BE1022020B1 - ELASTIC MAT FOR A FLOATING RAILWAY - Google Patents

ELASTIC MAT FOR A FLOATING RAILWAY Download PDF

Info

Publication number
BE1022020B1
BE1022020B1 BE2013/0394A BE201300394A BE1022020B1 BE 1022020 B1 BE1022020 B1 BE 1022020B1 BE 2013/0394 A BE2013/0394 A BE 2013/0394A BE 201300394 A BE201300394 A BE 201300394A BE 1022020 B1 BE1022020 B1 BE 1022020B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
mat
lateral
railway
parts
elastic
Prior art date
Application number
BE2013/0394A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Pandrol Cdm Track N.V.
Cdm N.V.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pandrol Cdm Track N.V., Cdm N.V. filed Critical Pandrol Cdm Track N.V.
Priority to BE2013/0394A priority Critical patent/BE1022020B1/en
Priority to EP14171123.4A priority patent/EP2811071B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022020B1 publication Critical patent/BE1022020B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B21/00Track superstructure adapted for tramways in paved streets
    • E01B21/02Special supporting means; Draining of rails
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B19/00Protection of permanent way against development of dust or against the effect of wind, sun, frost, or corrosion; Means to reduce development of noise
    • E01B19/003Means for reducing the development or propagation of noise
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B3/00Transverse or longitudinal sleepers; Other means resting directly on the ballastway for supporting rails
    • E01B3/28Transverse or longitudinal sleepers; Other means resting directly on the ballastway for supporting rails made from concrete or from natural or artificial stone
    • E01B3/40Slabs; Blocks; Pot sleepers; Fastening tie-rods to them

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Railway Tracks (AREA)

Abstract

Elastische mat die een elastische basismat (3) bevat waarop een zwevende spoorwegplaat (1) rust en die laterale elastische matdelen (2) bevat die aansluiten op laterale zijden (7) van de spoorwegplaat (1) waarbij deze laterale matdelen (2) een dwarsdoorsnede vertonen die verbreedt van een onderzijde (6) van de spoorwegplaat (1) naar een bovenzijde (4) van de spoorwegplaat (1) toe.Elastic mat comprising an elastic base mat (3) on which a floating railway slab (1) rests and which contains lateral elastic mat parts (2) connecting with lateral sides (7) of the railway slab (1) with these lateral mat parts (2) having a cross-section which widens from an underside (6) of the railway slab (1) to an upper side (4) of the railway slab (1).

Description

Elastische mat voor een zwevende spoorwegElastic mat for a floating railroad

De uitvinding heeft betrekking op een spoorwegplaat met een elastische mat voor een zwevende spoorweg, waarbij een bovenzijde van de spoorwegplaat voorzien is om spoorstaven van een spoorweg aan te bevestigen, waarbij de elastische mat een basismat bevat die aansluit tegen een onderzijde van de spoorwegplaat en waarop deze spoorwegplaat rust, waarbij de elastische mat twee tegenover elkaar staande opstaande laterale matdelen bevat die elk aansluiten tegen een laterale zijde van de spoorwegplaat.The invention relates to a railway plate with an elastic mat for a floating railway, wherein an upper side of the railway plate is provided for attaching rails of a railway, wherein the elastic mat comprises a base mat which connects to a lower side of the railway plate and on which this railway plate rests, wherein the elastic mat comprises two opposed upstanding lateral mat parts which each connect against a lateral side of the railway plate.

Volgens de huidige stand van de techniek worden zwevende spoorwegbanen vervaardigd door een trillingsdempende elastische mat te plaatsen tussen de spoorwegplaat en de ondergrond waarop deze rust. Verder worden eveneens laterale elastische matten aan de zijkanten van de spoorwegplaat geplaatst tussen deze plaat en de daarnaast gelegen vaste bovengrond.According to the current state of the art, floating railway tracks are manufactured by placing a vibration-damping elastic mat between the railway plate and the substrate on which it rests. Furthermore, lateral elastic mats are also placed on the sides of the railway slab between this slab and the adjacent upper topsoil.

Door schuifspanningen kunnen deze laterale matten een beperkende factor vormen voor het bekomen van een voldoende trillingsdemping.Due to shear stresses, these lateral mats can form a limiting factor for obtaining sufficient vibration damping.

Verder treedt na verloop van tijd een verlies van de trillingsdempende eigenschappen van dit systeem op door een constante belasting van de elastische mat welke meestal is vervaardigd uit een elastomeer zoals, bijvoorbeeld, gerecycleerd harsgebonden rubber, gevulkaniseerd rubber, polyurethaan (PU). Voor de huidige systemen van zwevende spoorbanen treedt zo per tijdsdecade een verlies aan performantie op van ongeveer ldB, dit komt overeen met een verlies dat 3dB tot 4dB bedraagt in een periode van 20 j aar.Furthermore, over time a loss of the vibration damping properties of this system occurs due to a constant load of the elastic mat which is usually made of an elastomer such as, for example, recycled resin bonded rubber, vulcanized rubber, polyurethane (PU). For the current systems of floating railways, a loss of performance of approximately 1 dB occurs per time decade, this corresponds to a loss that amounts to 3dB to 4dB in a period of 20 years.

De uitvinding wil aan deze nadelen verhelpen door een zwevende spoorwegplaat met een elastische mat en een werkwijze voor het vervaardigen van een zwevende spoorwegbaan voor te stellen, zoals in de hieraan toegevoegde conclusies, waarbij deze toelaten om op een eenvoudige wijze een voldoende trillingsdemping te bekomen, zonder bovengenoemde nadelen.The invention seeks to remedy these disadvantages by proposing a floating railway plate with an elastic mat and a method for manufacturing a floating railway track, such as in the appended claims, wherein these allow to obtain a sufficient vibration damping in a simple manner, without the above disadvantages.

Tot dit doel vertonen de opstaande laterale matdelen een dwarsdoorsnede die verbreedt van de onderzijde van de spoorwegplaat naar de bovenzijde van de spoorwegplaat toe.For this purpose, the upstanding lateral mat parts have a cross-section that widens from the bottom of the railway plate to the top of the railway plate.

Doelmatig versmalt de dwarsdoorsnede van de spoorwegplaat van de onderzijde naar de bovenzijde toe.Advantageously, the cross-section of the railway plate narrows from the bottom to the top.

In het bijzonder worden de laterale elastische matdelen tegenover elkaar geplaatst met binnenzijden die overhellen naar elkaar toe zodat bij het indrukken van de basismat, door bijvoorbeeld een belasting van de spoorwegplaat door een spoorvoertuig, de laterale matdelen worden ontlast doordat de spanning op deze delen vermindert.In particular, the lateral elastic mat parts are placed opposite each other with inner sides that lean towards each other so that when the base mat is pressed in, for example by a loading of the railway plate by a rail vehicle, the lateral mat parts are relieved by reducing the tension on these parts.

Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van concrete uitvoeringsvormen van de inrichting en de werkwijze volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte niet van de gevorderde bescherming; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.Other details and advantages of the invention will be apparent from the following description of concrete embodiments of the device and method according to the invention; this description is only given as an example and does not limit the scope of the protection claimed; the reference numerals used hereinafter refer to the attached figures.

Figuur 1 is een schematische voorstelling van een dwarsdoorsnede van een spoorwegplaat met een elastische mat volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de elastische mat is opgebouwd uit een basismat en twee opstaande laterale matdelen.Figure 1 is a schematic representation of a cross-section of a railway plate with an elastic mat according to a first embodiment of the invention, wherein the elastic mat is composed of a base mat and two upright lateral mat parts.

Figuur 2 is een schematische voorstelling van een detail van een dwarsdoorsnede van een spoorwegplaat met een elastische mat volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de spoorwegplaat laterale zijden heeft met een niet-lineair profiel volgens een verticale richting.Figure 2 is a schematic representation of a cross-sectional detail of a railway plate with an elastic mat according to a second embodiment of the invention, wherein the railway plate has lateral sides with a non-linear profile in a vertical direction.

Figuur 3 is een schematische voorstelling van een detail van een dwarsdoorsnede van een spoorwegplaat met een elastische mat volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 3 is a schematic representation of a cross-sectional detail of a railway plate with an elastic mat according to a third embodiment of the invention.

Figuur 4 is een schematische voorstelling van een detail van een dwarsdoorsnede van een spoorwegplaat met een elastische mat volgens een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 4 is a schematic representation of a detail of a cross-section of a railway plate with an elastic mat according to a fourth embodiment of the invention.

In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.In the various figures, the same reference numerals refer to the same or analogous elements.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een spoorwegplaat met elastische mat voor een zwevende spoorwegbaan waarbij performantieverliezen van de trillingsdempende eigenschappen worden gecompenseerd. Hierbij is de bovenzijde van de spoorwegplaat voorzien om spoorstaven van een spoorweg aan te bevestigen en worden de spoorstaven, bij voorkeur, continu ondersteund door de spoorwegplaat. De spoorwegplaat rust verder met een onderzijde op een elastische mat. De specifieke constructie van de zwevende spoorwegplaat met de elastische mat, volgens de uitvinding, zorgt voor een minstens gedeeltelijke compensatie van een verminderde trillingsdemping, die bijvoorbeeld te wijten is aan de stijfheid van de laterale matdelen.The invention relates generally to a railway plate with an elastic mat for a floating railway track in which performance losses of the vibration-damping properties are compensated. The upper side of the railway plate is herein provided for attaching rails of a railway and the rails are, preferably, continuously supported by the railway plate. The railway plate also rests with an underside on an elastic mat. The specific construction of the floating railway plate with the elastic mat, according to the invention, ensures at least partial compensation of a reduced vibration damping, which is due, for example, to the rigidity of the lateral mat parts.

Deze laterale elastische matdelen zijn opgespannen tussen de spoorwegplaat en het daarnaast gelegen bouwmateriaal. Doordat de binnenzijden van de zich tegenover elkaar uitstrekkende matdelen overhellen naar elkaar toe, wordt de spanning op de laterale matdelen verlaagd bij het indrukken van de basismat door een verticale belasting van de spoorwegplaat. Bovendien worden, bij voorkeur, de matdelen aan de bovenzijde meer ontlast dan aan de onderzijde, wanneer deze matdelen verbreden van de onderzijde van de spoorwegplaat naar de bovenzijde van de spoorwegplaat toe. Door het ontlasten van de laterale matdelen vermindert dus de spanning op deze matdelen wat resulteert in een lagere resonantiefrequentie van het totaalsysteem van zwevende spoorweg en dus ook in een betere demping van trillingen.These lateral elastic mat parts are clamped between the railway plate and the adjacent building material. Because the inner sides of the mutually extending mat parts are inclined towards each other, the tension on the lateral mat parts is lowered when the base mat is pressed in by a vertical load on the railway plate. Moreover, preferably, the mat parts are more relieved at the top than at the bottom when these mat parts widen from the bottom of the railway plate to the top of the railway plate. By relieving the lateral mat parts, therefore, the stress on these mat parts decreases, which results in a lower resonance frequency of the total system of floating railway and therefore also in a better damping of vibrations.

Ook treedt door een continue belasting van de basismat zogenaamde kruip op van de basismat en zakt de spoorwegplaat in de zwevende spoorwegbaan. Door een schuine vorm van de laterale matdelen en de spoorwegplaat kunnen hierbij de buitenzijden van de laterale matdelen loskomen van de laterale wanden. De laterale matdelen worden hierdoor ontlast zodat de laterale soepelheid verhoogt.Continuous loading of the base mat also causes so-called creep of the base mat and the rail plate sinks into the floating railroad track. Due to an oblique shape of the lateral mat parts and the railway plate, the outer sides of the lateral mat parts can come loose from the lateral walls. This relieves the lateral mat parts so that the lateral flexibility increases.

Een eerste uitvoeringsvorm van een zwevende spoorweg volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 1. Hierin wordt de zwevende spoorweg gevormd door onder andere een massieve betonnen spoorwegplaat 1 en een elastische mat. De spoorwegplaat 1 vertoont een dikte G die, bijvoorbeeld, 400 mm tot 1000 mm bedraagt en de elastische mat vertoont diktes A, B en C die, bijvoorbeeld 20 mm tot 30 mm bedragen. Deze elastische mat is vervaardigd uit een elastomeer zoals gerecycleerd rubber en is opgebouwd uit een basismat 3 en twee daarop aansluitende laterale matdelen 2. De spoorwegplaat 1 rust met een onderzijde 6 op de basismat 3 die op een ondergrond 11 ligt. De bovenzijde 4 van de spoorwegplaat 1 is voorzien om spoorstaven 5 van de spoorweg aan te bevestigen. Zo zijn bij deze eerste uitvoeringsvorm in deze bovenzijde 4 goten voorzien waarin de spoorstaven 5 worden bevestigd door middel van bijvoorbeeld een elastische mantel. Hierbij worden de spoorstaven 5 continu ondersteund door de elastische mantel en de spoorwegplaat 1. De spoorwegplaat 1 heeft af geschuinde laterale zijden 7 waartegen de laterale elastische matdelen 2 aansluiten. Deze laterale elastische matdelen 2 vertonen een binnenzijde 9 die aansluit tegen de spoorwegplaat 1 en een buitenzijde 8 die loodrecht staat op de basismat 3. Aldus vormen de laterale matdelen 2 twee tegenover elkaar staande opstaande matdelen 2. Deze matdelen 2 vertonen een dwarsdoorsnede die verbreedt van de onderzijde 6 van de spoorwegplaat 1 naar de bovenzijde 4 van de spoorwegplaat 1 toe. Daarentegen versmalt de dwarsdoorsnede van de spoorwegplaat 1 van de onderzijde 6 naar de bovenzijde 4 toe. Over het algemeen zijn de bovenzijde 4 en de onderzijde 6 ongeveer evenwijdig zodat de dwarsdoorsnede van de spoorwegplaat 1 trapeziumvormig is.A first embodiment of a floating railway according to the invention is shown in Figure 1. Herein, the floating railway is formed by, among other things, a solid concrete railway plate 1 and an elastic mat. The railway plate 1 has a thickness G which is, for example, 400 mm to 1000 mm and the elastic mat has thicknesses A, B and C which are, for example, 20 mm to 30 mm. This elastic mat is made from an elastomer such as recycled rubber and is made up of a base mat 3 and two lateral mat parts 2 adjoining it. The rail plate 1 rests with a bottom side 6 on the base mat 3 which lies on a substrate 11. The top 4 of the railway plate 1 is provided for attaching rails 5 of the railway. In this first embodiment, for example, in this upper side 4 gutters are provided in which the rails 5 are fixed by means of, for example, an elastic jacket. The rails 5 are herein continuously supported by the elastic jacket and the rail plate 1. The rail plate 1 has bevelled lateral sides 7 against which the lateral elastic mat parts 2 connect. These lateral elastic mat parts 2 have an inner side 9 which connects to the railway plate 1 and an outer side 8 which is perpendicular to the base mat 3. Thus, the lateral mat parts 2 form two opposite upright mat parts 2. These mat parts 2 have a cross-section that extends from the bottom 6 of the railway plate 1 to the top 4 of the railway plate 1. In contrast, the cross-section of the railway plate 1 narrows from the bottom side 6 to the top side 4. In general, the upper side 4 and the lower side 6 are approximately parallel, so that the cross-section of the railway plate 1 is trapezoidal.

De opstaande laterale matdelen 2 vertonen dus een dikte A aan de bovenzijde 2” die groter is dan de dikte B van deze matten 2 aan de onderzijde 2’. Volgens deze eerste uitvoeringsvorm bedraagt de dikte B aan de onderzijde 2’ van de mat 2 ongeveer 66 % van de dikte A aan de bovenzijde 2” van de mat 2. Meer specifiek bedraagt de dikte B, bijvoorbeeld, 20 mm, terwijl de dikte A, bijvoorbeeld, 30 mm bedraagt.The upright lateral mat parts 2 thus have a thickness A at the top 2 "that is greater than the thickness B of these mats 2 at the bottom 2". According to this first embodiment, the thickness B on the underside 2 'of the mat 2 is approximately 66% of the thickness A on the top 2' of the mat 2. More specifically, the thickness B is, for example, 20 mm, while the thickness A for example, 30 mm.

Volgens een werkwijze van de uitvinding wordt een zwevende spoorwegbaan, zoals in de hierboven beschreven eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, vervaardigd in een betonkoffer. Deze betonkoffer bestaat uit een vaste betonnen bodem of ondergrond 11 met twee tegenover elkaar staande opstaande betonnen wanden 12. Deze opstaande wanden 12 staan loodrecht op de ondergrond 11 en strekken zich uit volgens de lengterichting van de spoorweg. In de betonkoffer wordt op de ondergrond 11 een elastische basismat 3 gelegd tussen de wanden 12. Tegen de tegenover elkaar staande wanden 12 worden opstaande laterale elastische matdelen 2 geplaatst. Dit met de buitenzijden 8 van de laterale matdelen 2 aansluitend tegen de wanden 12. Bij voorkeur worden deze matdelen 2 los tegen de wanden 12 geplaatst. De binnenzijden 9 van de tegenover elkaar staande laterale matdelen 2 hellen hierbij over naar elkaar toe. Hierbij sluit de onderzijde 2’ van de laterale matdelen 2 aan tegen de rand van de basismat 3. Aldus is de volledige binnenzijde van de betonkoffer bekleed met de elastische mat bestaande uit de basismat 3 en de laterale matdelen 2. Aangezien de laterale matdelen 2 een dwarsdoorsnede vertonen die verbreedt vanaf de onderzijde 2’ tot aan de daartegenover gelegen bovenzijde 2” van de laterale matdelen 2, bevindt zich tussen deze matdelen 2 een vrije ruimte die een trapeziumvormige dwarsdoorsnede vertoont en die versmalt vanaf de basismat 3 naar de bovenzijde 2” van de laterale matdelen 2 toe. Deze vrije ruimte wordt opgevuld met een uithardend bouwmateriaal, zoals beton. Hiertoe wordt dit bouwmateriaal op de basismat 3 gestort, tussen de zich tegenover elkaar uitstrekkende matdelen 2. Het uithardend bouwmateriaal kan in een of meerdere lagen worden gegoten. Na uitharden vormt dit materiaal aldus een spoorwegplaat 1 die rust op de basismat 3. De spoorwegplaat 1 is bijgevolg omgeven door een elastische mat waardoor geen rechtstreeks contact wordt gemaakt tussen de spoorwegplaat 1 en de betonkoffer.According to a method of the invention, a floating railway track, such as in the first embodiment of the invention described above, is manufactured in a concrete case. This concrete case consists of a fixed concrete floor or base 11 with two opposed upstanding concrete walls 12. These upstanding walls 12 are perpendicular to the base 11 and extend in the longitudinal direction of the railway. In the concrete case an elastic base mat 3 is laid on the substrate 11 between the walls 12. Against the opposite walls 12 upright lateral elastic mat parts 2 are placed. This with the outer sides 8 of the lateral mat parts 2 adjoining the walls 12. Preferably, these mat parts 2 are placed loosely against the walls 12. The inner sides 9 of the opposite lateral mat parts 2 hereby tilt towards each other. The underside 2 'of the lateral mat parts 2 here adjoins the edge of the base mat 3. Thus, the entire inner side of the concrete case is covered with the elastic mat consisting of the base mat 3 and the lateral mat parts 2. Since the lateral mat parts 2 have a cross-section that broadens from the underside 2 'to the opposite top side 2 "of the lateral mat parts 2, there is a free space between these mat parts 2 which has a trapezoidal cross-section and which narrows from the base mat 3 to the top 2" of the lateral mat parts 2. This free space is filled with a hardening building material, such as concrete. For this purpose, this building material is poured onto the base mat 3, between the mat parts 2 extending opposite each other. The curing building material can be cast in one or more layers. After curing, this material thus forms a railway plate 1 which rests on the base mat 3. The railway plate 1 is therefore surrounded by an elastic mat so that no direct contact is made between the railway plate 1 and the concrete case.

Aan de bovenzijde 4 van de spoorwegplaat 1 worden, volgens deze werkwijze, spoorstaven 5, welke bij voorkeur voorzien zijn van een elastische mantel, in het uithardend bouwmateriaal ingebed, zodat deze spoorstaven in de spoorwegplaat in een goot worden bevestigd. Dit kan uitgevoerd worden door een op zich bekende “top-down” werkwijze die wordt toegepast voor spoorwegen met ingebedde spoorstaven.According to this method, rails 5, which are preferably provided with an elastic sheath, are embedded in the hardening building material on the upper side 4 of the railway plate 1, so that these rails are fixed in the railway plate in a gutter. This can be done by a top-down method known per se that is used for railways with embedded rails.

Volgens een specifieke variante van deze werkwijze zijn de buitenzijden 8 van de laterale matdelen 2 voorzien van een reliëf waardoor het contactoppervlak tussen de opstaande wanden 12 en de laterale matdelen 2 verkleint. Dit reliëf is een oneffenheid van het oppervlak van de buitenzijde 8 van de laterale matdelen 2 en kan bestaan uit inkepingen of opstaande elementen. De wanden 12 zijn daarentegen, bij voorkeur, vlak. Tussen de matdelen 2 en de wanden 12 bevinden zich hierdoor open ruimten. Dergelijk reliëf heeft het voordeel dat bij het belasten van de spoorwegplaat 1, doordat een spoorvoertuig over de spoorweg rijdt, de laterale matdelen 2 gemakkelijk loskomen van de opstaande wanden 12, zodat deze matdelen 2 de verticale stijfheid van de zwevende spoorwegbaan slechts minimaal beïnvloeden.According to a specific variant of this method, the outer sides 8 of the lateral mat parts 2 are provided with a relief whereby the contact surface between the upright walls 12 and the lateral mat parts 2 is reduced. This relief is an unevenness of the surface of the outside 8 of the lateral mat parts 2 and may consist of notches or raised elements. The walls 12, on the other hand, are preferably flat. As a result, there are open spaces between the mat parts 2 and the walls 12. Such relief has the advantage that when loading the railway plate 1, because a rail vehicle drives over the railway, the lateral mat parts 2 easily come loose from the upright walls 12, so that these mat parts 2 only have minimal influence on the vertical rigidity of the floating railway track.

Volgens een andere variante van deze werkwijze bestaan de betonnen opstaande wanden 12 uit een tijdelijke bekisting. Deze bekisting wordt verwijderd nadat de spoorwegplaat 1 is vervaardigd. Een definitief omgevend materiaal wordt daarna rondom de spoorwegplaat 1 tegen de buitenzijde 8 van de laterale matdelen 2 geplaatst.According to another variant of this method, the concrete upright walls 12 consist of a temporary formwork. This formwork is removed after the railway plate 1 has been manufactured. A definitively surrounding material is then placed around the railway plate 1 against the outside 8 of the lateral mat parts 2.

Volgens een verdere variante van deze werkwijze worden de spoorstaven 5 boven op de spoorwegplaat 1 bevestigd in de plaats van in de hierboven beschreven goten.According to a further variant of this method, the rails 5 are fixed on top of the railway plate 1 instead of in the gutters described above.

Een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 2 en verschilt van de eerste uitvoeringsvorm voornamelijk doordat de dwarsdoorsnede van de laterale zijde 7 van de spoorwegplaat 1 een niet-lineair profiel vertoont. De laterale zijde 7 vertoont een hoek met een verticale 14 die groter is aan de bovenzijde 4 van de spoorwegplaat 1 dan aan de onderzijde 6 van de spoorwegplaat 1. Zo bedraagt voor een bovenste deel van de laterale zijde 7 deze hoek, bijvoorbeeld, 0,2° tot 0,4° en bedraagt voor een onderste deel van deze laterale zijde 7 deze hoek, bijvoorbeeld, 0,8° tot 2,2°.A second embodiment according to the invention is shown in Figure 2 and differs from the first embodiment mainly in that the cross-section of the lateral side 7 of the railway plate 1 has a non-linear profile. The lateral side 7 has an angle with a vertical 14 that is larger on the upper side 4 of the railway plate 1 than on the lower side 6 of the railway plate 1. Thus, for an upper part of the lateral side 7, this angle is, for example, 0 2 ° to 0.4 ° and for a lower part of this lateral side 7 this angle is, for example, 0.8 ° to 2.2 °.

Het bovenste deel van de laterale zijde 7 heeft een hoogte die, bijvoorbeeld, 25% tot 50% bedraagt van de totale hoogte van de laterale zijde 7 of ook van de hoogte van de spoorwegplaat 1.The upper part of the lateral side 7 has a height which is, for example, 25% to 50% of the total height of the lateral side 7 or also of the height of the railway plate 1.

Volgens een mogelijke werkwijze van de uitvinding wordt de spoorwegplaat 1 uit deze tweede uitvoeringvorm, in drie verschillende lagen gegoten, waarbij deze lagen bestaan uit een bouwmateriaal, zoals bijvoorbeeld beton. Zo vertoont de eerste, onderste laag beton Γ een dikte D die, bijvoorbeeld, 150 mm tot 300 mm bedraagt, en vertoont de tweede, daarbovenop aansluitende laag beton 1” een dikte E die, bijvoorbeeld, 150 mm tot 250 mm bedraagt, en vertoont een derde bovenste laag beton Γ” een dikte F die, bijvoorbeeld 150 mm tot 200 mm bedraagt. Deze bovenste laag Γ” kan, zoals ook de andere lagen, eveneens uit een ander wegbekledingsmateriaal worden vervaardigd.According to a possible method of the invention, the railway plate 1 from this second embodiment is cast in three different layers, wherein these layers consist of a building material, such as for example concrete. For example, the first, lower layer of concrete Γ has a thickness D that is, for example, 150 mm to 300 mm, and the second, superimposed layer of concrete 1 "has a thickness E that is, for example, 150 mm to 250 mm, and a third top layer of concrete Γ ”a thickness F that is, for example, 150 mm to 200 mm. This upper layer Γ ", like the other layers, can also be made from another road-covering material.

De laterale zijden van de eerste laag beton Γ en de tweede laag beton 1” liggen in eikaars verlengde in tegenstelling tot de laterale zijde van de bovenste laag beton Γ”. De laterale zijde 7 van de spoorwegplaat 1 vertoont, bijgevolg, een knik tussen de derde en de tweede laag beton Γ” en, respectievelijk, 1”, zodat deze een niet-lineair profiel vertoont in de verticale richting.The lateral sides of the first layer of concrete Γ and the second layer of concrete 1 "are in line with each other in contrast to the lateral side of the top layer of concrete Γ". The lateral side 7 of the railway plate 1, consequently, has a kink between the third and the second layer of concrete Γ "and, respectively, 1", so that it has a non-linear profile in the vertical direction.

De buitenzijde 8 van de laterale matdelen 2 vertonen, bij voorkeur, in deze uitvoeringsvorm, een reliëf 15 ter hoogte van de derde en de tweede laag beton Γ” en, respectievelijk, 1”. Dit reliëf 15 is een oneffen oppervlak dat, bijvoorbeeld, kan bestaan uit een gegolfd oppervlak of uit opstaande noppen.The outer side 8 of the lateral mat parts 2 preferably have, in this embodiment, a relief 15 at the level of the third and the second layer of concrete Γ "and, respectively, 1". This relief 15 is an uneven surface which, for example, can consist of a corrugated surface or raised uprights.

Een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 3 en verschilt van de tweede uitvoeringsvorm voornamelijk doordat de opstaande wand 12 van de betonkoffer een hoek vormt ten opzichte van de verticale 14 op de vlakke ondergrond 11. De opstaande wanden 12 hellen hierbij over naar elkaar toe. Hierdoor is de dwarsdoorsnede van de betonkoffer groter aan de onderzijde 6 van de spoorwegplaat 1 dan aan de bovenzijde 4 van de spoorwegplaat 1.A third embodiment according to the invention is shown in Figure 3 and differs from the second embodiment mainly in that the upright wall 12 of the concrete case forms an angle with respect to the vertical 14 on the flat surface 11. The upright walls 12 hereby tilt to each other. As a result, the cross-section of the concrete case is larger on the underside 6 of the railway plate 1 than on the upper side 4 of the railway plate 1.

Een vierde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is weergegeven in de figuur 4 en verschilt van de hierboven beschreven derde uitvoeringsvorm voornamelijk doordat de hellingshoek van de wanden 12 overeenkomt met de hellingshoek van de laterale zijden 7 van de spoorwegplaat 1. Hierdoor is de dikte A van de elastische laterale matdelen 2 aan de bovenzijde 4 van de spoorwegplaat 1 gelijk aan de dikte B van de elastische laterale matdelen 2 aan de onderzijde 6 van de spoorwegplaat 1. De buitenzijden 8 van de laterale matdelen 2 worden in deze vierde uitvoeringsvorm minstens gedeeltelijk voorzien van een reliëf 15, zoals hiervoor beschreven, zodat het contactoppervlak met de wand 12 verkleint en de laterale matdelen 2 gemakkelijk loskomen van de opstaande wanden 12 van de betonkoffer.A fourth embodiment according to the invention is shown in Figure 4 and differs from the third embodiment described above mainly in that the angle of inclination of the walls 12 corresponds to the angle of inclination of the lateral sides 7 of the railway plate 1. As a result, the thickness A of the elastic lateral mat parts 2 on the upper side 4 of the railway plate 1 equal to the thickness B of the elastic lateral mat parts 2 on the lower side 6 of the railway plate 1. In this fourth embodiment, the outer sides 8 of the lateral mat parts 2 are at least partially provided with a relief 15, as described above, so that the contact surface with the wall 12 is reduced and the lateral mat parts 2 are easily released from the upright walls 12 of the concrete case.

De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot de hierboven beschreven werkwijze en inrichting.The invention is of course not limited to the method and device described above.

Zo kan volgens de uitvinding de elastische mat bestaan uit een basismat en twee opstaande laterale zijden die een geheel vormen en uit één stuk elastomeer materiaal zijn vervaardigd. Zo kan deze elastische mat eveneens bestaan uit verschillende aan elkaar gekleefde delen.Thus, according to the invention, the elastic mat can consist of a base mat and two upright lateral sides that form a whole and are made from one piece of elastomeric material. This elastic mat can thus also consist of various parts glued together.

Zo kan de elastische mat vervaardigd zijn uit gerecycleerd rubber of andere voor een vakman gekende elastomeren.For example, the elastic mat can be made from recycled rubber or other elastomers known to a person skilled in the art.

Zo kan de dwarsdoorsnede van de laterale matdelen allerhande vormen vertonen waarbij deze steeds minstens deels verbreedt van de onderzijde naar de bovenzijde toe.The cross-section of the lateral mat parts can for instance take all kinds of forms, whereby it always at least partially broadens from the bottom to the top.

Zo kunnen de opstaande wanden van de betonkoffer ook voorzien worden van een oneffenheid zoals bijvoorbeeld verticale ribben.The upright walls of the concrete case can thus also be provided with an unevenness such as, for example, vertical ribs.

Zo kan de spoorwegplaat opgebouwd worden uit beton maar ook uit voor de vakman andere geschikte materialen of combinaties daarvan zoals bijvoorbeeld asfalt. Zo kan de hierboven beschreven betonkoffer eveneens worden vervaardigd uit andere geschikte bouwmaterialen.The railway plate can thus be constructed from concrete, but also from materials suitable for the skilled person or combinations thereof such as, for example, asphalt. The concrete case described above can thus also be manufactured from other suitable building materials.

Zo kunnen de verschillende eigenschappen van de hierin beschreven uitvoeringsvormen onderling worden gecombineerd.The various properties of the embodiments described herein can thus be combined with each other.

Claims (21)

ConclusiesConclusions 1. Spoorwegplaat (1) met een elastische mat (2,3) voor een zwevende spoorweg, welke spoorwegplaat (1) een bovenzijde (4) en een onderzijde (6) heeft, waarbij aan de bovenzijde (4) van de spoorwegplaat (1) spoorstaven (5) zijn bevestigd, waarbij de elastische mat (2,3) een basismat (3) bevat die aansluit tegen de onderzijde (6) van de spoorwegplaat (1) en waarop deze spoorwegplaat (1) rust, waarbij de elastische mat (2,3) verder twee tegenover elkaar staande opstaande laterale matdelen (2) bevat die elk met een binnenzijde (9) aansluiten tegen een laterale zijde (7) van de spoorwegplaat (1) en zich uitstrekken parallel aan de spoorstaven (5), daardoor gekenmerkt dat de opstaande laterale matdelen (2) een dwarsdoorsnede vertonen die verbreedt van de onderzijde (6) van de spoorwegplaat (1) naar de bovenzijde (4) van de spoorwegplaat (1) toe.A railway plate (1) with an elastic mat (2,3) for a floating railway, said railway plate (1) having an upper side (4) and a lower side (6), wherein at the upper side (4) of the railway plate (1) ) rails (5) are attached, wherein the elastic mat (2,3) contains a base mat (3) which connects to the underside (6) of the railway plate (1) and on which this railway plate (1) rests, the elastic mat (2,3) further comprises two opposed upstanding lateral mat parts (2) which each connect with an inner side (9) to a lateral side (7) of the railway plate (1) and extend parallel to the rails (5), characterized in that the upstanding lateral mat parts (2) have a cross-section that widens from the bottom side (6) of the railway plate (1) to the top side (4) of the railway plate (1). 2. Spoorwegplaat volgens de conclusie 1, waarbij bij het indrukken van de basismat (3), door bijvoorbeeld een belasting van de spoorwegplaat (1) door een spoorvoertuig, de laterale matdelen (2) worden ontlast.Railway plate according to claim 1, wherein when the base mat (3) is pressed in, for example by a load on the rail plate (1) by a rail vehicle, the lateral mat parts (2) are relieved. 3. Spoorwegplaat volgens de conclusie 1 of 2, waarbij de dwarsdoorsnede van de spoorwegplaat (1) versmalt van de onderzijde (6) naar de bovenzijde (4) toe.Railway plate according to claim 1 or 2, wherein the cross-section of the railway plate (1) narrows from the bottom (6) to the top (4). 4. Spoorwegplaat volgens een van de conclusies 1 tot 3, waarbij een tegenover de binnenzijde (9) zich uitstrekkende buitenzijde (8) van elk van de opstaande laterale matdelen (2) loodrecht staat op de basismat (3).Railway track plate according to one of claims 1 to 3, wherein an outer side (8) of each of the upright lateral mat parts (2) extending opposite the inner side (9) is perpendicular to the base mat (3). 5. Spoorwegplaat volgens een van de conclusies 1 tot 4, waarbij de opstaande laterale matdelen (2) aansluiten op de basismat (3).Railway track according to one of claims 1 to 4, wherein the upstanding lateral mat parts (2) connect to the base mat (3). 6. Spoorwegplaat volgens een van de conclusies 1 tot 5, waarbij de opstaande laterale matdelen (2) en de basismat (3) van de elastische mat (2,3) een continu geheel vormen.Railway track plate according to one of claims 1 to 5, wherein the upright lateral mat parts (2) and the base mat (3) of the elastic mat (2,3) form a continuous whole. 7. Spoorwegplaat volgens een van de conclusies 1 tot 6, waarbij de buitenzijde (8) van de laterale matdelen (2) een reliëf vertoont dat minstens deels oneffen is.The railway slab according to any of claims 1 to 6, wherein the outside (8) of the lateral mat parts (2) has a relief that is at least partially uneven. 8. Spoorwegplaat volgens een van de conclusies 1 tot 7, waarbij de basismat (3) op een ondergrond (11) rust en waarbij op deze ondergrond (11) opstaande wanden (12) staan die een bekisting vormen die aansluit tegen de buitenzijde (8) van de laterale matdelen (2).A railway slab according to any of claims 1 to 7, wherein the base mat (3) rests on a foundation (11) and wherein there are standing walls (12) on this foundation (11) forming a formwork that adjoins the outside (8) ) of the lateral mat parts (2). 9. Spoorwegplaat volgens de conclusie 8, waarbij de buitenzijde (8) van de laterale matdelen (2) los aansluit tegen de opstaande wanden (12).Railway track according to claim 8, wherein the outer side (8) of the lateral mat parts (2) loosely connects to the upright walls (12). 10. Spoorwegplaat volgens de conclusie 8 of 9, waarbij de buitenzijde (8) van de laterale matdelen (2) oneffen is, waardoor het contactoppervlak met de opstaande wanden (12) verkleint.Railway track according to claim 8 or 9, wherein the outside (8) of the lateral mat parts (2) is uneven, whereby the contact surface with the upright walls (12) is reduced. 11. Spoorwegplaat volgens een van de conclusies 8 tot 10, waarbij de ondergrond (11) en de opstaande wanden (12) gevormd worden door een betonkoffer.The railway slab according to any of claims 8 to 10, wherein the substrate (11) and the upright walls (12) are formed by a concrete case. 12. Spoorwegplaat volgens een van de conclusies 1 tot 11, waarbij de bovenzijde (4) van de spoorwegplaat (1) voorzien is van minstens een goot (10) om spoorstaven (5) van een spoorweg in te bevestigen.A railway plate according to any of claims 1 to 11, wherein the upper side (4) of the railway plate (1) is provided with at least one gutter (10) for mounting rails (5) of a railway. 13. Werkwijze voor het aanleggen van een spoorweg met een zwevende spoorwegplaat (1), waarbij een bekisting met een ondergrond (11) met daarop twee tegenover elkaar zich uitstrekkende opstaande wanden (12) wordt vervaardigd, waarbij een elastische basismat (3) wordt geplaatst op de ondergrond (11) en laterale elastische matdelen (2) tegenover elkaar worden geplaatst tegen de zich tegenover elkaar uitstrekkende opstaande wanden (12) van de bekisting, waarbij een onderzijde (2”) van de laterale elastische matdelen (2) aansluit tegen de elastische basismat (3), waarbij een uithardend bouwmateriaal wordt gestort op de basismat (3) tussen de opstaande wanden (12) van de bekisting zodat de laterale elastische matdelen (2) zich uitstrekken tussen de bekisting en het uithardend bouwmateriaal, waarbij het bouwmateriaal uithardt en de zwevende spoorwegplaat (1) vormt die rust op de basismat (3), daardoor gekenmerkt dat de laterale elastische matdelen (2) tegenover elkaar worden geplaatst met binnenzijden (9) die overhellen naar elkaar toe.A method for constructing a railway with a floating railway plate (1), wherein a formwork with a base (11) with two opposing upright walls (12) extending thereon is produced, wherein an elastic base mat (3) is placed on the substrate (11) and lateral elastic mat parts (2) are placed opposite each other against the opposing upright walls (12) of the formwork, whereby a bottom side (2 ”) of the lateral elastic mat parts (2) abuts against the elastic base mat (3), wherein a hardening building material is poured onto the base mat (3) between the upright walls (12) of the formwork so that the lateral elastic mat parts (2) extend between the formwork and the hardening building material, whereby the building material hardens and forms the floating railway plate (1) resting on the base mat (3), characterized in that the lateral elastic mat parts (2) are placed opposite each other with b inner sides (9) that lean towards each other. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de laterale elastische matdelen (2) worden geplaatst met een dikte (A,B) die toeneemt vanaf de onderzijde (2”) van de laterale elastische matdelen (2) naar een daartegenover gelegen bovenzijde (2’) toe.A method according to claim 13, wherein the lateral elastic mat parts (2) are placed with a thickness (A, B) that increases from the underside (2 ”) of the lateral elastic mat parts (2) to an opposite top side (2 ') ). 15. Werkwijze volgens de conclusies 13 of 14, waarbij een betonkoffer wordt vervaardigd die genoemde ondergrond (11) en opstaande wanden (12) van de bekisting vormt.A method according to claim 13 or 14, wherein a concrete case is produced that forms said substrate (11) and upright walls (12) of the formwork. 16. Werkwijze volgens één van de conclusies 13 tot 14, waarbij de opstaande wanden (12) worden opgebouwd als een voorlopige bekisting die wordt verwijderd na het uitharden van het uithardend bouwmateriaal van de spoorwegplaat (1), waarna de voorlopige bekisting wordt vervangen door een definitief bouwmateriaal, zoals bijvoorbeeld steenslag of beton.The method according to any of claims 13 to 14, wherein the upright walls (12) are constructed as a provisional formwork that is removed after curing of the curing building material from the railway plate (1), after which the provisional formwork is replaced by a final building material, such as crushed stone or concrete. 17. Werkwijze volgens één van de conclusies 13 tot 16, waarbij de ondergrond (11) en de opstaande wanden (12) van de bekisting aan een binnenzijde worden bekleed met een uit één geheel bestaande elastische mat die de elastische basismat (3) en de laterale matdelen (2) omvat.A method according to any one of claims 13 to 16, wherein the base (11) and the upright walls (12) of the formwork are covered on an inner side with a one-piece elastic mat covering the basic elastic mat (3) and the lateral mat parts (2). 18. Werkwijze volgens één van de conclusies 13 tot 17, waarbij de laterale matdelen (2) los aansluitend tegen de opstaande wanden (12) worden geplaatst.A method according to any of claims 13 to 17, wherein the lateral mat parts (2) are loosely placed against the upright walls (12). 19. Werkwijze volgens één van de conclusies 13 tot 18, waarbij een contactoppervlak wordt gevormd tussen een buitenzijde (8) van de laterale matdelen (2) en de opstaande wanden (12) en waarbij dit contactoppervlak wordt verkleind doordat minstens een deel van de buitenzijde (8) van de laterale matdelen (2) wordt voorzien van een reliëf (15) bestaande uit oneffenheden.A method according to any one of claims 13 to 18, wherein a contact surface is formed between an outside (8) of the lateral mat parts (2) and the upstanding walls (12) and wherein this contact surface is reduced in that at least a part of the outside (8) of the lateral mat parts (2) is provided with a relief (15) consisting of irregularities. 20. Werkwijze volgens één van de conclusies 13 tot 19, waarbij de opstaande wanden (12) van de bekisting loodrecht op de ondergrond (11) worden geplaatst en waarbij de laterale matdelen (2) met een buitenzijde (8) verticaal tegen de opstaande wanden (12) worden geplaatst.A method according to any one of claims 13 to 19, wherein the upright walls (12) of the formwork are placed perpendicular to the substrate (11) and wherein the lateral mat parts (2) with an outer side (8) are vertically against the upright walls (12). 21. Werkwijze volgens één van de conclusies 13 tot 19, waarbij de opstaande wanden (12) naar elkaar toe overhellend worden vervaardigd.A method according to any one of claims 13 to 19, wherein the upright walls (12) are inclined to each other.
BE2013/0394A 2013-06-04 2013-06-04 ELASTIC MAT FOR A FLOATING RAILWAY BE1022020B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0394A BE1022020B1 (en) 2013-06-04 2013-06-04 ELASTIC MAT FOR A FLOATING RAILWAY
EP14171123.4A EP2811071B1 (en) 2013-06-04 2014-06-04 Rail slab with an elastic mat for a floating railway

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0394A BE1022020B1 (en) 2013-06-04 2013-06-04 ELASTIC MAT FOR A FLOATING RAILWAY

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022020B1 true BE1022020B1 (en) 2016-02-04

Family

ID=49036380

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0394A BE1022020B1 (en) 2013-06-04 2013-06-04 ELASTIC MAT FOR A FLOATING RAILWAY

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2811071B1 (en)
BE (1) BE1022020B1 (en)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109056429B (en) * 2018-09-06 2019-12-03 西南交通大学 Half active damping method and apparatus of floating plate track fundamental frequency
CN117090082A (en) * 2023-08-30 2023-11-21 北京市市政工程设计研究总院有限公司 Vibration reduction track assembly, vibration reduction track structure and construction and maintenance methods thereof

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4439816A1 (en) * 1994-11-08 1996-05-30 Clouth Gummiwerke Ag Process for the production of an elastically mountable track support plate
EP2014831A1 (en) * 2007-07-12 2009-01-14 Feronia S.A. Prefabricated module for a railway and method for manufacturing this module
AT10905U1 (en) * 2008-09-19 2009-12-15 Gmundner Fertigteile Gmbh TRACK SUPPORT PLATE
EP2163688A2 (en) * 2008-09-11 2010-03-17 STRABAG Rail GmbH Stray current isolated vehicle pathway for rail-bound vehicles

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4439816A1 (en) * 1994-11-08 1996-05-30 Clouth Gummiwerke Ag Process for the production of an elastically mountable track support plate
EP2014831A1 (en) * 2007-07-12 2009-01-14 Feronia S.A. Prefabricated module for a railway and method for manufacturing this module
EP2163688A2 (en) * 2008-09-11 2010-03-17 STRABAG Rail GmbH Stray current isolated vehicle pathway for rail-bound vehicles
AT10905U1 (en) * 2008-09-19 2009-12-15 Gmundner Fertigteile Gmbh TRACK SUPPORT PLATE

Also Published As

Publication number Publication date
EP2811071A1 (en) 2014-12-10
EP2811071B1 (en) 2016-09-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP4745338B2 (en) Floating slave track bed
MX2007009521A (en) Railway sleeper.
KR101293285B1 (en) Fixed running track on a bridge structure
JP5220752B2 (en) Elastic support block assembly for rail
JP2007046365A (en) Joint portion structure of bridge
BE1022020B1 (en) ELASTIC MAT FOR A FLOATING RAILWAY
KR102005490B1 (en) Concrete sleeper and solid carriageway
KR20120039429A (en) Precast rail slab for rail track and embedded railway track structure using the rail slab
KR101526820B1 (en) Rail floating isolation and support apparatus
KR101280988B1 (en) Slide and elasticity type expansion joint device and constructing method thereof
KR101272472B1 (en) Low-vibration Railroad Bridge of Elastic Resin Fixing Method
JP2008240348A (en) Expandable/contractible connecting structure between bridge and earthwork section
KR20140028846A (en) Embedded rail track system and method for constructing the system
KR20160011356A (en) Vibration-proof mat and use it track structure and its construction method for tunnel
BE1015755A3 (en) Floor system, prefabricated element and method for producing prefabricated element.
US20080054086A1 (en) Bearing structure with reduced vibratory level for railroad track
US6422478B1 (en) Railroad tie pad for crossings
KR101415337B1 (en) A expansion joint for supporting load
KR101036595B1 (en) Expansion joint device using hinged cover plate for rail road bridge
EP3612677B1 (en) System for fastening a rail, methods for producing a fastening and a support system for a rail and use of a rail fastening system
RU2631148C1 (en) Reinforced concrete sleeper
CN104481090A (en) Full precast concrete stair sliding connecting system and construction method thereof
CN108301306A (en) Midway half-bridge structure
HU230288B1 (en) Railway track structure made of precast components and construction method of the same structure
US20200115858A1 (en) Rail tie pad

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20160204

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170630