BE1022697B1 - Opzetstuk voor een schroefmachine - Google Patents

Abstract

Opzetstuk voor een schroefmachine (3), daardoor gekenmerkt dat het opzetstuk (1) een magazijn (5) omvat voor het stockeren van meerdere gereedschappen (6) met middelen (10) voor het aanbrengen van gereedschappen (6), welke middelen (10) verplaatsbaar aan het magazijn (5) zijn bevestigd, zodat de gereedschappen (6) verplaatsbaar zijn tussen een opslagpositie waarbij de gereedschappen (6) zich in het magazijn (5) bevinden en een gebruikspositie waarbij ze door de schroefmachine (3) bediend of aangedreven kunnen worden.

Description

Opzetstuk voor een schroefmachine.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een opzetstuk voor een schroefmachine.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor schroefmachines die gebruikt worden door vakmannen of doe-het-zelvers om te boren, schroeven en dergelijke.

Het is bekend dat in de boorkop van dergelijke schroefmachine verschillende gereedschappen, zoals bits, dopsleutels en/of boren aangebracht kunnen worden om deze te kunnen bedienen met de schroefmachine.

Met één enkele schroefmachine kunnen verschillende types en afmetingen van dergelijke gereedschappen bediend worden, zodat de schroefmachine gebruikt kan worden om verschillende soorten schroeven, moeren en bouten los of vast te schroeven en om in verschillende materialen te boren.

Een nadeel is dat telkens wanneer de gebruiker een andere taak gaat uitvoeren, de betreffende bit, dopsleutel of boor vervangen moet worden door een andere bit, dopsleutel of boor te selecteren uit een gereedschapskof fer, doos of dergelij ke.

Het nemen van het geschikte gereedschap uit de gereedschapskoffer neemt extra tijd in beslag, omdat de gebruiker zich naar de gereedschapskoffer moet begeven die zich niet altijd in de buurt bevindt, bijvoorbeeld wanneer de gebruiker zich op een ladder bevindt om aan een plafond te werken.

De gebruiker zal het juiste gereedschap moet zoeken uit de hele voorraad beschikbare gereedschappen. Door de grote hoeveelheid gereedschappen die niet altijd mooi gesorteerd en geordend zijn opgeborgen, is dit vaak een lastige klus.

Bovendien moet dit met de nodige aandacht gebeuren, aangezien de verschillende maten van één type van gereedschap zeer gelijkend zijn, waardoor de gebruiker vaak moet vaststellen dat hij de verkeerde maat heeft uitgekozen.

Het is dan ook duidelijk dat het wisselen van een gereedschap in de schroefmachine een tijdrovende, en soms frustrerende bezigheid is.

Doordat het wisselen van een gereedschap tijdens het uitvoeren van de werken in de meeste gevallen veelvuldig dient te gebeuren, kan dit negatieve gevolgen hebben op de voortgang van de werken.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

De huidige uitvinding heeft een opzetstuk voor een schroefmachine als voorwerp waarbij het opzetstuk een magazijn omvat voor het stockeren van meerdere gereedschappen met middelen voor het aanbrengen van gereedschappen, welke middelen verplaatsbaar aan het magazijn zijn bevestigd, zodat de gereedschappen verplaatsbaar zijn tussen een opslagpositie waarbij de gereedschappen zich in het magazijn bevinden en een gebruikspositie waarbij ze door de schroefmachine bediend of aangedreven kunnen worden.

Een voordeel is dat in het magazijn de nodige gereedschappen kunnen worden opgeslagen, zodat de gebruiker van de schroefmachine deze te allen tijde bij zich heeft tijdens het uitvoeren van de werken.

Door het eenvoudigweg terugplaatsen van het gebruikte gereedschap in het magazijn en een ander gereedschap te kiezen en naar de gebruikspositie te brengen, kan gewisseld worden zonder dat de gebruiker zijn werkplek moet verlaten.

Bovendien zitten alle gereedschappen op een vaste positie in het magazijn zodat de gebruiker het juiste gereedschap gemakkelijk kan selecteren.

Een ander voordeel is doordat de voornoemde middelen een verplaatsing van de gereedschappen toelaten tussen de opslagpositie en de gebruikspositie, de middelen het geselecteerde gereedschap als het ware automatisch naar de juiste positie in de boorkop zullen geleiden, zodat het wisselen snel kan verlopen.

Een bijkomend voordeel is dat gereedschappen tijdens gebruik te allen tijde bevestigd blijven aan de voornoemde middelen en dus het opzetstuk, zodat er geen gereedschappen kunnen verloren geraken of onbedoeld op de grond kunnen vallen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de voornoemde middelen verplaatsbaar aan het magazijn bevestigd door middel van een scharniermechanisme met minstens één scharnierarm die verschuifbaar en scharnierbaar aan het magazijn is bevestigd en dat toelaat om het gereedschap dat met deze middelen aan het magazijn is aangebracht te verplaatsen tussen de opslagpositie en de gebruikspositie.

Dergelijk scharniermechanisme zal toelaten om het opzetstuk compact uit te voeren, waarbij de gereedschappen op een compacte manier in het magazijn kunnen worden opgeslagen.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding kunnen verschillende maten, types en/of soorten van gereedschappen aangebracht worden aan of in de voornoemde middelen.

Volgens een ander voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding zijn de voornoemde middelen en/of de gereedschappen die ze bevatten verwisselbaar.

Deze twee eigenschappen hebben als voordeel dat bij beschadiging of slijtage de gereedschappen en/of middelen te vervangen zijn, maar ook dat het opzetstuk volledig aan de wensen van de gebruiker en het uit te voeren werk kan worden aangepast doordat de geschikte middelen en/of gereedschappen kunnen worden aangebracht.

Met andere woorden: voor elke klus kan de gebruiker de gewenste gereedschappen selecteren, waarbij een maximale keuzevrijheid bekomen kan worden.

Bij voorkeur is het magazijn voorzien van een verdraaibaar scherm dat zich rond het magazijn uitstrekt en dat de voornoemde middelen en/of gereedschappen minstens gedeeltelijk zal afschermen, waarbij het scherm voorzien is van een uitsparing die zal toelaten om een gereedschap vanuit de opslagpositie naar de gebruikspositie te brengen.

Een voordeel is dat het scherm de gereedschappen kan beschermen en ervoor kan zorgen dat ze in hun opslagpositie blijven tijdens gebruik van de schroefmachine.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een opzetstuk voor een schroefmachine volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een opzetstuk voor een schroefmachine volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een zijaanzicht volgens de pijl F2 van figuur 1 weergeeft; figuur 3 een detail weergeeft van het gedeelte dat in figuur 2 door F3 is aangeduid; figuren 4 en 5 een detail weergeven van het scharniermechanisme; figuur 6 het opzetstuk uit figuur 1 weergeeft, doch in een andere stand en met gedeeltelijke wegsnijding.

In figuren 1 tot 3 is schematisch een opzetstuk 1 volgens de uitvinding weergegeven.

Dit opzetstuk 1 is bedoeld om aangebracht te worden aan de boorkop 2 van een schroefmachine 3, waar normaal gezien bijvoorbeeld een boor wordt aangebracht. Hiertoe is het opzetstuk 1 voorzien van koppelmiddelen 4, die gedeeltelijk zichtbaar zijn op figuren 2 en 3 en die aangebracht kunnen worden in de boorkop 3.

Het opzetstuk 1 omvat een magazijn 5 waarin een aantal gereedschappen 6 gestockeerd kunnen worden.

In dit geval zijn er acht posities voor acht gereedschappen 6. Het is ook mogelijk dat er bijvoorbeeld zes, tien of twaalf gereedschappen 6 kunnen worden gestockeerd in het magazijn 5.

Wanneer de gereedschappen 6 zich in het magazijn 5 bevinden, bevinden ze zich in een zogenaamde opslagpositie, waarbij ze niet gebruikt worden.

De voornoemde gereedschappen 6 kunnen bijvoorbeeld bits 7 zijn, of dopsleutels 8 of boren 9, waarbij elke combinatie mogelijk is.

De gereedschappen 6 worden in een cirkel rond een centrale as X-X' van het opzetstuk in het magazijn gestockeerd in hun opslagpositie.

Zoals te zien is in de figuren vormt de centrale as X~X' een verlenging van de aandrijfas Y-Y' van de schroefmachine 3.

Het opzetstuk 1 is voorzien van middelen 10 voor het aanbrengen van deze gereedschappen.

Deze middelen 10 omvatten voor elk gereedschap 6 een klem 11.

Met behulp van deze klem 11 kan een boor 9 ingeklemd worden. Dit kan een steenboor, houtboor of metaalboor zijn. Het is duidelijk dat verschillende soorten, maten en/of types van boren 9 kunnen worden ingeklemd.

Hiertoe is bijvoorbeeld een standaard boor 9 voorzien van een klemoppervlak 12.

Naast een klem 11 kunnen deze middelen ook een bilhouder 13 of een dopsleutelhouder 14 omvatten, welke ingeklemd worden met de klem 11.

De bithouder 13 of dopsleutelhouder 15 is in dit geval een standaard bithouder 13 of dopsleutelhouder 15 die voorzien is van een klemoppervlak 12 voor inklemming door de klem 11. ïn deze bithouder 13 of dopsleutelhouder 14 wordt dan het eigenlijke gereedschap 6 aangebracht, zijnde in dit geval een bit 7, respectievelijk een dopsleutel 8.

Het is duidelijk dat in een bithouder 13 of dopsleutelhouder 14 verschillende types, maten en/of soorten van bit 7 of dopsleutels 8 aangebracht kunnen worden.

De middelen 10 die voorzien zijn, kunnen met andere woorden een mix zijn van de volgende opties: - klem 11; - klem 11 met bithouder 13; - klem 11 met dopsleutelhouder 14.

De klem 11 wordt gevormd door een open ring, die aan de twee uiteinden voorzien is van twee lippen die met elkaar verbonden kunnen worden door een bout 15 of schroef om zo een boor 9 of bit- of dopsleutelhouder 13, 14 vast te kunnen klemmen in de ring.

Door een dergelijke klem 11 te gebruiken kunnen de voornoemde middelen 10 en/of de gereedschappen 6 die ze bevatten, verwisseld worden al naar gelang de wensen van de gebrulker.

Het is duidelijk dat ook andere types van klemmen 11 toegepast kunnen worden, waarbij dit ook bereikt kan worden.

De voornoemde middelen 10 zijn verplaatsbaar aan het magazijn 5 bevestigd door middel van een scharniermechanisme 16, dat in dit geval uit een scharnierarm 17 bestaat die verschuifbaar en scharnierbaar aan het magazijn 5 is bevestigd.

In dit geval is de scharnierarm 17 met één uiteinde 18 verschuifbaar en scharnierbaar aangebracht in een daartoe voorziene groef 19 van het magazijn 5, waarbij de voornoemde middelen 10, in dit geval de klem 11, scharnierbaar zijn bevestigd aan het andere uiteinde 20 van de scharnierarm 17.

Voor elk van de voornoemde middelen 10 is een scharnierarm 17 voorzien en voor elke scharnierarm 17 is een groef 19 in het magazijn 5 voorzien.

De verbinding tussen de scharnierarm 17 en de voornoemde klem 11 wordt gerealiseerd met behulp van de bout 15 of schroef.

Door middel van het scharniermechanisme 16, kan het gereedschap 6 vanaf de opslagpositie naar een gebruikspositie gebracht worden.

In figuren 1 tot 3 is één gereedschap 6 in de gebruikspositie weergegeven en zoals te zien is in deze figuren, bevindt het gereedschap 6 in de gebruikspositie zich niet in het magazijn 5, maar ter plaatse van de centrale as X-Xr die een verlenging vormt van de aandrijfas Y-Y' van de schroefmachine 3. Het andere woorden: de centrale as X-X' definieert een gebruikspositie waar het gereedschap 6 wordt in geplaatst.

In deze gebruikspositie zal het gereedschap 6 bediend kunnen worden met de schroefmachine 3.

Bij de verplaatsing van het gereedschap 6 van de opslagpositie naar de gebruikspositie zal de scharnierarm 17 over ongeveer 180° kantelen ten opzichte van het magazijn 5.

Hierbij zal het uiteinde 18 verschuiven in de groef 19, tevens zullen de middelen 10 kantelen ten opzichte van het uiteinde 20 van de scharnierarm 17.

Door de werking van het scharniermechanisme 16 zal het opzetstuk 1 compact uitgevoerd kunnen worden.

Doordat het gereedschap 6 een kanteling uitvoert van 180° om van de gebruikspositie naar de opslagpositie te gaan en vice versa, zal het gereedschap 6 in de opslagpositie weggericht zijn van de voorzijde van de schroefmachine 3. Hierdoor kunnen de scherpe kanten van de gereedschappen 6, zoals bijvoorbeeld de boorpunten of de bits 7, geen beschadigingen aanbrengen tijdens het gebruik van de schroefmachine 3.

In figuren 4 en 5 is in meer detail het scharniermechanisme 16 weergegeven in verschillende posities tussen de opslagpositie en de gebruikspositie van het gereedschap 6.

Op deze figuren is duidelijk zichtbaar hoe de scharnierarm 17 kan verschuiven en scharnieren ten opzichte van de groef 19 en de klem 11 kan kantelen ten opzichte van het uiteinde 20 van de scharnierarm 17.

Het opzetstuk 1 is in dit voorbeeld voorzien van een verdraaibaar scherm 21, waarbij dit verdraaibaar scherm 21 zich rond het magazijn 5 uitstrekt.

Het scherm 21 zal de gereedschappen 6 in hun opslagpositie minstens gedeeltelijk afschermen, zodat ze beschermd zijn tegen mogelijke beschadigingen of zodat de gebruiker zich niet aan de scherpe kanten van de gereedschappen 6 kan kwetsen.

Ook zal het scherm 21 ervoor zorgen dat de gereedschappen 6 op hun plaats in de opslagpositie blijven.

Dit scherm 21 is voorzien van een uitsparing 22, die zal toelaten om het gereedschap 6 dat zich ter plaatse van deze uitsparing 22 bevindt van de opslagpositie naar de gebruikspositie te brengen.

In dit geval, doch niet noodzakelijk, is het scherm voorzien van anti-slip groeven 23. Deze anti-slip groeven 23 zullen toelaten om het scherm 21 te kunnen verdraaien.

Bovendien zal de gebruiker tijdens het gebruik van de schroefmachine 3 met één hand de schroefmachine 3 kunnen steunen of vasthouden ter plaatse van het scherm 21 om zo de schroefmachine 3 extra stabiliteit te geven.

De anti-slip groeven 23 zullen ervoor zorgen dat de gebruiker een stevige grip heeft op het scherm 21.

Het opzetstuk 1 is in dit voorbeeld voorzien van een steun 24 die bedoeld is om rond de schroefmachine 3 aan te brengen.

In dit geval, doch niet noodzakelijk, bestaat de steun 24 uit een ring 25 die door middel van twee pennen 26 aan het opzetstuk is bevestigd.

De ring 25 is bedoeld om over de boorkop 2 van de schroefmachine 3 aan te brengen, zoals te zien is in figuur 1.

De steun 24 zal ervoor zorgen dat de krachten die worden uitgeoefend op het opzetstuk 1 tijdens het gebruik opgevangen worden.

De werking van het opzetstuk 1 is zeer eenvoudig en als volgt.

De gebruiker kan op voorhand in de klemmen 11 de acht gewenste boren 9 en/of houders 13, 14 aanbrengen.

In de houders 13, 14 kunnen de gewenste bits 7 of dopsleutels 8 aangebracht worden.

Door het scherm 21 te draaien en de uitsparing 22 achtereenvolgens ter plaatse van elk van de gereedschappen 6 te brengen, kunnen ze allemaal in het magazijn 5 gebracht worden,

Wanneer de acht gekozen of gewenste gereedschappen 6 zijn aangebracht, kan de gebruiker beginnen aan de uit te voeren werken of de uit de voeren klus.

De gebruiker zal het opzetstuk 1 op de boorkop 2 monteren met behulp van de koppelmiddelen 4.

Vervolgens draait de gebruiker het scherm 21 totdat de uitsparing 22 zich bevindt ter plaatse van het eerste gereedschap 6 dat de gebruiker nodig heeft.

De gebruiker kan dan dit gereedschap 6 vanuit de opslagpositie in het magazijn 5 naar de gebruikspositie brengen.

Door het gereedschap 6 vast te klikken in het opzetstuk 1 ter plaatse van de centrale as X-X', komt het in de gebruikspositie.

De gebruiker kan de schroefmachine 3 dan bedienen en het gereedschap 6 gebruiken.

Wanneer de gebruiker een ander gereedschap 6 uit het magazijn 5 wenst te gebruiken, zal hij het gereedschap 6 dat zich momenteel in de gebruikspositie bevindt, naar het magazijn 5 brengen.

Vervolgens kan het scherm 21 verdraaid worden totdat de uitsparing 22 zich ter plaatse van het andere gereedschap 6 bevindt, waarna dit andere gereedschap 6 vanuit het magazijn 5 naar de gebruikspositie gebracht kan worden.

In figuur 6 is het opzetstuk 1 weergegeven, waarbij in dit geval het voornoemde scherm 21 is weggelaten.

Zoals te zien is in deze figuur, zijn in het magazijn 5 klemmiddelen 27 voorzien om de gereedschappen 6 in de opslagpositie te kunnen vastklemmen.

In dit geval is voor elk gereedschap 6 afzonderlijk een spanring 27 voorzien die rond het gereedschap 6 of de middelen 10 zal klemmen.

In het weergegeven voorbeeld zal de spanring 27 rond een boor 9, bithouder 13 of dopsleutelhouder 14 in de opslagpositie klemmen.

Op deze manier blijven de gereedschappen 6 in het magazijn 5 geklemd. Het verdraaibaar scherm 21 zou in dit geval achterwege gelaten kunnen worden.

Het is duidelijk dat de in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm slechts één mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding betreft. Immers, de gebruiker heeft een volledige keuzevrijheid wat betreft de middelen 10 en de gereedschappen 6. Bijvoorbeeld: ~ 4 boren 9 zijnde twee steenboren, één houtboor en één ijzerboor, drie bithouders 13 met vrije keuze van bits 7 en één dopsleutelhouder 14 met een vrije keuze van dopsleutel 8; of - acht verschillende maten van steenboren 9; of - vijf bithouders 13 en drie houtboren 9.

Zo kan de gebruiker voor elke klus de geschikte gereedschappen 6 in het magazijn 5 aanbrengen.

In de weergegeven voorbeelden wordt het opzetstuk 1 op de boorkop 2 aangebracht. Dit heeft als voordeel dat het opzetstuk universeel toepasbaar is onafhankelijk van het type schroefmachine 3.

Doch, het is niet uitgesloten dat het opzetstuk 1 over de boorkop 2 wordt aangebracht en eventueel voorbij de boorkop 2 op de schroefmachine 3 wordt vastgemaakt, waarbij het opzetstuk 1 voorzien is van een doorgang voor de boorkop 2 en waarbij de gereedschappen 6 in de gebruikspositie rechtstreeks in de boorkop 2 van de schroefmachine 3 worden ingebracht.

Hierbij kan het opzetstuk 1 voorzien zijn van middelen die toelaten om het opzetstuk 1 op de schroefmachine 3 in te klemmen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een opzetstuk voor een schroefmachine volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (12)

1. Conclusies . 1. “ Opzetstuk voor een schroefmachine (3), daardoor gekenmerkt dat het opzetstuk (1} een magazijn (5) omvat voor het stockeren van meerdere gereedschappen (6) met middelen (10) voor het aanbrengen van gereedschappen (6), welke middelen (10) verplaatsbaar aan het magazijn (5) zijn bevestigd, zodat de gereedschappen (6) verplaatsbaar zijn tussen een opslagpositie waarbij de gereedschappen (6) zich in het magazijn (5) bevinden en een gebruikspositie waarbij ze door de schroefmachine (3) bediend of aangedreven kunnen worden.
2. 2. - Opzetstuk volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (10) minstens één klem (11) en/of minstens één bithouder (13) en/of minstens één dopsleutelhouder (14) omvatten.
3. 3. - Opzetstuk volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (10) verplaatsbaar aan het magazijn (5) zijn bevestigd door middel van een scharniermechanisme (16) met minstens één scharnierarm (17) die verschuifbaar en scharnierbaar aan het magazijn (5) is bevestigd en dat toelaat om het gereedschap (6) dat met deze middelen (10) aan het magazijn (5) is aangebracht te verplaatsen tussen de opslagpositie en de gebruikspositie.
4. 4. - Opzetstuk volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de scharnierarm (17) met één uiteinde (18) verschuifbaar en scharnierbaar is aangebracht in een daartoe voorziene groef (19) van het magazijn (5) en dat de voornoemde middelen (10) scharnierbaar zijn bevestigd aan het andere uiteinde (20) van de scharnierarm (17).
5. 5. - Opzetstuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de gereedschappen (6) in een cirkel rond een centrale as (X-X' } van het opzetstuk (1) in het magazijn (5) gestockeerd kunnen worden, welke centrale as (X-X') een verlenging vormt van de aandrijfas (Y-Y') van de schroefmachine (3).
6. 6. - Opzetstuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat verschillende maten, types en/of soorten van gereedschappen (6) aangebracht kunnen worden aan of in de voornoemde middelen (10).
7. 7. - Opzetstuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in het magazijn (5) zes, acht, tien of twaalf gereedschappen (6) kunnen worden gestockeerd.
8. 8. - Opzetstuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (10) en/of de gereedschappen (6) die ze bevatten verwisselbaar zijn. 9. ~ Opzetstuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het magazijn (5) voorzien is van een verdraaibaar scherm (21) dat zich rond het magazijn (5) uitstrekt en dat de voornoemde middelen (10) en/of gereedschappen (6) minstens gedeeltelijk zal afschermen, waarbij het scherm (21) voorzien is van een uitsparing (22) die zal toelaten om een gereedschap (6) vanuit de opslagpositie naar de gebruikspositie te brengen.
9. 10. - Opzetstuk volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde scherm (21) voorzien is van anti-slip groeven (23).
10. 11. - Opzetstuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het opzetstuk (1) voorzien is van een steun (24) die bedoeld is om rond of tegen de schroefmachine (3) aan te brengen en die ervoor zal zorgen dat de krachten worden uitgeoefend op het opzetstuk (1) die tijdens het gebruik opgevangen worden.
11. 12. - Opzetstuk volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de steun (24) bestaat uit een ring (25) die door middel van twee pennen (26) aan het opzetstuk (1) is bevestigd, welke ring (26) bedoeld is om over de boorkop (2) van de schroefmachine (3) aan te brengen.
12. 13. - Opzetstuk volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het magazijn (5) is voorzien van klemmiddelen (27) voor de gereedschappen (6) om de gereedschappen (6). in de opslagpositie te kunnen vastklemmen.