BE1024984B1 - Debietregelaar - Google Patents

Debietregelaar Download PDF

Info

Publication number
BE1024984B1
BE1024984B1 BE20175078A BE201705078A BE1024984B1 BE 1024984 B1 BE1024984 B1 BE 1024984B1 BE 20175078 A BE20175078 A BE 20175078A BE 201705078 A BE201705078 A BE 201705078A BE 1024984 B1 BE1024984 B1 BE 1024984B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
valve
segments
opening
frame
butterfly
Prior art date
Application number
BE20175078A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024984A1 (nl
Inventor
Tom Marc Kathelijne Smet
Original Assignee
Begetube N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Begetube N V filed Critical Begetube N V
Priority to BE20175078A priority Critical patent/BE1024984B1/nl
Publication of BE1024984A1 publication Critical patent/BE1024984A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024984B1 publication Critical patent/BE1024984B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/08Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates
    • F24F13/10Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates movable, e.g. dampers
    • F24F13/12Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates movable, e.g. dampers built up of sliding members
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • F24F13/06Outlets for directing or distributing air into rooms or spaces, e.g. ceiling air diffuser
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2110/00Control inputs relating to air properties
    • F24F2110/40Pressure, e.g. wind pressure

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Air-Flow Control Members (AREA)

Abstract

Klep voor het beïnvloeden van een luchtstroom doorheen een ventilatiekanaal, waarbij de klep een hoofdzakelijk cirkelvormig frame bevat dat aangepast om in een distaal eind van het ventilatiekanaal geklemd te zijn, waarbij het frame een perifere rand heeft en een centrale kern zodat zich tussen de perifere rand en de centrale kern een cirkelring bevindt, waarbij de cirkelring minstens 4 segmenten bevat, waarbij 2 van de minstens 4 segmenten symmetrisch gevormd zijn in de klep en deel uitmaken van het frame en waarbij overige segmenten van de minstens 4 segmenten verplaatsbaar zijn in de cirkelring om de klep te openen en te sluiten, waarbij de centrale kern een opening bevat voor verbinding met een meetnippel, waarbij een verwijderbare afdekking voorzien is voor de opening.

Description

(73) Houder(s) :
BEGETUBE N.V. 2630, AARTSELAAR België (72) Uitvinder(s) :
SMET Tom Marc Kathelijne 2640 MORTSEL België (54) Debietregelaar (57) Klep voor het beinvloeden van een luchtstroom doorheen een ventilatiekanaal, waarbij de klep een hoofdzakelijk cirkelvormig frame bevat dat aangepast om in een distaal eind van het ventilatiekanaal geklemd te zijn, waarbij het frame een perifere rand heeft en een centrale kern zodat zieh tussen de perifere rand en de centrale kern een cirkelring bevindt, waarbij de cirkelring minstens 4 Segmenten bevat, waarbij 2 van de minstens 4 Segmenten symmetrisch gevormd zijn in de klep en deel uitmaken van het frame en waarbij overige Segmenten van de minstens 4 Segmenten verplaatsbaar zijn in de cirkelring om de klep te openen en te sluiten, waarbij de centrale kern een opening bevat voor verbinding met een meetnippel, waarbij een verwijderbare afdekking voorzien is voor de opening.
Figure BE1024984B1_D0001
FIG. 3
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Publicatienummer: 1024984 Nummer van indiening: BE2017/5078
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Internationale classificatie: F24F 13/12 F24F 13/06 F24F 11/00 Datum van verlening: 10/09/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 08/02/2017.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
BEGETUBE N.V., Kontichsesteenweg 53-55, 2630 AARTSELAAR België;
vertegenwoordigd door
PHILIPPAERTS Yannick, Meir 24 bus 17, 2000, ANTWERPEN;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeid in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Debietregelaar.
UITVINDER(S):
SMET Tom Marc Kathelijne, De Valk 44, 2640, MORTSEL;
VOORRANG:
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 10/09/2018,
Bij bijzondere machtiging:
2017/5078
BE2017/5078
Debietregelaar
De uitvinding heeft betrekking op een klep voor het beinvloeden van een luchtstroom doorheen een ventilatiekanaal. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een debietregelaar voor een ventilatiesysteem.
Een ventilatiesysteem wordt geplaatst in een gebouw met als doel om een goede luchtkwaliteit in het gebouw te verzekeren. Ventilatiesystemen werken vaak actief waarbij een luchtstroom doorheen meerdere ventilatiekanalen mechanisch aangedreven wordt. De kanalen vormen typisch een kanalennet naar de verschillende ruimtes in het gebouw om lucht via het kanalennet aan te voeren en optioneel ook af te voeren of omgekeerd. Hiertoe hebben de ventilatiekanalen ten minste één, bij voorkeur meerdere ventilatieopeningen of ventilatiemonden.
Om de werking van het ventilatiesysteem te optimaliseren, wordt voor elke ruimte bij voorkeur een gewenst luchtdebiet of ventilatiedebiet bepaald. Dit ventilatiedebiet kan bepaald worden op basis van regelgeving of normeringen. Het debiet is verder typisch afhankelijk van het type ruimte, bijvoorbeeld woonruimte, slaapkamer, badkamer, keuken enz. In de praktijk kan het ventilatiekanalennet vertakt zijn zodat één mechanische aandrijving een luchtstroom naar meerdere ventilatiemonden of ventilatieopeningen verzorgt.
Om in elke ruimte een vooraf bepaald ventilatiedebiet te realiseren, worden bij voorkeur kleppen voorzien om de weerstand van het ventilatiekanaal naar elk van de ventilatieopeningen of ventilatiemonden te beinvloeden. Een goede luchtkwaliteit kan slechts bekomen worden in het gebouw wanneer alle kleppen correct afgesteld worden. Daarbij wordt bij voorkeur het ventilatiedebiet gecontroleerd nadat de kleppen afgesteld zijn, om te verzekeren dat de afstelling correct is.
Verschillende kleppen en Systemen zijn bekend voor het beinvloeden van een luchtstroom doorheen een ventilatiekanaal. De bekende kleppen hebben steeds één of meerdere van de volgende nadelen: de kleppen zijn merkgebonden en daarom slechts toepasbaar in combinatie met overeenstemmende ventilatiesystemen van hetzelfde merk. De kleppen hebben een beperkt aantal inregelstanden zodat geen fijne regeling of afstelling mogelijk is. De kleppen zijn niet aangepast om een onmiddellijke debietmeting uit te voeren zodat niet meteen kan gecontroleerd worden of de afstelling correct is. De kleppen, constructief uitgevoerd met een as die parallel loopt met de aslijn van het ventilatiekanaal, hebben in hun volledig open stand een luchtdoorlaatopening die kleiner of gelijk is aan 50% en daardoor steeds een relatief grote minimale luchtweerstand creëren. De kleppen zijn moeilijk toegankelijk voor een gebruiker of installateur om de beïnvloeding van de luchtstroom te regelen. De kleppen zijn niet vrij combineerbaar met roosters, bijvoorbeeld designroosters, voor het afdekken van de opening. De
2017/5078
BE2017/5078 kleppen verliezen hun ingestelde positie bij het reinigen van de klep. Het insteilen van de kleppen kan tijdrovend en/of complex zijn. De levensduur van sommige kleppen is beperkt.
Het is een doel van de huidige uitvinding om een klep te voorzien waarbij één of meerdere van de hierboven beschreven nadelen opgelost worden.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een klep voor het beïnvloeden van een luchtstroom doorheen een ventilatiekanaal, waarbij de klep een hoofdzakelijk cirkelvormig frame bevat dat aangepast is om in een distaal eind van het ventilatiekanaal geklemd te zijn, waarbij het frame een perifere rand heeft en een centrale kern zodat zieh tussen de perifere rand en de centrale kern een cirkelring bevindt, waarbij de cirkelring minstens 4 Segmenten bevat, waarbij 2 van de minstens 4 Segmenten symmetrisch gevormd zijn in de klep en deel uitmaken van het frame en waarbij overige Segmenten van de minstens 4 Segmenten verplaatsbaar zijn in de cirkelring om de klep te openen en te sluiten, waarbij de centrale kern een opening bevat voor verbinding met een meetnippel, waarbij een verwijderbare afdekking voorzien is voor de opening.
De klep volgens de uitvinding heeft een frame met een perifere rand en een centrale kern. Tussen de perifere rand en de centrale kern strekt zieh een cirkelring uit met meerdere Segmenten. Twee van deze Segmenten zijn symmetrisch gevormd en maken deel uit van het frame. Daarmee voorziet de klep in een hoofdzakelijk symmetrische weerstand voor de lucht.
Met de klep volgens de uitvinding zal het mogelijk zijn om een luchtdoorlaatopening te creëren in een ventilatiekanaal, waarbij de gevormde openingen (minimaal 2) hoofdzakelijk symmetrisch zijn. Daarbij zal duidelijk zijn dat de Symmetrie beschouwd wordt ten opzichte van een centrale aslijn van het ventilatiekanaal. In doorsnede wordt aldus een puntsymmetrie bedoeid.
De klep volgens de uitvinding heeft verder een opening voor verbinding met een meetnippel. Deze opening is gevormd in de centrale kern van de klep. Deze opening bevat een verwijderbare afdekking zodat de opening afgedekt kan zijn in de werkingsstand van de klep. Bij het afregelen van de klep, kan via de opening op eenvoudige wijze de druk achter de klep, in het ventilatiekanaal, gemeten worden. Deze druk kan absoluut gemeten worden of relatief gemeten worden ten opzichte van een druk in de ruimte. Hierdoor is de klep volgens de uitvinding aangepast om op eenvoudige wijze toe te laten dat een drukverschil gemeten wordt over de klep.
Dit drukverschil is rechtstreeks gerelateerd aan het debiet dat doorheen de klep stroomt. In het bijzonder omdat de opening centraal gevormd is in de klep, en omdat de luchtdoorlaatopeningen symmetrisch gevormd zijn, kan een betrouwbare drukverschilmeting uitgevoerd worden en kan op betrouwbare wijze het debiet bepaald worden.
Het debiet doorheen de klep is afhankelijk van een combinatie van een grootte van de luchtdoorlaatopening van de klep en het drukverschil over de klep. De opbouw van de klep van de uitvinding laat op eenvoudige wijze toe om een gewenst debiet in te stellen en na te meten.
2017/5078
BE2017/5078
Namelijk een operator, gebruiker of installateur kan een meetnippel plaatsen via de centrale opening van de klep om zo een drukverschil te bepalen en kan afhankelijk van het gemeten drukverschil de luchtdoorlaatopening aanpassen door de positie van de overige Segmenten te verplaatsen binnen de cirkelring. Op die manier kan op uiterst eenvoudige wijze een debiet ingesteld worden. Omdat de klep aangepast is om in een distaal eind van een ventilatiekanaal geklemd te zijn, is de klep typisch eenvoudig toegankelijk vanuit de ruimte om ingesteld te worden. Verder zal typisch elk afdekrooster geplaatst kunnen worden over de ventilatiemond omdat de klep voorzien is om radiaal te klemmen in het ventilatiekanaal.
Bij voorkeur zijn de overige Segmenten gevormd als minstens één, bij voorkeur 10 minstens twee vlinderelementen die roteerbaar zijn in de klep rond de centrale kern, zodat de Segmenten hoofdzakelijk symmetrisch ten opzichte van de centrale kern gevormd zijn. De vlinderelementen zijn bij voorkeur roteerbaar rond een as die parallel loopt met de aslijn van het ventilatiekanaal. Door vlinderelementen te voorzien wordt een symmetrische opening voor het vormen van twee symmetrische openingen van de klep gegarandeerd. Verder hebben test uitgewezen dat het röteren van een vlinderelement in een klep eenvoudig realiseerbaar is. Ook het monteren van een vlinderelement voor het openen en sluiten van Segmenten van een cirkelring door rotatie van dat vlinderelement blijkt eenvoudig realiseerbaar.
Bij voorkeur bevat de minstens vier Segmenten zes Segmenten met een hoofdzakelijk gelijke grootte, waarbij de overige Segmenten gevormd zijn door twee vlinderelementen waarbij het eerste vlinderelement leidend is bij het instelien van de klep en een tweede vlinderelement meegenomen wordt door het eerste vlinderelement. Daarmee zijn de twee vlinderelementen bij voorkeur gevormd zodanig dat de klep in een voliedig geopende stand een symmetrische luchtstroomopening vertoont met een oppervlakte die altijd groter is dan 50%, bij voorkeur groter is dan 60% van de totale oppervlakte van de klep. Door het onderverdelen van de cirkelring in zes Segmenten met een hoofdzakelijk gelijke grootte, en door het voorzien van twee vlinderelementen waarbij één vlinderelement leidend is en het andere vlinderelement meegenomen wordt, kan op eenvoudige wijze een klep voorzien worden die gemakkelijk bedienbaar is en waarbij een grote luchtdoorstroomopening kan gerealiseerd worden. In de geopende stand worden de twee vlinderelementen samen voor de vaste Segmenten geplaatst. In de gesloten stand bevinden de vlinderelementen zieh naast elkaar en naast de vaste Segmenten. Verder heeft deze opbouw als voordeel dat de luchtdoorstroomopening steeds symmetrisch is. Toch moet de operator of installateur of gebruiker slechts één element bedienen, nl. het leidende vlinderelement. Door de maximale opening van meer dan 60% van de totale oppervlakte van de klep, kan een tage weerstand gerealiseerd worden. Dit heeft als voordeel dat de mechanische aandrijving minder
2017/5078
BE2017/5078 krachtig moet gebouwd worden, waardoor ze goedkoper wordt en waardoor ze typisch minder energie verbruikt en geluid produceert.
Bij voorkeur hebben de overige Segmenten en het cirkelvormige frame vergrendelelementen om een positie van de overige Segmenten ten opzichte van het frame vast te zetten. Verder bij voorkeur zijn de vergrendelelementen gevormd als een reeks tanden ter plaatse van het frame die compatibel zijn met één of meerdere nokken ter plaatse van de overige Segmenten, waarbij de nokken in de tanden grijpen. Bij voorkeur zijn de nokken via een veerelement met de overige Segmenten verbonden, zodat de nokken tegen de tanden drukken. Door het voorzien van de vergrendelelementen, bijvoorbeeld nokken en tanden, kan een positie van de klep ingesteld worden en in zijn ingestelde stand vergrendeld worden. De vergrendeling laat verder toe om de klep te reinigen zonder dat de kleppen gemakkelijk zijn ingestelde stand verliest.
Het manipuleren van bijvoorbeeld vlinderelementen met nokken blijkt verder eenvoudig een gebruiksvriendelijk te zijn.
Bij voorkeur bevatten de overige Segmenten en het cirkelvormig frame overeenstemmende markeringen, zodat een indicatie van opening van de klep afleesbaar is via de markeringen bij nagenoeg elke positie van de overige Segmenten. Door het voorzien van markeringen op de klep, kan een gebruiker, installateur of operator de luchtdoorlaatopening van de klep direct aflezen of afleiden van de markering. Dit vereenvoudigt het bepalen van een debiet doorheen de klep op basis van een drukverschilmeting en op basis van de markering.
Bij voorkeur bevat de klep een voorzijde en een achterzijde, en is de achterzijde voorzien van een bekleding met een hoofdzakelijk open celstructuur om geluid te dempen. De bekleding met open celstructuur vermindert de propagatie van geluidsgolven doorheen de klep. Zo wordt het ventilatiesysteem stiller, beschouwd vanuit de ruimtes van het gebouw.
Bij voorkeur is het frame uit één stuk gevormd. Dit vereenvoudigt het vervaardigen en plaatsen van de klep.
De uitvinding heeft verder betrekking op een set van een klep voigens de uitvinding en een drukverschilmeter, waarbij de drukverschilmeter twee druksensoren heeft, waarbij één druksensor verbonden is met een meetnippel die compatibel is met de opening in de centrale kern van de klep zodanig dat de druksensor een druk achter de klep kan meten. De druk achter de klep kan absoluut of relatief gemeten worden ten opzichte van de tweede drukmeting. Bij gebruik zal de drukverschilmeter zieh typisch in de ruimte bevinden, en wordt één van de druksensoren via de meetnippel verbonden met de klep. Hierdoor kan een gebruiker, operator of installateur vanuit de ruimte waar de ventilatiemond zieh bevindt, waarin de klep geplaatst is, op eenvoudige wijze de klep instellen.
2017/5078
BE2017/5078
Bij voorkeur bevat de set verder een element voor het aanduiden of berekenen van een debiet op basis van een drukverschilmeting en een stand van de klep. Dit element kan een digitaal element zijn waarin het debiet berekend wordt op basis van het gemeten drukverschil en op basis van de stand van de klep. Alternatief kan het element een tabel zijn waaruit het debiet afleesbaar is.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
In de tekening laat :
figuur 1 een gebouw met ventilatiesysteem zien waarin de klep volgens de 10 uitvinding toepasbaar is;
figuur 2 een klep volgens de uitvinding zien, geplaatst in een ventilatiemond; figuur 3 een perspectiefaanzicht zien van een klep volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; en figuur 4 enkele standen zien van de klep uit figuur 3.
In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwij zingscijfer toegekend.
Figuur 1 toont een gebouw 1 waarin een ventilatiesysteem 2 voorzien is. Het ventilatiesysteem 2 heeft luchtkanalen die zieh naar de verschillende ruimtes 3 van het gebouw 1 uitstrekken. In elk van de ruimtes 3 is een ventielmond 4 voorzien. Daarbij toont figuur 1 een ventilatiesysteem 2 van het type dat verse lucht blaast in droge ruimte 3a, 3b, 3c en dat lucht wegvoert uit natte ruimtes 3e en 3d. Ruimte 3a is bijvoorbeeld een woonkamer, ruimte 3b bijvoorbeeld een slaapkamer, ruimte 3c bijvoorbeeld een hobbyruimte, ruimte 3d bijvoorbeeld een badkamer, en ruimte 3e bijvoorbeeld een keuken. In de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 1 heeft het ventilatiesysteem luchtaanvoerkanalen naar ruimte 3a, 3b en 3c, waar de luchtaanvoerkanalen respectievelijk openen in ventilatiemonden 4a, 4b en 4c. Ventilatiesysteem 2 heeft verder luchtafvoerkanalen naar ruimtes 3d en 3e, waar de ventilatiekanalen openen in ventilatiemonden 4d en 4e.
Figuur 1 toont slechts een voorbeeid van een ventilatiesysteem. De uitvinding, die hieronder besproken is aan de hand van de verdere figuren, is toepasbaar in verschillende soorten ventilatiesystemen. Alternatieve ventilatiesystemen hebben zowel een luchtaanvoer- als een luchtafvoerkanaal van en naar elke ruimte, zodanig dat de luchtverversing in elke ruimte apart regelbaar is. De uitvinding is niet beperkt tot een bepaald type ventilatiesysteem, en kan toegepast worden bij elk ventilatiesysteem, centraal of decentraal, waarbij via een ventilatiemond 4 die in een ruimte van een gebouw 1 uitmondt, lucht ingeblazen of afgezogen wordt. Daarbij is de klep volgens de uitvinding geoptimaliseerd om een vooraf bepaald luchtdebiet in te stellen.
2017/5078
BE2017/5078
Figuur 2 toont een ventilatiemond 4 in een ruimte 3. In figuur 2 is de ventilatiemond 4 in een plafond 5 gevormd. Het zal duidelijk zijn dat de ventilatiemond 4 op technisch eenzelfde wijze in een opstaande wand of in een vloer kan gevormd worden. De ventilatiemond 4 is gevormd door een ventilatiekanaal 6 dat opent in de ruimte 3. Het ventilatiekanaal 6 heeft typisch een vooraf gekende diameter. In het ventilatiekanaal 6 wordt de klep 7 gemonteerd. De klep 7 is voorzien om zieh radiaal te klemmen in het ventilatiekanaal 6.
Hierdoor kan de klep 7 op een vooraf bepaalde diepte 8 in het ventilatiekanaal 6 gepositioneerd worden. Deze diepte 8 bedraagt bij voorkeur enkele centimeters.
Doordat de klep 7 op een diepte 8 in het ventilatiekanaal 6 gemonteerd wordt, blijft het distaal eind van de ventilatiemond 4, gevormd ter plaatse van het einde van het ventilatiekanaal 6, vrij. Hierdoor kan het distaal eind van de ventilatiemond door bestaande en/of conventionele roosters of afdekkingen afgewerkt worden. De afwerkingselementen zijn voorzien om de ventilatiemond 4 visueel af te werken en worden voorzien om esthetische redenen.
Figuur 3 toont een perspectiefaanzicht van een klep 7 volgens een 15 voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. De klep 7 is gevormd met buitenafmetingen die overeenstemmen met de binnenafmetingen van het ventilatiekanaal 6 waarin de klep 7 geplaatst wordt. Meer bepaald heeft de klep 7 een buitendiameter die hoofdzakelijk gelijk is aan de binnendiameter van het ventilatiekanaal 6. De buitendiameter van de klep 7 wordt gevormd door de radiale rand 9 van het perifeer deel 10 van de klep 7. De radiale rand 9 is bij voorkeur voorzien van een klemring, bijvoorbeeld een rubberen ring, die toelaat om de klep 7 door middel van een perspassing in het ventilatiekanaal 6 vast te klemmen. De klemring klemt tussen de binnenwand van het ventilatiekanaal 6 en de perifere rand 9 van de klep 7. De vakman zal begrijpen dat het gebruik van een klemring slechts één uitvoeringsvorm is, en dat de klep 7 kan voorzien worden van verschillende mechanismes om de klep 7 in het ventilatiekanaal 6 te monteren. Bij voorkeur zijn deze mechanismes gekozen als radiaal verbindingsmechanisme waarmee de klep 7 kan vastgezet worden in het ventilatiekanaal 6 op een afstand van het distale eind. Door de klep 7 vast te zetten in het ventilatiekanaal 6, op een afstand van het distale eind, kan de klep op de diepte 8 gepositioneerd worden.
De klep 7 heeft een frame dat hoofdzakelijk gevormd wordt door het perifere deel
10, twee vaste Segmenten 11 en een centraal deel 12. De twee vaste Segmenten 11 verbinden het centrale deel 12 met het perifeer deel 10, zodat een stabiel basislichaam gevormd wordt dat als frame fungeert voor de klep 7. Op het frame van de klep 7 worden verder twee vlinderelementen voorzien, een leidend vlinderelement 13 en een volgend vlinderelement 14. De vlinderelementen 13 en 14 zijn roteerbaar, aangeduid met pijl 24, tussen een open positie van de klep 7 en de gesloten positie van de klep 7. In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 3 is de klep ongeveer één
2017/5078
BE2017/5078 kwart geopend. Figuur 3 toont daarmee een luchtdoorlaatopening 16. In de uitvoeringsvorm uit figuur 3 beweegt het leidende vlinderelement 13 over het volgend vlinderelement 14 en het vast segment 11. De vakman zal begrijpen dat configuraties kunnen voorzien worden waarin het leidend vlinderelement onder het volgend vlinderelement en het vast segment bewegen.
De positie van het leidende vlinderelement 13 ten opzichte van het frame wordt vastgehouden door vergrendelelementen 17. In de uitvoeringsvorm van figuur 3 zijn de vergrendelelementen 17 gevormd door een combinatie van tanden 18 op het perifeer deel 10 en nokken 19 die via een veerelement 20 verbonden zijn met het leidend vlinderelement 13. De nokken 19 zijn compatibel gevormd met de tanden 18 om in de tanden 18 te grijpen. Daarbij kunnen de nokken 19 en de tanden 18 van een zaagtandprofiel voorzien zijn dat toelaat om de nokken in één richting ten opzichte van de tanden te bewegen terwijl een beweging in de andere richting geblokkeerd is.
Het veerelement 20 is voorzien om de nokken 19 tegen de tanden 18 te drukken.
Bij voorkeur is het veerelement voorzien van een hanteerzone waar het veerelement 20 eenvoudig vastgegrepen kan worden om de nokken 19 uit de tanden 18 te trekken. In figuur 3 zijn overstaande ogen gevormd ter plaatse van de nokken 19, zodat met een tang in de ogen kan gegrepen worden en de ogen naar elkaar kunnen bewogen worden. Hierdoor kunnen de nokken 19 uit de tanden 18 bewegen en kan het leidend vlinderelement 13 vrij bewegen ten opzichte van het perifeer deel. Door de nokken 19 in de tanden 18 te laten grijpen, wordt de positie van het leidende vlinderelement in de klep 7 vastgehouden, en wordt daarmee de luchtdoorlaatopening 16 vast bepaald.
In de uitvoeringsvorm van figuur 3 strekken de tanden 18 zieh uit op slechts een gedeelte van de omtrek van het frame, meer bepaald over ongeveer 120 graden. In een uitvoeringsvorm met meerdere vlinderelementen, bijvoorbeeld drie vlinderelementen, kunnen de tanden 18 zieh uitstrekken over 135 graden van de omtrek van het frame.
Bij voorkeur wordt de grootte van de luchtdoorlaatopening 16 aangeduid op de klep 7. In de uitvoeringsvorm uit figuur 3 heeft het leidend vlinderelement 13 een pijl 21 richting het perifeer deel 10. Het perifeer deel 10 bevat tegenover de pijl een positie-aanduiding 22. Meer bepaald zal voor verschillende posities van het vlinderelement 13 een positie-aanduiding 22 voorzien zijn op het perifeer deel dat gerelateerd is aan de grootte van de opening 16 van de klep 7 in de overeenstemmende positie. De pijl 21 en positie-aanduiding 22 laten toe om de klep 7 in een stand te zetten en een waarde af te lezen die gerelateerd is aan de grootte van de luchtdoorlaatopening 16. Hierdoor is voor een installateur of gebruiker op elk moment afleesbaar via de positie-aanduiding 22 en de pijl 21 hoe groot de luchtdoorlaatopening 16 is. Dit kan rechtstreeks of onrechtstreeks afgelezen worden via de positie-aanduiding 22. In figuur 3 is de
2017/5078
BE2017/5078 grootte van de luchtdoorlaatopening 16 onrechtstreeks af te lezen door het nummer van de stand af te lezen. Dit nummer is gerelateerd aan de grootte, zodat de gebruiker of installateur via het nummer de grootte van de luchtdoorlaatopening 16 kan achterhalen. De kennis over de grootte van de luchtdoorlaatopening 16 in combinatie met een kennis over het drukverschil dat over de klep 7
Staat, vormt de basis voor het bepalen van het luchtdebiet dat doorheen de klep 7 stroomt. Door de positie-aanduidingen 22 en de pijl 21 kan de gebruiker voor een voorafbepaalde stand van de klep 7 op eenvoudige wijze het debiet doorheen de klep 7 bepalen.
Om het drukverschil over de klep 7 op eenvoudige wijze te kunnen meten, is het centraal deel 12 van de klep voorzien van een opening 23. Deze opening 23 is gevormd met een grootte en een vorm om een meetnippel aan te sluiten of in te brengen. Door een meetnippel aan te sluiten via de opening 23 is een druk achter de klep, in het ventilatiekanaal 6, op eenvoudige wijze meetbaar. De vakman zal begrijpen dat een absolute druk kan gemeten worden, of dat een verschildruk kan gemeten worden, tussen de druk in de ruimte 3 en de druk in het ventilatiekanaal 6 achter de klep 7. Op basis van het drukverschil over de klep 7 en de grootte van de luchtdoorlaatopening 16, kan op eenvoudige wijze het debiet dat doorheen de luchtdoorlaatopening 16 stroomt, berekend worden. Hierdoor laat de klep 7 volgens de uitvinding toe om een ventilatiedebiet correct in te stellen. Bij voorkeur is een stop of deksel of afdekking voorzien voor het sluiten van de centrale opening 23 wanneer de klep 7 operationeel is. De centrale opening is primair enkel bedoeld om de drukverschilmeting uit te voeren. Door het sluiten van de centrale opening na de meting, heeft de centrale opening geen invloed op de grootte van de luchtdoorlaatopening 16. Daarbij wordt opgemerkt dat wanneer een meetnippel aangesloten wordt op de centrale opening 23, de meetnippel verhindert dat de lucht doorheen de centrale opening 16 stroomt, zodat de meetnippel tijdens de meting een afdichting vormt voor de centrale opening 23.
Figuur 4 toont een principe-aanzicht van de klep 7 in verschillende standen. Figuur
4A toont de klep 7 in de gesloten stand. Figuur 4B toont de klep in een halfopen stand. Figuur 4C toont de klep 7 in een volledig geopende stand. Figuur 4 illustreert hoe de klep 7 tussen het centraal deel en het perifeer deel een ringvormige oppervlakte heeft. Deze ringvormige oppervlakte is onderverdeeld in 6 hoofdzakelijk gelijke Segmenten. Dit laat toe om overstaande Segmenten te verbinden, zodanig dat de luchtdoorlaatopening steeds symmetrisch ten opzichte van het centerpunt van de klep 7 gevormd wordt. Hierdoor kan een optimale luchtstroom doorheen de klep bekomen worden in verschillende standen van de klep.
Het onderverdelen van de ringvormige oppervlakte in zes Segmenten heeft het voordeel dat de maximale opening, zoais getoond in figuur 4C, groter is dan 60% van het totale oppervlak van de klep 7. Hierdoor is de luchtweerstand die de klep 7 teweegbrengt in het ventilatiekanaal 6 minimaal in de volledig geopende stand. Bij voorkeur zijn twee overstaande
2017/5078
BE2017/5078
Segmenten 15c en 15f gevormd als vast segment, dat deel uitmaakt van het frame. Hierdoor zal de luchtdoorlaatopening 16 typisch twee delen hebben die symmetrisch tegenover elkaar staan. Door de Symmetrie van de luchtdoorlaatopening 16 zal de luchtstroom doorheen deze opening beter voorspelbaar zijn.
De overige Segmenten zijn bij voorkeur gevormd door twee vlinderelementen, zoals getoond in figuur 3. Daarbij zijn overstaande Segmenten vast met elkaar verbonden om een vlinderelement te vormen. Deze vlinderelementen zijn roteerbaar rondom het centrale deel van de klep 7 bevestigd. Alternatief is elk segment gevormd met een los element, zodat niet twee vlinderelementen, maar wel vier losse elementen roteerbaar rondom het centrale deel van de klep verbonden zijn. Via de vier losse elementen kan een niet-symmetrische luchtdoorlaatopening 16 verkregen worden.
De vakman zal begrijpen dat het aantal Segmenten kan afwijken van 6. Zo kunnen ook vier, vijf, zeven of acht, negen of meer Segmenten voorzien zijn. De keuze voor 6 Segmenten heeft met een luchtdoorlaatopening 16 van meer dan 60%, en met efficiëntie bij het opbouwen van de klep te maken. Uiteraard daalt de efficiëntie wanneer het aantal bewegende onderdelen stijgt.
Een alternatieve uitvoeringsvorm heeft drie roteerbare vlinderelementen. In deze uitvoeringsvorm is de cirkelring in 8 hoofdzakelijk gelijke delen verdeeld, namelijk twee vaste delen en 6 beweegbare delen. De 6 beweegbare delen worden gevormd door de drie roteerbare vlinderelementen.
In een verdere alternatieve uitvoeringsvorm is de cirkelring onderverdeeld in 9 delen en zijn drie Segmenten voorzien als vaste Segmenten, verdeeld over de omtrek van de cirkelring. De beweegbare Segmenten kunnen gevormd worden door schroefelementen of propellerelementen, waarbij elk propellerelement drie propellerbladen heeft die elk een segment afdekken. Daarmee kunnen de 6 beweegbare Segmenten afgedekt worden door twee propellerelementen, die een functie vervullen die volledig anaioog is aan die van de vlinderelementen die uitvoerig beschreven zijn hierboven.
In de gesloten toestand van de klep 7, getoond in figuur 4A, zijn de Segmenten 15 naast elkaar gepositioneerd zodanig dat nagenoeg het voiledige ringvormige oppervlak afgedekt wordt door de Segmenten 15. In de open stand, zoals getoond in figuur 4C, zijn de vlindersegmenten nagenoeg volledig over de vaste Segmenten gepositioneerd, zodat dat de luchtdoorlaatopening 16 maximaal is. In tussenliggende standen, overlappen de Segmenten gedeelteiijk, zoals getoond is in figuur 4B.
De achterzijde van de klep 7 is bij voorkeur gevormd uit een schuim of een materiaal met een open celstructuur (niet weergegeven). Dergelijke materialen zijn bekend om geluid te dempen. Daarbij is bij voorkeur dergelijk geluiddempend materiaal voorzien aan een
2017/5078
BE2017/5078 achterzijde van de Segmenten. Door de Segmenten over elkaar te bewegen bij het openen van de klep 7, kan het geluidsabsorberend materiaal samengedrukt worden. In de samengedrukte stand zullen de cellen minstens gedeeitelijk dicht geduwd worden, waardoor het geluidsabsorberend effect vermindert. Echter in de open stand van de klep ontstaat minder geluid ten gevolge van weerstand van de klep 7, omdat de weerstand van de klep 7 in het ventilatiekanaal 6 lager is.
Hierdoor is geluidsisolatie in een open stand van de klep minder relevant.
In figuur 4A wordt het openen van de klep aangeduid met pijl 24. In figuur 4C wordt het sluiten van de klep aangeduid met pijl 24 en in figuur 4B duidt pijl 24 het openen en sluiten van de klep aan. De vakman zal begrijpen dat de pijl 24 betrekking heeft op de beweging van de vlinderelementen ten opzichte van het vast segment.
Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.
2017/5078
BE2017/5078

Claims (10)

Conclusies
1. Klep voor het beïnvloeden van een luchtstroom doorheen een ventilatiekanaal, waarbij de klep een hoofdzakelijk cirkelvormig frame bevat dat aangepast om in
2. Klep volgens conclusie 1, waarbij de overige Segmenten gevormd zijn als minstens één vlinderelement dat roteerbaar is in de klep rond de centrale kern zodat de Segmenten hoofdzakelijk symmetrisch ten opzichte van de centrale kern gevormd zijn.
15
3. Klep volgens conclusie 2, waarbij de minstens 4 Segmenten 6 Segmenten bevat met een hoofdzakelijk gelijke grootte, waarbij de overige Segmenten gevormd zijn door twee vlinderelementen waarbij een eerste vlinderelement leidend is bij het instellen van de klep en een tweede vlinderelement meegenomen wordt door het eerste vlinderelement.
4. Klep volgens conclusie 3, waarbij de twee vlinderelementen gevormd zijn
20 zodanig dat de klep in een open stand een symmetrische luchtstroomopening vertoont met een oppervlakte die groter is van 60% van de totale oppervlakte van de klep.
5 stuk gevormd is.
11. Set van een klep volgens één van de voorgaande conclusies en een drukverschilmeter, waarbij de drukverschilmeter twee druksensoren heeft, waarbij één druksensor verbonden is met een meetnippel die compatibel is met de opening in de centrale kern van de klep zodanig dat de druksensor een druk achter de klep kan meten.
5. Klep volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de overige Segmenten en het cirkelvormig frame vergrendelelementen hebben om een positie van de overige Segmenten ten opzichte van het frame vast te zetten.
25
5 een distaai eind van het ventilatiekanaal geklemd te zijn, waarbij het frame een perifere rand heeft en een centrale kern zodat zieh tussen de perifere rand en de centrale kern een cirkelring bevindt, waarbij de cirkelring minstens 4 Segmenten bevat, waarbij 2 van de minstens 4 Segmenten symmetrisch gevormd zijn in de klep en deel uitmaken van het frame en waarbij overige Segmenten van de minstens 4 Segmenten verplaatsbaar zijn in de cirkelring om de klep te openen
10 en te sluiten, waarbij de centrale kern een opening bevat voor verbinding met een meetnippel, waarbij een verwijderbare afdekking voorzien is voor de opening.
6. Klep volgens conclusie 5, waarbij de vergrendelelementen gevormd zijn als een reeks tanden ter plaatse van het frame die compatibel zijn met één of meerdere nokken ter plaatse van de overige Segmenten, waarbij de nokken in de tanden grijpen.
7. Klep volgens conclusie 6, waarbij de nokken via een veerelement met minstens één van de overige Segmenten verbonden zijn zodat de nokken tegen de tanden drukken.
30
8. Klep volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de overige
Segmenten en het cirkelvormig frame overeenstemmende markeringen bevatten zodanig dat indicatie van opening van de klep afleesbaar is via de markeringen bij nagenoeg elke positie van de overige Segmenten.
2017/5078
BE2017/5078
9. Klep volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de klep een voorzijde en een achterzijde bevat, en waarbij de achterzijde voorzien is van een bekleding met een hoofdzakelijk open celstructuur om geluid te dempen.
10. Klep volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het frame uit één
10 12. Set volgens conclusie 10, waarbij de set verder een element bevat voor het aanduiden of berekenen van een debiet op basis van een drukverschilmeting en een stand van de klep.
BE2017/5078
BE20175078A 2017-02-08 2017-02-08 Debietregelaar BE1024984B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20175078A BE1024984B1 (nl) 2017-02-08 2017-02-08 Debietregelaar

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20175078A BE1024984B1 (nl) 2017-02-08 2017-02-08 Debietregelaar

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024984A1 BE1024984A1 (nl) 2018-09-04
BE1024984B1 true BE1024984B1 (nl) 2018-09-10

Family

ID=58046414

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20175078A BE1024984B1 (nl) 2017-02-08 2017-02-08 Debietregelaar

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1024984B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0699875A2 (en) * 1994-09-05 1996-03-06 Abb Fläkt Ab Ventilating apparatus
US6712335B1 (en) * 2002-05-21 2004-03-30 Bart Naughton Fluid damper
US6763677B1 (en) * 2003-10-20 2004-07-20 Carrier Corporation Fresh air vent position monitoring system
US20050208888A1 (en) * 2004-03-15 2005-09-22 Moore David A Airflow volume control system
US20150099456A1 (en) * 2013-10-08 2015-04-09 Airfixture Llc Air diffuser with manual and motorized plates

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0699875A2 (en) * 1994-09-05 1996-03-06 Abb Fläkt Ab Ventilating apparatus
US6712335B1 (en) * 2002-05-21 2004-03-30 Bart Naughton Fluid damper
US6763677B1 (en) * 2003-10-20 2004-07-20 Carrier Corporation Fresh air vent position monitoring system
US20050208888A1 (en) * 2004-03-15 2005-09-22 Moore David A Airflow volume control system
US20150099456A1 (en) * 2013-10-08 2015-04-09 Airfixture Llc Air diffuser with manual and motorized plates

Also Published As

Publication number Publication date
BE1024984A1 (nl) 2018-09-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3194787B1 (en) Inlet valve for a compressor
DE102006053208B4 (de) Mauerkasten
BE1024984B1 (nl) Debietregelaar
CZ99397A3 (en) Flow transmitter
US4109564A (en) Ventilation element with tubular connector for insertion into an opening in a ceiling or a wall
JPH07260243A (ja) 給気レジスタ
US2397672A (en) Air duct control for heating systems
JP2003056894A (ja) ダクト構造
US1067203A (en) Damper for open grates.
JP3448453B2 (ja) 建物用換気装置ならびにその換気装置の設定方法
US600894A (en) Stovepipe-thimble
US124931A (en) Improvement in damper-regulators for stoves
US1649953A (en) Double-gate balanced valve
US131459A (en) Improvement in hot-air registers
US662661A (en) Stove-damper.
US1204321A (en) Wall-ventilating duct.
US896966A (en) Register or ventilator.
US54911A (en) Feank p
US449148A (en) Rotary engine
US179729A (en) Improvement in stove-pipe thimbles
USD940465S1 (en) Brush for machines
USRE4773E (en) Improvement in hot-air registers
US822756A (en) Flue-stopper.
US44092A (en) Improved adjustable collar for stove-pipes
US44030A (en) Improvement in ventilating dampers and registers

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180910

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210228