BE1020047A3

BE1020047A3 - Instrument om een botbiopsie te nemen.

Info

Publication number: BE1020047A3
Application number: BE2011/0410A
Authority: BE
Original assignee: Janssens Johan
Priority date: 2011-07-05
Filing date: 2011-07-05
Publication date: 2013-04-02
Also published as: EP2543321B1; EP2543321A1; US20130012946A1; US9237906B2

Abstract

De uitvinding beschrijft een uitvoering van een instrument om een botbiopsie te nemen. Het instrument is een onderdeel van een partij van 4 instrumenten die samen een kit vormen. Harde weefsels zijn moeilijk penetreerbaar. De bestaande boren zijn eerder klein en kunnen geen kwaliteitsvol weefselstaal bekomen. De uitvoering van het nieuwe instrument heeft 4 essentiële delen. Zij werken in conjunctie: een boorkop die toelaat om een doorgang te bereiken in hard botweefsel, een botweefselstaal opvangruimte, een opvangruimte voor de botschilfers en een spiraalvormig uitwendig profiel om de penetratie in het bot te bestendigen. Het instrument werkt in combinatie met 3 andere instrumenten: een stylet om het botweefselstaal te verwijderen, een canule om de botboor tot aan het bot te brengen (dient tevens als geleidingsnaald) en een trocar om de canule tot aan het bot te brengen. Canule en botboornaald werken in conjunctie om te vermijden dat (eventueel door kanker omvormde) botschilfers zich zouden verspreiden.

Description

Beschrijving

Instrument om een botbiopsie te nemen

Achtergrond

Weefsel vergaren van bot is een medische handeling die routinegewijze gebeurt. Met onderscheid het afnemen van een cytologisch staal (enkel beenmergaspiraat) om de werking van het beenmerg na te gaan. Tevens kan men hiermede maligne cellen opsporen. Om histologische beoordeling mogelijk te maken is echter een weefselstaal uit één stuk nodig. Hiervoor onderschëidt men 3 varianten. Het nemen van beenmerg, zacht weefsel of hard weefsel. Het beenmerg wordt succesvol afgenomen met een holle buis die vele varianten kan aannemen. Zacht weefsel vanuit bot (bv. in geval van een kwaadaardig zacht weefsel) gebeurt door een zacht weefsel biopsie systeem. Maar het nemen van een weefselstaal dat enkel uit botweefsel bestaat, zoals bijvoorbeeld van de cortex van het been of van eëri türhör dié louter uit bot bestaat, is een boor nodig. De huidige boren geven doorgaans slechts kleine weefselfragmenten (schraapsel) die weinig coherentie vertonen. Hierdoor wordt de structuur van ^et bot slechts moeizaam vastgesteld.

Om de structuur van het bot kwaliteitsvol te onderzoek is een groot weefselstuk nodig. Hiervoor zijn tot op heden geen instrumenten voorhanden. Het beoogde nieuwe instrument is ontwikkeld om een groot stuk hard ^otweefsejïte^ergaren op een veilige en efficiënte manier.

' J /-..11,(.5..: f ' ‘ /1 .... '* . .·, 1 ; . i ;* Oij ' ' If < ’.'.AJ . ,K i: s- -v Az j ‘‘.ί·· *'.v:i

Samenvatting.;. .

Na identificatie van de plaats van de weefselafname (door RX of ÇT scan) wordt de huid ontsmet. De huid en onderhuid worden verdoofd. Ook 'het beenvljes, periost/wordt verdoöifd. Dan wordt een incisie in het huid aangebracht mét een scalpel. De canule (Figuur 1.3) wórdt samen met de trocar (Figuur 1.4) door de huid tot op het beenvlies gestoken. Daar wordt de trocar verwijderd én vervangen door de boor (Figuur 1.2). De boor wordt in het corticaal bot of gezwel gedraaid tot er voldoende .botweefsel in de opvangruimte bekomen wordt. Dan wordt de boor met weefsel uit de canule getrokken! Het botweefselstaal wordt dan met behulp vàn de stylet (Figuur 1.1) verwijderd.

· .·-.? . .. .i, * ' v . · . -.7.,. _ *·: · ;

Korte be^Chrijving van de tekeningen Fj^ur i:tpe insbumenten kit bevat 4 delen: 1.1 De stylet om de botweefselstalen uit de botboor te verwijderen 1.2. Botbóor ,l’ ’ 1.3 Canule Waarin de bötbóor past 1.4 Trocar om de canule tot aan het periost te brengen

Figuur 2: Details van de botboor 2.1.1 Boorvlak met boortanden 2.1.2 Botweefselopvangruimte 2.2 Spaankanalen 2.3 Spaanopvangruimte 2.4 Staaf

Gedetailleerde beschrijving van de preferentiële uitvoering De stylet (Fig 1.1)

De stylet is een staaf die kan geproduceerd zijn in gelijk welk materiaal en afmetingen. Het proximale eind bevat bijvoorbeeld een knop (111.2) om druk op de stylet toe te laten en kan in verschillende uitvoeringen bestaan. Het distale uiteinde is vlak. De preferentiële diameter is net iets kleiner dan de inwendige diameter van de botboor (1.2). De stylet past in de botboor en is in zijn preferentiële opstelling 1 cm langer dan de botboor.

De eigenlijke botboor (Fig 1.2 en Fig 2).

De botboor is, het voorwerp van de patentaanvraag en maakt deel uit van de set van 4 instrumenten die een geheel vormen om de procedure te realiseren. Het proximale gedeelte van de botboor (1.2.2) heeft een knop met een axiale opening die de stylet toelaat. Deze knop past eveneens in de uitsparing van de canule 1.3 die de botboor kan opvangen. De uitwendige diameter van de botboor is net iets kleiner dan de inwendige diameter van de canule. Wanneer de botboor maximaal in de canule geschoven is, is in de preferentiële opstelling de bötbóbr 2 cm langer dan de câhüle maër elke verhouding kän in priricipë aangenomen worden.

Aan zijn distale uiteinde heeft de botboor 4 essentiële elementen die op verschillende wijzen kunnen uitgevoerd wordenf Een préferentiële wórdt hier beschÏévën'(Fig 2). 1 ' ' Aân het distalé uitéinde-hèëft de boor éen boorvlak métlandén dië-uit verschillende· materialèh kan gemaakt wórden (2.1.1); De tanden dienemöm het bot in ëèn cirkèlvórmige beweging af te schrapen en voortgang van de boor mogelijk te maken. Het schraapsel wordt in de spaankanalen (2.2) afgevoerd naar de opvangruimte (2·3).

De boor heeft inwendig een opvangruimte die wordt gecreëerd door de buisvormige structuur van de boor (2.1.2) . Deze opvangruimte kan éénkamerig of meerkamerig zijn. In zijn preferentiële opstelling werd één kamer voorzien. De opvangruimte vangt het botweefsel op en bewaart de intactheid van het weefselstuk.

Op zijn bùitenoppervlak heeft de boor een hélicoïdale schroef die in gelijk welke richting (volgens uurwerk óf tegen uurwerk), inclinatie en diepte kan uitgevoerd worden. Hier is een tegenuurwerk uitvoering àfgèbeeld (2.2) . De functie vah deze spaankanalen is het schraapsel van de boorkop af té voeren maar tevens om een grip te ontwikkelen op het bot zodat de boor, eens ingeschroefd, in het bot blijft en zo de procedure vergemakkelijkt. De lengte van de het buisgedeelte dat de schroefdraad bevat kan in meerdere uitvoeringen. In zijn preferentiële opstelling kan bijvoorbeeld een lengte van 2 cm voorzien worden.

Proximaalwaarts van de hélicoïdale schroef is een opvangruimte (2,3) waarvan de distale kant grenst aan het gedeelte van de buis die de hélicoïdale schroef bevat. Proximaalwaart grenst de ruimte aan de staaf 2.4 van de botboor. Het mediale gedeelte is een impressie in de buis waaruit de botboor wordt geproduceerd. Het laterale gedeelte is de binnenkant van de canula. De ruimte ontvangt de schilfers of schraapsel van de boorkop tijdens de procedure. De lengte en de diepte van de opvangruimte kunnen variabel gemaakt worden.

De canule (Fig 1.3)

De canule is een buisvormig element waarvan het distale uiteinde aflopend of rond kan zijn. De rand (1.3.1) is scherp om beenmerg te penetreren en op te vangen. De inwendige ruimte van de canule dient om beenmerg op te vangen en/of een geleide te zijn voor de botboor (1.2). De lengte, diameter en materialen van de canula zijn variabel maar de vier delen vân de set (Fig 1) passen iri mekaar met variabele toleranties.

Hét proximale gèdeelte van de canule bevat een knop (1.3.2) dié'in variabele uitvoeringen kan gemaakt worden. Centraal kan de knop een opening bevatten met luer aansluiting om eventueel een aspiratie spuit aan te brengen. De ópening biedt genoeg plaats om de botboor en de trocar toe te laten. Optioneel kan dé trocar worden geklikt in de proximale knop van de canule om een gezamenlijke bewëging van beide instrument delen toe te laten.

De trocar (Fig 1.4) Dé tröcar laattoë om de canule onderhuids tot aan het bot te brengen zonder dat weefsel wordt opgenomen in de canule. Het is een staaf of buis die uit verschillende materialen, lengten.en diameters kan geproduceerd worden. In een preferentiële uitvoering kan de trocar, wanneer volledig in de canule gestoken ongeveer 1 cm langer zijn waarbij dé vorm van de punt diamantvormig is'(4 zijden). Alternatief kan ‘de lengte gelijk zijn met dezè van dè.canule wannéér béide schuinlopend ("beveled type") zijn afgeslépen. Andere uitvoerinjgen van de punt van dé gecombineerde canule ën trocar.zijn mogelijk. '

Het proximale gedeelte van de trocar (1.4.2) kan knopvormig worden uitgewerkt waarbij deze knop kan dicken. ,

Claims

Conclusies: Conclusie 1: Onderhavige uitvinding beschrijft een uitvoering van een biopsie instrument dat geschikt is om botweefselstalen te vergaren vanuit zeer hard botweefsel. Conclusie
2: Uitvoering in claim 1 bevat een boorkop met één of meerdere scherpe punten om het botweefsel af te schrapen van de dieperliggende lagen. Conclusie
3: Uitvoering in claim 1 bevat een inwendige ruimte om een relatief intact botweefselstaal op te vangen. Deze inwendige opvangruimte ligt in het verlengde van de buis waaruit de botboornaald geproduceerd wordt. Conclusie
4: Uitvoering in claim 1 bevat spaankanalen die lopen van de boorkop tot aan een opvangruimte voor beenschilfers. De vorm, lengte, inclinatie kan vele variaties vertonen. Conclusie
5: Uitvoering in claim 1 bevat een uitsparing in de wand als opvangruimte voor de beenschilfers. Deze opvangruimte heeft een mediale wand, gevormd door een impressie van de uitwendige wand van de botboornaald. De laterale wand is gevormd uit de inwendige wand van de canule. Conclusie
6: De canule en de botboornaald werken in conjunctie voor de opvang van beenschilfers om te vermijden dat de beenschilfers in de omgevende zachte weefsels worden verspreid. Conclusie
7: De botboornaald wordt omwille van een goede werking bijgestaan door drie andere instrumenten: een stylet, een canule en trocar. Conclusie
8: Een stylet is aan de kit toegevoegd om de weefselstalen te verwijderen die in de botboornaald worden opgevangen. Conclusie
9: Een totale kit voor de botbiopsie omvat een trocar, canule, botboorbiopsienaald en stylet waarvan de botboorbiopsienaald en de canule in conjunctie werken.