BE1026696B1

BE1026696B1 - Botanker voor een boven- of onderkaak met een bijhorende boormal

Info

Publication number: BE1026696B1
Application number: BE20180124A
Authority: BE
Inventors: Clerck Hugo De
Original assignee: Tita Link B V B A
Priority date: 2018-10-08
Filing date: 2018-10-08
Publication date: 2020-05-13
Also published as: BR112021006734A2; EP3863553C0; US20210378787A1; WO2020075065A1; EP3863553A1; BE1026696A1; BE1026696A9; EP3863553B1; BR112021006734B1

Abstract

De uitvinding betreft en set met een botanker (2) voor een boven- of onderkaak (1,17) en een bijhorende boormal (10) voor het aanbrengen van boorgaten in de kaak (1,17), waarbij de boormal (10) een ankerplaat (3’) bevat waarvan de vorm en afmetingen nagenoeg dezelfde zijn als deze van minstens de botzijde (8) van de ankerplaat (3) van het botanker (2), waarbij de boormal (10) een verbindingselement (6’) heeft dat star verbonden is met de ankerplaat (3’) en waarvan de vorm en afmetingen nagenoeg dezelfde zijn als deze van het verbindingselement (6) van het botanker (2), waarbij aansluitend op elk van genoemde uitsparingen (11) een boorgeleider (12) is voorzien op de boormal (10) die toelaat om een boor passend te geleiden teneinde boorgaten in de kaak (1,17) aan te brengen.

Description

Botanker voor een boven- of onderkaak met een bijhorende boormal

De uitvinding betreft een botanker voor een boven- of onderkaak en een bijhorende boormal voor het aanbrengen van boorgaten in de kaak voor het met schroeven monteren van het botanker tegen het bot van de kaak. Dit botanker bevat een ankerplaat voorzien van openingen voor genoemde schroeven, een bevestigingsorgaan voor het monteren van hulpmiddelen en heeft een langwerpig verbindingselement dat zich uitstrekt tussen het bevestigingsorgaan en de ankerplaat. Het verbindingselement is star verbonden is met de ankerplaat en dient zich doorheen gingiva of mucosa te strekken tot in de mondholte zodat het bevestigingsorgaan zich in de mondholte bevindt. De ankerplaat vertoont een botzijde, welke tegen genoemd bot van de kaak dient aan te sluiten, en een tegenoverliggende vrije zijde.

De boormal vertoont uitsparingen waarvan de onderlinge positie overeenstemt met de onderlinge positie van genoemde openingen in het botanker. Op elk van genoemde uitsparingen van de boormal sluit een boorgeleider aan die toelaat om een boor passend te geleiden doorheen de boorgeleider en doorheen de overeenkomstige uitsparing teneinde genoemde boorgaten in de kaak aan te brengen.

Volgens de huidige stand van de techniek wordt teneinde de kaak voor te bereiden voor het plaatsen van een botanker, een boormal tegen de kaak geplaatst. Deze boormal laat toe een boor te geleiden om op vooraf bepaalde posities in de kaak boorgaten te boren. Na het verwijderen van de boormal wordt het botanker met schroeven aan de kaak bevestigd, waarbij deze schroeven in genoemde boorgaten worden bevestigd.

Dergelijke botankers worden, bijvoorbeeld, in de bovenkaak bevestigd tegen het bot op of in de nabijheid van de overgang tussen de Maxilla en de Arcus Zygomati. Rekening houdend met de aanwezigheid spier- en andere weefsels, is de ruimte om een boormal hier in de mondholte te plaatsen zeer beperkt. Meer bepaald is het moeilijk om de boormal op een correcte positie, die vooraf werd bepaald, tegen het bot van de kaak te plaatsen. Zelf indien de boormal correct is geplaatst, dan blijft het nog moeilijk om de boormal op een correcte positie te houden bij het uitvoeren van de boringen. Daarenboven is de ruimte in de mondholte relatief klein om op een

BE2018/0124 gemakkelijke manier een boorinstrument te hanteren in de mondholte om de gewenst boorgaten aan te brengen in het bot.

De uitvinding wil aan deze nadelen verhelpen door een boormal voor te stellen dat toelaat om boorgaten aan te brengen in een kaak voor het monteren van het bijhorend botanker, waarbij deze boormal op een eenvoudige manier kan gepositioneerd worden op een correcte positie binnen de beperkte ruimte die beschikbaar is in de mondholte. Daarnaast wil de uitvinding een boormal voorstellen die op een uiterst eenvoudige manier kan ontworpen worden en dit voor een relatief beperkte kost.

Tot dit doel, bevat de boormal, volgens de uitvinding, een ankerplaat met een botzijde waarvan minstens de vorm en afmetingen van deze botzijde nagenoeg dezelfde zijn als deze van de botzijde van de ankerplaat van het botanker. De boormal heeft verder een verbindingselement dat star verbonden is met de ankerplaat van de boormal en waarvan de vorm en afmetingen nagenoeg dezelfde zijn als deze van het verbindingselement van het botanker, waarbij aansluitend op elk van genoemde uitsparingen van de boormal een boorgeleider is voorzien die toelaat om een boor passend te geleiden teneinde boorgaten in de kaak aan te brengen.

Doelmatig, heeft genoemd verbindingselement van de boormal eenzelfde oriëntatie en positie ten opzichte van de ankerplaat van de boormal als het verbindingselement van het botanker ten opzichte van de ankerplaat van de boormal.

Op een voordelige manier, vertoont een uiteinde van het verbindingselement van de boormal, dat tegenoverliggend is aan het uiteinde verbonden met de ankerplaat van de boormal, een referentieorgaan waarvan de vorm en afmetingen nagenoeg overeenstemmen met dit van genoemd bevestigingsorgaan, waarbij de relatieve positie van het referentieorgaan ten opzichte van de ankerplaat van de boormal overeenstemt met de relatieve positie van het bevestigingsorgaan ten opzichte van de ankerplaat van het botanker.

Volgens een interessante uitvoeringsvorm van de uitvinding, zijn genoemde boorgeleiders verwijderbaar van genoemde boormal teneinde deze laatste om te vormen tot genoemd botanker.

De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het vervaardigen van minstens een botanker en een bijhorende boormal voor een boven- of onderkaak, waarbij het botanker een ankerplaat heeft die met een of meerdere schroeven dient bevestigd te worden tegen het oppervlak van het bot van de betreffende kaak. De

BE2018/0124 ankerplaat van het botanker vertoont een botzijde die dient aan te sluiten op het oppervlak van het bot en een vrije zijde heeft tegenoverliggend aan genoemde botzijde. Verder heeft dit botanker een langwerpig verbindingselement dat zich uitstrekt tussen een bevestigingsorgaan en de ankerplaat en star verbonden is met deze laatste. Dit verbindingselement dient zich doorheen gingiva of mucosa te strekken tot in de mondholte zodat het bevestigingsorgaan zich in de mondholte bevindt.

In de werkwijze, volgens de uitvinding, wordt een model van het botanker ontworpen uitgaande van een driedimensionaal digitaal model van het bot van de kaak en op basis van dit model van de kaak wordt een positie en oriëntatie voor elk van genoemde een of meerdere schroeven gekozen in functie van de structuur en de densiteit van het bot. Aldus wordt een boorgat met een boorgat-as gedefinieerd voor genoemde schroeven en overeenkomstige openingen voor deze schroeven worden voorzien in het model van het botanker.

Deze werkwijze wordt gekenmerkt doordat genoemde boormal wordt ontworpen uitgaande van het model van genoemd botanker waaraan boorgeleiders worden toegevoegd die een cilindrische uitsparing vertonen met een centrale as die samenvalt met genoemde boorgat-as voor het geleiden van een boor.

Het botanker en/of de boormal worden vervolgens, bij voorkeur, vervaardigd uit, bijvoorbeeld, titaan door middel van een additieve vervaardigingstechniek.

Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van enkele specifieke uitvoeringsvormen van het botanker en de bijhorende boormal en van de werkwijze om deze te vervaardigen, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte niet van de gevorderde bescherming; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.

Figuur 1 is een schematisch vooraanzicht van een driedimensionale afbeelding of model van een deel van een bovenkaak.

Figuur 2 stelt het aanzicht uit figuur 1 voor, waarbij een model voor een botanker is toegevoegd aan de linkerzijde en aan de rechterzijde van de bovenkaak.

Figuur 3 stelt het aanzicht uit figuur 1 voor, waarbij een model van een boormal is toegevoegd aan de linkerzijde en aan de rechterzijde van de bovenkaak.

BE2018/0124

Figuur 4 is een schematische perspectiefvoorstelling van een botanker uit figuur 2 gezien langs de vrije zijde van de ankerplaat.

Figuur 5 is een schematische perspectiefvoorstelling van het botanker uit figuur 4 gezien langs de botzijde van de ankerplaat.

Figuur 6 is een schematische perspectiefvoorstelling van een boormal uit figuur 2 gezien langs de vrije zijde van de ankerplaat ervan.

Figuur 7 is een schematische perspectiefvoorstelling van de boormal uit figuur 6 gezien langs de botzijde van de ankerplaat.

Figuur 8 is een schematisch vooraanzicht van een driedimensionale afbeelding of model van een deel van een onderkaak.

Figuur 9 stelt het aanzicht uit figuur 8 voor, waarbij een model voor een botanker is toegevoegd aan de linkerzijde en aan de rechterzijde van de onderkaak.

Figuur 10 stelt het aanzicht uit figuur 8 voor, waarbij een model van een boormal is toegevoegd aan de linkerzijde en aan de rechterzijde van de onderkaak.

Figuur 11 is een schematische perspectiefvoorstelling van een botanker uit figuur 9 gezien langs de vrije zijde van de ankerplaat.

Figuur 12 is een schematische perspectiefvoorstelling van het botanker uit figuur 9 gezien langs de botzijde van de ankerplaat.

Figuur 13 is een schematische perspectiefvoorstelling van een boormal uit figuur 10 gezien langs de vrije zijde van de ankerplaat ervan.

Figuur 14 is een schematische perspectiefvoorstelling van de boormal uit figuur 6 gezien langs de botzijde van de ankerplaat.

In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.

De uitvinding betreft in het algemeen een botanker een bij dit botanker horende boormal. De boormal laat toe om boorgaten aan te brengen in de kaak op vooraf bepaalde posities en volgens vooraf bepaalde oriëntaties zodat het botanker op een geplande positie kan worden bevestigd aan de kaak met schroeven die zich aldus volgens een voorerf bepaalde oriëntatie in het bot van de kaak uitstrekken.

Een dergelijk botanker is op zichzelf reeds bekend voor de vakman en heeft een bevestigingsorgaan dat zich in de mondholte dient uit te strekken en waaraan orthodontische of orthopedische hulpmiddelen kunnen gemonteerd worden.

BE2018/0124

Bij recente toepassingen van dergelijke botankers, dienen deze relatief grote krachten op te vangen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer deze worden aangewend om een onderkaak ten opzichte van een bovenkaak te verplaatsten waarbij relatief grote belastingen worden uitgeoefend op de botankers.

Teneinde deze zo stevig mogelijk te bevestigen aan te kaak, worden deze individueel voor een patiënt ontworpen zodanig ontworpen, waarbij ervoor gezorgd wordt dat een ankerplaat van het botanker nagenoeg passend op het oppervlak van het bot van de kaak kan aansluiten. Het botanker wordt hierbij met schroeven aan de kaak bevestigd. Men kiest aldus ook een oriëntatie en positie voor deze schroeven zodanig dat deze zich in zo stevig mogelijk bot uitstrekken.

In de figuren 4 en 5 is een voorbeeld van een botanker 2 weergegeven. Dit botanker 2 bevat een ankerplaat 3 voorzien van openingen 4 waardoorheen schroeven in het bot van de kaak dienen geschroefd te worden om het botanker 2 tegen de kaak te bevestigingen. Verder heeft dit botanker 2 een bevestigingsorgaan 5 voor het monteren van hulpmiddelen, waarbij langwerpig verbindingselement 6 zich uitstrekt tussen het bevestigingsorgaan 5 en de ankerplaat 3. Dit verbindingselement 6 sluit bijvoorkeur ook nauw aan tegen het bot van de kaak 1 en is star verbonden is met de ankerplaat 2.

Wanneer het botanker 2 tegen de kaak 1 is bevestigd, dient het verbindingselement 6 zich doorheen het gingiva of mucosa tot in de mondholte uit te strekken zodat het bevestigingsorgaan 5 zich in de mondholte bevindt. Bij voorkeur steekt het verbindingselement 6 doorheen vast tandvlees, waarbij dit op de locatie waar het doorheen het tandvlees steekt een cirkelvormige dwarsdoorsnede 7 vertoont.

Verder vertoont de ankerplaat 2 een botzijde 8 welke tegen het bot van de kaak 1 dient aan te sluiten en een tegenoverliggende vrije zijde 9.

Het botanker 2 wordt voor elke patiënt individueel ontworpen waarbij ervoor gezorgd wordt dat de botzijde 8 van de ankerplaat 3 nagenoeg passend aansluit op het bot van de kaak van de patiënt. Dit zorgt er niet alleen voor dat het botanker op een stevige manier kan verankerd worden op de kaak, maar dit heeft eveneens als voordeel dat de positionering van het botanker op het bot van de kaak nauwkeuriger kan gebeuren en wordt vereenvoudigd voor de chirurg.

BE2018/0124

Teneinde boorgaten voor genoemde schroeven op een correcte positie en volgens een juiste oriëntatie in het bot van de kaak 1 aan te brengen, wordt voor het botanker 2 een bijhorende boormal ontworpen en vervaardigd.

De boormal 10 voor het botanker 2 uit de figuren 4 en 5 is in de figuren 6 en 7 weergegeven. Deze boormal 10 vertoont uitsparingen 11 waarvan de onderlinge positie overeenstemt met de onderlinge positie van genoemde openingen 4 in het botanker 2.

Daarnaast vertoont deze boormal 10 uit de figuren 6 en 7 minstens aan de botzijde 8’ ervan dezelfde vorm en afmetingen als het botanker 2. Aldus sluit deze botzijde 8’ van de boormal 10 eveneens passend aan op het bot van de kaak 1. Dit laat toe om de boormal met hoge nauwkeurigheid te positioneren op de kaak, waarbij deze boormal 10 nagenoeg dezelfde positie inneemt als de geplande positie voor het botanker

2. Daarenboven biedt dit als belangrijk voordeel dat de boormal 10 nagenoeg evenveel ruimte inneemt als het te plaatsen botanker 2.

Deze boormal 10 vertoont verder een verbindingselement 6’ dat gelijkaardig is dit van het botanker 2 en een referentieorgaan 5’ dat overeenstemt met het bevestigingsorgaan 5 van het botanker 2. Aldus dragen de aanwezigheid van het verbindingselement 6’ en het referentieorgaan 5’, dat zich tot in de mondholte uitstrekt, bij tot een correcte positionering van de boormal 10 tegen de kaak.

Teneinde toe te laten om een boor te geleiden, heeft de boormal 10, aansluitend op elk van genoemde uitsparingen 11, een boorgeleider 12. Deze boorgeleiders 12 bevatten een cilindrische uitsparing waardoorheen een boor passend kan worden geleid teneinde boorgaten in de kaak 1.

Om een dergelijk botanker te ontwerpen wordt een driedimensionaal digitaal model of een driedimensionale afbeelding gegenereerd van de kaak waar het botanker dient geplaatst te worden. Een dergelijk model of afbeelding wordt bijvoorbeeld verkregen door het uitvoeren van een CT-scan.

In figuur 1 is een schematisch een dergelijke afbeelding van een bovenkaak 1 weergegeven. Voor het ontwerpen van het botanker 2 wordt op basis van deze driedimensionale afbeelding een positie en oriëntatie voor elk van de schroeven gekozen waarmee het botanker tegen de kaak dient bevestigd te worden. Hierbij wordt deze positie en oriëntatie gekozen in functie van de structuur en de densiteit van het bot

BE2018/0124 van de kaak 1, waarbij men ervoor kiest om de schroeven in stevig bot met een hoge densiteit te plaatsen zonder dat hierbij bijvoorbeeld zenuwbanen worden geraakt.

Aan de hand van deze keuze voor een positie en oriëntatie voor de te plaatsen schroeven, wordt aldus een boorgat voor deze schroeven gedefinieerd met een boorgat-as 14, zoals schematisch aangegeven in figuur 2.

Op basis van deze driedimensionale digitale afbeelding en de gekozen positie en oriëntatie voor genoemde schroeven, wordt een digitaal model voor het botanker 2 ontworpen. In figuur 2 is aldus een model voor het botanker 2 weergegeven. Hierbij wordt voor elk van genoemde schroeven, een opening 4 in de ankerplaat 3 van het model voorzien met een as die samenvalt met genoemde boorgat-as 14 teneinde toe te laten de ankerplaat 3 doorheen deze opening 4 met genoemde schroeven te bevestigen aan het bot van de kaak 1 zodat de botzijde 8 ervan aansluit op het oppervlak van het bot. De schroeven strekken zich aldus in het bot uit volgens de gekozen positie en oriëntatie.

Daarnaast wordt eveneens een verbindingselement 6 met het bevestigingsorgaan 5 voorzien aan het model van het botanker 2 zodat het bevestigingsorgaan 5 zich in de mondholte bevindt wanneer de ankerplaat 3 tegen het bot van de kaak is bevestigd.

Het op deze manier genereerde model van het botanker 2 kan vervolgens ingevoerd worden in een machine voor het additief vervaardigen van het botanker 2 zelf, bijvoorbeeld door selectief lasersmelten.

Zoals schematisch in figuur 3 is weergegeven, wordt een digitaal model van de bij het botanker 2 horende boormal 10 ontworpen door, uitgaande van het model van het botanker 2, voor elk van de openingen 4 voorzien aan het model van het botanker 2 een boorgeleider 12 aan het model toe te voegen. Deze boorgeleider 12 is voorzien van een cilindrische uitsparing 13 met een centrale as voor het geleiden van een boor of een frees. Hierbij valt de boorgat-as 14 voor elk van de schroeven samen met de centrale as van de overeenkomstige cilindrische uitsparing 13.

Na het ontwerpen van het model van de boormal 10 kan dit op eenzelfde manier geproduceerd worden als het botanker 2.

Aldus heeft de uitvinding als voordeel dat een relatief compacte boormal 10 wordt verkregen die een verwaarloosbare hoeveelheid extra ruimte inneemt ten opzichte van het botanker 2 zodat de plaatsing van de boormal in de beperkte ruimte

BE2018/0124 van de mondholte tegen de kaak niet complexer is dan de plaatsing van het botanker zelf. Daarnaast vereist het ontwerpen van de boormal nagenoeg geen bijkomende inspanningen of kosten naast deze van het ontwerp van het botanker zelf. Ook de productie zelf van de boormal 10 en het botanker 2 kan gelijktijdig gebeuren door middel van een additieve vervaardigingstechniek.

Teneinde ontwerp- en of productiekosten te beperken, wordt het botanker 2 en de boormal 10 bij voorkeur, uit eenzelfde materiaal, zoals bijvoorbeeld titanium, vervaardigd en dit bijvoorkeur door eenzelfde productietechniek.

Volgens een interessante uitvoeringsvorm van de uitvinding, worden de cilindrische uitsparingen 13 in de boormal 10 voorzien van een aanslag voor een boor teneinde toe te laten om boorgaten aan te brengen in genoemd bot met een voorafbepaalde diepte. Deze aanslag wordt bijvoorbeeld gevormd door het vlakke uiteinde 15 van de boorgeleiders 12.

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van het botanker 2, volgens de uitvinding, wordt dit vervaardigd uitgaande van de boormal 10. Meer bepaald worden genoemde boorgeleiders 12 verwijderd van de boormal 10 om het botanker 2 te verkrijgen.

Bij voorkeur heeft de vrije zijde 9 van het botanker 2 conische recessies 16 die uitgeven op genoemde openingen 4. De afmetingen van deze conische recessies 16 zijn zodanig gekozen dat, bij het bevestigen van het botanker 2 tegen het bot van de kaak, koppen van de schroeven minstens gedeeltelijk, bij voorkeur volledig, in deze recessies 16 verzinken ten opzichte van het vrij oppervlak 9 van de ankerplaat 3.

Volgens een interessante uitvoeringsvorm van de boormal 10, volgens de uitvinding, vertoont deze dezelfde recessies 16 als het botanker 2, waarbij de koppen van de schroeven volledig verzonken dienen te worden in deze recessies 16 bij het bevestigen van het botanker 2. De recessies 16 van het botanker vertonen bijgevolg een vrij deel dat zich boven de schroefkop bevindt en dat aansluit op de vrije zijde 9 van de ankerplaat 3. Bij de boormal 10 is aan dit overeenkomstige vrij deel de boorgeleider 13 bevestigd. Aldus kan, na het verwijderen van de boorgeleiders 13 van de boormal 10, deze als botanker aangewend worden. Eventuele bramen of oneffenheden die ontstaan ingevolge het verwijderen van de boorgeleiders bevinden zich aldus in de conische recessies 16 zodat deze niet storend zijn.

BE2018/0124

In de figuren 8 tot 14 wordt een onderkaak 17 en een botanker 2 en een boormal 10 voor een onderkaak 17 weergegeven. Dit botanker en deze boormal zijn gelijkaardig aan deze voor de bovenkaak uit de figuren 1 tot 7 met het verschil dat deze specifiek zijn ontworpen en aangepast voor de voorgestelde onderkaak 17.

De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot de hierboven beschreven en in bijgaande figuren voorgestelde uitvoeringsvormen van het botanker en de bijhorende boormal of van de werkwijze om deze te vervaardigen. Binnen het raam van de uitvinding kunnen meerdere alternatieven overwogen worden.

Claims

Conclusies

1. Set met een botanker (2) voor een boven- of onderkaak (1,17) en een bijhorende boormal (10) voor het aanbrengen van boorgaten in de kaak (1,17) voor het met schroeven monteren van het botanker (2) tegen het bot van de kaak (1,17), waarbij dit botanker (2) een ankerplaat (3) bevat voorzien van openingen (4) voor genoemde schroeven, een bevestigingsorgaan (5) voor het monteren van hulpmiddelen, een langwerpig verbindingselement (6) heeft dat zich uitstrekt tussen het bevestigingsorgaan (5) en de ankerplaat (3) en star verbonden is met deze laatste, terwijl dit verbindingselement (6) zich doorheen gingiva of mucosa dient te strekken tot in de mondholte zodat het bevestigingsorgaan (5) zich in de mondholte bevindt, waarbij de ankerplaat (3) een botzijde (8) vertoont welke tegen genoemd bot van de kaak (1,17) dient aan te sluiten en een tegenoverliggende vrije zijde (9), terwijl genoemde boormal (10) uitsparingen (11) vertoont waarvan de onderlinge positie overeenstemt met de onderlinge positie van genoemde openingen (4) in het botanker (2), daardoor gekenmerkt dat genoemde boormal (10) een ankerplaat (3') bevat waarvan de vorm en afmetingen nagenoeg dezelfde zijn als deze van minstens de botzijde (8) van de ankerplaat (3) van het botanker (2), waarbij de boormal (10) een verbindingselement (6') heeft dat star verbonden is met de ankerplaat (3') en waarvan de vorm en afmetingen nagenoeg dezelfde zijn als deze van het verbindingselement (6) van het botanker (2), waarbij aansluitend op elk van genoemde uitsparingen (11) een boorgeleider (12) is voorzien op de boormal (10) die toelaat om een boor passend te geleiden teneinde boorgaten in de kaak (1,17) aan te brengen.
2. Set volgens conclusie 1, waarbij genoemd verbindingselement (6') van de boormal (10) eenzelfde oriëntatie en positie heeft ten opzichte van de ankerplaat (3') van de boormal (10) als het verbindingselement (6) van het botanker (2) ten opzichte van de ankerplaat (3) van de boormal (2).
3. Set volgens conclusie 1 of 2, waarbij een uiteinde van het verbindingselement (6') van de boormal (10), dat tegenoverliggend is aan het uiteinde verbonden met de ankerplaat (3') van de boormal (10), een referentieorgaan (5') vertoont waarvan de vorm en afmetingen nagenoeg overeenstemmen met dit van genoemd bevestigingsorgaan (5), waarbij de relatieve positie van het referentieorgaan

BE2018/0124 (5') ten opzichte van de ankerplaat (3') van de boormal (10) overeenstemt met de relatieve positie van het bevestigingsorgaan (5) ten opzichte van de ankerplaat (3) van het botanker (2).
4. Set volgens een van de conclusies 1 tot 3, waarbij genoemde vrije zijde (9) van het botanker (2) conische recessies (16) vertoont die uitgeven op genoemde openingen (4) zodanig dat, bij het bevestigen van het botanker (2) tegen genoemd bot, koppen van genoemde schroeven minstens gedeeltelijk in deze recessies (16) kunnen worden verzonken ten opzichte van het vrij oppervlak (9) van de ankerplaat (3).
5. Set volgens een van de conclusies 1 tot 4, waarbij genoemde uitsparingen (11) van de boormal (10) een cirkelvormige dwarsdoorsnede vertonen en genoemde boorgeleider (12) een cilindrische uitsparing (13) vertoont voor het geleiden van een boor, waarbij de centrale as van genoemde uitsparingen (11) samenvalt met de centrale as (13) van genoemde cilindrische uitsparingen.
6. Set volgens conclusie 5, waarbij genoemde cilindrische uitsparing (13) in de boormal (10) een aanslag (15) vertoont voor een boor teneinde toe te laten een boorgat aan te brengen in genoemd bot met een voorafbepaalde diepte.
7. Set volgens conclusie een van de conclusies 1 tot 5, waarbij genoemde boorgeleiders (12) verwijderbaar zijn van genoemde boormal (10) teneinde deze laatste om te vormen tot genoemd botanker (2).
8. Werkwijze voor het vervaardigen van minstens een botanker (2) en een bijhorende boormal (10) voor een boven- of onderkaak (1,17), waarbij het botanker (2) een ankerplaat (3) heeft die met een of meerdere schroeven dient bevestigd te worden tegen het oppervlak van het bot van de betreffende kaak (1,17), waarbij de ankerplaat (3) een botzijde (8) vertoont die dient aan te sluiten op het oppervlak van het bot en een vrije zijde (9) heeft tegenoverliggend aan genoemde botzijde (8), waarbij dit botanker (2) verder een langwerpig verbindingselement (6) heeft dat zich uitstrekt tussen een bevestigingsorgaan (5) en de ankerplaat (3) en star verbonden is met deze laatste, terwijl dit verbindingselement (6) zich doorheen gingiva of mucosa dient te strekken tot in de mondholte zodat het bevestigingsorgaan (5) zich in de mondholte bevindt, waarbij, volgens deze werkwijze, een model van het botanker (2) wordt ontworpen uitgaande van een driedimensionaal digitaal model van het bot van de

BE2018/0124 kaak (1,17) en op basis van dit model van de kaak (1,17) een positie en oriëntatie voor elk van genoemde een of meerdere schroeven wordt gekozen in functie van de structuur en de densiteit van het bot, waarbij aldus een boorgat met een boorgat-as (14) wordt gedefinieerd voor genoemde schroeven en overeenkomstige openingen (4) voor deze schroeven worden voorzien in het model van het botanker (2), daardoor gekenmerkt dat genoemde boormal (10) wordt ontworpen uitgaande van het model van genoemd botanker (2) zodat de boormal een ankerplaat (3') bevat waarvan de vorm en afmetingen nagenoeg dezelfde zijn als deze van minstens de botzijde (8) van de ankerplaat (3) van het botanker (2) en zodat deze een verbindingselement (6') heeft dat star is verbonden met de ankerplaat (3') en waarvan de vorm en afmetingen nagenoeg dezelfde zijn als deze van het verbindingselement (6) van het botanker (2), waaraan boorgeleiders (12) worden toegevoegd die een cilindrische uitsparing (13) vertonen met een centrale as die samenvalt met genoemde boorgat-as (14) voor het geleiden van een boor.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij

- een driedimensionale digitale afbeelding van het bot van de kaak (1,17) wordt gegenereerd;

- op basis van deze driedimensionale afbeelding een positie en oriëntatie voor elk van genoemde een of meerdere schroeven wordt gekozen in functie van de structuur en de densiteit van het bot, waarbij aldus een boorgat met een boorgatas (14) wordt gedefinieerd voor genoemde schroeven relatief ten opzichte van genoemd bot;

- uitgaande van genoemde driedimensionale digitale afbeelding en de gekozen positie en oriëntatie voor genoemde een of meerdere schroeven, een digitaal model voor het botanker (2) wordt ontworpen, waarbij voor elk van genoemde schroeven, een opening (4) in de ankerplaat (3) van dit model wordt voorzien met een as die samenvalt met genoemde boorgat-as (14) teneinde toe te laten de ankerplaat (3) doorheen deze opening (4) met genoemde schroeven te bevestigen aan genoemd bot zodat de botzijde (8) ervan aansluit op het oppervlak van het bot, waarbij genoemde schroeven zich uitstrekken in het bot volgens de gekozen positie en oriëntatie,

- genoemd verbindingselement (6) met het bevestigingsorgaan (5) wordt voorzien aan het model van het botanker (2) zodat het bevestigingsorgaan (5) zich in de

BE2018/0124 mondholte bevindt wanneer de ankerplaat (3) tegen het bot van de kaak (1,17) is bevestigd, waarbij een digitaal model van genoemde boormal (10) wordt ontworpen door, uitgaande van het model van het botanker (2), voor elk van genoemde openingen (4) voorzien aan het model van het botanker (2) een boorgeleider (12) aan het model toe te voegen, waarbij deze boorgeleider (12) een cilindrische uitsparing (13) bevat met een centrale as voor het geleiden van een boor of een frees, waarbij genoemde boorgat-as (14) voor elk van de schroeven samenvalt met genoemde centrale as van de overeenkomstige cilindrische uitsparing (13), waarbij, na het ontwerpen het model van de boormal (10) en het model voor het botanker (2), deze worden geproduceerd uitgaande van deze modellen.
10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, waarbij genoemde cilindrische uitsparingen (13) in de boormal (10) voorzien worden van een aanslag (15) voor een boor teneinde toe te laten om boorgaten aan te brengen in genoemd bot met een voorafbepaalde diepte.
11. Werkwijze volgens één van de conclusies 8 tot 10, waarbij een cone beam CT scan wordt uitgevoerd van genoemde kaak (1,17) teneinde genoemde driedimensionale digitale afbeelding of model van het bot van de kaak (1,17) te genereren.
12. Werkwijze volgens één van de conclusies 8 tot 11, waarbij genoemd botanker (2) wordt vervaardigd door middel van een additieve vervaardigingstechniek uitgaande van genoemd model van het botanker (2).
13. Werkwijze volgens één van de conclusies 8 tot 11, waarbij genoemde boormal (10) wordt vervaardigd door middel van een additieve vervaardigingstechniek uitgaande van genoemd model van de boormal (10).
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij genoemd botanker (2) wordt vervaardigd door genoemde boorgeleiders (13) te verwijderen van de boormal (10).