BE1022033B1

BE1022033B1 - Schuifsysteem voor deuren of luiken

Info

Publication number: BE1022033B1
Application number: BE2014/0490A
Authority: BE
Inventors: Kevin Deprez
Original assignee: Louage En Wisselinck Nv
Priority date: 2014-06-23
Filing date: 2014-06-23
Publication date: 2016-02-05

Abstract

Deze uitvinding betreft een schuifsysteem (1) voor het afsluiten van een raam-, deur- of kastopening, omvattende een paneel (2) dat met behulp van een rollichaam (4) in een looprail (5) verschuifbaar is opgesteld ten opzichte van een naastliggende wand of ander paneel (3), waarbij het rollichaam (4) via een roteerbare zwenkarm (6) zodanig verbonden is met het paneel (2) dat het paneel (2) door rotatie van de zwenkarm (6) verplaatsbaar is tussen een gebruikpositie, waarin het paneel (2) verschuifbaar is in de looprail (5), en een rustpositie, waarin het paneel (2) in hetzelfde vlak valt als het naastliggende paneel (3) of wand.

Description

SCHUIFS YSTEEM VOOR DEUREN OF LUIKEN

Deze uitvinding betreft een schuifsysteem voor het afsluiten van een opening omvattende een paneel dat met behulp van een rollichaam in een looprail verschuifbaar is opgesteld ten opzichte van een naastliggende wand of ander paneel. Het paneel is bij voorkeur een schuifdeur voor een wand of kast ofwel een luik (schuifluik) als afscherming voor een raam.

Schuifluiken of schuifdeuren worden meestal gebruikt om kast-, raam- of deuropeningen af te sluiten. Ze worden meestal opgebouwd door een wandelement (paneel) dat met behulp van looprollen, voorzien op een rollichaam, heen en weer verschuifbaar in een looprail is. Er zijn schuifsystemen gekend waarvan de wandelementen (bijv. luiken of deuren) verschuifbaar zijn ten opzichte van elkaar, of ten opzichte van een naastliggende wand. In het geval van twee ten opzichte van elkaar verschuivende luiken of deuren, zullen de panelen elk in een verschillende looprail verschuiven. Doordat de looprails voor elkaar staan opgesteld, zal het ene paneel voor het andere schuiven.

De bovengenoemde systemen hebben echter het nadeel dat de verschuifbare delen niet in éénzelfde vlak samenvallen met of de aanliggende wanden, of het naastliggende paneel, wat vanzelfsprekend esthetisch niet optimaal is.

Het doel van deze uitvinding is daarom een schuifsysteem te verschaffen van het type dat in de eerste paragraaf van deze beschrijving werd omschreven, die op een eenvoudige en vlotte manier geopend kan worden en die wanneer ze een opening afsluit, in één vlak samenvalt met de omringende wand, muur of andere schuifdeur of luik.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een schuifsysteem voor het afsluiten van een opening omvattende een paneel dat met behulp van een rollichaam in een looprail verschuifbaar is opgesteld ten opzichte van een naastliggende wand of ander paneel, waarbij het rollichaam via een roteerbare zwenkarm zodanig verbonden is met het paneel dat het paneel door rotatie van de zwenkarm verplaatsbaar is tussen een gebruikpositie, waarin het paneel verschuifbaar is in de looprail, en een rustpositie, waarin het paneel in hetzelfde vlak valt als het naastliggende paneel of wand. De zwenkarm zal zich in gebruikpositie bij voorkeur uitstrekken volgens een eerste richting, en zich in rustpositie uitstrekken volgens een tweede richting dwars op de eerste richting. Het paneel is bij voorkeur een schuifluik of schuifdeur.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het schuifsysteem volgens de uitvinding omvat het systeem verder een tandlat en omvat de genoemde zwenkarm een tandwiel met een reeks tanden die voorzien zijn om in te grijpen in het tandprofiel van de tandlat om het paneel te verplaatsen tussen zijn gebruikpositie en rustpositie. Bij voorkeur is de verhouding van het aantal tanden op de tandlat en het aantal tanden van het tandwiel, 1 / 4. In het bijzonder omvat de tandlat minstens drie tanden en omvat het tandwiel minstens twaalf tanden. In het bijzonder is de tandlat voorzien op de looprail. In een alternatieve uitvoering kan de tandlat eventueel ook tegen een aanliggende muur of wand gemonteerd worden.

De bovengenoemde verhouding 1/4 waarbij bijvoorbeeld een tandwiel met twaalf tanden aangrijpt in een tandlat voorzien van drie tanden, zal resulteren in een draaibeweging van 90°, die de zwenkarm zal verplaatsen tussen de gebruikpositie en rustpositie.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van het schuifsysteem overeenkomstig de uitvinding is de zwenkarm via een verend element verbonden met het rollichaam, waarbij het verend element voorzien is om de zwenkarm verend in de gebruikpositie te houden. Het verende element is bij voorkeur een torsieveer. In een alternatieve uitvoeringsvorm is de zwenkarm via een klikverbinding verbonden met het rollichaam.

In een meest bijzondere uitvoeringsvorm van het schuifsysteem volgens de uitvinding omvat het systeem verder een borgelement voorzien om de zwenkarm in rustpositie te houden.

Volgens een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van het schuifsysteem overeenkomstig de uitvinding omvat het rollichaam een eerste en tweede paar looprollen, die respectievelijk via een eerste en tweede as met elkaar verbonden zijn, waarbij de genoemde assen zich op een verschillende hoogte uitstrekken. Dergelijk rollichaam zorgt ervoor dat het ermee verbonden paneel niet zal zakken ondanks de decentrale ophanging.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een schuifsysteem volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvoeringsvorm van een schuifsysteem aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij: - figuur 1: een principeschets is van het schuifsysteem volgens de uitvinding; - figuur 2: een perspectiefvoorstelling is van het schuifsysteem volgens de uitvinding; - figuur 3: een detailvoorstelling is van een roteerbare zwenkarm die via een torsieveer verbonden is met een rollichaam; - figuur 4: een gedeeltelijke voorstelling van een schuifsysteem volgens de uitvinding omvattende twee ten opzichte van elkaar verschuifbare panelen (luiken).

Het schuifsysteem (1) volgens de uitvinding dat ondermeer staat afgebeeld in figuur 2, is voorzien om een opening in een wand of een kast, of vensteropening af te sluiten. Het schuifsysteem (1) omvat hiertoe een wandelement (paneel) in de vorm van een luik (2, 3) of deur dat met behulp van looprollen, voorzien op een rollichaam (4), heen en weer verschuifbaar in een looprail (5) is. In de afgebeelde figuren staan telkens twee verschuifbare (panelen) luiken (2 en 3) afgebeeld. Het is echter evident dat binnen het kader van deze uitvinding het tweede luik (3) vervangen kan worden door een vast opgesteld luik, of door een deel van een aanliggende wand of muurelement.

Met het schuifsysteem (1) overeenkomstig deze uitvinding wordt het mogelijk om een schuifluik (2) zodanig te verplaatsen dat het in hetzelfde vlak valt als het naastliggende schuifluik (3) of wand. Hierbij kan in een bepaalde uitvoeringsvorm, zoals afgebeeld in fig. 1, bijvoorbeeld het achterste (tweede) luik (3) links en rechts verschoven worden, en dit zonder het andere luik (2) te hinderen. Dit kan door de beide luiken (2, 3) elk in een verschillende looprail te laten verschuiven. Het voorste (eerste) luik (2) wordt hoofdzakelijk in één richting verschoven en wordt pas op het laatste ogenblik verplaatst in de beschikbare ruimte naast en gelegen in hetzelfde vlak als het tweede luik (3).

Om de verplaatsing mogelijk te maken is het rollichaam (4) via een roteerbare zwenkarm (6) zodanig verbonden met het schuifluik (2), dat het schuifluik (2) door rotatie van de zwenkarm (6) verplaatsbaar is tussen een gebruikpositie, waarin het schuifluik (2) verschuifbaar is in de looprail (5), en een rustpositie, waarin het schuifluik (2) in hetzelfde vlak valt als het naastliggende luik (3). Tijdens het verschuiven van het luik (2) in de looprail zal de zwenkarm zich uitstrekken volgens een eerste richting, overeenkomstig de richting waarin de looprail (5) zich uitstrekt. Wanneer de zwenkarm (6) zich in zijn rustpositie bevindt zal hij zich uitstrekken volgens een tweede richting, dwars op de eerste richting.

Om de zwenkarm (6) (verend) in gebruikpositie (waarbij de zwenkarm zich uitstrekt volgens de eerste richting) te houden, is de zwenkarm (6) via een verend element (9), bij voorkeur een torsieveer, verbonden met het rollichaam (4). Alternatieve mogelijkheden om de zwenkarm (6) in gebruikpositie te houden, bijv. via een klikverbinding vallen vanzelfsprekend eveneens binnen de beschermingsomvang van deze uitvinding.

Om nu de zwenkarm (6) te verplaatsen naar zijn rustpositie, waarin het met de zwenkarm (6) verbonden luik (2) in hetzelfde vlak valt als het naastliggende schuifluik (3), omvat het schuifsysteem (1) volgens de uitvinding enerzijds een tandlat (7) en omvat de genoemde zwenkarm (6) anderzijds een tandwiel (8) met een reeks tanden die voorzien zijn om in te grijpen in het tandprofïel van de tandlat (7). De verhouding tussen het aantal tanden van de tandlat en het aantal tanden van het tandwiel is 1 op 4. In de figuren is het luik (2) aan zijn bovenzijde, ter hoogte van de uiteinden voorzien van dergelijk geheel van rollichaam, zwenkarm, veer, tandwiel en tandlat. Wanneer het schuifluik (2) nagenoeg op het einde van zijn traject in looprail (5) komt, zullen de tanden van het tandwiel ingrijpen in de vertanding van de tandlat. Hierdoor zal de zwenkarm (6), 90° draaien tot in zijn rustpositie. De draaibeweging zal hierbij ook de veer (tegen de veerkracht in) laten meedraaien.

Door rotatie van de zwenkarm(en) (6) zal het met de zwenkarm(en) (6) verbonden luik (2), in plaats van in een vlak vóór het naastliggende luik (3), nu in hetzelfde vlak liggen als het naastliggende luik (3).

Wanneer de zwenkarm (6) in rustpositie staat, zullen beide rollichamen (4) in een borgelement (stopper) klikken. Deze borgelementen helpen het luik (2) vasthouden, zodat de (torsie)veren (9) deze niet terug trekken. Pas wanneer de rollichamen (4) uit de klemming van de borgelementen getrokken worden, zal de (nu opgespannen) veer, de zwenkarm (6) verplaatsen van rust- naar gebruikpositie, waardoor het eerste luik (2) opnieuw voor het tweede luik (3) komt, en opnieuw verschoven kan worden.

De rollichamen (4) die toegepast worden in het schuifsysteem (1) volgens de uitvinding omvatten een eerste (10) en tweede paar (11) looprollen, die respectievelijk via een eerste en tweede as met elkaar verbonden zijn, waarbij de genoemde assen zich op een verschillende hoogte uitstrekken. In de afgebeelde rollichamen zijn er twee sets van dergelijke looprollen, namelijk een eerste set, aan de linkerzijde van het rollichaam (4), bestaande uit een eerste (10) en tweede paar (11) looprollen en een tweede set, aan de rechterzijde van het rollichaam (4), bestaande uit een eerste (10) en tweede paar (11) looprollen. Doordat de assen zich op een verschillende hoogte uitstrekken staan de looprollen (10) van eerste paar iets hoger dan de looprollen (11) van het tweede paar. Deze opstelling zal ervoor zorgen dat het met het rollichaam (4) verbonden paneel niet zal kippen ten opzichte van de looprail en vlot zal blijven schuiven.

Claims

CONCLUSIES

1. Schuifsysteem (1) voor het afsluiten van een opening omvattende een paneel (2) dat met behulp van een rollichaam (4) in een looprail (5) verschuifbaar is opgesteld ten opzichte van een naastliggende wand of ander paneel (3), met het kenmerk dat het rollichaam (4) via een roteerbare zwenkarm (6) zodanig verbonden is met het paneel (2) dat het paneel (2) door rotatie van de zwenkarm (6) verplaatsbaar is tussen een gebruikpositie, waarin het paneel (2) verschuifbaar is in de looprail (5), en een rustpositie, waarin het paneel (2) in hetzelfde vlak valt als het naastliggende paneel (3) of wand.

2. Schuifsysteem (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het systeem (1) verder een tandlat (7) omvat en dat de genoemde zwenkarm (6) een tandwiel (8) met een reeks tanden omvat die voorzien zijn om in te grijpen in het tandprofiel van de tandlat (7) om het paneel (2) te verplaatsen tussen zijn gebruikpositie en rustpositie.

3. Schuifsysteem (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de verhouding van het aantal tanden op de tandlat en het aantal tanden van het tandwiel, 1 / 4 is.

4. Schuifsysteem (1) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de tandlat (7) minstens drie tanden omvat en het tandwiel (8) minstens twaalf tanden omvat.

5. Schuifsysteem (1) volgens één van de conclusies 2 t/m 4, met het kenmerk dat de tandlat (7) voorzien is op de looprail (5) of een aanliggende muur of wand.

6. Schuifsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de zwenkarm (6) zich in gebruikpositie uitstrekt volgens een eerste richting, en zich in rustpositie uitstrekt volgens een tweede richting dwars op de eerste richting.

7. Schuifsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de zwenkarm (6) via een verend element (9) verbonden is met het rollichaam (4), waarbij het verend element (9) voorzien is om de zwenkarm (6) verend in de gebruikpositie te houden.

8. Schuifsysteem (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het verend element (9) een torsieveer is.

9. Schuifsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het systeem (1) verder een borgelement omvat voorzien om de zwenkarm (6) in rustpositie te houden.

10. Schuifsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het rollichaam (4) een eerste (10) en tweede paar (11) looprollen omvat, die respectievelijk via een eerste en tweede as met elkaar verbonden zijn, waarbij de genoemde assen zich op een verschillende hoogte uitstrekken, zodat het paneel (2) niet kipt ten opzichte van de rail (5).