BE1021551B1 - SLATE ROOF - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een lamellendak, omvattende meerdere lamellen (1), die roteerbaar zijn opgesteld, aan een eerste langszijde een lamelgoot (3) omvatten en afhellen naar een uitmondopening (4) toe en omvattende een zijgoot (5), die zich nagenoeg dwars op de lamellen (1) onder de respectievelijke uitmondopeningen (4) uitstrekt, en die weg van de lamellen (1) een zich minstens gedeeltelijk naast de lamellen (1) uitstrekkende opstaande buitenzijwand (5a) omvat, waarbij dit lamellendak een verhoogde waterdichtheid heeft ter hoogte van de afwatering van de lamellen (1) in de zijgoot (5) dankzij een afdichting (6) per lamel (1), die zich minstens onder de uitmondopening (4) uitstrekt en zich uitstrekt vanaf de lamel (1) tot grenzend aan de genoemde opstaande buitenzijwand (5a).This invention relates to a slatted roof, comprising several slats (1), which are arranged rotatably, comprise on a first longitudinal side a slat gutter (3) and which slope towards an outlet opening (4) and comprising a side gutter (5), which extends substantially transversely to the slats (1) extends under the respective outlet openings (4), and which comprises, away from the slats (1), an upright outer side wall (5a) extending at least partially next to the slats (1), this slatted roof having an increased watertightness at height of the drainage of the slats (1) in the side gutter (5) thanks to a seal (6) per slat (1), which extends at least below the outlet opening (4) and extends from the slat (1) to adjacent to the said upstanding outer side wall (5a).

Description

LAMELLENDAKSLATE ROOF

Deze uitvinding betreft een lamellendak, omvattende meerdere evenwijdig aan elkaar opgestelde lamellen, die roteerbaar rond respectievelijke rotatieassen zijn opgesteld, tussen een open stand, waarin zich een tussenruimte tussen de lamellen uitstrekt en een gesloten stand, waarin de lamellen samen een gesloten afdak vormen, waarbij elke lamel aan een eerste langszijde een lamelgoot omvat, die afhelt naar een uitmondopening toe die in een uiteinde van de corresponderende lamel is voorzien en waarbij het lamellendak een zij goot omvat, die zich nagenoeg dwars op de lamellen onder de respectievelijke uitmondopeningen van de lamellen uitstrekt, en die weg van de lamellen een zich minstens gedeeltelijk naast de lamellen uitstrekkende opstaande buitenzijwand omvat.This invention relates to a slat roof, comprising a plurality of slats arranged parallel to each other, which are rotatably arranged around respective rotation axes, between an open position in which an intermediate space extends between the slats and a closed position, in which the slats together form a closed roof, wherein each slat on a first longitudinal side comprises a slat gutter, which slants towards an outlet opening which is provided in one end of the corresponding slat and wherein the slat roof comprises a side gutter extending substantially transversely of the slats below the respective outlet openings of the slats and which comprises an upright outer side wall extending at least partially adjacent to the slats.

Dergelijke lamellendaken met roteerbare lamellen worden meestal ingezet voor het afschermen van een buitenruimte, als terrasoverkapping of verandadak, enz. Naast de genoemde lamellen kan een dergelijk lamellendak ook één of meerdere bijkomende lamellen omvatten. Verder in de octrooiaanvraag wordt enkel naar de eerstgenoemde lamellen verwezen. In gesloten stand vormen de lamellen een waterdicht dak. Door de lamellen te roteren tussen hun gesloten stand en hun open stand kan lichtinval en ventilatie naar de ruimte onder de lamellen toe geregeld worden. Door het richten van de lamellen kan zon en/of wind afgeschermd worden of juist doorgelaten worden.Such slat roofs with rotatable slats are usually used for screening off an outside space, as a terrace covering or porch roof, etc. In addition to the said slats, such a slat roof can also comprise one or more additional slats. Further in the patent application reference is only made to the first-mentioned slats. In the closed position, the slats form a watertight roof. By rotating the slats between their closed position and their open position, light and ventilation to the space below the slats can be controlled. By directing the slats, sun and / or wind can be protected or let through.

Neerslag die in de gesloten stand van de lamellen op de lamellen invalt, wordt in hoofdzaak via de lamelgoten naar de zij goot afgevoerd en daarna via een afVoergoot of via een voorgoot, die vooraan het lamellendak kan voorzien worden, weg van het lamellendak afgevoerd. Een deel van deze neerslag kan eventueel ook afgevoerd worden via een zijgoot die aan de zijde van de lamellen is opgesteld tegenovergesteld aan de zijde van de eerstgenoemde zijgoot. Verder in de octrooiaanvraag wordt enkel naar de eerstgenoemde zijgoot verwezen.Precipitation which falls on the slats in the closed position of the slats is drained mainly via the slat gutters to the side gutter and then discharged away from the slat roof via a drainage gutter or via a front gutter which can be provided at the front of the slat roof. Part of this precipitate can optionally also be discharged via a side gutter which is arranged on the side of the slats opposite to the side of the first-mentioned side gutter. Further in the patent application reference is made only to the first-mentioned side gutter.

Om toe te laten dat de lamellen boven de zijgoot kunnen roteren, dienen deze steeds op een zekere afstand ten opzichte van deze zijgoot opgesteld te staan. Om roteren van de lamellen toe te laten en toch voldoende neerslagwater af te kunnen voeren, omvat de zijgoot in de praktijk enerzijds een binnenzijwand die onder de lamellen op een zekere afstand van de lamellen opgesteld blijft en anderzijds een buitenzijwand die weg van de lamellen zich minstens gedeeltelijk naast de lamellen uitstrekt. De buitenzijwand wordt voldoende hoog uitgevoerd om neerslagwater dat met een zekere kracht uit de uitmondopeningen stroomt door deze buitenzijwand op te kunnen vangen. De binnenzijwand kan in de praktijk echter niet voldoende hoog uitgevoerd worden om neerslagwater in alle omstandigheden binnen de zijgoot te houden, omdat deze anders het roteren van de lamellen zou hinderen. In de praktijk ziet men dat neerslagwater dat vanuit de lamelgoten in de zijgoot valt, vaak opspat over de binnenzijwanden en zo in de ruimte onder het lamellendak terechtkomt.To allow the slats to rotate above the side gutter, they must always be arranged at a certain distance with respect to this side gutter. In order to allow the slats to rotate and still be able to discharge sufficient precipitation water, the side gutter in practice comprises on the one hand an inner side wall which remains arranged below the slats at a certain distance from the slats and on the other hand an outer side wall which is at least away from the slats. partially alongside the slats. The outer side wall is made sufficiently high to be able to collect precipitation water that flows out of the outlet openings with a certain force through this outer side wall. In practice, however, the inner side wall cannot be made sufficiently high to keep precipitation water within the side gutter under all circumstances, because it would otherwise hinder the rotation of the slats. In practice, it is seen that precipitation water that falls from the slat gutters into the side gutter often splashes over the inner side walls and thus ends up in the space under the slat roof.

Er werden reeds meerdere oplossingen gezocht om het op deze manier in de binnenruimte binnendringen van neerslagwater te beperken.Several solutions have already been sought to limit the ingress of precipitation water into the interior space in this way.

In FR 2 676 079 Al is een variant van een lamellendak beschreven waarbij de zijgoot in hoogte verplaatsbaar is en de verplaatsing van de beweging gekoppeld is met de rotatie van de lamellen, zodat de afwatering van de lamellen op een minimale hoogte boven de zijgoot kan plaatsvinden. Dit biedt een gedeeltelijke oplossing tegen het opspatten van het water uit de zijgoot over de binnenzijwand, maar verplaatst het probleem naar de afwatering van de zijgoot naar een afvoerpijp toe of naar een voorgoot van het lamellendak toe.In FR 2 676 079 A1 a variant of a slat roof is described in which the side gutter is movable in height and the movement movement is linked to the rotation of the slats, so that the drainage of the slats can take place at a minimum height above the side gutter. . This offers a partial solution against the splashing of the water from the side gutter over the inner side wall, but shifts the problem towards the drainage of the side gutter towards a drain pipe or towards a front gutter of the slat roof.

In EP 1 127 992 zijn de lamellen zijdelings voorzien van plaatdelen die zich tussen de lamellen en de zijgoot uitstrekken. Deze plaatdelen zijn voorzien om de bewegingsmechaniek voor roteren van de lamellen aan het zicht te onttrekken. In DE 20 2004 016 025 UI is beschreven dat deze plaatdelen ook in de zijgoot opspattend water kunnen tegenhouden. In de praktijk merkt men echter dat dergelijke plaatdelen opspattend water onvoldoende tegenhouden. Neerslag die in de zijgoot opspat kan namelijk tussen de gootrand van de zijgoot en deze plaatdelen doordringen en zo toch de ruimte bereiken die door het lamellendak wordt afgeschermd.In EP 1 127 992 the slats are laterally provided with plate parts which extend between the slats and the side gutter. These plate parts are provided for concealing the movement mechanism for rotating the slats. It is described in DE 20 2004 016 025 UI that these plate parts can also stop water splashing in the side gutter. In practice, however, it is noticed that such plate parts do not sufficiently stop splashing water. Precipitation that splashes into the side gutter can penetrate between the gutter edge of the side gutter and these plate parts and thus still reach the space that is protected by the slat roof.

Het doel van deze uitvinding is om te voorzien in een lamellendak volgens het inleidende deel van de eerste conclusie, waarbij de waterdichtheid ter hoogte van de afwatering van de lamellen in de zij goot verder is verhoogd.The object of this invention is to provide a slat roof according to the introductory part of the first claim, wherein the watertightness at the level of the drainage of the slats in the side gutter is further increased.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een lamellendak, omvattende meerdere evenwijdig aan elkaar opgestelde lamellen, die roteerbaar rond respectievelijke rotatieassen zijn opgesteld, tussen een open stand, waarin zich een tussenruimte tussen de lamellen uitstrekt en een gesloten stand, waarin de lamellen samen een gesloten afdak vormen, waarbij elke lamel aan een eerste langszijde een lamelgoot omvat, die afhelt naar een uitmondopening toe, die in een uiteinde van de corresponderende lamel is voorzien, waarbij het lamellendak een zij goot omvat, die zich nagenoeg dwars op de lamellen onder de respectievelijke uitmondopeningen van de lamellen uitstrekt, en die weg van de lamellen een zich minstens gedeeltelijk naast de lamellen uitstrekkende opstaande buitenzijwand omvat en waarbij het lamellendak per lamel een afdichting omvat, die aan de corresponderende lamel is bevestigd, zodat deze zich minstens onder de uitmondopening van de corresponderende lamel uitstrekt en zich uitstrekt vanaf de lamel tot grenzend aan de genoemde opstaande buitenzijwand van de zijgoot.This object of the invention is achieved by providing a slat roof, comprising a plurality of slats arranged parallel to each other, which are rotatably arranged around respective rotation axes, between an open position, in which an intermediate space extends between the slats and a closed position, in which the the slats together form a closed roof, each slat on a first longitudinal side comprising a slat gutter that slopes down towards an outlet opening which is provided in one end of the corresponding slat, the slat roof comprising a side gutter which extends substantially transversely to the slats extends below the respective outlet openings of the slats, and which, away from the slats, comprises an upright outer side wall extending at least partially adjacent to the slats and wherein the slatted roof comprises per seal a seal which is fixed to the corresponding slat so that it is at least below the outlet opening of the corresponding slat extends and extends from the slat to adjacent to said raised outer side wall of the side gutter.

Door het water met behulp van een dergelijke afdichting af te leiden naar de buitenzijwand van de zijgoot, die weg van de lamellen is opgesteld, zal dit water door adhesie aan deze buitenzijwand blijven kleven en langs deze buitenzijwand naar beneden toe in de zijgoot glijden. De kans op in de zijgoot opspattend water wordt hierdoor sterk gereduceerd.By diverting the water with the aid of such a seal to the outer side wall of the side gutter, which is arranged away from the slats, this water will stick to this outer side wall through adhesion and slide down this outer side wall into the side gutter. This greatly reduces the chance of water splashing in the side gutter.

De bedoelde afdichting kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit een flexibel materiaal zoals bijvoorbeeld flexibele kunststof of rubber, enz. of kan bijvoorbeeld ook een borsteldichting zijn.The said seal can for instance be manufactured from a flexible material such as for instance flexible plastic or rubber, etc. or can for instance also be a brush seal.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een lamellendak volgens deze uitvinding omvat de afdichting minstens een deel dat uit flexibel materiaal is vervaardigd, zodat deze afdichting steeds voldoende tegen de opstaande buitenzijwand zal aansluiten, maar het roteren van de lamellen zo weinig mogelijk hindert.In a preferred embodiment of a slat roof according to the present invention, the seal comprises at least a part that is made of flexible material, so that this seal will always fit sufficiently against the upright outer side wall, but hinders rotation of the slats as little as possible.

Dit flexibele deel van elke afdichting van een dergelijke uitvoeringsvorm strekt zich bij voorkeur over nagenoeg de volledige lengte van deze afdichting uit.This flexible part of each seal of such an embodiment preferably extends over substantially the full length of this seal.

Verder omvat elke afdichting van een dergelijke uitvoeringsvorm voorkeurdragend grenzend aan het flexibele deel en grenzend aan de opstaande buitenzijwand een eerste deel uit minder flexibel materiaal.Furthermore, each seal of such an embodiment preferably comprises a first part of less flexible material adjacent to the flexible part and adjacent to the upright outer side wall.

Door tussen het flexibele deel en de opstaande buitenzijwand een minder flexibel deel te voorzien, zal dankzij het flexibele deel de afdichting steeds voldoende tegen de opstaande buitenwand aansluiten. Dankzij het minder flexibele deel, dat een lagere wrijvingscoëfficiënt heeft dan het flexibele deel, treedt minder wrijving op tussen de afdichting en de buitenzijwand, dan wanneer de afdichting volledig uit het flexibele materiaal van het flexibele deel vervaardigd zou zijn. De afVoer van water blijft hierdoor dan ook langer gewaarborgd. Dit wordt verder bij de figuren in meer detail besproken.By providing a less flexible part between the flexible part and the upright outer side wall, the seal will always fit sufficiently against the upright outer wall thanks to the flexible part. Thanks to the less flexible part, which has a lower coefficient of friction than the flexible part, less friction occurs between the seal and the outer side wall than if the seal were made entirely from the flexible material of the flexible part. The drainage of water is therefore guaranteed longer. This is discussed in more detail with the figures.

Nog meer voorkeurdragend is bij een dergelijke uitvoeringsvorm het flexibele deel tussen het eerste minder flexibele deel en een tweede minder flexibel deel opgesteld, waarbij het tweede minder flexibele deel grenst aan de corresponderende lamel.Even more preferably, in such an embodiment, the flexible part is arranged between the first less flexible part and a second less flexible part, the second less flexible part being adjacent to the corresponding slat.

Met behulp van een dergelijk minder flexibel deel kan de afdichting eenvoudiger op een langdurige manier aan de lamel bevestigd worden.With the aid of such a less flexible part, the seal can more easily be attached to the slat in a long-term manner.

Dergelijke uitvoeringsvorm met een tweede minder flexibel deel voorkomt het overslaan van de afdichting bij langdurig herhaaldelijk verdraaien van de lamellen. Dergelijke minder flexibele delen strekken zich bij voorkeur elk over nagenoeg de volledige lengte van deze afdichting uit.Such an embodiment with a second less flexible part prevents the seal from being skipped during prolonged repeated rotation of the slats. Such less flexible parts preferably each extend over substantially the full length of this seal.

Een dergelijke afdichting die een flexibel deel tussen twee minder flexibele delen omvat, is bij voorkeur via coextrusie vervaardigd.Such a seal comprising a flexible part between two less flexible parts is preferably manufactured by co-extrusion.

Verder is een dergelijke afdichting bij voorkeur vervaardigd uit een materiaal dat goed bestand is tegen UV en andere weersinvloeden. Specifiek kan elke genoemde afdichting van een lamellendak volgens deze uitvinding bijvoorbeeld hoofdzakelijk uit PVC vervaardigd zijn.Furthermore, such a seal is preferably made from a material that is resistant to UV and other weather influences. Specifically, each said seal of a slat roof according to the present invention can, for example, be manufactured primarily from PVC.

Bij een specifieke uitvoeringsvorm van een lamellendak volgens deze uitvinding is elke lamel aan zijn uiteinde onder de uitmondopening voorzien van een ondersneden gleuf en omvat elke afdichting een voet die in deze ondersneden gleuf aangrijpt. Op deze manier kan de afdichting eenvoudig losmaakbaar aan de lamel bevestigbaar uitgevoerd worden, zodat de afdichting als een meer slijtagegevoelig onderdeel van het lamellendak op een eenvoudige manier vervangbaar is.In a specific embodiment of a slat roof according to the present invention, each slat is provided at its end under the outlet opening with an undercut slit and each seal comprises a foot which engages in this undercut slit. In this way the seal can be made detachably attachable to the slat, so that the seal can be replaced in a simple manner as a more wear-sensitive part of the slat roof.

Bij een bijzondere uitvoeringsvorm is elke afdichting grenzend aan de buitenzijwand afgerond uitgevoerd, zodat deze geen sporen achterlaat op de opstaande buitenzijwand en/of geen krassen maakt in deze opstaande buitenzijwand. Meer specifiek kan elke afdichting hiertoe grenzend aan de buitenzijwand bijvoorbeeld een verdikte rand omvatten.In a special embodiment, each seal adjacent the outer side wall is rounded, so that it leaves no marks on the upright outer side wall and / or does not scratch in this upright outer side wall. More specifically, for this purpose each seal adjacent the outer side wall can for instance comprise a thickened edge.

Verder is minstens een deel van elke afdichting grenzend aan de buitenzijwand bij voorkeur vervaardigd uit een materiaal met een lage wrijvingscoëfAciënt. Meer specifiek kan dit deel bijvoorbeeld uit polytetrafluorethyleen (PTFE) vervaardigd zijn. Wanneer de rand van een dergelijke verdikking grenzend aan de buitenzijwand uit PTFE is vervaardigd, zal deze weinig sporen achterlaten op de buitenzijwand.Furthermore, at least a portion of each seal adjacent the outer side wall is preferably made from a material with a low coefficient of friction. More specifically, this part can for example be made of polytetrafluoroethylene (PTFE). When the edge of such a thickening adjacent to the outer side wall is made of PTFE, it will leave few marks on the outer side wall.

Elke genoemde afdichting helt voorkeurdragend af van de corresponderende lamel naar de opstaande buitenzijwand toe.Each said seal slants preferentially from the corresponding slat towards the upstanding outer side wall.

Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van een lamellendak volgens deze uitvinding is elke lamel, aan zijn uiteinde dat voorzien is van de uitmondopening, onderaan voorzien van een naar onder toe afhangende neus.In a special embodiment of a slat roof according to the present invention, each slat, at its end provided with the mouth opening, is provided with a nose hanging downwards at the bottom.

Een dergelijke naar onder toe afhangende neus (druipneus) dwingt neerslag die toch, bijvoorbeeld als gevolg van het kantelen van de lamellen, aan de zijkant van de lamel onder de genoemde afdichting terecht zou komen, af te druipen boven de zijgoot. Hierdoor kan deze neerslag niet langer onder invloed van adhesiekrachten teruglopen op de onderkant van de lamel en zo afdruipen in de ruimte onder het lamellendak.Such a downwardly hanging nose (dripping nose) forces precipitation that drips above the side gutter to drip above the side gutter on the side of the lamella, for example as a result of the tilting of the slats. As a result, this precipitate can no longer run back under the influence of adhesion forces on the underside of the slat and thus drip into the space under the slat roof.

De hoogte van de druipneus is in een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm zodanig gekozen dat de afdichting nagenoeg volledig onzichtbaar is als men zich onder het lamellendak bevindt.In a particularly preferred embodiment, the height of the drip nose is chosen such that the seal is virtually completely invisible when one is under the slat roof.

Meer specifiek zal elke lamel van een lamellendak volgens deze uitvinding aan het genoemde uiteinde voorzien zijn van een kopschot, waarin de corresponderende uitmondopening is voorzien.More specifically, each slat of a slat roof according to the present invention will be provided at the said end with a headboard in which the corresponding outlet opening is provided.

De lamellen kunnen bij een dergelijke uitvoeringsvorm dan hoofdzakelijk als holle profielen vervaardigd worden die op lengte verzaagbaar zijn en aan beide zijden afgesloten worden door een kopschot.In such an embodiment, the slats can then be manufactured primarily as hollow profiles which can be sawn to length and are closed on both sides by a headboard.

Meer specifiek kan elk dergelijk kopschot dan spievormig uitgevoerd worden, waarbij deze vanaf zijn ene langszijde afhemend is uitgevoerd naar zijn andere langszijde toe zodat deze kopschotten een schuin verloop hebben in dikte. Door het schuine verloop van de kopschotten kunnen de lamellen recht afgezaagd worden en kan het ene uiteinde van een eerste kopschot het andere uiteinde van een tweede aansluitend kopschot in gesloten stand van de lamellen overlappen. Bij een kantelbeweging kunnen aangrenzende kopschotten elkaar niet hinderen. Dit belet dat er lichtinval of een opening ontstaat ter hoogte van de overlappingen van de kopschotten. De hoogte van de afdichting verloopt bij een dergelijke uitvoeringsvorm bij voorkeur, onder een overeenkomstige schuine hoek als het eindstuk maar zodanig dat waar het eindstuk de grootste dikte heeft, de hoogte van de afdichting het laagst is en omgekeerd. Op deze wijze zal de rand van de afdichting die grenst aan de buitenzijwand nagenoeg evenwijdig lopen met deze buitenzijwand.More specifically, each such headboard can then be made in the form of a wedge, wherein it is designed so as to be slanted from its one longitudinal side to its other longitudinal side so that these headboards have an oblique course in thickness. Due to the oblique course of the headboards, the slats can be cut straight and one end of a first headboard can overlap the other end of a second connecting headboard in the closed position of the slats. Adjacent headboards cannot interfere with each other during a tilting movement. This prevents light from entering or opening at the level of the overlaps of the headboards. In such an embodiment, the height of the seal preferably proceeds at a corresponding oblique angle to the end piece, but such that where the end piece has the greatest thickness, the height of the seal is lowest and vice versa. In this way, the edge of the seal adjacent to the outer side wall will run substantially parallel to this outer side wall.

Dit draagt bij tot een lagere wrijving tijdens een kantelbeweging van de lamel en waarborgt een esthetisch goed resultaat.This contributes to a lower friction during a tilting movement of the slat and guarantees an aesthetically good result.

Anderzijds is hetzelfde mogelijk door de lamellen schuin te zagen en de kopschotten niet te laten variëren in dikte.On the other hand, the same is possible by obliquely cutting the slats and not allowing the headboards to vary in thickness.

De lamelgoot van elke lamel van een lamellendak volgens deze uitvinding is verder bij voorkeur aan een aangrenzende zijkant van de lamel begrensd door een opstaande rand.The slat gutter of each slat of a slat roof according to the present invention is furthermore preferably bordered on an adjacent side of the slat by an upstanding edge.

Een dergelijke opstaande rand is bedoeld om neerslag die nog in de lamelgoot van een lamel is blijven staan tijdens het kantelen van deze lamel zo lang in de lamelgoot van de lamel te houden totdat de lamel zover gekanteld is dat de afstand tussen lamelgoot en de zij goot zodanig klein is, dat neerslagwater niet meer kan spatten in de ruimte onder het lamellendak.Such an upright edge is intended to keep precipitation that remains in the slat of a slat during the tilting of this slat in the slat of the slat until the slat is tilted to such an extent that the distance between slat and side gutter is so small that precipitation water can no longer splash in the space under the slatted roof.

Bij een uitvoeringsvorm van een lamellendak volgens deze uitvinding waarbij elke lamel aan het genoemde uiteinde voorzien is van een kopschot en waarbij de lamelgoot van elke lamel aan een aangrenzende zijkant van de lamel begrensd is door een opstaande rand is het kopschot van elke lamel bij voorkeur grenzend aan de uitmondopening en grenzend aan de opstaande rand weg van de lamel minder hoog uitgevoerd dan de opstaande rand. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kan neerslag die in de lamelgoot achterblijft bij kantelen van de lamel vanuit de uitmondopening boven het kopschot naast de opstaande rand geleid worden in de zijgoot.In an embodiment of a slat roof according to the present invention wherein each slat is provided with a headboard at said end and wherein the slat of each slat is bounded on an adjacent side of the slat by an upstanding edge, the headboard of each slat is preferably adjacent at the outlet opening and adjacent to the raised edge away from the slat, made less high than the raised edge. In such an embodiment, precipitate that remains in the slat gutter when the slat is tilted can be led into the side gutter from the outlet opening above the headboard next to the raised edge.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een lamellendak volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van dit lamellendak aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.The present invention will now be further elucidated with reference to the following detailed description of some preferred embodiments of a slat roof according to the present invention. The purpose of this description is only to provide clarifying examples and to indicate further advantages and details of this slat roof, and therefore cannot be interpreted as limiting the scope of the invention or the patent rights claimed in the claims.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 een deel van een eerste uitvoeringsvorm van een lamellendak volgens deze uitvinding waarbij de lamellen in hun gesloten stand staan, ter hoogte van de zij goot is afgebeeld, doorgesneden volgens de lengterichting van de lamellen voor één van de lamellen ervan; - figuur 2 een deel van figuur 1 ter hoogte van de afdichting in meer detail is afgebeeld; - figuur 3 een deel van de eerste uitvoeringsvorm van een lamellendak volgens deze uitvinding, waarbij de lamellen in hun gesloten stand staan, ter hoogte van de zijgoot en één van de lamellen ervan in perspectief is afgebeeld; - figuur 4 een deel van een tweede uitvoeringsvorm van een lamellendak volgens deze uitvinding waarbij de lamellen in hun gesloten stand staan, ter hoogte van de zijgoot is afgebeeld, doorgesneden volgens de lengterichting van de lamellen voor één van de lamellen ervan; - figuur 5 een deel van een derde uitvoeringsvorm van een lamellendak volgens deze uitvinding waarbij de lamellen in hun gesloten stand staan, ter hoogte van de zijgoot is afgebeeld, doorgesneden volgens de lengterichting van de lamellen voor één van de lamellen ervan; - figuren 6 tot en met 17 met perspectiefzichten van afwisselend de eerste uitvoeringsvorm (rechts), de tweede uitvoeringsvorm (links) en de derde uitvoeringsvorm (midden), waarbij de lamellen tussen de verschillende zichten verdraaid worden van de gesloten stand naar de open stand en terug, is afgebeeld hoe de afdichtingen van de verschillende uitvoeringsvormen zich gedragen na herhaaldelijk verdraaien over langere termijnen. In de figuren 6 tot en met 8 zijn deze afgebeeld in gesloten stand vóór het opendraaien van de lamellen; in de figuren 9 tot en met 11 zijn deze afgebeeld in een volledig open stand vóór het terug sluiten ervan; in de figuren 12 tot en met 14 in een open stand tijdens het sluiten ervan en in de figuren 15 tot en met 17 in gesloten stand na het terug sluiten ervan; - figuur 18 twee aan elkaar grenzende lamellen van een vierde uitvoeringsvorm van een lamellendak volgens deze uitvinding in zijaanzicht zijn afgebeeld in gesloten stand, samen met de hieronder opgestelde zijgoot; - figuur 19 de twee aan elkaar grenzende lamellen uit figuur 18 in zijaanzicht zijn afgebeeld in open stand, samen met de hieronder opgestelde zijgoot.In this detailed description reference is made to the accompanying drawings by reference numerals, in which - figure 1 shows a part of a first embodiment of a slat roof according to the present invention with the slats in their closed position at the side gutter cut in the longitudinal direction of the slats for one of its slats; figure 2 shows a part of figure 1 at the level of the seal in more detail; figure 3 shows a part of the first embodiment of a slat roof according to the present invention, wherein the slats are in their closed position, at the height of the side gutter and one of its slats is shown in perspective; figure 4 shows a part of a second embodiment of a slat roof according to the present invention, wherein the slats are in their closed position, shown at the height of the side gutter, cut in the longitudinal direction of the slats for one of its slats; figure 5 shows a part of a third embodiment of a slat roof according to the present invention, wherein the slats are in their closed position, shown at the height of the side gutter, cut in the longitudinal direction of the slats for one of its slats; - figures 6 to 17 with perspective views of alternating the first embodiment (right), the second embodiment (left) and the third embodiment (center), wherein the slats are rotated between the different views from the closed position to the open position and back, it is depicted how the seals of the various embodiments behave after repeated rotation over longer periods. In figures 6 to 8 these are shown in the closed position before the slats are opened; in figures 9 to 11 these are shown in a fully open position before closing them back; in figures 12 to 14 in an open position during closing thereof and in figures 15 to 17 in closed position after closing thereof; figure 18 shows two adjacent slats of a fourth embodiment of a slat roof according to the present invention in side view in closed position, together with the side gutter arranged below; figure 19 the two adjoining slats of figure 18 are shown in side view in open position, together with the side gutter arranged below.

De lamellen (1) van de afgebeelde uitvoeringsvormen van lamellendaken volgens deze uitvinding zijn evenwijdig aan elkaar in een kader opgesteld. Dit kader is opgebouwd uit balken (13) en kan aan een buitenmuur bevestigd zijn en/of op kolommen gemonteerd zijn.The slats (1) of the illustrated embodiments of slat roofs according to the present invention are arranged parallel to each other in a frame. This frame is made up of beams (13) and can be attached to an outside wall and / or mounted on columns.

De lamellen (1) zijn telkens roteerbaar rond een respectievelijke rotatieas (2) opgesteld, waarbij ze simultaan kunnen roteren tussen een gesloten stand, zoals afgebeeld in de figuren 1, 3-8 en 15-18 en een open stand, zoals afgebeeld in de figuren 9-14 en 19.The slats (1) are each rotatably arranged around a respective axis of rotation (2), whereby they can rotate simultaneously between a closed position, as shown in Figures 1, 3-8 and 15-18, and an open position, as shown in the figures 9-14 and 19.

In de eerste drie uitvoeringsvormen, zoals afgebeeld in de figuren 1-17 zijn de lamellen over 170° roteerbaar tussen hun gesloten stand en hun maximale open stand. Deze maximale stand werd afgebeeld in de figuren 9-11.In the first three embodiments, as shown in Figs. 1-17, the slats are rotatable through 170 ° between their closed position and their maximum open position. This maximum position was shown in Figures 9-11.

In de vierde uitvoeringsvorm, zoals afgebeeld in de figuren 18-19 zijn de lamellen over 90° roteerbaar tussen hun gesloten stand en hun maximale open stand.In the fourth embodiment, as shown in Figures 18-19, the slats are rotatable through 90 ° between their closed position and their maximum open position.

Uiteraard is het mogelijk om alternatieve uitvoeringsvormen uit te werken waarbij de lamellen over een andere hoek roteerbaar opgesteld zijn.It is of course possible to work out alternative embodiments in which the slats are rotatably arranged at a different angle.

In de open stand kan licht en lucht tussen de lamellen (1) doorstromen naar de onderliggende ruimte. In de gesloten stand vormen de lamellen (1) samen een gesloten afdak.In the open position, light and air can flow between the slats (1) to the underlying space. In the closed position, the slats (1) together form a closed cover.

Elke lamel (1) omvat aan een eerste langszijde een lamelgoot (3) (zie figuur 3), die afhelt naar een uitmondopening (4) toe (zie figuren 18 en 19), die in een uiteinde van deze lamel (1) is voorzien. Om de waterafvoer van neerslag die op de lamellen (1) valt vlot te kunnen laten gebeuren, is, in gesloten stand van de lamellen (1) gezien, het bovenoppervlak van elke lamel (1) licht geheld naar de lamelgoot (3) toe uitgevoerd, zodat alle hierop invallende neerslag naar de lamelgoot (3) toe wordt afgevoerd.Each slat (1) comprises on a first longitudinal side a slat gutter (3) (see figure 3), which slopes down towards a mouth opening (4) (see figures 18 and 19), which is provided in one end of this slat (1) . In order to allow the water discharge of precipitation falling on the slats (1) to take place smoothly, viewed in the closed position of the slats (1), the upper surface of each slat (1) is slightly inclined towards the slat gutter (3) , so that all precipitation falling on it is discharged to the slat gutter (3).

In één van de zijbalken (13) van het kader waarin de lamellen (1) zijn opgenomen, die zich dwars op de lamellen (1) uitstrekt onder de respectievelijke uitmondopeningen (4), is een zijgoot (5) voorzien (zie figuren 1, 4 en 5), waarlangs de neerslag (12) verder wordt afgeleid. Onder de lamellen (1) strekt de opstaande binnenzijwand (5b) van deze zijgoot (5) zich tot op een zekere afstand van de lamellen (1) uit, zodat de lamellen (1) ongehinderd langs deze zijgoot (5) kunnen roteren. Naast de lamellen (1) strekt de opstaande buitenzijwand (5a) zich tot net boven de lamellen (1), in gesloten stand ervan gezien, uit, zodat neerslagwater (12) dat uit de lamelgoten (3) stroomt in de zijgoot (5) blijft. De rotatieassen (2) van de lamellen (1) zijn doorheen deze buitenzijwand (5a) bevestigd. Samen met de bodem (5c) vormen de opstaande binnenzijwand (5b) en de opstaande buitenzijwand (5a) een hoofdzakelijk U-vormige zijgoot (5).In one of the side beams (13) of the frame in which the slats (1) are received, which extends transversely to the slats (1) below the respective outlet openings (4), a side gutter (5) is provided (see figures 1, 4 and 5), along which the precipitate (12) is further derived. Below the slats (1) the upright inner side wall (5b) of this side gutter (5) extends to a certain distance from the slats (1), so that the slats (1) can rotate unimpeded along this side gutter (5). In addition to the slats (1), the upstanding outer side wall (5a) extends to just above the slats (1), viewed in its closed position, so that precipitation water (12) flowing out of the slat gutters (3) into the side gutter (5) remains. The rotational axes (2) of the slats (1) are fixed through this outer side wall (5a). Together with the bottom (5c), the upright inner side wall (5b) and the upright outer side wall (5a) form a substantially U-shaped side gutter (5).

De lamellen (1) zijn verder ook schuin aflopend naar de zijgoot (5) toe opgesteld, zodat alle neerslag uit de lamelgoten (3) via de uitmondopeningen (4) in de zijgoot (5) kan stromen.The slats (1) are furthermore arranged obliquely descending towards the side gutter (5), so that all precipitation can flow from the slat gutters (3) via the outlet openings (4) into the side gutter (5).

Onder de uitmondopeningen (4) is elke lamel (1) voorzien van een afdichting (6), die zich uitstrekt vanaf de lamel (1) tot grenzend aan de opstaande buitenzijwand (5a) van de zijgoot (5). Deze afdichting (6) helt van de corresponderende lamel (1) naar de opstaande buitenzijwand (5a) toe af. Hierdoor wordt neerslag die uit de uitmondopeningen (4) stroomt afgeleid naar de opstaande buitenzijwand (5a) toe. Door adhesie stroomt deze neerslag dan via deze buitenzijwand (5a) tot op de bodem (5c) van de zijgoot (5).Below the outlet openings (4) each slat (1) is provided with a seal (6) which extends from the slat (1) to adjacent the upright outer side wall (5a) of the side gutter (5). This seal (6) is inclined from the corresponding slat (1) towards the upstanding outer side wall (5a). As a result, precipitation flowing out of the outlet openings (4) is diverted to the upstanding outer side wall (5a). By adhesion, this precipitate then flows through this outer side wall (5a) to the bottom (5c) of the side gutter (5).

In de eerste uitvoeringsvorm is deze afdichting (6) uitgevoerd als een kunststof profiel dat een flexibel profieldeel (6b) omvat, dat zich tussen twee minder flexibele profieldelen (6a, 6c) uitstrekt. Het eerste minder flexibele deel (6a) grenst aan de buitenzijwand (5a). Het tweede minder flexibele deel (6c) is aan de lamel (1) bevestigd. Hiertoe omvat dit tweede minder flexibele deel (6c) een voet (6e) en is aan de lamel (1) een profiel bevestigd waarin een ondersneden gleuf (7) is voorzien. De voet (6e) grijpt in de ondersneden gleuf (7) achter de flens (7a) uit om de afdichting (6) aan de lamel (1) te bevestigen. Een dergelijke afdichting (6) kan bijvoorbeeld via coextrusie uit PVC vervaardigd worden. Het flexibele deel (6b) is hier dunner uitgevoerd dan de minder flexibele delen (6a, 6c) om een verhoogde flexibiliteit te bekomen. Grenzend aan de buitenzijwand (5a) omvat het eerste minder flexibele deel (6a) een verdikte rand (6d) die bijvoorbeeld uit polytetrafluorethyleen is vervaardigd. Dit afdichtingsprofiel (6) is over de volledige breedte van de lamel (1) opgesteld.In the first embodiment, this seal (6) is designed as a plastic profile that comprises a flexible profile part (6b), which extends between two less flexible profile parts (6a, 6c). The first less flexible part (6a) borders on the outer side wall (5a). The second less flexible part (6c) is attached to the slat (1). For this purpose, this second less flexible part (6c) comprises a foot (6e) and a profile is fixed to the slat (1) in which an undercut slot (7) is provided. The foot (6e) extends into the undercut groove (7) behind the flange (7a) to attach the seal (6) to the slat (1). Such a seal (6) can for instance be produced from PVC via co-extrusion. The flexible part (6b) is here made thinner than the less flexible parts (6a, 6c) in order to obtain increased flexibility. Adjacent to the outer side wall (5a), the first less flexible part (6a) comprises a thickened edge (6d) which is made, for example, from polytetrafluoroethylene. This sealing profile (6) is arranged over the full width of the slat (1).

Dankzij het flexibele deel (6b) sluit de afdichting (6) steeds voldoende tegen de opstaande buitenzijwand (5a) aan.Thanks to the flexible part (6b), the seal (6) always fits sufficiently against the upright outer side wall (5a).

Dankzij het eerste minder flexibele deel (6a) heeft de afdichting (6) grenzend aan de buitenzijwand (5a) een lagere wrijvingscoëfficiënt, zodat de afdichting (6) het roteren van de lamellen (1) minimaal hindert. Dankzij de verdikte rand (6d) van dit eerste minder flexibele deel (6a), die uit PTFE is vervaardigd, laat de afdichting (6) bij roteren van de lamellen (1) weinig sporen na op de opstaande buitenzijwand (5a). Dankzij het tweede minder flexibele deel (6c) kan de afdichting (6) op een losmaakbare manier in de ondersneden gleuf (7) bevestigd worden, waarbij toch een langdurige goede bevestiging verzekerd is.Thanks to the first less flexible part (6a), the seal (6) adjacent to the outer side wall (5a) has a lower coefficient of friction, so that the seal (6) minimizes the rotation of the slats (1). Thanks to the thickened edge (6d) of this first less flexible part (6a), which is made of PTFE, the seal (6) leaves few marks on the upright outer side wall (5a) when the slats (1) rotate. Thanks to the second less flexible part (6c), the seal (6) can be fixed in a releasable manner in the undercut groove (7), while still ensuring a long-lasting good attachment.

In de tweede uitvoeringsvorm is de afdichting (6) uitgevoerd als een borstel.In the second embodiment, the seal (6) is designed as a brush.

In de derde uitvoeringsvorm is de afdichting (6) uitgevoerd als een rubberen flap.In the third embodiment, the seal (6) is designed as a rubber flap.

In de vierde uitvoeringsvorm werd de afdichting (6) niet afgebeeld.In the fourth embodiment, the seal (6) was not shown.

Bij de tweede en derde uitvoeringsvormen zijn de borstel (6), respectievelijk de rubberen flap (6) eveneens voorzien van een voet die bevestigd is in een ondersneden gleuf in een profiel aan het uiteinde van de corresponderende lamel (1) onder de uitmondopening (4).In the second and third embodiments, the brush (6) and the rubber flap (6), respectively, are also provided with a foot mounted in an undercut slot in a profile at the end of the corresponding slat (1) below the outlet opening (4) ).

Zowel een dergelijke borstel (6) als een dergelijke rubberen flap (6) vormen een flexibele afdichting (6) tussen de lamel (1) en de opstaande buitenzijwand (5a), die ervoor zorgt dat de afdichting (6) steeds aan de buitenzijwand (5a) grenst.Both such a brush (6) and such a rubber flap (6) form a flexible seal (6) between the slat (1) and the upstanding outer side wall (5a), which ensures that the seal (6) is always on the outer side wall ( 5a).

De afdichtingen (6) in elk van deze afgebeelde uitvoeringsvormen zorgen zo voor een goede geleiding van neerslagwater (12) naar de buitenzijwand (5a).The seals (6) in each of these illustrated embodiments thus ensure a good conduction of precipitation water (12) to the outer side wall (5a).

Over langere termijnen geniet de eerste uitvoeringsvorm echter de voorkeur, zoals verduidelijkt wordt met de vergelijkende figuren 6-17.Over longer periods, however, the first embodiment is preferred, as will be explained with comparative figures 6-17.

Een borstel (6) (zie telkens de linker figuren) kan zo gekozen worden dat deze voldoende flexibel is en zo zorgt voor een goede aansluiting op de buitenzijwand (5a), zonder de rotatiebeweging van de lamellen (1) te sterk te hinderen. Na herhaaldelijk openen en sluiten van de lamellen (1) gaat deze dan echter onvermijdelijk omklappen, zodat deze niet langer naar onder geheld tegen de buitenzijwand (5a) aansluit en de neerslag (12) dan ook niet langer vlot afgevoerd wordt.A brush (6) (see in each case the left-hand figures) can be chosen so that it is sufficiently flexible and thus ensures a good connection to the outer side wall (5a), without impeding the rotational movement of the slats (1) too much. After repeated opening and closing of the slats (1), however, the slats will inevitably collapse, so that they no longer lean against the outer side wall (5a) and so that the precipitate (12) is no longer drained off smoothly.

Een rubberen flap (6) (zie telkens de middelste figuren) kan eveneens voldoende flexibel (dunner) uitgevoerd worden om goed aan te sluiten op de buitenzijwand (5a). Hoe dunner deze echter uitgevoerd wordt, hoe vlugger in zijn levensduur deze op een gelijkaardige manier zal overslaan en naar boven geheld tegen de buitenzijwand (5a) aan komt te staan. Hoe dikker deze wordt uitgevoerd, hoe meer wrijving er optreedt bij verdraaien van de lamellen (1).A rubber flap (6) (see in each case the middle figures) can also be designed with sufficient flexibility (thinner) to fit well on the outer side wall (5a). However, the thinner it is made, the quicker in its life it will skip in a similar way and will be inclined upwards against the outer side wall (5a). The thicker this is performed, the more friction occurs when the blades are turned (1).

Bij de afdichting (6) die een flexibel deel (6b) tussen twee minder flexibele delen (6a, 6c) omvat (zie telkens de rechter figuren), zal deze niet op een gelijkaardige manier overslaan.At the seal (6) which comprises a flexible part (6b) between two less flexible parts (6a, 6c) (see in each case the right-hand figures), it will not skip in a similar way.

Om de lamellen (1) met zo weinig mogelijk materiaal voldoende stevig uit te voeren zijn deze hoofdzakelijk als holle profielen uitgevoerd. Dergelijke lamellen (1) kunnen bijvoorbeeld via extrusie vervaardigd worden uit bijvoorbeeld aluminium. Het uiteinde van deze profielen wordt hierbij afgesloten met behulp van een kopschot (9), zoals zichtbaar is in de vierde uitvoeringsvorm in de figuren 18 en 19. In dit kopschot (9) is de uitmondopening (4) van de corresponderende lamel (1) voorzien.In order to make the slats (1) sufficiently strong with as little material as possible, they are mainly designed as hollow profiles. Such slats (1) can, for example, be manufactured via extrusion from, for example, aluminum. The end of these profiles is hereby closed with the aid of a headboard (9), as is visible in the fourth embodiment in figures 18 and 19. In this headboard (9) is the outlet opening (4) of the corresponding slat (1) to provide.

Elke lamelgoot (3) is aan een aangrenzende zijkant van de lamel (1) begrensd door een opstaande rand (10) van de lamel (1), zoals te zien is in de figuren 3 en 18 en 19. Dankzij een dergelijke opstaande rand (10) zal neerslag (12) die nog in de lamelgoot (3) van een lamel (1) is blijven staan, tijdens het kantelen van deze lamel (1) langs deze opstaande rand (10) toch nog in de zijgoot (5) kunnen stromen zonder dat deze neerslag (12) van de lamel (1) valt in de ruimte onder de lamellen (1). Deze opstaande rand (10) houdt deze neerslag ook zo lang in de lamelgoot (3) totdat de lamel (1) zover gekanteld is dat de afstand tussen lamelgoot (3) en de zijgoot (5) zodanig klein is, dat dit neerslagwater (12) zonder een verdere afdichting tussen de lamel (1) en de opstaande buitenzijwand (5a) toch niet meer kan spatten in de ruimte onder het lamellendak.Each slat gutter (3) is bounded on an adjacent side of the slat (1) by a raised edge (10) of the slat (1), as can be seen in figures 3 and 18 and 19. Thanks to such a raised edge ( 10) precipitate (12) that has still remained in the slat gutter (3) of a slat (1) will still be able to slide into the side gutter (5) while tilting this slat (1) along this raised edge (10) flows without this precipitation (12) from the slat (1) falling into the space below the slats (1). This upstanding edge (10) also keeps this precipitate in the slat gutter (3) until the slat (1) is tilted so far that the distance between slat gutter (3) and the side gutter (5) is so small that this precipitation water (12 ) without a further seal between the slat (1) and the raised outer side wall (5a) can no longer splash in the space under the slat roof.

Grenzend aan de uitmondopening (4) en grenzend aan de opstaande rand (10) is elk kopschot (9) weg van de lamel (1) minder hoog (11) uitgevoerd dan de opstaande rand (10), zoals te zien is in figuur 19. Op deze manier wordt neerslagwater (12) dat in de lamelgoot (3) achterblijft bij kantelen van de lamel (1) vanuit de uitmondopening (4) boven het kopschot (9, 11) naast de opstaande rand (10) geleid in de zijgoot (5), zoals te zien is in figuur 19.Adjacent to the outlet opening (4) and adjacent to the raised edge (10), each headboard (9) away from the slat (1) is designed to be less high (11) than the raised edge (10), as can be seen in figure 19 In this way, precipitation water (12) remaining in the slat gutter (3) when the slat (1) is tilted is led from the outlet opening (4) above the headboard (9, 11) next to the raised edge (10) into the side gutter. (5), as can be seen in Figure 19.

Tenslotte is elke lamel (1) uit de eerste drie uitvoeringsvormen aan zijn uiteinde onder de afdichting (6) voorzien van een naar onder toe afhangende neus (8) die gevormd wordt door het profiel waarin de afdichting (6) is aangebracht (zie figuren 1, 4 en 5).Finally, each slat (1) of the first three embodiments is provided at its end under the seal (6) with a downwardly hanging nose (8) formed by the profile in which the seal (6) is arranged (see figures 1) , 4 and 5).

Een dergelijke naar onder toe afhangende neus (6) (druipneus) dwingt neerslag (12) die toch, bijvoorbeeld als gevolg van het kantelen van de lamellen (1), aan de zijkant van de lamel (1) onder de genoemde afdichting (6) terecht zou komen, af te druipen boven de zijgoot (5). Hierdoor kan deze neerslag (12) niet langer onder invloed van adhesiekrachten teruglopen op de onderkant van de lamel (1) en zo afdruipen in de ruimte onder het lamellendak.Such a downwardly hanging nose (6) (dripping nose) forces precipitation (12) which nevertheless, for example due to the tilting of the slats (1), on the side of the slat (1) under said seal (6) would end up dripping above the side gutter (5). As a result, this precipitate (12) can no longer return to the underside of the slat (1) under the influence of adhesion forces and thus drip into the space under the slat roof.

Een dergelijke afhangende neus (6) dient niet noodzakelijk deel uit te maken van het genoemde profiel, maar kan bijvoorbeeld ook als een afzonderlijk onderdeel voorzien worden. Deze kan hierbij bijvoorbeeld ook verder naar onder toe afhangen van het genoemde profiel.Such a hanging nose (6) does not necessarily have to form part of the said profile, but can for instance also be provided as a separate part. This can, for example, also depend further downwards on said profile.

Claims (16)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Lamellendak, omvattende meerdere evenwijdig aan elkaar opgestelde lamellen (1), die roteerbaar rond respectievelijke rotatieassen (2) zijn opgesteld, tussen een open stand, waarin zich een tussenruimte tussen de lamellen (1) uitstrekt en een gesloten stand, waarin de lamellen (1) samen een gesloten afdak vormen, waarbij elke lamel (1) aan een eerste langszijde een lamelgoot (3) omvat, die afhelt naar een uitmondopening (4) toe, die in een uiteinde van de corresponderende lamel (1) is voorzien en waarbij het lamellendak een zijgoot (5) omvat, die zich nagenoeg dwars op de lamellen (1) onder de respectievelijke uitmondopeningen (4) van de lamellen (1) uitstrekt, en die weg van de lamellen (1) een zich minstens gedeeltelijk naast de lamellen (1) uitstrekkende opstaande buitenzijwand (5a) omvat met het kenmerk dat het lamellendak per lamel (1) een afdichting (6) omvat, die aan de corresponderende lamel (1) is bevestigd, zodat deze zich minstens onder de uitmondopening (4) van de corresponderende lamel (1) uitstrekt en zich uitstrekt vanaf de lamel (1) tot grenzend aan de genoemde opstaande buitenzijwand (5a) van de zijgoot (5).Slat roof, comprising a plurality of slats (1) arranged parallel to each other and rotatably arranged around respective rotation axes (2), between an open position, in which a space between the slats (1) extends and a closed position, in which the slats (1) together form a closed canopy, wherein each slat (1) comprises on a first longitudinal side a slat gutter (3) which slopes down towards an outlet opening (4) provided in one end of the corresponding slat (1) and the slatted roof comprising a side gutter (5) extending substantially transversely of the slats (1) below the respective outlet openings (4) of the slats (1), and extending away from the slats (1) at least partially next to the comprises upright outer side wall (5a), characterized in that the slat roof comprises per seal (1) a seal (6) which is attached to the corresponding slat (1) so that it is at least below the outlet opening (4) of the correspond bottom slat (1) extends and extends from the slat (1) to adjacent said raised outer side wall (5a) of the side gutter (5). 2. Lamellendak volgens conclusie 1, met het kenmerk dat elke afdichting (6) minstens een deel (6b) omvat dat uit flexibel materiaal is vervaardigd.Slat roof according to claim 1, characterized in that each seal (6) comprises at least a part (6b) made from flexible material. 3. Lamellendak volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het flexibele deel (6b) van elke afdichting (6) zich over nagenoeg de volledige lengte van deze afdichting (6) uitstrekt.Slat roof according to claim 2, characterized in that the flexible part (6b) of each seal (6) extends over substantially the full length of this seal (6). 4. Lamellendak volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat elke afdichting (6) grenzend aan het flexibele deel (6b) en grenzend aan de opstaande buitenzijwand (5a) een eerste deel uit minder flexibel materiaal omvat.Slat roof according to claim 2 or 3, characterized in that each seal (6) adjacent to the flexible part (6b) and adjacent to the upright outer side wall (5a) comprises a first part of less flexible material. 5. Lamellendak volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het flexibele deel (6b) van elke afdichting (6) tussen het eerste minder flexibele deel (6a) en een tweede minder flexibel deel (6c) is opgesteld, waarbij het tweede minder flexibele deel (6c) grenst aan de corresponderende lamel (1).Slat roof according to claim 4, characterized in that the flexible part (6b) of each seal (6) is arranged between the first less flexible part (6a) and a second less flexible part (6c), the second less flexible part (6c) is adjacent to the corresponding slat (1). 6. Lamellendak volgens conclusie 5, met het kenmerk dat elke afdichting (6) via coextrusie is vervaardigd.Slat roof according to claim 5, characterized in that each seal (6) is made via co-extrusion. 7. Lamellendak volgens één van de conclusies 4 tot en met 5, met het kenmerk dat de minder flexibele delen (6a, 6c) van elke afdichting (6) zich elk over nagenoeg de volledige lengte van deze afdichting (6) uitstrekken.Slat roof according to one of claims 4 to 5, characterized in that the less flexible parts (6a, 6c) of each seal (6) each extend over substantially the full length of this seal (6). 8. Lamellendak volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke afdichting (6) hoofdzakelijk uit PVC is vervaardigd.Slat roof according to one of the preceding claims, characterized in that each seal (6) is mainly made of PVC. 9. Lamellendak volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke lamel (1) aan zijn uiteinde onder de uitmondopening (4) voorzien is van een ondersneden gleuf (7) en dat elke afdichting (6) een voet (6e) omvat die in deze ondersneden gleuf (7) aangrijpt.Slat roof according to one of the preceding claims, characterized in that each slat (1) is provided at its end under the outlet opening (4) with an undercut slot (7) and that each seal (6) has a foot (6e) which engages in this undercut slot (7). 10. Lamellendak volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke afdichting (6) grenzend aan de buitenzijwand (5a) afgerond is uitgevoerd.Slat roof according to one of the preceding claims, characterized in that each seal (6) is designed to be contiguous to the outer side wall (5a). 11. Lamellendak volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat minstens een deel van elke afdichting (6) grenzend aan de buitenzijwand (5a) uit polytetrafluorethyleen is vervaardig.Slat roof according to one of the preceding claims, characterized in that at least a part of each seal (6) adjacent to the outer side wall (5a) is made of polytetrafluoroethylene. 12. Lamellendak volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke afdichting (6) afhelt van de corresponderende lamel (1) naar de opstaande buitenzijwand (5a) toe.Slat roof according to one of the preceding claims, characterized in that each seal (6) slopes down from the corresponding slat (1) towards the upright outer side wall (5a). 13. Lamellendak volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke lamel (1) aan zijn uiteinde dat voorzien is van de uitmondopening (4) onderaan voorzien is van een naar onder toe afhangende neus (8).Slat roof according to one of the preceding claims, characterized in that each slat (1) at its end provided with the mouth opening (4) at the bottom is provided with a nose (8) depending downwards. 14. Lamellendak volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het genoemde uiteinde van elke lamel (1) voorzien is van een kopschot (9), waarin de corresponderende uitmondopening (4) is voorzien.Slat roof according to one of the preceding claims, characterized in that said end of each slat (1) is provided with a headboard (9), in which the corresponding outlet opening (4) is provided. 15. Lamellendak volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de lamelgoot (3) van elke lamel (1) aan een aangrenzende zijkant van de lamel (1) begrensd is door een opstaande rand (10).Slat roof according to one of the preceding claims, characterized in that the slat gutter (3) of each slat (1) is bordered on an adjacent side of the slat (1) by a raised edge (10). 16. Lamellendak volgens conclusie 14 en 15, met het kenmerk dat het kopschot (9) van elke lamel (1) grenzend aan de uitmondopening (4) en grenzend aan de opstaande rand (10) weg van de lamel (1) minder hoog is uitgevoerd dan de opstaande rand (10).Slat roof according to claims 14 and 15, characterized in that the headboard (9) of each slat (1) adjacent to the outlet opening (4) and adjacent to the raised edge (10) away from the slat (1) is less high then the raised edge (10).