BE1023268B1 - Landbouwbalenpers - Google Patents

Landbouwbalenpers Download PDF

Info

Publication number
BE1023268B1
BE1023268B1 BE2015/5674A BE201505674A BE1023268B1 BE 1023268 B1 BE1023268 B1 BE 1023268B1 BE 2015/5674 A BE2015/5674 A BE 2015/5674A BE 201505674 A BE201505674 A BE 201505674A BE 1023268 B1 BE1023268 B1 BE 1023268B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
door
bottom wall
end piece
feed tube
closed position
Prior art date
Application number
BE2015/5674A
Other languages
English (en)
Inventor
Bram Rosseel
Jeroen Devroe
Dries Liefooghe
Dieter Kindt
Didier Verhaeghe
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2015/5674A priority Critical patent/BE1023268B1/nl
Priority to US15/770,028 priority patent/US10485182B2/en
Priority to PCT/EP2016/075261 priority patent/WO2017068060A1/en
Priority to BR112018006779-2A priority patent/BR112018006779B1/pt
Priority to CA2989762A priority patent/CA2989762C/en
Priority to CN201680044573.1A priority patent/CN107920470B/zh
Priority to EP16784211.1A priority patent/EP3364743B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1023268B1 publication Critical patent/BE1023268B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • A01F15/101Feeding at right angles to the compression stroke
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • A01F15/101Feeding at right angles to the compression stroke
    • A01F2015/102Feeding at right angles to the compression stroke the pressing chamber is fed from the bottom side
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • A01F2015/107Means for withdrawing knives, rotor or walls of the feeding chamber in case of plugging or congestion

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)
  • Fertilizing (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Refuse Collection And Transfer (AREA)

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op een landbouwbalenpers bestaande uit een balenkamer (9), een toevoerkoker (23) die communiceert met de balenkamer voor ladingen oogstmateriaal die overgebracht moeten worden van de toevoerkoker naar de balenkamer; en toevoermiddelen (25) die binnen de toevoerkoker werken om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna de balenkamer met dit verzamelde materiaal te vullen. Er is een opening in de onderwand van de toevoerkoker en minstens één deur (61) scharnierend bevestigd aan een rand van de opening, waarbij deze rand de rand is van een eindstuk (71) van de onderwand van de toevoerkoker, en het eindstuk van de onderwand waar de deur scharnierend aan bevestigd is, beweegbaar aangebracht is t.o.v. de bovenwand van de toevoerkoker.

Description

Landbouwbalenpers
Technisch gebied
Deze uitvinding heeft betrekking op balenpersen voor gebruik in de landbouw (verder kortweg balenpersen genoemd), en meer bepaald op rechthoekigebalenpersen, d.w.z. balenpersen die balen oogstmateriaal produceren die rechthoekig zijn in zijaanzicht.
Stand van de techniek
In octrooi EP0339733 wordt een rechthoekigebalenpers onthuld met een in wezen conventionele constructie die erin bestaat dat hij een balenkamer bevat of een kamer waarin een baal oogstmateriaal wordt gevormd, met een inlaatopening erin gevormd die in verbinding staat met een toevoerkoker. In de toevoerkoker zijn toevoermiddelen werkzaam om een lading oogstmateriaal in de toevoerkoker te verzamelen en daarna de verzamelde lading in de balenkamer te drukken om haar samen te drukken door een heen en weer beweegbare plunjer die binnen de balenkamer werkzaam is.
De balenkamer heeft een onderwand waarin de inlaatopening is gevormd. De toevoerkoker bevat een bovenste uiteinde dat over het algemeen naar boven wijst en in verbinding staat met de inlaatopening van de balenkamer en een onderste uiteinde dat over het algemeen naar voren wijst. De bovengrens en de ondergrens van de toevoerkoker worden respectievelijk gevormd door een bovenwand en een onderwand, die zich uitstrekken tussen het onderste uiteinde en het bovenste uiteinde van de toevoerkoker.
In de balenpers die onthuld wordt in octrooi EP0339733 bevat de toevoerkoker een opening in de onderwand ervan en vrijmaakbare afsluitmiddelen voor de opening. De vrijmaakbare afsluitmiddelen voor de opening hebben de vorm van twee deuren. De deuren zijn scharnierend bevestigd aan respectieve tegenoverliggende randen van de opening in de onderwand van de toevoerkoker. Een voorste deur of voordeur, gezien in de stromingsrichting door de toevoerkoker, is scharnierend bevestigd aan een rand van een onderste eindstuk van de onderwand. Een achterste deur of achterdeur is scharnierend bevestigd aan een rand van een bovenste eindstuk van de onderwand. Tijdens de normale werking van de balenpers sluiten de deuren de opening in de toevoerkoker af. Bij een verstopping van de toevoerkoker worden de toevoermiddelen gestopt en de deuren geopend, waardoor een prop oogstmateriaal op de grond gelost kan worden. Eens de prop oogstmateriaal op de grond is gelost, worden de deuren weer gesloten om de normale werking te hervatten.
Samenvatting van de uitvinding
Hoewel de opstelling van een opening in de onderwand van de toevoerkoker en vrijmaakbare afsluitmiddelen bestaande uit minstens één deur die scharnierend bevestigd is aan een rand van de opening waarbij de rand van de opening de rand is van een eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker, zoals in de balenpers die onthuld wordt in octrooi EP0339733, bevredigend werd bevonden, is het een voorwerp van deze uitvinding om zulke opstelling verder te verbeteren.
Daartoe is volgens deze uitvinding het eindstuk van de onderwand waaraan een deur scharnierend bevestigd is, beweegbaar aangebracht t.o.v. de bovenwand van de toevoerkoker, meer bepaald in een richting weg van de bovenwand.
Doordat het eindstuk van de onderwand van de toevoermiddelen waaraan een deur scharnierend bevestigd is ten opzichte van de bovenwand, is het mogelijk de toevoerkoker in een eindstuk ervan verder te openen. Dit laatste meer bepaald door het eindstuk van de onderwand in de richting weg van de bovenwand te bewegen. Dit heeft als voordeel dat een prop oogstmateriaal die vastgespied zit in een uiteinde van de toevoerkoker gemakkelijker losgemaakt wordt dan volgens de stand van de techniek, zoals bijvoorbeeld beschreven in octrooi EP0339733, waarbij de eindstukken van de onderwand vast gepositioneerd zijn ten opzichte van de bovenwand van de toevoerkoker. Zoals beschreven in octrooi EP0339733 gebeurt het soms dat de prop oogstmateriaal niet gelost wordt op de grond wanneer de deuren in de onderwand van de toevoerkoker geopend worden. In dat geval wordt de aandrijflijn van de toevoermiddelen heen en weer bewogen of geschud om de vastzittende prop oogstmateriaal vrij te maken zodat hij op de grond gelost wordt. Het kenmerk van deze uitvinding dat het eindstuk van de onderwand van de toevoermiddelen waaraan een deur scharnierend bevestigd is beweegbaar is aangebracht ten opzichte van de bovenwand, pakt een mogelijke oorzaak aan van het niet-lossen van een prop oogstmateriaal op de grond wanneer de deuren in de onderwand van de toevoerkoker geopend worden, namelijk doordat een prop oogstmateriaal vastgespied zit in een uiteinde van de toevoerkoker.
Een prop oogstmateriaal die vastzit in het onderste uiteinde van de toevoerkoker van een balenpers volgens de stand van de techniek, zoals hierboven beschreven, en die niet op de grond gelost wordt wanneer de deuren in de onderwand van de toevoerkoker geopend worden, zal in een balenpers volgens de uitvinding ofwel onder zijn eigen gewicht gelost worden ofwel minstens gemakkelijker losgemaakt worden. Dit maakt het mogelijk om, na een verstopping van de toevoerkoker, vroeger te beginnen met een normale werking van de balenpers volgens de uitvinding.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het eindstuk van de onderwand waaraan de deur scharnierend bevestigd scharnierbaar aan een rand tegenover de rand waaraan de deur scharnierend is bevestigd. Dit verschaft een effectief en constructief eenvoudige en robuuste wijze om het eindstuk van de onderwand beweegbaar te kunnen maken.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding is het eindstuk van de onderwand scharnierbaar door scharnierend verbonden te zijn met of in de buurt van het uiteinde van de toevoerkoker. Aangezien het eindstuk van de onderwand scharnierend bevestigd is aan of in de buurt van een uiteinde van de toevoerkoker is het mogelijk om proppen materiaal gemakkelijker los te maken en te verplaatsen naar het uiteinde van de toevoerkoker aan de inlaat of uitlaat ervan.
Om een prop oogstmateriaal op de grond te kunnen lossen, zijn de deur en het eindstuk van de onderwand waaraan de deur bevestigd is bij voorkeur beweegbaar tussen een gesloten positie en een geopende positie waarin de deur en het eindstuk van de onderwand in de gesloten positie een ondergrens vormen van de toevoerkoker en de deur en het eindstuk van de onderwand in de open positie weg van de bovenwand van de toevoerkoker gepositioneerd zijn en daarbij geen ondergrens van de toevoerkoker meer vormen.
Volgens een aanvullende of alternatieve ontwikkeling is de balenpers uitgerust met middelen die geschikt zijn om de deur en het eindstuk van de onderwand selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie, waarin de deur en het eindstuk van de onderwand in de gesloten positie een ondergrens van de toevoerkoker vormen en de deur en het eindstuk van de onderwand waaraan de deur is bevestigd in de gedeeltelijk geopende positie gepositioneerd zijn, weg van de bovenwand van de toevoerkoker over een relatieve kleine afstand en daarbij de ondergrens intact laten. Dit maakt het mogelijk om een prop oogstmateriaal die vastzit tussen de bovenwand van de toevoerkoker en de deur en/of het beweegbare eindstuk van de onderwand vrij te maken door middel van de toevoermiddelen die werkzaam zijn in de toevoerkoker en nadien de losgemaakte prop oogstmateriaal uit de toevoerkoker te verwijderen door middel van de toevoermiddelen door de losgemaakte prop oogstmateriaal naar de balenkamer over te brengen. Het vrijmaken van de prop oogstmateriaal door middel van de toevoermiddelen die werkzaam zijn in de toevoerkoker wordt mogelijk gemaakt door de deur en het eindstuk van de onderwand weg te bewegen van de bovenwand van de toevoerkoker, en daarbij de druk van de prop oogstmateriaal vrij te maken en bewegingsruimte te verschaffen voor de prop oogstmateriaal. Door het positioneren van de deur en het eindstuk van de onderwand weg van de bovenwand van de toevoerkoker over een relatief kleine afstand en daarbij de ondergrens intact te laten, kan de prop oogstmateriaal na losgemaakt te zijn door middel van de toevoermiddelen overgebracht worden naar de balenkamer aangezien de ondergrens die gevormd wordt door de deur en het beweegbare eindstuk van de onderwand nog altijd intact zijn. De balenpers die deze voordelige ontwikkeling bevat, verschaft dus een alternatief voor het lossen van de prop oogstmateriaal op de grond. Dit heeft als voordeel ten opzichte van balenpersen volgens de stand van de techniek zoals bijvoorbeeld beschreven in octrooi EP0339733, dat er na het verwijderen van de prop oogstmateriaal geen prop oogstmateriaal meer op de grond onder de toevoerkoker ligt, die, zoals beschreven in octrooi EP0339733, belet de deuren van de toevoerkoker te sluiten en de balenpers te bewegen. Het is dus niet meer nodig de op de grond liggende prop oogstmateriaal van onder de toevoerkoker te verwijderen om de normale werking van de balenpers voort te zetten. Als aanvulling op de uitvoeringsvorm zoals hierboven beschreven waarin de deur en het eindstuk van de onderwand beweegbaar zijn in een open positie waarin de deur en het eindstuk van de onderwand weg van de bovenwand van de toevoerkoker gepositioneerd zijn en daarbij niet langer een ondergrens van de toevoerkoker vormen, maakt het kenmerk dat de deur en het eindstuk van de onderwand beweegbaar zijn tot in een gedeeltelijk geopende positie, het mogelijk om zowel de prop oogstmateriaal op de grond te lossen als om de prop oogstmateriaal naar de balenkamer over te brengen. Dit maakt het mogelijk om de beste werkwijze te kiezen afhankelijk van de specifieke prop oogstmateriaal. Het positioneren van de deur en het eindstuk van de onderwand weg van de bovenwand van de toevoerkoker over een relatieve kleine afstand stelt in veel gevallen de toevoermiddelen in staat de prop oogstmateriaal los te maken en de losgemaakte prop oogstmateriaal naar de balenkamer over te brengen. In andere gevallen, waarbij de prop oogstmateriaal niet losgemaakt en niet overgebracht kan worden naar de balenkamer, kunnen de deur en het eindstuk van de onderwand naar de open positie ervan bewogen worden, waardoor het mogelijk wordt om de prop oogstmateriaal op de grond te lossen. Dit laatste, indien vereist, in combinatie met het vrijmaken van de prop oogstmateriaal door de aandrijflijn van de toevoermiddelen heen en weer te bewegen of te schudden zoals beschreven in octrooi EP0339733, of door andere acties.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding, die een deur bevat en een eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker die beweegbaar zijn in een gesloten positie en een open positie en die daarnaast middelen bevat die geschikt zijn voor het selectief bewegen van de deur en het eindstuk van de onderwand tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie, zijn de middelen die geschikt zijn voor het selectief bewegen van de deur en het eindstuk van de onderwand tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie losmaakbaar om de deur en het uiteinde van de onderwand in de geopende positie te kunnen positioneren. Als alternatief of bovendien zijn de middelen geschikt om de deur en het eindstuk van de onderwand selectief te bewegen tussen de gesloten positie, de gedeeltelijk geopende positie en de geopende positie.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding, die middelen bevat om de deur en het eindstuk van de onderwand selectief tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie te bewegen, kunnen deze middelen met de hand bediend worden. In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding bevatten de middelen een manueel bedienbare grendel.
Volgens een voordelige alternatieve ontwikkeling bevatten de middelen die geschikt zijn om de deur en het eindstuk van de onderwand selectief tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie te bewegen, een actuator, meer bepaald een lineaire actuator. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk om de deur en het eindstuk van de onderwand te bewegen zonder manuele kracht uit te oefenen op de deur en op het eindstuk van de onderwand. Bovendien, meer bepaald in combinatie met een controller die verbonden is met de actuator voor het bedienen ervan, maakt deze uitvoeringsvorm het mogelijk om de deur en het eindstuk van de onderwand vanaf een op afstand gelegen plaats te bewegen, bijvoorbeeld vanaf een bedieningspaneel op de balenpers of op het voertuig dat de balenpers aandrijft. Nog verder, meer bepaald in combinatie met een controller en sensormiddelen om een verstopping van de toevoermiddelen te meten, maakt deze uitvoeringsvorm een geautomatiseerde beweging mogelijk van de deur en het eindstuk van de onderwand. Dit laatste is meer bepaald het geval als de controller geconfigureerd is om de deur en het eindstuk van de onderwand naar de gedeeltelijk open positie te bewegen ingeval de sensormiddelen een verstopping van de toevoerkoker tijdens de werking detecteren. Bovendien kan de controller geconfigureerd worden om de deur en het eindstuk van de onderwand terug te bewegen naar de gesloten positie ingeval de sensormiddelen detecteren dat de verstopping is verdwenen. In een voordelige uitvoeringsvorm zijn de sensormiddelen geconfigureerd om de belasting op de toevoermiddelen tijdens de werking te meten en is de controller geconfigureerd om de deur en het eindstuk van de onderwand naar de gedeeltelijk open positie te bewegen ingeval de belasting die gemeten wordt door de sensormiddelen een bepaalde waarde overschrijdt die een indicatie geeft dat een verstopping van de toevoerkoker zich voordoet of op het punt staat zich voor te doen.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding die middelen bevat die geschikt zijn om de deur en het eindstuk van de onderwand selectief tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie te bewegen, werken die middelen op minstens één van twee elementen in: de deur en het eindstuk van de onderwand. In een voorkeursuitvoeringsvorm werken de middelen op zowel op de deur als op het uiteinde van de onderwand in, en zijn ze meer bij voorkeur geschikt om de deur en het eindstuk van de onderwand onafhankelijk van elkaar te bewegen. Meer bepaald in het laatste geval, is het mogelijk om de deur te openen zoals volgens de stand van de techniek die beschreven is in octrooi EP0339733 terwijl het eindstuk van de onderwand niet beweegt in een eerste verstoppingssituatie, en de deur samen met het eindstuk van de onderwand te bewegen in een tweede verstoppingssituatie.
De opstelling met een deur en een beweegbaar eindstuk van de onderwand volgens de uitvinding wordt voordelig toegepast in een balenpers van de bekende soort met een voorste deur en een achterste deur in de toevoerkoker, zoals in de balenpers die onthuld wordt in octrooi EP0339733. Daartoe bevindt zich, in een voorkeursuitvoeringsvorm, in de buurt van de rand van de deur tegenover de rand die scharnierend bevestigd is aan het eindstuk van de onderwand, de rand van een aangrenzend deel van de onderwand, waarbij minstens de aangrenzende rand van het aangrenzende deel van de onderwand beweegbaar is ten opzichte van de bovenwand van de toevoerkoker om zo een aangrenzende deur te vormen die beweegbaar is tussen een geopende positie en een gesloten positie en die, wanneer hij geopend is, een opening in de onderwand verschaft.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding met de deur en de aangrenzende deur in de gesloten positie, overlappen de deuren elkaar met hun aangrenzende randen. Dit maakt het mogelijk om, wanneer de deur en de aangrenzende deur in hun gesloten positie zijn, een doorlopende ondergrens te hebben die gevormd wordt door de deuren.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding waarin een deur scharnierend bevestigd is aan een eindstuk van de onderwand en een aangrenzende deur is de balenpers uitgerust met middelen die geschikt zijn om de aangrenzende deur tussen de gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie te bewegen, waarin in de gesloten positie de aangrenzende deur een ondergrens van de toevoerkoker vormt en in de gedeeltelijk geopende positie de aangrenzende deur gepositioneerd is weg van de bovenwand van de toevoerkoker over een relatief kleine afstand en daarbij de ondergrens die gevormd wordt door de aangrenzende deur intact laat, en waarin, met de deur en de aangrenzende deur in hun respectieve gedeeltelijk geopende posities, de aangrenzende randen van de deur en de aangrenzende deur zich in wezen op dezelfde afstand bevinden van de bovenwand van de toevoerkoker. Dit maakt het mogelijk om, wanneer de deur en de aangrenzende deur naar de gedeeltelijk geopende positie bewogen worden, een in wezen doorlopende ondergrens te verkrijgen die gevormd wordt door de deuren en daar op een afstand van de bovenwand van de toevoerkoker gepositioneerd te houden. Dit maakt het mogelijk om een prop oogstmateriaal los te maken door middel van de toevoermiddelen en over te brengen door de toevoermiddelen naar de balenkamer met de deuren in de gedeeltelijk geopende positie ingeval de verstopping zich voordeed in de onderste uiteinde van de toevoerkoker aan de tegenoverliggende kant van de aangrenzende randen van de deuren.
Volgens een voordelige ontwikkeling, met de deur en de aangrenzende deur in de gedeeltelijk geopende positie, overlappen de deuren elkaar met hun aangrenzende randen. Dit zorgt voor een doorlopende ondergrens van de toevoerkoker die gevormd wordt door de deur en de aangrenzende deur wanneer ze in de gedeeltelijk geopende positie gepositioneerd zijn.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding, die een deur bevat die scharnierend bevestigd is aan een eindstuk van de onderwand aan een uiteinde van de toevoerkoker en die een aangrenzende deur bevat met een beweegbare rand aangrenzend aan de deur, is de aangrenzende deur aan zijn tegenoverliggende rand scharnierend bevestigd aan een eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker aan het andere uiteinde van de toevoerkoker, waarbij het eindstuk waaraan de aangrenzende deur scharnierend bevestigd is beweegbaar aangebracht is ten opzichte van de bovenwand, meer bepaald in een richting weg van de bovenwand. Dit maakt het mogelijk om beide eindstukken van de toevoerkoker nog verder te openen. Dit laatste meer bepaald door de eindstukken van de onderwand in de richting weg van de bovenwand te bewegen. Dit heeft als voordeel dat een prop oogstmateriaal die vastgespied zit in ofwel het onderste uiteinde ofwel het bovenste uiteinde van de toevoerkoker, gemakkelijker losgemaakt wordt dan volgens de stand van de techniek, zoals bijvoorbeeld beschreven in octrooi EP0339733, waarbij beide eindstukken van de onderwand vast gepositioneerd zijn ten opzichte van de bovenwand van de toevoerkoker.
In een voordelige alternatieve uitvoeringsvorm wordt de aangrenzende deur gevormd door een eindstuk van de onderwand, dat zich bij voorkeur uitstrekt tot aan het uiteinde van de toevoerkoker.
In de balenpers volgens de uitvinding kan de deur die scharnierend bevestigd is aan een eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker zowel een deur zijn die scharnierend bevestigd is aan een onderste eindstuk van de onderwand als een deur die scharnierend bevestigd is aan een bovenste eindstuk van de onderwand.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding is minstens een deur scharnierend bevestigd aan een bovenste eindstuk van de onderwand aan het bovenste uiteinde van de toevoerkoker, waarbij het bovenste uiteinde beweegbaar aangebracht is ten opzichte van de bovenwand. In de toevoerkoker wordt oogstmateriaal verzameld en samengedrukt in het eindstuk ervan. Het eindstuk van de toevoerkoker is daardoor bijzonder vatbaar om verstopt te raken. Daarmee rekening houdend is het voordelig om minstens een deur te hebben die scharnierend bevestigd is aan een bovenste eindstuk van de onderwand aan het bovenste uiteinde van de toevoerkoker. Bovendien belet, meer bepaald in combinatie met het kenmerk dat de balenpers uitgerust is met middelen om de deur en het eindstuk van de onderwand selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie, het hebben van minstens een deur die scharnierend bevestigd is aan een beweegbaar bovenste eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker, dat een prop oogstmateriaal die losgemaakt wordt door middel van de toevoermiddelen en getransporteerd wordt door middel van de toevoermiddelen naar de inlaat van de balenkamer om de prop uit de toevoerkoker te verwijderen, vast komt te zitten in het bovenste eindstuk van de toevoerkoker. Dit laatste, meer bepaald, door minstens de deur en het bovenste eindstuk van de onderwand die eraan is bevestigd naar de gedeeltelijk geopende positie te bewegen bij het vrijmaken van een prop oogstmateriaal door middel van de toevoermiddelen.
Korte beschrijving van de figuren
De bijbehorende tekeningen worden gebruikt om niet-beperkende en bij wijze van voorbeeld gegeven voorkeursuitvoeringsvormen van deze uitvinding te illustreren. De bovenvermelde en andere voordelen, kenmerken en doelstellingen van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen worden aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer deze gelezen wordt in combinatie met de bijbehorende tekeningen, waarin: - Figuur 1 een schematisch zijaanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een balenpers volgens de uitvinding, getrokken en aangedreven door een tractor; - Figuur 2 een schematisch zijaanzicht toont van de toevoerkoker van de balenpers van Figuur 1 met zijn deuren in een gesloten positie; - Figuur 3 een schematisch zijaanzicht toont van de toevoerkoker van de balenpers van Figuur 1 met zijn deuren in een gedeeltelijk geopende positie; - Figuur 4 een schematisch zijaanzicht toont van de toevoerkoker van de balenpers van Figuur 1 met zijn deuren in een geopende positie volgens een eerste configuratie; - Figuur 5 een schematisch zijaanzicht toont van de toevoerkoker van de balenpers van Figuur 1 met zijn deuren in de geopende positie volgens een tweede configuratie; - Figuur 6 een schematisch zijaanzicht toont van de toevoerkoker van de balenpers van Figuur 1 met zijn deuren in de geopende positie volgens een derde configuratie; - Figuur 7 een schematisch zijaanzicht toont van de toevoerkoker van de balenpers van Figuur 1 in een alternatieve uitvoeringsvorm.
Gedetailleerde beschrijving van de figuren
Figuur 1 toont een rechthoekige landbouwbalenpers 1. Balenpers 1 kan voorwaarts bewogen worden over grondoppervlak 3 door middel van een tractor 5. In balenpers 1 is een plunjer 7 aangebracht die tijdens de werking heen en weer beweegt langs een lineair pad A in balenkamer 9 door middel van een krukasmechanisme 11 dat met plunjer 7 is verbonden. Krukasmechanisme 11 is verbonden om aangedreven te worden door middel van een ingaande as 13 door de motor van tractor 5. Tractor 5 is daarvoor uitgerust met een aftakvoorziening, ook aftakas genoemd. Ingaande as 13 verbindt een uitgaande as van de aftakas van tractor 5 met een ingaande as 15 van krukasmechanisme 11. Op de ingaande as van de krukasmechanisme is een vliegwiel 17 aangebracht.
De balenkamer 9 bevat een inlaatopening 19 die gevormd is in de onderwand 21 ervan. Een toevoerkoker 23 staat in verbinding met de balenkamer 9 via de inlaatopening 19 om ladingen oogstmateriaal van de toevoerkoker 23 naar de balenkamer 9 over te brengen. Toevoermiddelen 25 zijn binnen de toevoerkoker 23 werkzaam om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna deze verzamelde lading in de balenkamer 9 te drukken. De toevoerkoker 23 bevat een bovenste uiteinde 27 heeft dat over het algemeen naar boven wijst en in verbinding staat met de inlaatopening 19 in de balenkamer 9 en een onderste uiteinde 29 dat over het algemeen naar voren wijst en met een snijeenheid 31 in verbinding staat. De snijeenheid 31 is aangebracht om oogstmateriaal dat toegevoerd wordt door een opraaptoestel 33 te snijden en om het afgesneden oogstmateriaal naar de toevoerkoker 23 te transporteren.
In Figuur 2 is de toevoerkoker 23 meer in detail weergegeven. De toevoerkoker wordt gedefinieerd tussen een bovenwand 35 van de toevoerkoker en de onderwand 37 van de toevoerkoker. De bovenwand 35 van de toevoerkoker vormt een bovengrens van de toevoerkoker 23. De onderwand 37 van de toevoerkoker vormt een ondergrens van de toevoerkoker 23. In de toevoerkoker 23 zijn toevoermiddelen 25 werkzaam. De toevoermiddelen 25 bevatten een draaibare trommel 39 met stellen tanden 41, 43 erop aangebracht. Tijdens de werking wordt de trommel 39 rond rotatieas 45 gedraaid in de richting van pijl B.
De toevoermiddelen zijn geconfigureerd om de buitenste uiteinden van de tanden te doen bewegen langs een bewegingspad door de toevoerkoker 23, zodat afgesneden oogstmateriaal dat door de snijeenheid 31 getransporteerd werd naar het onderste uiteinde 29 van de toevoerkoker 23, van het onderste uiteinde 29 van de toevoerkoker 23 naar het bovenste uiteinde 27 ervan getransporteerd wordt.
De snijeenheid 31 is uitgerust met een snijmiddel in de vorm van een rotor 47 die een stel tanden 49 draagt. Een bodem 51 van de snijeenheid op een zekere afstand van de rotor 47 vormt een onderwand 51 van een transportkanaal 53 door de snijeenheid 31. Snijbladen 55 steken uit de bodem 51 van de snijeenheid door het transportkanaal 53 heen. Tijdens de werking draait de rotor 47 in de richting van pijl C rond de omwentelingsas 57. Oogstmateriaal dat toegevoerd wordt aan de snijeenheid 31 door middel van het opraaptoestel 33 in de richting van pijl D wordt getransporteerd door middel van de rotor 47 via het transportkanaal 53 langs de snijbladen zodat het oogstmateriaal wordt afgesneden. De rotor 47 brengt het afgesneden oogstmateriaal verder naar de inlaat van de toevoerkoker aan het onderste uiteinde van de toevoerkoker 23 in de richting van pijl E. Eenmaal in de toevoerkoker 23, wordt het afgesneden oogstmateriaal meegenomen door de tanden 41,43 van de toevoermiddelen om het afgesneden oogstmateriaal te transporteren vanaf het onderste uiteinde 29 van de toevoerkoker 23 naar het bovenste uiteinde 27 ervan in de richting van pijl F. In de toevoermiddelen wordt het afgesneden oogstmateriaal verzameld in het bovenste uiteinde ervan om een lading afgesneden oogstmateriaal te vormen. Na het vormen van een lading oogstmateriaal drukken de toevoermiddelen 25 de lading oogstmateriaal door de inlaat 19 van de balenkamer 9 aan het bovenste uiteinde 27 van de toevoerkoker 23 in de balenkamer 9.
De toevoerkoker 23 is uitgerust met twee deuren: een voorste deur 59 en een achterste deur 61. In Figuur 2 zijn de voorste deur 59 en de achterste deur 61 in hun gesloten positie weergegeven. De voorste deur 59 wordt gevormd door een onderste eindstuk van de onderwand 37. De voorste deur 59 strekt zich uit tussen een inlaat 63 van de toevoerkoker 23 aan het onderste uiteinde 29 ervan en de achterste deur 61. De voorste deur 59 is aan één rand 65 ervan aan de onderwand 51 van de snijeenheid 31 bevestigd. De andere rand 67 van de voorste deur 59 grenst aan een rand 69 van de achterste deur 61. Zoals getoond in Figuur 2 overlappen de aangrenzende randen 67, 69 elkaar in de gesloten positie van de deuren 59, 61.
De achterste deur 61 wordt gevormd door een centraal gedeelte van de onderwand dat zich uitstrekt tussen de voorste deur 59 en een bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37. De achterste deur 61 bevat één rand 69 die aan de voorste deur 59 grenst. Aan de tegenoverliggende rand 73 is de achterste deur scharnierend bevestigd aan het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 door middel van een scharnier 75 dat een scharnieras 77 bepaalt. Het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 is met de rand 79 ervan, tegenover de rand 73 waaraan de achterste deur 61 is bevestigd, scharnierend bevestigd aan het uiteinde 27 van de toevoerkoker 23 grenzend aan de inlaat 19 van de balenkamer 9 door middel van een scharnier 81 dat een scharnieras 83 bepaalt.
De achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand waaraan de achterste deur 61 scharnierend is bevestigd, worden in de gesloten positie gehouden door middel van een eerste grendel 85 die de achterste deur 61 vasthoudt in de buurt van zijn rand 69 die aan de voorste deur 59 grenst, en door middel van een tweede grendel 87 die het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 vasthoudt in de buurt van zijn rand 89 waaraan de achterste deur 61 scharnierend is bevestigd.
De voorste deur 59 wordt met één rand 65 ervan in de gesloten positie gehouden doordat hij bevestigd is aan de onderwand 51 van de snijeenheid 31. Aan zijn tegenoverliggend rand 67 die grenst aan de achterste deur 61, wordt de voorste deur 59 in de gesloten positie gehouden door middel van de eerste grendel 85 krachtens een getrapte overlapping tussen de rand 67 van de voorste deur 59 en de rand 69 van de achterste deur 61, waarbij de rand 69 van de achterste deur 61 onder de rand 67 van de voorste deur 59 komt te liggen en die tegenhoudt.
De eerste grendel 85 is uitgerust een hefboom 91, waarmee het mogelijk is het punt waar de eerste grendel 85 de achterste deur 61 tegenhoudt manueel te bewegen weg van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 in de richting van pijl G, zodat de achterste deur 61 weg beweegt van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 in de richting van pijl H door rond de omwentelingsas 77 te draaien. Eens de achterste deur 61 weg bewogen is van bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 door middel van de eerste grendel 85, kan het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 bewogen worden door middel van de tweede grendel 87. De tweede grendel 87 is uitgerust met een hefboom 93, waarmee het mogelijk is het punt waar de tweede grendel 87 het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 tegenhoudt manueel te bewegen weg van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 in de richting van pijl G, waardoor het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 weg beweegt van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 in de richting van pijl H door rond de omwentelingsas 83 te draaien.
De onderwand 51 van de snijeenheid 31 is scharnierend bevestigd aan een gedeelte van het frame van de balenpers door middel van een scharnier 95 dat de scharnieras 97 bepaalt, en is beweegbaar door middel van een lineaire actuator 99 in de richting van pijl I weg van de rotor 47. Door de onderwand 51 van de snijeenheid 31 te bewegen door middel van een lineaire actuator 99 in de richting van pijl I, kan de voorste deur 59 die bevestigd is aan de onderwand 51 van de snijeenheid 31 weg van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 in de richting van pijl I bewogen worden. Tijdens de normale werking van de balenpers bevinden de voorste deur 59 en achterste deur 61 zich in de weergegeven gesloten positie.
In Figuur 3 wordt getoond dat door de voorste deur 59 en de achterste deur 61 weg van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 te bewegen respectievelijk door middel van de lineaire actuator 99 en de grendels 85, 87, de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 in een gedeeltelijk geopende positie gepositioneerd worden. De grendels 85, 87 verschaffen dus middelen die geschikt zijn om de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie. De lineaire actuator 99 verschaft een passend middel om de aangrenzende voorste deur 59 selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie. In de gedeeltelijk geopende positie wordt de ondergrens, die gevormd wordt door de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37, intact gehouden, ofschoon hij weg bewogen wordt van de bovenwand van de toevoerkoker 23 ten opzichte van de ondergrens die gevormd wordt in de gesloten positie die aangegeven is door de stippellijn. In de weergegeven gedeeltelijk geopende positie wordt de ruimte in de toevoerkoker vergroot ten opzichte van de situatie die weergegeven is in Figuur 2 waarbij de voorste deur 59 en de achterste deur 61 in de gesloten positie staan. Ingeval een prop oogstmateriaal tijdens de normale werking vast komt te zitten in de toevoerkoker 23, waardoor de verdere werking wordt belet, komt door de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 in de gedeeltelijk geopende positie te bewegen, extra ruimte vrij in de toevoerkoker 23, waardoor de druk op de prop oogstmateriaal verminderd wordt en extra bewegingsruimte wordt verschaft voor de prop oogstmateriaal. Dit maakt het in veel gevallen mogelijk om de prop oogstmateriaal vrij te maken en de prop oogstmateriaal uit de toevoerkoker 23 te verwijderen tot in de balenkamer 9 in de richting van pijl J, door de werking van toevoermiddelen 25 te doen hervatten terwijl de voorste deur 59, de achterste deur en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 van de toevoerkoker 23 zich in de gedeeltelijk geopende positie bevinden. Na het verwijderen van de prop oogstmateriaal uit de toevoerkoker 23 kunnen de voorste deur 59, de achterste deur en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker 23 in de gesloten positie gepositioneerd worden respectievelijk door middel van de lineaire actuator 99 en de grendels 85, 87. Met de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker 23 in de gesloten positie gepositioneerd, kan de normale werking van de balenpers hervat worden.
Ingeval een vastzittende prop oogstmateriaal niet losgemaakt en/of verwijderd kan worden uit de toevoerkoker 23 door middel van de toevoermiddelen 25 met de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker 23 in de gedeeltelijk geopende positie, kunnen de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker 23 gepositioneerd worden in een open positie waarin ze niet langer de ondergrens van de toevoerkoker 23 vormen. Daartoe kan de achterste deur 61, te beginnen met de situatie die weergegeven is in Figuur 3, losgemaakt worden van de eerste grendel 85 en kan het bovenste eindstuk 71 losgemaakt worden van de onderwand 37 van de tweede grendel 87, zodat de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk van de onderwand 71 verder weg van de bovenwand van de toevoerkoker bewogen kunnen worden in de richting van pijl H. Bovendien kan de voorste deur 59 verder weg van de bovenwand 35 van de toevoerkoker 23 bewogen worden, door de onderwand 51 van de snijeenheid 31 verder te bewegen door middel van de lineaire actuator 99 in de richting van pijl I. Het resultaat is weergegeven in Figuur 4. In de geopende positie van de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker 23 vormen ze niet langer een doorlopende ondergrens van de toevoerkoker 23. De verder vergrote ruimte in de toevoerkoker 23 aan beide uiteinden 27, 29 ervan alsook in het centrale gedeelte 101 van de toevoerkoker 23 maakt de druk op een vastzittende prop oogstmateriaal verder vrij en verschaft extra bewegingsruimte. Een prop oogstmateriaal die vastzit in de toevoerkoker 23 kan in deze positie van de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk gedeelte 71 van de toevoerkoker op de grond gelost worden onder de toevoerkoker 23 door de opening 103 tussen de aangrenzende randen 65, 67 van de voorste deur 59 en de achterste deur 61, ofwel onder invloed van zijn eigen gewicht ofwel door aanvullende vrijmaakbewegingen, bijvoorbeeld door de aandrijflijn 13, 15, 17 van de toevoermiddelen heen en weer te bewegen of te schudden. Na het verwijderen van de prop oogstmateriaal uit de toevoerkoker 23 kunnen de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker weer in de gesloten positie gepositioneerd worden. De voorste deur 59 kan in de gesloten positie gepositioneerd worden door middel van de lineaire actuator 99. De achterste deur 61 en het bovenste gedeelte 71 van de onderwand 37 kunnen gepositioneerd worden in de gesloten positie door de eerste en tweede grendels 85, 87 te bedienen, en nadien de grendels 85, 87 te bedienen om de achterste deur 61 en het bovenste gedeelte 71 van de onderwand 37 naar de gesloten positie te bewegen. Met de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de toevoerkoker 23 in de gesloten positie gepositioneerd, kan de normale werking van de balenpers hervat worden.
In Figuur 5 wordt getoond dat het ook mogelijk is om de voorste deur 59 en de achterste deur 61 in de geopende positie te positioneren, terwijl het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 in de gesloten positie gehouden wordt door middel van de tweede grendel 87.
In Figuur 6 is getoond dat het ook mogelijk is om de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 in de geopende positie te positioneren, terwijl de voorste deur 59 in de gesloten positie wordt gehouden door middel van de lineaire actuator 99. Deze Figuur 6 toont in combinatie met Figuren 3, 4 en 5 de veelzijdigheid van de uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding die weergegeven is in de figuren. Bovendien illustreert deze Figuur 6 dat het kenmerk van de achterste deur 61 nl. de scharnierende bevestiging ervan aan het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37, waarbij het bovenste 71 beweegbaar opgesteld is ten opzichte van de bovenwand 25 van de toevoerkoker 23, ook toegepast kan worden in een alternatieve uitvoeringsvorm van de balenpers die weergegeven is in de figuren waarbij er geen beweegbare voorste deur 59 is. In een verdere alternatieve uitvoeringsvorm is de voorste deur 59 scharnierend bevestigd aan een onderste eindstuk van de onderwand 37 dat op zijn beurt vast of scharnierend bevestigd is aan de onderwand 51 van de snijeenheid 39. Zulk kenmerk van de voorste deur 59, nl. de scharnierende bevestiging ervan aan een onderste eindstuk van de onderwand 37 dat op zijn beurt vast of scharnierend bevestigd is aan de onderwand 51 van de snijeenheid 39, zou toegepast kunnen worden naast of zelfs als alternatief voor de scharnierende bevestiging van het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 aan het uiteinde 27 van de toevoerkoker 23 in de buurt van de inlaat 19 van de balenkamer 9.
In Figuur 7 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van de toevoerkoker 23 van de balenpers 1 die getoond wordt in Figuren 1 tot 6, waarbij de manueel bediende eerste en tweede grendels 85, 87 vervangen werden door een eerste en een tweede lineaire actuator 185, 187. De eerste en de tweede lineaire actuators 185, 187 vervangen de grendels als middel om de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand waaraan de achterste deur 61 scharnierend bevestigd is in de gesloten positie te houden. De lineaire actuators 185, 187 zijn geschikt om de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand waaraan de achterste deur 61 scharnierend bevestigd is, selectief te bewegen tussen de weergegeven gesloten positie en de gedeeltelijk geopende positie die weergegeven is in Figuur 3. De lineaire actuators 185, 187 en de lineaire actuator 99 zijn verbonden met een controller 105 om de lineaire actuators 99,185, 187 te bedienen. Sensormiddelen 107 zijn verschaft, die verbonden zijn met de controller 105 en geschikt zijn om een verstopping van de toevoerkoker 23 te detecteren. De controller 105 is geconfigureerd om de lineaire actuators 99, 185, 187 te bedienen zodat de voorste deur 59, de achterste deur 61 en het uiteinde 71 van de onderwand 37 naar de gedeeltelijk geopende positie die is weergegeven in Figuur 3 bewegen wanneer een verstopping van de toevoerkoker 23 gedetecteerd wordt door de sensormiddelen 107. De achterste deur 61 kan van de eerste lineaire actuator 185 losgemaakt worden en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 kan van de tweede lineaire actuator 187 losgemaakt worden, zodat de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk van de onderwand 71 bewogen kunnen worden naar de geopende positie die is weergegeven in Figuur 4. In plaats van losgemaakt te kunnen worden van de eerste lineaire actuator 185 en de tweede lineaire actuator 187 om de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 naar de geopende positie te bewegen, zijn de eerste lineaire actuator 185 en de tweede lineaire actuator 187 geconfigureerd en aangebracht om de achterste deur 61 en het bovenste eindstuk 71 van de onderwand 37 vanaf de gedeeltelijk geopende positie die is weergegeven in Figuur 3 naar de geopende positie die is weergegeven in Figuur 4, te bewegen.
Hoewel de principes van de uitvinding hierboven uiteengezet worden met verwijzing naar specifieke uitvoeringsvormen, moet worden begrepen dat deze beschrijving enkel gegeven is bij wijze van voorbeeld en niet als beperking voor de reikwijdte van bescherming, die bepaald wordt door de bijgevoegde conclusies.

Claims (15)

  1. Conclusies
    1. Landbouwbalenpers (1), bestaande uit: - een balenkamer (9) met een inlaatopening (19) erin gevormd; - een toevoerkoker (23) die in verbinding staat met de balenkamer via de inlaatopening voor ladingen oogstmateriaal die van de toevoerkoker naar de balenkamer overgebracht moeten worden; - een plunjer (7) die heen en weer beweegbaar is binnen de balenkamer om opeenvolgende ladingen oogstmateriaal die ontvangen werden vanuit de toevoerkoker samen te drukken om een baal te vormen; en - toevoermiddelen (25) die binnen de toevoerkoker werkzaam zijn om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna dit verzamelde materiaal in de balenkamer te drukken; - waarbij de toevoerkoker (27) een bovenste uiteinde 29 bevat dat over het algemeen opwaarts gericht is en in verbinding staat met de inlaatopening 19 in de balenkamer 9 en een onderste uiteinde 29 dat over het algemeen voorwaarts gericht is; en - waarbij de toevoerkoker een bovenwand (35) en een onderwand (37) heeft die zich uitstrekken tussen het onderste uiteinde en het bovenste uiteinde van de toevoerkoker waarbij de bovenwand een bovengrens vormt van de toevoerkoker en de onderwand een ondergrens van de toevoerkoker, gekenmerkt doordat: - er een opening is in de onderwand van de toevoerkoker en minstens één deur (61) scharnierend bevestigd aan een rand van de opening, waarbij de rand de rand is van een eindstuk (71) van de onderwand van de toevoerkoker; en - het eindstuk van de onderwand waarop de deur scharnierend bevestigd is, beweegbaar aangebracht is t.o.v. de bovenwand van de toevoerkoker.
  2. 2. Balenpers volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het eindstuk (71) van de onderwand (37) waaraan de deur (61) scharnierend bevestigd is beweegbaar is door scharnierbaar te zijn aan een rand (79) tegenover de rand (89) waaraan de deur scharnierend bevestigd is, waarbij het eindstuk van de onderwand bij voorkeur scharnierbaar is door scharnierend bevestigd te zijn aan of in de buurt van het uiteinde (27) van de toevoerkoker (23).
  3. 3. Balenpers volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de deur (61) en het eindstuk (71) van de onderwand (37) waaraan de deur bevestigd is, beweegbaar zijn tussen een gesloten positie en een geopende positie waarbij in de gesloten positie de deur en het eindstuk van de onderwand een ondergrens vormen van de toevoerkoker (23) en in de open positie de deur en het eindstuk van de onderwand weg van de bovenwand (35) van de toevoerkoker gepositioneerd zijn en daarbij niet langer een ondergrens van de toevoerkoker vormen.
  4. 4. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 3, gekenmerkt doordat de balenpers is uitgerust met middelen (85, 87; 185, 187) die geschikt zijn om de deur (61) en het eindstuk (7) van de onderwand selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie, waarin de deur en het eindstuk van de onderwand in de gesloten positie een ondergrens van de toevoerkoker (23) vormen en de deur en het eindstuk van de onderwand waaraan de deur is bevestigd in de gedeeltelijk geopende positie gepositioneerd zijn, weg van de bovenwand (35) van de toevoerkoker, meer bepaald over een relatief kleine afstand, waarbij de ondergrens intact wordt gelaten.
  5. 5. Balenpers volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat de middelen (85, 87; 185, 187) die geschikt zijn om de deur (61) en het eindstuk (71) van de onderwand (37) selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie, losmaakbaar zijn om de deur en het uiteinde van de onderwand in de geopende positie te kunnen positioneren.
  6. 6. Balenpers volgens conclusie 4 of 5, gekenmerkt doordat de middelen (85, 87; 185, 187) geschikt zijn om de deur (61) en het eindstuk (71) van de onderwand (37) selectief te bewegen tussen de gesloten positie, de gedeeltelijk geopende positie en de geopende positie.
  7. 7. Balenpers volgens conclusie 4, 5of 6, gekenmerkt doordat de middelen (85, 87) die geschikt zijn om de deur (61) het eindstuk van de onderwand (37) selectief tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie te bewegen, met de hand bediend kunnen worden, en bij voorkeur een manueel bedienbare grendel bevatten.
  8. 8. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 4 tot 7, gekenmerkt doordat de middelen (185, 187) die geschikt zijn om de deur (61) en het eindstuk (71) van de onderwand (37) selectief tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie te bewegen, een actuator bevatten, bij voorkeur een lineaire actuator.
  9. 9. Balenpers volgens conclusie 8, waarbij de middelen(185, 187) die geschikt zijn om de deur (61) en het eindstuk (71) van de onderwand (37) tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie te bewegen, een controller (105) bevatten die verbonden is met de actuator (185, 187) om de actuator te regelen, gekenmerkt doordat bij voorkeur sensormiddelen (107) verschaft worden die verbonden zijn met de controller en die geschikt zijn om een verstopping van de toevoerkoker te detecteren, en de controller geconfigureerd is om de actuator te regelen zodat de deur en het eindstuk van de onderwand bewogen worden naar de gedeeltelijk geopende positie wanneer een verstopping van de toevoerkoker gedetecteerd wordt door de sensormiddelen.
  10. 10. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 4 tot 9, waarbij de middelen (85, 87; 185, 187) geschikt zijn om de deur (61) en het eindstuk (71) van de onderwand (37) selectief te bewegen tussen een gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie, werken die middelen op minstens één van de twee elementen in: de deur en het eindstuk van de onderwand, gekenmerkt doordat bij voorkeur de middelen inwerken zowel op de deur als op het uiteinde van de onderwand en doordat meer bij voorkeur de middelen geschikt zijn om de deur en het eindstuk van de onderwand onafhankelijk van elkaar te bewegen.
  11. 11. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 10, waarbij in de buurt van de rand (69) van de deur (61) tegenover de rand (73) die scharnierend bevestigd is aan het eindstuk (71) van de onderwand (37), zich de rand (67) van een aangrenzend deel van de onderwand (37) bevindt, gekenmerkt doordat de aangrenzende rand van het aangrenzende deel van de onderwand beweegbaar is ten opzichte van de bovenwand (35) van de toevoerkoker (23) om zo een aangrenzende deur (59) te vormen die beweegbaar is tussen een geopende positie en een gesloten positie, en die, wanneer hij geopend is, een opening in de onderwand verschaft, en waarbij, bij voorkeur, wanneer de deur en de aangrenzende deur zich in de gesloten positie bevinden, de deuren met hun aangrenzende randen elkaar overlappen.
  12. 12. Balenpers volgens conclusie 11, waarbij de balenpers uitgerust is met middelen (99) die geschikt zijn om de aangrenzende deur (59) tussen de gesloten positie en een gedeeltelijk geopende positie te bewegen, waarin in de gesloten positie de aangrenzende deur een ondergrens van de toevoerkoker (23) vormt en in de gedeeltelijk geopende positie de aangrenzende deur weg van de bovenwand (35) van de toevoerkoker gepositioneerd is, meer bepaald over een relatief kleine afstand, en daarbij de ondergrens die gevormd wordt door de aangrenzende deur intact laat, en waarbij, met de deur (61) en de aangrenzende deur (59) in hun respectieve gedeeltelijk geopende posities, de aangrenzende randen (67, 69) van de deur en de aangrenzende deur in wezen op dezelfde afstand liggen van de bovenwand (35) van de toevoerkoker, gekenmerkt doordat, bij voorkeur, met de deur en de aangrenzende deur in de gedeeltelijk geopende positie, de deuren elkaar met hun aangrenzende randen overlappen.
  13. 13. Balenpers volgens conclusie 11 of 12, waarbij de aangrenzende deur (59) aan zijn tegenoverliggende rand scharnierend bevestigd is aan een eindstuk van de onderwand van de toevoerkoker aan het andere uiteinde van de toevoerkoker, gekenmerkt doordat het eindstuk waaraan de aangrenzende deur scharnierend bevestigd is beweegbaar aangebracht is ten opzichte van de bovenwand, meer bepaald in een richting weg van de bovenwand.
  14. 14. Balenpers volgens conclusie 11 of 12, gekenmerkt doordat de aangrenzende deur (59) gevormd wordt door een eindstuk van de onderwand (37), en zich bij voorkeur uitstrekt naar het onderste uiteinde (29) van de toevoerkoker (23).
  15. 15. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 14, gekenmerkt doordat ten minste een deur (61) scharnierend bevestigd is aan een bovenste eindstuk (71) van de onderwand (37) aan het bovenste uiteinde (27) van de toevoerkoker (23), waarbij het bovenste uiteinde beweegbaar aangebracht is ten opzichte van de bovenwand (35).
BE2015/5674A 2015-10-20 2015-10-20 Landbouwbalenpers BE1023268B1 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5674A BE1023268B1 (nl) 2015-10-20 2015-10-20 Landbouwbalenpers
US15/770,028 US10485182B2 (en) 2015-10-20 2016-10-20 Agriculture baler
PCT/EP2016/075261 WO2017068060A1 (en) 2015-10-20 2016-10-20 Agricultural baler
BR112018006779-2A BR112018006779B1 (pt) 2015-10-20 2016-10-20 Enfardador agrícola
CA2989762A CA2989762C (en) 2015-10-20 2016-10-20 Agricultural baler
CN201680044573.1A CN107920470B (zh) 2015-10-20 2016-10-20 农用压捆机
EP16784211.1A EP3364743B1 (en) 2015-10-20 2016-10-20 Agricultural baler

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5674A BE1023268B1 (nl) 2015-10-20 2015-10-20 Landbouwbalenpers

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1023268B1 true BE1023268B1 (nl) 2017-01-17

Family

ID=55272176

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5674A BE1023268B1 (nl) 2015-10-20 2015-10-20 Landbouwbalenpers

Country Status (7)

Country Link
US (1) US10485182B2 (nl)
EP (1) EP3364743B1 (nl)
CN (1) CN107920470B (nl)
BE (1) BE1023268B1 (nl)
BR (1) BR112018006779B1 (nl)
CA (1) CA2989762C (nl)
WO (1) WO2017068060A1 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2018109140A1 (en) * 2016-12-14 2018-06-21 Mchale Engineering A conveying device and a method for conveying material through a conveying channel
BE1026145B1 (nl) * 2018-03-29 2019-10-28 Cnh Industrial Belgium Nv Landbouwbalenpers
US11013186B2 (en) * 2018-09-11 2021-05-25 Deere & Company Baler with adjustable pre-compression chamber
US11013185B2 (en) * 2018-09-11 2021-05-25 Deere & Company Baler with adjustable pre-compression chamber
EP3662742B1 (en) 2018-12-03 2023-02-08 CNH Industrial Belgium NV An agricultural baler
EP3695705B1 (en) * 2019-02-14 2022-11-16 Deere & Company Harvesting machine with crop throughput sensing system
DE102020002580B4 (de) * 2020-04-29 2024-01-25 Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH & Co. KG Förder- und Sammelvorrichtung mit einer antreibbaren Förder- und Sammeleinheit und landwirtschaftliche Erntegutpresse mit der Förder- und Sammelvorrichtung
US11382277B2 (en) * 2020-06-30 2022-07-12 Deere & Company Large square baler with pre-compression chamber having removeable access panel
DE102020127544B4 (de) * 2020-10-20 2022-05-19 Bernd Knospe Landwirtschaftliche Maschine mit einer Fördervorrichtung
US12035659B2 (en) 2021-06-23 2024-07-16 Cnh Industrial America Llc Agricultural implement system with a controller for detecting and mitigating plug conditions

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4275550A (en) * 1979-10-15 1981-06-30 Hesston Corporation Crop baler
US4862684A (en) * 1988-01-21 1989-09-05 Ford New Holland, Inc. Variable feeder duct for balers
EP0339733A1 (en) * 1988-04-28 1989-11-02 New Holland Belgium N.V. Agricultural baler
US4962632A (en) * 1988-04-28 1990-10-16 Ford New Holland, Inc. Agricultural baler with movable feeder floor

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4034543A (en) * 1976-04-09 1977-07-12 Hesston Corporation Crop density sensing mechanism for baler loading apparatus
DE19855632C1 (de) * 1998-12-02 2000-03-16 Sacht Hans Otto Presse zur Herstellung von im wesentlichen quaderförmigen Preßballen aus landwirtschaftlichem Erntegut
DE19928521A1 (de) * 1999-06-22 2001-01-04 Lely Welger Maschinenfabrik Gm Zuführkanal für ein Erntefahrzeug, insbesondere für eine landwirtschaftliche Aufsammelballenpresse
BE1018690A3 (nl) * 2009-03-17 2011-06-07 Cnh Belgium Nv Een rechthoekige balenpers.
BE1020297A3 (nl) * 2011-11-17 2013-07-02 Cnh Belgium Nv Verstelbaar toevoerkanaal in een balenpers.
US20130167498A1 (en) * 2011-12-28 2013-07-04 Agco Corporation Agricultural implement having knife load responsive infeed cutter
CN204090592U (zh) * 2014-08-29 2015-01-14 牡丹江市万通微孔技术开发有限责任公司 料仓安全开启装置
BE1023244B1 (nl) * 2015-10-20 2017-01-06 Cnh Industrial Belgium Nv Landbouwbalenpers en werkwijze voor het voorkomen en verwijderen van een verstopping in de toevoerkoker van een landbouwbalenpers

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4275550A (en) * 1979-10-15 1981-06-30 Hesston Corporation Crop baler
US4862684A (en) * 1988-01-21 1989-09-05 Ford New Holland, Inc. Variable feeder duct for balers
EP0339733A1 (en) * 1988-04-28 1989-11-02 New Holland Belgium N.V. Agricultural baler
US4962632A (en) * 1988-04-28 1990-10-16 Ford New Holland, Inc. Agricultural baler with movable feeder floor

Also Published As

Publication number Publication date
CN107920470B (zh) 2021-07-20
BR112018006779B1 (pt) 2022-01-04
US20180317395A1 (en) 2018-11-08
EP3364743A1 (en) 2018-08-29
CA2989762C (en) 2020-04-21
US10485182B2 (en) 2019-11-26
EP3364743B1 (en) 2019-12-11
WO2017068060A1 (en) 2017-04-27
CA2989762A1 (en) 2017-04-27
CN107920470A (zh) 2018-04-17
BR112018006779A2 (pt) 2018-10-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1023268B1 (nl) Landbouwbalenpers
BE1023242B1 (nl) Landbouwbalenpers
BE1023244B1 (nl) Landbouwbalenpers en werkwijze voor het voorkomen en verwijderen van een verstopping in de toevoerkoker van een landbouwbalenpers
US9526214B2 (en) Drop floor assembly with front and rear linkage mechanism
BE1023153B1 (nl) Balenpers en werkwijze voor het verwijderen van een prop oogstmateriaal die vastzit in de invoerkoker van een balenpers
US7805914B2 (en) Hydraulic bale kicker with optional weighing device
US9549506B2 (en) Harvester with rear active bottom floor
US9918433B2 (en) Continuous harvester and mobile wrapping systems and methods of using the same
EP0974258B1 (en) Bale discharge means for a rectangular baler
US9603308B2 (en) Continuous round baler with variable conveyor
BE1020303A3 (nl) Gecombineerde pakker-en stouwermiddelen.
US9572299B2 (en) Bale discharge
BE1023141B1 (nl) Knopenleggersysteem voor landbouwbalenpers
BE1026145B1 (nl) Landbouwbalenpers
EP3305059B1 (en) Plunger slot cleaner for an agricultural baler
EP3590324A1 (en) Loader wagon and method for unloading a loader wagon
US2787949A (en) Hay pushing attachment for balers
JP2003125643A (ja) ロールベーラにおける搬送装置