BE1022521B1 - Verbindingselementen en samenstel van een onderstructuur, latten en verbindingselementen - Google Patents

Verbindingselementen en samenstel van een onderstructuur, latten en verbindingselementen Download PDF

Info

Publication number
BE1022521B1
BE1022521B1 BE2015/5336A BE201505336A BE1022521B1 BE 1022521 B1 BE1022521 B1 BE 1022521B1 BE 2015/5336 A BE2015/5336 A BE 2015/5336A BE 201505336 A BE201505336 A BE 201505336A BE 1022521 B1 BE1022521 B1 BE 1022521B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
connecting element
slat
substructure
slats
elements
Prior art date
Application number
BE2015/5336A
Other languages
English (en)
Inventor
Kristof Carpentier
Original Assignee
Carpentier Hardwood Solutions, naamloze vennootschap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Carpentier Hardwood Solutions, naamloze vennootschap filed Critical Carpentier Hardwood Solutions, naamloze vennootschap
Priority to BE2015/5336A priority Critical patent/BE1022521B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1022521B1 publication Critical patent/BE1022521B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02177Floor elements for use at a specific location
    • E04F15/02183Floor elements for use at a specific location for outdoor use, e.g. in decks, patios, terraces, verandas or the like
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02044Separate elements for fastening to an underlayer
    • E04F2015/0205Separate elements for fastening to an underlayer with load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer
    • E04F2015/02066Separate elements for fastening to an underlayer with load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer with additional fastening elements between furring elements and flooring elements
    • E04F2015/02072Separate elements for fastening to an underlayer with load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer with additional fastening elements between furring elements and flooring elements the additional fastening elements extending into the back side of the flooring elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02044Separate elements for fastening to an underlayer
    • E04F2015/0205Separate elements for fastening to an underlayer with load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer
    • E04F2015/02066Separate elements for fastening to an underlayer with load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer with additional fastening elements between furring elements and flooring elements
    • E04F2015/021Separate elements for fastening to an underlayer with load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer with additional fastening elements between furring elements and flooring elements fixed by means of hooking means on the back side of the flooring elements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Joining Of Building Structures In Genera (AREA)

Abstract

Samenstel van latten (2), een onderstructuur (3) en verbindingselementen (1), voorzien om de latten (2) te bevestigen op de onderstructuur (3), waarbij de latten (2) groeven (6) omvatten en de verbindingselementen (1) aan deze groeven (6) overeenkomstige koppelsegmenten (4) omvatten die klikbaar opneembaar zijn in de groeven (6), waarbij de koppelsegmenten (4) één of meerdere blokkeerelementen (7), met een naar buiten gericht spits toelopend uiteinde, omvatten die voorzien zijn om, ter hoogte van een genoemde groef (6), de lat (2) binnen te dringen tijdens het verbinden van de latten (2) met de verbindingselementen (1) en dergelijk verbindingselement (1).

Description

VERBINDINGSELEMENT EN SAMENSTEL VAN EEN ONDERSTRUCTUUR. LATTEN EN VERBINDINGSELEMENTEN
Deze uitvinding betreft enerzijds een verbindingselement voor het bevestigen van een lat aan een onderstructuur, zodat latten, die met behulp van genoemde verbindingselementen bevestigd worden aan de onderstructuur, een wand of een vloer vormen, waarbij het verbindingselement verbindbaar is met de onderstructuur en het verbindingselement een koppelsegment met één of meerdere klikelementen omvat, waarmee het koppelsegment klikbaar opneembaar is in een groef van de lat, ter verbinding van de lat met het verbindingselement.
Anderzijds betreft deze uitvinding een samenstel van latten, een onderstructuur en verbindingselementen, voorzien om de latten te bevestigen op de onderstructuur zodat de latten een wand of een vloer vormen, waarbij de latten groeven omvatten en de verbindingselementen aan deze groeven overeenkomstige koppelsegmenten omvatten en waarbij de koppelsegmenten één of meerdere klikelementen omvatten waarmee de koppelsegmenten klikbaar opneembaar zijn in de groeven.
In het bijzonder betreft deze uitvinding dergelijk samenstel van latten, een onderstructuur en verbindingselementen waarbij de latten vervaardigd zijn uit hout of houtcomposiet en/of de onderstructuur vervaardigd is uit houtcomposiet of metaal.
Om terrassen of wanden met latten op te bouwen, wordt er meestal gebruik gemaakt van een onderstructuur waarop de latten, in de gewenste positie ten opzichte van elkaar en met behulp van verbindingselementen, bevestigd worden op deze onderstructuur. De onderstructuur wordt geplaatst op een ondergrond of tegen een wand en is standaard opgebouwd uit een aantal evenwijdig naast elkaar geplaatste liggers. Na het plaatsen van de liggers worden de latten dan dwars ten opzichte van de liggers, aan deze liggers bevestigd met behulp van de verbindingselementen.
Deze verbindingselementen zijn meestal schroeven of spijkers. Men brengt dan een schroef of spijker doorheen de lat en in de ligger aan, ter bevestiging van de lat aan de ligger. Eventueel kan men opteren om te werken met vooraf geboorde gaten om het schroeven of spijkeren te vereenvoudigen. Het nadeel bij een schroefverbinding of een spijkerverbinding is dat de schroeven of spijkers zichtbaar zijn. Ook is er een risico dat de schroeven of spijkers te diep in de latten worden aangebracht, waardoor de latten beschadigd raken. Na een bepaalde tijd kan er ook roestafzetting zichtbaar zijn op de latten ter hoogte van schroeven of spijkers. Het aanbrengen van spijkers of schroeven is ook arbeidsintensief.
Om het probleem van deze zichtbare verbindingselementen op te lossen, wordt er momenteel al gebruik gemaakt van zogenaamde onzichtbare verbindingselementen om bovengenoemde terrassen of wanden te maken. Deze onzichtbare verbindingselementen omvatten een basis en een ten opzichte van deze basis uitstekend element. Verder zijn de latten aan hun onderzijde, zijnde de zijde die voorzien is om zich tegenover de liggers te bevinden, voorzien van groeven. De vorm van de groeven en het uitstekend element van een genoemd verbindingselement zijn complementair zodat het uitstekend element in de groef kan klikken. Om de latten te bevestigen aan de liggers worden de basissen eerst bevestigd aan de liggers met behulp van één of meerdere schroeven of spijkers. Nadat het verbindingselement bevestigd is aan een ligger kan een lat bevestigd worden aan de ligger door het uitstekend element van het verbindingselement in de groef te klikken. Het voordeel hiervan is dat er aan de bovenzijde van de lat geen enkel verbindingselement zichtbaar is. Het nadeel is dat de latten in gebruik kunnen verschuiven ten opzichte van de verbindingselementen. Een voorbeeld van dergelijke onzichtbare verbindingselementen wordt weergegeven in FR 2893055.
Het is dan ook een doel van de uitvinding om een verbindingselement te verschaffen en ook een samenstel van latten, een onderstructuur en verbindingselementen, waarbij de verbindingselementen niet zichtbaar zijn wanneer de latten bevestigd zijn op de onderstructuur met behulp van de verbindingselementen en waarbij bovendien de latten in gebruik niet kunnen verschuiven ten opzichte van de verbindingselementen.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een verbindingselement met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving aangeduide kenmerken, waarbij het koppelsegment één of meerdere blokkeerelementen met een naar buiten gericht spits toelopend uiteinde omvat, die voorzien zijn om, ter hoogte van de groef, de lat binnen te dringen tijdens het verbinden van de lat met het verbindingselement.
Deze blokkeerelementen dringen binnen in de lat tijdens het verbinden van de lat aan de onderstructuur. Hierdoor wordt de lat vast gespietst op het verbindingselement en kan de lat in gebruik niet verschuiven ten opzichte van het verbindingselement. Met behulp van de blokkeerelementen wordt dus een zeer stevige verbinding tussen de lat en het verbindingselement bekomen. Bij voorkeur zijn de genoemde klikelementen veerelementen zodat het koppelsegment eenvoudig geklikt kan worden in de genoemde groef van de lat. Daar de koppelsegmenten voorzien zijn om opgenomen te worden in een groef van de lat, die kan aangebracht worden in een zijde van de lat die nagenoeg niet zichtbaar is in gebruik, kunnen de verbindingselementen zo zijn uitgevoerd dat deze nagenoeg niet zichtbaar zijn nadat de latten bevestigd zijn aan de onderstructuur met behulp van de verbindingselementen.
Het produceren van latten, waarin groeven zijn aangebracht, is bovendien eenvoudig. Bijvoorbeeld indien de latten houten latten zijn, kan men eenvoudig groeven zagen of frezen in de latten. Groeven hebben het voordeel dat ze niet uitsteken, waardoor latten met groeven compact stapelbaar zijn en dus ook compact transporteerbaar zijn.
Dergelijke verbindingselementen kunnen vooraf gemonteerd worden op de onderstructuur om tijd te winnen tijdens het plaatsen van de onderstructuur en het verbinden van de latten aan de onderstructuur.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het koppelsegment opneembaar in de groef van de lat volgens een opneemrichting en strekken de blokkeerelementen zich nagenoeg uit volgens deze opneemrichting. Het koppelsegment wordt opgenomen in de groef van de lat volgens de opneemrichting, om met de lat verbonden te worden. Hierdoor wordt er ook een kracht uitgeoefend volgens deze opneemrichting. Daar de blokkeerelementen zich ook uitstrekken volgens deze opneemrichting, zullen de blokkeerelementen goed geduwd worden tegen de lat met behulp van de genoemde kracht en dus goed de lat kunnen binnendringen. Bij voorkeur strekt de opneemrichting zich nagenoeg loodrecht uit op het door de latten te vormen vloer- of wandoppervlak. Men kan dan op de genoemde lat een duwkracht uitoefenen om zo het koppelsegment op te nemen in de genoemde groef. De blokkeerelementen dringen door deze duwkracht dan binnen in de lat.
Bij voorkeur zijn één of meerdere van de genoemde één of meerdere blokkeerelementen kegelvormig. Kegelvormige blokkeerelementen zijn eenvoudig te vervaardigen en bovendien is dit een zeer geschikte vorm om de lat te kunnen binnendringen. Het puntige uiteinde en de conische vorm zorgen voor weinig weerstand tijdens het binnendringen van de blokkeerelementen in de lat.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het koppelsegment opneembaar in de groef van de lat volgens een opneemrichting, en vormt minstens één van de één of meerdere blokkeerelementen, gezien volgens de genoemde opneemrichting, een uiterste grens van het verbindingselement. Het blokkeerelement dat een uiterste grens vormt, zal dan tijdens het verbinden van de lat met het verbindingselement snel contact maken met de lat waardoor er veel krachten uitgeoefend kunnen worden om het binnendringen van het blokkeerelement in de lat te bewerkstelligen. Ook moet de groef geen speciale vorm hebben om contact te kunnen maken met de blokkeerelementen. Zo kan men bijvoorbeeld de vorm van de groef slechts complementair maken aan de klikelementen.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het koppelsegment opneembaar in de groef van de lat volgens een opneemrichting en omvat het verbindingselement een basisstructuur die het koppelsegment draagt, waarbij het koppelsegment voorzien is om zich, gezien volgens de genoemde opneemrichting, voorbij de basisstructuur uit te strekken en omvat het koppelsegment, ter hoogte van de basisstructuur, één of meerdere klemdelen, waardoor het koppelsegment voorzien is om geklemd te worden in de groef van de lat. Het koppelsegment wordt hier bijkomend nog geklemd in de groef, waardoor de lat in gebruik zeker niet kan verschuiven ten opzichte van het verbindingselement.
Verder bij voorkeur omvatten de één of meerdere klemdelen scherpe randen, die voorzien zijn om in de lat aan te grijpen. Deze scherpe randen zorgen voor een extra stevige bevestiging van de lat met het verbindingselement.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het verbindingselement één of meerdere koppelmiddelen, waarmee het verbindingselement verbindbaar is met de onderstructuur, waarbij deze één of meerdere koppelmiddelen minstens een vastzetdeel omvatten dat klembaar opneembaar is een inkeping van de onderstructuur.
Hier kan de lat niet verschuiven ten opzichte van het verbindingselement en kan ook het verbindingselement niet of moeilijk verschuiven ten opzichte van de onderstructuur, daar het geklemd zit in de onderstructuur. De lat zal hier dan in gebruik niet gaan verschuiven ten opzichte van de onderstructuur. Daar het verbindingselement geklemd zit in een inkeping van de onderstructuur, is het hier ook niet nodig om het verbindingselement vast te schroeven of te nagelen aan de onderstructuur om een goede verbinding tussen het verbindingselement en de onderstructuur te bekomen. De bevestiging van de latten op de onderstructuur kan met deze bevestigingselementen dus eenvoudig en snel verlopen. Uiteraard kan men nog altijd het verbindingselement vastschroeven aan de onderstructuur. Het verbindingselement kan hiervoor bijvoorbeeld van een schroefopening zijn voorzien. Dit kan bijvoorbeeld gewenst zijn wanneer de latten voorzien zijn om een wand of vloer te vormen waarop er veel krachten worden op uitgeoefend. Ook kan men bijvoorbeeld enkele verbindingselementen bijkomend vastschroeven om een wat stevigere vloer of wand te bekomen. Met behulp van deze koppelmiddelen kan men bovendien eenvoudig vooraf de bevestigingselementen bevestigen aan de onderstructuur, om zo tijd te winnen tijdens het plaatsen van de onderstructuur en de latten.
Bij voorkeur omvat het verbindingselement koppelmiddelen, waarmee het verbindingselement verbindbaar is met de onderstructuur, waarbij deze koppelmiddelen minstens een omklemmingselement omvatten dat voorzien is om een gedeelte van de onderstructuur te omklemmen. Door een gedeelte van de onderstructuur te omklemmen wordt een zeer stevige verbinding tussen het verbindingselement en de onderstructuur bekomen. Hier kan de lat niet verschuiven ten opzichte van het verbindingselement en kan ook het verbindingselement niet of moeilijk verschuiven ten opzichte van de onderstructuur, daar de onderstructuur omklemd wordt door het verbindingselement. De lat zal hier dan in gebruik niet gaan verschuiven ten opzichte van de onderstructuur. Hier is het ook niet nodig om het verbindingselement vast te schroeven of te nagelen aan de onderstructuur om een goede verbinding tussen het verbindingselement en de onderstructuur te bekomen. De bevestiging van de latten op de onderstructuur kan met deze bevestigingselementen dus eenvoudig en snel verlopen. Uiteraard kan men nog altijd het verbindingselement vastschroeven aan de onderstructuur. Verder bij voorkeur zijn er minstens twee omklemmingselementen zodat de onderstructuur ter hoogte van twee plaatsen omklemd wordt en de verbinding tussen het verbindingselement en de onderstructuur nog moeilijker kan loskomen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het verbindingselement een basisstructuur, die enerzijds één of meerdere koppelmiddelen draagt, waarmee het verbindingselement verbindbaar is met de onderstructuur en anderzijds het koppelsegment draagt, waarbij de basisstructuur voorzien is om een zekere tussenafstand tussen de lat en de onderstructuur te creëren, wanneer de lat bevestigd is aan de onderstructuur met behulp van het verbindingselement. Door gebruik te maken van een dergelijk verbindingselement is er luchtcirculatie mogelijk tussen de latten en de onderstructuur, wanneer de latten bevestigd zijn aan de onderstructuur. Dit voorkomt vochtopstapeling tussen de latten en de onderstructuur. Hierdoor is er minder kans op schimmelvorming, vochtschade of rotting. Dit is vooral belangrijk indien de latten en/of de onderstructuur vervaardigd zijn uit hout en ze voorzien zijn om blootgesteld te worden aan de buitenomgeving.
Verder bij voorkeur strekt de basisstructuur zich uit volgens een vlak, dat voorzien is om zich nagenoeg evenwijdig uit te strekken aan de lat, wanneer de lat bevestigd is aan de onderstructuur met behulp van het verbindingselement, en strekt de basisstructuur zich in dat vlak uit voorbij het eerste koppelsegment, gezien volgens een richting, die voorzien is om zich nagenoeg dwars uit te strekken op de lengterichting van de genoemde groef, wanneer de lat bevestigd is aan de onderstructuur met behulp van het verbindingselement. De basisstructuur vormt zo een draagstructuur waarop de lat gedeeltelijk kan steunen, wanneer de lat bevestigd is aan de onderstructuur met behulp van het verbindingselement. Verder bij voorkeur strekt de basisstructuur zich nagenoeg uit binnen een zone die begrensd wordt door twee vlakken, die zich loodrecht uitstrekken op een eerste richting, die voorzien is om zich uit te strekken volgens de lengterichting van een genoemde groef wanneer de lat bevestigd is aan de onderstructuur met behulp van het verbindingselement en die nagenoeg de buitenbegrenzing vormen van het eerste koppelsegment. Wanneer het eerste koppelsegment zich dan nagenoeg volledig bevindt in een genoemde groef, dan zal de basisstructuur zich niet uitstrekken voorbij de lat gezien volgens de lengterichting van de groef van lat. Met andere woorden, het verbindingselement kan dan zo worden uitgevoerd dat het volledig onzichtbaar is wanneer de latten bevestigd zijn aan de onderstructuur.
Het doel wordt ook bereikt door de voorzien in een samenstel van latten, een onderstructuur en verbindingselementen, voorzien om de latten te bevestigen op de onderstructuur zodat de latten een wand of een vloer vormen, waarbij de latten groeven omvatten en de verbindingselementen aan deze groeven overeenkomstige koppelsegmenten omvatten en waarbij de koppelsegmenten één of meerdere klikelementen omvatten waarmee de koppelsegmenten klikbaar opneembaar zijn in de groeven, en waarbij de koppelsegmenten één of meerdere blokkeerelementen, met een naar buiten gericht spits toelopend uiteinde, omvatten die voorzien zijn om, ter hoogte van een genoemde groef, de lat binnen te dringen tijdens het verbinden van de latten met de verbindingselementen.
Deze blokkeerelementen dringen binnen in de lat tijdens het verbinden van de lat aan de onderstructuur. Hierdoor wordt de lat vast gespietst op het verbindingselement en kan de lat in gebruik niet verschuiven ten opzichte van het verbindingselement. Met behulp van de blokkeerelementen wordt dus een zeer stevige verbinding tussen de lat en het verbindingselement bekomen.
Het produceren van latten omvattende groeven is bovendien eenvoudig. Groeven steken niet uit waardoor latten met groeven compact stapelbaar en compact transporteerbaar zijn.
Bij voorkeur omvat elk verbindingselement één of meerdere koppelmiddelen, waarmee het verbindingselement verbindbaar is met de onderstructuur, waarbij de onderstructuur inkepingen omvat en de één of meerdere koppelmiddelen een aan een genoemde inkeping overeenkomstig vastzetdeel omvatten dat klembaar opneembaar is de genoemde inkeping. Hier kan de lat niet verschuiven ten opzichte van het verbindingselement en kan ook het verbindingselement niet of moeilijk verschuiven ten opzichte van de onderstructuur, daar het geklemd zit in de onderstructuur. De lat zal hier dan in gebruik niet gaan verschuiven ten opzichte van de onderstructuur. Daar het verbindingselement geklemd zit in een inkeping van de onderstructuur is het hier ook niet nodig om het verbindingselement vast te schroeven of te nagelen aan de onderstructuur om een goede verbinding tussen het verbindingselement en de onderstructuur te bekomen. Het produceren van een onderstructuur omvattende uitsparingen is bovendien eenvoudig.
Verder bij voorkeur zijn de groeven van de latten voorzien om zich nagenoeg loodrecht uit te strekken op de inkepingen van de onderstructuur. Dit zorgt er bijkomend voor dat het verbindingselement in gebruik niet kan verschuiven in de groeven en het verbindingselement niet kan verschuiven in de inkeping.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is elk koppelsegment opneembaar in een genoemde groef van de lat volgens een opneemrichting, omvat de onderstructuur meerdere langwerpige liggers en omvat elk verbindingselement koppelmiddelen, waarmee het verbindingselement verbindbaar is met een genoemde ligger, waarbij de langsrichtingen van de liggers voorzien zijn om zich nagenoeg loodrecht uit te strekken op de langsrichtingen van de latten en waarbij deze koppelmiddelen minstens twee omklemmingselementen omvatten die voorzien zijn om, gezien volgens de genoemde opneemrichting, een genoemde ligger ter hoogte van zijn langszijden te omklemmen. Hier worden de langszijden van de liggers omklemd door de verbindingselementen. De verbinding tussen de verbindingselementen en de ligger is hierdoor zeer goed. Hier kunnen de latten niet verschuiven ten opzichte van de verbindingselementen en kunnen ook de verbindingselementen niet of moeilijk verschuiven ten opzichte van de onderstructuur. De latten zullen hier dan in gebruik niet gaan verschuiven ten opzichte van de onderstructuur. Hier is het ook niet nodig om de verbindingselementen vast te schroeven of te nagelen aan de onderstructuur om een goede verbinding tussen de verbindingselementen en de onderstructuur te bekomen.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de onderstructuur hoofdzakelijk vervaardigd uit metaal of houtcomposiet. Metaal en houtcomposiet kan men eenvoudig in de gewenste vorm brengen, waardoor de onderstructuur eenvoudig zo vervaardigd kan worden dat deze complementair is aan de verbindingselementen. Wanneer de onderstructuur meerdere liggers omvat, kunnen deze liggers geëxtrudeerd worden. Ze kunnen dan zo geëxtrudeerd worden dat ze elk een inkeping omvatten en structuren waarrond delen van de verbindingselementen zich kunnen klemmen. De verbindingselementen kunnen bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit kunststof. De latten kunnen vervaardigd zijn uit hout, houtcomposiet, enz.
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de onderstructuur uit hout vervaardigd zijn.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de verbindingselementen verbindingselementen zoals hierboven reeds beschreven.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een verbindingselement en een samenstel volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van dit verbindingselement en dit samenstel aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij - Figuur 1 een perspectiefvoorstelling is van een detailweergave van een samenstel volgens de uitvinding; - Figuur 2 een doorsnede is van de detailweergave weergegeven in figuur 1 ; - Figuur 3 een perspectiefvoorstelling is van het verbindingselement zichtbaar in figuren 1 en 2; - Figuur 4 een vooraanzicht is van het verbindingselement weergegeven in figuur 3; - Figuur 5 een bovenaanzicht is van het verbindingselement weergegeven in figuur 3.
In figuren 1 en 2 wordt een samenstel volgens de uitvinding gedeeltelijk weergegeven. Het samenstel omvat een onderstructuur (3), latten (2) en verbindingselementen (1). Met behulp van de verbindingselementen (1) worden de latten (2) bevestigd aan de onderstructuur (3). In gebruik, dus wanneer de latten (2) met behulp van de verbindingselementen (1) bevestigd zijn aan de onderstructuur (3), vormen de latten (2) een wand of een vloer. Zo kunnen de latten (2) bijvoorbeeld een terras of een gevelbekleding vormen.
De onderstructuur (3) bestaat uit meerdere langwerpige liggers vervaardigd uit houtcomposiet of uit metaal zoals bijvoorbeeld aluminium. Deze liggers worden door extrusie verkregen. In gebruik strekken de lengterichtingen van deze liggers zich evenwijdig uit aan het door de latten (2) gevormde wandoppervlak of vloeroppervlak. De liggers omvatten elk een uitsparing (11) die zich uitstrekt volgens de lengterichting van de ligger. Elke lat (2) omvat één of meerdere groeven (6) die zich uitstrekken volgens de lengterichting van de lat (2) en die zich uitstrekken over nagenoeg de volledige lengte van de lat (2). De latten (2) kunnen vervaardigd zijn uit hout of uit houtcomposiet.
In de figuren wordt één mogelijke uitvoeringsvormen van een verbindingselement (1) weergegeven. Uiteraard zijn andere uitvoeringsvormen ook mogelijk. Deze verbindingselementen (1) zijn vervaardigd uit een kunststof die bestand is tegen zure regen, uv-licht en temperatuurschommelingen.
Het verbindingselement (1), zoals weergegeven in figuren 3 tot 5, omvat een basisstructuur (8), een koppelsegment (4) gedragen door de basisstructuur (8) en koppelmiddelen gedragen door de basisstructuur (8). Het koppelsegment (4) strekt zich, gezien volgens een opneemrichting (A), uit voorbij de basisstructuur (8) en de koppelmiddelen strekken zich, gezien volgens de opneemrichting (A), uit voorbij de basisstructuur (8) en tegenover het koppelsegment (4).
Het koppelsegment (4) omvat twee rijen van 4 veerelementen (5), waarmee het koppelsegment (4), en dus het verbindingselement (1), klikbaar opneembaar is in een genoemde groef (6) van de lat (2), ter verbinding van de lat (2) met het verbindingselement (1). Deze twee rijen van veerelementen (5) strekken zich naast elkaar uit en in gebruik strekken ze zich uit volgens de lengterichting van de lat (2) waarin ze zijn opgenomen.
Het koppelsegment (4), zoals weergegeven in figuren 3 tot 5 omvat verder 4 kegelvormige blokkeerelementen (7), die de bovengrens vormen van het verbindingselement (1), gezien volgens de opneemrichting (A), en die zich uitstrekken volgens de opneemrichting (A). Deze blokkeerelementen (7) zijn voorzien zijn om, ter hoogte van de groef (6), de lat (2) binnen te dringen tijdens het verbinden van de lat (2) met het verbindingselement (1).
Het koppelsegment (4) omvat ook meerdere klemdelen (9) met scherpe randen die voorzien zijn om geklemd te worden in de groef (6) van de lat (2). Met deze scherpe randen kunnen de klemdelen (9) aangrijpen in de lat (2). Deze klemdelen (9) bevinden zich ter hoogte van de basisstructuur (8).
De koppelmiddelen omvatten een aan een genoemde inkeping (11) overeenkomstig vastzetdeel (10), dat zich uitstrekt volgens de opneemrichting (A) en klembaar opneembaar is in een genoemde inkeping (11) van de onderstructuur (3).
Verder omvatten de koppelmiddelen twee rijen van twee omklemmingselementen (12) die langszijden van de liggers kunnen omklemmen.
De latten (2), de liggers en de verbindingselementen (1) zijn zo uitgevoerd dat de groeven (6) van de latten (2) complementair zijn aan de koppelsegmenten (4) van de verbindingselementen (1) en de liggers complementair zijn aan de koppelmiddelen van de verbindingselementen (1).
De liggers en latten (2) zijn voorzien van respectievelijk inkepingen (11) en groeven (6), waardoor deze liggers en latten (2) geen uitstekende onderdelen omvatten, en ze dus compact stapelbaar en transporteerbaar zijn.
Om een terras of wand te bouwen, worden de liggers van de onderstructuur (3) eerst nagenoeg evenwijdig aan elkaar geplaatst om zo een effen onderstructuur (3) te creëren waaraan of waarop de latten (2) bevestigd kunnen worden. Nadat de liggers geplaatst zijn, worden de verbindingselementen (1) verbonden met hun respectievelijke ligger met behulp van de koppelmiddelen, door de verbindingselementen (1) tegen hun respectievelijk ligger te duwen volgens de opneemrichting (A). Dit kan machinaal of manueel. Tijdens het duwen van de verbindingselementen (1) tegen hun respectievelijke ligger wordt elk vastzetdeel (10) geklemd in de inkeping (11) van hun ligger en klikken de omklemmingselementen (12) zich rondom een langszijde van hun ligger tot de omklemmingselementen (12) de langszijde goed omhullen. Om tijdswinst tijdens het bouwen van het terras of de wand te bekomen, kunnen de bevestigingselementen reeds verbonden zijn met de liggers bij levering.
Daarna kunnen de latten (2) bevestigd worden aan de bevestigingselementen (1). Dit door de latten (2) te duwen volgens de opneemrichting (A) tegen de verbindingselementen (1). Vooraleer er geduwd wordt, worden de latten (2) uiteraard zo georiënteerd dat, gezien volgens de opneemrichting (A), de groeven (6) van de latten (2) zich tegenover de koppelsegmenten (4) bevinden en de twee rijen veerelementen (5) zich uitstrekken volgens de lengterichting van de groeven (6), zodat de koppelsegmenten (4) in de groeven (6) opneembaar zijn. Met behulp van de veerelementen (5) zijn de koppelsegmenten (4) klikbaar opneembaar in de groeven (6) wanneer de latten (2) geduwd worden tegen de bevestigingselementen (1). Tijdens het duwen, maken de blokkeerelementen (7) contact met de latten (2) en worden ze in de latten (2) geduwd. De klemdelen (9) klemmen zich onderaan de groef (6) vast.
Uiteraard kan men ook eerst de verbindingselementen (1) bevestigen aan de latten (2) om dan de liggers te bevestigen aan de verbindingselementen (1).
In gebruik strekken de basisstructuren (8) zich uit tussen de latten (2) en de onderstructuur (3) waardoor de latten (2) zich, gezien volgens de opneemrichting (A), op een afstand van de onderstructuur (3) uitstrekken.
Met behulp van de verbindingselementen (1) wordt hier een stevige verbinding tussen de latten (2) en de onderstructuur (3) bekomen, waarbij de latten (2) niet of zeer moeilijk kunnen verschuiven ten opzichte van de onderstructuur (3).
Eventueel kan men bijkomend enkele of alle verbindingselementen (1), na het duwen van de verbindingselementen (1) tegen de liggers, met behulp van een schroef vastschroeven op de liggers. Dit door een schroef aan te brengen in een opening (13) die zich uitstrekt doorheen de basisstructuur (8). Dit kan wenselijk zijn als de latten (2) voorzien zijn om een vloer te vormen die dagdagelijks wordt gebruikt. Dit kan ook wenselijk zijn als de latten (2) voorzien zijn om een vloer of gevelbekleding te vormen, die veelvuldig wordt blootgesteld aan extreme weersomstandigheden zoals stormen, enz.

Claims (15)

  1. C O N C L U S I E S
    1. Verbindingselement (1) voor het bevestigen van een lat (2) aan een onderstructuur (3), zodat latten (2), die met behulp van genoemde verbindingselementen (1) bevestigd worden aan de onderstructuur (3), een wand of een vloer vormen, waarbij het verbindingselement (1) verbindbaar is met de onderstructuur (3) en het verbindingselement (1) een koppelsegment (4) met één of meerdere klikelementen (5) omvat, waarmee het koppelsegment (4) klikbaar opneembaar is in een groef (6) van de lat (2), ter verbinding van de lat (2) met het verbindingselement (1), met het kenmerk dat het koppelsegment (4) één of meerdere blokkeerelementen (7) met een naar buiten gericht spits toelopend uiteinde omvat, die voorzien zijn om, ter hoogte van de groef (6), de lat (2) binnen te dringen tijdens het verbinden van de lat (2) met het verbindingselement (1).
  2. 2. Verbindingselement (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het koppelsegment (4) opneembaar is in de groef (6) van de lat (2) volgens een opneemrichting (A) en dat de blokkeerelementen (7) zich nagenoeg uitstrekken volgens deze opneemrichting (A).
  3. 3. Verbindingselement (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat één of meerdere van de genoemde één of meerdere blokkeerelementen (7) kegelvormig zijn.
  4. 4. Verbindingselement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het koppelsegment (4) opneembaar is in de groef (6) van de lat (2) volgens een opneemrichting (A), en dat minstens één van de één of meerdere blokkeerelementen (7), gezien volgens de genoemde opneemrichting (A), een uiterste grens van het verbindingselement (1) vormt.
  5. 5. Verbindingselement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het koppelsegment (4) opneembaar is in de groef (6) van de lat (2) volgens een opneemrichting (A) en dat het verbindingselement (1) een basisstructuur (8) omvat die het koppelsegment (4) draagt, waarbij het koppelsegment (4) voorzien is om zich, gezien volgens de genoemde opneemrichting (A), voorbij de basisstructuur (8) uit te strekken en dat het koppelsegment (4), ter hoogte van de basisstructuur (8), één of meerdere klemdelen (9) omvat, waardoor het koppelsegment (4) voorzien is om geklemd te worden in de groef (6) van de lat (2).
  6. 6. Verbindingselement (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de één of meerdere klemdelen (9) scherpe randen omvatten, die voorzien zijn om in de lat (2) aan te grijpen.
  7. 7. Verbindingselement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het verbindingselement (1) één of meerdere koppelmiddelen omvat, waarmee het verbindingselement (1) verbindbaar is met de onderstructuur (3), waarbij deze één of meerdere koppelmiddelen minstens een vastzetdeel (10) omvatten dat klembaar opneembaar is in een inkeping (11) van de onderstructuur (3).
  8. 8. Verbindingselement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het verbindingselement (1) koppelmiddelen omvat, waarmee het verbindingselement (1) verbindbaar is met de onderstructuur (3), waarbij deze koppelmiddelen minstens een omklemmingselement (12) omvatten dat voorzien is om een gedeelte van de onderstructuur (3) te omklemmen.
  9. 9. Verbindingselement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het verbindingselement (1) een basisstructuur (8) omvat, die enerzijds één of meerdere koppelmiddelen draagt, waarmee het verbindingselement (1) verbindbaar is met de onderstructuur (3) en anderzijds het koppelsegment (4) draagt, waarbij de basisstructuur (8) voorzien is om een zekere tussenafstand tussen de lat (2) en de onderstructuur (3) te creëren, wanneer de lat (2) bevestigd is aan de onderstructuur (3) met behulp van het verbindingselement (1).
  10. 10. Samenstel van latten (2), een onderstructuur (3) en verbindingselementen (1), voorzien om de latten (2) te bevestigen op de onderstructuur (3) zodat de latten (2) een wand of een vloer vormen, waarbij de latten (2) groeven (6) omvatten en de verbindingselementen (1) aan deze groeven (6) overeenkomstige koppelsegmenten (4) omvatten en waarbij de koppelsegmenten (4) één of meerdere klikelementen (5) omvatten waarmee de koppelsegmenten (4) klikbaar opneembaar zijn in de groeven (6), met het kenmerk dat de koppelsegmenten (4) één of meerdere blokkeerelementen (7), met een naar buiten gericht spits toelopend uiteinde, omvatten die voorzien zijn om, ter hoogte van een genoemde groef (6), de lat (2) binnen te dringen tijdens het verbinden van de latten (2) met de verbindingselementen (1).
  11. 11. Samenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk dat elk verbindingselement (1) één of meerdere koppelmiddelen omvat, waarmee het verbindingselement (1) verbindbaar is met de onderstructuur (3), waarbij de onderstructuur (3) inkepingen (11) omvat en de één of meerdere koppelmiddelen een aan een genoemde inkeping (11) overeenkomstig vastzetdeel (10) omvatten dat klembaar opneembaar is de genoemde inkeping (11).
  12. 12. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de groeven (6) van de latten (2) voorzien zijn om zich nagenoeg loodrecht uit te strekken op de inkepingen (11) van de onderstructuur (3).
  13. 13. Samenstel volgens één van de conclusies 10 tot 12, met het kenmerk dat elk koppelsegment (4) opneembaar is in een genoemde groef (6) van de lat (2) volgens een opneemrichting (A), dat de onderstructuur (3) meerdere langwerpige liggers omvat en dat elk verbindingselement (1) koppelmiddelen omvat, waarmee het verbindingselement (1) verbindbaar is met een genoemde ligger, waarbij de langsrichtingen van de liggers voorzien zijn om zich nagenoeg loodrecht uit te strekken op de langsrichtingen van de latten (2) en waarbij deze koppelmiddelen minstens twee omklemmingselementen (12) omvatten die voorzien zijn om, gezien volgens de genoemde opneemrichting (A), een genoemde ligger ter hoogte van zijn langszijden te omklemmen.
  14. 14. Samenstel volgens één van de conclusies 10 tot 13, met het kenmerk dat de onderstructuur (3) hoofdzakelijk vervaardigd is uit metaal of houtcomposiet.
  15. 15. Samenstel volgens één van de conclusies 10 tot 14, met het kenmerk dat de verbindingselementen (1) verbindingselementen (1) zijn volgens één van de conclusies 1 tot 9.
BE2015/5336A 2015-05-29 2015-05-29 Verbindingselementen en samenstel van een onderstructuur, latten en verbindingselementen BE1022521B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5336A BE1022521B1 (nl) 2015-05-29 2015-05-29 Verbindingselementen en samenstel van een onderstructuur, latten en verbindingselementen

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5336A BE1022521B1 (nl) 2015-05-29 2015-05-29 Verbindingselementen en samenstel van een onderstructuur, latten en verbindingselementen

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022521B1 true BE1022521B1 (nl) 2016-05-19

Family

ID=54105583

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5336A BE1022521B1 (nl) 2015-05-29 2015-05-29 Verbindingselementen en samenstel van een onderstructuur, latten en verbindingselementen

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1022521B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2004042160A1 (fr) * 2002-10-23 2004-05-21 Patrick Deumer Pièce de montage pour lame de plancher
WO2006011173A1 (en) * 2004-07-30 2006-02-02 Giovanni Iovene Fitting or slipping system for laying wooden floors on the outside and the inside

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2004042160A1 (fr) * 2002-10-23 2004-05-21 Patrick Deumer Pièce de montage pour lame de plancher
WO2006011173A1 (en) * 2004-07-30 2006-02-02 Giovanni Iovene Fitting or slipping system for laying wooden floors on the outside and the inside

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10968655B1 (en) Anchor device for a wooden post
US6418693B2 (en) Flooring assembly and fastener therefor
US9458635B1 (en) Stringer for decking
BE1019706A3 (nl) Wandsamenstel.
US20140215944A1 (en) Wood deck with boards and connectors
US20060242916A1 (en) Edge boards and related assemblies
RU2683732C2 (ru) Система крепления реек для создания приподнятого основания или пола
US20090019805A1 (en) Nail-Free Decking System
NL2007950C2 (nl) Tuinscherm en loopdek.
US20100146900A1 (en) connector
CA2859972C (en) Old-fashion clapboard-like wood siding system with ventilation gaps
CN110494616A (zh) 藤架建筑***和支架
US10081950B2 (en) Guard rail system
US20170121972A1 (en) Panel fixing assembly
US7051485B2 (en) Ceiling panel system
FR3071264A1 (fr) Procede et dispositif de fixation ventile de briques de parement a champs rainures
BE1022521B1 (nl) Verbindingselementen en samenstel van een onderstructuur, latten en verbindingselementen
ES2644320T3 (es) Conjunto para la formación de un recubrimiento de suelo
US20080093588A1 (en) Railing system
JP2004060272A (ja) 目隠し部材
NL8501050A (nl) Dakbedekking.
US20130255175A1 (en) Deck Surfacing
US10947727B1 (en) Prefabricated pole barn
US20030159399A1 (en) Deck spacer
US20210071430A1 (en) Decking support system