeld om de uitvinding te beperken. Bijvoorbeeld kan een component beschreven worden als zijnde boven of onder een ander component. Het zal echter duidelijk zijn dat de machines het systeem, en de mechanismen in sommige uitvoeringsvormen op andere manieren georiënteerd kunnen zijn. Dientengevolge kan een component die beschreven wordt als zijnde boven een ander component in sommige uitvoeringsvormen onder of aan de zijkant van het ander component geplaatst worden. In sommige gevallen kan een component dat beschreven is als zijnde geplaatst tussen “boven” of “onder” een ander component begrepen worden als geplaatst zijnde aan één of een andere zijde van velmateriaal dat omgevormd wordt in plano's.
[00022] Zoals hierin gebruikt, zal de term “plano” verwijzen naar een in hoofdzaak vlak materiaal dat gevouwen kan worden in een doosachtige vorm. Plano's kunnen gemaakt worden van een voorraad velmateriaal (bijvoorbeeld dik papier, golfkarton, karton, enz.). In sommige gevallen is het velmateriaal een kettingmateriaal dat heen en weer gevouwen is om een baal te vormen. Een plano kan inkepingen, uitsnijdingen, scheidingen en/of rillen hebben die de plano toelaten om gebogen en/of gevouwen te worden tot een doos. Bovendien kan een plano gemaakt worden van elk geschikt materiaal, welke voor de vakman algemeen bekend zijn. Bijvoorbeeld kan karton of golfkarton gebruikt worden als planomateriaal. Een geschikt materiaal kan ook elke dikte of gewicht hebben dat het buigen en/of rillen tot een doosachtige vorm toelaat.
[00023] Figuur 1 illustreert een voorbeeld van een verpakkingsmachine 100 die gebruikt wordt om plano's te vervaardigen en op te stellen rondom te verpakken artikelen. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm worden artikelen via transportband 102 aan de machine 100 voor verpakking afgeleverd. De afmetingen van de artikelen kunnen verkregen worden terwijl de artikel(en) op de transportband 102 geplaatst wordt/worden of daarvoor.
[00024] In elk geval wordt/worden de artikel(en) in de verpakkingsmachine 100 op de transportband 102 voortbewogen. De verpakkingsmachine 100 maakt een plano dat op maat gemaakt is voor het artikel of de artikelen van het velmateriaal 104. De verpakkingsmachine 100 vouwt en beveiligt de plano rond het artikel of de artikelen. Het verpakte artikel of de verpakte artikelen worden vervolgens uit de verpakkingsmachine 100 op een andere transportband 106 voortbewogen.
TOEVOERMECHANISME [00025] Een veelvoorkomende uitdaging bij verpakkingsmachines is het toevoeren van het velmateriaal naar de machine. De toevoermechanismen van sommige verpakkingsmachines creëren bijvoorbeeld rillen of vouwen wanneer het velmateriaal naar de verpakkingsmachine toegevoerd wordt. De rillen of vouwen kunnen problemen geven naarmate het velmateriaal door de verpakkingsmachine heen gaat. Bij wijze van voorbeeld kunnen de rillen of vouwen ertoe leiden dat het verpakkingsmateriaal gevangen of vastgeklemd wordt in de verpakkingsmachine. De rillen
BE2018/5697 of vouwen kunnen er ook voor zorgen dat de verpakkingsmachine gewenste vouwen en/of insnijdingen vormt in het velmateriaal op ongewenste plaatsen in het velmateriaal.
[00026] In de geïllustreerds uitvoeringsvorm omvat de verpakkingsmachine een toevoermechanisme 108 dat ingericht is om meerdere stromen of toevoeren van velmateriaal naar de omvormmachine 100 toe te voeren zonder ongewenste rillen of vouwen in het velmateriaal te creëren. Bovendien vereist het toevoermechanisme 108 geen cassettewisselaar die omhoog of omlaag beweegt om velmateriaal van verschillende stromen velmateriaal in de verpakkingsmachine 100 te voeren.
[00027] Het toevoermechanisme 108 is geïllustreerd in de figuren 2-4. In sommige uitvoeringsvormen, zoals vertoond in figuur 2, omvat het toevoermechanisme 108 een eerste spoor 110 dat een eerste toevoer 112 van velmateriaal 104 naar een eerste uiteinde van de verpakkingsmachine 100 leidt en een tweede spoor 114 dat een tweede toevoer 116 van velmateriaal 114 naar een eerste uiteinde van de verpakkingsmachine 100 leidt. Het eerste spoor 110 en het tweede spoor 114 kunnen elk een hoofdzakelijk vlak oppervlak omvatten waarop de respectievelijke toevoer van velmateriaal voortbewogen kan worden. Bovendien kunnen het eerste spoor 110 en het tweede spoor 114 geleiders 118, 120 omvatten die de eerste en tweede toevoer 112, 116 helpen het velmateriaal 104 hoofdzakelijk plat op het vlak oppervlak van het respectievelijk spoor 110, 114 te leggen. In sommige uitvoeringsvormen kunnen de geleiders 118, 120 zwenken en één of meerdere wielen omvatten die aangrijpen op de eerste en tweede toevoer 112, 116 van velmateriaal 104.
[00028] Zoals best gezien kan worden in figuren 3 en 4 omvat het toevoersysteem 108 ook een eerste oppervlak met lage wrijving 122 en een bijbehorende eerste voortbewegingsmechanisme 124. Het eerste oppervlak met een lage wrijving 122 is hoofdzakelijk uitgelijnd met vlak oppervlak van spoor 110. Het eerste voortbewegingsmechanisme 124 is geplaatst en ingericht om de eerste toevoer 112 van velmateriaal 104 langs het eerste oppervlak met lage wrijving 122 aan te grijpen en voort te bewegen. Meer specifiek kan het eerste voortbewegingsmechanisme 124 één of meerdere rollen, riemschijven, en/of riemen omvatten die de eerste toevoer 112 kunnen roteren en aangrijpen. Het eerste voortbewegingsmechanisme 124 kan op een afstand die gelijk is aan of kleiner is dan de dikte van de eerste toevoer 112 van het eerste oppervlak met lage wrijving 122 geplaatst zijn. Het eerste oppervlak met lage wrijving 122 werkt als een steunplaats voor de eerste toevoer 112 en aangrijping van het eerste voortbewegingsmechanisme 124 met de eerste toevoer 112 zorgt ervoor dat de eerste toevoer 112 voortbeweegt langs het eerste oppervlak met lage wrijving 122 en naar de verpakkingsmachine 100.
[00029] Het toevoersysteem 108 omvat ook een tweede oppervlak met lage wrijving 126 en het gerelateerde voortbewegingsmechanisme 128. Het tweede oppervlak met lage wrijving 126 is in het algemeen uitgelijnd met het vlakke oppervlak van spoor 114. Het tweede
BE2018/5697 voortbewegingsmechanisme 128 is geplaatst en ingericht om de tweede toevoer 116 van velmateriaal 104 langs het tweede oppervlak met lage wrijving 126 aan te grijpen en voort te bewegen. Meer specifiek kan het tweede voortbewegingsmechanisme 128 één of meerdere riemschijven en gerelateerde riemen omvatten die de tweede toevoer 116 kunnen roteren en aangrijpen. Het tweede voortbewegingsmechanisme 128 kan op een afstand die gelijk is of kleiner is dan de dikte van de tweede toevoer 116 van het tweede oppervlak met lage wrijving 126 geplaatst zijn. Het tweede oppervlak met lage wrijving 126 werkt als een steunplaat voor de tweede toevoer 116 en aangrijping van het tweede voortbewegingsmechanisme 128 met de tweede toevoer 116 zorgt ervoor dat de tweede toevoer 116 voortbeweegt langs een tweede oppervlak met lage wrijving 126 en naar de verpakkingsmachine 100.
[00030] In sommige uitvoeringsvormen worden de eerste en tweede voortbewegingsmechanismen 124, 128 onafhankelijk van elkaar geactiveerd. Bijvoorbeeld kan ofwel het eerste voortbewegingsmechanisme 124 geactiveerd worden om de eerste toevoer 112 voort te bewegen naar de omvormmachine 100, ofwel kan het tweede voortbewegingsmechanisme 128 geactiveerd worden om de tweede toevoer 114 naar de omvormmachine 100 voort te bewegen. In een dergelijke uitvoeringsvorm wordt op een tijdstip velmateriaal 104 van slechts één van de eerste toevoer 112 en de tweede toevoer 114 voortbewogen naar de omvormmachine 100. Dit maakt het mogelijk om een gewenst type velmateriaal 104 (bijvoorbeeld afmeting, dikte, sterkte, enz.) naar behoefte te selecteren en naar de verpakkingsmachine 100 voort te bewegen.
[00031] Zoals kan gezien worden op figuren 3 en 4, vormen het eerste oppervlak met lage wrijving 122 en het tweede oppervlak met lage wrijving 126 een scherpe hoek Θ met elkaar. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm wordt het hoekpunt van de hoek Θ gevormd door de tweede uiteinden van het eerste en tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126. De eerste uiteinden van het eerste en tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 zijn dichter bij een eerste uiteinde van de verpakkingsmachine 100 geplaatst waar het velmateriaal 104 de omvormmachine 100 binnengaat en de tweede uiteinden daarvan zijn dichter bij een tegenoverliggende tweede uiteinde van de omvormmachine 100 geplaatst. De hoek Θ is klein genoeg om mogelijk te maken dat het velmateriaal 104 in de omvormmachine 100 voortbewogen wordt zonder enige vouwen of rillen in het velmateriaal te creëren. Bijvoorbeeld in sommige uitvoeringsvormen is de hoek Θ kleiner dan ongeveer 15°, 12,5°, 10°, 7,5°, 5°, 3°, of 2°. De relatief kleine hoek Θ richt het velmateriaal 104 zodanig dat wanneer het velmateriaal 104 voortbeweegt naar sporen 130 van de verpakkingsmachine 100 het velmateriaal 104 niet genoeg buigt om een ongewenste ril of vouw te creëren. Bovendien maakt de relatief kleine hoek Θ het mogelijk dat ofwel de toevoer 112, 114 van het velmateriaal 104 naar de verpakkingsmachine 100 voortbewogen wordt zonder aanpassing, herpositionering of heroriëntatie van het toevoermechanisme 108 te vereisen.
BE2018/5697 [00032] Terwijl de eerste en tweede oppervlakten met lage wrijving 122, 126 de hoek Θ vormen, kan de specifieke configuratie van hoe de hoek Θ gevormd is verschillen tussen uitvoeringsvormen. Bijvoorbeeld, in de geïllustreerde uitvoeringsvorm is het tweede oppervlak met lage wrijving 126 hoofdzakelijk parallel met de horizontale richting en/of een voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100, terwijl het eerste oppervlak met lage wrijving 122 omhoog gericht is ten opzichte van het tweede oppervlak met lage wrijving 126 (en de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100). Met andere woorden, het eerste uiteinde van het eerste oppervlak met lage wrijving 122 bevindt zich verder van het tweede oppervlak met lage wrijving 126 dan het tweede uiteinde van het eerste oppervlak met lage wrijving 122.
[00033] In andere uitvoeringsvormen, echter, kan het eerste oppervlak met lage wrijving 122 in hoofdzaak parallel zijn met de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100 en het tweede oppervlak met lage wrijving 126 kan omlaag gericht zijn ten opzichte van het eerste oppervlak met lage wrijving 122 (en de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100). In nog andere uitvoeringsvormen kunnen zowel het eerste als het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 onder een hoek staan relatief ten opzichte van de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100. Bijvoorbeeld kan het eerst oppervlak met lage wrijving 122 omhoog gericht zijn ten opzichte van de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100 en het tweede oppervlak met lage wrijving kan naar beneden gericht zijn ten opzichte van de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100.
[00034] In sommige gevallen kunnen het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 onder een hoek staan weg van de horizontale richting en/of de voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100 met een gelijke en tegengestelde grootte (+2,5° en -2,5°). In andere gevallen kunnen de eerste en tweede oppervlakken met lage wrijving 122, 126 onder een hoek weg staan van de horizontale en/of voedingsrichting van het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100 met verschillende groottes (+3,5° en -1,5°).
[00035] In nog andere uitvoeringsvormen kunnen het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 hoofdzakelijk parallel naar elkaar gericht zijn. In een dergelijk geval kunnen het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 op een voldoende kleine afstand van elkaar geplaatst zijn om mogelijk te maken dat het velmateriaal naar de verpakkingsmachine voortbewogen wordt zonder enige vouwen of rillen in het velmateriaal en met beperkte of geen herpositionering van het toevoersysteem. In sommige gevallen zijn het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 op een afstand van ongeveer 4 inch of minder, ongeveer 3 inch of minder, ongeveer 2,5 inch of minder, ongeveer 2 inch of minder, ongeveer 1,5 inch of
BE2018/5697 minder, ongeveer 1 inch of minder, ongeveer 0,75 inch of minder, ongeveer 0,5 inch of minder, ongeveer 0,25 inch of minder, ongeveer 0,1 inch of minder van elkaar geplaatst.
[00036] Het zal duidelijk zijn dat andere aspecten van het eerste of tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 kunnen variëren van de ene uitvoeringsvorm tot de volgende. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm zijn bijvoorbeeld het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 gevormd uit afzonderlijke componenten die met elkaar verbonden zijn. In andere uitvoeringsvormen kan echter een enkel component gevormd worden met het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 aangebracht aan tegenoverliggende zijden daarvan.
[00037] Ongeacht de specifieke oriëntaties van het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126, kunnen de eerste en tweede voortbewegingsmechanismes 124, 128 zodanig gericht zijn dat ze respectievelijk aangrijpen op de eerste en tweede toevoeren 112, 114, om de eerste en tweede toevoer 112, 114 langs het eerste en het tweede oppervlak met lage wrijving 122, 126 voort te bewegen. Bijvoorbeeld, zoals getoond in figuren 3 en 4, komt de oriëntatie van het voortbewegingsmechanisme 124 hoofdzakelijk overeen met de oriëntatie van het eerste oppervlak met lage wrijving 122, en de oriëntatie van het tweede voortbewegingsmechanisme 128 komt hoofdzakelijk overeen met de oriëntatie van het tweede oppervlak met lage wrijving 126.
[00038] Verder, zoals kan worden gezien in de figuren, is het eerste voortbewegingsmechanisme 124 boven het eerste oppervlak met lage wrijving 122 gepositioneerd. Bovendien is het tweede oppervlak met lage wrijving 126 onder het eerste oppervlak met lage wrijving 122 gepositioneerd. Dit heeft als gevolg dat het tweede oppervlak met lage wrijving 126 en het eerste voortbewegingsmechanisme 124 gepositioneerd zijn aan weerszijden van het eerste oppervlak met lage wrijving 122. Op soortgelijke wijze is het tweede voortbewegingsmechanisme 128 gepositioneerd onder het tweede oppervlak met lage wrijving 126. Dit heeft als gevolg dat het tweede voortbewegingsmechanisme 128 en het eerste oppervlak met lage wrijving 122 gepositioneerd zijn aan weerszijden van het tweede oppervlak met lage wrijving 126.
SCHEIDINGSMECHANISME [00039] Zodra het velmateriaal 104 naar voren gebracht wordt in de verpakkingsmachine 100, moet het velmateriaal 104 gesneden of gescheiden worden in lengtes die gebruikt kunnen worden om individuele plano's te vormen. Rollende messen worden meestal gebruikt voor het snijden van het velmateriaal. Een voordeel van rollende messen is hun betrouwbaarheid. Een nadeel van rollende messen is echter dat de snijsnelheid relatief laag is omdat de rolmessen over het velmateriaal moeten bewegen om de sneden te maken. Vanwege de lage snijsnelheid van rolmessen is de verwerkingscapaciteit van verpakkingsmachines die deze bevatten lager dan gewenst.
BE2018/5697 [00040] Figuren 5 en 6 illustreren zij - en bovenaanzichten van een scheidingsmechanisme 140 dat gebruikt kan worden om het velmateriaal 104 te scheiden in lengtes voor plano's. Het scheidingsmechanisme 140 omvat messen die het velmateriaal 104 snijden door een opwaartse en neerwaartse snijbeweging uit te voeren. Zoals hierin gebruikt, is “opwaartse en neerwaartse snijbeweging” niet beperkt tot bewegingen binnen een verticaal vlak. In plaats daarvan verwijzen “opwaartse en neerwaartse snijbeweging” in het algemeen naar de messen die in de richting naar en weg van het velmateriaal 104 bewegen om daarin een snede te maken. Aldus kan daarin de beweging van de messen door diagonale en/of horizontale vlakken worden beschouwd als opwaartse en neerwaartse snijbewegingen, zolang de messen naar en weg bewegen van het velmateriaal 104 dat gesneden wordt. De opwaartse en neerwaartse snijbeweging van de messen wordt hierin ook aangeduid als het verplaatsen van de messen tussen niet-geactiveerde en geactiveerde posities.
[00041] Een opwaartse en neerwaartse snijbeweging is voordelig omdat het gemakkelijk controleerbaar is. Een ander voordeel is dat een op- en neerwaartse beweging heel kort en minder tijdrovend kan zijn in vergelijking met rolmessen. Verder wordt de opwaartse en neerwaartse snijbeweging uitgevoerd relatief ten opzichte van een snijtafel. De snijtafel is een element dat ter ondersteuning dient van het velmateriaal, terwijl de messen de snijbeweging uitvoeren. Hierdoor zal het velmateriaal niet ongewenst bewegen tijdens de snijbeweging van de messen. De snijtafel dient ook als tegenmes van de messen. Dit betekent dat de snijtafel en tekenkracht kan uitvoeren op de kracht die de messen uitvoeren op het velmateriaal. Hierdoor zal het velmateriaal niet mee bewegen met de neerwaartse beweging van de messen.
[00042] Met meer specifieke verwijzing naar figuur 5 is het scheidingsmechanisme 140 geïllustreerd in een aanzicht. Zoals te zien is, omvat het scheidingsmechanisme 140 een snijtafel 142. De snijtafel 142 heeft een bovenoppervlak dat het velmateriaal 104 ondersteunt nadat het velmateriaal voorbij het toevoermechanisme 108 voortbewogen is. De snijtafel 142 omvat ook een snijrand 144, hetgeen zoals hieronder in meer detail besproken wordt, helpt bij het snijden van het velmateriaal 104.
[00043] Het scheidingsmechanisme 140 omvat ook eerste en tweede messen 146, 148. Het eerste mes 146 heeft een gemonteerd uiteinde 150, een vrij uiteinde 152 en een eerste mesrand 154 die zich ten minste gedeeltelijk daartussen uitstrekt. Evenzo heeft het tweede mes 148 een gemonteerd uiteinde 156, een vrij uiteinde 158 en een tweede mesrand 160 die zich ten minste gedeeltelijk daartussen uitstrekt. De vrije uiteinden 152, 158 van de eerste en de tweede messen 146, 148 zijn aangrenzend aan elkaar gepositioneerd boven het velmateriaal 104. Bijvoorbeeld in sommige uitvoeringsvormen zijn de vrije uiteinden 152, 158 van de eerste en de tweede messen 146, 148 op een afstand van minder dan 1 inch, 0,75 inch, 0,5 inch, 0,25 inch, of 0,1 inch van elkaar geplaatst. Verder, in sommige uitvoeringsvormen zijn de vrije uiteinden 152, 158 in het algemeen boven het
BE2018/5697 midden van het velmateriaal 104 geplaatst. De gemonteerde uiteinden 150, 156 van de eerste en tweede messen 146, 148 zijn aangrenzend aan tegenoverliggende zijden van het velmateriaal 104 gepositioneerd.
[00044] De gemonteerde uiteinden 150, 156 van de eerste en tweede messen 146, 148 zijn respectievelijk verbonden met sporen 162, 164. De verbindingen tussen de gemonteerde uiteinden 150, 156 en de sporen 162, 164 zijn beweegbaar zodat de eerste en tweede messen 146, 148 omhoog en omlaag bewogen kunnen worden of naar en weg van het velmateriaal 104 bewogen kunnen worden. Bovendien zijn het eerste en tweede mes 146, 148 gerelateerd met één of meerdere actuatoren 166 (bijvoorbeeld motor, veer, cilinder, enz.) om de messen 146, 148 te bewegen tussen de verhoogde en neergelaten positie (hier ook beschouwd als de niet-geactiveerde en de geactiveerde posities). In bepaalde uitvoeringsvormen bewegen de één of meer actuatoren 166 behorend bij de messen 146, 148 gelijktijdig de eerste en tweede messen 146, 148 tussen de niet-geactiveerde en de geactiveerde posities. In andere uitvoeringsvormen kunnen de één of meer actuatoren 166 de eerste en tweede messen 146, 148 onafhankelijk van elkaar tussen de nietgeactiveerde en de geactiveerde posities bewogen worden.
[00045] De snijrand 144 van de snijtafel 142 en de eerste en tweede messen 146, 148 kunnen ingericht zijn om samen te werken om het velmateriaal 104 te snijden. Bijvoorbeeld de eerste en tweede messen 146, 148 kunnen zo bemeten, gevormd, gepositioneerd en/of georiënteerd zijn ten opzichte van de snijrand om mogelijk te maken dat de snijrand 144 en de eerste en tweede mesranden 154, 160 het velmateriaal efficiënt snijden wanneer de eerste en tweede messen 146, 148 verplaatst worden van de niet-geactiveerde positie naar de geactiveerde positie.
[00046] Bijvoorbeeld kunnen de eerste en tweede mesranden 154, 160 elk onder een hoek staan ten opzichte van de snijrand 144 van de snijtafel 142 om een contactpunt te maken tussen de eerste mesrand 154 en de snijrand 144 en tussen de tweede mesrand 160 en de snijrand 144. Meer bepaald ligt de snijrand 144 van de snijtafel 142 in een vlak en kunnen de eerste en tweede mesranden 154, 160 onder een hoek staan naar en/of over het vlak van de snijrand 144. In sommige uitvoeringsvormen staat de eerste mesrand 154 onder een hoek ten opzichte van snijrand 144 van de snijtafel 142, zodat het gemonteerde uiteinde 150 van het eerste mes 146 geplaatst is op een eerste zijde van het vlak en het vrije uiteinde 152 van het eerste mes 146 aangebracht is op een tweede zijde van het vlak. Evenzo kan de tweede mesrand 160 onder een hoek staan ten opzichte van de snijrand 144 van de snijtafel 142, zodat het gemonteerde uiteinde 156 van het tweede mes 148 aan de eerste zijde van het vlak geplaatst is en het vrije uiteinde 158 op de tweede zijde van het vlak geplaatst is.
[00047] In sommige uitvoeringsvormen omvat het scheidingsmechanisme 140 een drukelement dat bij elk van de eerste en tweede messen 146, 148 behoort om de eerste en tweede messen 146, 148 tegen de snijrand 144 te drukken of te houden. Bijvoorbeeld, figuur 6 illustreert een bovenaanzicht
BE2018/5697 van het eerste mes 146. Zoals te zien is, kan het gemonteerde uiteinde 150 van het eerste mes 146 (zwenkbaar of onder een hoek) gemonteerd worden, zodat het eerste mes 146 schuin staat in de richting van de snijrand 144. Bovendien oefent een drukelement 168 een kracht uit op het eerste mes 144 om te verzekeren dat het eerste mes 146 de snijrand 144 met voldoende kracht raakt zodat het eerste mes 146 en de snijrand 144 het velmateriaal 104 kan snijden. Verder verzekert het drukelement 168 dat het enkel bewegend contactpunt tussen het eerste mes 154 en de snijrand 144 consistent is, zelfs wanneer de randen niet allemaal perfect recht zijn. Dit heeft als gevolg dat het drukelement 168 de behoefte aan dure toleranties in de componenten vermindert. Het tweede mes 148 kan een gelijkaardig drukelement omvatten. De drukelementen kunnen veren, cilinders, motoren, enz. omvatten.
[00048] Naast dat de eerste en tweede messen 146, 148 onder een hoek staan in de richting van de snijrand 144 (bijvoorbeeld de vrije uiteinden 152, 158 zijn dichter bij de snijrand 144 geplaatst dan de gemonteerde uiteinden 150, 156), kunnen de eerste en tweede messen ook vanaf de gemonteerde uiteinden 150, 156 naar de vrije uiteinden 152, 158 toelopen, zodat de eerste en tweede mesranden 154, 160 onder een hoek staan in twee richtingen ten opzichte van de snijrand 144 van de snijtafel 142. Bijvoorbeeld heeft de eerste mesrand 154 een eerste uiteinde grenzend aan het gemonteerde uiteinde 150 en een tweede uiteinde grenzend aan het vrije uiteinde 152, en is het tweede uiteinde verticaal hoger geplaatst dan het eerste uiteinde. Met andere woorden, het eerste mes 146 heeft een niet-snijdende rand tegenover de eerste mesrand 154 en het tweede uiteinde van de eerste mesrand is dichter bij de niet-snijdende rand gepositioneerd dan het eerste uiteinde van de eerste mesrand 154. Op soortgelijke wijze heeft de tweede mesrand 160 een eerste uiteinde grenzend aan het gemonteerde uiteinde 156 en een tweede uiteinde grenzend aan het vrije uiteinde 158, en is het tweede uiteinde verticaal hoger geplaatst (of dichter bij een niet-snijdende rand) dan het eerste uiteinde.
[00049] Als een gevolg van de gehoekte configuraties van de eerste en tweede messen 146, 148 bewegen de contactpunten tussen de eerste mesrand 154 en de snijrand 144 en tussen de tweede mesrand 160 en de snijrand 144 over de snijrand 144 wanneer de eerste en tweede messen bewogen worden tussen de niet-geactiveerde en de geactiveerde posities. Omdat de eerste en tweede mesranden 154, 160 in hoofdzaak ingericht zijn als spiegelbeelden van elkaar, zal wanneer het contactpunt tussen de eerste mesrand 154 en de snijrand 144 in een eerste richting langs de snijrand 144 beweegt, het contactpunt tussen de tweede mesrand 160 en de snijrand 144 in een tweede richting die tegengesteld is aan een eerste richting langs de snijrand 144 bewegen. Niettemin zal het duidelijk zijn dat de eerste en tweede messen ook geen spiegelbeelden van elkaar kunnen zijn. In dergelijke gevallen kunnen de contactpunten bewegen in een zelfde richting dan wanneer de eerste en tweede messen bewogen worden tussen de niet-geactiveerde en de geactiveerde posities.
BE2018/5697
RILMECHANISME [00050] Wanneer het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100 voortbeweegt, worden verscheidene sneden en rillen gevormd in het velmateriaal 104 om het velmateriaal tot plano's om te vormen, zoals plano's 170 getoond in figuur 7. De plano 170 omvat sneden (getoond in volle lijnen) en rillen (getoond in stippellijnen). Zoals hierin gebruikt, kan een ril een indruk in het velmateriaal zijn die het vouwen van de plano 170 vereenvoudigt ter plaatse van de indruk. Alternatief kan een ril ook een gedeeltelijk insnijding of ril zijn, in welke het velmateriaal slechts gedeeltelijk gesneden is door zijn volle dikte, zodanig dat een verzwakking van het velmateriaal zich voordoet ter plaatse van de gedeeltelijke insnijding of ril.
[00051] De plano 170 omvat vier centrale vlakken A, B, C en D. Elk van de vier centrale vlakken is voorzien om de wand van de doos te vormen. In de configuratie van figuur 7, vormt het vlak B de onderwand van de doos, vormen vlakken A en C opstaande wanden van de doos, en vormt vlak D de bovenwand van de doos. In figuur 7 is ook aangeduid hoe de lengte l, breedte b, en hoogte h van de doos voortvloeit uit de afmetingen van de plano 170. Elk van de vlakken A, B, C en D heeft twee zijflappen, die respectievelijk aangeduid zijn met A', B', C' en D'. Deze zijflappen zijn voorzien om de twee zijwanden van de doos te vormen. In de huidige uitvoeringsvorm, strijkt een sluitflap A” zich uit van vlak A. De sluitflap A” dient om vlak A met vlak D te verbinden met het vormen van de doos.
[00052] Een uitdaging bij het maken van plano's, zoals plano 170, is het vormen van de dwarsrillen tussen de vlakken A, B, C en D. Typisch wordt een rilwerktuig dwars over het velmateriaal bewogen om de rillen te vormen. Analoog aan de rollende messen hierboven besproken, kan het dwars over het velmateriaal bewegen van een rilwerktuig relatief traag zijn, waardoor de doorvoer van de verpakkingsmachine verlaagd wordt. Bovendien vereist het dwars bewegen van rilwerktuigen dat het velmateriaal stationair is wanneer de rillen gevormd worden, anders zouden de rillen onder hoeken gevormd worden of zouden de rilwerktuigen in staat moeten zijn om zich zowel in dwarsrichting als een langsrichting te bewegen om dwarsrillen te rillen. [00053] Figuur 8 illustreert een rilsysteem 180 dat gebruikt kan worden om dwarsrillen te vormen in het velmateriaal 104 op een consistente en snelle manier. Het rilsysteem 180 omvat een steunplaat 182 die het velmateriaal steunt terwijl het velmateriaal door de verpakkingsmachine 100 beweegt. Het rilsysteem 180 omvat ook een eerste rilrol 184 die gericht is over het velmateriaal 104 en dwars ligt op de lengte van het velmateriaal 104. De eerste rilrol 184 heeft een cilindrisch lichaam 186 met een vooraf bepaalde diameter. Een eerste rilnok 188 strekt zich radiaal uit van het cilindrisch lichaam 186. De eerste rilnok 188 kan gevormd worden door het cilindrisch lichaam 186 of kan een inzetstuk omvatten dat ontvangen is in een gleuf in het cilindrisch lichaam 186 en zich daarvan uitstrekt.
BE2018/5697 [00054] De eerste rilrol 184 is ingericht om rond zijn as te roteren voor het aangrijpen van de rilnok 188 met het velmateriaal 104 om een ril in het velmateriaal 104 te vormen. De steunplaat 182 voorziet een tegendruk op de eerste rilrol 184 voor het in staat stellen van de rilnok 188 om een ril te vormen in het velmateriaal 104.
[00055] De afstand tussen de steunplaat 182 en het buitenoppervlak van het cilindrisch lichaam 186 is ongeveer hetzelfde als of groter dan de dikte van het velmateriaal 104. Dientengevolge, wanneer de eerste rilrol 184 geroteerd wordt zodanig dat de eerste rilnok 188 niet naar het velmateriaal 104 gericht is (zoals getoond in figuur 8), kan het velmateriaal 104 voortbewegen tussen de eerste rilrol 184 en de steunplaat 182 zonder dat enige rillen daartussen gevormd worden. [00056] Daarentegen, wanneer het buitenradiaaloppervlak van de eerste rilnok 188 naar de steunplaat 182 gericht is, is de afstand daartussen kleiner dan de dikte van het velmateriaal 104. Dientengevolge kan het velmateriaal 104 gepositioneerd worden tussen de eerste rilrol 184 en de steunplaat 182 zonder noemenswaardig beïnvloed te worden tot de eerste rilrol 184 geroteerd is zodanig dat de eerste rilrol 188 naar de steunplaat 182 gericht is. Wanneer de eerste rilrol 184 zodanig geroteerd is dat de eerste rilnok 188 naar de steunplaat 182 gericht is, zal de eerste rilnok 188 het velmateriaal 104 aangrijpen en zal het velmateriaal 104 samengeperst worden tussen de eerste rilnok 188 en de steunplaat 182.
[00057] In sommige uitvoeringsvormen omvat het rilsysteem 180 ook een tweede rilrol 190 die hoofdzakelijk gelijkaardig is aan de eerste rilrol 184. Bijvoorbeeld kan de tweede rilrol een cilindrisch lichaam 192 omvatten en een tweede rilnok 194 omvatten. De tweede rilnok 194 kan gevormd worden door het cilindrisch lichaam 192 of kan een inzetstuk omvatten dat ontvangen is in een gleuf in het cilindrisch lichaam 192 en zich daarvan uitstrekt. De tweede rilrol 190 kan ingericht zijn om te roteren voor het aangrijpen van de tweede rilnok 194 met het velmateriaal 104 om een ril in het velmateriaal 104 te vormen, zoals getoond in figuur 8. In nog andere uitvoeringsvormen, kan het rilsysteem 180 drie of meer rilrollen omvatten.
[00058] In uitvoeringsvormen die twee of meer rilrollen 184, 190 omvatten, kunnen ten minste de eerste en de tweede rilrollen 184, 190 naast elkaar gepositioneerd worden. Bijvoorbeeld kunnen de eerste en de tweede rilrollen 184, 190 op een afstand (in de voedingsrichting van het velmateriaal) geplaatst worden dat minder is 24 inch, minder is dan 18 inch, minder is dan 12 inch, minder is dan 6 inch, of gelijkaardig. De relatief korte afstand tussen de eerste en tweede rilrollen 184, 190 kan de grootte van het rilsysteem 180 beperken evenals toelaten dat rillen dicht bij elkaar in het velmateriaal 104 gevormd kunnen worden.
[00059] De eerste en tweede rilrollen 184, 190 (of extra rilrollen) kunnen onafhankelijk van elkaar bestuurd worden. Bijvoorbeeld kan de eerste rilrol 184 geroteerd worden om een ril te vormen in het velmateriaal 104, terwijl de tweede rilrol 190 los blijft van het velmateriaal 104, of vice versa. Alternatief kunnen de eerste en tweede rilrollen 184, 190 ingericht zijn om tegelijkertijd het
BE2018/5697 velmateriaal 104 aan te grijpen om er tegelijkertijd meerdere rillen in te vormen. In nog andere uitvoeringsvormen kunnen de eerste en tweede rilrollen 184, 190 ingericht zijn om het velmateriaal 104 alternerend aan te grijpen om rillen erin te vormen. Door het alterneren tussen de eerste en tweede rilrollen 184, 190 kan de snelheid waarop de dwarsrillen in het velmateriaal 104 gevormd kunnen worden wezenlijk verhoogd worden.
[00060] In sommige uitvoeringsvormen omvat het rilsysteem 180 of de verpakkingsmachine 100 een toevoermechanisme 196 dat ingericht is om velmateriaal 104 toe te voeren door de verpakkingsmachine 100. Het rilsysteem 180 kan ingericht zijn om rillen in het velmateriaal 104 te vormen terwijl het velmateriaal 104 door de verpakkingsmachine 100 aan het bewegen is. Met andere woorden hoeft het velmateriaal 104 niet te stoppen met bewegen door de verpakkingsmachine 100 om toe te laten dat de dwarsrillen gevormd worden. Eerder kunnen de rilrol(len) ter aangrijping met het velmateriaal 104 roteren om er rillen in te vormen terwijl het velmateriaal 104 blijft voortbewegen door de verpakkingsmachine 100 (via het voedingsmechanisme 196).
[00061] De huidige uitvinding kan worden belichaamd in andere specifieke vormen zonder af te wijken van zijn geest of essentiële kenmerken. De beschreven uitvoeringsvormen moeten in alle opzichten alleen als illustratief en niet beperkend beschouwd worden. Het kader van de uitvinding wordt daarom aangegeven door de bijgevoegde conclusies in plaats van door de voorgaande beschrijving. Alle veranderingen die binnen de betekenis en het bereik van equivalentie van de conclusies vallen, moeten binnen de reikwijdte ervan omvat worden.

Claims (11)

  1. Conclusies
    1. Een verpakkingsmachine voor het omvormen van hoofdzakelijk stijf velmateriaal naar plano's voor assemblage tot dozen of andere verpakkingen, de verpakkingsmachine omvattende:
    een toevoersysteem dat een eerste toevoer van velmateriaal en een tweede toevoer van velmateriaal naar de verpakkingsmachine leidt, waarbij het toevoersysteem omvat:
    een eerste oppervlak met lage wrijving en een bijbehorende eerste voortbewegingsmachisme, waarbij het eerste voortbewegingsmechanisme ingericht is om de eerste toevoer van velmateriaal langs het eerste oppervlak met lage wrijving en in de verpakkingsmachine aan te grijpen en voort te bewegen; en een tweede oppervlak met lage wrijving en een bijbehorend tweede voortbewegingsmechanisme, waarbij het tweede voortbewegingsmechanisme ingericht is om de tweede toevoer van het velmateriaal langs het tweede oppervlak met lage wrijving en in de verpakkingsmachine aan te grijpen en voort te bewegen, waarbij het eerste oppervlak met lage wrijving en het tweede oppervlak met lage wrijving ofwel evenwijdig tegenover elkaar gelegen zijden van dunne plaat zijn, ofwel een scherpe hoek vormen, waarbij de dunne plaat of scherpe hoek ingericht is om mogelijk te maken dat het velmateriaal naar de verpakkingsmachine voortbewogen wordt zonder enige vouwen of rillen in het velmateriaal te maken en met beperkte of geen herpositionering van het toevoersysteem; en één of meer omvormwerktuigen ingericht om één of meer omvormfuncties uit te voeren op het velmateriaal wanneer het velmateriaal door de verpakkingsmachine voortbewogen wordt, waarbij de één of meer omvormfuncties geselecteerd worden uit de groep bestaande uit rillen, buigen, vouwen, perforeren, snijden en inkerven om de plano's te maken.
  2. 2. De verpakkingsmachine volgens conclusie 1, waarbij het eerste oppervlak met lage wrijving en het tweede oppervlak met lage wrijving apart van elkaar gevormd zijn.
  3. 3. De verpakkingsmachine volgens conclusie 1, waarbij het eerste oppervlak met lage wrijving en het tweede oppervlak met lage wrijving gevormd zijn aan weerszijden van één integraal component.
  4. 4. De verpakkingsmachine volgens conclusie 1, waarbij het eerste voortbewegingsmechanisme één of meerdere toevoerrollen, riemen of banden bevat die de eerste toevoer van het velmateriaal naar de verpakkingsmachine voortbewegen.
    BE2018/5697
  5. 5. De verpakkingsmachine volgens conclusie 1, waarbij het tweede voortbewegingsmachine één of meerdere toevoerrollen, riemen of banden bevat die de tweede toevoer van het velmateriaal naar de verpakkingsmachine voortbewegen.
  6. 6. De verpakkingsmachine volgens conclusie 1, waarbij het eerste voortbewegingsmechanisme boven of aan één kant van het eerste oppervlak met lage wrijving gepositioneerd is.
  7. 7. De verpakkingsmachine volgens conclusie 6, waarbij het tweede oppervlak met lage wrijving onder of aan een tweede kant van het eerste oppervlak met lage wrijving gepositioneerd is, zodanig dat het tweede oppervlak met lage wrijving en het eerste voortbewegingsmechanisme gepositioneerd zijn aan weerszijden van het eerste oppervlak met lage wrijving.
  8. 8. De verpakkingsmachine volgens conclusie 7, waarbij het tweede voortbewegingsmechanisme onder of aan een kant van het tweede oppervlak met lage wrijving gepositioneerd is, zodanig dat het tweede voortbewegingsmechanisme en het eerste oppervlak met lage wrijving aan weerszijden van het tweede oppervlak met lage wrijving gepositioneerd zijn.
  9. 9. De verpakkingsmachine volgens conclusie 1, waarbij het eerste oppervlak met lage wrijving en het tweede oppervlak met lage wrijving een scherpe hoek van ongeveer 5 graden vormen.
  10. 10. De verpakkingsmachine volgens conclusie 1, waarbij het tweede oppervlak met lage wrijving in hoofdzaak evenwijdig is met de toevoerrichting van het velmateriaal door de verpakkingsmachine en het eerste oppervlak met lage wrijving onder een hoek omhoog staat vanaf het tweede oppervlak met lage wrijving.
  11. 11. De verpakkingsmachine volgens conclusie 1, waarbij het eerste oppervlak met lage wrijving een hoek maakt boven of aan één zijde van een toevoerrichting van het velmateriaal door de verpakkingsmachine om een scherpe hoek te vormen met de toevoerrichting van het velmateriaal naar de verpakkingsmachine en waarbij het tweede oppervlak met lage wrijving een hoek maakt boven of aan een tweede zijde van de toevoerrichting van het velmateriaal naar de verpakkingsmachine om een scherpe hoek te maken met de toevoerrichting van het velmateriaal naar de verpakkingsmachine.
BE20185697A 2018-04-05 2018-10-10 Verpakkingsmachine toevoer-, scheiding-, en vouwmechanismes BE1026698B1 (nl)

Priority Applications (20)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185697A BE1026698B1 (nl) 2018-10-10 2018-10-10 Verpakkingsmachine toevoer-, scheiding-, en vouwmechanismes
US16/375,579 US11247427B2 (en) 2018-04-05 2019-04-04 Packaging machine infeed, separation, and creasing mechanisms
PCT/IB2019/052793 WO2019193554A2 (en) 2018-04-05 2019-04-05 Packaging machine infeed, separation, and creasing mechanisms
CA3208031A CA3208031A1 (en) 2018-04-05 2019-04-05 Packaging machine infeed, separation, and creasing mechanisms
CA3096001A CA3096001C (en) 2018-04-05 2019-04-05 Packaging machine infeed, separation, and creasing mechanisms
JP2021503224A JP7373550B2 (ja) 2018-04-05 2019-04-05 包装機の送り、分離、および折り目付け機構
EP19721390.3A EP3762192B1 (en) 2018-04-05 2019-04-05 Packaging machine with infeed mechanism, and corresponding packaging method
EP24163124.1A EP4360832A2 (en) 2018-04-05 2019-04-05 Packaging machine with infeed mechanism, and corresponding packaging method
CA3152389A CA3152389A1 (en) 2018-04-05 2019-04-05 Packaging machine infeed, separation, and creasing mechanisms
RU2022101472A RU2777383C2 (ru) 2018-04-05 2019-04-05 Подающий, разделительный и биговальный механизмы упаковочной машины
CN201980038441.1A CN112262030B (zh) 2018-04-05 2019-04-05 包装机进给、分离和压痕机构
CN202210088555.0A CN114393612B (zh) 2018-04-05 2019-04-05 包装机进给、分离和压痕机构
RU2020136118A RU2765224C1 (ru) 2018-04-05 2019-04-05 Подающий, разделительный и биговальный механизмы упаковочной машины
CN202210087714.5A CN114393610B (zh) 2018-04-05 2019-04-05 包装机进给、分离和压痕机构
AU2019248876A AU2019248876A1 (en) 2018-04-05 2019-04-05 Packaging machine infeed, separation, and creasing mechanisms
CN202210087715.XA CN114393611B (zh) 2018-04-05 2019-04-05 包装机进给、分离和压痕机构
US17/401,799 US11667096B2 (en) 2018-04-05 2021-08-13 Packaging machine infeed, separation, and creasing mechanisms
US18/309,043 US12023887B2 (en) 2018-04-05 2023-04-28 Packaging machine infeed, separation, and creasing mechanisms
JP2023125296A JP2023145645A (ja) 2018-04-05 2023-08-01 包装機の送り、分離、および折り目付け機構
US18/435,110 US20240181736A1 (en) 2018-04-05 2024-02-07 Packaging machine infeed, separation, and creasing mechanisms

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185697A BE1026698B1 (nl) 2018-10-10 2018-10-10 Verpakkingsmachine toevoer-, scheiding-, en vouwmechanismes

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026698A1 BE1026698A1 (nl) 2020-05-07
BE1026698B1 true BE1026698B1 (nl) 2020-05-15

Family

ID=64959031

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185697A BE1026698B1 (nl) 2018-04-05 2018-10-10 Verpakkingsmachine toevoer-, scheiding-, en vouwmechanismes

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1026698B1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT202000026506A1 (it) * 2020-11-06 2022-05-06 Angelo Bertolo Macchina per formare angolari di cartone per imballi di forme e dimensioni diverse per apparecchiature di vari generi

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2017218297A1 (en) * 2016-06-16 2017-12-21 Packsize Llc Box forming machine
WO2017218296A1 (en) * 2016-06-16 2017-12-21 Packsize Llc A box template production system and method

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2017218297A1 (en) * 2016-06-16 2017-12-21 Packsize Llc Box forming machine
WO2017218296A1 (en) * 2016-06-16 2017-12-21 Packsize Llc A box template production system and method

Also Published As

Publication number Publication date
BE1026698A1 (nl) 2020-05-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11667096B2 (en) Packaging machine infeed, separation, and creasing mechanisms
US10052838B2 (en) Converting machine with an upward outfeed guide
US10071472B2 (en) Outfeed table
EP3471954A1 (en) Box forming machine
BE1026698B1 (nl) Verpakkingsmachine toevoer-, scheiding-, en vouwmechanismes
BE1027638B1 (nl) Verpakkingsmachine toevoer-, scheiding-, en vouwmechanismes
US12023887B2 (en) Packaging machine infeed, separation, and creasing mechanisms
RU2801141C2 (ru) Регулируемые режущие и биговочные головки для создания срезов и бороздок под углом
RU2786160C1 (ru) Подающий, разделительный и биговальный механизмы упаковочной машины
US20230015872A1 (en) Adjustable cutting and creasing heads for creating angled cuts and creases
RU2777383C2 (ru) Подающий, разделительный и биговальный механизмы упаковочной машины
US11701854B2 (en) Packaging machine and systems

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200515