BE1025925B1 - Kit en werkwijze gebruikmakend van een synergistische samenstelling om acaridae te lokken en verwijderen - Google Patents

Kit en werkwijze gebruikmakend van een synergistische samenstelling om acaridae te lokken en verwijderen Download PDF

Info

Publication number
BE1025925B1
BE1025925B1 BE2018/5846A BE201805846A BE1025925B1 BE 1025925 B1 BE1025925 B1 BE 1025925B1 BE 2018/5846 A BE2018/5846 A BE 2018/5846A BE 201805846 A BE201805846 A BE 201805846A BE 1025925 B1 BE1025925 B1 BE 1025925B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cloth
acaridae
kit
mites
felt
Prior art date
Application number
BE2018/5846A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1025925A1 (nl
Inventor
Dorian Penninckx
Original Assignee
Acar'up Sprl
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Acar'up Sprl filed Critical Acar'up Sprl
Publication of BE1025925A1 publication Critical patent/BE1025925A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025925B1 publication Critical patent/BE1025925B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N65/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing material from algae, lichens, bryophyta, multi-cellular fungi or plants, or extracts thereof
    • A01N65/40Liliopsida [monocotyledons]
    • A01N65/44Poaceae or Gramineae [Grass family], e.g. bamboo, lemon grass or citronella grass
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N65/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing material from algae, lichens, bryophyta, multi-cellular fungi or plants, or extracts thereof
    • A01N65/08Magnoliopsida [dicotyledons]
    • A01N65/22Lamiaceae or Labiatae [Mint family], e.g. thyme, rosemary, skullcap, selfheal, lavender, perilla, pennyroyal, peppermint or spearmint

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Natural Medicines & Medicinal Plants (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Mycology (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kit voor de gecontroleerde migratie van Acaridae, omvattende een doek met een gemiddelde dikte van ten minste 1 mm, een eenheidsdosisaanbrenginstrument en een waterige synergetische samenstelling die de niet-letale migratie van Acaridae bevordert. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor niet-letale aanlokking en migratie van Acaridae, bestaande uit twee stappen. Als eerste wordt met behulp van het eenheidsdosisaanbrenginstrument een niet-letale dosis per oppervlak van de Acaridae-lokkende samenstelling op de doek aangebracht. Daarna wordt de doek gedurende ten minste 30 minuten in contact gebracht met het oppervlak van het voorwerp waarvan vermoed wordt dat er Acaridae in leven. Zodra de Acaridae in de doek zijn gemigreerd, kan de doek worden verwijderd. De Acaridae kunnen gedood worden door middel van het wassen of bevriezen van de doek.

Description

KIT EN WERKWIJZE GEBRUIKMAKEND VAN EEN SYNERGISTISCHE SAMENSTELLING OM ACARIDAE TE LOKKEN EN VERWIJDEREN
Technisch gebied
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het vangen van Acaridae, zoals stofmijten. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een kit en werkwijze om Acaridae vanuit hun populatie naar een drager te doen migreren.
Achtergrond
Acaridae vormen een taxon van spinachtigen waartoe mijten en teken behoren. Met name stofmijten komen wereldwijd algemeen voor in huizen. Zij planten zich zeer snel voort en kunnen belangrijke hoeveelheden allergenen in hun uitwerpselen voortbrengen. Derhalve veroorzaken stofmijten allergische symptomen (zie Colloff 2009 voor een overzicht over stofmijten), zoals bijvoorbeeld jeukende, tranende ogen, atopische dermatitis (eczeem), astma, allergische rinitis, aanhoudend verstopte neus of oren. Allergieën als gevolg van stofmijten kunnen zich tot fatale klachten ontwikkelen.
Twee soorten zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor veel allergieën: de Europese huisstofmijt (Dermatophagoides pteronyssinus) en de Amerikaanse huisstofmijt (Dermatophagoides farinae) zijn twee verschillende soorten, maar zijn niet specifiek beperkt tot Europa of Noord-Amerika en komen wereldwijd algemeen voor. Mijten gedijen in het milieu dat wordt verschaft door bedden, overtrekken, dekens, hoofdkussens, matrassen, tapijten, leunstoelen, kussens, gestoffeerde stukken die door mensen worden gebruikt, ook op plekken als teddyberen, kussens en dekens voor honden, katten en andere huisdieren, en woningen in het algemeen.
Een probleem met plekken met levende mijten is hoe allergische reacties te verminderen, d.w.z. hoe allergische reacties te voorkomen of behandelen, waaraan gebruikers, mensen en huisdieren, kunnen lijden wanneer zij in contact of in de buurt komen van dergelijke besmette plekken. Er zijn diverse sanitaire werkwijzen beschikbaar voor het verwijderen en/of doden van Acaridae, zoals stofmijten. De meest algemene en eenvoudige wijze om Acaridae te verwijderen, bestaat uit
BE2018/5846 stofzuigen. Deze werkwijze verwijdert Acaridae slechts, maar doodt ze niet en is in enige mate afhankelijk van de gebruikte apparatuur, en vertrouwt in het bijzonder op opvangzakken die de verspreiding van Acaridae, en belangrijker de van Acaridae afkomstige allergenen, voorkomen. Bovendien zijn niet alle oppervlakken die Acaridae bevatten geschikt om op deze wijze te worden behandeld.
Een andere wijze om met infestatie van Acaridae om te gaan, bestaat uit de toepassing van pesticiden. Hoewel deze werkwijze de Acaridae doeltreffend doodt, en derhalve de verspreiding ervan voorkomt, wordt het gebruik van inherent giftige pesticiden in een huiselijke omgeving vaak niet als aanvaardbaar beschouwd. Deze werkwijzen doden echter slechts de Acaridae, maar verwijderen hen of hun allergenen niet. Bovendien, net als bij het stofzuigen: niet alle oppervlakken kunnen aanvaardbaar zijn of zijn aanvaardbaar om op deze wijze te worden behandeld.
Een gebruikelijk nadeel van alle conventionele sanitatiewerkwijzen voor Acaridae is tot nu toe toegankelijkheid in combinatie met veiligheid en werkzaamheid. Zo hebben bijvoorbeeld matrassen doorgaans een aanzienlijke dikte, zodanig dat het stofzuigen ervan of de toepassing van pesticiden slechts tot oppervlakkige behandeling kan leiden. Aangezien stofmijten in de kern van het matras kunnen verblijven, blijkt dergelijke oppervlakkige behandeling vaak niet zeer doeltreffend. In recente jaren zijn mijtenlokmiddelen gecombineerd met pesticiden om ten minste gedeeltelijk aan de toegankelijkheidsvereisten te voldoen (JP2000336007).
Met het oog op het bovenstaande bestaat er een behoefte om de sanitaire middelen te verbeteren en om verdere werkwijzen te verschaffen voor doeltreffende verwijdering van Acaridae, zoals stofmijten. In het bijzonder is er een behoefte aan werkwijzen en producten die veilig voor de menselijke gezondheid, rendabel, gemakkelijk toepasbaar, alsmede veilig voor het milieu dienen te zijn.
Er zijn diverse terpenen en terpenoïden beschreven als acaricide, Acaridae-lokmiddel en Acaridae-werend middel, afhankelijk van de stof en concentratie waarin ze werden toegepast. Een samenstelling van een pesticidaal terpeenmengsel en een biologisch bestrijdingsmiddel, met gebruikmaking van limoneen als een van de werkzame verbindingen, is beschreven in WO2014029747.
Met het oog op het bovenstaande bestaat er een behoefte aan goed omschreven samenstellingen die het gecontroleerd lokken en migreren van Acaridae mogelijk maken. In het bijzonder dienen deze samenstellingen een lange houdbaarheid en
BE2018/5846 hoge werkzaamheid te hebben en veilig voor de menselijke gezondheid en het milieu en rendabel te zijn.
Samenvatting van de uitvinding
De onderhavige uitvinding omvat een kit voor de gecontroleerde migratie van Acaridae, omvattende een doek met een gemiddelde dikte van ten minste 1 mm, een eenheidsdosisaanbrenginstrument en een waterige synergetische samenstelling die de niet-letale migratie van Acaridae bevordert. Hierin wordt een synergistische samenstelling verschaft om Acaridae in een val te lokken, gevolgd door de verwijdering van de val en de verwijdering van de gevangen Acaridae, indien gewenst. De valinrichting bestaat uit een doek die geïmpregneerd is met een oplossing die voor Acaridae aanlokkelijk is. In een andere uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor doeltreffende eliminatie van Acaridae zoals stofmijten.
Dienovereenkomstig heeft de uitvinding in een aspect betrekking op een werkwijze voor het lokken en vasthouden van Acaridae, omvattende de stappen van:
a) het met behulp van het eenheidsdosisaanbrenginstrument op de doek aanbrengen van een niet-letale dosis per oppervlak van de Acaridae-lokkende samenstelling,
b) het in contact brengen van de doek met het oppervlak van het voorwerp waarvan vermoed wordt dat er Acaridae in leven. Bij voorkeur in contact brengen gedurende ten minste 0,5 uur. Met meer voorkeur ten minste 1 uur.
waarbij de niet-letale dosis per oppervlak Acaridae lokt en migratie vanuit hun leefgebied richting de doek bevordert.
De waterige synergistische oplossing omvat een lokmiddel voor het lokken van Acaridae, waarbij het lokmiddel limoneen is, een of meer aanlokkingsversterkende middelen gekozen uit de groep van citronellal, linaloöl, geranylacetaat, caryofylleen, caryofylleenoxide en/of nerylacetaat, en een emulgator, bij voorkeur polysorbaat.
In een andere uitvoeringsvorm zijn het lokmiddel en de aanlokkingsversterkende middelen van natuurlijke oorsprong, bij voorkeur omvattende de etherische oliën van Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum.
BE2018/5846
In een verdere uitvoeringsvorm is het voorwerp dat vermoedelijk Acaridae bevat, onderworpen aan drogen voorafgaand aan het in contact brengen met de doek. De uitvinders hebben onverwachts gevonden dat als bijvoorbeeld een matras wordt gedroogd voorafgaand aan het aanbrengen van de doek, de hoeveelheid gevangen Acaridae toegenomen is.
In een ander aspect heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het elimineren van Acaridae, omvattende de stappen van:
i) het uitvoeren van de werkwijze zoals hierboven beschreven; en ii) het verwijderen van de doek vanaf het voorwerp dat vermoedelijk Acaridae bevat.
In een uitvoeringsvorm omvat deze werkwijze verder de stap van het wassen of bevriezen van de doek na stap ii). Zowel wassen als bevriezen zal leiden tot het doden van de Acaridae op een niet-giftige wijze. Deze werkwijze maakt het mogelijk de doek te hergebruiken zodra de Acaridae eruit zijn verwijderd.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze voor het verwijderen van Acaridae verschaft, die niet afhankelijk is van giftige stoffen, zoals acariciden. Acaridae worden door de loksamenstelling in de doek gelokt, waarna de doek die de Acaridae bevat wordt verwijderd, waardoor de Acaridae effectief worden verwijderd. De onderhavige werkwijze is geschikt voor gebruik op een verscheidenheid aan voorwerpen of oppervlakken die Acaridae bevatten, die op de conventionele wijze moeilijker te behandelen zijn of waarop het gebruik van pesticiden niet de voorkeur verdient.
In de onderhavige uitvinding is de Acaridae-lokkende samenstelling niet-giftig voor mensen, maar ook niet-letaal voor Acaridae. Dit is belangrijk voor de werkzaamheid van de val, aangezien aangetoond is dat sommige Acaridae in nood een alarmferomoon afgeven. Deze feromonen werken als een afweermiddel dat andere Acaridae waarschuwt en verdere migratie in de doek voorkomt. Zelfs als letale verwijdering van Acaridae het doel is, heeft het doden van Acaridae terwijl de val contact maakt met het leefgebied van de Acaridae een negatieve invloed op de werkzaamheid van de val.
In een uitvoeringsvorm is de niet-letale dosis per oppervlak van het lokmiddel limoneen tussen 10-2 pl/m2 en 104 pl/m2, bij voorkeur tussen 10-2 pl/m2 en 102 μ/m2. De uitvinders hebben verrassenderwijs gevonden dat deze doses zeer goed
BE2018/5846 geschikt zijn voor het lokken van Acaridae, in tegenstelling tot hogere doses waarvan in de techniek bekend is dat ze Acaridae afstoten of zelfs doden.
In een andere uitvoeringsvorm is de niet-letale dosis per oppervlak van de etherische oliën van Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum tussen 10-2 pl/m2 en 104 pl/m2, bij voorkeur tussen 10-2 pl/m2 en 102 pl/m2. De uitvinders hebben verrassenderwijs gevonden dat deze doses zeer goed geschikt zijn voor het lokken van Acaridae, in tegenstelling tot hogere doses waarvan in de techniek bekend is dat ze Acaridae afstoten of zelfs doden.
In een aspect heeft de uitvinding tevens betrekking op een samenstelling, omvattende tussen 10-2 en 102 pl/l, bij voorkeur tussen 10-1 en 10 pl/l, met meer voorkeur tussen 5x10-1 en 5 pl/l, en met de meeste voorkeur ongeveer 1 pl/l etherische oliën uit Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum, waarbij de concentraties bij voorkeur verwijzen naar de gecombineerde concentraties.
In een uitvoeringsvorm is de doek een niet-geweven doek, bij voorkeur vilt. Voordeligerwijs kunnen alle soorten niet-geweven textiel volgens de uitvinding worden gebruikt. Met name vilt is zeer goed geschikt gebleken voor het vangen en vasthouden van de Acaridae.
In een andere uitvoeringsvorm omvat de doek ten minste 10% wol, bij voorkeur ten minste 20% wol. De uitvinders hebben verrassenderwijs gevonden dat een doek die wol omvat het vangen van Acaridae verbetert. Zonder aan theorie gebonden te willen zijn, veronderstellen de uitvinders dat de textuur van wol het beter mogelijk maakt dat Acaridae zich hechten aan en opgenomen worden in de doek, zodanig dat het vasthouden van de Acaridae toeneemt.
In een verdere uitvoeringsvorm heeft de doek een gemiddelde dikte van ten minste 1 mm, bij voorkeur ten minste 2 mm. In nog een andere uitvoeringsvorm heeft de doek een gemiddelde dichtheid van tussen 5 mg/cm2 en 70 mg/cm2, bij voorkeur tussen 15 mg/cm2 en 50 mg/cm2. De uitvinders hebben verrassenderwijs gevonden dat een doek van deze dikte en/of dichtheid het vasthouden van Acaridae verder verbetert.
In een andere uitvoeringsvorm heeft de doek waarden in de CIELCH-kleurschaal van L*<50; C*>50; en 240<h°<300; en is deze bij voorkeur donkerblauw.
BE2018/5846
Verrassenderwijs is gevonden dat in het bijzonder donkere kleuren, zoals donkerblauw, meer Acaridae lokken dan lichtere kleuren.
In een uitvoeringsvorm zijn de volgens de uitvinding te vangen Acaridae gekozen uit Dermatophagoides pteronyssinus en Dermatophagoides farinae.
Bovenstaande en verdere aspecten en voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding worden in de volgende paragrafen en in de bijgevoegde conclusies beschreven. Het onderwerp van bijgevoegde conclusies wordt hierbij specifiek in deze beschrijving opgenomen.
Beschrijving van de figuren
Figuur 1 toont de invloed van een kit voor het vangen van Acaridae op de symptomen van stofmijtallergie.
Uitgebreide beschrijving van de uitvinding
De enkelvoudvormen 'een', 'de' en 'het', zoals ze hierin worden gebruikt, omvatten zowel enkelvoudige als meervoudige referenten, tenzij de context duidelijk anders aangeeft.
De termen 'omvattende', 'omvat' en 'bestaande uit', zoals ze hierin worden gebruikt, zijn synoniem met 'bevattende' en 'bevat', zijn inclusief of niet vastomlijnd en sluiten geen bijkomende, niet-genoemde leden, elementen of werkwijzestappen uit. Het zal ingezien worden dat de termen 'omvattende', 'omvat' en 'bestaande uit', zoals ze hierin worden gebruikt, de termen 'bestaande uit' en 'bestaat uit' omvat, evenals de termen 'in wezen bestaande uit' en 'bestaat in wezen uit'.
De vermelding van numerieke bereiken door middel van eindpunten bevat alle getallen en fracties die binnen de betreffende bereiken vallen, alsmede de vermelde eindpunten.
De term 'ongeveer', zoals hierin gebruikt bij het verwijzen naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, wordt bedoeld variaties te omvatten van +/- 20% of minder, bij voorkeur +/- 10% of minder, met meer voorkeur +/- 5% of minder en met nog meer voorkeur +/- 1% of minder van en vanaf de genoemde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt
BE2018/5846 zijn om in de beschreven uitvinding te presteren. Het dient begrepen te worden dat de waarde waarnaar de bepaling 'ongeveer' verwijst zelf ook specifiek en bij voorkeur wordt beschreven.
Hoewel de termen 'een of meer' of 'ten minste één', zoals een of meer of ten minste één lid/leden van een groep leden, op zichzelf duidelijk zijn, omvatten de termen, bij wijze van verdere toelichting, onder andere een verwijzing naar elk van de leden, of naar elke twee of meer leden, zoals bijv. elke >3, >4, >5, >6 of >7 leden en tot alle leden.
Alle in de onderhavige beschrijving geciteerde referenties worden hierbij in hun geheel bij wijze van referentie opgenomen. In het bijzonder wordt het geleerde uit alle hierin specifiek aangehaalde referenties bij wijze van referentie opgenomen.
Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle in de beschrijving van de uitvinding gebruikte termen, waaronder technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals algemeen begrepen door een deskundige op het vakgebied waartoe deze uitvinding behoort. Definities van termen worden bij wijze van verdere toelichting opgenomen om het geleerde van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen.
In de volgende passages worden verschillende aspecten van de uitvinding uitgebreider gedefinieerd. Elk aldus gedefinieerd aspect kan worden gecombineerd met elk ander aspect of andere aspecten, tenzij duidelijk anderszins aangegeven. In het bijzonder kan elk als verkieslijk of tot voordeel strekkend aangegeven kenmerk worden gecombineerd met elk ander kenmerk of andere kenmerken dat/die als verkieslijk of tot voordeel strekkend is/zijn aangegeven.
In deze gehele beschrijving betekent de verwijzing naar 'één uitvoeringsvorm' of 'een uitvoeringsvorm' dat een bepaalde eigenschap of structuur die of een bepaald kenmerk dat in samenhang met de uitvoeringsvorm wordt beschreven, in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding aanwezig is. Derhalve verwijzen de uitdrukkingen 'in één uitvoeringsvorm' of 'in een uitvoeringsvorm' op verschillende plekken in deze beschrijving niet noodzakelijkerwijs, maar wel mogelijkerwijs naar dezelfde uitvoeringsvorm. Verder kunnen de specifieke kenmerken, structuren of eigenschappen op elke geschikte wijze in een of meer uitvoeringsvormen gecombineerd worden, zoals voor een deskundige op het vakgebied van deze beschrijving duidelijk zal zijn. Hoewel sommige hierin
BE2018/5846 beschreven uitvoeringsvormen sommige maar geen andere kenmerken van andere uitvoeringsvormen bevatten, wordt beoogd dat combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen binnen de reikwijdte van de uitvinding vallen en verschillende uitvoeringsvormen vormen, zoals de deskundige zal begrijpen. Zo kan bijvoorbeeld in de bijgevoegde conclusies elk van de geclaimde uitvoeringsvormen in elke combinatie gebruikt worden.
In volgende uitgebreide beschrijving van de uitvinding wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen die daarvan deel uitmaken en die slechts bij wijze van illustratie van specifieke uitvoeringsvormen waarin de uitvinding kan worden uitgeoefend, worden getoond. Het dient begrepen te worden dat andere uitvoeringsvormen kunnen worden gebruikt en structurele of logische veranderingen kunnen worden gemaakt zonder af te wijken van de reikwijdte van de onderhavige uitvinding. De volgende uitgebreide beschrijving dient daarom niet in beperkende zin te worden opgevat en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding wordt door de bijgevoegde conclusies gedefinieerd.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op werkwijzen, producten, samenstellingen en kits voor het lokken, vangen, verwijderen en/of elimineren van Acaridae, in het bijzonder in een huiselijke omgeving. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op het gebruik van dergelijke werkwijzen, producten, samenstellingen en kits voor het lokken, vangen, verwijderen en/of elimineren van Acaridae, in het bijzonder in een huiselijke omgeving.
Het zal begrepen worden dat de parameterbereiken of -waarden zoals hierin gedefinieerd, verwijzen naar het gemiddelde parameterbereik of de gemiddelde parameterwaarde van de doek, zodat ook niet-uniforme parameterbereiken of waarden worden voorzien. Het parameterbereik of de parameterwaarde van de doek, zoals dikte, porositeit, dichtheid, kleur, evenals concentratie van de samenstellingen enz., zijn echter bij voorkeur in wezen uniform. Bij voorkeur variëren deze parameters niet meer dan 25%, bij voorkeur niet meer dan 10% van de gemiddelde waarden.
De term 'synergistische oplossing', zoals hierin gebruikt, verwijst naar een oplossing met meerdere bestanddelen, die een uitgesproken, verbeterd effect heeft, groter dan de som van de afzonderlijke effecten van de bestanddelen.
BE2018/5846
De termen 'vangen' of 'vasthouden', zoals hierin gebruikt in samenhang met Acaridae, betekenen niet noodzakelijkerwijs dat de Acaridae onomkeerbaar gevangen worden. In een bepaalde uitvoeringsvorm kunnen de Acaridae die in de doek gelokt worden vrijuit de doek binnengaan en verlaten. De loksamenstelling die op de doek is aangebracht, dient echter voor het lokken, alsmede het in de doek houden of vasthouden van de Acaridae.
De term 'Acaridae', zoals hierin gebruikt, verwijst naar een onderklasse van spinachtigen waaronder mijten en teken vallen en die ook Acari (of Acarina) wordt genoemd. Bij voorkeur behoren de Acaridae tot de orde Acariformes. Met meer voorkeur behoren de Acaridae tot de familie Pyroglyphidae. Met nog meer voorkeur behoren de Acaridae tot het geslacht Dermatophagoides. Met de meeste voorkeur zijn de Acaridae stofmijten of huisstofmijten. Hieronder vallen de Amerikaanse stofmijt en de Europese stofmijt. Dienovereenkomstig zijn de in een voorkeursuitvoeringsvorm gebruikte Acaridae gekozen uit de groep bestaande uit Dermatophagoides pteronyssinus (de Europese stofmijt) en Dermatophagoides farinae (de Amerikaanse stofmijt). Het zal ingezien worden dat hoewel de termen Europees en Amerikaans over het algemeen verwijzen naar de geografische oorsprong of prevalentie van deze mijten, de verkieslijke mijten volgens de uitvinding niet geografisch beperkt zijn, aangezien Dermatophagoides pteronyssinus en Dermatophagoides farinae niet uitsluitend tot Europa of Noord-Amerika beperkt zijn.
De term 'vilt' verwijst naar een niet-geweven doek of textiel dat wordt vervaardigd door middel van het matteren, samendrukken en persen van synthetische en/of nietsynthetische vezels.
De term 'etherische olie' is in de techniek bekend. Voor verdere toelichting is een etherische olie een geconcentreerde hydrofobe vloeistof die vluchtige aromaverbindingen uit planten bevat. Etherische oliën worden ook vluchtige oliën, essentiële oliën of aromatische oliën genoemd, of eenvoudigweg de 'olie van' de plant waaruit zij geëxtraheerd werden. Etherische oliën van Melissa officinalis, Cymbopogon citratus en Cymbopogon flexuosus citraliferum zijn in de techniek bekend en zijn gemakkelijk te verkrijgen uit een verscheidenheid aan commerciële bronnen.
BE2018/5846
De term 'terpenen', zoals hierin gebruikt, verwijst naar een grote en diverse klasse van organische verbindingen die door een verscheidenheid aan planten en sommige insecten, waaronder Acaridae, worden gemaakt. Terpenen worden biosynthetisch afgeleid uit eenheden van isopreen, dat de molecuulformule C5H8 heeft. De basismolecuulformule van terpenen bestaat uit veelvouden daarvan, (C5H8)n, waarbij n het aantal gekoppelde isopreeneenheden is. Dit wordt de biogenetische isopreenregel of de C5-regel genoemd. 'Monoterpenen' bestaan uit twee isopreeneenheden en hebben de molecuulformule C10H16. 'Sesquiterpenen' bestaan uit drie isopreeneenheden en hebben de molecuulformule C15H24. Terpenen kunnen (multi)cyclisch zijn.
De term 'terpenoïden', zoals hierin gebruikt, verwijst naar een diverse klasse van organische verbindingen die vergelijkbaar zijn met terpenen, maar functionele groepen bevatten. Terpenen zijn koolwaterstoffen, terwijl terpenoïden bijkomende functionele groepen bevatten. Terpenoïden kunnen multicyclisch zijn.
De term 'limoneen', zoals hierin gebruikt, verwijst naar l-methyl-4-(lmethylethenyl)-cyclohexeen. Limoneen is een chiraal molecuul, en biologische bronnen produceren één enantiomeer: de voornaamste industriële bron, citrusfruit, bevat D-limoneen ((+)-limoneen), dat het (R)-enantiomeer is (CAS-nummer: 598927-5). Limoneen, zoals hierin gebruikt, kan D-limoneen evenals het racemisch mengsel zijn.
De term 'pineen', zoals hierin gebruikt, verwijst naar een bicyclische monoterpeenverbinding met de formule (lS,5S)-2,6,6-trimethylbicyclo[3.1.1]hept2-een. Er zijn twee structuurisomeren van pineen die in de natuur voorkomen: apineen (CAS-nummer: 80-56-8) en ß-pineen, die beide chiraal zijn. Pineen zoals hierin gebruikt, kan a-pineen, ß-pineen of een mengsel daarvan, zoals een 50-50mengsel zijn. Bij voorkeur is pineen a-pineen.
De term 'citronellal', zoals hierin gebruikt, verwijst naar een monoterpenoïde met de lUPAC-naam 3,7-dimethyloct-6-een-l-al en molecuulformule (CioHisO). Het CASnummer van citronellal is 106-23-0.
De term 'citronellol', zoals hierin gebruikt, verwijst naar een monoterpenoïde met de lUPAC-naam 3,7-dimethyloct-6-een-l-ol en molecuulformule (C10H20O). Het CASnummer van citronellol is 106-22-9.
BE2018/5846
De term 'linaloöl', zoals hierin gebruikt, verwijst naar twee enantiomeren van een in de natuur voorkomende terpeenalcohol met de lUPAC-naam 3,7-dimethyl-l,6octadieen-3-ol. Het CAS-nummer van linaloöl is 78-70-6. Linaloöl heeft een stereogeen centrum op C3 en daarom zijn er twee stereo-isomeren: (/?)-(-)-linaloöl wordt ook licareol genoemd en (S)-(+)-linaloöl wordt ook coriandrol genoemd. Linaloöl, zoals hierin gebruikt, kan licareol, coriandrol of een mengsel van beide zijn, zoals een 50-50-mengseL
De term 'geranylacetaat', zoals hierin gebruikt, verwijst naar een monoterpeen met de lUPAC-naam 3,7-dimethyl-2,6-octadieen-l-ylacetaat en molecuulformule (C12H20O2). Het CAS-nummer van geranylacetaat is 105-87-3.
De term 'geraniol', zoals hierin gebruikt, verwijst naar een monoterpenoïde met de lUPAC-naam (Z)-3,7-dimethyl-2,6-octadieen-l-ol en molecuulformule (CioHisO). Het CAS-nummer van geraniol is 106-24-1.
De term 'nerolacetaat' of 'nerylacetaat', zoals hierin gebruikt, verwijst naar een monoterpeen met de lUPAC-naam (2Z)-3,7-dimethyl-2,6-octadieen-l-ylacetaat en molecuulformule (C12H20O2). Het CAS-nummer van nerylacetaat is 141-12-8.
De term 'nerol', zoals hierin gebruikt, verwijst naar een monoterpenoïde met de lUPAC-naam (Z)-3,7-dimethyl-2,6-octadieen-l-ol en molecuulformule (CioHisO). Het CAS-nummer van nerol is 106-25-2.
De term 'caryofylleen' of'(-)-ß-caryofylleen', zoals hierin gebruikt, is een natuurlijk bicyclisch sesquiterpeen met de lUPAC-naam (lR,4E,9S)-4,ll,ll-trimethyl-8methylideenbicyclo[7.2.0]undec-4-een en molecuulformule (C15H24). Het CASnummer van caryofylleen is 87-44-5.
De term 'caryofylleenoxide', zoals hierin gebruikt, verwijst naar (1R,6R,1OS)4R,12,12-trimethyl-9-methyleen-5-oxatricyclo[8.2.0.04,6]dodecaan (CASnummer: 1139-30-6). Caryofylleenoxide is een metaboliet van caryofylleen, waarbij de olefine een epoxide is geworden.
De term 'polysorbaat', zoals hierin gebruikt, verwijst naar derivaten van gepolyethoxyleerd sorbitaan, veresterd met vetzuren, die bij de deskundige op het
BE2018/5846 vakgebied bekend zijn als emulgatoren. De term 'polysorbaat 20' of 'polyoxyethyleen(20)sorbitaanmonolauraat' verwijst naar een niet-ionogene oppervlakteactieve stof van het polysorbaat-type, gevormd door de ethoxylering van sorbitaan voor de toevoeging van laurinezuur. Het ethoxyleringsproces voorziet het molecuul van 20 herhalende eenheden polyethyleenglycol; in de praktijk zijn deze verdeeld over 4 verschillende ketens, wat leidt tot een commercieel product dat een scala aan chemische entiteiten bevat. (CAS-nummer 9005-64-5)
De term 'citral', zoals hierin gebruikt, verwijst naar 3,7-dimethyl-2,6-octadiënal, ook lemonal genoemd (CAS-nummer: 5392-40-5), en is een van, of een mengsel van, een paar terpenoïden met de molecuulformule CioHieO. De twee verbindingen zijn dubbelebindingsisomeren. Het E-isomeer wordt geranial of citral A genoemd. Het Zisomeer wordt neral of citral B genoemd. Citral zoals hierin gebruikt kan neral, geranial of een mengsel van beide, zoals een 50-50-mengsel zijn. Citral staat bekend om zijn Acaridae-werende en acaricidale eigenschappen bij hoge concentraties. Bij lage concentraties staat het bekend als een Acaridae-lokkend middel.
De 'referentiemortaliteitswaarde' is een maat voor het aantal sterfgevallen in een bepaalde populatie, omgerekend naar de omvang van die populatie, per tijdseenheid in een referentiesysteem. Bij voorkeur is dit referentiesysteem een systeem zonder enige ongebruikelijke invloeden, waaronder maar niet beperkt tot, temperatuurschommelingen, mechanische, chemische of biologische behandelingen. De 'behandelingsmortaliteitswaarde' is een maat voor het aantal sterfgevallen in een bepaalde populatie, omgerekend naar de omvang van die populatie, per tijdseenheid in een systeem dat wordt behandeld met een of meer chemische verbindingen.
De term 'niet-letaal', zoals hierin gebruikt, verwijst naar een verhouding tussen de behandelingsmortaliteitswaarde en de referentiemortaliteitswaarde lager dan 5. Behandelingen of stoffen die leiden tot een verhouding hoger dan 5 worden 'letaal' genoemd.
De term 'migratie', zoals hierin gebruikt, betekent het veroorzaken dat Acaridae zich verplaatsen van een plek waar zij leven naar een andere plek. De term 'gemigreerde populatie' is gedefinieerd als de verhouding tussen de populatie in de laatstgenoemde plek tot de aanvankelijke populatie in de eerstgenoemde plek. Met andere woorden: de 'gemigreerde populatie' is de fractie van de populatie die migreerde.
BE2018/5846
De term 'lokkend', zoals hierin gebruikt, betekent gerichte migratie: het veroorzaken dat Acaridae zich verplaatsen van een plek waar zij leven naar een andere plek, waar de bron van aanlokking zich bevindt. In één uitvoeringsvorm is de bron van aanlokking een lokmiddel. In één uitvoeringsvorm betekent aanlokking niet werend, immobiliserend of dodend.
De term 'migratiewaarde' of'migratiesnelheid', zoals hierin gebruikt, is gedefinieerd als de afstand van het centrum van de Acaridae-populatie tot de bron van aanlokking, gedeeld door de tijd die vereist is voor een relatief deel van de populatie, bij voorkeur 50%, om de bron van aanlokking te bereiken. De migratiewaarde kan alleen in goed gecontroleerde experimenten als een kwantitatieve maat worden gebruikt. Tenzij anders vermeld, zal de migratiewaarde uitsluitend als een kwalitatieve maat worden behandeld.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op werkwijzen, producten, kits en in het bijzonder samenstellingen voor het lokken, vangen, verwijderen en/of elimineren van Acaridae, in het bijzonder in een huiselijke omgeving. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op het gebruik van dergelijke werkwijzen, producten, samenstellingen en kits voor het lokken, vangen, verwijderen en/of elimineren van Acaridae, in het bijzonder in een huiselijke omgeving.
In zoverre wordt een werkwijze beschreven voor het lokken en/of vasthouden van Acaridae, omvattende de stappen van:
a) het verschaffen van een doek met tussenruimtes die voldoende groot zijn en met een dikte die voldoende groot is om Acaridae vast te houden; en bl) het op de doek aanbrengen van een waterige synergistische oplossing, omvattende een niet-letale dosis per oppervlak van een waterige oplossing van een lokmiddel, waarbij het lokmiddel limoneen is, meerdere aanlokkingsversterkende middelen, bij voorkeur citronellal, linaloöl, geranylacetaat, caryofylleen, caryofylleenoxide en/of nerylacetaat, en een emulgator, bij voorkeur polysorbaat.
b2) het op de doek aanbrengen van een waterige synergistische oplossing, omvattende een niet-letale dosis per oppervlak van een waterige oplossing van de etherische oliën van Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum, bij voorkeur Melissa officinalis en Cymbopogon flexuosus citraliferum, en een emulgator, bij voorkeur polysorbaat.
BE2018/5846
In wezen wordt een doek verschaft die dient te worden geplaatst op een oppervlak van een voorwerp waarin Acaridae leven. Voor of na het plaatsen van de doek op het oppervlak wordt een samenstelling die Acaridae lokt op de doek aangebracht. Na het aanbrengen van de geïmpregneerde doek op het oppervlak worden Acaridae door de loksamenstelling gelokt, zullen zij de doek in migreren en worden zij op deze wijze doeltreffend uit het voorwerp geëlimineerd. Het dient begrepen te worden dat de doek, zoals hierin gebruikt, tussenruimtes en een dikte heeft die voldoende groot zijn om Acaridae vast te houden. Daartoe is de doek in zekere mate poreus, zodat Acaridae de doek in kunnen migreren. De deskundige zal begrijpen dat naargelang van het te vangen type Acaridae, de porositeit en dikte van de doek dienovereenkomstig veranderd kan worden, aangezien de omvang van Acaridae van de soort kan afhangen. Bij wijze van voorbeeld kunnen poriegrootten van de doek minder dan 1 mm tot meerdere mm zijn, zoals 1 mm, 2 mm, 3 mm, 4 mm, 5 mm of meer. De dikte van de doek kan dienovereenkomstig variëren. Bij wijze van voorbeeld kan de dikte tot 1 mm zijn of kan meer zijn, zoals 1 mm, 2 mm, 3 mm, 4 mm, 5 mm of meer. Bij voorkeur is de dikte van de doek ten minste ongeveer 1 mm. Met meer voorkeur is de dikte van de doek tussen ongeveer 1 mm en 5 mm, zoals tussen 1 mm en 4 mm, of tussen 1 mm en 3 mm. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de dikte van de doek 2 mm of ongeveer 2 mm.
De doek zoals hierin toegepast, heeft bij voorkeur een dichtheid tussen (ongeveer) 5 mg/cm2 en 70 mg/cm2, zoals tussen (ongeveer) 10 mg/cm2 en 60 mg/cm2, met meer voorkeur tussen (ongeveer) 15 mg/cim en 50 mg/cm2. In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de doek een dichtheid van 20 mg/cm2 of ongeveer 20 mg/cm2. In een verdere uitvoeringsvorm heeft de doek een dichtheid van 10 mg/cm2 of ongeveer 10 mg/cm2.
Bij voorkeur heeft de doek zoals hierin gebruikt een donkere kleur, zoals donkerblauw. Kleuren kunnen gemeten worden met een verscheidenheid aan technieken die in de techniek bekend zijn. Bij wijze van voorbeeld, en zonder beperking, kan kleur worden bepaald op basis van de parameters helderheid, tint en verzadiging (of chroma). Deze parameters kunnen afzonderlijk of gezamenlijk bepaald worden volgens de CIELCH-kleurschaal, waarbij L* (lichtheid of helderheid), C* (chroma of verzadiging) en h° (tint) de parameters zijn die een polaire kleurruimte voorstellen. Bij voorkeur is L*<50, zoals L*<60, L*<70, L*<80 of L*<90, wat donkerdere kleuren voorstelt. In een uitvoeringsvorm is C*>50, zoals
BE2018/5846
C*>60, C*>70, C*>80 of C*>90, wat fellere kleuren voorstelt. In een andere uitvoeringsvorm is 180<h°<360, zoals 200<h°<340, 220<h°<320 of 200<h°<300, wat blauwe kleuren voorstelt.
De doek zoals hierin gebruikt, is bij voorkeur een doek of textiel, bij voorkeur een flexibel doek of textiel. Met meer voorkeur is de doek een niet-geweven doek of textiel, zoals een flexibel niet-geweven doek of textiel. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de doek vilt. Vilt is in de techniek bekend. Voor verdere toelichting verwijst de term 'vilt', zoals hierin gebruikt, naar een niet-geweven doek of textiel dat wordt vervaardigd door middel van het matteren, samendrukken en persen van synthetische en/of niet-synthetische vezels.
Volgens de uitvinding kan de doek volledig of gedeeltelijk synthetisch zijn. Als alternatief kan de doek volledig of gedeeltelijk van natuurlijke materialen gemaakt zijn. In een uitvoeringsvorm omvat de doek of bestaat de doek uit polyester. In een andere uitvoeringsvorm omvat de doek of bestaat de doek uit viscose. In een verdere uitvoeringsvorm omvat de doek of bestaat de doek uit wol. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de doek ten minste 10% wol (bij voorkeur op basis van gewicht), zoals (ongeveer) 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 65, 70, 75, 80, 85, 90, 95 of 100% wol. Bij voorkeur omvat de doek ten minste (ongeveer) 20% wol. Met meer voorkeur omvat de doek ten minste 30% wol, zoals 30% wol of ongeveer 30% wol. De wol zoals hierin beschreven, kan worden verkregen van elk dier dat wol produceert, zoals, zonder beperking, schapen en bepaalde andere dieren, waaronder kasjmier van geiten, mohair van geiten, qiviut van muskusossen, vicuna, alpaca, kamelenwol van dieren uit de kamelenfamilie, en angora van konijnen. Bij voorkeur is de wol lakenwol. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de doek 30% wol en 70% viscose.
In een andere uitvoeringsvorm is de doek zoals hierin gebruikt welke doek dan ook, waaronder maar niet beperkt tot beddengoed of bedlinnen. Een technische doek, zijnde een doek die is geoptimaliseerd voor het lokken van Acaridae, heeft voor dit doel duidelijke voordelen. Als zodanig worden in meerdere voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding technische doeken genoemd. De onderhavige uitvinding is echter niet beperkt tot technische doeken. In feite zal bijna elke doek volstaan om Acaridae te lokken, zij het met lagere efficiëntie.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de doek een katoenen doek, bij voorkeur omvattende meer dan 80% katoen, met meer voorkeur omvattende meer dan 90%
BE2018/5846 katoen. De deskundige zal begrijpen dat elke doek kan worden gebruikt die algemeen in het huishouden voor verschillende doeleinden wordt gebruikt, zonder af te wijken van de reikwijdte van de onderhavige uitvinding. In een andere uitvoeringsvorm is de doek zoals hierin gebruikt een badhanddoek. In een andere uitvoeringsvorm is de doek zoals hierin gebruikt bedlinnen. In een andere uitvoeringsvorm omvat de doek zoals hierin gebruikt katoen. In een andere uitvoeringsvorm omvat de doek eenzijdige badstof. Als alternatief omvat de doek tweezijdige badstof of perkal. Het gebruikmaken van gemakkelijk verkrijgbare doeken, zoals badhanddoeken of bedlinnen, biedt meerdere voordelen. Er hoeven geen bijkomende doeken te worden gekocht. Er hoeven geen bijkomende doeken te worden gewassen. Daardoor is het gebruik van beschikbare doeken gemakkelijk voor de gebruiker. Daarnaast kan de kit zonder een doek worden geproduceerd, vervoerd en verkocht. Aangezien de doek het meest volumineuze deel van de kit is, vermindert het gebruik van beschikbare doeken de vereisten voor vervoer en opslag drastisch.
In een uitvoeringsvorm omvatten de samenstellingen zoals hierin beschreven een etherische olie van Melissa officinalis (citroenmelisse) en/of een etherische olie van Cymbopogon citratus (citroengras) en/of een etherische olie van Cymbopogon flexuosus citraliferum (citroengras), bij voorkeur een mengsel van beide. De term 'etherische olie' is in de techniek bekend. Voor verdere toelichting is een etherische olie een geconcentreerde hydrofobe vloeistof die vluchtige aromaverbindingen uit planten bevat. Etherische oliën worden ook vluchtige oliën, essentiële oliën of aromatische oliën genoemd, of eenvoudigweg de 'olie van' de plant waaruit zij geëxtraheerd werden. Etherische oliën van Melissa officinalis, Cymbopogon citratus en Cymbopogon flexuosus citraliferum zijn in de techniek bekend en zijn gemakkelijk te verkrijgen uit een verscheidenheid aan commerciële bronnen.
Zoals hierin gebruikt, is limoneen een Acaridae-lokmiddel, en zijn citronellal, linaloöl, geranylacetaat, caryofylleen, caryofylleenoxide en/o nerylacetaat aanlokkingsversterkende middelen. Deze stoffen, evenals de etherische oliën van Melissa officinalis en Cymbopogon flexuosus citraliferum worden de werkzame bestanddelen of ingrediënten van de samenstellingen zoals hierin beschreven genoemd.
BE2018/5846
De zoals hierin beschreven, op de doek aan te brengen niet-letale dosis lokmiddel en aanlokkingsversterkende middelen ligt bij voorkeur tussen ongeveer 10-2 pl/m2 en 104 pl/m2, zoals tussen (ongeveer) 10-2 pl/m2 en 103 pl/m2, 10-2 pl/m2 en 102 pl/m2, 10-2 pl/m2 en 10 pl/m2, 10-2 pl/m2 en 1 pl/m2, 10-1 pl/m2 en 1 pl/m2. Bij voorkeur is de dosis tussen (ongeveer) 10-2 pl/m2 en 102 pl/m2, met meer voorkeur tussen (ongeveer) 5x10-2 pl/m2 en 10 pl/m2, met nog meer voorkeur tussen (ongeveer) 5x10-2 pl/m2 en 5 pl/m2, met de meeste voorkeur tussen 10-2 pl/m2 en 1 pl/m2, tussen 5x10-2 pl/m2 en 5x10-1 pl/m2 of tussen 5x10-2 pl/m2 en 1 pl/m2. Deze waarden en bereiken kunnen van toepassing zijn op het lokmiddel limoneen en elk van de afzonderlijke aanlokkingsversterkende middelen, of kunnen van toepassing zijn op de totale gecombineerde dosis lokmiddel en aanlokkingsversterkende middelen. In een voorkeursuitvoeringsvorm verwijzen deze waarden naar de totale gecombineerde dosis lokmiddel en aanlokkingsversterkende middelen.
In een andere uitvoeringsvorm omvat de hierin beschreven samenstelling 103 tot 10-4 ng/pl limoneen. Bij voorkeur tussen 101 en 10-3 ng/pl limoneen. Met meer voorkeur tussen 10-1 en 10-2 ng/pl limoneen. Met de meeste voorkeur tussen 100 en 10-2 ng/pl limoneen. Limoneen is het voornaamste Acaridae-lokmiddel in de samenstelling. Het is betrekkelijk stabiel en is lang houdbaar. Het leidt tot een hoge migratiewaarde, zelfs bij lage concentraties, maar te hoge concentraties leiden tot afwerende en zelfs acaricidale effecten. Daarom dienen hoge concentraties te worden vermeden en is doseringsregeling van het uiterste belang voor de uitvinding.
In een andere uitvoeringsvorm omvat het aanlokkingsversterkende middel 103 tot 10-4 ng/pl citronellal. Bij voorkeur tussen 101 en 10-3 ng/pl citronellal. Met meer voorkeur tussen 10-1 en 10-2 ng/pl citronellal. Met de meeste voorkeur tussen 100 en 10-2 ng/pl citronellal. In een verdere uitvoeringsvorm is het aanlokkingsversterkende middel citronellal vervangen door de overeenkomstige alcohol citronellol of, bij voorkeur, een mengsel daarvan. Citronellal werkt als een mild Acaridae-lokmiddel met een lagere migratiewaarde dan limoneen op zichzelf. Tijdens testen met limoneen gedurende lange contacttijden, verhoogde het de gemigreerde populatie tot bijna 1, wat bijna volledige migratie inhoudt.
In een andere uitvoeringsvorm omvat het aanlokkingsversterkende middel 103 tot 10-4 ng/pl linaloöl. Bij voorkeur tussen 101 en 10-3 ng/pl linaloöl. Met meer voorkeur tussen 10-1 en 10-2 ng/pl linaloöl. Met de meeste voorkeur tussen 100 en 10-2 ng/pl
BE2018/5846 linaloöl. Linaloöl is een bekend insecticide tegen vlooien en fruitvliegen. In lage doses leek het geen significant lokeffect te hebben op Acaridae wanneer het op zichzelf werd gebruikt. Er werd na een vaste tijd echter een significante verhoging in de gemigreerde populatie waargenomen wanneer linaloöl werd gecombineerd met limoneen en andere lokmiddelen.
In een andere uitvoeringsvorm omvat het aanlokkingsversterkende middel van de samenstelling 103 tot 10-4 ng/pl geranylacetaat. Bij voorkeur tussen 101 en 10-3 ng/pl geranylacetaat. Met meer voorkeur tussen 10-1 en 10-2 ng/pl geranylacetaat. Met de meeste voorkeur tussen 100 en 10-2 ng/pl geranylacetaat. In een verdere uitvoeringsvorm is het geranylacetaat vervangen door de overeenkomstige alcohol geraniol of, bij voorkeur, een mengsel daarvan.
In een andere uitvoeringsvorm omvat het aanlokkingsversterkende middel 103 tot 10-4 ng/pl nerylacetaat. Bij voorkeur tussen 101 en 10-3 ng/pl nerylacetaat. Met meer voorkeur tussen 10-1 en 10-2 ng/pl nerylacetaat. Met de meeste voorkeur tussen 100 en 10-3 ng/pl nerylacetaat. In een verdere uitvoeringsvorm is het nerylacetaat vervangen door de overeenkomstige alcohol nerol of, bij voorkeur, een mengsel daarvan.
Nerylacetaat en nerol hebben een met neral vergelijkbaar Acaridae-lokkend effect en geranylacetaat en geraniol hebben een met geranial vergelijkbaar Acaridaelokkend effect. In beide gevallen zijn de acetaat- en alcoholvormen minder werkzaam en minder vluchtig, maar leiden ze tot een hogere gemigreerde populatie na lange tijd. Gezien de Acaridae-werende kenmerken bij hoge doses, samen met de korte houdbaarheid van neral, maakt dit nerylacetaat en nerol geschikter voor gebruik als een gereguleerd Acaridae-aanlokkingsversterkend middel. Zonder aan theorie gebonden te zijn, is het mogelijk dat nerol en nerylacetaat niet werkzaam zijn, maar werken via een chemisch evenwicht met neral, waarbij neral werkzaam is op Acaridae. Als dit waar is, werken nerol en nerylacetaat als een manier om langzame, gereguleerde afgifte van citral te hebben, dat vervolgens vanwege de hoge vluchtigheid ervan wordt verwijderd. Ongeacht het onderliggende mechanisme is gevonden dat deze stoffen zeer goed werken in combinatie met limoneen om snelle en bijna volledige migratie van Acaridae te bereiken.
Het voornaamste verschil tussen het lokmiddel limoneen en de aanlokkingsversterkende middelen is dat de aanlokkingsversterkende middelen bij de hierin beschreven doses geen significante migratiewaarde hebben wanneer zij op
BE2018/5846 zichzelf worden gebruikt. Echter, bij gebruik in combinatie met andere lokmiddelen en aanlokkingsversterkende middelen waren de migratiewaarde en gemigreerde populatie significant hoger dan elk lokmiddel zonder versterkende middelen. Het verhogen van de lokmiddelconcentratie leidde niet tot verhoogde migratie, maar het vergroten van de hoeveelheid aanlokkingsversterkende middelen terwijl de concentraties laag werden gehouden, had wel een significant effect op de migratiesnelheid en gemigreerde populatie.
Deze uitvinding met samenstelling volgens conclusie 1 omvat een emulgator. De emulgator dispergeert het lokmiddel en de aanlokkingsversterkende middelen in water. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de emulgator polysorbaat 20. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de emulgator 0,1-100 ng/pl polysorbaat 20. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de emulgator 1-10 ng/pl polysorbaat 20. Een geschikte emulgator is zeer belangrijk voor zowel de productie als de toepassing. Zonder de emulgator is de dispersie van de waterige oplossing onvoldoende, wat leidt tot hoge variaties in doseringen. Te lage doses zijn onwerkzaam, terwijl te hoge doses Acaridae-werend zijn.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de waterige samenstelling tussen 10-2 en 103 ng/pl etherische oliën uit Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum. Met meer voorkeur tussen 10-1 en 102 ng/pl etherische oliën uit Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum. Met meer voorkeur tussen 1 en 10 ng/pl etherische oliën uit Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum. Met de meeste voorkeur ongeveer 3,5 ng/pl etherische oliën uit Melissa officinalis en ongeveer 3,6 ng/pl Cymbopogon flexuosus citraliferum. De verhouding van de concentraties van de etherische oliën uit Melissa officinalis en Cymbopogon flexuosus citraliferum is bij voorkeur tussen 10:1 en 1:10. Een synergistisch mengsel van de etherische oliën van deze planten is ideaal geschikt voor het lokken van Acaridae, aangezien het een grote verscheidenheid aan lokmiddelen en aanlokkingsversterkende middelen bevat die synergistisch werken, wat leidt tot zowel hoge migratiewaarden en grote gemigreerde populatie na een betrekkelijk korte tijd.
De uitvinding heeft verder betrekking op een kit, omvattende deze samenstelling of houder en verder een doek zoals hierin gedefinieerd, ofwel van te voren
BE2018/5846 geïmpregneerd met de samenstelling zoals hierin gedefinieerd, ofwel niet geïmpregneerd.
Wanneer meer dan één werkzaam bestanddeel in de samenstellingen zoals hierin beschreven wordt gemengd, kan het mengsel elke verhouding van de betreffende werkzame bestanddelen omvatten. Zo kunnen twee werkzame bestanddelen bijvoorbeeld in een verhouding (volume/volume) van ongeveer 100:1 tot 1:100 in een samenstelling aanwezig zijn, zoals (ongeveer) 90:1, 80:1, 70:1, 60:1, 50:1, 40:1, 30:1, 20:1, 10:1, 1:10, 1:20, 1:30, 1:40, 1:50, 1:60, 1:70, 1:80 of 1:90.In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn twee werkzame bestanddelen in een verhouding van 10:1 tot 1:10 in de samenstelling aanwezig. Bijvoorbeeld, Melissa officinalis en Cymbopogon flexuosus citraliferum kunnen in een verhouding van ongeveer 5:1 tot 1:5 aanwezig zijn.
De samenstellingen zoals hierin beschreven, kunnen geheel bestaan uit de hierin gedefinieerde werkzame bestanddelen, kunnen in wezen bestaan uit de hierin gedefinieerde werkzame bestanddelen, of kunnen de hierin gedefinieerde werkzame bestanddelen omvatten. De samenstellingen zoals hierin gedefinieerd kunnen bijkomende bestanddelen omvatten die werkzaam of onwerkzaam zijn met betrekking tot het lokken van Acaridae. Bij voorkeur, als de samenstelling bijkomende bestanddelen omvat, zijn deze neutraal met betrekking tot Acaridae, d.w.z. ze stoten Acaridae niet af, noch doden ze hen. Een bijzonder geschikt bijkomend bestanddeel in de samenstellingen zoals hierin gedefinieerd is eucalyptol (l,3,3-trimethyl-2-oxabicyclo[2.2.2]octaan).
De werkwijze zoals hierin beschreven, kan verder de stap omvatten van het in contact brengen van de doek met een voorwerp dat Acaridae bevat of dat vermoedelijk Acaridae bevat. Het dient begrepen te worden dat de doek voor of na het aanbrengen van de Acaridae-lokkende samenstelling met een dergelijk voorwerp in contact kan worden gebracht. De te bedekken voorwerpen zijn onder meer, zonder beperking, bedden, overtrekken, dekens, hoofdkussens, matrassen, tapijten, leunstoelen, kussens, gestoffeerde stukken die door mensen worden gebruikt, ook voorwerpen als teddyberen, kussens en dekens voor honden, katten en andere huisdieren, en woningen in het algemeen. De term 'in contact brengen', zoals hierin gebruikt, behelst normaliter het plaatsen van de doek op of onder het voorwerp. De doek kan ook om het voorwerp worden gewikkeld. Doorgaans en bij voorkeur is de doek in rechtstreeks contact met het voorwerp. Het zal begrepen worden dat
BE2018/5846 afhankelijk van de vorm en grootte van het voorwerp, de doek evenzo een verschillende vorm of grootte kan hebben. Een of meer doeken kunnen met een te behandelen voorwerp in contact worden gebracht.
Wanneer de samenstelling zoals hierin beschreven op de doek wordt aangebracht, heeft de doek bij voorkeur een relatieve vochtigheid tussen ongeveer 30% en ongeveer 80%, zoals tussen (ongeveer) 40-80%, bij voorkeur tussen 50-75%, alvorens geplaatst te worden op het voorwerp dat Acaridae bevat of dat vermoedelijk Acaridae bevat. Afhankelijk van de aan te brengen hoeveelheid van de samenstelling per oppervlak van doek, die op haar beurt afhangt van de concentratie van de werkzame bestanddelen in de samenstelling, dient de doek mogelijk gedroogd te worden alvorens hem in contact te brengen met een te behandelen voorwerp. Het drogen kan passief worden uitgevoerd, zoals door middel van passieve evenwichtsinstelling met vochtigheidsomstandigheden van de omgeving. Als alternatief kan het drogen actief worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld, zonder beperking, door middel van het toepassen van warmte om overmatig vocht te verdampen. De concentratie van de werkzame bestanddelen in de samenstellingen zoals hierin beschreven, kan ook zodanig worden gekozen dat aanbrenging van de vereiste hoeveelheid van de samenstellingen die leidt tot de vereiste dosis per oppervlakte-eenheid automatisch leidt tot de vereiste relatieve vochtigheid.
Bij voorkeur wordt de doek die de Acaridae-lokkende samenstelling omvat gedurende ten minste 0,5 uur of ongeveer 0,5 uur, met meer voorkeur gedurende ten minste 1 uur of ongeveer 1 uur, met nog meer voorkeur gedurende ten minste 2 uur of ongeveer 2 uur in contact gebracht met een voorwerp. De doek kan in contact worden gebracht gedurende (ongeveer) 0,50, 0,75, 1,00, 1,25, 1,50, 1,75, 2,00, 2,25, 2,50, 2,75, 3,00 uur of meer.
Volgens de werkwijzen zoals hierin beschreven, kan het voorwerp dat Acaridae bevat of vermoedelijk Acaridae omvat en dat in contact gebracht, zoals bedekt, dient te worden met de doek die de Acaridae-lokkende samenstelling omvat, voordeligerwijs worden gedroogd alvorens met de doek in contact te worden gebracht. De term drogen, zoals hierin gebruikt, verwijst bij voorkeur naar een evenwichtsinstelling met de vochtigheidsomstandigheden van de omgeving. De droogstap is derhalve het gunstigst om te worden toegepast op voorwerpen die aan vochtige omstandigheden onderhevig kunnen zijn. Zo kan bijvoorbeeld een matras waarop geslapen is vochtiger zijn dan omgevingsomstandigheden als gevolg van transpiratie van het
BE2018/5846 individu dat erop geslapen heeft. Bij voorkeur kan het voorwerp, in het bijzonder een matras, enkele uren worden gedroogd. Het drogen kan passief worden uitgevoerd, zoals door middel van passieve evenwichtsinstelling met vochtigheidsomstandigheden van de omgeving. Als alternatief kan het drogen actief worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld, zonder beperking, door middel van het toepassen van warmte om overmatig vocht te verdampen. In een uitvoeringsvorm kan het voorwerp dat met de doek zoals hierin beschreven wordt bedekt, gedurende ten minste ongeveer 1 uur worden gedroogd, zoals bijvoorbeeld (ongeveer) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 of meer uur. In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het voorwerp gedurende ten minste ongeveer 3 uur gedroogd, bij voorkeur gedurende ten minste ongeveer 5 uur, met nog meer voorkeur gedurende ongeveer 7 uur of 7 uur.
Om de Acaridae te verwijderen of elimineren wordt de doek, na in contact te zijn gebracht met het voorwerp dat de Acaridae bevat, van het voorwerp verwijderd. De Acaridae die in de doek verblijven worden zo effectief van het voorwerp verwijderd en geëlimineerd. Om de Acaridae uit de doek te verwijderen, kan de doek worden gewassen en/of bevroren. Beide werkwijzen leiden tot het doden van de Acaridae.
Wanneer de doek wordt gewassen, zullen de Acaridae tijdens het wasproces tegelijkertijd ook uit de doek worden verwijderd. Elk conventioneel wasproces kan worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld in een wasmachine. Er kan tijdens het wasproces al of niet wasmiddel worden toegevoegd. Bij voorkeur wordt er wasmiddel toegevoegd, omdat dit helpt de Acaridae te doden. Het zal begrepen worden dat de deskundige de wasomstandigheden kan bepalen naargelang van de samenstelling van de doek, aangezien bijvoorbeeld bepaalde textielsoorten niet tegen wassen bij hoge temperatuur kunnen, terwijl andere niet tegen bepaalde typen wasmiddel kunnen.
Het bevriezen van de doek kan worden uitgevoerd door de doek te onderwerpen aan temperaturen lager dan 0 °C, bij voorkeur lager dan ongeveer -10 °C, zoals lager dan (ongeveer) -15°C of -20°C. Bij voorkeur wordt de doek gedurende ten minste ongeveer 0,50 uur bevroren, zoals (ongeveer) 0,50, 1,00, 1,25, 1,50, 1,75, 2,00, 2,25, 2,50, 2,75, 3,00 of meer uur. De deskundige zal begrijpen dat er afhankelijk van de grootte van de doek langere perioden van toepassing kunnen zijn om de doek volledig te bevriezen. Na het bevriezen kan de doek worden ontdooid, waarna de dode Acaridae kunnen worden verwijderd, bijvoorbeeld mechanisch, zoals door de
BE2018/5846 doek te schudden. Daarnaast kan de doek worden gewassen, zoals hiervoor beschreven.
De uitvinding heeft verder betrekking op een doek zoals hierin beschreven, met tussenruimtes die voldoende groot zijn en met een voldoende dikte om Acaridae vast te houden, omvattende een niet-letale dosis per oppervlak aan citral, limoneen en/of pineen, bij voorkeur alle, waardoor de niet-letale dosis per oppervlak Acaridae lokt. Bij voorkeur bevat de doek geen giftige stoffen, zoals pesticiden of acariciden, of bevat hij ten minste niet dergelijke bestanddelen in hoeveelheden die voldoende zijn om Acaridae te doden.
De uitvinding heeft verder betrekking op een kit, omvattende een doek zoals hierin beschreven en/of een samenstelling zoals hierin beschreven. Een dergelijke kit kan derhalve een doek omvatten, die reeds met de samenstelling zoals hierin beschreven in een dosis zoals hierin beschreven geïmpregneerd is. Als alternatief kan de doek mogelijk nog niet geïmpregneerd zijn met de samenstelling zoals hierin beschreven. De samenstelling kan daarnaast in de kit worden verschaft. Daarnaast kan de kit instructies voor het aanbrengen van de samenstelling op de doek en/of instructies voor gebruik omvatten, zoals voor het aanbrengen van de doek op een voorwerp dat Acaridae bevat of vermoedelijk Acaridae bevat. Dergelijke instructies kunnen de aan te brengen dosis bevatten, bijvoorbeeld de dosis per oppervlak, maar kunnen daarnaast of als alternatief ook richtlijnen betreffende de toepassing van de samenstelling bevatten, zoals bijvoorbeeld richtlijnen ten aanzien van de afstand waar vanaf de samenstelling op de doek dient te worden gesproeid. De instructies kunnen verder of als alternatief informatie omvatten betreffende de tijd dat de doek op het te behandelen voorwerp dient te worden geplaatst, de droogtijd van het voorwerp waarvoor de doek met het voorwerp in contact wordt gebracht en/of de droogtijd of vereiste relatieve vochtigheid van de doek alvorens hem met het te behandelen voorwerp in contact te brengen.
De samenstellingen volgens de uitvinding zoals hierin beschreven, kunnen in een houder worden verschaft, bijvoorbeeld in een dispenser of een aanbrenginstrument zoals een vernevelaar. Dergelijke dispensers of aanbrenginstrumenten zijn in het vakgebied bekend. Het aanbrenginstrument kan geconfigureerd zijn voor continue afgifte van de samenstelling, zodat de gebruiker de afgegeven hoeveelheid van de samenstelling kan bepalen door bijvoorbeeld continu gedurende een bepaalde tijd te sproeien. Als alternatief, en bij voorkeur, kan het aanbrenginstrument een
BE2018/5846 eenheidsdosisaanbrenginstrument zijn, zodat de afgegeven hoeveelheid van de samenstelling vooraf bepaald is, d.w.z. het aanbrenginstrument of de dispenser geeft een discrete eenheidsdosis per toepassing af. In een voorkeursuitvoeringsvorm kan de dispenserinrichting een handmatige vernevelaar met een spuitmondregeling zijn, die een gedefinieerde hoeveelheid lokoplossing per oppervlakte-eenheid van het textiel verschaft. De deskundige zal inzien dat wanneer er met een dispenser wordt gesproeid, hetzij continu, hetzij discreet, de afstand tussen de dispenser en het doeloppervlak invloed kan hebben op de grootte van het bedekte oppervlak. Bijvoorbeeld, wanneer de samenstelling de spuitmond van de dispenser verlaat, kan de sproeinevel evenredig met de afstand van de spuitmond breder worden om een groter oppervlak te bedekken, wanneer de afstand van het doel toeneemt, d.w.z. hoe groter de afstand tussen de dispenser en het doeloppervlak, hoe groter het doeloppervlak zal worden. Derhalve, om een bepaalde dosis per doeloppervlak te bereiken, moet de dispenser mogelijk op een vooraf bepaalde afstand van het doelgebied geplaatst worden, zodanig dat, rekening houdend met het breder worden van de sproeinevel (bijv. na het verlaten van de spuitmond wordt de sproeinevel als een kegel breder), en daarmee het over de afstand verdunnen van de hoeveelheid van de samenstelling per oppervlak, aan de vooraf ingestelde dosis per oppervlak wordt voldaan. Bij wijze van voorbeeld, en zonder beperking, als de dispenser een eenheidsdosis afgeeft die de benodigde hoeveelheid werkzaam ingrediënt bevat om 200 cm2 te bedekken, dan moet de dispenser op een zodanige afstand van het doel worden geplaatst dat 200 cm2 wordt bedekt.
Het dient begrepen te worden dat de dispenser of het aanbrenginstrument zoals hierin beschreven, ofwel één, ofwel een combinatie van de werkzame bestanddelen zoals hierin beschreven kan omvatten, in verdunde of onverdunde vorm. Bij wijze van voorbeeld, en zonder beperking, kan de dispenser een waterige samenstelling bevatten die tussen 10-2 en 103 ng/pl etherische oliën uit Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum omvat. Met meer voorkeur tussen 10-1 en 102 ng/pl etherische oliën uit Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum. Met meer voorkeur tussen 1 en 10 ng/pl etherische oliën uit Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum. Bij voorkeur is de dispenser aangepast om een voor Acaridae niet-letale dosis van de werkzame bestanddelen per oppervlakte-eenheid af te geven.
BE2018/5846
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het eenheidsdosisaanbrenginstrument de houder van de waterige samenstelling. Bij voorkeur is deze houder verwisselbaar ten aanzien van de andere onderdelen van het eenheidsdosisaanbrenginstrument. In een verdere uitvoeringsvorm is de houder niet-doordringbaar voor alle verbindingen in de waterige samenstelling. Met meer voorkeur is de houder verzegeld en dient hij voor gebruik te worden geopend. Met meer voorkeur zijn zowel de houder als het deksel van aluminium.
De ondoordringbaarheid van de houder is van het wezenlijk belang voor de houdbaarheid van de uitvinding. De meeste werkzame stoffen zijn zeer vluchtige stoffen. Bij de productie van een samenstelling zoals hierin beschreven, evenals het vervoer en de opslag van zowel bestanddelen als producten, dient rekening te worden gehouden met de hoge vluchtigheid van verbindingen. De etherische olie van Cymbopogon flexuosus citraliferum bevat grote hoeveelheden citral. Houdbaarheidstesten van een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm van de samenstelling die de etherische olie van Cymbopogon flexuosus citraliferum omvat, toonden aan dat er geen citral aanwezig was. Verrassenderwijs was de samenstelling die de etherische olie van Cymbopogon flexuosus citraliferum omvat zonder citral doeltreffender in het lokken en bevorderen van migratie bij Acaridae, waardoor werd bewezen dat citral noch een noodzakelijk, noch een gewenst bestanddeel in deze synergistische samenstelling is.
VOORBEELDEN
Voorbeeld 1: Fysische en chemische factoren die van invloed zijn op de keuze van mijten
Doel van de experimenten: Alle experimenten zijn testen van binaire keuze, gericht op het bepalen van de voorkeur van mijten en de plaats waar zij bij voorkeur verblijven (gedurende ten minste 30 min.).
Fokken: De bestudeerde soort was Dermatophagoides pteronyssinus, een stofmijt die algemeen voorkomt in matrassen in Eurazië. Mijten worden gefokt in petrischalen en gevoed met menselijke huidschilfers (huid en baardharen, verkregen door de reiniging van scheerapparaten). Alle mijten werden samen gefokt onder
BE2018/5846 gedefinieerde omstandigheden (20°C en 75% relatieve vochtigheid). De experimenten vonden plaats in een kamer die op 20°C en 40% relatieve vochtigheid werd gehouden.
Materialen en werkwijzen: Een groep mijten (20 <n <40) werd in het midden van een petrischaal (0 = 5,5 cm) geplaatst, waaromheen twee halve cirkels van vilt werden geplaatst (zie figuur 1). De stukken vilt waren 70 mg/cm2 en de dikte ervan was 2 mm. Eén vilt is de controle (controlevilt); het andere vilt is de vilt met het geteste voorwerp, bijvoorbeeld het vilt dat met een geteste chemische verbinding is geïmpregneerd.
Mijten bewegen spontaan richting een van de twee vilten. Het aantal mijten dat bij voorkeur naar één zijde of een andere gaat, werd geteld en de verdeling van deze gegevens werd vergeleken met een situatie waar mijten de keuze hebben tussen twee identieke stukken vilt (Kolmogorov-Smirnov-testen).
Waarnemingen en tellingen van mijten werden gedaan onder een binoculaire microscoop (vergroting 10*). De opstelling wordt belicht met een koude lamp (KL 1500 LCD, Schott ®), de belichting is symmetrisch en de lichtintensiteit was 50 klux. De experimentele omstandigheden werden in de kamer gereguleerd (T ° C: 19-22 °C en RV 40%).
A. FYSISCHE FACTOREN DIE VAN INVLOED ZIJN OP DE KEUZE VAN MIJTEN
Experiment 1: Invloed van vochtigheid van doek op Acaridae-lokkende eigenschappen
Doel van het experiment: Mijten kunnen kiezen tussen vilten die op verschillende wijzen bevochtigd zijn.
Materialen en werkwijzen: Het controlestuk vilt was op 40% RV (20 °C, de omstandigheden van het laboratorium). De geteste vilten waren op 40, 75, 85 en 100% vochtigheid. Om vilten op 75 en 85% vochtigheid te verkrijgen, werden de vilten gedurende ten minste één uur geplaatst in een kamer met een radioelektronische bevochtiger (Brown B500, nauwkeurigheid ± 2 ° RV) die de atmosfeer op respectievelijk 75 en 85% bevochtigde. De vochtigheid van de kamer werd
BE2018/5846 regelmatig gecontroleerd met een thermohygrometer (Oregon). Om testvilten op
100% RV te verkrijgen, werden de vilten eenvoudigweg in water gedrenkt.
Resultaten: De mijten werden minder aangetrokken of afgestoten door een vilt dat op 40 en 75% was bevochtigd (Tabel 1). Wanneer het vilt op 80% RV en 100% was, werd het afstotend voor mijten. Dezelfde resultaten worden verkregen met Dermatophagoides farinae.
Tabel 1: Invloed van vochtigheid op de keuze van mijten.
Aant.: aantal, Stat. versch.: statistisch verschillend, NS: niet significant, RV: relatieve vochtigheid
Geteste vilten die op een gedefinieerd % RV zijn Controlevilt Aant. Proev- en stat. toets Gemiddelde Standaarddeviatie
vilt op 100% RV vilt op 40% RV 30 Stat. versch. 0,01 0,02
vilt op 85% RV vilt op 40% RV 30 Stat. versch. 0,35 0,13
vilt op 75% RV vilt op 40% RV 30 NS 0,48 0,15
vilt op 40% RV vilt op 40% RV 30 Controle 0,48 0,12
Experiment 2: Invloed van doekdichtheid op Acaridae-lokkende eigenschappen
Doel van de experimenten: Er werden vergelijkbare experimenten uitgevoerd om de door mijten verkozen dichtheid van het vilt te bepalen.
Materialen en werkwijzen: Mijten kiezen tussen een vilt van verschillende dichtheid. Alle geteste vilten en controlevilten werden geïmpregneerd met 1 pl citral (verdunning 10-6) (zie onder).
Resultaten: Het vilt dat meer aanlokkend was voor mijten heeft een dichtheid van 20 mg/cm2 (Tabel 2). Dezelfde resultaten worden verkregen met Dermatophagoides farinae.
BE2018/5846
Tabel 2: Invloed van de dichtheid van het vilt op de keuze van mijten.
Aant.: aantal, Stat. versch.: statistisch verschillend, NS: niet significant.
Getest vilt Controlevilt Aant. proeven Stat. toets Gemiddelde Standaarddeviatie
Vilt met dichtheid 20 mg/cm2 Vilt met dichtheid 70 mg/cm2 30 Stat. versch. 0,63 0,17
Vilt met dichtheid 10 mg/cm2 Vilt met dichtheid 20 mg/cm2 30 Stat. versch. 0,32 0,14
A. VANGBEDEKKINGSWERKWIJZE (Gedragstest - Vangbedekkingstest) Doelstelling : Meten van het percentage mijten dat wordt gelokt door de oplossing in het textiel onder omstandigheden vergelijkbaar met die waarmee de gebruiker te maken heeft.
Type stofmiiten: de bestudeerde soort is Dermatophagoidespteronyssinus, de meest algemene huisstofmijt in matrassen in Eurazië.
Een stuk doek van verschillende dichtheden (rechthoek van 10 cm x 20 cm) wordt geplaatst op minimatrassen (polyurethaan; schaal: 15X kleiner dan gebruikelijke matrassen) die 3 maanden van tevoren met stofmijten geïnfesteerd werden. De lokoplossing wordt daarna op de doek gesproeid. De doek wordt gedurende één uur op de matras gelaten. In die tijd migreren de stofmijten de doek in.
Het aantal mijten in de doek en het matras wordt daarna geteld. Daartoe haalt de experimentator de mijten uit de doek/matras door deze gedurende 30 minuten op een verwarmplaat bij 40°C bloot te stellen (werkwijze van Bischoff), zodat de mijten omhoog zullen gaan en aan een bovenop de inrichting geplaatst zwart klevend papier zullen kleven. Er worden 1 uur na de behandeling en blootstelling van de bedekking op de geïnfesteerde, gesimuleerde matras tellingen gedaan. De resultaten worden in tabel 3 gegeven:
BE2018/5846
Tabel 3: Effect van doekdichtheid op Acaridae-lokkend effect van etherischeoliemengsels, bepaald met vangbedekkingstest.
Monster Doek Resultaat*
Controle: Geen behandeling/oplossing Textiel 300 g/m2 3%
Controle: Geen behandeling/oplossing Beige handdoek (100% katoen) 500 g/m2 4%
Controle: Geen behandeling/oplossing Donkergrijze handdoek (100% katoen) 500 g/m2 4%
Controle: Water Textiel 300 g/m2 3%
Controle: Water Beige handdoek (100% katoen) 500 g/m2 4%
Controle: Water Donkergrijze handdoek (100% katoen) 500 g/m2 4%
Melissa officinalis etherische olie (3,6 ng/pl) + Cymbopogon etherische olie (3,5 ng/pl) + polysorbaat 20 (4,4 ng/pl) Textiel 300 g/m2 92%
Melissa officinalis etherische olie (3,6 ng/pl) + Cymbopogon etherische olie (3,5 ng/pl) + polysorbaat 20 (4,4 ng/pl) Beige handdoek (100% katoen) 500 g/m2 79%
Melissa officinalis etherische olie (3,6 ng/pl) + Cymbopogon etherische olie (3,5 ng/pl) + polysorbaat 20 (4,4 ng/pl) Donkergrijze handdoek (100% katoen) 500 g/m2 81%
• % mijten gelokt door samenstelling • * aantal herhalingen = 10
De dichtheid van het textiel is enigszins van invloed op de doeltreffendheid van de val. Merk echter op dat ten minste 80% van de mijten werd gelokt, ongeacht de dichtheid van de doek.
BE2018/5846
Experiment 3: Invloed van kleur van doek op Acaridae-lokkende eigenschappen
A. Er werden vergelijkbare experimentele opstellingen gerealiseerd met gekleurd vilt en wit vilt.
Tabel 4: Invloed van de kleur van het vilt en de kleur gecombineerd met de werkzame verbinding
Aant.: aantal, Stat. versch.: statistisch verschillend, NS: niet significant
Test Getest vilt Controlevilt Aant. proeven Stat. toets Gemiddelde Standaarddeviatie
Kleur donkerblauw vilt wit vilt 30 stat. versch. 0,63 0,17
Verbinding en kleur blauw vilt + 1 pl citral (verd. 10-6) wit vilt + 1 pl H2O 18 stat. versch. 0,84 0,14
Resultaten: De mijten migreerde bij voorkeur richting het blauwe vilt. In combinatie met citral werd een migratie van 84% van de mijten richting het blauwe vilt verkregen.
B. VANGBEDEKKINGSWERKWIJZE (Gedragstest - Vangbedekkingstest) Doelstelling: Meten van het percentage mijten dat wordt gelokt door de oplossing in het textiel onder omstandigheden vergelijkbaar met die waarmee de gebruiker te maken heeft.
Type stofmijten: de bestudeerde soort is Dermatophagoidespteronyssinus, de meest algemene huisstofmijt in matrassen in Eurazië.
Een stuk doek van verschillende dichtheden (rechthoek van 10 cm x 20 cm) wordt geplaatst op minimatrassen (polyurethaan; schaal: 15X kleiner dan gebruikelijke matrassen) die 3 maanden van tevoren met stofmijten geïnfesteerd werden. De lokoplossing wordt daarna op de doek gesproeid. De doek wordt gedurende één uur op de matras gelaten. In die tijd migreren de stofmijten de doek in.
Het aantal mijten in de doek en het matras wordt daarna geteld. Daartoe haalt de experimentator de mijten uit de doek/matras door deze gedurende 30 minuten op
BE2018/5846 een verwarmplaat bij 40 °C bloot te stellen (werkwijze van Bischoff), zodat de mijten omhoog zullen gaan en aan een bovenop de inrichting geplaatst zwart klevend papier zullen kleven. Er worden 1 uur na de behandeling en blootstelling van de bedekking op de geïnfesteerde, gesimuleerde matras tellingen gedaan.
De resultaten worden in tabel 5 gegeven.
Tabel 5: Effect van doekkleur op Acaridae-lokkend effect van etherischeoliemengsels, bepaald met vangbedekkingstest.
Monster Doek Resultaat*
Controle: Geen behandeling Beige handdoek (100% katoen, 500 g/m2) 3%
Controle: Geen behandeling Donkergrijze handdoek (100% katoen, 500 g/m2) 4%
Controle: Water Beige handdoek (100% katoen, 500 g/m2) 3%
Controle: Water Donkergrijze handdoek (100% katoen, 500 g/m2) 4%
Melissa officinalis etherische olie (3,6 ng/pl) + Cymbopogon etherische olie (3,5 ng/pl) + polysorbaat 20 (4,4 ng/pl) Beige handdoek (100% katoen, 500 g/m2) 79%
Melissa officinalis etherische olie (3,6 ng/pl) + Cymbopogon etherische olie (3,5 ng/pl) + polysorbaat 20 (4,4 ng/pl) Donkergrijze handdoek (100% katoen, 500 g/m2) 81%
% mijten gelokt door samenstelling * aantal herhalingen = 10
BE2018/5846
Experiment 4: VANGBEDEKKINGSWERKWIJZE (Gedragstest - Vangbedekkingstest) op wit gebruikt beddengoed
Doelstelling : Meten van het percentage mijten dat wordt gelokt door de oplossing in het textiel onder omstandigheden vergelijkbaar met die waarmee de gebruiker te maken heeft.
Type stofmijten: de bestudeerde soort is Dermatophagoidespteronyssinus, de meest algemene huisstofmijt in matrassen in Eurazië.
Gebruikt beddengoed wordt geplaatst op de geïnfesteerde gesimuleerde matras (polyurethaan; schaal: 15X kleiner dan de gebruikelijke matrassen) die 1 maand van tevoren is geïnfesteerd met stofmijten. De lokoplossing wordt daarna op de doek gesproeid. De doek wordt gedurende één uur op de matras gelaten. In die tijd migreren de stofmijten de doek in.
Het aantal mijten in de doek en het matras wordt daarna geteld. Daartoe haalt de experimentator de mijten uit de doek/matras door deze gedurende 30 minuten op een verwarmplaat bij 40°C bloot te stellen (werkwijze van Bischoff), zodat de mijten omhoog zullen gaan en aan een bovenop de inrichting geplaatst zwart klevend papier zullen kleven. Er worden 1 uur na de behandeling en blootstelling van de bedekking op de geïnfesteerde, gesimuleerde matras tellingen gedaan.
De resultaten worden in tabel 6 gegeven:
Tabel 6: Effect van lokeffect van etherische-oliemengsel aangebracht op gebruikt beddengoed, bepaald met vangbedekkingstest
Behandeling van de doek % mijten op de bedekking na 1 uur
Controle: Geen behandeling 4%
Controle: Water 7%
Melissa officinalis etherische olie (3,6 ng/pl) + Cymbopogon etherische olie (3,5 ng/pl) + polysorbaat 20 (4,4 ng/pl) 82%
% mijten gelokt door samenstelling * aantal herhalingen = 10
BE2018/5846
Experiment 5: VANGBEDEKKINGSWERKWIJZE (Gedragstest - Vangbedekkingstest) op echte matrassen
Doelstelling: Meten van het percentage mijten uit een geïnfesteerde matras die door de oplossing worden gelokt.
Type stofmijten: de bestudeerde soort is Dermatophagoidespteronyssinus, de meest algemene huisstofmijt in matrassen in Eurazië.
monsters van 52,5 x 50 cm, gesneden uit echte matrassen van 90 x 190 cm ('Doux rêve') werden geïnfesteerd met een bekend aantal stofmijten D. pteronyssinus, besproeid met de controle/samenstelling van de uitvinding en bedekt met de verschafte handdoek zoals beschreven in de standaard 'vangbedekkingstest' die op deze drie monsters werd uitgevoerd. De lokoplossing wordt daarna op de doeken gesproeid. De doeken worden gedurende 30 min., één uur en twee uur op de matras gelaten. Aangezien het doel van de proef was om de benodigde tijd te bepalen om het maximale aantal mijten te vangen, werd het aantal op de bedekking gevangen mijten na 30 minuten, 1 uur en 2 uur gemeten.
Het aantal mijten in de doek en het matras wordt daarna geteld. Daartoe haalt de experimentator de mijten uit de doek/matras door deze gedurende 30 minuten op een verwarmplaat bij 40°C bloot te stellen (werkwijze van Bischoff), zodat de mijten omhoog zullen gaan en aan een bovenop de inrichting geplaatst zwart klevend papier zullen kleven. Er worden 1 uur na de behandeling en blootstelling van de bedekking op de geïnfesteerde, gesimuleerde matras tellingen gedaan.
De resultaten worden in tabel 7 gegeven.
Tabel 7: Effect van blootstellingstijd op Acaridae-lokkend effect van etherischeoliemengsel aangebracht op de verschafte handdoek, zoals beschreven in de standaard 'vangbedekkingstest'.
Behandeling van de doek % mijten op de bedekking na 30 min. % mijten op de bedekking na 1 uur % mijten op de bedekking na 2 uur
Controle: Geen behandeling 0,8% 2,4% 4,4%
Controle: Water 0,3% 4,8% 6,3%
Melissa officinalis etherische olie (3,6 ng/pl) + Cymbopogon etherische olie (3,5 ng/pl) + polysorbaat 20 (4,4 ng/pl) 70,8% 91,8% 95,4%
BE2018/5846
Onder de omstandigheden van deze proef met het verschafte monster, de mijtenstam en de gebruikte methodiek, heeft de proef bewezen dat een contacttijd van 1 uur tussen de bedekking en een matras die mijten bevat nodig is om 90% van de mijten Dermatophagoides pteronyssinus te vangen.
B. CHEMISCHE FACTOREN DIE VAN INVLOED ZIJN OP DE KEUZE VAN MIJTEN
Doel van de experimenten: In de experimenten werd het geteste vilt geïmpregneerd met chemische stoffen die chemische Acaridae-lokmiddelen kunnen zijn.
Materialen en werkwijzen:
Er werden verschillende verbindingen getest: Citral, limoneen, α-pineen, eucalyptol, lavendulol, polysorbaat 20. De resultaten staat in tabel 4 weergegeven. Stofmijten werden gelokt naar het verdunde citral (10-6), maar het citral 10-3 is afstotend. Het limoneen (verd. 10-5) en het α-pineen (verd. 10-6) waren aanlokkend voor mijten. Eucalyptol, lavendulol en polysorbaat 20 hadden geen statistisch significant effect.
Tabel 8: Invloed van chemische verbindingen op de binaire keuze van stofmijten
Aant.: aantal, Stat. versch.: statistisch verschillend, NS: niet significant, Verd.: verdunning
Getest vilt met lokverbindingen Controle- vilt Aant. proeven Stat. toets Gemiddelde Standaarddeviatie
Droog vilt Droog vilt 30 NS 0,52 0,12
Vilt + 1 pl citral (verdunning 10-6) Vilt + 1 pl H2O 20 Stat. versch. 0,72 0,20
Vilt + 1 pl citral (verd. 10-3) Vilt + 1 pl H2O 30 Stat. versch. 0,23 0,20
Vilt + 1 pl citral- 0 Vilt + 1 pl H2O 30 Stat. versch. 0,03 0,03
Vilt + 1 pl limoneen (verd. 10-6) Vilt + 1 pl H2O 4 NS 0, 48 0,13
BE2018/5846
Vilt + 1 pl limoneen (verd. 10-5) Vilt + 1 pl H2O 9 Stat. versch. 0,61 0,13
Vilt + 1 pl αpineen (verd. 10-5) Vilt + 1 pl H2O 6 NS 0,45 0,31
Vilt + 1 pl αpineen (verd. 10-6) Vilt + 1 pl H2O 9 Stat. versch. 0,58 0,32
Vilt + 1 pl eucalyptol (verd. 10-6) Vilt + 1 pl H2O 5 NS 0,48 0,17
Vilt + 1 pl eucalyptol (verd. 10-6) Vilt + 1 pl H2O 5 NS 0, 51 0,13
Vilt + 1 pl lavendulol (verd. 10-6) Vilt + 1 pl H2O 5 NS 0, 46 0,28
Vilt + 1 pl lavendulol (verd. 10-6) Vilt + 1 pl H2O 5 NS 0, 51 0,22
Vilt + 1 pl polysorbaat 20 (verd. 10-6) Vilt + 1 pl H2O 5 NS 0, 50 0,18
Vilt + 1 pl polysorbaat 20 (verd. 10-6) Vilt + 1 pl H2O 5 NS 0, 53 0,24
Voorbeeld 2: Chemische factoren die van invloed zijn op de efficiëntie van de val
Fokken: De bestudeerde soort was Dermatophagoides pteronyssinus, een stofmijt die algemeen voorkomt in matrassen in Eurazië. Mijten worden gefokt in petrischalen en gevoed met menselijke huidschilfers (huid en baardharen, verkregen door de reiniging van scheerapparaten). Alle mijten werden samen gefokt onder gedefinieerde omstandigheden (20°C en 75% relatieve vochtigheid). De
BE2018/5846 experimenten vonden plaats in een kamer die op 20°C en 40% relatieve vochtigheid werd gehouden.
Doel van de experimenten: Het doel was om de val te testen onder omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die waarmee de gebruiker van de val te maken zal hebben.
Materialen en werkwijzen: De matrassen werden gebouwd op een kleinere schaal (15X kleiner) dan gebruikelijke matrassen. Deze minimatrassen zijn gemaakt van polyurethaan en zijn bedekt met een bedekking van katoen (100% katoen). Ze werden geïnfesteerd met mijten sinds ten minste 3 maanden. Het textiel was een vilt van 20 mg/cm2 en is een rechthoek van 10 cm x 20 cm. Het werd op de minimatras geplaatst. Daarna werd de lokoplossing met behulp van een sproeifles op het textiel gesproeid. Het textiel werd op zijn plek op de matras gelaten. Gedurende deze tijd verplaatsten de mijten zich het vilt in.
Het is zeer moeilijk om het aantal mijten dat in de matras en in het textiel verborgen is, rechtstreeks te tellen. Daarom gebruikten wij een Berlèse-trechter, een inrichting die doorgaans wordt gebruikt om insecten van afval te scheiden. Hier gebruikten wij hem om de mijten van hun matras of van het textiel te scheiden. De Berlèse-trechter maakt gebruik van een lamp om de matras te verwarmen en drogen, waardoor de mijten naar beneden door een zeef worden gedreven en in een opvangpot met wat voedsel en water.
Het principe is eenvoudig: stofmijten houden niet van licht of overmatige warmte. Ze worden aangetrokken door een bron van vocht en de geur van voedsel. Daarom plaatsten wij de matras of deken in de trechter (figuur 2). De mijten gaan naar beneden in de richting van de pot en daarna in de pot. Het oogsten van de pot met de mijten vindt na één dag plaats. De mijten hadden dan 24 uur om naar de opvangpot te migreren.
Aangezien een aanzienlijk deel van de populatie immobiel is (vervellende mijten), is het vangen minder efficiënt dan het anders zou zijn en is de schatting van de grootte van de gevangen populatie waarschijnlijk onzuiver. Om deze onzuiverheid te vermijden en een juiste beoordeling van de populaties in de geïnfesteerde matrassen te maken, werden matrassen aan het einde van de manipulatie voorzichtig geborsteld met een zachte borstel, waardoor immobiele mijten en eitjes ook in de trechter vallen. Het textiel werd ook voorzichtig geborsteld. De Berlèse-trechter werd
BE2018/5846 met ethanol gespoeld. Op deze wijze werden de mijten aan de binnenwand van de trechter door de ethanol in de opvangpot gedreven.
Aan het einde van het experiment bevatte de pot: het voedsel dat werd gebruikt om mijten te lokken, een kleine hoeveelheid water dat ook als lokmiddel werd gebruikt, mijten en ethanol. De pot werd in een petrischaal geleegd en we telden mijten onder een binoculaire microscoop. Het tellen van mijten werd gedaan onder een binoculaire microscoop (vergroting 10*). De opstelling wordt belicht met een koude lamp (KL 1500 LCD, Schott ®).
Het vilt werd gesproeid met verschillende combinaties van verschillende lokoplossingen: een oplossing van citral, een oplossing van citral + limoneen. Daarna werden testen uitgevoerd met twee etherische oliën Cymbopogon flexuosus citraliferum en Melissa officinalis. Deze twee oliën bevatten citral, limoneen, citronellal, linaloöl, geranylacetaat, geraniol, nerylacetaat, nerol, caryofylleen en caryofylleenoxide.
De voornaamste chemische bestanddelen van Melissa officinalis-olie zijn transocimeen, cis-ocimeen, 3-octanon, methylhepenon, cis-3-hexenol, 3-octanol, 1octeen-3-ol, copaeen, citronellal, linaloöl, b-bourboneen, caryofylleen, a-humuleen, neral, germacreen-D, geranial, geranylacetaat, d-cadineen, y-cadineen, nerol en geraniol.
De voornaamste verbindingen van Cymbopogon flexuosus citraliferum-olie zijn alcoholen (citronellol, geraniol) en aldehyden (15% geranial, 10% neral, 5% citronellal).
Het duo van de twee etherische oliën is zeer aanlokkelijk voor mijten. Dus hebben we verschillende verdunningen (van 10-6 tot 10-2), verschillende hoeveelheden (1 ml, 2 ml, 3 ml per 200 vierkante cm) getest.
Daarnaast werd de timing van het gebruik van de val verkend.
Er werden twee verschillende droogtijden voor de matras getest (0 uur, 7 uur). Wanneer de matras langere tijd (7 u) droogde, werden de mijten meer gelokt door het textiel dat met een lokoplossing is geïmpregneerd.
BE2018/5846
De blootstellingstijd, dat wil zeggen de tijdsduur gedurende welke het textiel op de matras wordt geplaatst, moet voldoende zijn om de plek met levende mijten te laten drogen. Er werden twee verschillende blootstellingstijden getest (2 u, 1 u). Het textiel is efficiënter wanneer het 2 uur op de matras wordt geplaatst dan wanneer dit 1 uur gebeurt.
We voerden ook testen uit met gerecycled vilt gemaakt van polyester en met vilt bestaande uit 30 gew.% wol (schapenwol) en 70 gew.% viscose.
Resultaten: De resultaten staan in tabel 5 weergegeven. De meest efficiënte lokoplossing bestaat uit Melissa officinalis, Cymbopogon flexuosus citraliferum, in een gecombineerde concentratie van 0,000001 pl/pl, wat gelijk is aan 1 pl/l (in een 1:1-verhouding). Ze is het meest efficiënt wanneer de matras gedurende 7 uur wordt gedroogd en het textiel er 1 of 2 uur op gelegd wordt. Een efficiënte hoeveelheid oplossing die gesproeid wordt, kan 2 of 3 ml zijn.
Er werden meerdere typen etherische oliën van Melissa officinalis, Cymbopogon flexuosus citraliferum van verschillende leveranciers getest en deze gaven allemaal consistente resultaten.
Tabel 9: Combinatie van diverse samenstellingen en omstandigheden
Samenstelling van het vilt Oplos -sing/ 200 cm2 droog- + blootstelling s-tijd Lo kverbindingen Verdunnin g in oplossing Aant. proeve n Gevange n levende mijten
100 % polyester 4 ml 0 u + 2 u Droog 0,00001 7 4%
100 % polyester 4 ml 0 u + 2 u H2O 0,00001 7 6%
100 % polyester 4 ml 0 u + 2 u Citral 0,00001 7 17%
70% viscose/30 % wol 12 ml 0 u + 2 u Citrallimoneen 0,00001 6 22%
BE2018/5846
70% viscose/30 % wol 8 ml 0 u + 2 u Citrallimoneen 0,00001 5 19%
70% viscose/30 % wol 4 ml 0 u + 2 u Citrallimoneen 0,00001 5 19%
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u Citrallimoneen 0,00001 5 31%
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u C. flexuosus citraliferu m 0,00001 7 37%
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u M. officinalis 0,01 8 31%
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u M. officinalis 0,001 8 28%
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u M. officinalis 0,0001 6 42%
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u M. officinalis 0,00001 4 45%
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u M. officinalis 0,000001 4 59%
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u C. flexuosus citraliferu m 0,01 3 41%
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u C. flexuosus citraliferu m 0,001 4 38%
BE2018/5846
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u C. flexuosus citraliferu m 0,0001 4 83%
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u C. flexuosus citraliferu m 0,00001 7 43%
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u C. flexuosus citraliferu m 0,000001 5 44%
70% viscose/30 % wol 3 ml 7 u + 2 u C. flexuosus citraliferu m 0,000001 7 43%
Vilt 100% gerecycled 3 ml 7 u + 2 u C. flexuosus citraliferu m 0,000001 4 18%
Vilt 100% gerecycled 2 ml 7 u + 2 u C. flexuosus citraliferu m 0,000001 5 19%
70% viscose/30 % wol 3 ml 0 u + 2 u M. officinalis, C. flexuosus citraliferu m 0,000001 7 22%
70% viscose/30 % wol 3 ml 7 u + 2 u M. officinalis, C. flexuosus citraliferu m 0,000001 7 99%
BE2018/5846
70% viscose/30 % wol 3 ml 7 u + 1 u M. officinalis, C. flexuosus citraliferu m 0,000001 7 87%
70% viscose/30 % wol 2 ml 7 u + 1 u M. officinalis, C. flexuosus citraliferu m 0,000001 7 65%
70% viscose/30 % wol 2 ml 7 u + 2 u M. officinalis, C. flexuosus citraliferu m 0,00001 7 96%
70% viscose/30 % wol 2 ml 7 u + 2 u M. officinalis, C. flexuosus citraliferu m 0,00002 7 60%
Aant.: aantal
Voorbeeld 3: Houdbaarheid en opslag van de waterige oplossing
Doel van de experimenten:
Het vinden van een geschikt opslagmateriaal. Het verifiëren van de aanwezigheid van vluchtige lokmoleculen in verse oplossingen (vers bereid, 1 dag oud) en 10 opgeslagen oplossingen (8-12 maanden). Het bepalen van de hoeveelheid van die lokmoleculen in de oplossingen, en het daarmee mogelijk maken om het chemisch profiel van de oplossingen in de tijd te volgen.
BE2018/5846
Materialen en werkwijzen:
Een waterige oplossing van 3,5 ng/pl etherische olie uit Melissa officinalis, 3,6 ng/pl etherische olie uit Cymbopogon flexuosus citraliferum en 5 ng/pl polysorbaat 20 werd bereid, gebotteld en opgeslagen.
Flessenmateriaaltest: Er werden twee typen flessen van 100 ml getest. Er werd een plastic en een aluminium fles gemaakt (20 flessen voor elke materiaal). De flessen werden 1 maand opgeslagen en daarna getest op de aanwezigheid van citral.
Langetermijn-houdbaarheidstest: 38 gebottelde oplossingen (8-12 maanden opgeslagen) en 11 gebottelde verse oplossingen (1 dag opgeslagen) werden getest om de aanwezigheid van en hoeveelheid citral en limoneen te vergelijken.
Kwantitatieve metingen van citral en limoneen werden door middel van gaschromatografie (GC) gedaan. Deze zijn bekend in de techniek. De etherische oliën werden geëxtraheerd uit 25 ml van de gebottelde oplossing met behulp van 2 ml n-hexaan (LC-MS- of HPLC-kwaliteit). Een monster van 1 pl van het nhexaanextract werd geïnjecteerd in de GC-MS uitgerust met een massadetector en met gebruikmaking van een OPTIMA-5MS capillaire kolom (30 m, 0,25 mm b.d., 0,25 mm filmdikte). Geprogrammeerde temperatuurelutie werd toegepast met een aanvangstemperatuur van 40 °C, daarna stijging tot 280°C met 8°C/min en 5 min. bij 280°C gehouden. Helium werd als draaggas gebruikt. Electron impact-ionisatie werd uitgevoerd met gebruikmaking van een elektronenenergie van 70eV en een massabereik van 40-800 m/z.
Resultaten:
Flessenmateriaaltest: Deze kortetermijntesten lieten geen significant verschil tussen de plastic en aluminium flessen zien (Tabel ). Citral was in elk geanalyseerd monster aanwezig.
Tabel 10: Flessenmateriaaltest
Flessenmateriaal Neral Geranial
Aluminium 12,68% ± 0,18 12,56% ± 1,79
Plastic 12,63% ± 0,59 13,03% ± 1,25
BE2018/5846
Langetermijn-houdbaarheidstest: 9 standaardoplossingen werden geanalyseerd om de frequentie van het voorkomen van vluchtige lokmoleculen (limoneen en citral) in vers bereide oplossingen te bepalen. De aanwezigheid van zowel limoneen (0,25 ng/pl ± 0,02; gemiddelde ± st.dev.) en citral (10,37 ng/pl ± 0,9) werd in elk van de oplossingen waargenomen.
opgeslagen oplossingen werden 8-12 maanden na bereiding geanalyseerd. Limoneen was in alle geanalyseerde oplossingen aanwezig. De concentraties limoneen varieerden tussen 0,01 en 0,28 ng/pl (0,081 ng/pl ± 0,066). Citral werd in geen van de oplossingen gedetecteerd.
Terwijl limoneen na 12 maanden van opslag nog altijd aanwezig was (aanwezigheid in alle oplossingen getest, N oplossingen = 38, N standaard = 9), werd citral alleen in verse oplossingen (standaarden) gedetecteerd. Dit bewijst dat limoneen stabieler is (in de tijd aanhoudt) dan citral (zeer vluchtig molecuul). De verse en opgeslagen oplossingen werden getest op Acaridae-lokkende eigenschappen door middel van de binaire test (zie voorbeeld 1). Er was geen significant verschil tussen de verse en de opgeslagen oplossingen. Dit geeft aan dat de aanwezigheid van citral noch vereist, noch synergistisch is voor de Acaridae-lokkende oplossing.
Voorbeeld 4: Eliminatie van de mijten uit de doek
Om mijten te elimineren wordt het textiel, wanneer de stofmijten in het textiel zijn, in de wasmachine gedaan. Alle mijten werden gedood door watertemperaturen van 55 °C of hoger (Mc Donald & Tovey 1992, Andersen & Roesen 1998). Volgens andere auteurs is het mogelijk om mijtenbestrijding in delicate kledingstukken te bereiken door bij lage temperatuur te wassen in de aanwezigheid van een mijtenbestrijdingsadditief dat een eindconcentratie van 0,03% benzylbenzoaat verschaft (Bischoff et al. 1998). Na het wassen kan het textiel, als het droog is, weer op andere plekken met levende mijten worden geplaatst en kan het textiel met de lokoplossing worden geïmpregneerd door middel van de dispenserinrichting en opnieuw worden gebruikt om stofmijten te vangen (Colloff 2009).
Het is ook mogelijk om de mijten in het textiel te doden door ze in een vriezer te doden. Een temperatuur van -20 °C gedurende 30 min. bewerkstelligt bijna 100% mortaliteit, wat aangeeft dat een standaard huishoudelijke vriezer kan worden
BE2018/5846 gebruikt voor het doden van mijten in relatief kleine voorwerpen zoals zacht speelgoed, kussens en kledingstukken die niet warm gewassen kunnen worden. Nadat het textiel in de vriezer is geweest, moet het geschud worden om de dode stofmijten kwijt te raken (Colloff 2009).
Voorbeeld 5: Effecten op Dermatophagoides farinae
Voorbeeld 2 werd herhaald met de mijtensoort Dermatophagoides farinae. De resultaten staan in Tabel weergegeven.
Tabel 11: Effecten op Dermatophagoides farinae
Samenstelling van het vilt oplossi ng/200 cm2 droog- + blootstellingstijd Lokverbindingen (1:1verhouding) Verdunning in oplossing Aant. proev en gevang en levende mijten
70% viscose/30 % wol 3 ml 7 u + 2 u M. officinalis, C. flexuosus citraliferum 0,000001 7 45%
Aant.: aantal
Uit tabel 11 is het duidelijk dat de samenstellingen en werkwijzen volgens de uitvinding ook geschikt zijn voor het lokken en vangen van Dermatophagoides farinae.
Voorbeeld 6: Effecten van doekverwerking op verwijdering van de mijten
Doeken van 200 cm2 werden geïnfesteerd met 30 mijten. Na infestatie werden de doeken onderworpen aan drie verschillende behandelingen (10 doeken per behandeling):
(1) bevriezen, gevolgd door schudden (2) bevriezen zonder vervolgens schudden (3) wassen in een wasmachine bij 50 °C gedurende 30 minuten zonder toevoeging van zeep
BE2018/5846
Na de behandeling werden de doeken ondergedompeld in een verzadigde NaCloplossing en geschud om de mijten uit de doek te verwijderen. Wegens het verschil in dichtheid tussen de mijten en de NaCl-oplossing drijven de mijten aan het oppervlak en worden geconcentreerd, waardoor ze gemakkelijk verwijderd kunnen worden.
De drie verschillende behandelingen leverden statistisch significante verschillen op (Kruskall-Wallis-toets p<0.0001). Aangetoond werd dat behandeling (1) en behandeling (3) vergelijkbare resultaten gaven (post-hoc Dunn-toets).
Deze resultaten tonen aan dat de mijten die in de doeken volgens de uitvinding gevangen zijn, effectief verwijderd kunnen worden.
Voorbeeld 7: Klinische proeven
Een kit zoals hierin beschreven werd via de post naar 23 allergische patiënten gezonden. Deze kit bevatte een drager van textiel, een vernevelaar en instructies voor gebruik. De vernevelaar omvatte een waterige oplossing van 3,5 ng/pl etherische olie uit Melissa officinalis, 3,6 ng/pl etherische olie uit Cymbopogon flexuosus citraliferum en 5 ng/pl polysorbaat 20.
Er was telefonisch contact met de meeste patiënten en er werd enig advies gegeven over het gebruik van de oplossing. Er werd ook meer algemeen advies gegeven over het beheersen van huisstofmijt, zoals het verlagen van de vochtigheid, het kiezen van geschikt meubilair, regelmatig wassen van al het beddengoed, opzuigen van de allergenen met een stofzuigersysteem voorzien van HEPA-filter en het vermijden van chemische stoffen.
Voor deze gebruikers van de kit was de modus operandi om een drager van textiel op de matras te plaatsen, een lokoplossing op het textiel te sproeien en wanneer de gelokte mijten in het textiel waren, deze te doden door het textiel in de wasmachine te wassen met wat zeep. Na het eerste gebruik werd sterk aanbevolen om de matras één keer te stofzuigen om de door mijten achtergelaten allergenen te verwijderen. De gebruikers hadden genoeg lokoplossing om 8 tot 9 testen te doen. De drager van textiel was van één formaat, voldoende om het oppervlak van een eenpersoonsbed
BE2018/5846 te bedekken. Als de patiënten allergische volwassenen waren, stuurden we hun twee dragers van textiel om het gehele oppervlak van een tweepersoonsbed te bedekken. Na twee maanden werden de patiënten opgebeld. De gesprekken duurden gemiddeld 10 minuten. De volgende vragen werden gesteld: 1) Hoeveel keer werd de kit gebruikt? 2) Wat waren hun symptomen vóór het gebruik van de kit? 3) Namen zij enig effect waar? Zo ja, was het een verbetering of een totale verlichting van de symptomen?
De resultaten van deze enquête worden in figuur 1 weergegeven. Deze resultaten waren als volgt: de kit werd gemiddeld 2,6 ± 1,4 keer gebruikt. Van de ondervraagde patiënten leden er 14 aan rinitis, 3 aan conjunctivitis en waren er 5 astmatisch. Zoals weergegeven in Fig. 1, werden er in de 3 typen symptomen verbeteringen waargenomen.
Voor de 3 typen symptomen werden in de meeste gevallen verbeteringen waargenomen. In sommige gevallen waren de symptomen verdwenen.
Patiënten met rinitis gebruikten de kit en volgden het advies over het beheersen van stofmijt op. Er dient te worden opgemerkt dat 2 van de 4 patiënten met rinitis die geen effect waarnamen, de kit niet op de juiste wijze gebruikten. Eén stofzuigde zijn matras niet na gebruik van de kit, zoals is aanbevolen. Daarom waren de door mijten geproduceerde allergenen nog in het bed. In een ander geval werd er te veel lokoplossing op de matras gesproeid. De oplossing bevochtigde de matras en de mijten kwamen niet in de drager van textiel. Het was mogelijk dat de twee laatsten niet voor huisstofmijt allergisch waren, maar voor andere allergenen. Patiënten die aan astma en conjunctivitis leden, wisten hoe om te gaan met stofmijt. De verbetering van hun symptomen kon gekoppeld worden aan het gebruik van de kit.
Verondersteld wordt dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen en dat sommige aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen worden toegevoegd zonder de bijgevoegde conclusies te herwaarderen. Bijvoorbeeld, de in de kit van de uitvinding gebruikte doek kan elk geschikt doek zijn dat in het huishouden algemeen wordt gebruikt, van elke kleur en materiaalsamenstelling, en als zodanig kan hij in de kit van de 47 BE2018/5846 onderhavige uitvinding worden gebruikt zonder af te wijken van de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (15)

  1. CONCLUSIES
    1. Een kit voor de gecontroleerde migratie van Acaridae, omvattende een doek met een gemiddelde dikte van ten minste 1 mm, een eenheidsdosisaanbrenginstrument en een waterige synergetische samenstelling die de niet-letale migratie van Acaridae bevordert.
  2. 2. Een werkwijze voor niet-letale aanlokking en migratie van Acaridae, omvattende de stappen:
    a) het aanbrengen op de doek volgens conclusie 1 met behulp van het eenheidsdosisaanbrenginstrument volgens conclusie 1 van een nietletale dosis per oppervlak van de Acaridae-lokkende samenstelling volgens conclusie 1;
    b) het in contact brengen van de doek met het oppervlak van het voorwerp waarvan vermoed wordt dat er Acaridae in leven. Bij voorkeur in contact brengen gedurende ten minste 0,5 uur. Met meer voorkeur ten minste 1 uur.
  3. 3. De werkwijze, doek of kit volgens een van de conclusies 1-2, waarbij de doek een niet-geweven doek is, bij voorkeur vilt.
  4. 4. De werkwijze, doek of kit volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de doek ten minste 10% wol, bij voorkeur 20% wol, met meer voorkeur 30% wol en 70% viscose omvat.
  5. 5. De werkwijze, doek of kit volgens een van de conclusies 1-4, waarbij de doek een gemiddelde dichtheid van tussen 5 mg/cm2 en 70 mg/cm2, bij voorkeur tussen 15 mg/cm2 en 50 mg/cm2 heeft.
  6. 6. De werkwijze, doek of kit volgens een van de conclusies 1-5, waarbij de doek waarden op de CIELCH-kleurschaal van L*<50; C*>50 en 240<h°<300 heeft; en bij voorkeur donkerblauw is.
  7. 7. De werkwijze, doek of kit volgens een van de conclusies 1-6, waarbij het eenheidsdosisaanbrenginstrument een vernevelaar is, bij voorkeur met een verstuiverspuitmond, met meer voorkeur aangepast voor het afgeven van een voor Acaridae niet-letale dosis van de waterige samenstelling.
  8. 8. De werkwijze, doek of kit volgens een van de conclusies 1-7, waarbij het eenheidsdosisaanbrenginstrument tevens de houder van de waterige samenstelling is, bij voorkeur is deze houder verwisselbaar ten aanzien van de andere onderdelen van het eenheidsdosisaanbrenginstrument.
    BE2018/5846
  9. 9. De werkwijze, doek of kit volgens een van de conclusies 1-8, waarbij de houder niet-doordringbaar is voor alle verbindingen in de waterige samenstelling, met meer voorkeur waarbij de houder verzegeld is en voor gebruik dient te worden geopend, met meer voorkeur waarbij zowel de houder als het deksel van aluminium zijn.
  10. 10. De werkwijze, doek of kit volgens een van de conclusies 1-9, waarbij de waterige synergistische oplossing een lokmiddel voor het lokken van Acaridae, waarbij het lokmiddel limoneen is, een of meer aanlokkingsversterkende middelen gekozen uit de groep van citronellal, linaloöl, geranylacetaat, caryofylleen, caryofylleenoxide en/of nerylacetaat, en een emulgator, bij voorkeur polysorbaat omvat.
  11. 11. De samenstelling volgens een van de conclusies 1-10, omvattende tussen
    10-3 en 104 ng/pl etherische oliën uit Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum als het lokmiddel en aanlokkingsversterkende middelen, met meer voorkeur tussen 10-2 en 103 ng/pl etherische oliën uit Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum, met meer voorkeur tussen 10-1 en 102 ng/pl etherische oliën uit Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum, met meer voorkeur tussen 1 en 10 ng/pl etherische oliën uit Melissa officinalis en/of Cymbopogon citratus en/of Cymbopogon flexuosus citraliferum, met de meeste voorkeur met een concentratieverhouding tussen 10:1 en 1:10 van de etherische oliën uit Melissa officinalis en Cymbopogon flexuosus citraliferum.
  12. 12. Een werkwijze voor het elimineren van Acaridae, omvattende de stappen van:
    i) het uitvoeren van de werkwijze volgens een van de conclusies 2, met gebruikmaking van een kit volgens een van de conclusies 1, 3-11;
    ii) het verwijderen van de doek vanaf het voorwerp dat vermoedelijk Acaridae bevat.
  13. 13. De werkwijze volgens conclusie 12, verder omvattende de stap van het wassen of bevriezen van de doek na stap ii, bij voorkeur wassen bij hoger dan 50°C of bevriezen bij lager dan -15°C, met meer voorkeur wassen bij hoger dan 65°C of bevriezen bij lager dan -25°C.
  14. 14. De werkwijze, doek of kit volgens een van de conclusies 1-14, waarbij de doek die Acaridae bevat wordt gebruikt voor het detecteren, tellen of aantonen van de aanwezigheid van Acaridae.
    50 BE2018/5846
  15. 15. De werkwijze, doek of kit volgens een van de conclusies 1-14, waarbij de Acaridae zijn gekozen uit Dermatophagoides pteronyssinus en Dermatophagoides farinae.
BE2018/5846A 2017-12-01 2018-11-30 Kit en werkwijze gebruikmakend van een synergistische samenstelling om acaridae te lokken en verwijderen BE1025925B1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP17204948 2017-12-01
EP17204948.8 2017-12-01

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025925A1 BE1025925A1 (nl) 2019-08-08
BE1025925B1 true BE1025925B1 (nl) 2019-09-30

Family

ID=60543472

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2018/5846A BE1025925B1 (nl) 2017-12-01 2018-11-30 Kit en werkwijze gebruikmakend van een synergistische samenstelling om acaridae te lokken en verwijderen

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3716770A1 (nl)
BE (1) BE1025925B1 (nl)
WO (1) WO2019106152A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2021103955A (ja) * 2019-12-26 2021-07-26 株式会社大阪製薬 ダニ誘引具

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20090099135A1 (en) * 2007-01-16 2009-04-16 Tyratech, Inc. Pest control compositions and methods
US20100303940A1 (en) * 2007-03-22 2010-12-02 Tyratech, Inc. Synergistic pest-control compositions
WO2016124566A1 (en) * 2015-02-03 2016-08-11 Domobios Method and device to trap acarids
KR20170035700A (ko) * 2015-09-23 2017-03-31 전북대학교산학협력단 진드기용 천연 살비제 및 진드기용 식별 표지자

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2000336007A (ja) 1999-05-28 2000-12-05 Sekisui Chem Co Ltd ダニ誘引剤、殺ダニ剤及びダニ捕獲材
KR20150048784A (ko) 2012-08-24 2015-05-07 바이엘 크롭사이언스 아게 살충 테르펜 혼합물 및 생물학적 방제제를 포함하는 조성물

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20090099135A1 (en) * 2007-01-16 2009-04-16 Tyratech, Inc. Pest control compositions and methods
US20100303940A1 (en) * 2007-03-22 2010-12-02 Tyratech, Inc. Synergistic pest-control compositions
WO2016124566A1 (en) * 2015-02-03 2016-08-11 Domobios Method and device to trap acarids
KR20170035700A (ko) * 2015-09-23 2017-03-31 전북대학교산학협력단 진드기용 천연 살비제 및 진드기용 식별 표지자

Also Published As

Publication number Publication date
EP3716770A1 (en) 2020-10-07
WO2019106152A1 (en) 2019-06-06
BE1025925A1 (nl) 2019-08-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100220924B1 (ko) 무해한 살충제 및 그 투여방법
US20220386582A1 (en) Method and device to trap acarids
US8647684B2 (en) pH modified insect repellent/insecticide soap composed of plant essential oils
JP5288199B2 (ja) 匍匐害虫忌避成分の匂い移りを防止する方法
Mursiti et al. The activity of d-limonene from sweet orange peel (Citrus Sinensis L.) exctract as a natural insecticide controller of bedbugs (Cimex cimicidae)
JP2016145176A (ja) 揮発性閉鎖空間防害虫剤
BE1025925B1 (nl) Kit en werkwijze gebruikmakend van een synergistische samenstelling om acaridae te lokken en verwijderen
BE1025924B1 (nl) Samenstelling voor het bevorderen van migratie van acaridae
Van Langenhove et al. Insect repellent finishes for textiles
US10226050B2 (en) Synergistic composition of geranium oil with other essential oils for bedbug control
US20210161130A1 (en) Compositions for attracting pests and uses thereof
KR102480695B1 (ko) 곤충 퇴치용 조성물
WO2022147076A1 (en) Insect repellent compositions
Adanan et al. Efficacy and sublethal effects of mosquito mats on Aedes aegypti and Culex quinquefasciatus (Diptera: Culicidae).
JP5980131B2 (ja) 衣料用防虫剤
BE1022723B1 (fr) Procédé et dispositif pour piéger des acari
RU2790022C1 (ru) Композиция для отпугивания насекомых
Dockery Bed Bug Behavior in Response to Odors
Menil et al. Sampaguita​(Jasminum sambac)​ Extracts with Calamansi​(Citrofortunella microcarpa)​ Extracts as an Effective Alternative to Citronella​(Cymbogon nardus)​ Repellent Against Mosquitoes Fairy Alyjah C. Dumilon Denise Anne D. Estacio
WO2005013694A1 (en) Insect repulsive allomones
TWI444138B (zh) 防止趨避走爬性害蟲成分之臭味轉移的方法
Aparajita Patra et al. Current developments in (Malaria) mosquito protective methods: a review paper.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20190930