BE1023626B1 - Slotvanger - Google Patents

Slotvanger Download PDF

Info

Publication number
BE1023626B1
BE1023626B1 BE2016/5287A BE201605287A BE1023626B1 BE 1023626 B1 BE1023626 B1 BE 1023626B1 BE 2016/5287 A BE2016/5287 A BE 2016/5287A BE 201605287 A BE201605287 A BE 201605287A BE 1023626 B1 BE1023626 B1 BE 1023626B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
lock
groove
catcher
depth
metal plate
Prior art date
Application number
BE2016/5287A
Other languages
English (en)
Inventor
Joseph Talpe
Original Assignee
Locinox Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Locinox Nv filed Critical Locinox Nv
Priority to BE2016/5287A priority Critical patent/BE1023626B1/nl
Priority to EP17168030.9A priority patent/EP3239440B1/en
Priority to ES17168030T priority patent/ES2737987T3/es
Priority to PL17168030T priority patent/PL3239440T3/pl
Application granted granted Critical
Publication of BE1023626B1 publication Critical patent/BE1023626B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B15/00Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices
    • E05B15/02Striking-plates; Keepers; Bolt staples; Escutcheons
    • E05B15/0205Striking-plates, keepers, staples
    • E05B15/024Striking-plates, keepers, staples adjustable
    • E05B15/0245Movable elements held by friction, cooperating teeth, or the like
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B17/00Accessories in connection with locks
    • E05B17/0041Damping means
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B65/00Locks or fastenings for special use
    • E05B65/0007Locks or fastenings for special use for gates
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B59/00Locks with latches separate from the lock-bolts or with a plurality of latches or lock-bolts

Landscapes

  • Gates (AREA)

Abstract

De uitvinding voorziet in een slotvanger (1) voorzien om samen te werken met een slot gemonteerd op een poort (6), welk slot een dagschoot en een nachtschoot (28) heeft. De slotvanger (1) bevat een geplooide metalen plaat (14) en een afstandshouder gevormd door een kunststof deel (15) en een been (12) van een hoekprofiel (11). De slotvanger (1) heeft een groef (8) voorzien voor de dagschoot en een holte (21) gevormd door de afstandshouder en door een opening in de bodem (10) van de groef (8). Deze holte (21) is voorzien om de nachtschoot (28) te ontvangen en heeft een diepte (d2) die minstens 25% bedraagt van de totale diepte (D) van de slotvanger (1). De slotvanger (1) is veiliger aangezien de metalen plaat (14) minder broos is en ook niet kan worden weggeplooid door een druk op de nachtschoot (28) uit te oefenen omdat deze nachtschoot (28) zich tot in de holte (21) doorheen de bodem (10) van de groef (8) uitstrekt.

Description

Slotvanqer
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een slotvanger die voorzien is om met zijn achterzijde tegen een oppervlak van een steun gemonteerd te worden en om samen te werken met een slot dat een dagschoot en een nachtschoot heeft die elk verplaatsbaar zijn tussen een uitgeschoven en een ingeschoven stand. De slotvanger heeft een voorzijde die ten minste één schuine kant voor het automatisch induwen van de dagschoot vertoont en een groef die een voorafbepaalde diepte, twee zijwanden, en een bodem heeft. De groef is voorzien om de dagschoot en de nachtschoot in hun uitgeschoven stand te ontvangen, waarbij ter hoogte van de nachtschoot de bodem van de groef een opening vertoont.
Dergelijke slotvangers worden typisch bij poorten of deuren in een omheining toegepast en zijn reeds bekend uit de octrooipublicaties EP 1 600 584 A1 en US 6,684,669 B1. Deze bekende slotvangers worden gemonteerd op een paal en zijn voorzien om, in samenwerking met de dagschoot en de nachtschoot van een slot, de poort of de deur te sluiten. Deze bekende slotvangers bestaan hoofdzakelijk uit twee onderdelen, namelijk een blok en een hoekprofiel. Het hoekprofiel is vervaardigd uit metaal waarvan het ene been instelbaar past in het blok en het andere been voorzien is als aanslagwand voor de poort. Het blok is vervaardigd uit gietaluminium waarin een groef voor de dagschoot en de nachtschoot voorzien is. In het bijzonder is het blok vervaardigd uit roestvast gietaluminium omdat dit de eenvoudigste en goedkoopste manier is om een dergelijke vorm te bekomen.
Echter gietaluminium is een broos materiaal dat eenvoudig kan worden gebroken. Daardoor is het mogelijk om de slotvanger te forceren door voldoende kracht op de poort uit te oefenen zodat de slotvanger breekt waardoor de nachtschoot uit de groef kan en de poort dus open kan. Deze kracht uitoefenen kan bijvoorbeeld door een koevoet tussen de poort en de paal te plaatsen.
Een verder nadeel van de reeds bekende slotvangers is dat het blok vervaardigd uit gietaluminium na verloop van tijd gaat slijten. In het bijzonder door het veelvuldig sluiten van de poort of de deur waarbij de dagschoot schuurt over een schuine kant van het blok. Deze slijtage is natuurlijk ongewenst en bemoeilijkt ook het automatisch sluiten van de poort of deur. Een poort of deur die automatisch sluit is reeds bekend en kan bijvoorbeeld werken met een daartoe voorzien scharnier zoals in octrooipublicatie EP 1 680 567 B1. Nog een verder nadeel van de bekende slotvangers is dat het gietaluminium snel corrodeert. Hierdoor kan de dagschoot minder gemakkelijk over de schuine kant van de slotvanger glijden waardoor het automatisch sluiten van de poort of deur wordt bemoeilijkt en zal de poort of deur dikwijls niet meer sluiten wanneer dit door middel van een poortsluiter met veer gebeurt. Zeker in het geval van kinderen is het belangrijk dat de poort, waarvan het slot voorzien is om niet door kinderen losgemaakt te kunnen worden, bijvoorbeeld in een omheining rond een zwembad, zich op een betrouwbare manier sluit.
In de praktijk hebben de reeds bekende slotvangers verder een opening in de bodem van de groef die zich uitstrekt tot tegen het zich onmiddellijk daarachter bevindende been van het hoekprofiel. De opening vormt dus een holte met een diepte die gelijk is aan de dikte van de bodem van de groef, in de praktijk bedraagt deze ongeveer slechts 2 mm. Deze opening vormt een zekerheid voor het geval de nachtschoot zich net niet volledig kan uitstrekken in de groef, bijvoorbeeld als de poort en de paal waarop de slotvanger gemonteerd is nagenoeg zonder speling tegen elkaar aansluiten. Het is dus slechts uitzonderlijk dat de nachtschoot zich in deze opening uitstrekt in zijn uitgeschoven stand. Echter, deze opening verzwakt het blok verder zodat het nog eenvoudiger wordt om de slotvanger te breken.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een slotvanger te voorzien die beter weerstandig is tegen braak.
Dit doel wordt gerealiseerd doordat de slotvanger een geplooide metalen plaat bevat die ten minste één van de twee zijwanden van de groef, de bodem van de groef, en genoemde schuine kant vormt, waarbij de slotvanger verder een afstandshouder bevat die ten minste gedeeltelijk vervaardigd is uit kunststof en die voorzien is om de bodem van de groef op een afstand te houden van genoemd oppervlak, waarbij de afstandshouder samen met de opening in de bodem van de groef een holte vormt, die voorzien is om het uiteinde van de nachtschoot in zijn uitgeschoven stand te ontvangen en die een diepte heeft die ten minste 25% bedraagt van de totale diepte die de som is van de diepte van genoemde groef en de diepte van genoemde holte.
Een geplooide metalen plaat is minder broos dan gietaluminium en breekt dus minder gemakkelijk. De geplooide metalen plaat zal ook niet snel slijten door het schuren van de dagschoot over de geplooide metalen plaat als gevolg van het veelvuldig sluiten van de poort of deur. Verder zorgt de afstandshouder voor de ondersteuning van de geplooide metalen plaat en maakt deze het mogelijk om een holte te voorzien waarin de nachtschoot zich doorheen de bodem van de groef kan uitstrekken. Dit levert een veiligere slotvanger op aangezien de geplooide metalen plaat niet alleen minder broos is maar bovendien ook niet kan worden weggeplooid door een druk op de nachtschoot uit te oefenen doordat deze nachtschoot zich tot in de bodem van de groef uitstrekt.
Een alternatieve oplossing om de veiligheid van de slotvanger te verhogen is om deze volledig te vervaardigen uit roestvast gietstaal, in plaats van gietaluminium. Echter, roestvast gietstaal is een duur materiaal wat natuurlijk zou leiden tot een dure slotvanger.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de afstandshouder ten minste een eerste en een tweede deel, waarbij het eerste deel vervaardigd is uit genoemde kunststof en tegen de achterzijde van genoemde geplooide metalen plaat bevestigd is en waarbij het tweede deel een hoekprofiel omvat met een eerste been dat voorzien is om tussen het eerste deel van de afstandshouder en genoemd oppervlak gemonteerd te worden en met een tweede been dat vanaf de voorzijde van de slotvanger tot voorbij de groef van de slotvanger uitsteekt.
Het tweede been van het hoekprofiel vormt een aanslagwand voor een poort of deur met het slot zodat de dagschoot en de nachtschoot meteen op de juiste lijn zitten om respectievelijk in de groef en de holte te kunnen worden uitgeschoven.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het eerste deel van de afstandshouder een gegroefde achterkant en genoemd eerste been een gegroefde voorkant die voorzien is om in te grijpen in de gegroefde achterkant van genoemd eerste deel. In het bijzonder, is genoemd hoekprofiel geëxtrudeerd uit metaal.
De gegroefde voorkant en de gegroefde achterkant zorgen ervoor dat het hoekprofiel zich door de slag van de poort of de deur niet kan verplaatsen ten opzichte van het overige deel van de slotvanger. Als het hoekprofiel geëxtrudeerd is uit metaal kan deze gegroefde achterkant ook eenvoudig vervaardigd worden.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de voorzijde van de slotvanger een verdere schuine kant, waarbij genoemde schuine kant voorzien is voor het automatisch induwen van de dagschoot als deze rechts georiënteerd is en waarbij genoemde verdere schuine kant voorzien is voor het automatisch induwen van de dagschoot als deze links georiënteerd is. In het bijzonder, vormt genoemde geplooide metalen plaat genoemde verdere schuine kant en beide zijwanden van de groef.
In deze uitvoeringsvorm is de slotvanger altijd geschikt voor zowel linksgeoriënteerde als rechtsgeoriënteerde sloten zonder dat de slotvanger ondersteboven aan de paal dient bevestigd te worden. Om de slotvanger nog verder te verstevigen is eveneens de verdere schuine kant gevormd door de geplooide metalen plaat.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de slotvanger een eerste en een tweede langszijde die zich langs de groef uitstrekken, waarbij genoemde schuine kant zich aan de eerste langszijde bevindt en genoemde verdere schuine kant zich aan de tweede langszijde bevindt, en waarbij genoemd tweede been van het hoekprofiel zowel aan de eerste als aan de tweede langszijde kan uitsteken.
In deze uitvoeringsvorm is het mogelijk om het hoekprofiel zowel voor linksgeoriënteerde als rechtsgeoriënteerde sloten te gebruiken door eenvoudig het hoekprofiel langs de overeenkomstige langszijde van de slotvanger te plaatsen. Ook in deze uitvoeringsvorm dient de slotvanger dus nooit ondersteboven gemonteerd te worden.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de slotvanger een beveiligingsmechanisme dat voorzien is om samen te werken met een uitstulping op het slot om het van elkaar weg trekken van het slot en de slotvanger te voorkomen, waarbij het beveiligingsmechanisme een eerste en een tweede langszijde heeft die zich in de langsrichting van de groef uitstrekken, waarbij de eerste langszijde een opening heeft waardoor de uitstulping van het slot het beveiligingsmechanisme kan vasthaken en de tweede langszijde dicht is, en waarbij het beveiligingsmechanisme omkeerbaar is ten opzichte van de geplooide metalen plaat om de eerste langszijde te oriënteren afhankelijk van de links-rechts oriëntatie van de dagschoot.
In deze uitvoeringsvorm omvat de slotvanger nog een extra beveiligingsmechanisme dat het uit elkaar trekken van de slotvanger en het slot voorkomt. Door dit extra beveiligingsmechanisme is het uitgesloten om de slotvanger in zijn geheel ondersteboven op de paal te monteren. Echter, de omkeerbaarheid van het beveiligingsmechanisme, m.a.w. het feit dat het beveiligingsmechanisme in twee verschillende oriëntaties kan worden gemonteerd, zorgt toch dat de slotvanger geschikt is voor zowel linksgeoriënteerde als rechtsgeoriënteerde sloten.
De uitvinding zal hierna verder in detail worden verklaard aan de hand van de volgende beschrijving en van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een slotvanger van de onderhavige uitvinding gemonteerd op een paal.
Figuur 2 toont een gedeeltelijk uiteengenomen zicht van de slotvanger van Figuur 1.
Figuur 3 toont een verder uiteengenomen zicht van een deel van de slotvanger van Figuur 1
Figuur 4 toont een perspectiefaanzicht van de slotvanger van Figuur 1 in samenwerking met een poort met daarop een slot in een gesloten positie.
Figuur 5 toont een slot met een dagschoot, een nachtschoot en een uitstulping. De uitstulping is optioneel en is voorzien om samen te werken met een slotvanger die, in tegenstelling tot de slotvanger weergegeven in de voorgaande figuren, een overeenkomstig beveiligingsmechanisme omvat.
Figuren 6a, 6b en 6c tonen een bovenaanzicht van de slotvanger van Figuur 4 en illustreren de werking van de schuine kant van de slotvanger bij het sluiten van de poort.
Figuren 7a en 7b tonen elk een doorsnede op verschillende hoogtes, respectievelijk ter hoogte van de dagschoot en ter hoogte van de nachtschoot, doorheen de slotvanger en de poort van Figuur 6c.
Figuur 8 toont een uiteengenomen zicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van een slotvanger van de onderhavige uitvinding die voorzien is van een extra beveiligingsmechanisme zoals ook weergegeven in Figuur 5.
Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een slotvanger 1 volgens de uitvinding gemonteerd op een oppervlak 2 van een paal. De slotvanger 1 is met zijn achterzijde tegen het oppervlak 2 van de paal gemonteerd en is daaraan bevestigd door twee bouten 3 die doorheen de slotvanger 1 steken en die met behulp van een plugmechanisme 4 doorheen daartoe voorziene openingen 5 van de paal vastgezet worden. In het bijzonder hebben de bouten 3 een conische kop die verzonken is in daartoe voorziene conische uitsparingen omheen de openingen 5. Deze manier van bevestigen wordt geïllustreerd in het uiteengenomen zicht getoond in Figuur 2.
In Figuren 1 en 2 is duidelijk zichtbaar dat de voorzijde van de slotvanger een schuine kant 7 en een groef 8 heeft. De groef 8 heeft een diepte di (aangeduid in Figuren 7a en 7b), twee zijwanden 9 en een bodem 10. De functie van deze elementen wordt hieronder beschreven. Verder tonen Figuren 1 en 2 dat de slotvanger 1 ook een hoekprofiel 11 omvat waarvan het eerste been 12 evenwijdig is met het oppervlak 2 van de paal en een deel van de achterkant van de slotvanger 1 vormt en waarvan het tweede been 13 een aanslagwand vormt voor het sluiten van een poort 6 zoals hieronder beschreven wordt. Het hoekprofiel 11 is geëxtrudeerd uit metaal en vormt dus één geheel wat de stevigheid van de slotvanger 1 verhoogt.
Figuur 3 toont een verder uiteengenomen zicht van het gedeelte van de slotvanger 1 zonder het hoekprofiel 11. De slotvanger 1 getoond in Figuur 1 bestaat dus uit drie onderdelen: het hoekprofiel 11, een geplooide metalen plaat 14 en een kunststof deel 15. Zoals duidelijk is op Figuur 3 vormt de geplooide metalen plaat 14 één van de twee zijwanden 9, een gedeelte van de andere zijwand 9 en de bodem 10 van de groef 8. De geplooide metalen plaat 14 vormt eveneens de schuine kant 7 van de slotvanger 1. De metalen plaat 14 kan echter ook de volledige andere zijwand 9 van de groef 8 vormen. Aangezien de slotvanger 1 voorzien is om bevestigd te worden op het oppervlak 2 van een paal of een andere steun die in de buitenlucht staat, is het voordelig dat het metaal van de geplooide metalen plaat 14 roestvast metaal is. Verder is het voordelig voor de stevigheid van de slotvanger 1 dat de geplooide metalen plaat 14 uit staal vervaardigd is, in het bijzonder uit roestvast staal.
Het kunststof deel 15 is bij voorkeur vervaardigd uit thermoplastische kunststof die in de nodige vorm wordt gespoten. Het kunststof deel 15 van de slotvanger 1 heeft aan zijn voorzijde een overeenkomstige vorm als de geplooide metalen plaat 14. In het bijzonder wordt de metalen plaat 14 ook ter hoogte van de schuine kant 7 van de slotvanger 1 door het kunststof deel 15 ondersteund waardoor de metalen plaat 14 nog minder snel vervormd kan worden. De achterzijde van het kunststof deel 15 vormt, samen met het eerste been 12 van het hoekprofiel 11, de achterkant van de slotvanger 1. Verder vormen het eerste been 12 en het kunststof deel 15 samen een afstandshouder die voorzien is om de bodem 10 van de groef 8 op een afstand te houden van het oppervlak 2 van de paal. De voordelen van een dergelijke afstandshouder worden hieronder beschreven.
Figuur 3 toont verder dat de geplooide metalen plaat 14 en het kunststof deel 15 elk een opening 18, 19 hebben in de bodem 10 van de groef 8 en verder nog twee gaten 16, 17. De gaten 16, 17 vormen openingen waardoor de bouten 3 geplaatst kunnen worden om de slotvanger 1 aan de paal te bevestigen zoals hierboven reeds beschreven. De opening 18 in de geplooide metalen plaat 14 vormt samen met de opening 19 in het kunststof deel 15 en met een uitsparing 20 in het eerste been 12 van het hoekprofiel 11 (aangeduid in Figuur 2) een holte 21 met een bepaalde diepte d2 (aangeduid in Figuur 7b). Deze holte 21 wordt dus gevormd door de afstandshouder die bestaat uit het kunststof deel 15 en het eerste been 12 van het hoekprofiel 11 en die de nodige ruimte tussen de bodem 10 van de groef 8 en het oppervlak 2 van de paal vormt waar de holte 21 zich bevindt. De functie van de holte 21 wordt hieronder beschreven.
Figuur 3 toont verder dat het kunststof deel 15 drie uitstulpingen 22 heeft die overeenstemmen met drie ronde gaten 23 in de geplooide metalen plaat 14 ter plaatse van de bodem 10 van de groef 8. Deze uitstulpingen 22 zijn voorzien om de geplooide metalen plaat 14 aan het kunststof deel 15 te bevestigen. Daartoe wordt de geplooide metalen plaat 14 met de ronde gaten 23 op de uitstulpingen 22 geplaatst waarna de doorheen de plaat 14 uitstekende uiteinden van de uitstulpingen 22 worden opgewarmd en plastisch vervormd waardoor de uitstulpingen 22 vast komen te zitten in de gaten 23.
Figuur 4 toont een perspectiefaanzicht van de slotvanger 1 in samenwerking met een poort 6 met daarop een slot 24 in een gesloten positie. Voor de duidelijkheid van de tekening is enkel één buis van de gehele poort 6 weergegeven. Het slot 24 is een extern gemonteerd slot op een poort 6. Het is voor een vakman duidelijk dat de slotvanger 1 eveneens kan gebruikt worden voor een deur waarbij het slot 24 intern gemonteerd is of voor een poort met een intern slot 24. Het slot 24 omvat een deurkruk 25 en een slotcilinder 27 die respectievelijk een dagschoot 26 en een nachtschoot 28 (aangeduid in Figuur 5) bedienen en deze kunnen verplaatsen tussen een uitgeschoven en een ingeschoven stand. Zowel de dagschoot 26 als de nachtschoot 28 hebben een slaglengte, i.e. de afstand tussen de ingeschoven en de uitgeschoven stand. Het is duidelijk voor een vakman dat de deurkruk 25 en het slotcilinder 27 vervangen kunnen worden door andere mechanismen voor het bedienen van de dagschoot 26 en de nachtschoot 28. Het is ook duidelijk voor een vakman dat de dagschoot 26 van het slot 24 bedoeld is om veelvuldig gebruikt te worden voor het openen en sluiten van de poort 6. Daarentegen is de nachtschoot 28 bedoeld voor het vastmaken van de poort 6 en het is dus noodzakelijk dat de nachtschoot 28 en de slotvanger 1 voldoende vast in elkaar zitten zodat de poort 6 niet eenvoudig kan worden opengebroken.
Het slot 24 omvat een dagschootveer om de dagschoot 26 naar zijn uitgeschoven stand te bewegen. De deurkruk 25 is dus voorzien om de dagschoot 26 tegen de dagschootveer in naar zijn ingeschoven stand kan verplaatsen. Het slot getoond in Figuur 5 omvat ook een uitstulping 37 voorzien om samen te werken met een beveiligingsmechanisme 38 zoals hieronder beschreven. Een dergelijk extern gemonteerd slot 24 met een dagschoot 26, een nachtschoot 28 en een uitstulping 37 is reeds bekend uit de stand van de techniek, bijvoorbeeld uit octrooipublicatie US 6,684,669 B1.
Figuren 6a, 6b en 6c tonen een bovenaanzicht van de slotvanger 1 en de poort 6 ter illustratie van het sluiten van de poort 6. Figuur 6a toont het eerste contact tussen de poort 6 met daarop het slot 24 en de slotvanger 1 gemonteerd op een paal tijdens het sluiten van de poort 6. Bij het sluiten van de poort 6 bevindt de dagschoot 26 zich in de uitgeschoven stand, tenzij iemand de deurkruk 25 gebruikt om dit te voorkomen, en bevindt de nachtschoot 28 zich in zijn ingeschoven stand.
De dagschoot 26 heeft een schuin vlak 29 dat aanslaat tegen de schuine kant 7 van de slotvanger 1. Door de beweging van de poort 6 en de schuine kant 7 wordt de dagschoot 26 ingedrukt, hierbij helpt ook het schuin vlak 29 van de dagschoot 26, zoals getoond in Figuur 6b. Van zodra de dagschoot 26 voorbij de schuine kant 7 is zal de dagschoot 26 terug uitschuiven door de werking van de dagschootveer en zich in de groef 8 van de slotvanger 1 uitstrekken en dus de poort 6 sluiten, zoals getoond in Figuur 6c. Om de poort 6 nu weer te openen is het noodzakelijk om de deurkruk 25 te gebruiken om de dagschoot 26 terug naar de ingeschoven stand te verplaatsen waarna deze opnieuw uit de groef 8 is en de poort 6 dus kan geopend worden.
In Figuren 6a, 6b en 6c is ook zichtbaar dat het tweede been 13 van het hoekprofiel 11 dienst doet als aanslagwand voor de poort 6. Het tweede been 13 steekt vanaf de voorzijde van de slotvanger 1 tot voorbij de groef 8 van de slotvanger 1 uit en vormt dus een aanslag voor de poort 6 met het slot 24. Het tweede been 13 is voorzien van een strip 30 vervaardigd uit rubber om op die manier de mogelijke impact van de poort 6 tegen het tweede been 13 te verminderen en schade te vermijden.
Verder is het voor een vakman duidelijk dat het niet vereist is dat zowel de dagschoot 26 een schuin vlak 29 als de slotvanger 1 een schuine kant 7 hebben. Eén van beide volstaat ook al voor het automatisch indrukken van de dagschoot 26 bij het sluiten van de poort 6. Echter is het wel voordelig dat beide schuine elementen 7, 29 aanwezig zijn zodat er meer spelingsruimte mogelijk is tussen de paal waarop de slotvanger 1 gemonteerd is en de poort 6 met het slot 24. Dit voordeel kan verder versterkt worden door het gebruik van een regelbare dagschoot 26 waarbij het mogelijk is om de afstand tussen de dagschoot 26 en het slot 24 aan te passen, zoals bijvoorbeeld beschreven in octrooipublicatie EP 0 963 498 B1.
Figuur 7a toont een doorsnede ter hoogte van de dagschoot 26 doorheen de slotvanger 1 en de poort 6 in een gesloten positie. Deze doorsnede toont dat de dagschoot 26 zich uitstrekt in de groef 8 en nagenoeg raakt aan de bodem 10. De diepte di van de groef 10 is bij voorkeur nagenoeg gelijk aan de slaglengte van de dagschoot 26 en meer bij voorkeur is de diepte di van de groef 10 kleiner dan de slaglengte van de dagschoot 26. In Figuur 7a bedraagt de diepte d1 van de groef 8 nagenoeg 1.5 cm en is deze voorzien voor een dagschoot 26 met een slaglengte van nagenoeg 1.8 cm, maar afhankelijk van de slaglengte van de dagschoot 26 kan deze diepte d1 variëren. Figuur 6a toont verder dat het kunststof deel 15 dient ter ondersteuning van de geplooide metalen plaat 14, in het bijzonder ook ter plaatse van de schuine kant 7 van de slotvanger 1. Deze ondersteuning zorgt dat de nachtschoot 26 zich doorheen de bodem 10 van de groef 8 kan uitstrekken wat resulteert in een stevigere slotvanger 1 zoals hierboven beschreven.
Een verder belangrijk voordeel van het kunststof deel 15 is dat het, in tegenstelling tot de metalen plaat 14, een gegroefde achterkant 31 kan hebben. Het eerste been 12 van het hoekprofiel 11 heeft een gegroefde voorkant 32 die ingrijpt op de gegroefde achterkant 31. Deze gegroefde voorkant 32 is ook eenvoudig te vervaardigen aangezien bij voorkeur het hoekprofiel 11 geëxtrudeerd is uit metaal, in het bijzonder roestvast staal.
Verder heeft het hoekprofiel 11 ook twee langwerpige uitsparingen 33 waar de bouten 3 zich bevinden. Door de langwerpige uitsparingen 33 is het mogelijk om de afstand tussen het tweede been 13 en een langszijde van de slotvanger 1 in te stellen. Dit is voordelig aangezien hierdoor de slotvanger 1 kan aangepast worden aan de dikte van de poort 6 waarop het slot 24 gemonteerd is. De gegroefde voorkant 32 en de gegroefde achterkant 31 zorgen dan dat het hoekprofiel 11 niet meer kan verplaatsen ten opzichte van het kunststof deel 15.
Figuur 7b toont een gelijkaardige doorsnede als Figuur 7a maar ter hoogte van de nachtschoot 28. Op deze doorsnede is meteen duidelijk dat de holte 21, gevormd door de opening 18 in de geplooide metalen plaat 14, de opening 19 in het kunststof deel 15, de uitsparing 20 van het hoekprofiel 11 en het oppervlak 2 van de paal, voorzien is voor het ontvangen van de nachtschoot 28 in zijn uitgeschoven stand. Doordat de nachtschoot 28 in de holte 21 van de slotvanger 1 zit is het heel moeilijk om het slot 24 nog te forceren aangezien een kracht uitgeoefend op de nachtschoot 28 rechtstreeks wordt doorgegeven aan de gehele slotvanger 1 en niet enkel aan een zijwand 9 van de groef 8 wat wel het geval is bij de reeds bekende slotvangers.
Zoals reeds vermeld is er in de praktijk een zekere variatie in de afstand tussen de poort 6 en de paal mogelijk. Daarom is de diepte d2 van de holte 21 voldoende groot om de mogelijke speling op te vangen. Meer concreet bedraagt de diepte d2 van de holte 21 bij voorkeur minstens 25% van de totale diepte D wat de som is van de diepte di van de groef 8 en de diepte d2 van de holte 21 en meer bij voorkeur minstens 35% van deze totale diepte D. Verder bedraagt de diepte d2 van de holte 21 bij voorkeur maximaal 55% en meer bij voorkeur maximaal 45% van de totale diepte D. Op die manier is de groef 8 diep genoeg voor het ontvangen van de dagschoot 26 in zijn uitgeschoven stand. Verder is de totale diepte D bij voorkeur begrepen tussen 2 en 3 cm, meer bij voorkeur tussen 2.3 en 2.7 cm, en bedraagt deze liefst nagenoeg 2.5 cm. Deze totale diepte D is bij voorkeur nagenoeg gelijk aan de slaglengte van de nachtschoot 28. Het is dus duidelijk voor een vakman dat de totale diepte D van de slotvanger 1 afhankelijk is van de slaglengte van de nachtschoot 28. Concreet, als het gebruikte slot 24 een nachtschoot 28 met een slaglengte van 2.5 cm heeft dan zal de slotvanger 1 bij voorkeur een totale diepte D van nagenoeg 2.5 cm hebben.
De slotvanger 1 zoals hierboven beschreven kan gebruikt worden zowel voor een linksgeoriënteerde als een rechtsgeoriënteerde poort 6 of deur aangezien de slotvanger 1 symmetrisch is in zijn langsrichting, m.a.w. de onderkant en de bovenkant van de slotvanger 1 zijn identiek zodanig dat de slotvanger 1 ondersteboven gemonteerd kan worden.
Figuur 8 toont een uiteengenomen zicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van een slotvanger 1 voorzien om samen te werken met een slot 24 dat zowel een dagschoot 26, een nachtschoot 28, als een uitstulping 37 heeft en getoond wordt in Figuur 5. De uitstulping 37 is voorzien om samen te werken met het beveiligingsmechanisme 38. Concreet beweegt door het sluiten van de poort 6 de uitstulping 37 naar het beveiligingsmechanisme 38 en passen deze in elkaar doordat het beveiligingsmechanisme 38 een langszijde heeft die open is. Wanneer de poort 6 nu gesloten is zorgen de uitstulping 37 en het beveiligingsmechanisme 38 er voor dat het niet mogelijk is om de poort 6 van de paal weg te trekken zoals beschreven in octrooipublicatie US 6,684,669 B1. Het beveiligingsmechanisme 38 is voor de stevigheid vervaardigd uit roestvast gietmetaal, in het bijzonder roestvast gietstaal.
Een dergelijk beveiligingsmechanisme 38 zorgt dat de slotvanger 1 niet meer symmetrisch is in zijn langsrichting, m.a.w. de onderkant van de slotvanger 1 is niet meer identiek aan de bovenkant van de slotvanger 1, wat wel het geval was bij de slotvanger getoond in Figuur 2. Natuurlijk is het wel belangrijk dat de slotvanger 1 nog steeds geschikt is voor zowel een linksgeoriënteerde als een rechtsgeoriënteerde poort 6. Daarom heeft, in deze uitvoeringsvorm, de voorzijde van de slotvanger 1 een tweede schuine kant 34. Afhankelijk van de links of rechts oriëntatie van de poort 6 wordt of de schuine kant 7 of de tweede schuine kant 34 gebruikt voor het automatisch induwen van de dagschoot 26. Het tweede been 13 van het hoekprofiel 11 wordt dan geplaatst langsheen de schuine kant 7 als de tweede schuine kant 34 gebruikt wordt voor het induwen van de dagschoot 26 en visa versa wanneer de schuine kant 7 gebruikt wordt voor het induwen van de dagschoot 26. Om een dubbele plaatsing van het hoekprofiel 11 mogelijk te maken is het kunststof deel 15 evenwel anders uitgevoerd en is er nu aan beide langszijden ruimte voorzien voor het plaatsen van het eerste been 12 van het hoekprofiel 11. De ruimte die niet gebruikt wordt voor het plaatsen van het hoekprofiel 11 wordt dan afgedicht door een vulelement 35. Voor de stevigheid van de slotvanger 1 vormt de geplooide metalen plaat 14 in deze uitvoeringsvorm evenwel de tweede schuine kant 34 en beide zijwanden 9.
Om de sterkte van de slotvanger 1 te vergelijken met de reeds bekende slotvangers zijn vergelijkende testen uitgevoerd. De reeds bekende slotvanger is beschreven in US 6,684,669 B1, in het bijzonder in het uiteengenomen zicht in Figuur 16 van US 6,684,669 B1, en is vervaardigd uit gietaluminium met een wanddikte van nagenoeg 3 mm. De slotvanger 1 van de huidige uitvinding is in een gelijkaardig uitgenomen zicht getoond in Figuur 2 en de metalen nagenoeg 14 is vervaardigd uit roestvast staal met een dikte van ongeveer 1.5 mm. Beide slotvangers hebben dezelfde algemene afmetingen, namelijk een lengte van nagenoeg 16.5 cm met een totale diepte D van 2.5 cm. De diepte di van de groef 8 bij de reeds bekende slotvanger is 1.8 cm en bij de huidige slotvanger is deze diepte d1 1.5 cm en is de diepte d2 van de holte 2.5 cm. In de reeds bekende slotvanger was de nachtschoot 28 tot tegen de bodem 10 van de groef 8 uitgeschoven, terwijl in de huidige slotvanger de nachtschoot 28 uitgeschoven was tot aan de bodem van de holte 21, m.a.w. 1 cm diep in de holte 21. De vergelijkende testen zijn uitgevoerd door een kracht uit te oefenen op een slot 24 in een slotvanger 1 zoals getoond in Figuur 4. De kracht werd uitgeoefend op de poort 6 in de richting die de poort 6 opent, in Figuur 4 dus door de poort 6 weg van de aanslagwand, gevormd door het tweede been 13 van het hoekprofiel 11, te duwen. Concreet wordt de kracht via de nachtschoot 28 overgedragen op de zijwand 9 van de groef 8 die eveneens de schuine kant 7 bevat bij de reeds bekende slotvanger. Bij de huidige slotvanger wordt deze kracht overgedragen op de holte 21. Uit deze testen bleek dat reeds bekende slotvanger brak bij een kracht van ongeveer 3000 N terwijl de slotvanger van de huidige uitvinding nog niet brak bij een kracht van ongeveer 15000 N. Het is dus duidelijk dat de huidige slotvanger 1 veel steviger is en dus veiliger is tegen braak.

Claims (15)

  1. CONCLUSIES
    1. Slotvanger (1) voorzien om op een oppervlak (2) gemonteerd te worden en om samen te werken met een slot (24) dat een dagschoot (26) en een nachtschoot (28) heeft die elk verplaatsbaar zijn tussen een uitgeschoven en een ingeschoven stand, welke slotvanger (1) voorzien is om met zijn achterzijde tegen genoemd oppervlak (2) gemonteerd te worden en een voorzijde heeft die ten minste één schuine kant (7) vertoont voor het automatisch induwen van de dagschoot (26) en een groef (8) die een voorafbepaalde diepte (d1), twee zijwanden (9), en een bodem (10) heeft, welke groef (8) voorzien is om de dagschoot (26) en de nachtschoot (28) in hun uitgeschoven stand te ontvangen, waarbij ter hoogte van de nachtschoot (28) de bodem (10) van de groef (8) een opening (18) vertoont, daardoor gekenmerkt dat de slotvanger (1) een geplooide metalen plaat (14) bevat die ten minste één van de twee zijwanden (9) van de groef (8), de bodem (10) van de groef (8), en genoemde schuine kant (7) vormt, waarbij de slotvanger (1) verder een afstandshouder bevat die ten minste gedeeltelijk vervaardigd is uit kunststof en die voorzien is om de bodem (10) van de groef (8) op een afstand te houden van genoemd oppervlak (2), waarbij de afstandshouder samen met de opening (18) in de bodem (10) van de groef (8) een holte (21) vormt, die voorzien is om het uiteinde van de nachtschoot (28) in zijn uitgeschoven stand te ontvangen en die een diepte (d2) heeft die ten minste 25% bedraagt van de totale diepte (D) die de som is van de diepte (di) van genoemde groef (8) en van de diepte (d2) van genoemde holte (21).
  2. 2. Slotvanger (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de afstandshouder ten minste een eerste (15) en een tweede deel (11) omvat, waarbij het eerste deel (15) vervaardigd is uit genoemde kunststof en tegen de achterzijde van genoemde geplooide metalen plaat (14) bevestigd is en waarbij het tweede deel (11) een hoekprofiel omvat met een eerste been (12) dat voorzien is om tussen het eerste deel (15) van de afstandshouder en genoemd oppervlak (2) gemonteerd te worden en met een tweede been (13) dat vanaf de voorzijde van de slotvanger (1) tot voorbij de groef (8) van de slotvanger (1 ) uitsteekt.
  3. 3. Slotvanger (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat genoemd hoekprofiel (11) geëxtrudeerd is uit metaal.
  4. 4. Slotvanger (1) volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het eerste deel (15) van de afstandshouder (1) een gegroefde achterkant (31) heeft en dat genoemd eerste been (12) een gegroefde voorkant (32) heeft die voorzien is om in te grijpen in de gegroefde achterkant (31) van genoemd eerste deel (15).
  5. 5. Slotvanger (1) volgens één van de voorgaande conclusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de voorzijde van de slotvanger (1) een verdere schuine kant (34) heeft, waarbij genoemde schuine kant (7) voorzien is voor het automatisch induwen van de dagschoot (26) als deze rechts georiënteerd is en waarbij genoemde verdere schuine kant (34) voorzien is voor het automatisch induwen van de dagschoot (26) als deze links georiënteerd is.
  6. 6. Slotvanger (1) volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de slotvanger (1) een eerste en een tweede langszijde heeft die zich langs de groef (8) uitstrekken, waarbij genoemde schuine kant (7) zich aan de eerste langszijde bevindt en genoemde verdere schuine kant (34) zich aan de tweede langszijde bevindt, en waarbij genoemd tweede been (13) van het hoekprofiel (11) zowel aan de eerste als aan de tweede langszijde kan uitsteken.
  7. 7. Slotvanger (1) volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat genoemde geplooide metalen plaat (14) genoemde verdere schuine kant (34) en beide zijwanden (9) van de groef (8) vormt.
  8. 8. Slotvanger (1) volgens één van de voorgaande conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de slotvanger (1) een beveiligingsmechanisme (38) omvat dat voorzien is om samen te werken met een uitstulping (37) op het slot (24) om het van elkaar weg trekken van het slot (24) en de slotvanger (1) te voorkomen, waarbij het beveiligingsmechanisme (38) een eerste en een tweede langszijde heeft die zich in de langsrichting van de groef (8) uitstrekken, waarbij de eerste langszijde een opening heeft waardoor de uitstulping (37) van het slot (24) het beveiligingsmechanisme (38) kan vasthaken en de tweede langszijde dicht is, en waarbij het beveiligingsmechanisme omkeerbaar is ten opzichte van de geplooide metalen plaat (14) om de eerste langszijde te oriënteren afhankelijk van de links-rechts oriëntatie van de dagschoot (26).
  9. 9. Slotvanger (1) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de bodem (10) van de groef (8) ten minste één gat (23) heeft en de afstandshouder ten minste één uitstulping (22) heeft die uit genoemde kunststof vervaardigd is en die vast zit in genoemd gat (23) om de geplooide metalen plaat (14) aan de afstandshouder te bevestigen.
  10. 10. Slotvanger (1) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de bodem (10) van de groef (8) ten minste één verder gat (16) heeft voorzien om de slotvanger (1) op genoemd oppervlak (2) vast te schroeven, welk verder gat (16) bij voorkeur een conische uitsparing heeft voorzien voor het opvangen van een conische kop van een bout (3).
  11. 11. Slotvanger (1 ) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de geplooide metalen plaat (14) uit roestvast staal vervaardigd is.
  12. 12. Slotvanger (1 ) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de totale diepte (D) tussen 2 en 3 cm, bij voorkeur tussen 2.3 en 2.7 cm, en meer bij voorkeur nagenoeg 2.5 cm bedraagt.
  13. 13. Slotvanger (1) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de diepte (d2) van de holte (21) ten minste 35% bedraagt van de totale diepte (D).
  14. 14. Slotvanger (1) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de diepte (d2) van de holte (21) maximaal 55% en bij voorkeur maximaal 45% bedraagt van de totale diepte (D).
  15. 15. Slotvanger (1) volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 14, daardoor gekenmerkt dat genoemde holte (21) geen bodem heeft en de diepte (d2) van de holte (21) gemeten wordt tussen de voorzijde van de bodem (10) van de groef (8) en genoemd oppervlak (2) wanneer de slotvanger (1) gemonteerd is op genoemd oppervlak (2).
BE2016/5287A 2016-04-26 2016-04-26 Slotvanger BE1023626B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5287A BE1023626B1 (nl) 2016-04-26 2016-04-26 Slotvanger
EP17168030.9A EP3239440B1 (en) 2016-04-26 2017-04-25 Strike plate
ES17168030T ES2737987T3 (es) 2016-04-26 2017-04-25 Cerradero
PL17168030T PL3239440T3 (pl) 2016-04-26 2017-04-25 Płytka zaczepowa

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5287A BE1023626B1 (nl) 2016-04-26 2016-04-26 Slotvanger

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1023626B1 true BE1023626B1 (nl) 2017-05-19

Family

ID=56072149

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5287A BE1023626B1 (nl) 2016-04-26 2016-04-26 Slotvanger

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3239440B1 (nl)
BE (1) BE1023626B1 (nl)
ES (1) ES2737987T3 (nl)
PL (1) PL3239440T3 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
PL4008861T3 (pl) * 2020-12-02 2023-11-20 Locinox Zespół ogranicznika drzwi przystosowany do tłumienia mechanicznego uderzenia zamykających się drzwi
EP4159962A1 (en) 2021-10-01 2023-04-05 Locinox A double wing gate and a method for constructing the same
EP4159958B1 (en) 2021-10-01 2024-06-12 Locinox A striker and a method for forming a strike plate
EP4191007A1 (en) 2021-12-06 2023-06-07 Locinox A lock for a hinged closure member
EP4191006A1 (en) 2021-12-06 2023-06-07 Locinox A lock for a hinged closure member
EP4310276A1 (en) 2022-07-20 2024-01-24 Locinox A safety lock for a hinged closure member

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6684669B1 (en) * 1997-02-19 2004-02-03 Joseph Talpe Door fastener device
EP1600584A1 (en) * 2004-05-26 2005-11-30 Joseph Talpe A lock and keeper set
US20100201138A1 (en) * 2009-02-10 2010-08-12 Sauder Mark L Prehung door jamb insert with security and adjustment features

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6684669B1 (en) * 1997-02-19 2004-02-03 Joseph Talpe Door fastener device
EP1600584A1 (en) * 2004-05-26 2005-11-30 Joseph Talpe A lock and keeper set
US20100201138A1 (en) * 2009-02-10 2010-08-12 Sauder Mark L Prehung door jamb insert with security and adjustment features

Also Published As

Publication number Publication date
EP3239440B1 (en) 2019-06-12
PL3239440T3 (pl) 2019-11-29
ES2737987T3 (es) 2020-01-17
EP3239440A1 (en) 2017-11-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1023626B1 (nl) Slotvanger
BE1021323B1 (nl) Slot
DK158212B (da) Laaseenhed, der er beregnet til at blive anbragt paa en skabsdoer eller et kasselaag
US20160145914A1 (en) Door stop block
US727494A (en) Gate-latch.
JP2008540878A (ja) 柱間を閉じるために使用するシャッタ用の案内トラック
CA2021183A1 (fr) Ferrure de verrouillage d'un ouvrant coulissant d'une fenetre, porte ou analogue
NL8203193A (nl) Afsluitinrichting voor een wanddoorlaat van een transportinstallatie.
BE1023548B1 (nl) Sluitmechanisme voor een raam of deur
EP2119854B1 (en) A device for remote leaning out and locking in the closed position of a mobile frame, in particular a smoke flap
US1957642A (en) Lock
NL1033779C2 (nl) Slotschoot en sluitkom met vergrendelmiddelen.
NL1039151C2 (nl) Slot, modificatiepakket en schoot voor een slot.
JPH1029784A (ja) エレベーターの敷居装置
EP2781675A1 (en) Strike plate of a lock
NL1035196C2 (nl) Deur en een met de deur samenwerkend deurkozijn.
FR2779174A1 (fr) Dispositif de securite anti-effraction notamment pour portes
NL1033329C1 (nl) Deur of raam voorzien van een sluiting van het type espagnolet.
NL1021577C2 (nl) Samenstel te gebruiken als automatische dorpel.
NL1015627C1 (nl) Verbeterde sluitkom.
JP7186611B2 (ja) 避難扉
BE1010199A3 (nl) Steun.
US4377304A (en) Door lock
NL1009864C2 (nl) Sluiting en schild daarvoor.
NL9401312A (nl) Vergrendelingsinrichting voor een afsluitorgaan, in het bijzonder een deur.