BE1024713B1 - Stapelbare fles met bovenstuk - Google Patents

Abstract

Stapelbare fles gevormd is door blaasvormen met een bodemdeel dat een centraal bodemdeel en een perifeer bodemdeel vertoont, waarbij genoemd centraal bodemdeel een instulping vertoont die zodanig gedimensioneerd is dat meerdere flessen stapelbaar zijn, waarbij de fles een bovenstuk bevat rond een flessenhals, waarbij genoemd bovenstuk een ringvormig element bevat met aan een binnenzijde van het ringvormige element bevestigingsmiddelen zodanig dat het bovenstuk voorzien is om over de flessenhals te bevestigen, waarbij het bovenstuk minstens twee handvaten bevat die zich in verschillende richtingen uitstrekken en waarbij elk handvat een grijpdeel heeft dat via minstens één arm bevestigd is met het ringvormige element, en waarbij aan weerszijden van elk grijpdeel een steunelement voorzien is dat zodanig gedimensioneerd is dat in de stapelpositie het steunelement een afstand tussen een schouder van de tweede fles en een perifeer bodemdeel van de eerste fles overbrugt.

Description

(73) Houder(s) :

VAN DEN EYNDE Herman Xaverius Maria

2200, HERENTALS

België (72) Uitvinder(s) :

VAN DEN EYNDE Herman Xaverius Maria

2200 HERENTALS

België (54) STAPELBARE FLES MET BOVENSTUK (57) Stapelbare fies gevormd is door blaasvormen met een bodemdeel dat een centraal bodemdeel en een perifeer bodemdeel vertoont, waarbij genoemd centraal bodemdeel een instulping vertoont die zodanig gedimensioneerd is dat meerdere flessen stapelbaar zijn, waarbij de fies een bovenstuk bevat rond een flessenhals, waarbij genoemd bovenstuk een ringvormig element bevat met aan een binnenzijde van het ringvormige element bevestigingsmiddelen zodanig dat het bovenstuk voorzien is om over de flessenhals te bevestigen, waarbij het bovenstuk minstens twee handvaten bevat die zieh in verschillende richtingen uitstrekken en waarbij elk handvat een grijpdeel heeft dat via minstens één arm bevestigd is met het ringvormige element, en waarbij aan weerszijden van elk grijpdeel een steunelement voorzien is dat zodanig gedimensioneerd is dat in de stapelpositie het steunelement een afstand tussen een schouder van de tweede fies en een perifeer bodemdeel van de eerste fies overbrugt.

FIG. 1

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024713 Nummer van indiening: BE2016/5754

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: B65D 21/02 B65D 23/10 Datum van verlening: 04/06/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 10/10/2016.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

VAN DEN EYNDE Herman Xaverius Maria, Pol Heynsstraat 12/2, 2200 HERENTALS België;

vertegenwoordigd door

PHILIPPAERTS Yannick, Meir 24 bus 17, 2000, ANTWERPEN;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: STAPELBARE FLES MET BOVENSTUK.

UITVINDER(S):

VAN DEN EYNDE Herman Xaverius Maria, Pol Heynsstraat 12/2, 2200, HERENTALS;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 04/06/2018,

Bij bijzondere machtiging:

2016/5754

BE2016/5754

Stapelbare fies met bovenstuk

De huidige uitvinding heeft betrekking op een set met een eerste en een tweede stapelbare fies, waarbij elke fies vervaardigd is uit een materiaal zodat de fies door blaasvormen vanuit een voorvorm vervaardigbaar is. Daarbij is de uitvinding voornamelijk bedoeld om toegepast te worden op grote flessen, dit zijn dessen met een inhoud tussen de 3 liter en de 30 liter, bij voorkeur tussen de 5 liter en de 25 liter, meer bij voorkeur tussen de 10 en 20 liter.

EP 2 292 519 beschrijft een set met een eerste en een tweede stapelbare fies uit PET. Daarbij is een handvat via een ringvormig bevestigingselement door middel van een kliksysteem aan de hais van de fies te bevestigen. Het handvat is roteerbaar rondom de hais van de fies zodanig dat het gemakkeiijk kan vastgegrepen worden vanuit meerdere richtingen om de fies op te tillen. Via het handvat kan de fies eenvoudig gedragen worden. De bodem van elke fies is voorzien van een perifeer bodemdeel en een centraal bodemdeel, waarbij het centraal bodemdeel een instulping vertoont. De instulping heeft afmetingen die zo gekozen zijn dat wanneer één fies op een andere fies gestapeld is, de instulping een flessendop, een flessenhals en een handvat van een onderliggende fies overkoepelt, wanneer het perifeer bodemdeel op de schouder van de onderliggende fies steunt. Op deze manier is een set stapelbare flessen verkregen die enerzijds goed stapelbaar zijn en anderzijds goed draagbaar zijn, door het handvat.

Een nadeel van deze flessen is dat het blaasvormen van een fies met een dergelijke instulping moeilijk is.

EP 2 536 640 beschrijft een alternatieve set stapelbare flessen. Daarbij is elke fies voorzien van een topdeel dat bevestigbaar is via een ringvormig bevestigingselement dat kan klikken over de hais van de fies. Het topdeel strekt zieh uit tot bij de perifere rand van de fies en zorgt ervoor dat wanneer op de fies een andere fies geplaatst wordt, het topdeel van de fies een steunvlak vormt voor de onderkant van de fies die daarop geplaatst wordt. Hierdoor moeten de flessen niet van een instulping voorzien worden zoals in de hierboven vermelde stand van de techniek, waardoor de flessen noemenswaardig goedkoper gevormd kunnen worden. In het topdeel is een handvat voorzien zodat de fies eenvoudig draagbaar is.

Een nadeel van de flessen uit deze set is dat het topdeel duur is om te vervaardigen en dat het topdeel het hanteren van de fies beperkt doordat het topdeel zieh rondom het handvat bevindt.

Het is een doel van de uitvinding een stapelbare fies te voorzien die goed hanteerbaar is, eenvoudig vervaardigbaar is, en stevig stapelbaar is.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een set bevattende minstens een eerste en een tweede stapelbare fies, waarbij elke fies gevormd is door blaasvormen vanuit een voorvorm,

2016/5754

BE2016/5754 waarbij elke fies een bodemdeel bevat dat een centraal bodemdeel en een perifeer bodemdeel vertoont, waarbij genoemd centraal bodemdeel een instulping vertoont die zodanig gedimensioneerd is dat de instulping van de eerste fies een flessendop en een flessenhals van de tweede fies omhult in een stapelpositie, waarbij elke fies een bovenstuk bevat dat rond een flessenhals aangebracht is, waarbij genoemd bovenstuk een ringvormig element bevat met aan een binnenzijde van het ringvormige element bevestigingsmiddelen zodanig dat het bovenstuk voorzien is om vanaf een flessenopening met het ringvormig element over de flessenhals te schuiven teneinde het bovenstuk op de fies te bevestigen, en voorzien is om weerstand te bieden tegen een tegengestelde verschuiving, waarbij het bovenstuk minstens twee handvaten bevat die zieh in verschillende richtingen uitstrekken en waarbij elk handvat een grijpdeel heeft dat via minstens één arm bevestigd is met het ringvormige element, en waarbij aan weerszijden van elk grijpdeel een steunelement voorzien is dat zodanig gedimensioneerd is dat in de stapelpositie het steunelement een afstand tussen een schouder van de tweede fies en een perifeer bodemdeel van de eerste fies overbrugt.

De stapelbare fies uit de uitvinding bevat een bovenstuk dat door middel van bevestigingsmiddelen met de flessenhals bevestigbaar is. Het bovenstuk heeft minstens twee handvaten die zieh in verschillende richtingen uitstrekken. Hierdoor is de fies vanuit meerdere richtingen gemakkelijk hanteerbaar. Verder is aan weerszijden van elk grijpdeel van de handvaten een steunelement voorzien. Dit steunelement overbrugt een afstand tussen het perifeer bodemdeel en de schouder wanneer de flessen gestapeld zijn. Omdat een afstand overbrugd wordt door het steunelement, kan de instulping noemenswaardig minder diep gevormd worden. Dit maakt het vervaardigen van fies volgens de uitvinding noemenswaardig goedkoper. Daarbij kunnen de flessen volgens de uitvinding stevig gestapeld worden. De uitvinding voorziet daarmee in een oplossing waarmee flessen stapelbaar zijn, vanuit meerdere richtingen gemakkelijk hanteerbaar zijn en waarbij de fies goedkoop vervaardigbaar is.

Een verder voordeel van de flessen volgens de uitvinding is dat ze door meerdere personen tegelijk kunnen gedragen worden, bijvoorbeeld één persoon aan één zijde en een andere persoon aan een andere zijde van de fies, omdat de fies meerdere handvaten heeft die zieh in verschillende richtingen uitstrekken. Hierdoor kunnen grote flessen, bijvoorbeeld flessen met een inhoud van 20 liter of meer, stevig en op ergonomisch verantwoorde wijze gedragen worden.

Tests en simulaties hebben uitgewezen dat de indeuking van de fies een beperktere diepte heeft omdat het bovenstuk de afstand overbrugt tussen schouder en perifeer bodemdeel.

Deze beperktere diepte maakt dat de fies goedkoper vervaardigd kan worden. Verder blijkt dat het bovenstuk economisch produceerbaar is en eenvoudig te verbinden is met de fies. Hierdoor blijkt de balans tussen de kostprijs voor het produceren van de fies en de kostprijs voor het produceren

2016/5754

BE2016/5754 voor het bovenstuk beter zijn, zodanig dat de totale kost per fles lager is zonder afbreuk te doen aan de stapelbaarheid en hanteerbaarheid. Verder blijkt dat de flessen betrouwbaarder en gemakkelijker kunnen geblazen worden. Met name omdat de instulping minder groot is dan wanneer flessen stapelbaar zijn zonder bovenstuk, is correct en gelijkmatig verdelen van het materiaal tijdens het blaasproces eenvoudiger waardoor minder fouten gebeuren en waardoor het procès van het blazen beter controleerbaar is.

De fles volgens de uitvinding is bij voorkeur vervaardigd uit polyethyleentereftalaat vanuit een voorvorm. Een fles die via blaasvormen vanuit een voorvorm gevormd is, mag slechts weinig afwijken van een lijnsymmetrische vorm rond een longitudinale as, aangezien anders verschillen in materiaaldikte in de wand van de fles zullen optreden tijdens het blaasvormen. Deze verschillen zijn ongewenst aangezien ze de efficiëntie van materiaalgebruik verminderen en tevens verzwakkingen creëren in de fies. Omdat de fles volgens de uitvinding een minder complexe vorm heeft, zal het eenvoudig zijn zulk een fles via blaasvormen te maken.

Verder is polyethyleentereftalaat gemakkelijk recycleerbaar.

Bij voorkeur is genoemd bovenstuk uit één stuk kunststof door spuitgieten vervaardigd. Door bovenstuk en handvat uit één stuk te vervaardigen, is geen assemblage-stap nodig om het bovenstuk en het handvat aan elkaar te bevestigen. Verder kunnen zulke spuitgegoten stukken zeer uiteenlopende vormen en materiaaleigenschappen hebben. Verdere voordelen zijn de läge kostprijs en eenvoud bij massaproductie.

Bij voorkeur is het grijpdeel van de twee handen rigide. Daarbij is rigide gedefinieerd als niet noemenswaardig vervormbaar bij normaal gebruik. Door het grijpdeel van de handvaten rigide te vormen, zal dit grijpdeel als een brug fungeren tussen de twee steunelementen die aan weerszijden van het handvat voorzien zijn. Hierdoor zal elk steunelement niet slechts op zichzelf steun bieden, maar steun bieden als groter geheel tussen gestapelde flessen. Daarbij wordt de relatieve positie van één steunelement ten opzichte van een ander steunelement door het rigide handvat minstens gedeeltelijk vast bepaald, zodat de flessen stevig stapelbaar zijn.

Bij voorkeur zijn de minstens één arm van elk van de twee handvaten flexibel. De minstens één arm strekt zieh uit tussen elk handvat en het ringvormige bevestigingselement van het bovenstuk. Doordat de arm flexibel is, dit wil zeggen dat ze bij normaal gebruik elastisch vervormbaar is, kan het rigide grijpdeel van het handvat bewegen tussen een stapelpositie waarbij het handvat zieh hoofdzakelijk tegen de schouder van de fles bevindt, zodat de steunelementen op het schouderdeel rüsten, en een grijppositie waarin het grijpdeel van het handvat boven de schouder van de fies, en op een afstand daarvan, zweeft, zodat het grijpdeel gemakkelijk vastgegrepen kan worden.

2016/5754

BE2016/5754

Bij voorkeur bevat de minstens één arm twee armen die aan overstaande zijden van het grijpdeel daarmee bevestigd zijn en die aan de overstaande zijden van het ringvormige element daarmee bevestigd zijn. Omdat het grijpdeel aan overstaande zijden via twee armen met overstaande zijden van het ringvormige element bevestigd is, zal de beweegbaarheid van het grijpdeel beperkt worden waardoor het eenvoudiger correct hanteerbaar is. Ongewenste bewegingen zuiien door deze manier van bevestigen van het grijpdeel maximaal voorkomen worden. Verder hebben tests uitgewezen dat door deze bevestiging van het grijpdeel via twee armen, het grijpdeel steeds optimaal gepositioneerd is in de gestapelde toestand van de fies, en het grijpdeel steeds optimaal gepositioneerd is wanneer de fies opgetild wordt via het grijpdeel. Ook de krachtenoverbrenging met name bij het optillen van de fies is meer optimaal, zodat het ringvormige bevestigingselement lichter gevormd kan worden.

Bij voorkeur zijn de minstens twee handvaten gevormd door overstaande handvaten. Daarbij wil overstaand zeggen dat de handvaten zieh uitstrekken in tegenovergestelde richtingen die bij voorkeur haaks op de richting van de centrale as van de fies liggen. In een situatie waarbij de fies gedragen wordt door twee personen, zal het voordelig zijn dat de handvaten overstaand zijn. Ook blijkt dat bij het stapelen het voordelig is dat handvaten overstaand zijn, en de steunelementen daardoor symmetrisch en gebalanceerd geplaatst zijn. Dit laat toe de Hessen stevig en stabiel te stapelen in verschillende onderlinge rotatieposities van de Hessen. In dit kader is het bovenstuk bij voorkeur vlaksymmetrisch gevormd ten opzichte van een vlak dat zieh opwaarts en centraal tussen de minstens twee handvaten uitstrekt.

Bij voorkeur is elke fles ter plaatse van zijn schouder vormcompatibel met het bovenstuk, zodat rotatie van het bovenstuk ten opzichte van de schouder verminderd is in de gestapelde positie. Verder bij voorkeur is ook elke fles ter plaatse van zijn perifeer bodemdeel vormcompatibel met het bovenstuk zodat rotatie van het bovenstuk ten opzichte van het perifeer bovendeel verhinderd is in de gestapelde positie. De vakman begrijpt dat vormcompatibiliteit op verschillende manier realiseerbaar is, bijvoorbeeld door het voorzien van groeven, deuken, concave en/of convexe oppervlakken, uitsparingen, enz. die overeenstemmen met de vorm van het bovenstuk. De vormcompatibiliteit zorgt ervoor dat de positie van het bovenstuk ten opzichte van de fles, meer bepaald de schouder en/of het perifeer bodemdeel van de fles, vast bepaald is. Dit heeft als voordeel dat de Hessen meer stabiel kunnen gestapeld worden, omdat de Hessen minder of geen neiging hebben om te röteren ten opzichte van elkaar. Ook verschuiven van één fles ten opzichte van een andere fles in de gestapelde positie wordt verhinderd door de fles vormcompatibel te maken met het bovenstuk.

Bij voorkeur is elke fles hoofdzakelijk rechthoekig en zijn de steunelementen gepositioneerd om zieh ter plaatse van de hoeken van de fles te bevinden in de gestapelde positie.

2016/5754

BE2016/5754

Verder bij voorkeur is elke îles ter plaatse van zijn hoeken voorzien van opstaande verstevigingsribben. De opstaande verstevigingsribben verhogen de stabiliteit van de îles wanneer druk op de îles uitgeoefend wordt. Bij het stapelen van meerdere flessen, zal een onderliggende fies het gewicht van de bovenliggende fies dragen. De verstevigingsribben verbeteren de stabiliteit van de fies in een dergelijke situatie. Wanneer de steunelementen dan ook gepositioneerd zijn ter plaatse van de hoeken in de stapelpositie kan de neerwaartse druk ten gevolge van het gewicht van de fies via de steunelementen naar de opstaande ribben worden doorgegeven zodat een stevig gestapeld geheel bekomen wordt.

Bij voorkeur is genoemd bovenstuk door klikken op genoemde flessenhals 10 aangebraeht. Het assembleren van twee elementen door ze op elkaar te klikken, is eenvoudig te automatiseren. Hiermee wordt dus een fies en bovenstuk bekomen dat door een assemblageapparaat op een eenvoudige manier kan geassembleerd worden. Verder zal klikken, in tegenstelling tot bijvoorbeeld schroeven, niet vereisen dat de fies en het bovenstuk roteerbaar zijn ten opzichte van elkaar. Zo kunnen ook niet ronde flessen eenvoudig van een bovenstuk voorzien worden. Bijvoorbeeld kan een, in doorsnede hoofdzakelijk rechthoekige fies, door klikken eenvoudig voorzien worden van een overeenkomstig rechthoekig bovenstuk.

Genoemd bovenstuk bevat een ringvormig element met aan een binnenzijde van het ringvormige element bevestigingsmiddelen zodanig dat het bovenstuk voorzien is om vanaf een flessenopening met het ringvormig element over de flessenhals te schuiven teneinde het bovenstuk op de fies te bevestigen, en voorzien is om weerstand te bieden tegen een tegengestelde verschuiving. Een dergelijke bevestiging van het bovenstuk met de fies is zeer eenvoudig, en dus goedkoop. Verder is het over een flessenhals duwen van een ringvorm met bevestigingsmiddelen eenvoudig te automatiseren, wat een voordeel is in het productieproces van dergelijke flessen met bovenstuk.

Bij voorkeur heeft een fies voigens de uitvinding een inhoud groter dan 5 liter, bij voorkeur groter dan 10 liter, meer bij voorkeur groter dan 15 liter, en een inhoud kleiner dan 35 liter, bij voorkeur kleiner dan 30 liter, meer bij voorkeur kleiner dan 25 liter. Flessen met dergelijke inhoud, hebben buitenafmetingen die hanteren zonder handvat moeilijk maken.

De uitvinding heeft verder betrekking op een fies zoals hierboven beschreven.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekening laat :

figuur 1 een set gestapelde flessen zien voigens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding;

figuur 2 een bovenaanzicht zien van een stapelbare fies uit figuur 1 ; en

2016/5754

BE2016/5754 figuur 3 een bovenstuk zien dat deel uitmaakt van de stapelbare fies uit figuur 2.

In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.

Figuur 1 toont een fies 1 die lijnsymmetrisch rondom een longitudinale as 2 is 5 vervaardigd. De fies 1 van boven naar beneden volgens de longitudinale as 2 beschouwd, bevat een optionele flessendop 3, een flessenhals 4, een schouderdeel 5, een buikdeel 6 en een bodemdeel 7. Bij voorkeur wordt de fies 1 door middel van een blaasvormproces vervaardigd vanuit een voorvorm, ook preform genoemd. Een voorvorm of preform is een proefbuisvormig element dat vervaardigd is uit een materiaal dat zieh laat vervormen door middel van blaasvormen.

Bij voorkeur is het materiaal polyethyleentereftalaat (PET). Een alternatief materiaal dat toelaat de fies 1 door middel van blaasvormen te vervaardigen, is Polymelkzuur (PLA). De fies 1 volgens de uitvinding bevat verder een bovenstuk 8 dat aan de flessenhals 4 bevestigd is.

De flessendop 3 wordt bij voorkeur door middel van een schroefverbinding op de flessenhals 4 bevestigd, waarbij de flessendop 3 en de flessenhals 4 corresponderende schroefdraad bevatten. Echter andere Systemen zoals kliksystemen kunnen ook toegepast worden om de flessendop 3 op de flessenhals te bevestigen. De flessenhals 4 bevat verder bij voorkeur een kraag 9 die het mogelijk maakt de fies 1 op een eenvoudige manier vast te klemmen, in het bijzonder tijdens het blaasvormen van de fies 1.

Het schouderdeel 5 van de fies 1 verbindt de flessenhals 4 met het buikdeel 6 van de fies 1. Hiertoe strekt het schouderdeel 5 zieh hoofdzakelijk in radiale richting en neerwaarts uit om van de flessenhals 4, die een eerste diameter heeft, over te gaan naar het buikdeel 6 van de fies 1, die een grotere diameter heeft dan genoemde eerste diameter. Hierdoor ontstaat een licht gekromd bovenoppervlak dat zieh hoofdzakelijk loodrecht op de longitudinale as 2 van de fies uitstrekt bij genoemd schouderdeel 5.

Het bodemdeel 7 van de fies 1 sluit het buikdeel 6 af aan de onderkant zodat de fies 1 geschikt is om een vloeistof te bevatten. Bij voorkeur is de onderkant van de fies gevormd met een instulping 10. De instulping 10 is gevormd in het bodemdeel 7 van de fies 1. Daarbij is de instulping 10 centraal gevormd in het bodemdeel. Meest bij voorkeur is de instulping 10 symmetrisch gepositioneerd ten opzichte van de longitudinale as 2. Het bodemdeel 7 bevat verder, rondom de instulping 10, een perifeer bodemdeel 11. Het perifeer bodemdeel en de instulping 10 zijn zo gevormd dat wanneer twee flessen op elkaar geplaatst worden, zoals getoond in figuur 1, de instulping van de bovenliggende fies, in figuur 1 fies IA, de flessendop 3 en flessenhals 4 van de onderliggende fies, in figuur 1 fies IB, overkoepelt terwijl het perifeer bodemdeel 11 van de bovenliggende fies 1A rust op het schouderdeel 5 van de onderliggende fies. Daarbij wordt opgemerkt dat het perifeer bodemdeel 11 van de bovenliggende fies 1A niet rechtstreeks steunt op

2016/5754

BE2016/5754 het schouderdeel 5 van de onderliggende fles IB, maar wel via het bovenstuk 8, zoals hieronder verder zal toegelicht worden.

Het bovenstuk 8 wordt bij fabricage gemonteerd over de flessenhals 4 tot het zieh onder de kraag 9 bevindt. Hierdoor is het bovenstuk 8 vast bevestigd met de fles, en maakt het deel uit van de fles 1. Het bovenstuk 8 is voorzien om te rüsten op het schouderdeel 5 van de fles.

Daarbij strekt het bovenstuk 8 zieh minstens gedeeltelijk uit tot bij een perifeer deel van de schouder 5. Dit heeft als gevolg dat wanneer twee flessen op elkaar gestapeld worden, zoals getoond in figuur 1, het perifeer bodemdeel 11 van een bovenliggende fles op het bovenstuk 8 van een onderliggende fles IB zal steunen. Hierdoor wordt een afstand 12 overbrugd tussen het schouderdeel van de onderliggende fles IB en het perifeer bodemdeel 11 van de bovenliggende fies 1A. Het gevolg van het overbruggen van deze afstand 12 door het bovenstuk 8, is dat de instulping 10 minder diep gevormd moet worden dan in een situatie waarbij het schouderdeel 5 rechtstreeks het perifeer bodemdeel 11 ondersteunt. Zoals hierboven uitgebreid beschreven is, wordt het blazen van de fles vanuit een voorvorm noemenswaardig eenvoudiger en gemakkelijker controleerbaar.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van een fles 1. Figuur 2 toont hoe de fles een bovenstuk 8 bevat. Het bovenstuk 8 is met de basis van de fles verbonden via een ringvormig element 13. Het ringvormig element 13 bevat bij voorkeur bevestigingsmiddelen 14. In de uitvoeringsvorm uit figuur 2 en 3 zijn de bevestigingsmiddelen 14 gevormd als meerdere naar binnen gerichte lippen die haken achter de kraag 9 van de fles, wanneer het ringvormig element 13 over de kraag 9 geduwd wordt. Deze lippen zijn gericht naar binnen en richting de dop van de fles zodat ze wel een beweging over de kraag toeiaat richting de schouder van de fles, en zodat ze een beweging over de kraag richting de dop van de fles verhinderen. Hierdoor kan het ringvormig element eenvoudig verbonden worden met de flessenhals bij fabricage van de fles. Bij voorkeur fungeren de lippen als weerhaakmiddelen die toelaten het handvat over de flessenhals 4 richting het schouderdeel 5 te schuiven terwijl ze verhinderen dat het handvat 12 in een richting weg van het schouderdeel 5 over de flessenhals 4 kan schuiven. Bij voorkeur zijn de ringvormige bevestigingsmiddelen met weerhaakmiddelen, en de kraag die zieh op de flessenhals 4 bevindt, complementair in die zin dat de weerhaakmiddelen over de kraag kunnen geschoven worden in de richting van het schouderdeel 5 en een tegengestelde beweging terug over de kraag 8 verhinderen.

Hiertoe kunnen de weerhaakmiddelen meerdere schamierende lippen bevatten die, zoals weergegeven in figuur 3, in gemonteerde positie van het bovenstuk beschouwd, een scherpe hoek naar het bodemdeel 7 van de fles 1 vormen met de longitudinale as 2.

Het bovenste stuk 8 bevat verder twee handvaten 15 en 16. Daarbij is elk van de handvaten 15, 16 opgebouwd met een grijpdeel 17, 18 dat via armen 19 bevestigd is met het

2016/5754

BE2016/5754 ringvormig element 13. Meer bepaald zal het eerste handvat 15 een eerste grijpdeel 17 hebben. Het grijpdeel 17 strekt zieh uit tussen twee armen 19. Elk van de armen 19 loopt naar een overstaande zijde van het ringvormig element 13, om daarmee verbonden te zijn. Het tweede handvat 16 bevat een tweede grijpdeel 18, dat analoog aan het eerste grijpdeel 17, zieh uitstrekt tussen twee armen

19 die verder bevestigd zijn met overstaande zijden van het ringvormig element 13. Daarmee strekt elk van de armen 19 zieh uit tussen enerzijds het ringvormig element 13 en anderzijds het grijpdeel 16, 17. Bij voorkeur zijn de grijpdelen 17 en 18, en de armen 19 zodanig gedimensioneerd en verbonden met het ringvormig element 13, dat de grijpdelen 17 zieh minstens gedeeltelijk uitstrekken in een perifeer deel van de fies 1. Daarbij is het perifeer deel van de fies gedefinieerd als dat deel van de fies, in de dwarsrichting beschouwd, waar het bodemdeel 7 geen instulping 10 bevat.

Het grijpdeel 17, 18 is rigide vervaardigd terwijl de armen 19 flexibel vervaardigd zijn. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat het bovenstuk 8 uit één materiaal en in één stuk gevormd kan worden, terwijl de armen 19 flexibel zijn en de grijpdelen 17, 18 rigide zijn. Door vormgeving, materiaaldikte en het al dan niet voorzien van verstevingsribben en/of verstevigingsstructuren kan met eenzelfde materiaal een rigide element alsook een flexibel element gevormd worden. Daarbij is rigide gedefinieerd als niet noemenswaardig vervormbaar bij normaal gebruik. Meer bij voorkeur is rigide gedefinieerd als vervorming van minder dan 10% toelatend bij normaal gebruik, bij voorkeur vervorming van maximaal 5% toelatend bij normaal gebruik.

De armen 19 zijn flexibel, dit wil zeggen dat bij normaal gebruik een elastische en/of plastische vervorming optreedt in de armen 19. Met name wanneer een fies 1 opgetild wordt via één van de handvaten 15, 16 zullen de armen 19 van het respectievelijke handvat buigen. Door het buigen van de armen 19, kan het grijpdeel 17 of 18 omhoog bewegen, weg van de schouder 5 van de fies, zodat het grijpdeel 17 of 18 gemakkelijker hanteerbaar wordt. Door de flexibiliteit van armen 19 kan voor elk handvat 15, 16 twee gebruiksposities of gebruikstoestanden onderscheiden worden. Een eerste gebruikstoestand heeft betrekking op de stapeltoestand van het handvat 15, 16.

In de stapeltoestand zal het grijpdeel 17, 18 hoofdzakelijk tegen het schouderdeel van de fies liggen. Een tweede gebruikstoestand heeft betrekking op de hefstand, bij het opheffen van de fies via het handvat 15, 16. In de hefstand zal de opwaartse kracht die aangrijpt aan het grijpdeel 17 en/of 18, voor het dragen van de fies 1, als gevolg hebben dat de armen 19 opwaarts bewegen.

Hierdoor komt het grijpdeel 17, 18 op een afstand te liggen van de schouder 5 van de fies 1. Het gevolg is dat een vrije ruimte ontstaat rondom het grijpdeel 17, 18 die een gebruiker toelaat om met zijn hand het grijpdeel 17, 18 vast te grijpen.

Elk handvat 15, 16 is verder voorzien van steunelementen 20. De steunelementen

20 zijn bij voorkeur voorzien aan weerszijden van het grijpdeel 17 en 18. De steunelementen 20

2016/5754

BE2016/5754 zijn rigide gevormd, zoals het grijpdeel 17, 18. Verder bij voorkeur vormen de grijpdelen 17 en 18 één rigide geheel met de steunelementen 20. Hierdoor bepaalt elk grijpdeel 17, 18 de onderlinge positie tussen de steunelementen 20 die aan weerszijden van dit grijpdeel 17, 18 voorzien zijn.

Terwijl het grijpdeel 17, 18 in eerste instantie voorzien is om een gebruiker toe te laten het handvat 15, 16 vast te grijpen, zijn de steunelementen 20 primair voorzien voor het overbruggen van de afstand 12 wanneer twee flessen gestapeld worden, zoals getoond in figuur 1. De grijpdelen 17, 18 kunnen secundair ook gevormd worden voor het overbruggen van de afstand 12 en het bieden van steun tussen twee gestapelde flessen.

In de uitvoeringsvorm uit figuur 2 zijn twee handvaten voorzien, een eerste 10 handvat 15 en een tweede handvat 16. Het eerste handvat 15 strekt zieh uit in een eerste richting, en het tweede handvat 16 strekt zieh uit in een tweede richting die tegenovergesteld is aan de eerste richting. Daarbij worden de richtingen waarin de handvaten 15, 16 zieh uitstrekken beschouwd dwars op de longitudinale as 2 van de fies 1.

Figuur 2 toont ook hoe de handvaten symmetrisch ten opzichte van elkaar 15 gevormd zijn. De vakman zal begrijpen, figuur 2 beschouwend, dat de opbouw van de handvaten en de onderlinge oriëntatie van de handvaten uit figuur 2 meerdere voordelen heeft. Ten eerste kunnen de handvaten 15, 16 zo gedimensioneerd worden dat de steunelementen 20 zieh ter piaatse van de hoeken van de fies 1 bevinden. Figuur 2 toont in bovenaanzicht hoe de fies 1 gevormd is met een buikdeel dat vier zijwanden 21 heeft, en vier hoeken 22. Daarbij heeft de term zijwand en hoek betrekking op de algehele indruk die de fies wekt, en niet op een vlakke wand en niet op een scherpe hoek, zoals zal duidelijk zijn voor de vakman. Ter piaatse van de hoeken 22 zijn bij voorkeur verstevigingsribben 23 voorzien in de vorm van de fies, zodat een gewicht van een bovenliggende fies beter door een onderliggende fies kan opgevangen worden. De opbouw van de handvaten heeft al gevolg dat de steunelementen 20 ter piaatse van deze verstevigingsribben 23 kunnen voorzien worden, hetgeen de stabiliteit van de Stapel verbetert.

Een tweede voordeel van de opbouw van de handvaten 15, 16 maakt dat de fies zeer eenvoudig met twee personen kan gedragen worden. Wanneer een eerste persoon aan de rechterkant van de fies staat, en grijpdeel 17 vastneemt, en een tweede persoon aan de linkerkant van de fies staat en grijpdeel 18 vastneemt, kan de fies 1 op ergonomische manier door twee personen gedragen worden. In het bijzonder bij flessen met een grote inhoud is dit voordelig.

De steunelementen 20 zijn bij voorkeur vormcompatibel gevormd met de schouder en/of met het perifeer bodemdeel 11 van de fies om verplaatsing van het steunelement 20 ten opzichte van het schouderdeel en/of perifeer bodemdeel te verhinderen in de gestapelde positie.

Figuur 3 toont een perspectiefaanzicht van het bovenstuk 8 van de fies 1, en toont de hierboven beschreven onderdelen van het bovenstuk. Daarbij toont figuur 3 de twee handvaten

2016/5754

BE2016/5754 en 16, de grijpdelen 17 en 18 die verbonden zijn met het ringvormig element 13 via armen 19.

Verder toont figuur 3 de steunelementen 20 die telkens aan weerszijden van het grijpdeel 17 en 18 voorzien zijn.

Bij voorkeur heeft een fies 1 volgens de uitvinding een inhoud groter dan 5 liter, meer bij voorkeur groter dan 10 liter, meest bij voorkeur groter dan 15 liter. Bij voorkeur heeft een fies 1 volgens de uitvinding een inhoud kleiner dan 35 liter, meer bij voorkeur kleiner dan 30 liter, meest bij voorkeur kleiner dan 25 liter.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.

2016/5754

BE2016/5754

Legende van de figuren

1. fies

2. longitudinale as

3. flessendop

4. flessenhals

5. schouderdeel

6. buikdeel

7. bodemdeel

8. bovenstuk

9. kraag

10. instulping

11. perifeer bodemdeel

12. afstand

13. ringvormig element

14. bevestigingsmiddelen

15. eerste handvat

16. tweede handvat

17. eerste grijpdeel

18. tweede grijpdeel

19. arm

20. steunelement

21. zijwand

22. hoek

23. verstevingsrib

2016/5754

BE2016/5754

Claims (15)

1. Conclusies

   1. Set bevattende minstens een eerste en een tweede stapelbare fies, waarbij elke fies gevormd is door blaasvormen vanuit een voorvorm, waarbij elke fies een bodemdeel bevat dat een centraal bodemdeel en een perifeer bodemdeel vertoont, waarbij genoemd centraal bodemdeel een instulping vertoont die zodanig gedimensioneerd is dat de instulping van de eerste fies een flessendop en een flessenhals van de tweede fies omhult in een stapelpositie, waarbij elke fies een bovenstuk bevat dat rond een flessenhals aangebracht is, waarbij genoemd bovenstuk een ringvormig element bevat met aan een binnenzijde van het ringvormige element bevestigingsmiddelen zodanig dat het bovenstuk voorzien is om vanaf een flessenopening met het ringvormig element over de flessenhals te schuiven teneinde het bovenstuk op de fies te bevestigen, en voorzien is om weerstand te bieden tegen een tegengestelde verschuiving, waarbij het bovenstuk minstens twee handvaten bevat die zieh in verschillende richtingen uitstrekken en waarbij elk handvat een grijpdeel heeft dat via minstens één arm bevestigd is met het ringvormige element, en waarbij aan weerszijden van elk grijpdeel een steunelement voorzien is dat zodanig gedimensioneerd is dat in de stapelpositie het steunelement een afstand tussen een schouder van de tweede fies en een perifeer bodemdeel van de eerste fies overbrugt.
2. 2. Set volgens conclusie 1, waarbij de fies uit polyethyleentereftalaat (PET) vervaardigd is.
3. 3. Set volgens conclusie 1 of 2, waarbij het grijpdeel van de twee handvaten rigide is.
4. 4. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de minstens één arm van elk van de twee handvaten flexibel zijn.
5. 5. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het bovenstuk in één stuk vervaardigd is door spuitgieten.
6. 6. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de minstens één arm twee armen bevat die aan overstaande zijden van het grijpdeel daarmee bevestigd zijn en die aan overstaande zijden van het ringvormige element daarmee bevestigd zijn.
7. 7. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de minstens twee handvaten gevormd zijn door overstaande handvaten.
8. 8. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het bovenstuk vlaksymmetrisch gevormd is ten opzichte van een vlak dat zieh opwaarts en centraal tussen de minstens twee handvaten uitstrekt.

   2016/5754

   BE2016/5754
9. 9. Set voigens één van de voorgaande conclusies, waarbij elke ties ter plaatse van zijn schouder vorm compatibel is met het bovenstuk zodat rotatie van het bovenstuk ten opzichte van de schouder verhinderd is in de gestapelde positie.
10. 10. Set voigens één van de voorgaande conclusies, waarbij elke ties ter plaatse 5 van zijn perifeer bodendeel compatibel is met het bovenstuk zodat rotatie van het bovenstuk ten opzichte van het perifeer bodemdeel verhinderd is in de gestapelde positie.
11. 11. Set voigens één van de voorgaande conclusies, waarbij de fies hoofdzakelijk rechthoekig is en waarbij de steunelementen gepositioneerd zijn om zieh ter plaatse van de hoeken van de ties te bevinden in de gestapelde positie.

    10
12. 12. Set voigens conclusie 11, waarbij elke ties ter plaatse van zijn hoeken voorzien is van opstaande verstevigingribben.
13. 13. Set voigens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd bovenstuk door klikken op de flessenhals aangebracht is.
14. 14. Set voigens één van de voorgaande conclusies, waarin elke ties een inhoud 15 heeft groter dan 5 liter, bij voorkeur groter dan 10 liter, meer bij voorkeur groter dan 15 liter, en een inhoud heeft kleiner dan 35 liter, bij voorkeur kleiner dan 30 liter, meer bij voorkeur kleiner dan 25 liter.
15. 15. Stapelbare fies uit de set voigens één van de voorgaande conclusies.

    BE2016/5754

    BE2016/5754

    2016/5754

    BE2016/5754

    Stapelbare fies met bovenstuk