BE1020211A5 - Bouwpanelen met verbindingsprofiel. - Google Patents

Bouwpanelen met verbindingsprofiel. Download PDF

Info

Publication number
BE1020211A5
BE1020211A5 BE2011/0522A BE201100522A BE1020211A5 BE 1020211 A5 BE1020211 A5 BE 1020211A5 BE 2011/0522 A BE2011/0522 A BE 2011/0522A BE 201100522 A BE201100522 A BE 201100522A BE 1020211 A5 BE1020211 A5 BE 1020211A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
building
building panel
panel
tooth
panels
Prior art date
Application number
BE2011/0522A
Other languages
English (en)
Inventor
Frederik Decruy
Andre Decruy
Original Assignee
Decruy N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Decruy N V filed Critical Decruy N V
Priority to BE2011/0522A priority Critical patent/BE1020211A5/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1020211A5 publication Critical patent/BE1020211A5/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B47/00Cabinets, racks or shelf units, characterised by features related to dismountability or building-up from elements
    • A47B47/04Cabinets, racks or shelf units, characterised by features related to dismountability or building-up from elements made mainly of wood or plastics
    • A47B47/042Panels connected without frames
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B12/00Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior
    • F16B12/10Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like
    • F16B12/12Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like for non-metal furniture parts, e.g. made of wood, of plastics
    • F16B12/125Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like for non-metal furniture parts, e.g. made of wood, of plastics using mortise and tenon joints
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B5/00Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them
    • F16B5/06Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips
    • F16B5/0607Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips joining sheets or plates to each other
    • F16B5/0614Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips joining sheets or plates to each other in angled relationship

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Joining Of Building Structures In Genera (AREA)

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op ten minste twee bouwpanelen (1) en (2) die verbonden zijn door elk een verbindingsprofiel die eendelig is met de bouwpanelen onderling waarbij het eerste bouwpaneel (1) een tand (4) heeft als verbindingsprofiel en het tweede bouwpaneel (2) een groef (15) heeft als verbindingsprofiel en waarbij de eerste lengte (L1) van het eerste bouwpaneel (1) groter is dan, respectievelijk de tweede lengte (L2) en of de derde lengte (L3), van het bouwpaneel (2) waardoor een voorspanning (X) ontstaat, alsook een methode om deze bouwpanelen te vervaardigen.

Description

Bouwpanelen met verbindinesprofiel
Beschrijving
Deze uitvinding heeft betrekking op ten minste twee bouwpanelen die verbonden zijn door elk een verbindingsprofiel die eendelig is met de bouwpanelen onderling waarbij het eerste bouwpaneel een tand heeft als verbindingsprofiel en het tweede bouwpaneel een groef heeft als verbindingsprofiel alsook de methode om deze bouwpanelen te vervaardigen.
Stand der techniek
Verbindingsprofielen zijn uitsparingen die aan de bouwpanelen aangebracht worden om ten minste twee van deze bouwpanelen aan elkaar te verbinden zodanig dat deze, ten opzichte van elkaar, zowel verticaal als horizontaal niet meer verschuifbaar zijn en dit zonder toevoeging van nog een ander hulpstuk zoals lijm,nagels, schroeven , excentrieken, drevels, enz.
Tegenwoordig vind men veel toepassingen van bouwpanelen waarbij men gebruik maakt van verbindingsprofielen, zoals bij laminaat vloeren, wandpanelen, plafondpanelen, meubelpanelen, enz.
Deze uitvinding kan gebruikt worden voor verschillende van deze toepassingen maar is in de eerste plaats bedoeld om gebruikt te worden in de meubelsector. Er worden tegenwoordig veel, zo genaamde flat pack meubelen verkocht. Dit zijn meubels die de consument grotendeels zelf moet assembleren. Meestal gaat men gebruik maken van hulp middelen zoals, schroeven, drevels, excentrieken, enz. om deze te assembleren. Dit is in vele gevallen omslachtig en tijdrovend. Het is bovendien zo dat de meegeleverde hulpstukken het meubel een stuk duurder maken en voor de producent kost het meer tijd in productie doordat deze hulpstukken moeten verpakt worden en dit is omslachtig. Ook naar eindafwerking hebben ze het nadeel dat ze nog zichtbaar zijn zodat er nog extra hulpstukken van doen zijn om ze te verbergen waarbij deze extra hulpstukken zoals PVC kapjes altijd zichtbaar blijven.
Vandaar gaat men meer en meer gaan zoeken naar verbindingsmiddelen zoals beschreven in de huidige uitvinding.
Dergelijke technieken worden ondermeer vermeld in een document met nummer US 6413007. Dit betreft een tand en groefprofiel waarbij twee panelen met elkaar verbonden worden. Deze tand en groefprofielen zijn eendelig met de panelen. Dit betekent dat men een verbinding kan maken zonder hulpstukken te gebruiken. De twee hoekpanelen worden door middel van een draaibeweging met elkaar verbonden zodat ze een hoek van 90° vormen. Deze tand en groef profielen zijn echter zo gemaakt dat ze zwakke plaatsen hebben. Deze zwakke plaatsen kunnen er voor zorgen dat er bij assemblage scheuren ontstaan in de panelen zodat deze niet meer stabiel zijn.
De huidige uitvinding zorgt ervoor dat deze zwakke plaatsen weg gewerkt worden.
Een tweede vernieuwde techniek is het gebruik van zogenaamde click profielen. Dit is een gekende techniek die vooral in de vloeren bekend is en meer bepaald in laminaat en houten vloeren. Er bestaan veel verschillende soorten van dergelijke profielen. Meestal kunnen ze op twee verschillende manieren geïnstalleerd worden, door een draaibeweging of door een zogenaamde snapbeweging.
Een voorbeeld van dergelijke profielen is omschreven in document met nummer EP 1671652 Al. Ook hier gaat het over een meubel onderdeel waarbij minstens twee panelen door dergelijke profielen met elkaar verbonden zijn.
Dergelijk profiel kan zo geconstrueerd worden dat de verbinding gemaakt word door middel van een zogenaamde snap beweging. Dit wil zeggen, men houd twee panelen haaks tegenover elkaar zodat de tand ten opzichte van de groef komt te staan en men slaat (snapt) ze tezamen. De twee panelen zijn nu volledig en in alle richtingen met elkaar verbonden. Dergelijk profiel kan men zowel gebruiken op het frontpaneel als op de zijpanelen en het achterpaneel. Deze vier panelen kunnen voorzien zijn van een sleuf waar het grondpaneel kan ingeschoven worden zodat we tot een lade komen waarbij geen enkel hulpstuk nog van doen is. Dit heeft het voordeel ten opzichte van vorige technologie dat we rondom het zelfde profiel kunnen gebruiken. Dergelijke profielen laten ook toe dat ze terug, op de zelfde wijze, uit elkaar kunnen gehaald worden. Zowel het in elkaar snappen als uit elkaar snappen heeft dan terug het nadeel dat het profiel, door zijn vorm, kan afbreken gedurende deze bewegingen. Een ander nadeel is de complexiteit van dergelijke profielen om ze te vervaardigen. Er zijn veel werktuigen nodig om dergelijke profielen te produceren. Een bijkomend nadeel bij dergelijke profielen is dat de verbinding op de kopse zijde steeds zichtbaar is of men moet deze zijden achteraf gaan afboorden.
Bij de huidige uitvinding zijn er minder werktuigen nodig en kan er op een veel efficiënter manier geproduceerd worden zodat de productie sneller en goedkoper wordt. De verbinding is na assemblage niet zichtbaar dus visueel mooier en gunstiger om te produceren.
Een ander gekende techniek word omschreven in document WO 2008150234 Al. Hier gaat men gebruik maken van de gekende zwaluwstaart verbinding.
Hier hebben we het nadeel dat de panelen slechts verbonden zijn in één richting omdat men de tandverbinding in de gleufverbinding moet schuiven.
Bij de huidige uitvinding is dit niet het geval.
Samenvatting van de uitvinding
Het is de bedoeling van de huidige uitvinding om de stand der techniek te verbeteren door middel van eenvoudige en betrouwbare verbindingsmiddelen alsook het produceren van sommige bouwelementen.
Flat pack meubelen worden meestal vervaardigd uit spaanderplaat, MDF of HDF plaat omdat deze kostgunstig en, gemakkelijk te veredelen en te bewerken, zijn. Deze uitvinding is echter niet beperkt tot deze materialen.
Bij het veredelen van dergelijke platen kan men gebruik maken van verschillende methodes. De meest voorkomende zijn het ommantelen van de platen met een folie of papier of het verpersen van de platen in combinatie met geïmpregneerd papier en het afboorden van de kopse kanten. Er bestaan natuurlijk nog andere mogelijkheden zoals de platen direct bedrukken of verven.
In het eerste geval vertrekt men meestal van een plaat die reeds op maat gebracht is met de afmetingen zoals het te bewerken paneel van doen heeft. Rondom dit paneel word een folie of papier gekleefd zodat het volledig paneel ommantelt is. Deze folie of papier kan eenkleurig zijn of voorzien zijn van een bepaalde decor zoals bv. de afbeelding van een houten plank. Deze afbeelding is vooraf op de folie of papier gedrukt. Deze panelen worden dan voorzien van profielen, gaten, uitsparingen of boringen.
In het tweede geval gaat men eerst een plaat op groot formaat,bv.2400 mm x 2100 mm, tweezijdig voorzien van een papier. Dit papier is, al dan niet, bedrukt met een decor. Het papier is vooraf geïmpregneerd. Papier en plaat worden in een pers gebracht en verperst onder druk en temperatuur tot één geheel. De plaat word opgedeeld in panelen die de afmeting hebben van het eindpaneel. De kopse kanten worden afgeboord, dit gebeurd meestal door een soort folie die tegen de kopse kanten gekleefd word. Ook hier worden de panelen voorzien van profielen, gaten, uitsparingen of boringen.
Zoals eerder gemeld bestaat deze uitvinding uit ten minste twee bouwpanelen waarbij tenminste één bouwpaneel voorzien is van een tandprofiel en het andere bouwpaneel voorzien is van een groefprofiel. Beide profielen zijn zo vervaardigd dat ze door middel van een draai- schuifbeweging in elkaar passen waardoor beide panelen zowel horizontaal als verticaal verbonden worden.
Beide profielen zijn zo vervaardigd dat ze zeer stabiel zijn en grote krachten kunnen opvangen. Ze zorgen er ook voor dat beide bouwpanelen niet meer verschuifbaar zijn ten opzichte van elkaar. Tevens is het zo dat ze niet meer zichtbaar zijn na assemblage.
Het spreekt vanzelf dat er om een meubel te maken meerdere van deze bouwpanelen van doen zijn. Men gaat in dit geval gebruik maken van ten minste vier bouwpanelen die ervoor zorgen dat er een box ontstaat. Deze box kan, afhankelijk van het doel van het meubel of meubelonderdeel voorzien worden van een rug of grondpaneel. Deze kunnen zo geassembleerd worden dat er ook hier geen extra hulpmiddelen nodig zijn. De bouwpanelen, nodig voor de assemblage van de box, kunnen allen voorzien zijn van dergelijke profielen maar het kan ook dat bepaalde van de bouwpanelen voorzien zijn van andere profielen of al dan niet voorgemonteerde hulpmiddelen. Afhankelijk van het doel van de bouwpanelen gaat er voor het ene of het andere gekozen worden. Bij deze uitvinding gaat onze voorkeur naar een combinatie van voorgenoemde profielen met voorgemonteerde drevels.
Deze uitvinding heeft een paar voordelen ten opzichte van andere technieken.
Een eerste voordeel van deze uitvinding is dat er bij montage geen scheuren of breuken ontstaan in het plaatmateriaal van de bouwpanelen.
Een tweede voordeel van deze uitvinding bestaat erin dat er bij assemblage van de bouwelementen geen extra hulpmiddelen meer van doen zijn.
Een derde voordeel van deze uitvinding is dat ze gemakkelijk door middel van een draai- schuif beweging met elkaar verbonden worden en dat na assemblage verbindingen niet meer zichtbaar zijn.
Een vierde voordeel van deze uitvinding is dat ze na assemblage niet meer verschuifbaar zijn ten opzichte van elkaar.
Een vijfde voordeel van deze uitvinding is dat door de vorm van de tand en groef profielen na assemblage de bouwpanelen zeer nauwkeurig gepositioneerd zijn ten opzichte van elkaar.
Een zesde voordeel van deze uitvinding is dat we door de combinatie van vermelde profielen en voorgemonteerde drevels een stevige box bekomen.
Een zevende voordeel van deze uitvinding is dat er door het gebruik van voorgenoemde combinatie, afhankelijk van het doel van de box, een rug of grondpaneel kan gemonteerd worden zonder extra hulpmiddelen.
Een achtste voordeel van deze uitvinding is de lage kost gezien er geen extra hulpmiddelen nodig zijn voor de assemblage.
Een negende voordeel van deze uitvinding is de lage productie kost gezien de eenvoud van de verbindingsprofielen.
Een tiende voordeel van deze uitvinding is dat er geen afboording meer nodig is na het frezen van de verbindingsprofielen.
Een elfde voordeel van deze uitvinding is de productie snelheid voor het produceren van deze bouwpanelen.
Korte beschrijving van de tekeningen
Enkele voorkeursuitvoeringen zijn beschreven bij volgende tekeningen om de uitvinding te verduidelijken. Deze zijn echter geen beperking voor deze uitvinding.
Figuur 1 toont een eerste bouwpaneel met een tand als verbindingsprofiel
Figuur 2 toont een eerste bouwpaneel met een tand en benaming van zijn hoeken
Figuur 3 toont een tweede bouwpaneel met een groef als verbindingsprofiel
Figuur 4 toont een tweede bouwpaneel een groef en de benaming van hoeken en bepaalde afstanden
Figuur 5 toont een eerste bouwpaneel met verbindingsprofiel die verbonden is met een tweede bouwpaneel met verbindingsprofiel onder een voorspanning
Figuur 6 toont een eerste bouwpaneel met een tand waar bepaalde afstanden zijn aan geduid
Figuur 7 toont een tweede bouwpaneel met een groef waar bepaalde afstanden zijn aangeduid
Figuur 8 toont een bouwpaneel met een groef uit gekende techniek US 6413007
Figuur 9 toont een bouwpaneel met een tand uit gekende techniek US 6413007
Figuur 10 toont twee bouwpanelen uit huidige uitvinding die verbonden zijn en waar bepaalde krachten aangeduid zijn.
Figuur 11 toont twee panelen die met elkaar verbonden zijn door gekende techniek EP 1671652 Al
Figuur 12 toont vier panelen die verbonden zijn met gekende techniek EP 1671652 Al Figuur 13 toont een bouwpaneel met een tand met gekende techniek EP 1671652 Al Figuur 14 toont een bouwpaneel met een groef met gekende techniek EP 1671652 Al Figuur 15 toont drie aanzichten van een eerste bouwpaneel van huidige uitvinding Figuur 16 toont twee aanzichten van een tweede bouwpaneel van huidige uitvinding Figuur 17 toont een eerste bouwpaneel met afgekorte tand
Figuur 18 toont een tweede bouwpaneel met groeven die een in - en uitloop hebben
Figuur 19 toont twee bouwpanelen van de huidige uitvinding die geassembleerd zijn
Figuur 20 is een verbeterde versie van figuur 19
Figuur 21 is een tweede verbeterde versie van figuur 19
Figuur 22 toont de assemblage van vier bouwpanelen
Figuur 23 toont vijf bouwpanelen
Figuur 24 toont de assemblage van vijf bouwpanelen
Figuur 25 toont de methode om een eerste en een derde bouwpaneel te maken Figuur 26 toont een tweede bouwpaneel met twee doorsneden van de groeven Figuur 27 toont een methode om groeven te frezen in een tweede bouwpaneel
Beschrijving van voorkeur uitvoeringsvormen
Figuur 1 toont een eerste bouwpaneel (1) met een eerste rand (3), waarbij het bouwpaneel (1) ook een tand (4) bevat die gevormd word tussen een eerste zijde (5) en een tweede zijde (6). Deze zijden (5) en (6) bevinden naar buiten doorlopend van de eerste rand (3). De tand (4) bevat een uitsteeksel (7) die gepositioneerd is naast de tweede zijde (6) en waarbij het uitsteeksel (7) een eerste oppervlak (8) bevat naar buiten weg van de tweede zijde (6) en een tweede oppervlak (9) bevat die verbonden is met het eerste oppervlak (8) door middel van een eerste afronding (10). De tand (4) bevat ook een derde zijde (11) die parallel ligt ten opzichte van de eerste rand (3) en verbonden is door een tweede afronding (12) met het tweede oppervlak (9) aan de ene kant en verbonden is door een schuine (13) met de eerste zijde (5) aan de andere kant. De dikte van de tand (4) wordt bepaald door een lengte (LI). Deze lengte (LI) bevind zich tussen het tweede oppervlak 9 en het verbindingspunt van de eerste rand (3) met de eerste zijde (5).
Figuur 2 toont het eerste bouwpaneel (1) met de aanduiding van zijn hoeken. Eerste hoek (Hl) wordt gevormd met de eerste rand (3) en de eerste zijde (5). Deze hoek (Hl) heeft een grootte tussen 95° en 110° maar is bij voorkeur 103°. Hoek (H2) wordt gevormd met de rand (3') en de tweede zijde (6). De hoek (H2) heeft een grootte tussen 85° en 95° maar is bij voorkeur 90°. Hoek (H3) wordt gevormd tussen de tweede zijde (6) en het eerste oppervlak (8). Hoek (H3) heeft een grootte tussen 125° en 145°. Hoek (H4) wordt gevormd met de derde zijde (11) en de eerste schuine (13). Deze hoek (H4) heeft een grootte tussen 120° en 150°.
Figuur 3 toont een tweede bouwpaneel (2) die een tweede rand (14) heeft die parallel lopend is aan de eerste rand (3) van het eerste bouwpaneel (1). Dit betekent dat bij assemblage van het bouwpaneel (1) en het bouwpaneel (2) de respectievelijke randen (3) en (14), contactvlakken zijn van elkaar. Het tweede bouwpaneel (2) bevat een groef (15) die eerste ribbe ( 16) en een tweede ribbe (17) heeft. Deze eerste ribbe (16) en de tweede ribbe (17) bevinden zich inwaarts van de tweede rand (14) en zijn door een ruimt gescheiden ten opzichte van elkaar. Ten minste een van de ribben (16) en/of (17) hebben een uitsparing (18) en/of (19). De ribben (16) en (17) zijn respectievelijk verbonden met een tweede schuine (20) en/of een derde schuine (21). Deze schuinen (20) én/of (21) zijn langs de andere kant respectievelijk verbonden door een derde afronding (22) en/of een vierde afronding (23) met respectievelijk de eerste wand (24) en de tweede wand (25). de wand (24) en/ of tweede wand (25) zijn aan de andere kant verbonden door een vijfde afronding (26) en/of een zesde afronding (27) met een diepte vlak (28).
Figuur 4 toont het tweede bouwpaneel met aanduiding van zijn hoeken (H5) en (H6) en de lengtes (L2) en (L3).De hoek (H5) wordt gevormd tussen de eerste ribbe (16) en de tweede schuine (20). De hoek (H5) is bij voorkeur evenredig gelijk aan de hoek (H3) van het bouwpaneel (1). De hoek (H6) wordt gevormd tussen de tweede ribbe (17) en de derde schuine (21). De hoek (H6) is bij voorkeur evenredig gelijk aan de hoek (H3) van het bouwpaneel (1). De lengte (L2) wordt bepaald tussen de tweede ribbe (17) en de eerste wand (24). De lengte (L3) wordt bepaald tussen de eerste ribbe (16) en de tweede wand (25).
Figuur 5 toont een bouwpaneel met verbindingsprofiel (1) die geassembleerd is met een bouwpaneel met verbindingsprofiel (2). De tand (4) van bouwpaneel (1) bevind zich in de groef (15) van bouwpaneel (2). De tand (4) van het bouwpaneel (1) bevat een lengte (LI). De groef (15) van het bouwpaneel (2) bevat een lengte (L2) en een lengte (L3). De lengtes (L2) en (L3), afzonderlijk, zijn kleiner dan de lengte (LI), waardoor er een voorspanning (X) ontstaat wanneer beide bouwpanelen (1) en (2) geassembleerd zijn met elkaar. De voorspanning (X) heeft een waarde tussen 0.02 mm en 0.12 mm, maar is bij voorkeur 0.08 mm. Deze voorspanning zorgt ervoor dat de twee bouwpanelen (1) en (2) niet meer kunnen verschuiven ten opzichte van elkaar.
Figuur 6 toont een bouwpaneel met verbindingsprofiel (1) met een tand (4). Er is een dekbeeldige aslijn (29) getekend, die door het smalste dikte van de tand (4) loopt. Daardoor ontstaat er een lengte (L4). De hoogte (L7) van de tand (4) is samengesteld uit de lengte (L5) en de lengte (L6). De lengte (L5) is kleiner dan de lengte (L6).
Figuur 7 toont een bouwpaneel met verbindingsprofiel (2) die voorzien is van een groef (15). De diepte (L8) van de groef (15) kan, door de opbouw van de tand (4) uit het eerste bouwpaneel (1), klein behouden worden waardoor de restlengte (L9) van het bouwpaneel (2) hoog behouden kan worden zodat het bouwpaneel (2) niet veel van zijn sterkte verliest.
Figuur 8 toont een eerste paneel (30) met gekende techniek uit document US 6413007. Dit eerste paneel (30) heeft een eerste rand (31) en een groef (32) Deze groef (32) bevat een eerste ribbe (33) en een tweede ribbe (34) die voorzien zijn van een eerste holte (35) en een tweede holte (36). Deze holtes (35) en (36) bevatten respectievelijk een eerste wand (37) en een tweede wand (38). De eerste wand (37) is verbonden door een eerste flank (39) met de eerste ribbe (33). De hoek tussen de eerste ribbe (33) en de eerste flank (39) is 90°. De hoek tussen de eerste wand (37) en de eerste flank (39) is ook 90°. De tweede wand (38) is verbonden door een tweede flank (40) met de tweede ribbe (34) . De hoek tussen de tweede ribbe (34) en de tweede flank (40) is 90°. De hoek tussen de tweede wand (38) en de tweede flank (40) is ook 90°. De diepte (L10) van de groef (32) is behoorlijk groot. Dit is te wijten aan de opbouw van de tand (42). De rest lengte (Lil) is daardoor eerder klein wat er voor zorgt dat het eerste paneel (30) zwakker wordt. Een bijkomend nadeel is het feit dat de wanden (37) en (38) verbonden zijn met de, respectievelijke flanken (39) en (40), doormiddel van een hoek van 90°. Waardoor het bouwpaneel (30) gemakkelijk kan open scheuren op de plaatsen waar de wanden (35) en (36) tezamen komen met de flanken (39) en (40). Dit komt doordat de structuur van bouwpanelen, die voornamelijk in de meubel sector gebruikt worden, en in de meeste gevallen spaanderplaat of MDF plaat zijn, zo opbebouwd is dat de vezels (41) altijd parallel lopen met de eerste rand (31) en dus ook met de flanken (39) en (40).
Figuur 9 toont van een tweede paneel (42) met deze gekende techniek uit document US 6413007 . Deze heeft een tweede rand (43) en een tand (44). Deze tand (44) is gevormd tussen een eerste zijde (45) en een tweede zijde (46) waarbij beide zijden (45) en (46) zich naar buiten lopend bevinden ten opzichte van de tweede rand (43). De tweede zijde (46) onder een vooraf bepaalde hoek ten opzichte van de tweede rand (43). De tand (44) heeft een uitsteeksel (47) die gevormd is door een eerste vlak (48) en een schuine (49). Het vlak (48) en de schuine (49) zijn verbonden onder een vooraf bepaalde hoek en de schuine (49) is eveneens verbonden met de eerste zijde (45) onder een welbepaalde hoek. Er is een denkbeeldige aslijn (50) getekend die dor het smalste gedeelte van de tand (44) loopt en die een lengte (L12) heeft. De Tand (44) heeft een bepaalde lengte (L13) die de optelling is van de lengte (L14) en (L15). De lengte (14) is hier in regel langer dan de lengte (15) waardoor de tand (44) langer en smaller wordt ten opzichte van de tand (4) bij de huidige uitvinding. Dit heeft het nadeel dat er een zwakke plaats ontstaat waar het vlak (48) en de schuine (49) tezamen komen. Na assemblage van de panelen (30) en (42) komt de druk vooral te liggen tussen de eerste zijde (45) van de tand (44) en de eerste ribbe (33) van de groef (32) waarbij de mogelijkheid bestaat dat de tand afbreekt.
Figuur 10 toont de assemblage van een bouwpaneel (1) en een bouwpaneel (2) uit de huidige uitvinding, waarbij duidelijk is dat de drukken (Fl) tot en met (F1.8) zich quasi over de totale lengte (L7) van de tand (4) en de quasi totale lengte (L8) van de groef, verdeelt. Dit zorgt ervoor dat de zwakke plaatsen zoals beschreven in figuur 8 en figuur 9 verdwijnen.
Figuur 11 toont een verbinding van twee panelen (51) en (52) door middel van een click profiel met gekende techniek uit document EP 1671652 Al. . Het eerste paneel (51) is voorzien van een groef (53) en het tweede paneel (52) is voorzien van een tand (54). Dergelijke click profielen worden veel gebruikt in de vloer sector en meer bepaald bij laminaat vloeren. De profielen passen in elkaar en worden geassembleerd door middel van een zo genaamde snap beweging. Dit betekent dat men de tand (54) van het tweede paneel (52) in een positie brengt zodat de top (55) van de tand (54) past in de mond (56) van de groef (53). Vervolgens gaat men druk zetten, duwen of slaan, op het paneel (51) in de richting van het paneel (52) waardoor de tand (54) volledig verdwijnt in de groef (53). Beide panelen (51) en (52) zijn nu vergrendelt in alle richtingen (R1,R2,R3 en R4).
Figuur 12 toont de verbinding van vier panelen (51), (52), (56) en (57) die voorzien zijn van een click profiel zoals beschreven onder figuur 12 volgens gekende techniek uit document EP 1671652 Al. Het eerste paneel (51) is voorzien van twee groeven (53) en (58). Het tweede paneel (52) is voorzien van twee tanden (54) en (62). Het derde paneel (56) is eveneens voorzien van twee tanden (61) en (63) en het vierde paneel (57) is dan weer voorzien van twee groeven (59) en (60. Om de vier panelen tot een geheel te brengen gaat men tewerk zoals beschreven bij voorgaande figuur 11 waarbij men de verschillende tanden van de respectievelijke panelen (52) en (56) in positie brengt ten opzichte van de groeven van de respectievelijke panelen ((51) en (57). Door een kracht uit te oefenen in richting (R4) op de panelen (51) en 57) worden de vier panelen tot één geheel geassembleerd. Dergelijke snap profielen hebben het voordeel ten opzichte van de huidige uitvinding waarbij het mogelijk is om vier of meerdere panelen te assembleren waarbij er enkel gebruik wordt gemaakt van steeds dezelfde tand (54) en groef (53). Wat wil zeggen dat ook de tanden (61), (62) en (63) precies identiek zijn als de tand (54) en dat de groeven (58), (59) en (60) identiek zijn aan de groef (53). Echter, dit voordeel heeft ook nadelen. Het is vanzelfsprekend dat indien men dergelijke snap profielen kan assembleren door eenvoudig druk te gebruiken, van buiten naar binnen, in de richting (R4), dat dit betekent dat er bij dezelfde druk, maar nu van binnen naar buiten (R5) en (R6) het geheel zich weer kan openen wat ervoor zorgt dat deze methode onstabiel is.
Figuur 13 toont een bouwpaneel (52) voorzien van zijn tand (54) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al. Een tweede nadeel bij deze is, om een profiel te kunnen snappen moet de tand (54) mogelijks zo flexiebel mogelijk behouden worden. Dit is enkel mogelijk indien men de hals (L16) van de tand (54) zo smal mogelijk houd en tevens de hoogte (L17) van de tand (54) lang genoeg is. Wat betekent dat bij assemblage de tand (54) kan afbreken (64) bij de hals (L16).
Figuur 14 toont een bouwpaneel (51) voorzien van een groef (53) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al. Ook hier heeft men de kans dat er bij assemblage een scheur (65) ontstaat. Die wordt veroorzaakt doordat bij de snap beweging (R4) alle druk overgedragen wordt op de buitenkant (66) van het bouwpaneel (51) door dat deze gaat bewegen in richting (R7). Een derde, groot, nadeel, bij dergelijke snap profielen, is dat ze zeer complex van vorm zijn. Dit betekent dat er verschillende werktuigen, meestal frezen, nodig zijn om ze te produceren. Dit is bij de huidige uitvinding niet het geval.
Figuur 15 toont de binnen zijde, boven zijde en linker zijde van een eerste bouwpaneel (1) voorzien van een tand (4). Het eerste bouwpaneel (1) heeft aan de boven zijkant (67) en een onder zijkant (70). De tand heeft een lengte (L18) die doorloopt tot aan de onder zijkant (70) en een lengte (L20) die begint aan de bovenkant van de tand (4) en stopt aan de boven zijkant (67).
Figuur 16 toont de onder zijde en de binnen zijde van een tweede bouwpaneel (2) die voorzien is van twee groeven (15) en (68). Ook het tweede bouwpaneel (2) heeft een boven zijkant (69) en een onder zijkant (71). De groeven (15) en (68) hebben een lengte (L19) die doorloopt tot aan de onder zijkant (71) en een lengte (L21) die uitmond aan de bovenkant van de respectievelijke groeven (15) en (68). Groeven zoals (15) en (68) worden meestal gemaakt met een frees die dezelfde vorm heeft van de groef. Dit betekent dat ze een inloop of een uitloop hebben of beiden. In dit geval is er slechts één in - of uitloop (72) die de vorm van een cirkel heeft. De cirkel heeft een diameter met een lengte die even groot is als de afstand tussen de twee wanden (24) en (25) van de groef (15) waarbij deze groter is dan de afstand tussen de twee ribben (16) en (17) va de groef (15).
De lengte (L18) van de tand (4) van het eerste bouwpaneel (1) heeft exact dezelfde lengte van de lengte (L19) van de groeven (15) en (68) waarbij na assemblage de onder zijkant (70) van het eerste bouwpaneel (1) op dezelfde hoogte komt te liggen van de onderste zijkant van het bouwpaneel (2) en waarbij het tweede bouwpaneel (2) niet verder meer naar onder kan schuiven ten opzichte van het bouwpaneel (1). De lengte (20) van het eerste bouwpaneel (1) is gelijk aan of groter dan de lengte (L21) van het tweede bouwpaneel (2). Dit laatste zal ervan afhangen voor wat deze assemblage gaat gebruikt worden. Een eerste assemblage mogelijkheid is bv. kastladen waarbij twee bouwpanelen (1) in spiegelbeeld de zijkanten worden van de lade en waarbij het tweede bouwpaneel (2) het frontpaneel wordt van de lade. Om de lade compleet te maken gaat er natuurlijk nog een achter paneel en een grond paneel bijkomen. Bij laden is het meestal zo dat de boven zijde van het frontpaneel, in dit geval het bouwpaneel (2) hoger komt te liggen waardoor bij degelijke assemblages de lengte (L20) van het eerste bouwpaneel (1) gelijk gaat zijn aan de lengte (L21) van de respectievelijke groeven (15) en (68) van het tweede bouwpaneel (2). Het voordeel daarvan is dat de cirkel (72),aan het uiteinde van de groeven (15) en (68),helemaal bedekt worden door de lengte (L20) van het eerste bouwpaneel (1). Dit is vooral een visueel aspect.
Figuur 17 toont een bouwpaneel (1) met een tand (4) waarbij de lengte (18) van de tand (4) niet meer tot aan de onder zijkant (70) van het eerste bouwpaneel (1) komt. Er is nu wel een restlengte (L23) die loopt van de onderkant van de tand (4) tot aan de onder zijkant van het bouwpaneel (1).
Figuur 18 toont een bouwpaneel (2) met twee groeven (15) en (68) met elk bovenste uiteinde (72) en een onderste uiteinde (73) bevatten. Waarbij het bovenste uiteinde van de groeven (15) en (68) zich bevind op een lengte (L25) verwijdert van de bovenste zijkant (69) van het tweede bouwpaneel (2) en tevens het onderste uiteinde van de groeven (73) zich bevind op een lengte (L26) van de onderste zijkant van het tweede bouwpaneel (2). De lengte (L20) van het eerste bouwpaneel (1) is gelijk aan de lengte (25) van het tweede bouwpaneel (2) en de lengte (24) van het eerste bouwpaneel (1) is gelijk aan de lengte (26) van het tweede bouwpaneel (2). Dit betekent dat de boven zijkant (67) van het eerste bouwpaneel (1) op gelijke hoogte van de boven zijkant (69) van het tweede bouwpaneel (2) komt te liggen en de onder zijkant (70) van het eerste bouwpaneel (1) komt op gelijke hoogte te liggen van de onder zijkant (71) van het tweede bouwpaneel (2). Dardoor kunnen na assemblage de drie bouwpanelen zich niet meer naar onder of naar boven verschuiven van elkaar en de uiteinde (72) en (73) van de groeven (15) en (68) zijn niet meer zichtbaar. Dit betekent ook dat we een perfecte afwerking bekomen waarbij er van de assemblage niets meer zichtbaar is en dat er bijgevolg geen supplementaire hulpstukken meer nodig. Niet als verbindingsstuk en ook niet als afdekking voor een verbindingsstuk visueel te verbergen. Deze vorm van assembleren zal eerder gebruikt worden bij bv. het maken van een box voor een kast waarbij natuurlijk ook hier gebruik gemaakt zal worden van een vierde bouwpaneel en al dan niet van een achterpaneel.
Figuur 19 toont voor- en zijaanzicht van een eerste bouwpaneel (1) die geassembleerd is met een tweede bouwpaneel (2) waarbij het eerste bouwpaneel (1) een tand (4) heeft en het tweede bouwpaneel (2) een groef (15) heeft. De groef (15) heeft een zogenaamde inloop (72). Deze inloop (72) heeft de vorm van een cirkel. Dit komt door de methode van produceren. Het is duidelijk dat de tand (4) slechts op twee punten (a&b) contact heeft met de inloop (72) van de groef (15). Dit wil zeggen dat dit een niet minder stabiele verbinding is.
Figuur 20 toont een verbeterde versie van figuur 19. Door middel van een frees (98) gaan we een rechte (99) aanbrengen ter hoogte van de bovenkant van de inloop (72) van de groef (15). Dit betekent dat we de tand (4) van het eerste bouwpaneel nu iets langer kunnen maken waarbij de derde zijde (11) van de tand (4) bij assemblage in de groef (15) van het bouwpaneel (2) tegen de rechte (99) komt te liggen. Dit betekent dat zeer juist en zeer stabiel wordt en waarbij de spanning van de tand (4) ten opzichte van de groef (15) nog eens extra geregeld kan worden. Indien we de tand (4) bv. 0.1 mm langer maken creëren we een grotere voorspanning en gaan beide panelen (1) en (2) zich niet meer ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. De lengte (L28) van de rechte (99) is even groot of beter 0.2 mm groter dan de breedte (L29) van de groef (15).
Het zelfde passen we toe bij de uitloop (73) van de groef (15) zodat de tand (4) zowel naar boven als naar onder toe zeer stabiel geassembleerd is.
Figuur 21 toont een tweede verbeterde versie van figuur 19 van een eerste bouwpaneel (1) met een tand (4) geassembleerd met een tweede bouwpaneel (2) met een groef (15). Indien we de groef (15) niet afvlakken zoals beschreven bij figuur 20 kunnen we het zelfde effect verkrijgen door de tand (4) van twee gebroken hoeken (100) te voorzien. Figuur 21 toont enkel een voor,- linker zij,- en bovenaanzicht van een tand (4) van een bouwpaneel (1). Waarbij op de uiteinden (101) en (102) van de tand (4) een gebroken hoek (100) aangebracht is. Op het linker zijaanzicht is duidelijk dat de gebroken hoek (100) loopt van over de derde zijde (11) to aan het punt waar het eerste oppervlak (8) en de tweede zijde (6) elkaar snijden zodat het uitsteeksel (7) volledig weg is. Een tweede voordeel is hier dat, indien de voorspanning (x) te klein is, heeft het eerste paneel (1) altijd de neiging om niet onder 90° te blijven staan ten opzichte van het tweede paneel (2). Door de afgebroken hoek (100) kan dit probleem vermeden worden. Een derde voordeel ten opzichte van het afvlakken van de groef (15) is dat de methode voor het maken van een gebroken hoek gebeuren kan op dezelfde machine van het maken van een eerste bouwpaneel (1) en een derde bouwpaneel (74) en dit in de zelfde beweging als alle andere bewerkingen. Bij de methode om een groef (15) af te vlakken is er een extra bewerking nodig zodat de productie snelheid naar beneden gaat.
Figuur 22 toont de assemblage van vier bouwpanelen in 3 stappen. Het eerste bouwpaneel (1) is aan de bovenkant voorzien van een tand (4) en aan de onderkant voorzien van een boring (76). Het tweede bouwpaneel (2) is voorzien van twee groeven (15) en (68). Het derde bouwpaneel (74) is een spiegelbeeld van het eerste bouwpaneel (1) en dus ook voorzien van een tand (78 )en een boring (76). Het vierde bouwpaneel (75) is langs beide uiteinden voorzien van een drevel (77).
Detail (Dl) toont de boring (76). Detail (D2) toont de linker zijde van het vierde bouwpaneel (75) voorzien van een drevel (77). Detail (D3) toont de rechter zijde van het vierde bouwpaneel (75) met een drevel (77) op de kopse kant. Detail (D4) toont de assemblage van het eerste bouwpaneel (1) met het vierde bouwpaneel (75) waarbij de drevel (77) in de boring (76) past. Detail (D5) toont de assemblage van het derde bouwpaneel (74) met het vierde bouwpaneel (75) waarbij de drevel (77) in de boring (76) past .Detail (D6) toont de assemblage van het eerste bouwpaneel (1) met het tweede bouwpaneel (2) waarbij de tand (4) in de groef (15) past en detail (D7) toont de assemblage van het derde bouwpaneel (74) met het tweede bouwpaneel (2) waarbij de tand (78) in de groef (68) past.
In stap 1 wordt de tand (4) van het eerste bouwpaneel (1) in de groef (15) van het tweede bouwpaneel (2) gebracht. Dit gebeurt door het eerste bouwpaneel (1) onder een hoek (H7) te plaatsen ten opzichte van het bouwpaneel (2) en het bouwpaneel (1) eerst te verplaatsen in richting (R8) en dit toot de eerste rand (3) tegen de binnenzijde van het tweede bouwpaneel (2) stoot. Vervolgens wordt het eerste bouwpaneel (1) verplaatst in de richting (RIO) tot de tand (4) volledig verbonden is met de groef (15). Dit zelfde gebeurd bij de assemblage van het derde bouwpaneel (74) met het tweede bouwpaneel (2) waarbij de tand (78) in de groef (68) gebracht wordt onder een hoek (H8). Het derde bouwpaneel (74) wordt eerst verplaatst in richting (R9) tot de rand (3) het tweede bouwpaneel (2) raakt en vervolgens wordt het derde bouwpaneel (74) verplaatst in de richting (Ril) tot de tand (78) volledig verbonden is met de groef (68). Beide bouwpanelen (1) en (74) zijn nu verbonden met het bouwpaneel (2) onder een hoek van 90° met het bouwpaneel (2).
In stap 2 wordt het bouwpaneel (75) tussen de bouwpanelen (1) en (74) gebracht waarbij het eerste bouwpaneel (1) in de richting (RIO) en het derde bouwpaneel (74) in de richting (Ril) verplaatst worden tot het vierde bouwpaneel (75) tussen beide past. De drevels (77) in het bouwpaneel (75) komen recht tegenover de boringen (76) in beide bouwpanelen (1) en (74) te staan. Afhankelijk van de grootte van de bouwpanelen gaan er gekozen worden voor het aantal drevels (77) dat men gaat gebruiken per paneel.
In stap 3 worden de vier bouwpanelen met elkaar verbonden. Dit gebeurd door de bouwpanelen (1) en (74) in respectievelijke richtingen (R12) en (R13) te bewegen tot de drevels (77) volledig in de boringen (76) geplaatst zijn. Gezien de drevels (77) zo gemaakt zijn dat ze onder spanning zitten in de boringen (76), kan met bv. gebruik maken va een hamer om deze assemblage te vervolledigen.
Gezien de vorm van de verbindingsprofielen uit de huidige uitvinding, gaan alle bouwpanelen mooi onder een hoek van 90e met elkaar verbonden worden.
Deze vorm van het assembleren heeft de voorkeur op andere technieken waarbij er eventueel gebruik kan gemaakt worden van andere hulpstukken als voorgenoemde drevels. Echter alle andere technieken in combinatie met de verbindingsprofielen uit de huidige uitvinding zijn niet uitgesloten. De voorkeur voor dit type van drevels komt door de zeer stabiele verbinding in combinatie met de verbindingsprofielen uit de huidige uitvinding.
Figuur 23 toont vijf bouwpanelen (1), (2), (74), (75) en (79). De bouwpanelen (1), (2), (74) en (75) zijn respectievelijk voorzien van een groef (80), (81), (82) en (83). Het vijfde bouwpaneel (79) past precies in deze groeven (80), (81), (82) en (83).
Figuur 24 toont de assemblage zoals in figuur 19 maar met een vijfde bouwpaneel (79). In stap 1 wordt het vijfde bouwpaneel (79) in de gleuven (80) en (82) geschoven van de respectievelijke eerste bouwpaneel (1) en derde bouwpaneel (74). In stap 2 wordt het vijfde bouwpaneel (79) verder geschoven tot het past in de groef (81) van het tweede bouwpaneel (2). In stap 3 wordt het vierde bouwpaneel (75) geassembleerd waarbij het vijfde bouwpaneel past in de groef (83) van het vierde bouwpaneel (75). Dit geheel kan een meubel onderdeel zijn zoals bv. een lade waarbij het vijfde bouwpaneel (79) dient als grondpaneel van deze lade. Dit kan ook bv. een kast zijn waarbij het vijfde bouwpaneel (79) in dit geval het achter paneel wordt.
Figuur 25 toont de productie methode voor het maken van het eerste bouwpaneel (1) en het derde bouwpaneel (74). Het grote voordeel ten opzichte van andere verbindingsprofielen, zoals beschreven in stand der techniek, is dat de verbindingsprofielen uit de huidige uitvinding zeer eenvoudig gemaakt kunnen worden. Het gaat sneller en er zijn minder wektuigen nodig. De bouwpanelen (1) en (74) worden gemaakt uit één paneel (84). Het paneel (84) is eventueel reeds voorzien van een groef (85) die later zal gebruikt worden voor de assemblage met een vijfde bouwpaneel (79).
In positie (PI) wordt het paneel (84) getransporteerd, in de richting (R15), op riemen of kettingen (86) die voorzien zijn van nokken (87). De nokken (87) dienen om het paneel (84) onder 90° te transporteren ten opzichte van de werktuigen.
In positie (P2) worden de onderkanten van de tanden (4) en (78) aangebracht. Dit gebeurd door middel van respectievelijk twee frezen (88) en (89).
In positie (P3) worden de bovenkanten van de tanden (4) en (78) aangebracht. Dit gebeurd door middel van respectievelijk twee frezen (90) en (91).
In positie (P4) word het paneel (84) doormidden gezaagd met een zaag (92) waarbij twee panelen ontstaan, zijnde het eerste bouwpaneel (1) en het derde bouwpaneel (74) die nu respectievelijk voorzien zijn van een tand (4) en een groef (80) voor het eerste bouwpaneel (1) en een tand (78) en een groef (82) voor het bouwpaneel (74).
In positie (P5) worden er boringen (76) voorzien door middel van twee boren (93) en (94). Waarbij in dit geval de bouwpanelen (1) en (74) elk voorzien zijn van twee boringen (76). Het aantal boringen zal afhankelijk zijn van het gebruik van de verschillende bouwpanelen. Wat wil zeggen dat er meer of minder kunnen zijn.
In positie (P6) worden de tanden (4) en (78) afgekort door middel van, respectievelijk, twee frezen (95) en (96). Op die manier worden de lengtes (L20) en of (L24) gecreëerd. Deze handeling is afhankelijk van de vorm van de groeven (15) en (68).
De bewerkingen in positie (P2) en (P3) zijn nodig om de tand van het verbindingsprofiel te maken. De bewerking in positie (P4) is nodig om van één paneel twee bouwpanelen met verbindingsprofiel te maken. Alle andere bewerking zijn afhankelijk van het gebruik van de bouwpanelen. De posities van de bewerkingen kunnen ook verwisselen. Ook de richting van de bewerkingen kunnen verschillen van boven beschreven methode. Dit wil zeggen dat bv. bij positie (P5) het boren van de boringen (76) kan gebeuren van langs boven alsook van langs onder.
Onderaan figuur 25, twee afgewerkte bouwpanelen (1) en (74). Deze methode heeft als voordelen dat er per bouwpaneel (1) en (74) slechts twee werktuigen, respectievelijk (88,90) en (89,91) nodig zijn om de tanden (4) en (78) te maken. Tweede voordeel is dat er twee bouwpanelen (1) en (74) gelijktijdig en op één en dezelfde machine gemaakt kunnen worden. Een derde voordeel is dat er na assemblage van dergelijk gefreesde tanden, niets meer zichtbaar is van de verbindingsprofielen.
Figuur 26 toont een tweede bouwpaneel (2) die voorzien is van twee groeven (15) en( 68) waarbij beide groeven een inloop (72) en een uitloop (73) hebben en waarbij de lengte (L27) de afstand is tussen het center van de inloop (72) en het center van de uitloop (73). Er is een doorsnede'A-A en een doorsnede B-B te zien waarbij de diepte (Dl) van de groef (15) zichtbaar is bij de doorsnede B-B.
Figuur 27 toont een methode voor het frezen van een groef (15) in het tweede bouwpaneel (2) waarbij het center van een frees (97) overeenkomt met het center van de inloop (72). De frees (97) beweegt zich in een eerste richting (R16) tot de diepte (Dl) bereikt wordt, vervolgens beweegt de frees (97) in richting (R17) tot het center van de frees (97) op de zelfde hoogte ligt van het center van de uitloop (73). De frees (97) beweegt zich in een derde richting (R18) tot ze het bouwpaneel (2) verlaten heeft.
De volgorde van de eerste beweging (R16) kan ook gewisseld worden met de beweging (R18) waarbij de inloop (72) dan de uitloop (73) wordt en omgekeerd.
Bij een bouwpaneel (2) die voorzien is van meer dan één groef (15), bv. een groef (15) en een groef (68) kunnen beide groeven gelijktijdig gemaakt worden met twee frezen (97).
Lijst van referentie nummers 1. Eerste bouwpaneel 2. Tweede bouwpaneel 3. Eerste rand 4. Tand 5. Eerste zijd 6. Tweede zijde 7. Uitsteeksel 8. Eerste oppervlak 9. Tweede oppervlak 10. Eerste afronding 11. Derde zijde 12. Tweede afronding 13. Eerste schuine 14. Tweede rand 15. Groef 16. Eerste ribbe 17. Tweede ribbe 18. Eerste uitsparing 19. Tweede uitsparing 20. Tweede schuine 21. Derde schuine 22. Derde afronding 23. Vierde afronding 24. Eerste wand 25. Tweede wand 26. Vijfde afronding 27. Zesde afronding 28. Diepte vlak 29. Aslijn door smalste punt van tand (4) 30. Eerste paneel uit gekende techniek US 6413007 31. Eerste rand uit gekende techniek US 6413007 32. Groef gekende uit techniek US 6413007 33. Eerste ribbe uit gekende techniek US 6413007 34. Tweede ribbe uit gekende techniek US 6413007 35. Eerste holte uit gekende techniek US 6413007 36. Tweede holte uit gekende techniek US 6413007 37. Eerste wand uit gekende techniek US 6413007 38. Tweede wand uit gekende techniek US 6413007 39. Eerste flank uit gekende techniek US 6413007 40. Tweede flank uit gekende techniek US 6413007 41. Vezels bij spaan- of MDF panelen 42. Tweede paneel met gekende techniek US 6413007.
43. Tweede rand met gekende techniek uit document US 6413007.
44. Tand met gekende techniek uit document US 6413007.
45. Eerste zijde met gekende techniek uit document US 6413007.
46. Tweede zijde met gekende techniek uit document US 6413007.
47. Uitsteeksel van tand met gekende techniek uit document US 6413007.
48. Een vlak met gekende techniek uit document US 6413007.
49. Een schuine met gekende techniek uit document US 6413007.
50. Denkbeeldige aslijn bij tand met gekende techniek uit document US 6413007.
51. Eerste paneel met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
52. Tweede paneel met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
53. Groef in het eerste paneel (51) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
54. Tand van het tweede paneel (52) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
55. Top van de tand (54) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
56. Derde paneel met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
57. Vierde paneel met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
58. Tweede groef in het eerste paneel (51) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
59. Eerste groef in het vierde paneel (57) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
60. Tweede groef in het vierde paneel (57) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
61. Eerste tand aan het derde paneel (56) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
62. Tweede tand aan het tweede paneel (52) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
63. Tweede tand aan het derde paneel (56) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
64. Plaats waar de tand (54) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al, kan afbreken.
65. Scheur bij het eerste paneel (51) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
66. Buitenkant groef (53) bij het eerste paneel (51) met gekende techniek uit document EP 1671652 Al.
67. Bovenzijkant van eerste bouwpaneel (1) 68. Tweede groef van tweede bouwpaneel (2) 69. Bovenzijkant van tweede bouwpaneel (2) 70. Onderzijkant van eerste bouwpaneel (1) 71. Onderzijkant van tweede bouwpaneel (2) 72. Bovenste uiteinde van de groeven (1) en (68) bij bouwpaneel (2) 73. Onderste uiteinde van de groeven (15) en (68) bij bouwpaneel (2) 74. Derde bouwpaneel bij de huidige uitvinding 75. Vierde bouwpaneel bij de huidige uitvinding 76. Boring 77. Drevel 78. Tand van het derde bouwpaneel (74) 79. Vijfde bouwpaneel bij de huidige uitvinding 80. Groef voor vijfde bouwpaneel (79) in eerste bouwpaneel (1) 81. Groef voor vijfde bouwpaneel (79) in tweede bouwpaneel (2) 82. Groef voor vijfde bouwpaneel (79) in derde bouwpaneel (74) 83. Groef voor vijfde bouwpaneel (79) in vierde bouwpaneel (75) 84. Een paneel 85. Groef in paneel (84) 86. Transportriemen 87. Nokken 88. Frees voor onderkant tand (4) 89. Frees voor onderkant tand (78) 90. Frees voor bovenkant tand (4) 91. Frees voor bovenkant tand (78) 92. Zaag 93. Boor voor boringen (76) in het eerste bouwpaneel (1) 94. Boor voor boringen (76) in het tweede bouwpaneel (74) 95. Frees voor het afkorten van de tand (4) 96. Frees voor het afkorten van de tand (78) 97. Frees voor het frezen van de groeven (15) en (68) 98. Frees voor het maken van een rechte kant aan een inloop (72) 99. Rechte bij inloop (72) en uitloop (73) 100. Gebroken hoek 101. Eerste uiteinde van een tand (4) 102. tweede uiteinde van een tand (4)
Dl. Diepte van de groef (15)
Fl tot Fl.8 Drukken van de tand (4) op de groef (15) bij huidige uitvinding.
Hl. Eerste hoek bij de huidige uitvinding H2. Tweede hoek bij de huidige uitvinding H3. Derde hoek bij de huidige uitvinding H4. Vierde hoek bij de huidige uitvinding H5. Vijfde hoek bij de huidige uitvinding H6. Zesde hoek bij de huidige uitvinding H7. Eerste hoek bij assemblage H8. Tweede hoek bij assemblage H9. Derde hoek bij assemblage H10. Vierde hoek bij assemblage Hll. Vijfde hoek bij assemblage H12. Zesde hoek bij assemblage H13. Zevende hoek bij assemblage H14. Achtste hoek bij assemblage LI. Eerste lengte bij de tand (4) L2. Eerste lengte bij de groef (15) L3. Tweede lengte bij de groef (15) L4. Tweede lengte bij de tand (4) L5. Derde lengte bij de tand (4) L6. Vierde lengte bij de tand (4) L7. Vijfde lengten bij de tand (4) L8. Derde lengte bij de groef (15) L9. Vierde lengte bij de groef (15) L10. Diepte van de groef (32) bij gekende techniek US 6413007 Lil. Rest lengte onder groef (32) bij gekende techniek US 6413007 L12. Eerste lengte bij de tand (44) bij gekende techniek US 6413007 L13. Tweede lengte bij de tand (44) van gekende techniek US 6413007 L14. Derde lengte bij de tand (44) van gekende techniek US 6413007 L15. Vierde lengte bij de tand (44) van gekende techniek US 6413007 L16. Hals van de tand (54) bij gekende techniek EP 1671652 L17. De hoogte van de tand (54) bij gekende techniek EP 1671652 L18. Lengte van de tand (4) waarbij bovenkant ingekort is L19. Lengte van de groef (15) zonder bovenste uiteinde (72) L20. Lengte tussen de bovenkant van de tand (4) tot de bovenzijkant (67) van een bouwpaneel (1) L21. De lengte van de inloop (72) van de groef (15). Is ook de diameter van de frees (97) L22. De lengte van een groef (15) zonder een inloop (72) en een uitloop (73) L23. Lengte van een tand (4) waarbij zowel boven - als onderkant ingekort zijn L24. Lengte tussen de onderkant van een tand (4) tot de onderzijkant (70) van een bouwpaneel (1) L25. Lengte van het boven uiteinde van een groef (15) tot de bovenzijkant (69) van een bouwpaneel (2) L26. Lengte van het onder uiteinde van een groef (15) tot de onderzijkant (71) van een tweede bouwpaneel (2) L27. Lengte van een groef (15) van het center van de inloop (72) tot het center van de uitloop (73) bij een bouwpaneel (2) L28. Lengte van de rechte (99) L29. Breedte van de groef (15)
Rl. Eerste richting bij gekende techniek EP 1671652 R2. Tweede richting bij gekende techniek EP 1671652 R3. Derde richting bij gekende techniek EP 1671652 R4. Vierde richting bij gekende techniek EP 1671652 R5. Vijfde richting bij gekende techniek EP 1671652 R6. Zesde richting bij gekende techniek EP 1671652 R7. Zevende richting bij gekende techniek EP 1671652 R8. Eerste richting bij de huidige uitvinding R9. Tweede richting bij de huidige uitvinding RIO. Derde richting bij de huidige uitvinding Ril. Vierde richting bij de huidige uitvinding R12. Vijfde richting bij de huidige uitvinding R13. Zesde richting bij de huidige uitvinding R14. Zevende richting bij de huidige uitvinding R15. Transportrichting bij het vervaardigen van het eerste bouwpaneel (1) en het derde bouwpaneel (74) R16. Eerste richting van een frees (97) bij het frezen van een groef (15) R17. Tweede richting van een frees (97) bij het frezen van een groef (15) R18. Derde richting van een frees (97) bij het frezen van een groef (15) R19. Richting voor het frezen van een rechte kant aan de inloop (72)

Claims (15)

1. Bouwpanelen met verbindingsprofiel bevattende : Een eerste bouwpaneel (1) heeft een eerste rand (3), waarbij genoemde eerste bouwpaneel (1) ook een tand (4) bevat met een eerste zijde (5) en een tweede zijde (6), waarbij genoemde eerste zijde (5) zich bevind naar buiten doorlopend van de eerste rand (3) en onder een vooraf bepaalde hoek (Hl) ten opzichte van de zogenaamde eerste rand (3) en waarbij de zogenaamde tweede zijde (6) zich bevind naar buiten lopend ten opzichte van de eerste rand (3) onder een vooraf bepaalde, in regel, rechte hoek (H2) ten opzichte van de eerste rand (3), de zogenaamde tand (4) bevat een uitsteeksel (7) gepositioneerd naast de zogenaamde tweede zijde (6) waarbij het uitsteeksel (7) een eerste oppervlak (8) bevat naar buiten weg van de zogenaamde tweede zijde (6) en onder een vooraf bepaalde hoek (H3) ten opzichte van de zogenaamde tweede zijde (6) en waarbij het zogenaamde uitsteeksel (7) een tweede oppervlak (9) bevat waarbij het tweede oppervlak (9) verbonden is het eerste oppervlak (8) door middel van een eerste afronding (10) waarbij de tand (4) ook een derde zijde (11) bevat die parallel ligt ten opzichte van de zogenaamde eerste rand (3) en waarbij de zogenaamde derde zijde een (11) tevens verbonden is door een tweede afronding (12) met het zogenaamde tweede oppervlak (9) aan de ene kant en waarbij de derde zijde (11) verbonden is door een schuine (13) met de eerste zijde (5) en waarbij de zogenaamde eerste schuine (13) zich onder een vooraf bepaalde hoek (H4) bevind ten opzichte van de derde zijde (11) en waarbij er een vooraf bepaalde eerste lengte (LI) bestaat tussen het zogenaamde tweede oppervlak (9) en het verbindingspunt van de zogenaamde eerste zijde (5) met de eerste rand (3) en Een tweede bouwpaneel (2) heeft een tweede rand (14) parallel lopend aan de eerste rand (3) van het eerste bouwpaneel (1) en waarbij het zogenaamde tweede bouwpaneel (2) een groef (15) bevat die eerste ribbe ( 16) en een tweede ribbe (17) heeft, waarvan de zogenaamde eerste ribbe (16) en de tweede ribbe (17) zich inwaarts bevind van de zogenaamde tweede rand (14) en met een ruimte gescheiden zijn ten opzichte van elkaar en waarbij ten minste een van de ribben (16) en of (17) een uitsparing (18) en/of (19) heeft, de ribben (16) en (17) zijn respectievelijk verbonden met een tweede schuine (20) en/of een derde schuine (21) onder een vooraf bepaalde hoek (H5) en/of (H6) respectief ten opzichte van de zogenaamde ribbe (16) en/of ribbe (17) waarbij de schuinen (20) en/of (21) langs de andere kant verbonden zijn door een derde afronding (22) en/of een vierde afronding (23) met respectievelijk een eerste wand (24) en een tweede wand (25) waarbij de zogenaamde wand (24) en/ of tweede wand (25) aan de andere kant verbonden zijn door een vijfde afronding (26) en/of een zesde afronding (27) met een diepte vlak (28) en waarbij er een vooraf bepaalde tweede lengte (L2) en/of een vooraf bepaalde derde lengte (L3) bestaat tussen respectievelijk de zogenaamde tweede ribbe (17) en de eerste wand (24) en/of de zogenaamde eerste ribbe (16) en de tweede wand (25) daardoor gekenmerkt dat de eerste lengte (LI) groter is dan respectievelijk de tweede lengte (L2) en of de derde lengte (L3), waardoor een voorspanning (X) ontstaat.
2. Bouwpanelen met een verbindingsprofiel volgens conclusie 1 : daardoor gekenmerkt dat bij de tand (4) de eerste hoek (Hl) niet kleiner is dan 100°
3. Bouwpanelen met een verbindingsprofiel volgens voorgaande conclusies : daardoor gekenmerkt dat bij de tand (4) (L5) kleiner is dan (L6).
4. Bouwpanelen met een verbindingsprofiel volgens voorgaande conclusies : daardoor gekenmerkt dat (L18) van de tand (4) bij het eerste bouwpaneel (1) exact overeenstemt met (L19) van de groeven (15) en (68) bij het tweede bouwpaneel (2) waarbij na assemblage de onder zijkant ( 70) van het eerste bouwpaneel (1) op gelijke hoogte komt te liggen van de onderzijkant (71) van het tweede bouwpaneel (2)
5. Bouwpanelen met een verbindingsprofiel volgens voorgaande conclusies : daardoor gekenmerkt dat (L20) van het eerste bouwpaneel (1) is gelijk of groter is dan (L21) van het tweede bouwpaneel (2).
6. Bouwpanelen met een verbindingsprofiel volgens conclusies 1, 2,3 en 5 : daardoor gekenmerkt dat (L23) van de tand (4) bij het eerste bouwpaneel (1) gelijk is aan (L22) van de groeven (15) en (68) bij het tweede bouwpaneel (2).
7. Bouwpanelen met een verbindingsprofiel volgens conclusies 1,2,3,5,6 en 7 : daardoor gekenmerkt dat (L20) van het eerste bouwpaneel (1) gelijk is aan (L25) van het tweede bouwpaneel (2) en waarbij, na assemblage, de bovenste zijkant (67) van het eerste bouwpaneel (1) op gelijke hoogte komt te liggen van de bovenste zijkant (69) van het tweede bouwpaneel (2).
8. Bouwpanelen met een verbindingsprofiel volgens conclusies 1,2,3,5,6,7 en 8 : daardoor gekenmerkt dat (L24) van het eerste bouwpaneel (1) gelijk is aan (26) van het tweede bouwpaneel (2) en waarbij, na assemblage, de onderste zijkant van het eerste bouwpaneel (1) op dezelfde hoogte komt te liggen van de onderste zijkant (71) van het tweede bouwpaneel (2).
9. Bouwpanelen met een verbindingsprofiel volgens conclusies 1,4,6,7 en 8 : daardoor gekenmerkt dat op het uiteinde van de groeven (15) en (68) in de inloop (72) en uitloop (73) er zich een rechte (99) bevind voor het afvlakken van de groeven (15) en (68) waarbij (L28) van de rechte (99) gelijk of groter is dan (L29) van de groeven (15) en (68)
10. Bouwpanelen met een verbindingsprofiel volgens conclusies 1 tot en met 8 : daardoor gekenmerkt dat dat de uiteinden (101) en (102) van een tand 4) bij een eerste bouwpaneel (1), voorzien worden van een afgebroken hoek (100)
11. Bouwpanelen met een verbindingsprofiel volgens voorgaande conclusie : daardoor gekenmerkt dat bij montage van een meubel of meubelonderdeel waarbij minstens gebruik wordt gemaakt van vier bouwpanelen (1), (2), (74) en (75), waarbij het eerste bouwpaneel (1) voorzien is van een tand (4) en ten minstens één boring (76), waarbij het tweede bouwpaneel (2) voorzien is van twee groeven (15) en (68), waarbij het derde bouwpaneel (74) voorzien is van een tand (78) en ten minsten één groef (76) en waarbij het vierde bouwpaneel (75) voorzien is van ten minste één drevel aan iedere kopse kant.
12. Bouwpanelen met een verbindingsprofiel volgens conclusie 9 : daardoor gekenmerkt dat er een vijfde bouwpaneel (79) tussen de vier andere bouwpanelen (1), (2), (74) en (75) geassembleerd wordt. Dit vijfde bouwpaneel (79) past in de groeven (80), (81), (82) en (83) van de respectievelijke bouwpanelen (1), (2), (74) en (75)
13. Methode voor het vervaardigen van bouwpanelen met verbindingsprofiel volgens conclusie 11 daardoor gekenmerkt dat de bouwpanelen (1) en (74) gemaakt worden uit één paneel (84) en op één en dezelfde machine in één beweging
14. Methode voor het maken van bouwpanelen met verbindingsprofiel volgens conclusie 11 : daardoor gekenmerkt dat de bouwpanelen (1) en (74) voorzien worden van boringen (76) op dezelfde machine en in de zelfde beweging
15. Methode voor het maken van bouwpanelen met verbindingsprofielen volgens conclusie 11 : daardoor gekenmerkt dat de tanden (4) en (78) van respectievelijk het eerste bouwpaneel (1) en het derde bouwpaneel (74) worden ingekort op dezelfde machine en in één en dezelfde beweging
BE2011/0522A 2011-09-02 2011-09-02 Bouwpanelen met verbindingsprofiel. BE1020211A5 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0522A BE1020211A5 (nl) 2011-09-02 2011-09-02 Bouwpanelen met verbindingsprofiel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201100522 2011-09-02
BE2011/0522A BE1020211A5 (nl) 2011-09-02 2011-09-02 Bouwpanelen met verbindingsprofiel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020211A5 true BE1020211A5 (nl) 2013-06-04

Family

ID=44800866

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0522A BE1020211A5 (nl) 2011-09-02 2011-09-02 Bouwpanelen met verbindingsprofiel.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1020211A5 (nl)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3718437A1 (en) * 2019-04-05 2020-10-07 Välinge Innovation AB Method for assembling a piece of furniture
US10953566B2 (en) 2016-12-22 2021-03-23 Valinge Innovation Ab Device for inserting a tongue
US11045933B2 (en) 2016-06-30 2021-06-29 Valinge Innovation Ab Device for inserting a tongue
US11331824B2 (en) 2016-06-29 2022-05-17 Valinge Innovation Ab Method and device for inserting a tongue
US11358301B2 (en) 2016-06-29 2022-06-14 Valinge Innovation Ab Machine for inserting a tongue

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6413007B1 (en) * 2000-05-01 2002-07-02 Sauder Woodworking Co. Joint assembly
EP1671562A1 (de) * 2004-12-20 2006-06-21 Fritz Egger GmbH & Co Möbelteile mit Verbindungsmitteln

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6413007B1 (en) * 2000-05-01 2002-07-02 Sauder Woodworking Co. Joint assembly
EP1671562A1 (de) * 2004-12-20 2006-06-21 Fritz Egger GmbH & Co Möbelteile mit Verbindungsmitteln

Cited By (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11331824B2 (en) 2016-06-29 2022-05-17 Valinge Innovation Ab Method and device for inserting a tongue
US11358301B2 (en) 2016-06-29 2022-06-14 Valinge Innovation Ab Machine for inserting a tongue
US11045933B2 (en) 2016-06-30 2021-06-29 Valinge Innovation Ab Device for inserting a tongue
US10953566B2 (en) 2016-12-22 2021-03-23 Valinge Innovation Ab Device for inserting a tongue
EP3718437A1 (en) * 2019-04-05 2020-10-07 Välinge Innovation AB Method for assembling a piece of furniture
WO2020201523A1 (en) * 2019-04-05 2020-10-08 Välinge Innovation AB Method for assembling a piece of furniture
CN113645881A (zh) * 2019-04-05 2021-11-12 瓦林格创新股份有限公司 用于组装一件家具的方法
US11480204B2 (en) 2019-04-05 2022-10-25 Valinge Innovation Ab Automated assembly
CN113645881B (zh) * 2019-04-05 2023-07-18 瓦林格创新股份有限公司 用于组装一件家具的方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1020211A5 (nl) Bouwpanelen met verbindingsprofiel.
US10830266B2 (en) Method for forming a panel
BE1019989A3 (nl) Een bouwpakket voor de box van een lade en de methode om die te produceren.
BE1019891A5 (nl) Samengesteld element en rugwandconstructie hierbij toegepast.
BE1013553A3 (nl) Vloerbekleding.
US20200100585A1 (en) Composed Element and Corner Connection Applied Herewith
BE1020316A3 (nl) Samengesteld element en hoekverbinding hierbij toegepast.
US11350747B2 (en) Construction panel for a side of an item of furniture, method for producing said type of construction panel and side of an item of furniture and furniture body or item of furniture having a side
ES2906866T3 (es) Pared de un cuerpo de mueble, método para fabricar una pared de este tipo y cuerpo de mueble o mueble con una pared de este tipo
ES2344555T3 (es) Tabla de entarimado de material estratificado con partes de bordes decorativas.
DK2834526T3 (en) LIGHT WEIGHT PLATE, CONNECTION DEVICE AND METHOD FOR MANUFACTURING A CONNECTION DEVICE
BE1020319A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een lade.
US10722031B2 (en) Wall of a basic furniture structure, method for producing such a wall, and basic furniture structure or piece of furniture having such a wall
JP2018021450A (ja) ボードを第1パネル及び第2パネルに分割するための方法、第1パネル及び第2パネルの固定のための機械的固定システムを形成する方法、及び、建築用パネル
CN103477003B (zh) 包括面板及外部锁定元件的表面覆盖套件
EP3478125B1 (en) Pre-mounted furniture module
BE1018426A3 (nl) Vloerbekleding, vloerpaneel, verpakkingseenheid en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen.
EP2814357B1 (en) Method for manufacturing a drawer
US20210198940A1 (en) Cabinet door assembly and manufacturing thereof
BE1016561A6 (nl) Werkwijzen voor het vervaardigen en verpakken van vloerpanelen, alsmede vloerpaneel en verpakte set van vloerpanelen.
BE1020251A5 (nl) Afwerkingsprofiel voor een vloerbekleding.
BE1020079A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een lade.
CN203538739U (zh) 家具顶冠组装结构
KR20130097703A (ko) 조립된 요소 및 이것에 적용되는 코너 연결부
EA039386B1 (ru) Набор строительных панелей

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20130930