BE1026616B1 - Systeem voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel - Google Patents

Systeem voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel Download PDF

Info

Publication number
BE1026616B1
BE1026616B1 BE20185631A BE201805631A BE1026616B1 BE 1026616 B1 BE1026616 B1 BE 1026616B1 BE 20185631 A BE20185631 A BE 20185631A BE 201805631 A BE201805631 A BE 201805631A BE 1026616 B1 BE1026616 B1 BE 1026616B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
chamber
additives
liquid food
batch
pipe
Prior art date
Application number
BE20185631A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026616A1 (nl
Inventor
Kim Verschueren
Original Assignee
Agidens Process Automation N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Agidens Process Automation N V filed Critical Agidens Process Automation N V
Priority to BE20185631A priority Critical patent/BE1026616B1/nl
Priority to ES19769598T priority patent/ES2948809T3/es
Priority to PCT/IB2019/057727 priority patent/WO2020053821A1/en
Priority to EP19769598.4A priority patent/EP3850075B1/en
Priority to US17/275,388 priority patent/US20220049197A1/en
Publication of BE1026616A1 publication Critical patent/BE1026616A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026616B1 publication Critical patent/BE1026616B1/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12CBEER; PREPARATION OF BEER BY FERMENTATION; PREPARATION OF MALT FOR MAKING BEER; PREPARATION OF HOPS FOR MAKING BEER
    • C12C3/00Treatment of hops
    • C12C3/04Conserving; Storing; Packing
    • C12C3/08Solvent extracts from hops
    • C12C3/085Extraction of hops with beerwort
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12CBEER; PREPARATION OF BEER BY FERMENTATION; PREPARATION OF MALT FOR MAKING BEER; PREPARATION OF HOPS FOR MAKING BEER
    • C12C11/00Fermentation processes for beer
    • C12C11/11Post fermentation treatments, e.g. carbonation, or concentration
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12CBEER; PREPARATION OF BEER BY FERMENTATION; PREPARATION OF MALT FOR MAKING BEER; PREPARATION OF HOPS FOR MAKING BEER
    • C12C13/00Brewing devices, not covered by a single group of C12C1/00 - C12C12/04
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12CBEER; PREPARATION OF BEER BY FERMENTATION; PREPARATION OF MALT FOR MAKING BEER; PREPARATION OF HOPS FOR MAKING BEER
    • C12C7/00Preparation of wort
    • C12C7/20Boiling the beerwort
    • C12C7/205Boiling with hops
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12CBEER; PREPARATION OF BEER BY FERMENTATION; PREPARATION OF MALT FOR MAKING BEER; PREPARATION OF HOPS FOR MAKING BEER
    • C12C7/00Preparation of wort
    • C12C7/28After-treatment, e.g. sterilisation
    • C12C7/287Treating beerwort with hopextract

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)
  • Distillation Of Fermentation Liquor, Processing Of Alcohols, Vinegar And Beer (AREA)
  • General Preparation And Processing Of Foods (AREA)

Abstract

Systeem voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel, omvattende een tank die omvat: een additief-ontvangst compartiment ingericht om additieven te ontvangen; een eerste kamer ingericht om ontlucht te worden door een ontluchtingssysteem; een leidingaansluiting, ingericht om te worden aangesloten aan een leiding waarin het stromend vloeibaar voedingsmiddel zich bevindt, en de additieven in het stromend vloeibaar voedingsmiddel in te brengen; een eerste afsluiter aangebracht tussen het additief-ontvangst compartiment en de eerste kamer, waarbij de eerste afsluiter een open positie heeft waarin additieven van het additief-ontvangst compartiment naar de eerste kamer overgebracht kunnen worden, en een gesloten positie heeft waarin additieven in het additief-ontvangst compartiment kunnen worden ontvangen terwijl de eerste kamer ontlucht kan worden en/of additieven via de leidingaansluiting in het stromend vloeibaar voedingsmiddel kunnen worden ingebracht.

Description

Systeem voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel
De huidige uitvinding heeft betrekking op het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel, in het bijzonder op het inbrengen van hop-pellets in stromend bier.
Tijdens het bereiden van voedingsmiddelen worden verschillende additieven toegevoegd aan de voedingsmiddelen. Bier omvat bijvoorbeeld mout en hop, en soms ook bijkomende additieven die de smaak beïnvloeden. In een traditioneel brouwproces wordt eerst mout met water opgekookt en wordt er de zogenaamde wort geproduceerd. Na afkoeling, toevoeging van lucht en gist, en het begin van fermentatie, zal het wort omgezet worden in bier. Traditioneel wordt hop aan het wort toegevoegd in de brouwketel. Indien hop later wordt toegevoegd, bijvoorbeeld voor extra smaak, bijvoorbeeld in de fermentatietank als het wort reeds bier is geworden, wordt dit ook wel dry-hopping genoemd. Hoe dan ook wordt de hop traditioneel toegevoegd door een operator, gebruikelijk langs een opening bovenaan de brouwketel of fermentatietank. Omdat de fermentatietank gewoonlijk relatief hoog zijn, heeft dit het nadeel dat de operator een relatief zware zak pellets naar boven moet dragen, bijvoorbeeld via een trap of ladder, om de pellets toe te voegen. Er bestaat daarom een nood voor een systeem om gemakkelijker hop aan bier toe te voegen.
Het is bekend, bijvoorbeeld uit GB2531054, om een kleinere tank te voorzien om de hop in aan te brengen en deze via luchtdruk naar de bovenkant van de fermentatietank te transporteren.
Het is bekend om een kleinere tank te voorzien om de hop in aan te brengen, en het bier door deze tank te pompen, zodat aroma’s van de hop naar het bier overgebracht worden. De kleinere tank is gewoonlijk van filters voorzien om te voorkomen dat de hop in de bierstroom en de fermentatietank belanden.
Het is bekend, bijvoorbeeld uit EP2500408B1, om een kleinere tank te voorzien om de hop in aan te brengen, en een afschuivingspomp te voorzien om de hop en het bier intens te mengen.
Het is een doel van de uitvinding om een beter, often minste een alternatief, systeem en werkwijze te voorzien voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel.
Die doel wordt bereikt een systeem voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel, omvattende
2018/5631
BE2018/5631 • een tank die omvat:
i. een additief-ontvangst compartiment ingericht om additieven te ontvangen, ii. een eerste kamer ingericht om ontlucht te worden door een ontluchtingssysteem, iii. een leidingaansluiting, ingericht om • te worden aangesloten aan een leiding waarin het stromend vloeibaar voedingsmiddel zich bevindt, en • de additieven in het stromend vloeibaar voedingsmiddel in te brengen iv. een eerste afsluiter aangebracht tussen het additief-ontvangst compartiment en de eerste kamer, waarbij de eerste afsluiter • een open positie heeft waarin additieven van het additiefontvangst compartiment naar de eerste kamer overgebracht kunnen worden, en • een gesloten positie heeft waarin additieven in het additiefontvangst compartiment kunnen worden ontvangen terwijl de eerste kamer ontlucht kan worden en/of additieven via de leidingaansluiting in het stromend vloeibaar voedingsmiddel kunnen worden ingebracht.
De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel. De additieven kunnen optioneel hop-pellets zijn, en het stromend vloeibaar voedingsmiddel kan optioneel bier zijn. In deze context wordt met hop in het algemeen producten afkomstig van de humulus lupulus plant bedoeld. In deze context omvat de term additieven ook producten die aan het vloeibaar voedingsmiddel worden toegevoegd en later weer ten minste gedeeltelijk verwijderd, bijvoorbeeld nadat ze smaak en/of aroma’s hebben overgebracht. In deze context kan bier ook een nog niet afgewerkt product in het brouwproces zijn, bijvoorbeeld wort. Ook indien het stromend vloeibaar voedingsmiddel een ander product is, bijvoorbeeld een zuivelproduct of een andere drank, kan dit een nog niet afgewerkt product zijn in een productieproces. Het is ook mogelijk dat het vloeibaar voedingsmiddel niet bestemd is voor menselijke consumptie, maar bijvoorbeeld voor dierenvoeding.
Het systeem volgens de uitvinding omvat een tank, die een additief-ontvangst compartiment omvat dat is ingericht om additieven te ontvangen. De additieven kunnen optioneel door een operator in het additief-ontvangst compartiment aangebracht worden, bijvoorbeeld batch per batch. Indien de additieven door een operator worden aangebracht, is
2018/5631
BE2018/5631 het additief-ontvangst compartiment bij voorkeur makkelijk bereikbaar voor de operator, bijvoorbeeld op een makkelijk bereikbare locatie en/of hoogte, bijvoorbeeld maximaal op borsthoogte van de operator. Het is echter ook mogelijk dat de additieven op een geautomatiseerde wijze in het additief-ontvangst compartiment worden aangebracht, bijvoorbeeld via een additief-leiding die het additief-ontvangst compartiment verbindt met een additief-voorraad of additief-buffercompartiment, dat al dan niet onderdeel uitmaakt van het systeem of de tank.
De tank omvat verder een eerste kamer, die ontlucht kan worden door een ontluchtingssysteem. In deze context betekent ontluchten het ten minste gedeeltelijk verdrijven van zuurstof-bevattende lucht, bijvoorbeeld door het toevoegen van een inert gas of door de eerste kamer onder een ten minste gedeeltelijk vacuüm te brengen. Het ontluchten is wenselijk om te voorkomen dat zuurstof in het vloeibaar voedingsmiddel terecht komt, wat bij bier bijvoorbeeld tot oxidatie van het bier en aldehyde kan leiden. Zuurstof in het bier na de eerste fermentatie kan bijvoorbeeld vorming van azijnzuren en diacetyl stimuleren, wat de smaak van het bier beïnvloedt.
De tank omvat verder een leidingaansluiting, die op een leiding aangesloten kan worden. In deze leiding bevindt zich het stromend vloeibaar voedingsmiddel, en de additieven kunnen via de leidingaansluiting in het stromend vloeibaar voedingsmiddel aangebracht worden. De leidingaansluiting kan optioneel op een T-splitsing van de leiding worden aangesloten. Optioneel heeft de leidingaansluiting op de locatie waar het op de leiding wordt aangesloten een kleinere diameter dan de leiding. Optioneel is de leidingaansluiting een deel van de eerste kamer, bijvoorbeeld onderaan de eerste kamer. Optioneel bevinden zich nog andere componenten tussen de eerste kamer en de leidingaansluiting, zoals bijvoorbeeld een tweede kamer.
Het vloeibaar voedingsmiddel stroomt door een leiding. Deze leiding kan bijvoorbeeld een onderdeel van een circulatiestroom zijn, dat bijvoorbeeld hetzelfde begin en startpunt heeft, bijvoorbeeld een vloeibaar voedingsmiddeltank. Het is ook mogelijk dat de leiding het vloeibaar voedingsmiddel van een startpunt naar een eindpunt brengt, waarbij het eindpunt verschillend is van het startpunt, bijvoorbeeld waarbij aan het eindpunt een volgende stap in het productieproces van het vloeibaar voedingsmiddel wordt uitgevoerd. Optioneel stroomt het vloeibaar voedingsmiddel ten minste gedeeltelijk onder de invloed van zwaartekracht door de leiding. Optioneel is er een pomp voorzien die het vloeibaar voedingsmiddel door de leiding doet stromen.
De tank omvat verder een eerste afsluiter, die zich tussen het additief-ontvangst compartiment en de eerste kamer bevindt. De eerste afsluiter heeft ten minste een open positie en een gesloten positie. In de open positie kunnen additieven van het additief-ontvangst compartiment naar de eerste kamer overgebracht worden, en in de gesloten positie kunnen
2018/5631
BE2018/5631 additieven, bijvoorbeeld een tweede batch additieven, in het additief-ontvangst compartiment worden ontvangen terwijl de eerste kamer ontlucht kan worden en/of kunnen additieven, bijvoorbeeld een eerste batch additieven, via de leidingaansluiting in het stromend vloeibaar voedingsmiddel worden ingebracht. De eerste afsluiter kan optioneel een vlinderafsluiter of een schuifafsluiter zijn. In de open positie worden de additieven bij voorkeur ten minste gedeeltelijk met behulp van zwaartekracht van het additief-ontvangst compartiment naar de eerste kamer overgebracht. In de context van deze uitvinding wordt in het algemeen met het openen van een afsluiter het brengen van die afsluiter naar een open positie bedoeld, en met het sluiten van een afsluiter wordt het brengen van die afsluiter naar een gesloten positie bedoeld.
De uitvinding voorziet dus in een systeem met een tank die een additief-ontvangst compartiment omvat en een eerste kamer, die verbonden worden via een eerste afsluiter. Een voordeel van de uitvinding is dat, wanneer de eerste afluister in de gesloten positie is, een tweede batch additieven kan worden aangebracht in het additief-ontvangst compartiment terwijl de rest van het proces verder kan gaan met een eerder ingebrachte eerste batch additieven. Bijvoorbeeld kan tegelijk de eerste kamer ontlucht worden terwijl de eerste batch additieven zich daarin bevindt, of kan de eerste batch additieven in het stromend vloeibaar voedingsmiddel worden toegevoegd. Dit laat toe om meerdere batches additieven toe te voegen, zonder het proces stil te leggen. Het laat ook toe om praktisch continu additieven toe te voegen. Dit is in het bijzonder een voordeel met oog op recente ontwikkelingen in de bierindustrie. Traditioneel waren bieren die veel hop of additieven omvatten, voornamelijk specialiteiten die op kleine schaal gebrouwen worden. Vanwege de toenemende populariteit stijgt enerzijds de vraag van deze producten, en anderzijds de interesse van grote brouwers om bieren in deze categorie te brouwen. De uitvinding laat toe om aan grote volumes vloeibaar voedingsmiddel additieven toe te voegen, zonder het proces te moeten stoppen of onderbreken. Het additief-ontvangst compartiment kan tevens als een soort buffer functioneren waar een voorraad additieven aangebracht kan worden.
De uitvinding voorziet daarnaast om de additieven toe te voegen aan het vloeibaar voedingsmiddel terwijl het stroomt in de leiding. Dit heeft als voordeel dat de additieven door de stroming verdeeld worden in het vloeibaar voedingsmiddel, en dat ze meteen mee worden genomen in deze stroming. Bijvoorbeeld, indien de additieven hop-pellets zijn en het vloeibaar voedingsmiddel bier, kan de stroming het overdragen van smaak en aroma’s versnellen, bijvoorbeeld door de nodige tijd hiervoor met een factor 2-3 te verminderen.
De uitvinding voorzien daarnaast dat er geen zuurstof in het vloeibaar voedingsmiddel terecht komt door de eerste kamer te ontluchten. Dit voorkomt ongewenste reacties in het vloeibaar voedingsmiddel.
2018/5631
BE2018/5631
In een uitvoeringsvorm omvat het systeem het ontluchtingssysteem. In een uitvoeringsvorm is het ontluchtingssysteem ingericht om met een inert gas lucht te verdrijven uit de eerste kamer dat zuurstof omvat. Bijvoorbeeld, aan een onderste gedeelte van de eerste kamer kan een mondstuk voorzien zijn ingericht om het inert gas langs toe te voeren, en aan een bovenste gedeelte van de eerste kamer kan een mondstuk voorzien zijn ingericht om de zuurstof bevattende lucht langs af te voeren. Aan beide mondstukken zijn optioneel ingericht om een afsluiter op aan te sluiten, welke afsluiters bij voorkeur een kleinere diameter hebben als de eerste afsluiter.
In een uitvoeringsvorm omvat het systeem verder een druksysteem. Optioneel zijn het druksysteem en het ontluchtingssysteem hetzelfde. In een uitvoeringsvorm is het druksysteem ingericht om de leidingaansluiting onder een druk te brengen die hoger is dan de druk van het vloeibaar voedingsmiddel in de leiding. In een uitvoeringsvorm is het druksysteem ingericht om de leidingaansluiting onder een druk te zetten tussen 0.1 en 4 barg, bij voorkeur tussen 1.0 en 2.0 barg, bijvoorbeeld 1.5 barg. In een uitvoeringsvorm is het druksysteem ingericht om de leidingaansluiting onder een druk te zetten tussen 1.1 en 2.25 bar, bijvoorbeeld 1.75 bar. In een uitvoeringsvorm is het druksysteem ingericht een gas toe te voeren naar de leidingaansluiting aan een gasstroom tussen 0.1 en 2 bar, bij voorkeur 0.2 bar hoger dan de druk in de leiding waarin het stromend vloeibaar voedingsmiddel zich bevindt. De hierboven vermelde uitvoeringsvormen van het druksysteem kunnen zowel in combinatie als apart voorzien worden.
Het druksysteem is ingericht om een druk te voorzien in de leidingaansluiting, bijvoorbeeld door een gas, bijvoorbeeld een inert gas, toe te voeren. De druk is bij voorkeur hoger dan de druk van het vloeibaar voedingsmiddel. Bijvoorbeeld, indien het vloeibaar voedingsmiddel bier is, kan een druk tussen 0.1 en 4 barg, bij voorkeur tussen 1.0 en 2.0 barg, bij voorbeeld 1.5 barg voldoende zijn. Het druksysteem zorgt er enerzijds voor dat het vloeibaar voedingsmiddel niet via de leidingaansluiting in de tank terecht komt en zo bijvoorbeeld de additieven nat maakt, wat bijvoorbeeld tot uitzetting van de additieven kan leiden, en anderzijds dat de additieven makkelijker in het vloeibaar voedingsmiddel terecht komen.
In een uitvoeringsvorm omvat de eerste kamer de leidingaansluiting. De leidingaansluiting kan zich bijvoorbeeld aan een onderkant van de eerste kamer bevinden, terwijl de eerste afsluiter zich bijvoorbeeld aan een bovenkant van de eerste bevindt.
In een uitvoeringsvorm is de open positie van de eerste afsluiter ingericht om de additieven van het additief-ontvangst compartiment naar de eerste kamer over te brengen met behulp van zwaartekracht. De eerste kamer kan zich bijvoorbeeld onder het additief-ontvangst compartiment bevinden.
2018/5631
BE2018/5631
In een uitvoeringsvorm omvat de tank verder een tweede kamer en een tweede afsluiter aangebracht tussen de eerste kamer en de tweede kamer. De tweede afsluiter heeft een open positie heeft waarin additieven, bijvoorbeeld een eerste batch additieven, van de eerst kamer naar de tweede kamer overgebracht kunnen worden, en een gesloten positie waarin de eerste kamer kan worden ontlucht, bijvoorbeeld terwijl een tweede batch additieven zich in de eerste kamer bevindt, terwijl additieven, bijvoorbeeld de eerste batch additieven, via de leidingaansluiting in het stromend vloeibaar voedingsmiddel kunnen worden ingebracht.
In deze uitvoeringsvorm is er een tweede kamer in de tank voorzien, zodanig dat de eerste kamer ontlucht kan worden zonder dat het proces moet worden gestopt. Bijvoorbeeld, een batch additieven kunnen worden via de leidingaansluiting in het vloeibaar voedingsmiddel worden aangebracht terwijl een volgende batch alvast ontlucht wordt in de eerste kamer. Optioneel kan tegelijkertijd een derde batch additieven in het additief-ontvangst compartiment worden aangebracht. De continuïteit van het aanbrengen van additieven is in deze uitvoeringsvorm dus nog verder verhoogd.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de tweede kamer de leidingaansluiting. Bijvoorbeeld, de leidingaansluiting kan zich aan een onderkant van de tweede kamer bevinden terwijl de tweede afsluiter zich bijvoorbeeld aan een bovenkant van de tweede kamer bevindt.
In een uitvoeringsvorm waarbij het systeem ook het druksysteem omvat, is het ontluchtingssysteem aangesloten op de eerste kamer en is het druksysteem aangesloten op de tweede kamer. In een verdere uitvoeringsvorm omvatten het druksysteem en het ontluchtingssysteem een gemeenschappelijk gasvoorziening, bijvoorbeeld een gastank of een gasverdelingssysteem, bijvoorbeeld voorzien van een inert gas, waarbij het ontluchtingssysteem een gasleidingaansluiting op de eerste kamer voorziet en het druksysteem een gasleidingaansluiting op de tweede kamer. Optioneel zijn omvat het ontluchtingssysteem en/of het druksysteem een of meerdere drukregelaars ingericht om de druk van het toegevoerde gas te regelen.
In een uitvoeringsvorm is de open positie van de tweede afluister zodanig dat de additieven van de eerste kamer naar de tweede kamer overgebracht worden met behulp van zwaartekracht. De tweede kamer kan zich bijvoorbeeld onder de eerste kamer bevinden.
In een uitvoeringsvorm is het systeem ingericht om de additieven van de leidingaansluiting in de leiding te brengen met behulp van zwaartekracht. Het stromend vloeibaar voedingsmiddel kan zich bijvoorbeeld onder de tank bevinden, of ten minste onder de leidingaansluiting.
2018/5631
BE2018/5631
In een uitvoeringsvorm is de leidingaansluiting trechtervormig is en/of omvat de leidingaansluiting een verjonging.
In een uitvoeringsvorm is een einddiameter van de leidingaansluiting kleiner dan de diameter van de eerste kamer en/of de tweede kamer, en bij voorkeur kleiner dan de diameter van de leiding.
In een uitvoeringsvorm is het additief-ontvangst compartiment trechtervormig. Dit vereenvoudigt het aanbrengen van additieven.
In een uitvoeringsvorm omvat het additief-ontvangst compartiment ofwel een open bovenkant, ofwel een deksel om het additief-ontvangst compartiment af te sluiten, dat verder is ingericht om geopend te worden terwijl de eerste kamer ontlucht wordt en/of additieven via de leidingaansluiting in het stromend vloeibaar voedingsmiddel worden ingebracht. Op deze manier is het mogelijk om additieven aan te brengen tijdens het proces. Het is verder mogelijk om een deksel te voorzien tijdens het reinigen, of indien er gevaar op vervuiling vanuit de omgeving is, bijvoorbeeld vanwege condensatie of lekkages van bovenliggende leidingen.
In een uitvoeringsvorm is de tank ten minste gedeeltelijk cilindervormig, waarbij bijvoorbeeld ten minste de eerste kamer en/of de tweede kamer ten minste gedeeltelijk cilindervormig zijn.
In een uitvoeringsvorm heeft de eerste kamer een maximale diameter tussen 100 en 500 mm, bijvoorbeeld 200 mm, en een hoogte tussen 100 en 500 mm, bijvoorbeeld 250 mm. Deze afmetingen zijn geschikt voor de gewenste hoeveelheden additieven en gebruikelijke hoeveelheden bier.
In een uitvoeringsvorm heeft de tweede kamer een maximale diameter tussen 100 en 500 mm, bijvoorbeeld 200 mm, heeft en een hoogte tussen 100 en 500 mm, bijvoorbeeld 250 mm. Deze afmetingen zijn geschikt voor de gewenste hoeveelheden additieven en gebruikelijke hoeveelheden bier.
In een uitvoeringsvorm omvat het ontluchtingssysteem en/of het druksysteem een gasleiding ingericht om de tank aan te sluiten aan een gasvoorziening, bijvoorbeeld een gastank of een gasverdelingssysteem. De gasleiding heeft bij voorkeur een diameter tussen 0.25” en 1”, of tussen 6 en 25 mm. Aangezien het inert gas voornamelijk nodig is voor het ontluchten en/of het onder druk brengen van de leidingaansluiting zijn slechts relatief kleine volumes gas vereist, en kunnen de gasleidingen dus met kleine diameters uitgevoerd worden.
In een uitvoeringsvorm omvat het ontluchtingssysteem en/of het druksysteem een gastank voor een inert gas, waarbij de gastank verbonden is met de tank via een gasleiding. Een inert gas is gunstig voor deze toepassingen, omdat het geen reactie met de additieven en/of het vloeibaar voedingsmiddel veroorzaakt. Het inert gas kan optioneel CO2 of N2 zijn.
2018/5631
BE2018/5631
In een uitvoeringsvorm heeft de gastank een volume tussen 10 en 50 liter, bijvoorbeeld 20 liter. De gastank kan bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een fles, bijvoorbeeld een CO2 fles.
In een uitvoeringsvorm is het ontluchtingssysteem en/of het druksysteem ingericht om te worden aangesloten op een gasverdelingssysteem dat beschikbaar is op de locatie waar het systeem volgens de uitvinding zich bevindt.
In een uitvoeringsvorm omvat de leidingaansluiting een leidingaansluitingafsluiter. De leidingaansluitingafsluiter kan optioneel een open positie hebben, waarbij additieven in de leiding aangebracht kunnen worden, en een gesloten positie, waarbij additieven niet in de leiding aangebracht kunnen worden. De leidingaansluitingafsluiter kan optioneel in de gesloten positie gebracht worden wanneer de eerste kamer ontlucht wordt. De leidingaansluitingafsluiter kan optioneel een vlinderafsluiter, een kogelafsluiter of een schuifafsluiter zijn. De leidingaansluitingafsluiter kan optioneel manueel bedienbaar zijn en/of aangestuurd worden door een actuator.
In een uitvoeringsvorm omvat het systeem verder de leiding, of ten minste het deel van de leiding waarop de leidingaansluiting kan worden aangesloten.
In een uitvoeringsvorm omvat de leiding een verjonging en een verbreding, met daartussen een leidingstuk waarvan de diameter kleiner is dan de diameter van de rest van de leiding, waarbij het leidingstuk is ingericht om te worden aangesloten aan de leidingaansluiting van de tank. In deze uitvoeringsvorm wordt gebruikt gemaakt van een Venturi-effect, omdat de snelheid van het vloeibaar voedingsmiddel in het leidingstuk hoger is aangezien de diameter kleiner is. Van de wet van Bernouilli volgt dat daarom de druk in dit leidingstuk lager is, wat een aanzuigeffect creëert op de additieven die zich in de leidingaansluiting bevinden. Het leidingstuk kan optioneel een T-splitsing bevatten ingericht om de leidingaansluiting op aan te sluiten.
In een uitvoeringsvorm is een aftakking van de leiding aangesloten op de leidingaansluiting van de tank, waarbij de aftakking is ingericht om vloeibaar voedingsmiddel naar de leidingaansluiting over te brengen, waarbij de aftakking bij voorkeur een diameter heeft die kleiner is als die diameter van de leiding en/of de diameter van de leidingaansluiting. Optioneel bevat deze aftakking verder een afsluiter. Deze aftakking kan bijvoorbeeld gebruikt worden om de leidingaansluiting te reinigen. Er kan bijvoorbeeld door een reinigingsmiddel, dat optioneel water is of omvat, door de leiding worden gepompt dat via deze aftakking door de leidingaansluiting stroomt.
In een uitvoeringsvorm omvat de leiding een, twee, of meer koppelstukken, welke koppelstukken zijn ingericht om een flexibele leiding op aan te sluiten. De flexibele leiding kan optioneel aan een ander uiteinde met een vloeibaar voedingsmiddeltank worden verbonden.
2018/5631
BE2018/5631 Op deze manier kan de leiding, en op die manier de tank, bijvoorbeeld met verschillende vloeibaar voedingsmiddeltanks worden gebruikt. In de context van deze uitvinding wordt met een flexibele leiding een leidingstuk bedoeld, dat is bedoeld om te worden aangesloten op een koppelstuk op een manier zodat ze weer gemakkelijk los te koppelen is door een operator. De flexibele leiding kan optioneel een elastomeer materiaal omvatten zodat de flexibele leiding ten minste gedeeltelijk buigbaar is.
In een uitvoeringsvorm omvat het systeem verder een circulatiepomp ingericht om het vloeibaar voedingsmiddel te doen vloeien door de leiding. Er kan zo verzekerd worden dat het vloeibaar voedingsmiddel in de leiding stroomt.
In een verdere uitvoeringsvorm is de leidingaansluiting van de tank aangesloten op de leiding aan een zuigzijde van de circulatiepomp. Er kan zo verzekerd worden dan het vloeibaar voedingsmiddel samen met de ingebrachte additieven verpompt kan worden. Daarnaast kan deze uitvoeringsvorm voordelig zijn omdat aan de zuigzijde van de circulatiepomp de vloeistofdruk in het vloeibaar voedingsmiddel het laagst is, en de additieven dus makkelijker in het vloeibaar voedingsmiddel gebracht kunnen worden. Het druksysteem, indien aanwezig, hoeft dus een lagere druk te voorzien.
In een uitvoeringsvorm is de circulatiepomp een centrifugaalpomp. Een centrifugaalpomp is voordelig omdat deze de pompende functie kan voorzien zonder de additieven te beschadigen. Andere pompen, zoals de afschuifpomp die een essentieel onderdeel van EP2500408B1 is, kunnen additieven, bijvoorbeeld hop-pellets, vermalen. Dit is niet noodzakelijk en dikwijls zelfs niet wenselijk. De stroming die een centrifugaalpomp teweegbrengt is voldoende om de hop-pellets te doen desintegreren in het bier om de smaak en aroma’s over te brengen. Omdat de hop-pellets niet vermalen zijn is het verder gemakkelijker ze later weer uit het bier te filteren. Daarnaast kan het vermalen voor een te sterke hopsmaak in het bier zorgen.
In een uitvoeringsvorm omvat het systeem verder een vloeibaar voedingsmiddeltank, waarbij een drukzijde van de circulatiepomp met de vloeibaar voedingsmiddeltank is verbonden, bijvoorbeeld via de leiding, een tweede leiding, en/of een flexibele leiding. Bijvoorbeeld, indien het vloeibaar voedingsmiddel bier is, kan de vloeibaar voedingsmiddeltank een fermentatietank zijn. De vloeibaar voedingsmiddeltank is zodanig ingericht dat de circulatiepomp het vloeibaar voedingsmiddel samen met de ingebrachte additieven in de vloeibaar voedingsmiddeltank pomp. Optioneel heeft de vloeibaar voedingsmiddeltank een inhoud tussen 10 hl en 6000hl, en/of een diameter tussen 1m en 5m, en/of een hoogte tussen 2m en 25m.
In een verdere uitvoeringsvorm is de circulatiepomp ingericht om het vloeibaar voedingsmiddel langs op een onderste gedeelte van de vloeibaar voedingsmiddeltank in de
2018/5631
BE2018/5631 vloeibaar voedingsmiddeltank te pompen. Dit zorgt ervoor dat alle componenten relatief laag zijn en daardoor makkelijk bereikbaar. Dit is voordelig met het oog op onderhoud en opvolging. Ook zijn er geen dure aanpassingen vereist op bestaande tanks.
In een uitvoeringsvorm is de zuigzijde van de circulatiepomp verbonden de vloeibaar voedingsmiddeltank, bijvoorbeeld via de leiding, een tweede leiding, en/of een flexibele leiding. In deze uitvoeringsvorm kan een circulatie voorzien worden beginnend bij de vloeibaar voedingsmiddeltank, vervolgens langs de leidingaansluiting van de tank passerend zodanig dat de additieven kunnen worden toegevoegd, om daarna met behulp van de circulatiepomp opnieuw naar de vloeibaar voedingsmiddel tank te gaan. Het is echter ook mogelijk dat er additionele componenten in de circulatie aanwezig zijn, bijvoorbeeld een tweede tank om een tweede soort additieven toe te voegen, en/of een verdeelstuk dat toelaat om met verschillende vloeibaar voedingsmiddeltanks langs de tank te circuleren. Bij voorkeur is de leiding aan de zuigzijde van de circulatiepomp verbonden met het onderste gedeelte van het vloeibaar voedingsmiddeltank, zodanig dat het vloeibaar voedingsmiddel met behulp van zwaartekracht ten minste gedeeltelijk gecirculeerd kan worden. Optioneel is een pomp voorzien om het vloeibaar voedingsmiddel van de vloeibaar voedingsmiddeltank naar de tank te pompen.
In een uitvoeringsvorm omvat het systeem een reinigingsleiding aangesloten op het additief-ontvangst compartiment. De reinigingsleiding is ingericht om een reinigingsmiddel, dat optioneel water is of omvat, in het additief-ontvangst compartiment aan te brengen om de tank te reinigen. Optioneel is de reinigingsleiding op een sproeikop in het additief-ontvangst compartiment aangesloten, ingericht het reinigingsmiddel in het additief-ontvangst compartiment te sproeien. Optioneel omvat het additief-ontvangst compartiment een deksel om tijdens het reinigen het additief-ontvangst compartiment af te sluiten, bijvoorbeeld ten minste vloeistofdicht af te sluiten.
In een verdere uitvoeringsvorm is de reinigingsleiding langs een ander uiteinde aangesloten op de leiding, optioneel aan een drukzijde van de pomp. Op deze manier kan het reinigingsmiddel in de leiding worden aangebracht in plaats van het vloeibaar voedingsmiddel om op die manier de tank te reinigen. Indien het systeem verder nog koppelstukken omvat om flexibele leidingen op aan te sluiten, kan er optioneel een flexibele reinigingsleiding daarop aangesloten worden om het reinigingsmiddel te voorzien. Optioneel heeft de reinigingsleiding een kleinere diameter dan de leiding.
In een uitvoeringsvorm omvat het systeem verder een besturingseenheid, die bijvoorbeeld is ingericht om een of meerdere componenten te besturen. Het besturen van componenten kan optioneel betrekking hebben op het openen of sluiten van afsluiters; het aandrijven van de circulatiepomp; en/of het regelen van de druk in de leiding, het
2018/5631
BE2018/5631 ontluchtingssysteem, en/of het druksysteem. Voor het besturen van de afsluiters kan ieder van de afsluiters voorzien zijn van een actuator, bijvoorbeeld een elektrische, hydraulische of pneumatische actuator. In het geval van een pneumatische actuator kan die bijvoorbeeld aangestuurd worden met het inerte gas dat ook voor het ontluchtingssysteem en/of het druksysteem gebruikt wordt.
Het besturen kan bijvoorbeeld gebeuren op basis van metingen met sensoren. Deze metingen kunnen optioneel betrekking hebben op proces-parameters, bijvoorbeeld de druk of stroomsnelheid, en/of op terugkoppelingen die weergeven of een afsluiter in een open of gesloten positie is, en/of terugkoppelingen die weergeven of een flexibele leiding is aangesloten op een koppelstuk.
Bijvoorbeeld, de besturingseenheid kan ingericht zijn om de druk die het druksysteem in de leidingaansluiting voorziet te besturen gebaseerd op de meting van druksensor die de druk in de leiding meet, en/of een druksensor die de druk in de leidingaansluiting meet. Bijvoorbeeld, de besturingseenheid kan ingericht zijn om een afsluiter waarlangs lucht uit de eerste kamer kan worden afgevoerd te openen of te sluiten al naargelang de eerste kamer ontlucht moet worden of de leidingaansluiting onder druk gezet moet worden. Bijvoorbeeld, de besturingseenheid kan ingericht zijn om de circulatiepomp enkel te laten draaien indien een flexibele leiding op de koppelstukken is aangesloten en/of indien alle afsluiters in de leiding geopend zijn. Bijvoorbeeld, de besturingseenheid kan ingericht zijn om de leidingaansluitingafsluiter enkel naar de open positie te brengen indien de leidingaansluiting onder druk gebracht is. Bijvoorbeeld, de besturingseenheid kan ingericht zijn om te zorgen dat de leidingaansluitingafsluiter gesloten is wanneer de eerste afsluiter en/of de tweede afsluiter naar de open positie wordt gebracht. Bijvoorbeeld, de besturingseenheid kan ingericht zijn om, bijvoorbeeld met behulp van een levelsensor in het additief-ontvangst compartiment, aan te geven wanneer een volgende batch additieven in het additief-ontvangst compartiment toegevoegd dienen worden en/of enkel de eerste afsluiter naar de open positie te brengen indien er voldoende additieven in het additief-ontvangst compartiment aanwezig zijn. Bijvoorbeeld, de besturingseenheid kan ingericht zijn, bijvoorbeeld met behulp van een levelsensor in de leidingaansluiting, om de eerste afsluiter naar de open positie te brengen indien alle of bijna alle additieven die zich in de leidingaansluiting bevonden in het stromend vloeibaar voedingsmiddel zijn ingebracht. Bijvoorbeeld, de besturingseenheid kan ingericht zijn om de circulatiepomp te besturen op basis van metingen van een druksensor die de druk in de leiding meet. De hierboven mogelijke functies van de besturingseenheid kunnen in combinatie met elkaar geïmplementeerd worden al naargelang nodig of gewenst.
Het automatiseren van bepaalde functies met de besturingseenheid is voordelig om kwalitatieve en reproduceerbare resultaten te bekomen, wat in het bijzonder relevant is bij grote systemen waar operators de vereiste kennis hebben om bevredigende resultaten te bekomen.
2018/5631
BE2018/5631 Het automatiseren voorkomt tevens het maken van menselijke fouten. In het systeem volgens de uitvinding is in het bijzonder het schakelen van de eerste afsluiter, de tweede afsluiter en de leidingaansluitingafsluiter van belang voor een goede werking.
In een uitvoeringsvorm is het systeem ten minste gedeeltelijk als een beweegbare unit opgebouwd op een verplaatsbaar frame, waarbij ten minste de tank op het frame is geplaatst. Optioneel is de circulatiepomp op het frame geplaatst. Optioneel is de leiding op het frame geplaatst, waarbij de leiding optioneel twee koppelstukken omvat ingericht om een flexibele leiding op aan te sluiten. Optioneel is het ontluchtingssysteem en/of het druksysteem op het frame geplaatst, waarbij deze optioneel een koppelstuk omvat ingericht om een flexibele leiding op aan te sluiten. Optioneel is een besturingskast op het frame geplaatst, welke optioneel de besturingseenheid omvat en/of elektrische bedrading, zodat de besturingskast de componenten van de beweegbare unit van stroom kan voorzien wanneer de besturingskast van energie wordt voorzien, bijvoorbeeld via het elektriciteitsnet of via een generator.
In een uitvoeringsvorm is de eerste afsluiter en/of de tweede afsluiter een vlinderafsluiter. Een vlinderafsluiter is voordelig omdat deze, indien bijvoorbeeld horizontaal geplaatst, bij het overgaan van de gesloten naar de geopende positie ervoor zorgen dat de additieven met behulp van zwaartekracht in de eerste of tweede kamer vallen. Daarnaast kunnen vlinderafsluiters de eerste of tweede kamer luchtdicht afsluiten, bijvoorbeeld zogenaamde double of triple offset vlinderafsluiters.
In een uitvoeringsvorm is de eerste afsluiter en/of de tweede afsluiter luchtdicht in de gesloten positie.
In een uitvoeringsvorm is de eerste afsluiter en/of de tweede afsluiter manueel bedienbaar.
In een uitvoeringsvorm is de eerste afsluiter en/of de tweede afsluiter automatisch bedienbaar, bijvoorbeeld met een actuator, bijvoorbeeld een pneumatische, elektrische of hydraulische actuator.
In een uitvoeringsvorm is het vloeibaar voedingsmiddel een drank, bij voorkeur bier.
In een uitvoeringsvorm zijn de additieven in een vaste vorm, waarbij de additieven bij voorkeur pellets zijn, bij voorkeur hop-pellets zijn. Het is echter ook mogelijk dat de additieven poeders of granulaten zijn. De additieven kunnen optioneel ook koffie, kruiden of gedroogde vruchten bevatten.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze. De werkwijze volgens de uitvinding kan uitgevoerd worden gebruik makend van het systeem volgens de uitvinding;
2018/5631
BE2018/5631 echter is de werkwijze volgens de uitvinding niet daartoe beperkt. Daarnaast kunnen de verscheidene kenmerken en uitvoeringsvormen van het systeem volgens de uitvinding, alsook het gebruik en de toepassingen daarvan, worden toegevoegd aan de werkwijze, ook als deze niet expliciet met betrekking tot die werkwijze beschreven zijn. Tevens kunnen kenmerken en componenten beschreven met betrekking tot werkwijzen aan het systeem volgens de uitvinding worden toegevoegd. Kenmerken, componenten en definities gebruikt met betrekking tot de werkwijze volgens de uitvinding hebben dezelfde betekenis als uitgelegd met betrekking tot het systeem volgens de uitvinding, tenzij expliciet anders vermeld.
Het doel van de uitvinding wordt bereikt met een werkwijze voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel, omvattende de volgende stappen:
• het aanbrengen van een eerste batch additieven in een additief-ontvangst compartiment, • het overbrengen van de eerste batch additieven van het additief-ontvangst compartiment naar een eerste kamer door een eerste afsluiter die is aangebracht tussen het additief-ontvangst compartiment en de eerste kamer in een open positie te brengen, • de eerste afsluiter in een gesloten positie brengen, • het ontluchten van de eerste kamer, • het inbrengen van de eerste batch additieven in het stromend vloeibaar voedingsmiddel via een leidingaansluiting, • terwijl de eerste batch in de eerste kamer en/of de leidingaansluiting is, het aanbrengen van een tweede batch additieven in het additief-ontvangst compartiment.
De uitvinding voorziet dus in een werkwijze waarbij een tweede batch additieven in het additief-ontvangst compartiment kan worden aangebracht terwijl een eerst batch zich in de eerste kamer en/of de leidingaansluiting bevindt. Dit laat toe om meerdere batches additieven toe te voegen, zonder het proces stil te leggen. Het laat ook toe om praktisch continu additieven toe te voegen.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de tweede batch additieven in het additief-ontvangst compartiment aangebracht tijdens het ontluchten van de eerste kamer en/of het inbrengen van de eerste batch additieven in het stromend vloeibaar voedingsmiddel.
In deze uitvoering wordt de tweede batch aangebracht terwijl het proces actief bezig is in de eerste kamer en/of de leidingaansluiting.
2018/5631
BE2018/5631
In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder een of meer van de volgende stappen: de leidingaansluiting onder een druk brengen die hoger is dan de druk van het vloeibaar voedingsmiddel in de leiding wanneer de eerste batch additieven in de leidingaansluiting is; en/of de leidingaansluiting onder een druk te zetten tussen 0.1 en 4 barg, bij voorkeur tussen 1.0 en 2.0 barg, bijvoorbeeld 1.5 barg, wanneer de eerste batch additieven in de leidingaansluiting is; en/of de leidingaansluiting onder een druk te tussen 1.1 en 2.25 bar, , bijvoorbeeld 1.75 bar, wanneer de eerste batch additieven in de leidingaansluiting is; en/of een gas toe te voeren naar de leidingaansluiting aan een gasstroom tussen 0.1 en 2 bar, bij voorkeur 0.2 bar hoger dan de druk in de leiding waarin het stromend vloeibaar voedingsmiddel zich bevindt, wanneer de eerste batch additieven in de leidingaansluiting is.
In deze uitvoeringsvormen wordt een druk voorzien in de leidingaansluiting, bij voorkeur door een gas aan te voeren, zodanig dat bij voorkeur de druk in de leidingaansluiting hoger is dan de druk van het vloeibaar voedingsmiddel. Dit zorgt er enerzijds voor dat het vloeibaar voedingsmiddel niet via de leidingaansluiting in de tank terecht komt en zo bijvoorbeeld de additieven nat maakt, en anderzijds dat de additieven makkelijker in het vloeibaar voedingsmiddel terecht komen.
In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze na het ontluchten van de eerste kamer, een stap van overbrengen van de eerste batch additieven van de eerste kamer naar een tweede kamer door een tweede afsluiter die is aangebracht tussen de eerste kamer en de tweede kamer in een open positie te brengen. De werkwijze omvat verder een stap van het brengen van de tweede afsluiter in een gesloten positie, en een stap van, terwijl de eerste batch additieven in de tweede kamer en/of de leidingaansluiting is, de tweede batch additieven van het additief-ontvangst compartiment naar de eerste kamer overbrengen.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder: het inbrengen van de eerste batch additieven in het stromend vloeibaar voedingsmiddel terwijl de tweede batch in de eerste kamer is; en/of het ontluchten van de eerste kamer terwijl de tweede batch additieven in de eerste kamer is en terwijl de eerste batch additieven in de tweede kamer en/de leidingaansluiting is.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder een stap van het aanbrengen van een derde batch additieven in het additief-ontvangst compartiment terwijl de tweede batch additieven zich in de eerste kamer bevindt en de eerste batch additieven zich in de tweede kamer of de leidingaansluiting bevindt. In een verdere uitvoeringsvorm wordt de derde batch additieven in het additief-ontvangstcompartiment toegevoegd terwijl de eerste kamer ontlucht wordt en/of de eerste batch additieven via de leidingaansluiting in het vloeibaar voedingsmiddel wordt ingebracht.
2018/5631
BE2018/5631
In deze uitvoeringsvorm is er een tweede kamer in de tank voorzien, zodanig dat de eerste kamer ontlucht kan worden zonder dat het proces moet worden gestopt. Bijvoorbeeld, een batch additieven kunnen worden via de leidingaansluiting in het vloeibaar voedingsmiddel worden aangebracht terwijl een volgende batch alvast ontlucht wordt in de eerste kamer. De continuïteit van het aanbrengen van additieven is in deze uitvoeringsvorm dus nog verder verhoogd.
Het is verder voorzien dat het systeem en de werkwijze volgens de uitvinding ook toegepast kunnen worden buiten de voedingsindustrie of binnen de voedingsindustrie zonder dat de eerste kamer ontlucht dient te worden. De uitvinding heeft daarom in een tweede aspect betrekking op een systeem voor het inbrengen van additieven in een stromende stof, omvattende • een tank die omvat:
i. een additief-ontvangst compartiment ingericht om de additieven te ontvangen, ii. een eerste kamer die optioneel is ingericht om ontlucht te worden door een ontluchtingssysteem, iii. een leidingaansluiting, ingericht om • te worden aangesloten aan een leiding waarin de stromende stof zich bevindt, en • de additieven in de stromende stof te brengen iv. een eerste afsluiter aangebracht tussen het additief-ontvangst compartiment en de eerste kamer, waarbij de eerste afsluiter • een open positie heeft waarin additieven van het additiefontvangst compartiment naar de eerste kamer overgebracht kunnen worden, en • een gesloten positie heeft waarin additieven in het additiefontvangst compartiment kunnen worden ontvangen terwijl de eerste kamer ontlucht kan worden en/of additieven via de leidingaansluiting in de stromende kunnen worden ingebracht.
De uitvinding heeft in het tweede aspect ook betrekking op een werkwijze voor het inbrengen van additieven in een stromende stof, omvattende de volgende stappen:
• het aanbrengen van een eerste batch additieven in een additief-ontvangst compartiment, • het overbrengen van de eerste batch additieven van het additief-ontvangst compartiment naar een eerste kamer door een eerste afsluiter die is
2018/5631
BE2018/5631 aangebracht tussen het additief-ontvangst compartiment en de eerste kamer in een open positie te brengen, • de eerste afsluiter in een gesloten positie brengen, • optioneel het ontluchten van de eerste kamer, • het inbrengen van de eerste batch additieven in de stromende stof via een leidingaansluiting, • terwijl de eerste batch in de eerste kamer en/of de leidingaansluiting is, het aanbrengen van een tweede batch additieven in het additief-ontvangst compartiment.
De additieven kunnen vloeistoffen of stoffen in vaste vorm kunnen zijn, optioneel pellets, poeders of granulaten. De additieven kunne bijvoorbeeld fruit, kruiden, poeders, koffie, chocolade, vitaminen, brandstoffen, katalysatoren, etc. zijn.
De stromende stof kan optioneel een stromende vloeistof of een stromend gas zijn. De stromende stof kan bijvoorbeeld een drank, een zuivelproduct, een petrochemisch product zoals een olie of gas, een chemisch product, een verf, een adhesiestof, water, stoom, etc. zijn.
Het zal begrepen worden dat alle uitvoeringsvormen van het systeem en de werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding ook toegepast kunnen worden voor het systeem en de werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding.
De uitvinding zal nu bij wijze van voorbeeld beschreven worden aan de hand van de onderstaande figuren, waarin dezelfde referentiecijfers over verschillende figuren dezelfde kenmerken aanduiden. Het dient echter opgemerkt te worden dat de figuren slechts een voorbeeld zijn, waarin meerdere optionele kenmerken gecombineerd zijn. De uitvinding is niet beperkt tot hetgeen weergegeven in de figuren.
In de figuren:
Fig. 1 geeft een proces-stroomdiagram van een systeem volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm weer;
Fig. 2a geeft een zijaanzicht weer van het systeem in de eerste uitvoeringsvorm;
Fig. 2b geeft een perspectief aanzicht weer van het systeem in de eerste uitvoeringsvorm;
Fig. 3a geeft een zijaanzicht weer van een systeem volgens de uitvinding in een tweede uitvoeringsvorm;
Fig. 3b geeft een perspectief aanzicht weer van het systeem in de tweede uitvoeringsvorm;
2018/5631
BE2018/5631
Fig. 1 geeft een vloeibaar voedingsmiddeltank 80 weer, wat in dit voorbeeld een fermentatietank is waarin bier voor een bepaalde tijd, bijvoorbeeld 5-7 dagen voor een eerste fermentatie en optioneel 3-7 weken voor een tweede fermentatie, wordt bewaard om aan fermentatieproces te worden onderworpen. Tijdens dit proces kunnen er verschillende additieven worden toegevoegd, zoals bijvoorbeeld hop of additieven die de smaak beïnvloeden. De uitvinding voorziet een werkwijze en systeem die kunnen worden toegepast voor het inbrengen van additieven in vloeibaar voedingsmiddel.
Fig. 1 geeft een proces-stroomdiagram van een systeem volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm weer. Het systeem omvat een tank 1, welke een additief-ontvangst compartiment 2 omvat. In het additief-ontvangst compartiment 2 kunnen additieven, in dit voorbeeld hop-pellets, worden ingebracht. Een deksel 2.1 is voorzien om het additief-ontvangst compartiment 2 af te sluiten indien nodig, maar dit deksel 2.1 kan geopend worden terwijl het systeem en het proces in gebruik zijn. Onder het additief-ontvangst compartiment 2 is een eerste afsluiter 5 voorzien, die een open positie en een gesloten positie heeft.
De eerste afsluiter 5 verbindt het additief-ontvangst compartiment 2 met een eerste kamer 3, die op zijn beurt ontlucht kan worden door een ontluchtingssysteem 20. Het ontluchtingssysteem 20 is aangesloten, zoals schematisch weergeven in fig. 1, op een gasvoorziening 31 die een inert gas, in dit geval CO2, bevat. De gasvoorziening 31 komt van een centraal gasverdelingssysteem dat aanwezig is op de locatie waar het bier gebrouwen worden. Het inert gas kan via afsluiter 21 in de eerste kamer 3 ingebracht worden, en de zuurstof bevattende lucht kan via afsluiter 22 uit de eerste kamer 3 verdreven worden. De eerste kamer 3 bevat mondstukken om deze afsluiters 21, 22 op aan te sluiten. In de praktijk is afsluiter 21 bij voorkeur op een onderste gedeelte van de eerste kamer 3 aangesloten en afsluiter 22 op een bovenste gedeelte van de eerste kamer 3.
De tank 1 omvat verder een leidingaansluiting 4 die in het weergeven voorbeeld onderdeel uitmaakt van de eerste kamer 3. De leidingaansluiting 4 kan op een leiding 50 aangesloten worden, en bevat in dit voorbeeld een leidingaansluitingafsluiter 6. Via de leidingaansluiting 4 kunnen additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel dat zich in de leiding 50 bevindt ingebracht worden, wat in dit voorbeeld bier is.
Volgens de uitvinding, kunnen wanneer de eerste afsluiter 5 zich in de open positie bevindt, additieven, bijvoorbeeld een eerste batch additieven, van het additief-ontvangst compartiment 2 naar de eerste kamer 3 overgebracht kunnen worden. Daarnaast kunnen wanneer de eerste afsluiter 5 zich in de gesloten positie bevindt, additieven, bijvoorbeeld een tweede batch additieven, in het additief-ontvangst compartiment 2 worden ontvangen terwijl de eerste kamer 3 ontlucht kan worden en/of additieven, bijvoorbeeld de eerste batch additieven, via de leidingaansluiting 4 in het stromend vloeibaar voedingsmiddel kunnen worden ingebracht. Het systeem volgens de uitvinding maakt het daarmee mogelijk om praktisch
2018/5631
BE2018/5631 continu additieven toe te voegen. Een tweede batch additieven kan in het additief-ontvangst compartiment 2 worden aangebracht terwijl het proces verder gaat.
Fig. 1 geeft verder de leiding 50 weer, die een optionele verjonging 51 en verbreding 52 omvat, zodat leidingstuk 53 een kleinere diameter heeft als de rest van de leiding 50. Leidingstuk 53 is verder een T-splitsing waarop de leidingaansluiting 4 van de tank 1 is aangesloten, die in dit voorbeeld nog de leidingaansluitingafsluiter 6 omvat. De optionele verjonging 51 en verbreding 52 kunnen het inbrengen van de additieven in het vloeibaar voedingsmiddel verbeteren door gebruik te maken van het Venturi-effect. Omdat de diameter in leidingstuk 53 verkleind is ten opzichte van de rest van de leiding 50, stijgt de snelheid van het vloeibaar voedingsmiddel in leidingstuk 53. Uit wet van Bernouilli volgt dat de druk in leidingstuk 53 daardoor verlaagd is. Dit creëert een aanzuigeffect op de additieven die zich in de leidingaansluiting 4 bevinden, die op die manier makkelijker in het leidingstuk 53 terecht komen. De diameter van leiding 50 kan optioneel 80 mm zijn en de diameter van leidingstuk 53 kan optioneel 50 mm zijn.
In het weergegeven voorbeeld is het ontluchtingssysteem 20 ingericht om CO2 aan te voeren. Afsluiter 21 verbindt de eerste kamer met het ontluchtingssysteem 20, dat verder een koppelstuk 24 omvat. Koppelstuk 24 is ingericht voor koppeling met een flexibele leiding 34, die op zijn beurt aan een ander uiteinde met een koppelstuk 33.2 kan worden verbonden dat via afsluiter 33.1 en drukregelaar 32 aan een schematisch weergegeven gasvoorziening 31 verbonden is. Wanneer er met het ontluchtingssysteem 20 CC^aan de eerste kamer 3 wordt toegevoegd, kan de zuurstof bevattende lucht via afsluiter 22 uit de eerste kamer 3 verdreven worden. Hier is verder een koppelstuk 23 voorzien om eventueel de verdreven lucht naar ergens anders af te leiden. De diameters van de leidingen in het druksysteem kunnen optioneel 15 of 25 mm zijn.
In het weergeven voorbeeld functioneert het ontluchtingssysteem 20 tevens als druksysteem 20. Het druksysteem 20 is ingericht om de leidingaansluiting 4 onder een druk te brengen die hoger is dan de druk van het vloeibaar voedingsmiddel in de leiding 50. Dit zorgt ervoor dat de additieven makkelijker van de leidingaansluiting 4 naar het vloeibaar voedingsmiddel in de leiding 50 worden overgebracht.
Bijvoorbeeld, na het ontluchten kan afsluiter 22 gesloten worden zodanig dat de druk in de eerste kamer 3, en de leidingaansluiting 4 verhoogd wordt wanneer er via afsluiter 21 CO2 wordt toegevoerd.
De leiding 50 kan verder een druksensor 71 omvatten die de druk in de leiding 50 meet. Op basis van deze drukmeting kan vervolgens de druk in de leidingaansluiting 4 ingesteld worden, bijvoorbeeld met behulp van drukregelaar 25. Dit kan optioneel gedaan worden door
2018/5631
BE2018/5631 een operator die die druk afleest op druksensor 71, of via een geautomatiseerd systeem, bijvoorbeeld met een besturingseenheid zoals later zal worden toegelicht. Het is ook mogelijk om de druksensor 71 op leidingstuk 53 te plaatsen.
In het weergegeven voorbeeld omvat het systeem verder een circulatiepomp 60 die in de leiding 50 is aangebracht, die het vloeibaar voedingsmiddel terug richting de vloeibaar voedingsmiddeltank 80 pompt. In dit voorbeeld in de circulatiepomp 60 een centrifugaalpomp. Is sommige toepassingen, bijvoorbeeld indien de additieven pellets zijn, is de circulatiepomp 60 bij voorkeur een type pomp dat de additieven niet vermaalt. Dit maakt het makkelijker om de hop-pellets optioneel later, bijvoorbeeld na 4-24 uur, uit het bier gefilterd worden met bekende technieken zoals decantatie, separatie of andere filtertechnieken.
De leidingaansluiting 4 van de tank 1 is aangesloten aan de leiding 50 aan de zuigzijde van de pomp 60. Aangezien de druk aan de zuigzijde lager is, bevordert dit de opname van additieven in het vloeibaar voedingsmiddel.
Aan de drukzijde van de pomp 60 is een reinigingsleiding 72 voorzien. De reinigingsleiding 72 is aan een ander uiteinde aangesloten op het additief-ontvangst compartiment 2 via een sproeimond (niet weergeven), en is verder voorzien van een afsluiter 72.1. Via de reinigingsleiding 72 kan een reinigingsmiddel in het additief-ontvangst compartiment 2 worden ingebracht. Op die manier kan de tank 1 gereinigd worden. Het reinigingsmiddel kan voorzien worden door flexibele reinigingsleidingen aan te sluiten op de koppelstukken 54.2, 55.2. De leiding 50 kan op deze manier ook gereinigd worden.
Zoals schematisch weergegeven in fig. 1, is de vloeibaar voedingsmiddeltank 80 groter dan de tank 1. De vloeibaar voedingsmiddeltank 80 kan optioneel een diameter van 3m en een hoogte van 10m hebben, terwijl de eerste kamer 3 van de tank 1 een diameter van 200 mm heeft en een hoogte van 300 mm, terwijl de tank 1 van het deksel 2.1 tot een onderkant van de leidingaansluiting 4 een hoogte van 1000 mm heeft.
In het weergeven voorbeeld omvat de vloeibaar voedingsmiddeltank 80 een menginrichting 90, wat bijvoorbeeld een roterende mixer, bijvoorbeeld een roterende jet mixer, kan zijn. Deze zorgt ervoor dat het vloeibaar voedingsmiddel in de vloeibaar voedingsmiddeltank 80 beweegt, wat bijvoorbeeld het overbrengen van aroma’s, bijvoorbeeld van hop-pellets, in bijvoorbeeld bier kan bevorderen. In het algemeen worden de additieven niet vermalen door de menginrichting 90.
In een niet-weergeven uitvoeringsvorm is het mogelijk dat de vloeibaar voedingsmiddeltank 80 via vaste leidingen met de tank 1 is verbonden. Bijvoorbeeld, de leiding 50 kan rechtstreeks op de vloeibaar voedingsmiddel tank 80 aangesloten zijn. Het is ook
2018/5631
BE2018/5631 mogelijk dat de leiding 50 op een verdeelstuk is aangesloten, waarop ook meerdere vloeibaar voedingsmiddeltanks zijn aangesloten. Het verdeelstuk kan optioneel meerdere afsluiters omvatten zodanig dan ieder van de vloeibaar voedingsmiddeltanks met de tank 1 verbonden kan worden, zodanig dat additieven aan het vloeibaar voedingsmiddel van de betreffende vloeibaar voedingsmiddeltank toegevoegd kunnen worden.
In het weergegeven voorbeeld is een andere oplossing voorzien. Hier zijn aan een onderkant 80.1 van de vloeibaar voedingsmiddeltank 80 zijn twee leidingaftakkingen voorzien die via een afsluiters 82, 84 naar een koppelstuk 81,83 gaan, ingericht om flexibele leidingen 86, 87 op aan te sluiten. Het is voordelig deze aan de onderkant 80.1 van de vloeibaar voedingsmiddeltank 80 aan te sluiten zodat het vloeibaar voedingsmiddel met behulp van zwaartekracht ten minste tot aan de circulatiepomp 60 getransporteerd kan worden. Tevens kan het voordelig zijn om het vloeibaar voedingsmiddel samen met de additieven langs de onderkant 80.1 opnieuw in de vloeibaar voedingsmiddeltank 80 te brengen, omdat dit het mengen en daarmee bijvoorbeeld de overdracht van aroma’s ten goede komt. Via een optioneel kijkglas 85 kan een operator controleren of het vloeibaar voedingsmiddel stroomt.
De leiding 50 omvat ook twee koppelstukken 54.2 en 55.2, met een bijhorende afsluiter
54.1 en 55.1, respectievelijk, en via een optioneel kijkglas 56 kan een operator controleren of het vloeibaar voedingsmiddel stroomt. De koppelstukken 54.2, 55.2 zijn ieder ingericht om een ander uiteinde van flexibele leidingen 86, 87 op aan te sluiten. Op deze manier wordt de vloeibaar voedingsmiddeltank 80 verbonden met de tank 1 op een flexibele manier. De componenten zich die in fig. 1 binnen kader 1001 bevinden kunnen optioneel aan een andere vloeibaar voedingsmiddeltank worden aangesloten door de flexibele leidingen 86, 87 op koppelstukken aan te sluiten geassocieerd met die vloeibaar voedingsmiddeltank.
Omdat in het weergegeven voorbeeld ook het ontluchtingssysteem 20 via een flexibele leiding 34 aan de gasvoorziening 31 verbonden is, kunnen alle componenten binnen kader 1001 onafhankelijk verplaatst worden. Ze kunnen optioneel als een verplaatsbare unit gebouwd worden, zoals is weergegeven in fig. 2a-2b.
Fig. 2a geeft een zijaanzicht weer van het systeem in de eerste uitvoeringsvorm, en fig. 2b geeft een perspectief aanzicht weer van het systeem in de eerste uitvoeringsvorm. In deze figuren zijn de tank 1, het additief-ontvangst compartiment 2, de eerste afsluiter 5, de eerste kamer 3, de leidingaansluiting 4 en de leidingaansluitingafsluiter 6 goed zichtbaar. Zoals te zien bevat het deksel 2.1 van het additief-ontvangst compartiment een hendel 2.2 om het deksel
2.1 te openen, wat kan gebeuren om een volgende batch additieven toe te voegen zonder het proces stil te leggen indien de eerste afsluiter 5 in de gesloten positie is. Het deksel bevindt zich ongeveer op borsthoogte, bijvoorbeeld op ongeveer 1500 mm van grondniveau, zodat een
2018/5631
BE2018/5631 operator gemakkelijk additieven kan toevoegen. Ontluchtingssysteem 20 is aangesloten op de eerste kamer 3 en functioneert ook als druksysteem 20.
Verder zichtbaar in deze figuren zijn de leiding 50 met de verjonging 51, de verbreding 53 en het leidingstuk 53 daartussen dat zichtbaar een kleinere diameter heeft als de rest van de leiding 50, en waarop de leidingaansluiting 4 is aangesloten. De leiding 50 omvat de koppelstukken 54.2, 55.2, en een kijkglas 56 is voorzien zodat een operator kan waarnemen of het vloeibaar voedingsmiddel door de leiding 50 stroomt. Pomp 60 omvat verder een pomphuis 60.1 waarin de aandrijving van de pomp zit.
Fig. 2a geeft ook een doorzichtige cilinder 11 weer, die bijvoorbeeld glas kan bevatten zodanig dat een operator hierdoor kan zien. De doorzichtige cilinder 11 is in dit voorbeeld aangebracht als onderdeel van de eerste kamer 3, tussen de eerste afsluiter 5 en de leidingaansluiting 4. Dit laat toe om visueel waar te nemen of het inbrengen van de additieven goed verloopt en of er eventueel parameters aangepast moeten worden.
Verder geeft fig. 2a ook een actuator 6.1 van de leidingaansluitingafsluiter 6 weer. De eerste afsluiter 5 wordt ook aangedreven door een actuator, net zoals afsluiter 22.
De componenten weergegeven in fig. 2a-2b zijn als een beweegbare unit opgebouwd op een verplaatsbaar frame 101. In dit voorbeeld omvat het frame 101 vier wielen 105, zodat deze gemakkelijk verplaatst kan worden, bijvoorbeeld om aan een andere vloeibaar voedingsmiddeltank aan te sluiten via de koppelstukken 54.2, 55.2.
Het frame 101 omvat verder een plaat 102. Deze kan optioneel worden gebruikt om een volgende batch additieven op te zetten voordat het deksel 2.1 geopend wordt.
Fig. 2a-2b geven verder een besturingskast 103 weer die aan het frame 101 is bevestigd. De besturingskast 103 omvat bijvoorbeeld elektrische bedrading, zodat de besturingskast 103 de componenten van de beweegbare unit van stroom kan voorzien wanneer de besturingskast 103 van energie wordt voorzien, bijvoorbeeld via het elektriciteitsnet of via een generator.
De besturingskast 103 omvat in dit voorbeeld verder een besturingseenheid, die bijvoorbeeld een of meerdere processors kan bevatten, die bijvoorbeeld een of meerdere programmeerbare logische sturingen (PLC) omvat. Een scherm 104 is voorzien om bijvoorbeeld een operator van informatie te voorzien, bijvoorbeeld betreffende besturingsparameters of sensorwaardes. Een inputmodule 106 een operator toe om interactie te hebben met de besturingseenheid, bijvoorbeeld om besturingsparameters aan te passen en/of andere informatie weer te geven op het scherm 104.
De besturingseenheid is ingericht om een of meerdere componenten te besturen. Het besturen van componenten kan optioneel betrekking hebben op het openen of sluiten van
2018/5631
BE2018/5631 afsluiters, het aandrijven van de circulatiepomp 60 en/of het regelen van de druk in de leiding 50, het ontluchtingssysteem 20 en/of het druksysteem 20. Voor het besturen van de afsluiters kan ieder van de afsluiters voorzien zijn van een actuator, bijvoorbeeld een pneumatische actuator, die bijvoorbeeld aangestuurd wordt met het inerte gas dat ook voor het ontluchtingssysteem 20 en/of het druksysteem 20 gebruikt wordt.
Het besturen kan gebeuren op basis van metingen met sensoren. Deze metingen kunnen optioneel betrekking hebben op proces-parameters, bijvoorbeeld de druk of stroomsnelheid, en/of op terugkoppelingen die weergeven of een afsluiter in een open of gesloten positie is, en/of terugkoppelingen die weergeven of een flexibele leiding is aangesloten op een koppelstuk 54.2, 55.2.
In het weergeven voorbeeld is de besturingseenheid ingericht om het openen en sluiten van de eerste afsluiter 5 en de leidingafsluiter 6 te besturen, zodanig dat de eerste afsluiter 5 enkel naar de open positie kan worden gebracht als de leidingafsluiter gesloten is. Ook is de besturingseenheid ingericht zijn om afsluiter 22 te openen of sluiten al naargelang de eerste kamer 3 ontlucht moet worden of de leidingaansluiting 4 onder druk gezet moet worden. Verder is de besturingseenheid ingericht om de druk van het inerte gas aangevoerd door het ontluchtingssysteem 20 en het druksysteem 20 te regelen op basis van metingen van sensor 71. De besturingseenheid is verder ingericht om, met behulp van een levelsensor (niet weergegeven) in het additief-ontvangstcompartiment2, aan te geven wanneer er een volgende batch additieven in het additief-ontvangstcompartiment 2 toegevoegd dienen worden en enkel de eerste afsluiter 5 naar de open positie te brengen indien er voldoende additieven in het additief-ontvangstcompartiment 2 aanwezig zijn. Ook is de besturingseenheid ingericht, met behulp van een levelsensor (niet weergegeven) in de leidingaansluiting 4, om de eerste afsluiter 5 naar de open positie te brengen indien alle of bijna alle additieven die zich in de leidingaansluiting 4 bevonden in het stromend vloeibaar voedingsmiddel zijn ingebracht.
Fig. 3a en 3b geven een tweede uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding weer, respectievelijk in een zijaanzicht en perspectief aanzicht. De componenten weergeven in deze figuren zijn opnieuw als een beweegbare unit opgebouwd op een frame 101’. Via koppelstukken de 54.2, 55.2 kan de leiding 50 aan flexibele leidingen aangesloten en op die manier aan een vloeibaar voedingsmiddeltank.
Een verschil ten opzichte van de uitvoeringsvorm weergeven in fig. 1 -2b, is dat de tank 1 in fig. 3a-3b een tweede kamer 8 omvat, en een tweede afsluiter 7. De tweede kamer 8 bevindt zich in dit voorbeeld onder de eerste kamer 3, en de tweede afsluiter 7 is aangebracht tussen de eerste kamer 3 en de tweede kamer 8. Verder omvat de tweede kamer 8 in dit voorbeeld de leidingaansluiting 4.
2018/5631
BE2018/5631
Zoals best zichtbaar is in fig. 3a, is het ontluchtingssysteem 20 via afsluiter 21 op de eerste kamer 3 aangesloten. De eerste kamer 3 kan op deze manier ontlucht worden. In het weergegeven voorbeeld is een druksysteem 40 afgetakt van het ontluchtingssysteem 20 en via afsluiter 41 op de tweede kamer 8 aangesloten. Op deze manier kan de leidingaansluiting 4, die zich in de tweede kamer 8 bevindt, onder druk gezet worden.
Deze uitvoeringsvorm voorziet dus een additionele, tweede kamer 8 in de tank 1. Dit laat toe om in de eerste kamer 3 te ontluchten terwijl daar een batch additieven aanwezig is, terwijl tegelijkertijd een andere batch additieven in de tweede kamer 8 aanwezig is. De continuïteit van het inbrengen van is dus nog verder verhoogd.
In fig. 3b is verder zichtbaar dat de T-splitsing in leidingstuk 53 een gebogen aftakking
53.1 omvat waarop de leidingaansluiting 4 is aangesloten. Dit vergemakkelijkt de opname van additieven in het vloeibaar voedingsmiddel. De eerste uitvoeringsvorm weergegeven in fig. 2a2b kan ook van een gebogen aftakking 53.1 voorzien worden.
Het frame 101’ waarop het systeem in fig. 3a en 3b gemonteerd is, is meer open dan het frame dat gebruikt werd in de eerste uitvoering. Dit maakt de componenten makkelijker toegankelijk. Verder is laat fig. 3b een andere uitvoeringsvorm van een deksel 2.1’ zien met twee hendels 2.2.’. Het frame 101’ en het deksel 2.1’ kunnen ook gebruikt worden met de eerste uitvoeringsvorm van het systeem, en omgekeerd kunnen het frame en deksel weergegeven met die eerste uitvoeringsvorm ook met de tweede uitvoeringsvorm van het systeem gebruikt worden.

Claims (33)

  1. BE2018/5631 CONCLUSIES
    1. Systeem voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel, omvattende • een tank die omvat:
    i. een additief-ontvangst compartiment ingericht om additieven te ontvangen, ii. een eerste kamer ingericht om ontlucht te worden door een ontluchtingssysteem, iii. een leidingaansluiting, ingericht om • te worden aangesloten aan een leiding waarin het stromend vloeibaar voedingsmiddel zich bevindt, en • de additieven in het stromend vloeibaar voedingsmiddel in te brengen iv. een eerste afsluiter aangebracht tussen het additief-ontvangst compartiment en de eerste kamer, waarbij de eerste afsluiter • een open positie heeft waarin additieven van het additiefontvangst compartiment naar de eerste kamer overgebracht kunnen worden, en • een gesloten positie heeft waarin additieven in het additiefontvangst compartiment kunnen worden ontvangen terwijl de eerste kamer ontlucht kan worden en/of additieven via de leidingaansluiting in het stromend vloeibaar voedingsmiddel kunnen worden ingebracht.
  2. 2. Systeem volgens conclusie 1, verder omvattende een druksysteem ingericht om • de leidingaansluiting onder een druk te brengen die hoger is dan de druk van het vloeibaar voedingsmiddel in de leiding, en/of • de leidingaansluiting onder een druk te zetten tussen 0.1 en 4 barg, bij voorkeur tussen 1.0 en 2.0 barg, bijvoorbeeld 1.5 barg, en/of • een gas toe te voeren naar de leidingaansluiting aan een gasstroom tussen 0.1 en 2 bar, bij voorkeur 0.2 bar hoger dan de druk in de leiding waarin het stromend vloeibaar voedingsmiddel zich bevindt, waarbij optioneel het druksysteem en het ontluchtingssysteem hetzelfde zijn.
  3. 3. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste kamer de leidingaansluiting omvat.
    2018/5631
    BE2018/5631
  4. 4. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de open positie van de eerste afsluiter zodanig is dat de additieven van het additief-ontvangst compartiment naar de eerste kamer overgebracht worden met behulp van zwaartekracht.
  5. 5. Systeem volgens een of meer van de conclusies 1 -4, waarbij de tank verder een tweede kamer omvat en een tweede afsluiter aangebracht tussen de eerste kamer en de tweede kamer, waarbij de tweede afsluiter • een open positie heeft waarin additieven van de eerst kamer naar de tweede kamer overgebracht kunnen worden, en • een gesloten positie heeft waarin de eerste kamer kan worden ontlucht terwijl additieven via de leidingaansluiting in het stromend vloeibaar voedingsmiddel kunnen worden ingebracht.
  6. 6. Systeem volgens conclusie 5, waarbij de tweede kamer de leidingaansluiting omvat.
  7. 7. Systeem volgens conclusie 2 en conclusie 6, waarbij het ontluchtingssysteem is aangesloten op de eerste kamer en het druksysteem is aangesloten op de tweede kamer.
  8. 8. Systeem volgens een of meer van de conclusies 5-7, waarbij de open positie van de tweede afluister zodanig is dat de additieven van de eerste kamer naar de tweede kamer overgebracht worden met behulp van zwaartekracht.
  9. 9. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, ingericht om de additieven van de leidingaansluiting in de leiding te brengen met behulp van zwaartekracht.
  10. 10. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusie, waarbij de leidingaansluiting trechtervormig is en/of een verjonging omvat.
  11. 11. Systeem volgens conclusie 10, waarbij een einddiameter van de leidingaansluiting kleiner is dan de diameter van de eerste kamer en/of de tweede kamer, en bij voorkeur kleiner is dan de diameter van de leiding.
  12. 12. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het additiefontvangst compartiment trechtervormig is.
    2018/5631
    BE2018/5631
  13. 13. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de additiefontvangst compartiment • een open bovenkant omvat, of • een deksel omvat om het additief-ontvangst compartiment af te sluiten, dat verder is ingericht om geopend te kunnen worden terwijl de eerste kamer ontlucht wordt en/of additieven via de leidingaansluiting in het stromend vloeibaar voedingsmiddel worden ingebracht.
  14. 14. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste kamer een maximale diameter tussen 100 en 500 mm heeft en een hoogte tussen 100 en 500 mm.
  15. 15. Systeem volgens een of meer van de conclusies 5-14, waarbij de tweede kamer een maximale diameter tussen 100 en 500 mm heeft en een hoogte tussen 100 en 500 mm.
  16. 16. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het ontluchtingssysteem en/of het druksysteem is ingericht met een gasvoorziening te worden verbonden voor een inert gas, waarbij de gasvoorziening verbonden is met de tank via een gasleiding, waarbij de gasleiding bij voorkeur een diameter tussen 6 en 25 mm heeft.
  17. 17. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de leidingaansluiting een leidingaansluitingafsluiter omvat.
  18. 18. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, verder omvattende de leiding.
  19. 19. Systeem volgens conclusie 18, waarbij de leiding een verjonging en een verbreding omvat, met daartussen een leidingstuk waarvan de diameter kleiner is dan de diameter van de rest van de leiding, waarbij het leidingstuk is ingericht om te worden aangesloten aan de leidingaansluiting van de tank.
  20. 20. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, verder omvattende een circulatiepomp ingericht om het vloeibaar voedingsmiddel te doen stromen door de leiding.
  21. 21. Systeem volgens conclusie20, waarbij de leidingaansluiting van detank is aangesloten op de leiding aan een zuigzijde van de circulatiepomp.
    2018/5631
    BE2018/5631
  22. 22. Systeem volgens conclusie 20 of conclusie 21, waarbij de circulatiepomp een centrifugaalpomp is.
  23. 23. Systeem volgens en of meer van conclusies 20-22, verder omvattende een vloeibaar voedingsmiddeltank, waarbij drukzijde van de circulatiepomp met de vloeibaar voedingsmiddeltank is verbonden.
  24. 24. Systeem volgens conclusie 23, waarbij de circulatiepomp met een onderste gedeelte van de vloeibaar voedingsmiddeltank is verbonden.
  25. 25. Systeem volgens conclusie 23 of conclusie 24, waarbij een zuigzijde van de circulatiepomp is verbonden met de vloeibaar voedingsmiddeltank, bij voorkeur met het onderste gedeelte van het vloeibaar voedingsmiddeltank.
  26. 26. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste afsluiter en/of de tweede afsluiter een vlinderafsluiter is.
  27. 27. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het vloeibaar voedingsmiddel een drank, bij voorkeur bier, is.
  28. 28. Systeem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de additieven in een vaste vorm zijn, waarbij de additieven bij voorkeur pellets zijn, bij voorkeur hoppellets zijn.
  29. 29. Werkwijze voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel, omvattende de volgende stappen:
    • het aanbrengen van een eerste batch additieven in een additief-ontvangst compartiment, • het overbrengen van de eerste batch additieven van het additief-ontvangst compartiment naar een eerste kamer door een eerste afsluiter die is aangebracht tussen het additief-ontvangst compartiment en de eerste kamer in een open positie te brengen, • de eerste afsluiter in een gesloten positie brengen, • het ontluchten van de eerste kamer, • het inbrengen van de eerste batch additieven in het stromend vloeibaar voedingsmiddel via een leidingaansluiting, • terwijl de eerste batch in de eerste kamer en/of de leidingaansluiting is, het aanbrengen van een tweede batch additieven in het additief-ontvangst compartiment.
    2018/5631
    BE2018/5631
  30. 30. Werkwijze volgens conclusie 29, waarbij de tweede batch additieven in het additiefontvangst compartiment wordt aangebracht tijdens het ontluchten van de eerste kamer en/of het inbrengen van de eerste batch additieven in het stromend vloeibaar voedingsmiddel.
  31. 31. Werkwijze volgens conclusie 29 of conclusie 30, verder omvattende een of meer van de volgende stappen:
    • de leidingaansluiting onder een druk brengen die hoger is dan de druk van het vloeibaar voedingsmiddel in de leiding wanneer de eerste batch additieven in de leidingaansluiting is, en/of • de leidingaansluiting onder een druk te zetten tussen 0.1 en 4 barg, bij voorkeur tussen 1.0 en 2.0 barg, bijvoorbeeld 1.5 barg, wanneer de eerste batch additieven in de leidingaansluiting is, en/of • een gas toe te voeren naar de leidingaansluiting aan een gasstroom tussen 0.1 en 2 bar, bij voorkeur 0.2 bar hoger dan de druk in de leiding waarin het stromend vloeibaar voedingsmiddel zich bevindt, wanneer de eerste batch additieven in de leidingaansluiting is.
  32. 32. Werkwijze volgens een of meer van conclusies 29-31, verder omvattende de volgende stappen na het ontluchten van de eerste kamer:
    • het overbrengen van de eerste batch additieven van de eerste kamer naar een tweede kamer door een tweede afsluiter die is aangebracht tussen de eerste kamer en de tweede kamer in een open positie te brengen, • het brengen van de tweede afsluiter in een gesloten positie, • terwijl de eerste batch additieven in de tweede kamer en/of de leidingaansluiting is, de tweede batch additieven van het additief-ontvangst compartiment naar de eerste kamer overbrengen.
  33. 33. Werkwijze volgens conclusie 32, waarbij de werkwijze verder omvat:
    • het inbrengen van de eerste batch additieven in het stromend vloeibaar voedingsmiddel terwijl de tweede batch in de eerste kamer is, en/of • het ontluchten van de eerste kamer terwijl de tweede batch additieven in de eerste kamer is en terwijl de eerste batch additieven in de tweede kamer en/de leidingaansluiting is.
BE20185631A 2018-09-14 2018-09-14 Systeem voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel BE1026616B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185631A BE1026616B1 (nl) 2018-09-14 2018-09-14 Systeem voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel
ES19769598T ES2948809T3 (es) 2018-09-14 2019-09-13 Sistema de inserción de aditivos en un producto alimenticio líquido fluyente
PCT/IB2019/057727 WO2020053821A1 (en) 2018-09-14 2019-09-13 System for inserting additives in a flowing liquid foodstuff
EP19769598.4A EP3850075B1 (en) 2018-09-14 2019-09-13 System for inserting additives in a flowing liquid foodstuff
US17/275,388 US20220049197A1 (en) 2018-09-14 2019-09-13 System for inserting additives in a flowing liquid foodstuff

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185631A BE1026616B1 (nl) 2018-09-14 2018-09-14 Systeem voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026616A1 BE1026616A1 (nl) 2020-04-07
BE1026616B1 true BE1026616B1 (nl) 2020-04-14

Family

ID=63857635

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185631A BE1026616B1 (nl) 2018-09-14 2018-09-14 Systeem voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20220049197A1 (nl)
EP (1) EP3850075B1 (nl)
BE (1) BE1026616B1 (nl)
ES (1) ES2948809T3 (nl)
WO (1) WO2020053821A1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2228497A1 (de) * 1972-06-12 1974-01-31 Mueller A Dr Hopfenveredlung Vorrichtung zur hopfung der bierwuerze
US20140186505A1 (en) * 2012-11-12 2014-07-03 BeVa Besitz-und Verwaltungs-GmbH & Co KG Method and device for extracting aromatic substances from solid plant aromatic substance bearers in a brew liquid
DE102013101435A1 (de) * 2013-02-13 2014-08-14 Friedrich Banke Vorrichtung und Verfahren zur Extraktion von Aromastoffen aus pflanzlichen Aromaträgern in eine Brauflüssigkeit sowie Brauanlage mit einer derartigen Vorrichtung
US20160145550A1 (en) * 2014-11-20 2016-05-26 Gea Brewery Systems Gmbh Device And Method For Extracting Aroma Substances From Vegetable Aroma Carriers Into A Brewing Liquid
DE102016121249A1 (de) * 2016-11-07 2018-05-09 Gea Brewery Systems Gmbh Vorrichtung und Verfahren zur Extraktion von Aromastoffen aus pflanzlichen Aromaträgern in einer Brauflüssigkeit

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US553269A (en) * 1896-01-21 Method of manufacturing beer or ale
US2772975A (en) * 1955-07-08 1956-12-04 Geo Wiedemann Brewing Co Inc Injecting of hops in the brewing of beer
DE3208616C2 (de) * 1982-03-10 1986-09-25 Alb. Klein Gmbh & Co Kg, 5241 Niederfischbach Verfahren und Vorrichtung zum pneumatischen Transport von körnigen und staubförmigen Stoffen
US8875616B2 (en) 2011-03-17 2014-11-04 Rolec Prozess- Und Brautechnik Gmbh Facility for introducing hop into a tank
US9303241B2 (en) * 2012-02-05 2016-04-05 Port City Brewing Company Apparatus, system and method for adding hops or other ingredients to beverage
GB2531054B (en) 2014-10-09 2019-05-15 Brewdog Plc Improvements in or relating to brewing
NZ741204A (en) * 2015-09-01 2022-09-30 Natural Brew Inc Systems, devices, and methods for introducing additives to a pressurised vessel
DE102017106549A1 (de) * 2017-03-27 2018-09-27 Gea Mechanical Equipment Gmbh Verfahren zur Dosierung von Hopfenpellets in ein vergorenes Biervor-produkt und Anlage zur Ausführung des Verfahrens
DK3431576T3 (da) * 2017-07-21 2020-07-20 Alfa Laval Corp Ab System og fremgangsmåde til ekstraktion af opløselige aromakomponenter fra et fast aromabærermateriale i en brygvæske

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2228497A1 (de) * 1972-06-12 1974-01-31 Mueller A Dr Hopfenveredlung Vorrichtung zur hopfung der bierwuerze
US20140186505A1 (en) * 2012-11-12 2014-07-03 BeVa Besitz-und Verwaltungs-GmbH & Co KG Method and device for extracting aromatic substances from solid plant aromatic substance bearers in a brew liquid
DE102013101435A1 (de) * 2013-02-13 2014-08-14 Friedrich Banke Vorrichtung und Verfahren zur Extraktion von Aromastoffen aus pflanzlichen Aromaträgern in eine Brauflüssigkeit sowie Brauanlage mit einer derartigen Vorrichtung
US20160145550A1 (en) * 2014-11-20 2016-05-26 Gea Brewery Systems Gmbh Device And Method For Extracting Aroma Substances From Vegetable Aroma Carriers Into A Brewing Liquid
DE102016121249A1 (de) * 2016-11-07 2018-05-09 Gea Brewery Systems Gmbh Vorrichtung und Verfahren zur Extraktion von Aromastoffen aus pflanzlichen Aromaträgern in einer Brauflüssigkeit

Also Published As

Publication number Publication date
EP3850075B1 (en) 2023-06-07
ES2948809T3 (es) 2023-09-19
WO2020053821A1 (en) 2020-03-19
BE1026616A1 (nl) 2020-04-07
US20220049197A1 (en) 2022-02-17
EP3850075A1 (en) 2021-07-21
EP3850075C0 (en) 2023-06-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101181263B1 (ko) 두유 제조 방법 및 두유 제조 장치
US8758678B2 (en) Machine and method for producing and dispensing liquid or semi-liquid consumer food products
US11541364B2 (en) Food and beverage product
US20060243310A1 (en) Machine and method for producing and dispensing liquid or semi-liquid consumer food products
JP7411031B2 (ja) 撹拌処理内蔵式食品加工装置
US20180171274A1 (en) Addition of ingredients having aromatic components to a beverage
US4665807A (en) Apparatus for treating liquid foodstuffs, in particular, red grape mash
WO2018020006A1 (en) A system and a method for supplying powder and mixing the powder into a liquid
BE1026616B1 (nl) Systeem voor het inbrengen van additieven in een stromend vloeibaar voedingsmiddel
CN110934252B (zh) 一种自动卤制生产线和卤制方法
CN108208518A (zh) 制造液态或半液态食品的设备以及方法
CN109820428B (zh) 一种先腌制调味再烹调的自动烹饪方法
CN107258914A (zh) 一种生浆冷磨的豆奶加工工艺
RU2271671C1 (ru) Способ производства кисломолочных продуктов, способ обработки молока для него, линия производства кисломолочных продуктов и устройство обработки молока для линии
CN109642191B (zh) 用于生产啤酒的方法和相应装置
GB2598528A (en) A method of preparing a re-boiled soy milk
US20240218305A1 (en) Beverage processing method and apparatus
KR101776198B1 (ko) 탁주 냉각장치용 순환식 교반장치
CN212263110U (zh) 原料混合装置及无菌原料混合***
CN204560848U (zh) 一种工业制作豆沙馅的装置
CN107361148A (zh) 一种熟浆热磨的豆奶加工工艺
US2428481A (en) Cooking or processing apparatus
US11311022B2 (en) System and method for mixing polyunsaturated fatty acids into a fluid food product
CN108935714A (zh) 一种瓶装核桃乳的生产工艺
CN114568940B (zh) 一种饮品机碳酸与非碳酸饮料同机柔性转换工艺

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200414