BE1022484B1

BE1022484B1 - Samengesteld element, lade en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke lade

Info

Publication number: BE1022484B1
Application number: BE2014/0764A
Authority: BE
Inventors: Pieter Devos; Mark Cappelle
Original assignee: Unilin Bvba
Priority date: 2014-10-17
Filing date: 2014-10-17
Publication date: 2016-05-03
Also published as: WO2016059549A3; WO2016059549A2

Abstract

Samengesteld element, dat ten minste twee paneelvormige elementen bevat, waarbij deze paneelvormige elementen elk een koppelzone bezitten waarin een profilering is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone uitstrekt, welke profileringen toelaten dat deze twee paneelvormige elementen op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand en een groef die eenieder voorzien zijn van vergrendeldelen, en waarbij de profileringen toelaten dat deze twee paneelvormige elementen minstens door middel van een snapbeweging kunnen worden gekoppeld en/of ontkoppeld, daardoor gekenmerkt dat de tand een sectie bevat dat vrij is van een vergrendeldeel.

Description

Samengesteld element, lade en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke lade.

Deze uitvinding heeft betrekking op een samengesteld element, alsmede op een lade, alsook op een werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke lade.

Meer speciaal beoogt de uitvinding een samengesteld element dat ten minste twee paneelvormige elementen bevat, welke onder hoek aan elkaar gekoppeld zijn, respectievelijk aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Hierbij betreft de uitvinding elke vorm van samengesteld element dat minstens twee paneelvormige elementen bevat, ongeacht het toepassingsgebied, en ongeacht het feit of het samengesteld element in hoofdzaak uitsluitend uit de paneelvormige elementen bestaat, of deze paneelvormige elementen daar slechts een onderdeel van uitmaken.

Alhoewel de uitvinding in eender welke toepassing kan worden aangewend, is zij in de eerste plaats bedoeld om te worden aangewend in de meubelsector, zowel bij losse meubels als bij inbouwmeubels zoals dressingmeubels, kamer-verdelers, en dergelijke, alsook bij keuken-meubels, badkamermeubels, enzovoort.

Meer speciaal nog beoogt de uitvinding verbindingen tussen paneelvormige elementen die vlot kunnen worden gerealiseerd en geëigend zijn te worden ingezet bij meubels die in gedemonteerde toestand verkocht worden en door de koper zelf dienen gemonteerd te worden. Hierbij betreft het in de eerste plaats zogenaamde flat pack meubels.

In nog een belangrijke toepassing zal de hierna beschreven uitvinding voordelig worden toegepast in lades.

Nog meer in het bijzonder betreft de uitvinding een samengesteld element van het type dat ten minste twee paneelvormige elementen bevat, waarbij deze paneelvormige elementen elk een koppelzone bezitten waarin een profilering is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone uitstrekt, welke profileringen toelaten dat deze paneelvormige elementen op vergrendelende wijze, en bij voorkeur lateraal, aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand en een groef die eenieder voorzien zijn van minstens één vergrendeldeel, waarbij deze paneelvormige elementen in de normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden zijn, en meer speciaal onder 90°.

Hierbij wordt opgemerkt dat onder een “koppelzone” het gedeelte van een paneelvormig element moet worden begrepen waarin de voornoemde profilering zich uitstrekt. Hierbij kan het zowel een randzone betreffen, dus een zone die zich aan of in de directe nabijheid van een rand van het paneelvormige element bevindt, als een zone die duidelijk van een rand van een paneelvormig element verwijderd is, bijvoorbeeld wanneer deze zone bedoeld is een T-koppeling tussen paneelvormige elementen te vormen.

Er wordt tevens opgemerkt dat onder “onder hoek” dient te worden begrepen dat een hoek wordt gevormd tussen de vlakken waarin de paneelvormige elementen zich uitstrekken. Alhoewel deze hoek bij voorkeur gelijk is aan 90° is het evenwel niet uitgesloten dat een hoek verschillend van 90° wordt toegepast.

Onder paneelvormige elementen die “lateraal” kunnen worden gekoppeld, worden paneelvormige elementen begrepen die met hun van profileringen voorziene koppelzones tegenover elkaar kunnen worden geplaatst en vanuit zulke positie door middel van een geëigende onderlinge beweging aan elkaar kunnen worden gekoppeld, bij voorkeur door middel van een wentelbeweging en/of snapbeweging.

Onder paneelvormige elementen die minstens door middel van een “wentelbeweging” kunnen worden gekoppeld en/of ontkoppeld, worden paneelvormige elementen begrepen die minstens kunnen worden gekoppeld en/of ontkoppeld door de paneelvormige elementen onder meer aan een onderlinge verdraaiing met hun vlakken naar elkaar toe of van elkaar weg te onderwerpen, al dan niet gecombineerd met nog een andere beweging.

Onder paneelvormige elementen die minstens door middel van een “snapbeweging” kunnen worden gekoppeld en/of ontkoppeld, worden paneelvormige elementen begrepen die minstens kunnen worden gekoppeld en/of ontkoppeld door zulk paneelvormig element met de tand in zijn vlak naar de groef toe te drukken, respectievelijk uit de groef te halen.

De uitvinding beoogt in de eerste plaats een alternatief samengesteld element van bovenvermeld type, waarbij volgens verschillende voorkeurdragende uitvoeringsvormen, welke hierna als verschillende aspecten worden beschreven, in een verbetering wordt voorzien ten opzichte van de samengestelde elementen uit de stand van de techniek.

Het samengesteld element dat beantwoordt aan het eerste aspect van de uitvinding heeft betrekking op paneelvormige elementen die minstens door middel van een snapbeweging in elkaar en/of uit elkaar kunnen worden gevoegd. Het is bekend dat zowel bij het koppelen als het ontkoppelen door middel van zulke snapbeweging nadelen optreden. Een nadeel van zulk samengesteld element is dat de profileringen tijdens het uitvoeren van dergelijke snapbeweging kunnen worden beschadigd, en dit ten gevolge van de kracht die wordt uitgeoefend tijdens zulke beweging, welke kracht werkzaam is op de profileringen, en meer speciaal de vergrendeldelen. Vooral in het geval dat de paneelvormige elementen, nadat ze gemonteerd zijn, om welke reden ook terug moeten worden gedemonteerd, door ze met een snapbeweging uit elkaar te kloppen, bestaat er een aanzienlijk risico dat materiaalgedeelten aan de randen van de profileringen en in het bijzonder in de nabijheid van hun uiteinden uit het paneeloppervlak worden gerukt. Volgens een eerste aspect beoogt de uitvinding een samengesteld element dat in het algemeen verbeterd is en meer specifiek erin voorziet dat het laatstgenoemde risico wordt uitgesloten, zo niet wordt geminimaliseerd.

Hiertoe betreft de uitvinding volgens haar eerste onafhankelijke aspect een samengesteld element, dat ten minste twee paneelvormige elementen bevat, waarbij deze paneelvormige elementen elk een koppelzone bezitten waarin een profilering is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone uitstrekt, welke profileringen toelaten dat deze paneelvormige elementen op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand en een groef die eenieder voorzien zijn van minstens één vergrendeldeel, waarbij deze paneelvormige elementen in de normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden zijn, en meer speciaal onder 90°, en waarbij de profileringen toelaten dat deze twee paneelvormige elementen minstens door middel van een snapbeweging kunnen worden gekoppeld en/of ontkoppeld, met het kenmerk dat voornoemd vergrendeldeel van de tand en/of van de groef, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, over een sectie van de tand en/of van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand respectievelijk van de groef. Dit biedt het voordeel dat ter plaatse van deze sectie van de tand en/of van de groef de kracht die werkzaam is op de profileringen tijdens het uitvoeren van de snapbeweging minder groot is. Bijgevolg is ook het risico op beschadiging van de profileringen ter plaatse van deze sectie kleiner.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het eerste aspect verder nog het kenmerk dat de tand gespleten is en bijgevolg minstens twee gedeelten bevat die gescheiden zijn door een spleet. Door gebruik te maken van dergelijke spleet wordt de flexibiliteit van de tand vergroot, wat tot voordeel heeft dat de resulterende kracht op de profileringen, en meer speciaal de vergrendeldelen, tijdens het uitvoeren van zulke snapbèweging minder groot is. In combinatie met het hiervoor vermelde kenmerk is het toepassen van dergelijke gespleten tand dus extra voordelig met het oog op het minimaliseren van het risico op beschadiging van de profileringen.

Er wordt opgemerkt dat het kenmerk dat voornoemd vergrendeldeel van de tand en/of van de groef, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, over een sectie van de tand en/of van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand respectievelijk van de groef in combinatie met het toepassen van een gespleten tand op zich een onafhankelijk inventief idee van de uitvinding vormt en dat dit idee ook algemener kan worden toegepast dan bij zulke samengestelde elementen waarvan de paneelvormige elementen minstens door een snapbeweging kunnen worden gekoppeld en/of ontkoppeld. Zo bijvoorbeeld kan dit idee ook voordelig worden toegepast bij een samengesteld element, dat ten minste twee paneelvormige elementen bevat, waarbij deze paneelvormige elementen elk een koppelzone bezitten waarin een profilering is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone uitstrekt, welke profileringen toelaten dat deze paneelvormige elementen op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand en een groef die eenieder voorzien zijn van minstens één vergrendeldeel, waarbij deze paneelvormige elementen in de normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden zijn, en meer speciaal onder 90°, en waarbij deze tand gespleten is en bijgevolg minstens twee gedeelten bevat die gescheiden zijn door een spleet. Dergelijk samengesteld element is op zich bekend uit WO 2010/070472, maar het toepassen van voornöemd idee biedt het voordeel dat nieuwe mogelijkheden worden geboden naar optimalisatie van de koppeling, en meer speciaal het minimaliseren van het risico op beschadiging van de profileringen. Het is duidelijk dat dergelijk samengesteld element een tweede onafhankelijk aspect van de uitvinding uitmaakt, en kan worden gedefinieerd als een samengesteld element, dat ten minste twee paneelvormige elementen bevat, waarbij deze paneelvormige elementen elk een koppelzone bezitten waarin een profilering is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone uitstrekt, welke profileringen toelaten dat deze paneelvormige elementen op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand en een groef die eenieder voorzien zijn van minstens één vergrendeldeel, waarbij deze paneelvormige elementen in de normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden zijn, en meer speciaal onder 90°, en waarbij deze tand gespleten is en bijgevolg minstens twee gedeelten bevat die gescheiden zijn door een spleet; met als kenmerk dat voornoemd vergrendeldeel van de tand en/of van de groef, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, over een sectie van de tand en/of van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand respectievelijk van de groef.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het eerste of tweede aspect nog het kenmerk dat de spleet een niet-uniforme diepte heeft zodanig dat de tand een sectie bevat die vrij is van dergelijke spleet of waar de diepte van de spleet kleiner is dan de diepte van de spleet in één of meerdere overige secties van de tand. Dit heeft als voordeel dat een bijkomende parameter wordt gecreëerd voor de configuratie van de tand, en in het bijzonder de lokale sterkte van de tand kan worden verbeterd en/of de afwerking aan het uiteinde van de tand kan worden verbeterd door bijvoorbeeld daar de spleet weg te laten.

In het bijzonder vertoont het samengesteld element het kenmerk dat voornoemd vergrendeldeel van de tand, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, zoals voornoemd over een sectie van de tand afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand; en dat de sectie van de tand die vrij is van dergelijke spleet of waar de diepte van de spleet kleiner is dan de diepte van de spleet in één of meerdere overige secties van de tand langs de langsrichting van de betreffende koppelzone minstens gedeeltelijk overlapt met de sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel van de tand afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand.

In het bijzonder vertoont het samengesteld element het kenmerk dat voornoemd vergrendeldeel van de groef, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, zoals voornoemd over een sectie van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de groef; en dat de sectie van de tand die vrij is van dergelijke spleet of waar de diepte van de spleet kleiner is dan de diepte van de spleet in één of meerdere overige secties van de tand langs de langsrichting van de betreffende koppelzone minstens gedeeltelijk overlapt met de sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de groef.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element het kenmerk dat de tand zich uitstrekt tot aan een kopse zijde van het betreffende paneelvormige element die zich dwars uitstrekt ten opzichte van de betreffende koppelzone; dat voornoemde sectie die vrij is van dergelijke spleet of waar de diepte van de spleet kleiner is dan de diepte van de spleet in één of meerdere overige secties van de tand grenst aan deze kopse zijde; en dat de spleet zodanig is uitgevoerd dat deze niet zichtbaar is aan deze kopse zijde. Dit biedt het voordeel dat de spleet van de tand niet zichtbaar en dus ook niet storend is voor de gebruiker van het samengesteld element.

In het bijzonder vertoont het samengesteld element nog het kenmerk dat voornoemd vergrendeldeel van de tand, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, zoals voornoemd over een sectie van de tand afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand; en dat voornoemde sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel van de tand afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand grenst aan voornoemde kopse zijde. Dit biedt het voordeel dat de nadelige invloed van de beperkte mate van flexibiliteit van de tand op het risico op beschadiging van de profileringen minstens gedeeltelijk wordt gecompenseerd, en dus zonder verhoogd risico op beschadiging de spleet zodanig kan worden uitgevoerd dat deze niet zichtbaar is aan de betreffende kopse zijde.

In het bijzonder vertoont het samengesteld element nog het kenmerk de groef zich uitstrekt tot aan de kopse zijde van het betreffende paneelvormige element die zich dwars uitstrekt ten opzichte van de betreffende koppelzone en die in de gekoppelde toestand van de paneelvormige elementen grenst aan voornoemde kopse zijde tot waar de tand zich uitstrekt; dat voornoemd vergrendeldeel van de groef, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, zoals voornoemd over een sectie van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de groef; en dat voornoemde sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de groef grenst aan deze kopse zijde. Dit biedt het voordeel dat de nadelige invloed van de beperkte mate van flexibiliteit van de tand op het risico op beschadiging van de profileringen minstens gedeeltelijk wordt gecompenseerd, en dus zonder verhoogd risico op beschadiging de spleet zodanig kan worden uitgevoerd dat deze niet zichtbaar is aan de betreffende kopse zijde.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het eerste of tweede aspect verder nog het kenmerk dat voornoemd vergrendeldeel van de tand, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, zoals voornoemd over een sectie van de tand afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand; en dat de tand zelf nog hoofdzakelijk aanwezig is ter plaatse van de sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel van de tand afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand. Dit biedt als voordeel dat de profileringen nog worden ondersteund door het materiaal van de tand zelf.

Er wordt nog opgemerkt dat onder “de tand zelf’ de tand afgezonderd van het daaraan voorziene vergrendeldeel moet worden begrepen. Onder de term “hoofdzakelijk” dient hier te worden begrepen dat minstens 50% van het materiaal van de tand zelf nog dient aanwezig te zijn ter plaatse van voornoemd gedeelte.

Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het eerste of tweede aspect nog het kenmerk dat voornoemd vergrendeldeel van de groef, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, zoals voornoemd over een sectie van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de groef; en dat de groef nog hoofdzakelijk aanwezig is ter plaatse van de sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de groef.

Er wordt opgemerkt dat onder de term “hoofdzakelijk” wordt begrepen dat minstens 50% van de diepte van de groef nog dient aanwezig te zijn ter plaatse van voornoemd gedeelte.

Bij voorkeur vertoont het samengesteld element van het eerste of tweede aspect verder nog het kenmerk dat voornoemd vergrendeldeel van de tand, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, zoals voornoemd over een sectie van de tand afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand; en dat voornoemde sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel van de tand afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand is gerealiseerd door een extra hoeveelheid materiaal die is weggenomen ter plaatse van voornoemde sectie ten opzichte van de hoeveelheid materiaal die is weggenomen ter plaatse van één of meerdere overige secties van de tand.

Bij voorkeur vertoont het samengesteld element van het eerste of tweede aspect verder ook het kenmerk dat voornoemd vergrendeldeel van de groef, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, zoals voornoemd over een sectie van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de groef; en dat voornoemde sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de groef is gerealiseerd door een extra hoeveelheid materiaal die is weggenomen ter plaatse van voornoemde sectie ten opzichte van de hoeveelheid materiaal die is weggenomen ter plaatse van één of meerdere overige secties van de groef.

In het bijzonder is voornoemde extra hoeveelheid materiaal weggenomen aan de hand van minstens één snijbewerking, meer speciaal aan de hand van een freesbewerking. Dit biedt als voordeel dat deze extra hoeveelheid materiaal kan worden weggenomen met technieken gelijkaardig aan deze die standaard worden gebruikt voor het vervaardigen van de profileringen, en dat dus geen bijkomende complexe handelingen dienen te worden uitgevoerd.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het eerste of tweede aspect nog het kenmerk dat voornoemd vergrendeldeel van de tand, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, zoals voornoemd over een sectie van de tand afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand; en dat voornoemde sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel van de tand afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de tand zich aan een uiteinde van de tand bevindt, welk uiteinde één van de uiteinden van de tand is in de langsrichting van de betreffende koppelzone. Gezien het risico op beschadiging van de profileringen net aan deze uiteinden beduidend is, en dit omwille van het feit dat aan deze uiteinden de profileringen het minst worden omgeven door ondersteunend materiaal, is het in het bijzonder voordelig dergelijk gedeelte van de tand aan zulk uiteinde te voorzien.

Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het eerste of tweede aspect verder nog het kenmerk dat voornoemd vergrendeldeel van de groef, gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone, zoals voornoemd over een sectie van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de groef; en dat voornoemde sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel van de groef afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de groef zich aan een uiteinde van de groef bevindt, welk uiteinde één van de uiteinden van de groef is in de langsrichting van de betreffende koppelzone. Gezien het risico op beschadiging van de profileringen net aan deze uiteinden beduidend is, en dit omwille van het feit dat aan deze uiteinden de profileringen het minst worden omgeven door ondersteunend materiaal, is het in het bijzonder voordelig dergelijk gedeelte van de tand aan zulk uiteinde te voorzien.

Er wordt opgemerkt dat het voorzien van de tand van een spleet met niet-uniforme diepte op zich een onafhankelijk inventief idee van de uitvinding vormt. Het toepassen van voornoemd idee biedt het voordeel dat nieuwe mogelijkheden worden geboden naar optimalisatie van de koppeling. Dergelijk samengesteld element maakt een derde onafhankelijk aspect van de uitvinding uit, en kan worden gedefinieerd als een samengesteld element, dat ten minste twee paneelvormige elementen bevat, waarbij deze paneelvormige elementen elk een koppelzone bezitten waarin een profilering is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone uitstrekt, welke profileringen toelaten dat deze paneelvormige elementen op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand en een groef die eenieder voorzien zijn van minstens één vergrendeldeel, en waarbij deze paneelvormige elementen in de normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden zijn, en meer speciaal onder 90°, en waarbij de tand gespleten is en bijgevolg minstens twee gedeelten bevat die gescheiden zijn door een spleet, met als kenmerk dat de spleet een niet-uniforme diepte heeft zodanig dat de tand een sectie bevat dat vrij is van dergelijke spleet of waar de diepte van de spleet kleiner is dan de diepte van de spleet in één of meerdere overige secties van de tand.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het derde aspect verder het kenmerk dat de tand zich uitstrekt tot aan een kopse zijde van het betreffende paneelvormige element die zich dwars uitstrekt ten opzichte van de betreffende koppelzone; dat voornoemd sectie van de tand die vrij is van dergelijke spleet of waar de diepte van de spleet kleiner is dan de diepte van de spleet in één of meerdere overige secties van de tand grenst aan deze kopse zijde; en dat de spleet zodanig is uitgevoerd dat deze niet zichtbaar is aan deze kopse zijde. Dit biedt het voordeel dat de spleet van de tand niet zichtbaar en dus ook niet storend is voor de gebruiker van het samengesteld element, terwijl in het overige gedeelte van de tand de flexibiliteit die geboden wordt door de spleet kan worden behouden.

Met hetzelfde doel als in de vorige aspecten betreft de huidige uitvinding volgens een onafhankelijk vierde aspect ervan nog een samengesteld element, dat ten minste twee paneelvormige elementen bevat, waarbij deze paneelvormige elementen elk een koppelzone bezitten waarin een profilering is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone uitstrekt, welke profileringen toelaten dat deze paneelvormige elementen op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand en een groef die eenieder voorzien zijn van minstens één vergrendeldeel, en waarbij deze paneelvormige elementen in de normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden zijn, en meer speciaal onder 90°, met als kenmerk dat de tand gespleten is en bijgevolg minstens twee gedeelten bevat die gescheiden zijn door een spleet waarvan slechts één gedeelte is voorzien van voornoemd vergrendeldeel en het andere gedeelte vrij is van dergelijk vergrendeldeel of dergelijk vergrendeldeel bevat dat weliswaar in een minder uitgesproken vergrendeling voorziet; dat de tand een zijde bevat die behoort tot het gedeelte dat vrij is van dergelijk vergrendeldeel of dergelijk vergrendeldeel bevat dat weliswaar in een minder uitgesproken vergrendeling voorziet; en dat deze zijde zich maximaal op een afstand van 3 mm, en bij voorkeur maximaal op een afstand van 2 mm, en nog meer bij voorkeur maximaal op een afstand van 1 mm, bevindt van één van de grote vlakken van het betreffende paneelvormige element of het verlengde ervan. Dergelijk samengesteld element biedt nog als voordeel dat het op een economisch voordelige en efficiënte manier kan worden vervaardigd.

Hierbij wordt opgemerkt dat onder “minder uitgesproken vergrendeling” een vergrendeling dient te worden begrepen die minder bijdraagt tot de totale vergrendeling van de paneelvormige elementen.

Bij voorkeur vertoont het samengesteld element van het vierde aspect nog het kenmerk dat voornoemde zijde één of meerdere van volgende karakteristieken vertoont: - de zijde begrenst voornoemde spleet niet; - de zijde valt nagenoeg samen met één van de grote vlakken van het betreffende paneelvormige element of het verlengde ervan; - de zijde valt samen met één van de grote vlakken van het betreffende paneelvormige element. - de zijde ligt hoofdzakelijk evenwijdig met één van de grote vlakken van het betreffende paneelvormige element; - de zijde is nagenoeg recht; en/of - de zijde is recht.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het vierde aspect verder nog het kenmerk dat voornoemde spleet één of meerdere van volgende karakteristieken vertoont: - de spleet is doorlopend en dus vrij van onderbrekingen; - de spleet heeft een uniforme diepte; - de spleet is schuin georiënteerd; en/of - de spleet is zichtbaar in de gekoppelde toestand van de twee paneelvormige elementen.

Verder vertoont het samengesteld element van het vierde aspect nog het kenmerk dat de minimale dikte van de tand minstens 60%, en bij voorkeur minstens 65%, van de totale dikte van het betreffende paneelvormige element bedraagt. Dit biedt als voordeel dat de tand uitermate robuust is, terwijl de nodige flexibiliteit blijft behouden doordat de tand gespleten is.

Een onafhankelijk vijfde aspect van de uitvinding heeft betrekking op een samengesteld element, dat ten minste twee paneelvormige elementen bevat, waarbij deze paneelvormige elementen elk een koppelzone bezitten waarin een profilering is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone uitstrekt, welke profileringen toelaten dat deze paneelvormige elementen op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand en een groef die eenieder voorzien zijn van minstens één vergrendeldeel, waarbij deze paneelvormige elementen in de normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden zijn, en meer speciaal onder 90°, met als kenmerk dat het samengesteld element hulpmiddelen bevat die bijdragen tot de vergrendeling van de paneelvormige elementen en die gevormd worden door minstens één plugvormig element dat kan samenwerken met corresponderende uitsparingen; en dat het plugvormige element zich in de richting van de kern van het paneelvormige element met de tand uitstrekt tot voorbij het basisvlak waar de paneelvormige elementen tegen elkaar aansluiten. Dit biedt als voordeel dat in een bijzonder stevige vergrendeling wordt voorzien.

Onder een plugvormig element die bijdraagt tot de vergrendeling van de paneelvormige elementen wordt een plugvormig element begrepen dat zowel vergrendeld zit in het paneelvormige element van de tand als het paneelvormige element van de groef, en dit door middel van wrijving of een spankracht of een combinatie van beiden.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het vijfde aspect nog het kenmerk dat één uitsparing zich dwars doorheen het paneelvormige element met de groef uitstrekt en de andere uitsparing zich in het paneelvormige element met de tand bevindt.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het vijfde aspect nog het kenmerk dat ten minste één uitsparing is aangebracht in de tand in de vorm van een boorgat doorheen de profilering van de tand.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het vijfde aspect nog het kenmerk dat ten minste één uitsparing is aangebracht in de tand in de vorm van een boorgat ter plaatse van een lokale onderbreking in de profilering van de tand.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het vijfde aspect nog het kenmerk dat het plugvormige element wordt opgespannen in de uitsparingen doordat dit plugvormige element voorzien is van spanmiddelen langs zijn omtrek.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het samengesteld element van het vijfde aspect nog het kenmerk dat het plugvormige element zodanig geconfigureerd is dat deze in een expansie van de tand in de groef zorgt.

Volgens al haar vorige aspecten vertoont de uitvinding bij voorkeur verder het kenmerk dat de paneelvormige elementen één of meerdere van volgende karakteristieken vertoont: - de tand past door middel van een snapverbinding in de groef, dit door het betreffende paneelvormige element met de tand in zijn vlak naar de groef toe te drukken; - de tand past door middel van een wentelbeweging in de groef; - de tand en de groef zijn zodanig geconfigureerd dat zij zowel via een wentelbeweging als door een snapbeweging via een translatie in elkaar kunnen worden gevoegd; - het vergrendeldeel aan de tand bevindt zich aan de zijde van de tand die naar de binnenhoek is gericht; - de tand is gespleten en vertoont in het bijzonder twee gedeelten die gescheiden zijn door een spleet; - de tand is gespleten en vertoont bijgevolg twee gedeelten waarvan slechts één gedeelte voorzien is van een vergrendeldeel; - de tand is gespleten en vertoont bijgevolg twee gedeelten waarvan slechts één gedeelte voorzien is van een vergrendeldeel dat elastisch samendrukbaar en/of verbuigbaar is; - de tand is gespleten en de spleet strekt zich dieper uit dan het basisvlak waar de paneelvormige elementen tegen elkaar aansluiten; - de tand kan in de groef worden gesnapt door middel van een onderlinge translatiebeweging, waarbij de tand gespleten is en bijgevolg twee gedeelten vertoont waarvan slechts één gedeelte is voorzien van een vergrendeldeel, waarbij het gedeelte dat het vergrendeldeel bevat elastisch verbuigbaar is naar de spleet toe en waarbij de spleet een breedte vertoont die gelijk of groter is dan de maximale zijdelingse verplaatsing die het vergrendeldeel ten opzichte van het paneelvormige element waartoe het behoort, uitvoert tijdens het in elkaar snappen; - de diepte van de groef bedraagt een waarde welke gelegen is tussen 1/3 en 2/3 van de dikte van het paneelvormige element waarin de groef is aangebracht; en/of - de tand bevindt zich aan een distaai uiteinde van het betreffende paneelvormige element, terwijl de groef zich in de zijwand van het andere paneelvormige element bevindt, met andere woorden in één van de grote vlakken ervan.

Volgens al haar vorige aspecten vertoont de uitvinding bij voorkeur verder het kenmerk dat de paneelvormige elementen hoofdzakelijk uit spaanplaat, MDF plaat of HDF plaat bestaan, waarbij de voornoemde profileringen hoofdzakelijk uit dit materiaal zijn verwezenlijkt.

Volgens al haar vorige aspecten vertoont de uitvinding bij voorkeur nog het kenmerk dat de tand zich uitstrekt tot aan een kopse zijde; en dat deze kopse zijde is voorzien van een decoratieve laag die doorloopt over de tand, en meer speciaal doordat deze decoratieve laag is aangebracht op deze kopse zijde alvorens de betreffende profilering is aangebracht. Dit biedt als voordeel dat mogelijke openingen zo min mogelijk storend zijn voor de gebruiker.

In het bijzonder worden deze decoratieve laag gevormd door laminaat, lak, melamine, PVC folie of fineer.

Volgens al haar vorige aspecten vertoont de uitvinding nog het kenmerk dat de profileringen zodanig zijn geconfigureerd dat de paneelvormige elementen door middel van een laterale beweging, meer speciaal door middel van een wentelbeweging en/of snapbeweging, in en/of uit elkaar kunnen worden gevoegd.

Er wordt nog opgemerkt dat elk kenmerk of elke combinatie van kenmerken van één aspect kan gecombineerd worden met elk kenmerk of elke combinatie van kenmerken van één of meerdere andere aspecten, in zoverre dat deze kenmerken niet tegenstrijdig zijn.

De uitvinding heeft verder ook betrekking op een lade, die wanden alsmede een bodem bezit, waarbij voornoemde wanden minstens een voorwand, een achterwand en zijwanden omvatten, met als kenmerk dat minstens een eerste en een tweede van voornoemde wanden een samengesteld element volgens één of een combinatie van twee of meerdere van de voorgaande aspecten vormen. Er werd vastgesteld dat de kenmerken van de vorige aspecten in het bijzonder voordelig zijn wanneer deze worden toegepast op lades.

In het bijzonder bevatten de wanden elk een gleuf zodanig dat een bodem kan worden ingeschoven.

De uitvinding betreft ook een werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke lade met het kenmerk dat twee of meerdere wanden uit één plaat worden vervaardigd; dat hierbij de profileringen van de betreffende wanden door middel van een bewerking, al dan niet bestaande uit meerdere deelbewerkingen, uitgevoerd op voornoemde plaat worden gevormd; en dat de voornoemde plaat pas in twee of meer wanden wordt opgedeeld nadat minstens gedeelten van voornoemde profileringen zijn gevormd. Deze werkwijze laat een bijzonder economisch voordelige en efficiënte vervaardiging van dergelijke lades toe.

In geval van uitvoeringsvormen waar secties worden toegepast waarbij materiaalgedeelten van de vergrendeldelen worden weggenomen, geniet het hierbij de voorkeur dat dit gebeurt met een deelbewerking die tevens wordt uitgevoerd vooraleer de voornoemde plaat in twee of meer wanden wordt opgedeeld.

Tevens wordt bij voorkeur nog minstens één gedeelte van de profileringen gevormd nadat de plaat in twee of meer wanden wordt opgedeeld, meer speciaal wordt de spleet van de tand al dan niet met een niet-uniforme diepte aangebracht nadat de plaat in twee of meer wanden wordt opgedeeld.

Verdere technieken, inrichtingen en werkwijzen kunnen worden gevonden in de documenten WO 2013/001442 en WO 2013/121320. Deze technieken, inrichtingen en werkwijzen dienen beschouwd te worden als geïncorporeerd door referentie en kunnen worden gebruikt in combinatie met de hier beschreven materie, indien deze niet tegenstrijdig zijn.

Er wordt nog opgemerkt dat het begrip “paneelvormig element” breed dient te worden geïnterpreteerd, en dat dit begrip kleine wanden zoals zijwanden in een lade, alsook kleine verbindingslatten en dergelijke omvat.

Tevens wordt opgemerkt dat onder het begrip “sectie” een sectie of gedeelte van de tand of van de groef dient te worden begrepen dat zich uitstrekt in de langsrichting van de betreffende koppelzone.

Alhoewel de uitvinding in de eerste plaats bedoeld is in een koppeling te voorzien tussen twee zulke paneelvormige elementen, heeft de uitvinding volgens een alternatieve uitvoeringsvorm ook betrekking op uitvoeringen waarbij een paneelvormig element via een vergrendelende koppeling met een ander stuk, meer speciaal meubelonderdeel, wordt verbonden, waarbij in deze verbinding één of meer van de voornoemde aspecten worden toegepast. Zulk stuk kan bijvoorbeeld bestaan uit een verbindingsstuk, meer speciaal een hoekverbindingsstuk, zoals een lijst waarop twee paneelvormige elementen aansluiten.

Tevens heeft de uitvinding betrekking op verbindingen die in verstek zijn uitgevoerd waarbij de tand en de groef al dan niet schuin zijn opgesteld.

Er wordt nog opgemerkt dat volgens een afwijkende variant het plugvormige element zich in de richting van de kern van het paneelvormige element met de tand niet tot voorbij het basisvlak waar de paneelvormige elementen tegen elkaar aansluiten, uitstrekt.

Er wordt tevens opgemerkt dat het wegnemen van het vergrendeldeel in een sectie van de tand en/of de groef volgens de uitvinding volgens twee mogelijkheden kan gebeuren. Volgens een eerste mogelijkheid wordt het vergrendeldeel op zich weggenomen in deze sectie, terwijl volgens een tweede mogelijkheid de profilering in deze sectie zodanig is uitgevoerd dat het vergrendeldeel op een positie komt te liggen waarin deze geen vergrendelfunctie meer heeft, waarmee wordt bedoeld dat in de gekoppelde toestand van de paneelvormige elementen dit vergrendeldeel van de tand en/of de groef nauwelijks nog kan samenwerken met het vergrendeldeel van de groef respectievelijk de tand.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een samengesteld element volgens de uitvinding weergeeft, weliswaar in gedemonteerde toestand; figuren 2 en 3 respectievelijk doorsneden weergeven volgens de lijnen ll-ll en lll-lll in figuur 1; figuur 4 het samengesteld element uit figuur 1 weergeeft, weliswaar in gemonteerde toestand; figuren 5 en 6 respectievelijk doorsneden weergeven volgens de lijnen ll-ll en lll-lll in figuur 4; figuur 7 een alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft van een samengesteld element volgens de uitvinding; figuren 8 en 9 respectievelijk een doorsnede van een samengesteld element van het vierde aspect van de uitvinding weergeeft in gedemonteerde' en gemonteerde toestand; figuur 10 een alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft van een samengesteld element van het vierde aspect van de uitvinding; figuur 11 een samengesteld element van het vijfde aspect van de uitvinding weergeeft; figuur 12 een doorsnede weergeeft volgens de lijn IV-IV in figuur 11; figuur 13 een alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft van het vijfde aspect van de uitvinding; figuur 14 een doorsnede weergeeft volgens de lijn IV-IV in figuur 13; figuren 15 en 16 nog voorkeurdragende uitvoeringsvormen weergeven van een samengesteld element volgens de uitvinding volgens doorsneden zoals deze uit de figuren 2 en 3; figuren 17 en 18 weergeven hoe de paneelvormige elementen van het samengesteld element uit figuren 15 en 16 kunnen worden gekoppeld; figuur 19 in perspectief een lade volgens de uitvinding weergeeft; figuren 20 en 21 op een grotere schaal doorsneden weergeven volgens lijnen ll-ll en lll-lll in figuur 19; figuur 22 nog een lade volgens de uitvinding weergeeft.

In figuur 1 is een samengesteld element 1 volgens de uitvinding weergeven, weliswaar in gedemonteerde toestand. Het samengesteld element 1 bevat hier twee paneelvormige elementen 2-3.

Deze paneelvormige elementen 2-3 bezitten elk een koppelzone 4-5 waarin een profilering 6-7 is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone 4-5 uitstrekt. Deze profileringen 6-7 laten toe dat deze twee paneelvormige elementen 2-3 lateraal en op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Zij maken daartoe gebruik van een tand 8 en een groef 9 die eenieder zijn voorzien van één vergrendeldeel 10-11.

Deze profileringen 6-7 laten toe dat deze twee paneelvormige elementen 2-3 door middel van een snapbeweging S kunnen worden gekoppeld. Deze twee paneelvormige elementen 2-3 kunnen eveneens worden ontkoppeld door dergelijke snapbeweging uit te voeren weliswaar in een richting tegenovergesteld aan deze van de snapbeweging S.

Deze paneelvormige elementen 2-3 worden in normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden. Het samengesteld element 1 uit figuur 1 is in gemonteerde toestand weergegeven in figuur 4, waarin de paneelvormige elementen 2-3 in het bijzonder onder 90° met elkaar zijn verbonden.

Het vergrendeldeel 10 van het paneelvormige element 2 is, gezien in de langsrichting van de koppelzone 4, over een sectie 12 van de tand 8 afwezig. Deze sectie 12 strekt zich uit in de langsrichting van de betreffende koppelzone 4. Aldus is dit samengesteld element 1 uitgevoerd volgens het eerste aspect van de uitvinding. Het vergrendeldeel 10 wordt duidelijkheidshalve expliciet aangeduid met een arcering.

Dergelijk vergrendeldeel 10 is gerealiseerd door een extra hoeveelheid materiaal weg te nemen langs deze sectie 12 ten opzichte van de hoeveelheid materiaal die is weggenomen langs de rest van de tand 8. Bij voorkeur geschiedt dit aan de hand van minstens één snijbewerking, meer speciaal aan de hand van een freesbewerking. Volgens een variant kan dit ook aan de hand van een schuurbewerking gebeuren.

Er wordt opgemerkt dat volgens een niet-weergegeven alternatieve uitvoeringsvorm ook het vergrendeldeel 11, gezien in de langsrichting van de koppelzone 5, over een sectie van de groef 9 afwezig kan zijn of in een mate van vergrendeling kan voorzien die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel voorziet in één of meerdere overige secties van de groef 9. Dergelijk vergrendeldeel 11 kan op analoge manier worden uitgevoerd als het vergrendeldeel 10.

Het geniet echter de voorkeur dergelijke sectie langsheen de tand 8 te voorzien omdat de profilering 6 van het paneelvormige element 2 stabieler/steviger is dan de profilering 7 van het paneelvormige element 3. Uit het paneelvormige element 2 met de tand 8 is immers ter vervaardiging van de profilering 6 minder materiaal weggehaald dan uit het paneelvormige element 3 met de groef 9.

De tand 8 zelf is nog hoofdzakelijk aanwezig langs de sectie 12.

Naast de kenmerken van het eerste aspect, vertoont het samengesteld element uit figuur 1 ook de kenmerken van het tweede aspect. De tand is immers gespleten en bevat bijgevolg minstens twee gedeelten 13-14 die gescheiden zijn door een spleet 15. Bij voorkeur verkrijgt men dergelijke spleet 15 aan de hand van een zaagsnede.

Deze spleet 15 heeft een niet-uniforme diepte zodanig dat de tand 8 een sectie 16 bevat die vrij is van dergelijke spleet 15. De niet-uniforme diepte van de spleet 15 wordt bij voorkeur verkregen door een snijwerktuig relatief te bewegen ten opzichte van de betreffende koppelzone 4.

De secties 12 en 16 van de tand 8 vallen samen langs de langsrichting van de koppelzone 4.

Verder strekt de tand 8 zich uit tot aan de kopse zijde 17 die zich dwars uitstrekt ten opzichte van de betreffende koppelzone 4. De sectie 16 van de tand 8 grenst aan deze kopse zijde 17. Bovendien is de spleet 15 zodanig uitgevoerd dat deze niet zichtbaar is aan volgens een zicht op deze kopse zijde 17.

Gezien de secties 12 en 16 samenvallen, grenst ook sectie 12 aan deze kopse zijde 17.

De groef grenst tevens aan de kopse zijde 18. Deze kopse zijde 18 strekt zich dwars uit ten opzichte van de koppelzone 5 en grenst in de gekoppelde toestand van de paneelvormige elementen 2-3 aan de kopse zijde 17 zoals is weergegeven in figuur 4.

Verder bevindt de sectie 12 zich aan één van beide uiteinden 19-20 van de tand 8 in de langsrichting van de koppelzone 4, met name aan het uiteinde 19. Er wordt echter opgemerkt dat de uitvinding niet beperkt is tot uitvoeringsvormen waar deze sectie 12 zich aan een uiteinde van de tand 8 bevindt. Deze sectie 12 kan ook voordelig worden toegepast op andere posities langsheen de tand 8, met het oog op het vergemakkelijken van de montage of demontage van het samengesteld element 1.

Duidelijkheidshalve zijn in de figuren 2 en 3 respectievelijk doorsnedes weergegeven volgens de lijnen ll-ll en lll-lll in figuur 1, en dit om duidelijk te maken dat in een doorsnede volgens de lijn ll-ll het vergrendeldeel 10 van de tand 8 alsook de spleet 15 afwezig zijn, terwijl in een doorsnede volgens de lijn lll-lll het vergrendeldeel 10 van de tand 8 alsook de spleet 15 aanwezig zijn.

Verder wordt, zoals reeds eerder vermeld, in figuur 4 het samengesteld element uit figuur 1 voorgesteld, weliswaar in de gemonteerde toestand ervan. Het is duidelijk dat volgens een zicht op de kopse zijden 17-18 de spleet 15 niet zichtbaar is, wat een esthetisch mooiere afwerking oplevert. Met het oog op deze mooie esthetische afwerking worden de kopse zijde 17 van de tand 8 voorzien van een decoratieve laag 21 die doorloopt over de tand 8, en meer speciaal doordat deze is aangebracht alvorens de betreffende profilering 6 is aangebracht. Tevens kan de kopse zijde 18 van de groef 9 van een decoratieve laag worden voorzien. De uitvinding wordt in het bijzonder voordelig toegepast bij paneelvormige elementen 2-3 die volledig of voor het grootste gedeelte omwonden worden door dergelijke decoratieve laag, alvorens de profileringen 6-7 worden aangebracht. Deze decoratieve lagen worden gevormd door laminaat, lak, melamine, PVC folie of fineer of dergelijke meer.

Wel dient te worden opgemerkt dat een opening 22 zichtbaar is aan deze kopse zijden 17-18, met name de opening 20 die is ontstaan door het wegnemen van het vergrendeldeel 10 van de tand 8 over de sectie 12. Deze opening 20 is wel geminimaliseerd doordat de tand 8 zelf nog aanwezig is aan deze kopse zijde 17, en enkel het vergrendeldeel 10 is weggenomen. Doordat dit vergrendeldeel 10 is weggenomen, is wel het voordeel bekomen dat ter plaatse van deze sectie 12 geen weerstand wordt geboden door zulk vergrendeldeel 10 bij het ontkoppelen van de paneelvormige elementen 2-3, met als gevolg dat het risico op beschadiging of breuk wordt uitgesloten of op zijn minst wordt geminimaliseerd.

Duidelijkheidshalve zijn in de figuren 5 en 6 respectievelijk doorsnedes weergegeven volgens de lijnen ll-ll en lll-lll in figuur 4, en dit om duidelijk te maken dat in een doorsnede volgens de lijn ll-ll het vergrendeldeel 10 van de tand 8 alsook de spleet 15 afwezig zijn, terwijl in een doorsnede volgens de lijn lll-lll het vergrendeldeel 10 van de tand 8 alsook de spleet 15 aanwezig zijn.

Een alternatieve uitvoeringsvorm van een samengesteld element 1, dat tevens voldoet aan de kenmerken van het eerste en tweede aspect van de uitvinding, is weergegeven in figuur 7. In deze uitvoeringsvorm voorziet het vergrendeldeel 10 over de sectie 12 van de tand 8 in een mate van vergrendeling die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dit vergrendeldeel 10 voorziet langs de rest van de tand 8. Deze kleinere mate van vergrendeling wordt hier verkregen doordat het vergrendeldeel 10 in deze sectie 12 kleiner is uitgevoerd dan langs de rest van de tand 8.

De vooraf beschreven uitvoeringsvormen voldoen tevens aan de kenmerken van het derde aspect van de uitvinding.

De vooraf beschreven uitvoeringsvormen voldoen ook aan de kenmerken van het vierde aspect van de uitvinding. Zoals reeds eerder vermeld is de tand 8 gespleten en bevat deze bijgevolg twee gedeelten 13-14. Slechts één gedeelte 13 hiervan is voorzien van het vergrendeldeel 10, terwijl het andere gedeelte 14 vrij is van dergelijk vergrendeldeel 10. Verder bevat dit laatste gedeelte 14 een zijde 23 die zich maximaal op een afstand D van 3 mm, bij voorkeur maximaal op een afstand van 2 mm, en nog meer bij voorkeur maximaal op een afstand van 1 mm, bevindt van het grote vlak 24 van het betreffende paneelvormige element 2. In de vooraf beschreven uitvoeringsvormen valt deze zijde 23 in het bijzonder samen met het grote vlak 24. Tevens vertonen zij het kenmerk dat de minimale dikte T1 van de tand 8 minstens 60%, en bij voorkeur minstens 65%, van de totale dikte T van het paneelvormige element 2 bedraagt.

In de figuren 8 en 9 is respectievelijk in de gedemonteerde en gemonteerde toestand nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een samengesteld element 1 van het vierde aspect weergegeven. Hierin bevindt de zijde 23 zich op een afstand D van het grote vlak 24, welke afstand D verschillend is van nul.

In figuur 10 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een samengesteld element 1 van het vierde aspect van de uitvinding weergegeven, waarbij de spleet 15 schuin is georiënteerd. Er wordt opgemerkt dat dit kenmerk tevens voordelig kan worden toegepast in de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen.

In figuur 11 is een samengesteld element weergegeven dat voldoet aan het vijfde aspect van de uitvinding, en in het bijzonder ook aan de vorige vier aspecten van de uitvinding. Dit samengesteld element 1 bevat hulpmiddelen 25-26-27 die bijdragen tot de vergrendeling van de paneelvormige elementen 2-3 en die gevormd worden door één plugvormig element 25 dat kan samenwerken met corresponderende uitsparingen 26-27, met name een uitsparing 26 in het paneelvormige element 2 met de tand~8 en een uitsparing 27 in het paneelvormige element 3 met de groef 9. Bovendien strekt het plugvormige element 25 zich in de richting van de kern van het paneelvormige element 2 met de tand 8 uit tot voorbij het basisvlak 28 waar de paneelvormige elementen 2-3 tegen elkaar aansluiten. Doordat het plugvormige element 25 zich zo diep uitstrekt in het paneelvormige element 2 met de tand 8, wordt in een bijzonder stevige vergrendeling voorzien.

Het plugvormige element 25 wordt opgespannen in de uitsparingen 26-27 doordat dit plugvormige element 25 is voorzien van spanmiddelen 29 langs zijn omtrek. Deze spanmiddelen 29 kunnen bij wijze van voorbeeld bestaan uit inhaakelementen die inhaken in het materiaal waarmee de uitsparingen wordt omgeven. Als voorbeeld kunnen deuvels worden aangewend met een geribd, meer speciaal weerhaakvormig geribd oppervlak.

De uitsparing 26 die is aangebracht in het paneelvormige element 2 met de tand 8 is gevormd door een boorgat doorheen de profilering 6 van de tand 8.

De uitsparing TJ die is aangebracht in het paneelvormige element 3 met de groef 9 strekt zich dwars doorheen dit paneelvormige element 3 uit. Dit is duidelijkheidshalve weergegeven in figuur 12 die een doorsnede weergeeft volgens de lijnen IV-IV in figuur 11.

In figuur 13 wordt nog een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven van een samengesteld element 1 volgens het vijfde aspect van de uitvinding. Hier is de uitsparing 26 die is aangebracht in het paneelvormige element 2 gevormd door een boorgat ter plaatse van een lokale onderbreking in de profilering 6 van de tand 8, welke in figuur 13 is aangeduid met L.

Verder strekt de uitsparing 27 die is aangebracht in het paneelvormige element 3 met de groef 9 zich niet dwars doorheen dit paneelvormige element 3 uit. Duidelijkheidshalve is dit weergegeven in figuur 14 die een doorsnede weergeeft volgens de lijnen IV-IV in figuur 13.

Er wordt nog opgemerkt dat alle voornoemde plugvormige elementen 25 uit eender welk materiaal kunnen bestaan, zoals uit hout, kunststof, enzovoort. Aangezien zij een vergrendeleffect moeten leveren, wordt bij voorkeur omwille van stevigheid en elasticiteit gebruik gemaakt van kunststof.

In de figuren 15 en 16 is nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm weergeven van een samengesteld element 1 volgens het eerste, tweede en derde aspect van de uitvinding. Deze uitvoeringsvorm is in deze figuren respectievelijk weergeven volgens doorsnedes zoals deze uit de figuren 2 en 3.

De tand 8 en de groef 9 van dit samengesteld element 1 zijn zodanig geconfigureerd dat zij zowel via een wentelbeweging W als door een snapbeweging S via een translatie in elkaar kunnen worden gevoegd. In de figuren 17 en 18 wordt weergegeven hoe het samengesteld element 1 uit de figuren 13 en 14 kan worden gemonteerd, zijnde respectievelijk via een wentelbeweging W en een snapbeweging S.

Verder vertoont dit samengesteld element 1 nog de volgende karakteristieken: - het vergrendeldeel 10 aan de tand 8 bevindt zich aan de zijde 30 van de tand 8 die naar de binnenhoek is gericht; - de tand is gespleten en vertoont bijgevolg twee gedeelten 13-14 waarvan slechts één gedeelte 13 voorzien is van een vergrendeldeel dat elastisch samendrukbaar en verbuigbaar is; - de spleet 15 strekt zich dieper uit dan het basisvlak 28 waar de paneelvormige elementen 2-3 tegen elkaar aansluiten; - de tand 8 kan in de groef 9 worden gesnapt door middel van een onderlinge translatiebeweging, waarbij het gedeelte 13 dat het vergrendeldeel 10 bevat elastisch verbuigbaar is naar de spleet 15 toe en waarbij de spleet 15 een breedte vertoont die gelijk of groter is dan de maximale zijdelingse verplaatsing die het vergrendeldeel 10 ten opzichte van het paneelvormige element 2 waartoe het behoort, uitvoert tijdens het in elkaar snappen; en - de diepte van de groef 9 bedraagt een waarde welke gelegen is tussen 1/3 en 2/3 van de dikte van het paneelvormige element 3 waarin de groef is aangebracht.

Alle hierboven opgesomde kenmerken zijn in het weergegeven tand- en groefprofiel gecombineerd. Het is echter duidelijk dat al deze kenmerken facultatief zijn, en volgens niet weergegeven varianten kan zulk tand- en groefprofiel slechts één of een beperkt aantal van de hoger genoemde kenmerken vertonen, dit volgens eender welke willekeurige combinatie.

In de figuren 19 tot 21 is een lade 31 volgens de uitvinding weergegeven. De lade 31 bevat hierbij minstens een voorwand 32, een achterwand 33 en twee zijwanden 34-35, alsmede een bodem 36.

De achterwand 33 is verbonden met de zijwanden 34-35 door middel van met elkaar samenwerkende vergrendelende profileringen 6-7 die minstens de kenmerken vertonen van één of een combinatie van twee of meerdere van de hiervoor beschreven aspecten van de uitvinding, terwijl de voorwand 32 met de zijwanden 3435 is verbonden door middel van verbindingsmiddelen 37 anders dan vergrendelende profileringen.

De verbindingsmiddelen 37 tussen de voorwand 32 en de zijwanden 34-35 bestaan in het weergegeven voorbeeld uit afzonderlijke verbindingselementen 38 die met openingen 39-40, meer speciaal boringen, samenwerken die respectievelijk in de achterzijde 41 van de voorwand 32 en de kopse uiteinden 42 van de zijwanden 34-35 zijn aangebracht. Deze verbindingselementen 38 worden in het voorbeeld gevormd door deuvels, meer speciaal mechanisch vergrendelende deuvels. In figuur 20 worden hiertoe deuvels met een geribd, meer speciaal weerhaakvormig geribd oppervlak 43 aangewend. Er kunnen ook andere verbindingsmiddelen worden toegepast.

Verder bevatten de wanden 32-33-34-35 elk een gleuf 44 zodanig dat de bodem 36 kan worden ingeschoven.

Ook zijn de volgende kenmerken in de figuren 19 tot 21 zichtbaar: - de voorwand bestaat uit slechts één wand-deel, dat dan ook het frontdeel van de lade vormt; - de voorwand is als frontpaneel uitgevoerd dat met de achterzijde naar de kopse voorste uiteinden van de zijwanden is gekeerd; - de achtenwand bevindt zich tussen de zijwanden; - de zijwanden zijn voorzien van openingen en/of uitsparingen 45 voor bevestiging van beslag, meer speciaal voor het eraan bevestigen van onderdelen van een beslagmechanisme voor het uitschuifbaar ondersteunen van een lade.

In figuur 22 is nog een lade 31 volgens de uitvinding weergegeven. Zoals weergegeven bezit de lade een voorwand 32, een achterwand 33 en twee zijwanden 34-35, alsmede een bodem 36. Verder zijn de zijwanden 34-35 zowel met de voorwand 32 als achterwand 36 verbonden door middel van profileringen die vergrendelend in elkaar passen en die hiertoe gebruik maken van een tand 8 en groef 9 met vergrendeldelen 10-11, waarbij deze profileringen lateraal in elkaar kunnen worden gevoegd. De voorwand 32 is direct op de zijwanden 34-35 bevestigd en de verbinding tussen de voorwand 32 en de zijwanden 34-35 geschiedt doordat de betreffende tanden 8 distaai aan de voorste uiteinden van de zijwanden 34-35 zijn aangebracht, waarbij deze tanden 8 als volle tandprofielen en dus niet-gespleten zijn uitgevoerd, waarbij de betreffende groeven 9 zich aan de achterzijde van de voorwand 32 bevinden, en waarbij de tanden 8 via een wentelbeweging van de zijwanden 34-35 in de respectieve groeven 9 passen. Het is duidelijk dat op deze wijze een starre vergrendeling tussen de voorwand 32 en de zijwanden 34-35 kan worden gerealiseerd, waardoor het front bijzonder stabiel aan de rest van de lade 31 vastzit.

De achterwand 36 is verbonden met de zijwanden 34-35 door middel van met elkaar samenwerkende vergrendelende profileringen 6-7 die minstens de kenmerken vertonen van één of een combinatie van twee of meerdere van de hiervoor beschreven aspecten van de uitvinding.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke samengestelde elementen, lades en werkwijzen kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.

Claims

Conclusies 1Samengesteld element (1), dat ten minste twee paneelvormige elementen (2-3) bevat, waarbij deze paneelvormige elementen (2-3) elk een koppelzone (4-5) bezitten waarin een profilering (6-7) is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4-5) uitstrekt, welke profileringen (6-7) toelaten dat deze paneelvormige elementen (2-3) op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand (8) en een groef (9) die eenieder voorzien zijn van minstens één vergrendeldeel (10-11), waarbij deze paneelvormige elementen (2-3) in de normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden zijn, en meer speciaal onder 90°, en waarbij de profileringen (6-7) toelaten dat deze twee paneelvormige elementen (2-3) minstens door middel van een snapbeweging (S) kunnen worden gekoppeld en/of ontkoppeld, daardoor gekenmerkt dat voornoemd vergrendeldeel (10-11) van de tand (8) en/of van de groef (9), gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4-5), over een sectie (12) van de tand (8) en/of van de groef (9) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (10-11) voorziet in één of meerdere overige secties van de tand (8) respectievelijk van de groef (9).
2, - Samengesteld element volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de tand (8) gespleten is en bijgevolg minstens twee gedeelten (13-14) bevat die gescheiden zijn door een spleet (15).
3. - Samengesteld element, dat ten minste twee paneelvormige elementen (2-3) bevat, waarbij deze paneelvormige elementen (2-3) elk een koppelzone (4-5) bezitten waarin een profilering (6-7) is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4-5) uitstrekt, welke profileringen (6-7) toelaten dat deze paneelvormige elementen (2-3) op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand (8) en een groef (9) die eenieder voorzien zijn van minstens één vergrendeldeel (10-11), waarbij deze paneelvormige elementen (2-3) in de normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden zijn, en meer speciaal onder 90°, en waarbij deze tand (8) gespleten is en bijgevolg minstens twee gedeelten (13-14) bevat die gescheiden zijn door een spleet (15); daardoor gekenmerkt dat voornoemd vergrendeldeel (10-11) van de tand (8) en/of van de groef (9), gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4-5), over een sectie (12) van de tand (8) en/of van de groef (9) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (10-11) voorziet in één of meerdere overige secties van de tand (8) respectievelijk van de groef (9).
4, - Samengesteld element volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de spleet (15) een niet-uniforme diepte heeft zodanig dat de tand (8) een sectie (16) bevat die vrij is van dergelijke spleet (15) of waar de diepte van de spleet (15) kleiner is dan de diepte van de spleet (15) in één of meerdere overige secties van de tand (8).
5, - Samengesteld element volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat voornoemd vergrendeldeel (10) van de tand (8), gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4), zoals voornoemd over een sectie (12) van de tand (8) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (10) voorziet in één of meerdere overige secties van de tand (8); en dat de sectie (16) van de tand (8) die vrij is van dergelijke spleet (15) of waar de diepte van de spleet (15) kleiner is dan de diepte van de spleet (15) in één of meerdere overige secties van de tand (8) langs de langsrichting van de betreffende koppelzone (4) minstens gedeeltelijk overlapt met de sectie (12) waarlangs het betreffende vergrendeldeel (10) van de tand (8) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (10) voorziet in één of meerdere overige secties van de tand (8).
6, - Samengesteld element volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat voornoemd vergrendeldeel (11) van de groef (9), gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone (5), zoals voornoemd over een sectie van de groef (9) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (11) voorziet in één of meerdere overige secties van de groef (9); en dat de sectie (16) van de tand (8) die vrij is van dergelijke spleet (15) of waar de diepte van de spleet (15) kleiner is dan de diepte van de spleet (15) in één of meerdere overige secties van de tand (8) langs de langsrichting van de betreffende koppelzone (5) minstens gedeeltelijk overlapt met de sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel (11) van de groef (9) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (11) voorziet in één of meerdere overige secties van de groef (9).
7, - Samengesteld element volgens één van de conclusies 4 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de tand (8) zich uitstrekt tot aan een kopse zijde (17) van het betreffende paneelvormige element (2) die zich dwars uitstrekt ten opzichte van de betreffende koppelzone (4); dat voornoemde sectie (16) die vrij is van dergelijke spleet (15) of waar de diepte van de spleet (15) kleiner is dan de diepte van de spleet (15) in één of meerdere overige secties van de tand (8) grenst aan deze kopse zijde (17); en dat de spleet (15) zodanig is uitgevoerd dat deze niet zichtbaar is aan deze kopse zijde (17).
8, - Samengesteld element volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat voornoemd vergrendeldeel (10) van de tand (8), gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4), zoals voornoemd over een sectie (12) van de tand (8) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (10) voorziet in één of meerdere overige secties van de tand (8); en dat voornoemde sectie (12) waarlangs het betreffende vergrendeldeel (10) van de tand (8) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (10) voorziet in één of meerdere overige secties van de tand (8) grenst aan voornoemde kopse zijde (17).
9, - Samengesteld element volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de groef (9) zich uitstrekt tot aan de kopse zijde (18) van het betreffende paneelvormige element (3) die zich dwars uitstrekt ten opzichte van de betreffende koppelzone (5) en die in de gekoppelde toestand van de paneelvormige elementen (2-3) grenst aan voornoemde kopse zijde (17) tot waar de tand (8) zich uitstrekt; dat voornoemd vergrendeldeel (11) van de groef (9), gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone (5), zoals voornoemd over een sectie van de groef (9) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (11) voorziet in één of meerdere overige secties van de groef (9); en dat voornoemde sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel (11) van de groef (9) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (11) voorziet in één of meerdere overige secties van de groef (9) grenst aan deze kopse zijde (18).
10. - Samengesteld element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voornoemd vergrendeldeel (10) van de tand (8), gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4), zoals voornoemd over een sectie (12) van de tand (8) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (10) voorziet in één of meerdere overige secties van de tand (8); en dat de tand (8) zelf nog hoofdzakelijk aanwezig is ter plaatse van de sectie (12) waarlangs het betreffende vergrendeldeel (10) van de tand (8) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (10) voorziet in één of meerdere overige secties van de tand (8).
11. - Samengesteld element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voornoemd vergrendeldeel (11) van de groef (9), gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone (5), zoals voornoemd over een sectie van de groef (9) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (11) voorziet in één of meerdere overige secties van de groef (9); en dat de groef (9) nog hoofdzakelijk aanwezig is ter plaatse van de sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel (11) van de groef (9) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (11) voorziet in één of meerdere overige secties van de groef (9).
12. - Samengesteld element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voornoemd vergrendeldeel (11) van de tand (8), gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4), zoals voornoemd over een sectie (12) van de tand (8) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (10) voorziet in één of meerdere overige secties van de tand (8); en dat voornoemde sectie (12) waarlangs het betreffende vergrendeldeel (10) van de tand (8) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (10) voorziet in één of meerdere overige secties van de tand (8) is gerealiseerd door een extra hoeveelheid materiaal die is weggenomen ter plaatse van voornoemde sectie (12) ten opzichte van de hoeveelheid materiaal die is weggenomen ter plaatse van één of meerdere overige secties van de tand (8).
13. - Samengesteld element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voornoemd vergrendeldeel (11) van de groef (9), gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone (5), zoals voornoemd over een sectie van de groef (9) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (11) voorziet in één of meerdere overige secties van de groef (9); en dat voornoemde sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel (11) van de groef (9) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (11) voorziet in één of meerdere overige secties van de groef (9) is gerealiseerd door een extra hoeveelheid materiaal die is weggenomen ter plaatse van voornoemde sectie ten opzichte van de hoeveelheid materiaal die is weggenomen ter plaatse van één of meerdere overige secties van de groef (9).
14. - Samengesteld element volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat voornoemde extra hoeveelheid materiaal is weggenomen aan de hand van minstens één snijbewerking, meer speciaal een freesbewerking.
15. - Samengesteld element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voornoemd vergrendeldeel (10) van de tand (8), gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4), zoals voornoemd over een sectie (12) van de tand (8) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (10) voorziet in één of meerdere overige secties van de tand (8); en dat voornoemde sectie (12) waarlangs het betreffende vergrendeldeel (10) van de tand (8) afwezig is of in een mate yan vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (10) voorziet in één of meerdere overige secties van de tand (8) zich aan een uiteinde (19) van de tand bevindt, welk uiteinde (19) één van de uiteinden (19-20) van de tand (8) is in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4).
16. - Samengesteld element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voornoemd vergrendeldeel (11) van de groef (9), gezien in de langsrichting van de betreffende koppelzone (5), zoals voornoemd over een sectie van de groef (9) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (11) voorziet in één of meerdere overige secties van de groef (9); en dat voornoemde sectie waarlangs het betreffende vergrendeldeel van de groef (9) afwezig is of in een mate van vergrendeling voorziet die kleiner is dan de mate van vergrendeling die dergelijk vergrendeldeel (11) voorziet in één of meerdere overige secties van de groef (9) zich aan een uiteinde van de groef (9) bevindt, welk uiteinde één van de uiteinden van de groef (9) is in de langsrichting van de betreffende koppelzone (5).
17. - Samengesteld element, dat ten minste twee paneelvormige elementen (2-3) bevat, waarbij deze paneelvormige elementen (2-3) elk een koppelzone (4-5) bezitten waarin een profilering (6-7) is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4-5) uitstrekt, welke profileringen (6-7) toelaten dat deze paneelvormige elementen (2-3) op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand (8) en een groef (9) die eenieder voorzien zijn van minstens één vergrendeldeel (10-11), en waarbij deze paneelvormige elementen (2-3) in de normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden zijn, en meer speciaal onder 90°, en waarbij de tand (8) gespleten is en bijgevolg minstens twee gedeelten (13-14) bevat die gescheiden zijn door een spleet (15), daardoor gekenmerkt dat de spleet (15) een niet-uniforme diepte heeft zodanig dat de tand (8) een sectie (16) bevat die vrij is van dergelijke spleet (15) of waar de diepte van de spleet (15) kleiner is dan de diepte van de spleet (15) in één of meerdere overige secties van de tand (8).
18. - Samengesteld element volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat de tand (8) zich uitstrekt tot aan een kopse zijde (17) van het betreffende paneelvormige element (2) die zich dwars uitstrekt ten opzichte van de betreffende koppelzone (4); dat voornoemd sectie (16) van de tand (8) die vrij is van dergelijke spleet (15) of waar de diepte van de spleet (15) kleiner is dan de diepte van de spleet (15) in één of meerdere overige secties van de tand (8) grenst aan deze kopse zijde (17); en dat de spleet (15) zodanig is uitgevoerd dat deze niet zichtbaar is aan deze kopse zijde (17).
19. - Samengesteld element, dat ten minste twee paneelvormige elementen (2-3) bevat, waarbij deze paneelvormige elementen (2-3) elk een koppelzone (4-5) bezitten waarin een profilering (6-7) is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4-5) uitstrekt, welke profileringen (6-7) toelaten dat deze paneelvormige elementen (2-3) op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand (8) en een groef (9) die eenieder voorzien zijn van minstens één vergrendeldeel (10-11), en waarbij deze paneelvormige elementen (2-3) in de normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden zijn, en meer speciaal onder 90°, daardoor gekenmerkt dat de tand (8) gespleten is en bijgevolg minstens twee gedeelten (13-14) bevat die gescheiden zijn door een spleet (15) waarvan slechts één gedeelte 13) is voorzien van voornoemd vergrendeldeel (10) en het andere gedeelte (14) vrij is van dergelijk vergrendeldeel (10) of dergelijk vergrendeldeel (10) bevat dat weliswaar in een minder uitgesproken vergrendeling voorziet; dat de tand (8) een zijde (23) bevat die behoort tot het gedeelte (14) dat vrij is van dergelijk vergrendeldeel (10) of dergelijk vergrendeldeel (10) bevat dat weliswaar in een minder uitgesproken vergrendeling voorziet; en dat deze zijde (23) zich maximaal op een afstand (D) van 3 mm, en bij voorkeur maximaal op een afstand van 2 mm, en nog meer bij voorkeur maximaal op een afstand van 1 mm, bevindt van één van de grote vlakken (24) van het betreffende paneelvormige element (2) of het verlengde ervan.
20. - Samengesteld element volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat voornoemde zijde (23) één of meerdere van volgende karakteristieken vertoont: - de zijde (23) begrenst voornoemde spleet (15) niet; - de zijde (23) valt nagenoeg samen met één van de grote vlakken (24) van het betreffende paneelvormige element (2) of het verlengde ervan; - de zijde (23) valt samen met één van de grote vlakken (24) van het betreffende paneelvormige element (2). - de zijde (23) ligt hoofdzakelijk evenwijdig met één van de grote vlakken (24) van het betreffende paneelvormige element (2); - de zijde (23) is nagenoeg recht; en/of - de zijde (23) is recht.
21. - Samengesteld element volgens conclusie 19 of 20, daardoor gekenmerkt dat voornoemde spleet (15) één of meerdere van volgende karakteristieken vertoont: - de spleet (15) is doorlopend en dus vrij van onderbrekingen; - despleet (15) heeft een uniforme diepte; - de spleet (15) is schuin georiënteerd; en/of - de spleet (15) is zichtbaar in de gekoppelde toestand van de twee paneelvormige elementen (2-3).
22. - Samengesteld element volgens één van de conclusies 19 tot 21, daardoor gekenmerkt dat de minimale dikte (T1) van de tand (8) minstens 60%, en bij voorkeur minstens 65%, van de totale dikte (T) van het betreffende paneelvormige element (2) bedraagt.
23. - Samengesteld element, dat ten minste twee paneelvormige elementen (2-3) bevat, waarbij deze paneelvormige elementen (2-3) elk een koppelzone (4-5) bezitten waarin een profilering (6-7) is aangebracht die zich in de langsrichting van de betreffende koppelzone (4-5) uitstrekt, welke profileringen (6-7) toelaten dat deze paneelvormige elementen (2-3) op vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld en daartoe gebruik maken van een tand (8) en een groef (9) die eenieder voorzien zijn van minstens één vergrendeldeel (10-11), waarbij deze paneelvormige elementen (2-3) in de normale gebruikstoestand onder hoek met elkaar verbonden zijn, en meer speciaal onder 90°, daardoor gekenmerkt dat het samengesteld element (1) hulpmiddelen (25-26-27) bevat die bijdragen tot de vergrendeling van de paneelvormige elementen (2-3) en die gevormd worden door minstens één plugvormig element (25) dat kan samenwerken met corresponderende uitsparingen (26-27); en dat het plugvormige element (25) zich in de richting van de kern van het paneelvormige element (2) met de tand (8) uitstrekt tot voorbij het basisvlak (28) waar de paneelvormige elementen (2-3) tegen elkaar aansluiten.
24. - Samengesteld element volgens conclusie 23, daardoor gekenmerkt dat één uitsparing (27) zich dwars doorheen het paneelvormige element (3) met de groef (9) uitstrekt en de andere uitsparing (26) zich in het paneelvormige element (2) met de tand (8) bevindt.
25. - Samengesteld element volgens conclusie 23 of 24, daardoor gekenmerkt dat ten minste één uitsparing (26) is aangebracht in de tand (8) in de vorm van een boorgat doorheen de profilering van de tand (8).
26. - Samengesteld element volgens conclusie 23 of 24, daardoor gekenmerkt dat ten minste één uitsparing (26) is aangebracht in de tand (8) in de vorm van een boorgat ter plaatse van een lokale onderbreking (L) in de profilering van de tand (8).
27. - Samengesteld element volgens één van de conclusies 23 tot 26, daardoor gekenmerkt dat het plugvormige element (25) wordt opgespannen in de uitsparingen (26-27) doordat dit plugvormige element (25) voorzien is van spanmiddelen (29) langs zijn omtrek.
28. - Samengesteld element volgens één van de conclusies 23 tot 27, daardoor gekenmerkt dat het plugvormige element (25) zodanig geconfigureerd is dat deze in een expansie van de tand (8) in de groef (9) zorgt.
29. - Samengesteld element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de paneelvormige elementen (2-3) één of meerdere van volgende karakteristieken vertoont: - de tand (8) past door middel van een snapverbinding in de groef (9), dit door het betreffende paneelvormige element met de tand (8) in zijn vlak naar de groef (9) toe te drukken; - de tand (8) past door middel van een wentelbeweging in de groef (9); - de tand (8) en de groef (9) zijn zodanig geconfigureerd dat zij zowel via een wentelbeweging als door een snapbeweging via een translatie in elkaar kunnen worden gevoegd; - het vergrendeldeel (10) aan de tand (8) bevindt zich aan de zijde (30) van de tand (8) die naar de binnenhoek is gericht; - de tand (8) is gespleten en vertoont in het bijzonder twee gedeelten (13-14) die gescheiden zijn door een spleet (15); - de tand (8) is gespleten en vertoont bijgevolg twee gedeelten (13-14) waarvan slechts één gedeelte (13) voorzien is van een vergrendeldeel (10); - de tand is gespleten en vertoont bijgevolg twee gedeelten (13-14) waarvan slechts één gedeelte (13) voorzien is van een vergrendeldeel (10) dat elastisch samendrukbaar en/of verbuigbaar is; - de tand (8) is gespleten en de spleet (15) strekt zich dieper uit dan het basisvlak (28) waar de paneelvormige elementen (2-3) tegen elkaar aansluiten; - de tand (8) kan in de groef (9) worden gesnapt door middel van een onderlinge translatiebeweging, waarbij de tand (8) gespleten is en bijgevolg twee gedeelten (1314) vertoont waarvan slechts één gedeelte (13) is voorzien van een vergrendeldeel (10), waarbij het gedeelte (13) dat het vergrendeldeel (10) bevat elastisch verbuigbaar is naar de spleet (15) toe en waarbij de spleet (15) een breedte vertoont die gelijk of groter is dan de maximale zijdelingse verplaatsing die het vergrendeldeel (10) ten opzichte van het paneelvormige element (2) waartoe het behoort, uitvoert tijdens het in elkaar snappen; - de diepte van de groef (9) bedraagt een waarde welke gelegen is tussen 1/3 en 2/3 van de dikte van het paneelvormige element (3) waarin de groef (9) is aangebracht; en/of - de tand (8) bevindt zich aan een distaai uiteinde van het betreffende paneelvormige element (2), terwijl de groef (9) zich in de zijwand van het andere paneelvormige element (3) bevindt, met andere woorden in één van de grote vlakken ervan.
30. - Samengesteld element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de paneelvormige elementen (2-3) hoofdzakelijk uit spaanplaat, MDF plaat of HDF plaat bestaan, waarbij de voornoemde profileringen (6-7) hoofdzakelijk uit dit materiaal zijn verwezenlijkt.
31. - Samengesteld element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de tand (8) zich uitstrekt tot aan een kopse zijde (17), meer speciaal de kopse zijde (17) uit conclusies 7, 8 en 18; en dat deze kopse zijde (17) is voorzien van een decoratieve laag (21) die doorloopt over de tand (8), en meer speciaal doordat deze decoratieve laag (21) is aangebracht op deze kopse zijde (17) alvorens de betreffende profilering (6) is aangebracht.
32. - Samengesteld element volgens conclusie 31, daardoor gekenmerkt dat de decoratieve laag (21) gevormd wordt door laminaat, lak, melamine, PVC folie of fineer.
33. - Samengesteld element volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de profileringen (6-7) zodanig zijn geconfigureerd dat de paneelvormige elementen (2-3) door middel van een laterale beweging, meer speciaal door middel van een wentelbeweging en/of snapbeweging, in en/of uit elkaar kunnen worden gevoegd.
34, - Samengesteld element, daardoor gekenmerkt dat het de kenmerken van twee of meerdere van de voorgaande conclusies combineert, in zoverre dat deze kenmerken niet tegenstrijdig zijn.
35, - Lade, die wanden (32-33-34-35) alsmede een bodem (36) bezit, waarbij voornoemde wanden (32-33-34-35) minstens een voorwand (32), een achterwand (33) en zijwanden (34-35) omvatten, daardoor gekenmerkt dat minstens een eerste en een tweede van voornoemde wanden (32-33-34-35) een samengesteld element (1) volgens één van de voorgaande conclusies vormen.
36, - Lade volgens conclusie 35, daardoor gekenmerkt dat de wanden (32-33-34-35) elk een gleuf (44) bevatten zodanig dat een bodem (36) kan worden ingeschoven.
37, - Werkwijze voor het vervaardigen van een lade volgens conclusie 35 of 36, daardoor gekenmerkt dat twee of meerdere wanden uit één plaat worden vervaardigd; dat hierbij de profileringen van de betreffende wanden door middel van een bewerking, al dan niet bestaande uit meerdere deelbewerkingen, uitgevoerd op voornoemde plaat worden gevormd; en dat de voornoemde plaat pas in twee of meer wanden wordt opgedeeld nadat minstens gedeelten van voornoemde profileringen zijn gevormd.