BE1019679A3

BE1019679A3 -

Info

Publication number: BE1019679A3
Application number: BE2011/0341A
Authority: BE
Inventors: Ben Geebelen
Original assignee: Materialise Nv
Priority date: 2010-06-01
Filing date: 2011-06-01
Publication date: 2012-09-04
Also published as: US20130211407A1; WO2012010366A1; US9138258B2; GB201009116D0; EP2575643B1; EP2575643A1

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op geleiders voor ruimers voor een acetabulaire cup, die een meer nauwkeurig en accuraat uitboren van de acetabulaire implantatiezone toelaten. De uitvinding verstrekt verder combinaties van ruimers voor een acetabulaire cup en geleiders daarvoor en werkwijzen voor hun vervaardiging en hun gebruik.

Description

RUIMER VOOR EEN ACETABULAIRE CUP

GEBIED VAN DE UITVINDING

De huidige uitvinding heeft betrekking op geleiders voor ruimers voor een acetabulaire cup, combinaties van ruimers voor een acetabulaire cup en geleiders daarvoor en werkwijzen voor hun vervaardiging en hun gebruik.

ACHTERGROND

In heupvervangingschirurgie wordt het implantatiegebied van een acetabulaire cup voorbereid voorafgaandelijk aan het plaatsen van het implantaat om een perfecte aansluiting ervan te verzekeren. Dit impliceert typisch de verwijdering van slecht of aangetast botoppervlak, maar ook het uitsnijden van de opening om deze aan te passen aan de grootte van het implantaat dat moet worden aangebracht. Dit wordt uitgevoerd met behulp van een ruimer voor een acetabulaire cup. Dit is typisch een hulpmiddel met een handvat en een roterend hoofd. Hoofden van ruimers van oplopende grootte (optioneel verstrekt als verwijderbare hoofden van één inrichting) worden gebruikt om het acetabulum te vergroten tijdens de procedure van het uitboren.

Typisch begint het uitboren bij een diameter van ongeveer 6 - 8 mm minder dan de grootte van het implantaat, en het sequentieel uitboren wordt gedaan in stappen van 1-2 mm. Echter, de dikte van de acetabulaire wand moeten worden in acht genomen. Wanneer de wand te dun wordt, zou de ruimer naar de tegenovergestelde wand moeten worden getrokken om het genereren van een randdefect te vermijden. Om een correcte oriëntatie van de opening te verzekeren, zou de: positie van de ruimer de definitieve positie van de acetabulaire component moeten nabootsen. In het finale acetabulum zou het cotyloïde bot verwijderd moeten zijn en de acetabulaire rand comfortabel tegen de laatste ruimer moeten liggen.

Een nauwkeurige aansluiting van het implantaat in het uitgeboorde acetabulum is kritisch aangezien een verkeerde uitlijning van het implantaat kan leiden tot een verhoogde slijtagesnelheid voor het implantaat of een onjuiste plaatsing van het implantaat, wat tot een beperkte beenbeweging en zelfs heupdislocatie kan leiden.

Het nauwkeurige uitboren wordt nochtans gehinderd door drie belangrijke factoren: a) de variabiliteit van patiënt-specifieke eigenschappen, b) de beperking van de manipulatie van de ruimer door het chirurgische venster, c) de beperkte visuele toegang van het doelgebied en d) het feit dat een nauwkeurige manipulatie van een roterend hulpmiddel moeilijk is.

US 2002/099288 beschrijft een systeem dat ultrasoon beeldweergave gebruikt voor het geleiden van de plaatsing en de oriëntatie van het implantaat ten opzichte van de anatomische oriëntatiepunten die het aèetabulum omringen zoals het foramen ischiadicum majus, de spina ischiadica, de gemellus superior, het obturator foramen, de spina inferior en andere.

US 2008/009874 beschrijft een ruimer met een schacht waaraan een geleider uit één stuk is vastgemaakt en die een locatorlid omvat dat zich uitstrekt tot een eerste gedeelte van het bot en een referentiepunt verschaft ten opzichte van de ruimer terwijl de ruimer een tweede gedeelte van het bot omvat tijdens het uitboren. Één referentiepunt echter is niet voldoende om alle vrijheidsgraden te beperken.

Er is een behoefte aan ruimers die nauwkeurig en accuraat uitboren kunnen verzekeren om een optimale montage van het acetabulaire cup-implantaat te verzekeren.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De huidige uitvinding verstrekt geleiders voor ruimers voor een acetabulaire cup, die een nauwkeurig uitboren van de acetabulaire cupzone toestaan.

Dienovereenkomstig verstrekt een eerste aspect van de uitvinding geleiders voor een ruimer voor een acetabulaire cup die één of meerdere contactelementen omvatten die passen op gebieden van het bot die de acetabulaire cup implantatiezone in ten minste drie contactpunten omringen en één of méerdere verbindingselementen die een omkeerbare verbinding van de geleider met een ruimer toestaan. In bijzondere uitvoeringsvormen, vormen ten minste twee van genoemde één of meerdere contactelementen van de geleiders volgens de uitvinding grotere contactoppervlakken, die zich uitstrekken over specifieke gebieden van het bot dat de acetabulaire cup implantatiezone omringt in ten minste drie contactpunten. Typisch,1 omvatten deze contactelementen patiënt-specifieke oppervlakken.

In verdere bijzondere uitvoeringsvormen laten de één of meerdere verbindingselementen een vrije rotatie toe van de ruimer rondom zijn longitudinale as en beperken ze de beweging van de ruimer langsheen zijn longitudinale as, zoals om te verhinderen dat de ruimer in het bot doordringt tot een bovenmatig grote diepte.

In bepaalde bijzondere uitvoeringsvormen, wordt de geleider gekarakteriseerd door de aanwezigheid van één of meerdere vergrendelingselementen, die de beweging van de ruimer langsheen zijn longitudinale as beperken, zoals om te verhinderen dat de ruimer in het bot doordringt tot een bovenmatig grote diepte. In bijzondere uitvoeringsvormen, maakt ten minste één van de één of meerdere vergrendelingselementen deel uit van de geleider. In bepaalde uitvoeringsvormen, maakt ten minste één van de één of meerdere vergrendelingselementen deel uit van de één of meerdere verbindingselementen. In bijzondere uitvoeringsvormen, vormen de één of meerdere vergrendelingselementen een afzonderlijk inrichting, die afneembaar is van genoemde geleider.

De uitvinders verschaffen in het bijzonder combinaties van geleiders en ruimers, die stevig kunne worden geplaatst op het bot dat het acetabulum omringt. Dit wordt verzekerd door ervoor te zorgen dat de contact elementen specifiek op het bot passen.

In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de één of meerdere contactelementen van de geleiders volgens de uitvinding zodanig ontworpen dat de hoek tussen het vlak doorheen de centrale as van de cirkel die gevormd wordt door de acetabulaire rand en één contactpunt en het vlak doorheen de centrale as van de cirkel die gevormd wordt door de acetabulaire rand en het aangrenzende contactpunt nooit groter is dan 180° en, na dat ze het contacteren van genoemde specifieke gebieden van het bot dat het acetabulum omringt, een nauwe aansluiting verzekeren van genoemde geleider op genoemd bot. Meer in het bijzonder omvatten genoemde contactelementen een patiënt-specifiek oppervlak, dat uniek past op een specifiek gebied van het bot, zodat er slechts één correcte positie bestaat van de geleider op het bot, dat wil zeggen de positie waarbij de contactelementen correct gepositioneerd zijn op hun corresponderende oppervlak. In bijzondere uitvoeringsvormen, worden geleiders verschaft waarbij de contactelementen zodanig ontworpen zijn dat, bij plaatsing van de geleider op het bot, de geleider (en optioneel de acetabulaire cup ruimer die daarmee verbonden is) in een positie worden gedwongen zodat de ruimer de gewenste oriëntatie heeft ten opzichte van het bekken. In verdere bijzondere uitvoeringsvormen, verzekert een rotatie van de geleider rond zijn centrale as dat de geleider in de correcte positie kan worden geplaatst.

In bijzondere uitvoeringsvormen kunnen de geleiders volgens de uitvinding één of meerdere bevestigingselementen omvatten die de hechting of de verbinding van de geleider met het bot toelaten door middel van één of meerdere bevestigingsmiddelen, zoals pennen of schroeven.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de uitvinding worden de geleiders gekenmerkt door het feit dat de verbindingselementen, die een omkeerbare verbinding van de geleider met een ruimer toestaan, een afzonderlijke inrichting vormen die optioneel met de geleider kan verbonden worden. Meer in het bijzonder zijn de verbindingselementen afneembaar van de geleider.

In bijzondere uitvoeringsvormen worden geleiders verstrekt zoals hierin beschreven, die verder een positioneringselement bevatten dat de doorgang van een positioneringsinrichting toelaat die in het bot wordt geplaatst dat het acetabulum omringt.

Meer in het bijzonder is de positioneringsinrichting een pen die in het bot wordt geplaatst dat het acetabulum omringt.

Het meest in het bijzonder zijn de geleiders volgens de huidige uitvinding medisch-beeld-gebaseerde patiënt-specifieke geleiders.

In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de geleiders volgens de uitvinding modulaire inrichtingen omvattende elementen met een standaard vorm die kan worden aangepast aan de vorm van het bot.

De geleiders volgens de huidige uitvinding worden verstrekt voor gebruik in combinatie met een ruimer voor een acetabulaire cup. Het wordt overwogen dat de geleider gebruikt kan worden met één of met een reeks ruimers.

Een verder aspect van de huidige uitvinding verstrekt combinaties van een ruimer voor een acetabulaire cup en een geleider volgens de uitvinding, waarbij de acetabulaire cup ruimer een steel en een ruimelement omvat waarbij het ruimelement bevestigd is aan de steel en een ruwweg halfronde vorm heeft, en de geleider één of meerdere contactelementen omvat, die passen op gebieden van het bot dat de acetabulaire cup zone in ten minste drie contactpunten omringt, waarbij de één of meerdere contactelementen zodanig ontworpen zijn dat de hoek tussen het vlak doorheen de centrale as van de cirkel gevormd door de acetabulaire rand en één contactpunt en het vlak doorheen de centrale as en het aangrenzende contactpunt nooit groter is dan 180° en, na het contacteren van de specifieke gebieden van het bot dat het acetabulum omringt, een nauwe aansluiting verzekeren van de geleider op het bot.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding, vormen ten minste twee van genoemde één of meerdere contactelementen van de geleiders volgens de uitvinding grotere contactoppervlakken, die zich uitstrekken over specifieke gebieden van het bot dat de acetabulaire cup implantatiezone omringt in ten minste drie contactpunten. Meer in het bijzonder, zoals hierboven in detail beschreven, omvatten deze contactelementen een patiënt-specifiek oppervlak, dat uniek past op een specifiek gebied van het bot, zodat er slechts één correcte positie bestaat van de geleider op het bot, dat wil zeggen de positie waarbij de contactelementen correct gepositioneerd zijn op hun corresponderende oppervlak.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding, zijn de contactelementen aanwezig op de geleider zodanig ontworpen dat, na plaatsing van de geleider op het bot, de geleider (en optioneel de ruimer voor een acetabulaire cup die daaraan verbonden is) in een zodanig positie gedwongen wordt dat de ruimer de gewenste oriëntatie heeft ten opzichte van het bekken.

In verdere bijzondere uitvoeringsvormen, verzekert een rotatie van de geleider rond zijn centrale as dat de geleider in de correcte positie kan worden geplaatst.

De huidige uitvinders hebben verder gevonden dat, om een correcte plaatsing van de combinatie van de geleider en de ruimer volgens de uitvinding toe te laten, in het bijzonder binnen een beperkt chirurgisch venster, de steel van de ruimer optimaal een scharnier bevat, dat de beweging van het uiteinde van de steel in een verschillende oriëntatie ten opzichte van het ruimelement van de ruimer toelaat; meer in het bijzonder laat zulk scharnier toe om het uiteinde van de steel in een hoek ten opzichte van de rest van de steel en het ruimelement te positioneren, zoals bijvoorbeeld gedurende de plaatsing van de combinatie van de geleider en de ruimer volgens de uitvinding binnen het chirurgisch venster. Op deze manier verhindert de aanwezigheid van het scharnier, dat er een krachtmoment op de geleider ontstaat, i.e. een neiging om de geleider te torsen of te roteren, wanneer de chirurg de ruimer in een niet-optimale of sub-optimale positie houdt; hierdoor wordt vermeden dat de geleider in een incorrecte positie wordt geplaatst. Dit kan interessant zijn wanneer de inrichting wordt geïntroduceerd binnen een beperkt chirurgisch venster. In bijzondere uitvoeringsvormen is de scharnier een kruisscharnierkoppeling, ook genaamd een kruiskoppeling, een cardankoppeling, een cardanverbinding of een cardanuskoppeling. In deze uitvoeringsvormen, laat de kruisscharnierkoppeling toe dat het uiteinde van de steel kan buigen of roteren in alle richtingen ten opzichte van de overige gedeelten van de steel en ten opzichte van het ruimerelement, en dus dat een onafhankelijke roterende beweging wordt bereikt van het uiteinde van de steel ten opzichte van de overige gedeelten van de steel en ten opzichte van het ruimerelement.

In bijzondere uitvoeringsvormen, laat het scharnier toe om het ruimelement te roteren ten opzichte van het uiteinde van de steel.

In verdere bijzondere uitvoeringsvormen, laat het scharnier een rotatie toe van het ruimerelement ten opzichte van het uiteinde van de steel van de ruimer, die typisch verbonden is met een gereedschapswerktuig, om een correcte plaatsing van de ruimer in de acetabulaire cup te verzekeren.

Zoals hierboven in detail beschreven, verstrekken de combinaties volgens de uitvinding één of meerdere verbindingselementen.

In verdere bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding, worden één of meerdere verbindingselementen verstrekt die de ruimer omkeerbaar verbinden met de geleider en een vrije rotatie van de ruimer rondom zijn longitudinale as toestaan. In verdere bijzondere uitvoeringsvormen worden één of meerdere vergrendelingselementen verschaft die de beweging van de ruimer langsheen zijn longitudinale as verhinderen, zoals om te verhinderen dat de ruimer in het bot tot een bovenmatig grote diepte doordringt. In bijzondere uitvoeringsvormen, maakt ten minste één van de één of meerdere vergrendelingselementen deel uit van de geleider. In andere bijzondere uitvoeringsvormen, maakt ten minste één van de één of meerdere vergrendelingselementen deel uit van de ruimer. In bepaalde uitvoeringsvormen, maakt ten minste één van de één of meerdere vergrendelingselementen deel uit van de één of meerdere verbindingselementen. In bijzondere uitvoeringsvormen, vormen de één of meerdere vergrendelingselementen een afzonderlijke inrichting, die afneembaar is van genoemde ruimer en/of geleider.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding, vormen ten minste één van de één of meerdere verbindingselementen een deel van de ruimer. In bijzondere uitvoeringsvormen maken ten minste één van de één of meerdere verbindingselementen deel uit van de geleider.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties van de uitvinding vormen één of meerdere verbindingselementen een afzonderlijke inrichting, die optioneel afneembaar is van de ruimer en/of de geleider. In nog verdere specifieke uitvoeringsvormen is een combinatie van verbindingselementen aanwezig op de ruimer en op de geleider en kan optioneel ervan worden losgemaakt. Dienovereenkomstig, in bijzondere uitvoeringsvormen vormen de één of meerdere verbindingselementen een afzonderlijke inrichting, d.w.z. die afneembaar is van de ruimer en/of de geleider. In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de verbindingselementen een combinatie van elementen die omkeerbaar aanwezig zijn op de ruimer en/of geleider, waarbij elk element afzonderlijk en/of de combinatie van elementen van de ruimer en/of de geleider kunnen worden losgemaakt. Dienovereenkomstig, in deze uitvoeringsvormen vormen de verbindingselementen een combinatie van elementen die afneembaar aanwezig is op de ruimer en/of geleider.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding omvatten de geleiders één of meerdere bevestigingselementen die de hechting of de verbinding van de geleider met het bot toelaten door middel van één of meerdere bevestigingsmiddelen, zoals pennen of schroeven.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding bevat de geleider verder een positioneringselément dat de doorgang van een positioneringsinrichting toelaat die in het bot wordt geplaatst dat het acetabulum omringt. Meer in het bijzonder is de positioneringsinrichting een pen die in het bot wordt geplaatst dat het acetabulum omringt.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding is de geleider een medisch-beeld-gebaseerd patiënt-specifiek instrument.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding is de geleider een modulaire inrichting omvattende elementen met een standaardvorm die aan de vorm van het bot kan worden aangepast.

Nog een ander aspect van de huidige uitvinding verstrekt werkwijzen om de geleiders volgens de uitvinding te vervaardigen.

In bijzondere uitvoeringsvormen worden werkwijzen verstrekt om een geleider te vervaardigen voor een ruimer voor een acetabulaire cup, die omvatten (a) het verkrijgen van volume-informatie van het bekkenbot en het acetabulaire implantaat dat daarin geplaatst moet worden, (b) het identificeren en selecteren van delen van het bot dat de implantatiezone omringt die geschikt zijn voor gebruik als een basis voor de contactelementen van de geleider, en (c) het ontwerpen en produceren van een geleider gebaseerd op de informatie die verkregen werd in stappen (a) en (b). Meer in het bijzonder, wordt de informatie bekomen in stap (b) gebruikt voor het ontwerpen van geschikte contactelementen.

De inrichtingen voor het positioneren en geleiden van een ruimer voor een acetabulaire cup, en de combinaties ervan, laten volgens de huidige uitvinding een meer accuraat en precies uitboren toe van een acetabulaire implantatiezone in vergelijking met de bekende chirurgische hulpmiddelen die momenteel gebruikt worden in heupgewrichtschirurgie. Bovendien kunnen de inrichtingen volgens de uitvinding gemakkelijker worden gepositioneerd en gemanipuleerd binnen een beperkt chirurgisch venster.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De volgende beschrijving van de figuren van specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding is slechts bedoeld als voorbeeld en is niet bedoeld om de huidige leer, zijn toepassing of gebruik te beperken: Doorheen de tekeningen wijzen overeenkomstige referentiecijfers op identieke of overeenkomstige delen en eigenschappen.

Figuur 1 verschaft een bovenaanzicht van een geleider (5) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de uitvinding, die gepositioneerd is op het bekkenbot (11). De centrale as (Y) beantwoordt aan de centrale as van het implantaat, de centrale as van de ruimer wanneer gepositioneerd in de geleider en de centrale as van de cirkel die gevormd wordt door de acetabulaire rand.

Figuur 2A illustreert een zijaanzicht van de combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5) waarbij de ruimer (1) een steel (2), een ruimelement (3), en een vergrendelingselement (4) omvat; de geleider omvat contactelementen (6) en een verbindingselement (7) dat de verbinding van de steel (2) met de geleider (5) verzekert.

Figuur 2B illustreert een longitudinale sectie van een deel van de combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup: (1) en een geleider (5) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de uitvinding. Die ruimer (1) omvat een steel (2) en een ruimelement (3). Slechts een deel van de geleider (5) wordt getoond waaraan een verbindingselement (7) bevestigd is. Een vergrendelingselement (4) wordt verschaft op de steel (2) van de ruimer (1).

Figuur 3 verstrekt een bovenaanzicht van een combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5) volgens een verdere bepaalde uitvoeringsvorm van de uitvinding, gepositioneerd op het bekkenbot (11). De geleider (5) omvat drie contactelementen (6). De geleider (5) wordt getoond met het verbindingselement (7) dat daaraan vastgemaakt werd, dat de doorgang van de steel (2) van de ruimer toestaat. De steel omvat een vergrendelingselement (4).

Figuur 4 verstrekt een bovenaanzicht van een combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5) volgens een verdere bepaalde uitvoeringsvorm van de uitvinding, gepositioneerd op het bekkenbot (11). De geleider (5) omvat drie contactelementen (6). Één van de contactelementen (6) omvat een positioneringselement (8) , die beantwoordt aan een spleet. Een positioneringsinrichting (9) wordt gepositioneerd doorheen het positioneringselement (8) in het bekkenbot (11). De geleider (5) wordt getoond met het daaraan verbonden verbindingselement (7), dat de doorgang van de steel (2) van de ruimer toestaat. De steel omvat een vergrendelingselement (4).

Figuur 5 verstrekt een aangezicht langs onder (A) en langs boven (B) van een combinatie van een ruimer voor een acetabulaire' cup (1) en een geleider (5) volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. In het aangezicht langs onder (A), is het ruimelement (3) van de ruimer (1) hoofdzakelijk zichtbaar, evenals de patiënt-specifieke oppervlakken van de contactelementen (6) van de geleider (5). In het aangezicht langs boven (B) is geleider (5) zichtbaar met zijn drie contactelementen (6). Één contactelement (6) bevat een positioneringselement (8).

Figuur 6 verstrekt een bovenaanzicht van een combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5) volgens een verdere bepaalde uitvoeringsvorm van de uitvinding, gepositioneerd op het bekkenbot (11). De ruimer (1) omvat een steel (2) en een ruimelement (3). De steel omvat een scharnier (10) en een vergrendelingselement (4). De geleider (5) wordt getoond omvattende drie contactelementen (6). Een verbindingselement (7) is bevestigd aan de geleider.

Figuur 7A illustreert een zijaanzicht van de combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5) waarbij de ruimer (1) een steel (2) en een ruimelement (3) omvat ; de steel omvat een scharnier (10) en een vergrendelingselement (4); de geleider omvat contactelementen (6) en een verbindingselement (7) wordt verschaft dat de verbinding van de steel (2) met de geleider (5) verzekert.

Figuur 7B illustreert een longitudinale sectie van een gedeelte van de combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de uitvinding. De ruimer (1) omvat een steel (2) en een ruimelement (3). De steel omvat een scharnier (10) en een vergrendelingselement (4). Slechts een deel van de geleider (5) wordt getoond waaraan een verbindingselement (7) bevestigd is.

Lijst van referentiecijfers die in de Figuren worden gebruikt (1) Ruimer voor een acetabulaire cup (2) Steel (3) Ruimelement (4) Vergrendelingselement (5) Geleider (6) Contactelement (7) Verbindingselement (8) Positioneringselement (9) Positioneringsinrichting (10) Scharnier (11) Bekkenbot

(Y) Centrale as van de cirkel die gevormd wordt door de acetabulaire rand UITVOERIGE BESCHRIJVING

De huidige uitvinding zal beschreven worden met referentie naar bijzondere uitvoeringsvormen, maar de uitvinding is niet daartoe beperkt maar slechts door de conclusies. Elk referentieteken in de conclusies zal niet begrepen worden als beperkend voor de beschermingsomvang.

Waar de term „omvattende“ gebruikt wordt in de huidige beschrijving en conclusies, sluit het andere elementen of stappen niet uit. Waar een onbepaald of bepaald lidwoord gebruikt wordt wanneer verwezen wordt naar een enkelvoudig zelfstandig naamwoord bv. „een“ of „de“, omvat dit een meervoud van dat zelfstandig naamwoord tenzij specifiek iets anders bedoeld wordt.

Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om het onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een opeenvolgende of chronologische volgorde, tenzij anders gespecificeerd. Men moet begrijpen dat de zo gebruikte termen verwisselbaar zijn in aangewezen omstandigheden en dat de uitvoeringsvormen van de hierin beschreven uitvinding geschikt zijn voor het uitvoeren ervan in andere opeenvolgingen dan hierin beschreven of weergegeven.

De hierin gebruikte termen of de definities worden alleen verschaft als hulp bij het begrijpen van de uitvinding.

De huidige uitvinding heeft betrekking op inrichtingen om computer-ondersteunde chirurgische technieken uit te voeren en, meer in het bijzonder, heeft betrekking op medisch-beeld-gebaseerde patiënt-specifieke chirurgische geleiders die de mogelijkheid verstrekken om het acetabulum van een patiënt nauwkeurig uit te boren.

De meerderheid van acetabulaire implantaten wordt momenteel geplaatst met behulp van de druk-fit techniek, die bestaat uit de volgende procedure: • Het acetabulum van de patiënt wordt uitgeboord met een opeenvolging van halfronde ruimers met stijgende diameters, zodanig dat een halfronde holte wordt gecreëerd waarin het implantaat zou moeten worden geplaatst. De laatste en grootste ruimer heeft typisch een diameter kleiner dan die van het implantaat; • Het implantaat is vastgemaakt aan een impactor; • Het implantaat en de impactor worden op het bekken van de patiënt geplaatst, zodanig dat het implantaat op de rand van de uitgeboorde holte rust en de oriëntatie van het implantaat anatomisch geschikt is; • De impactor wordt geslagen met een hamer tot het implantaat in de uitgeboorde holte zit; • Het implantaat wordt losgemaakt van de impactor.

Het acetabulum zelf vormt een goed oriëntatiepunt voor het plaatsen van ruimers. De chirurg heeft echter geen middelen om de diepte te controleren tot waar uitgeboord werd, behalve visuele controle. De chirurgische geleiders volgens de huidige uitvinding staan niet alleen een optimale oriëntatie van de ruimer toe maar controleren ook nauwkeurige de diepte van het uitboren.

Dienovereenkomstig verstrekt een eerste aspect van de uitvinding geleiders voor ruimers voor een acetabulaire cup. De geleiders volgens de huidige uitvinding kunnen stevig geplaatst worden in een specifieke positie op het acetabulum. Dit wordt verzekerd door de aanwezigheid van één of meerdere contactelementen.

Om de stabiliteit van de geleider te verzekeren, de één of meerdere contactelementen van de geleiders volgens de huidige uitvinding passen, maken contact of vallen samen, in ten minste drie contactpunten, met drie of meer gebieden op de patiënt-specifieke morfologie van het bekkenbot die de implantatiezone voor een acetabulaire cup omringen. Op deze wijze staan de geleiders volgens de huidige uitvinding een nauwkeurige en stabiele plaatsing van de ruimer voor een acetabulaire cup toe tijdens het uitboren van het acetabulum.

In het kader van de huidige uitvinding wordt gerefereerd naar een „centrale as“, die beantwoordt aan de centrale as van het implantaat, in zijn optimale positie. Deze centrale as beantwoordt aan de centrale as van de acetabulaire cup, of de centrale as van de cirkel die (ten minste ongeveer) wordt gevormd door de acetabulaire rand. Om een uitgeboord acetabulum te verzekeren dat de plaatsing toelaat van het implantaat in de gewenste positie zouden ruimers ook het bot moeten uitsnijden. Typisch wordt een opeenvolging van ruimers gebruikt, waarbij de laatste in het bot wordt ingebracht door een benedenwaartse beweging langsheen dezelfde as. Dienovereenkomstig zal de centrale as beantwoorden aan de centrale as van de geleider, die beantwoordt aan de oriëntatie en de bewegingsas van de ruimer tijdens het uitboren. De centrale as wordt geïllustreerd in Figuur 1 als „Y“.

In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de contactelementen van de geleiders volgens de uitvinding zodanig ontworpen dat, na het plaatsen van de geleider, rotatie- en/of translatiebeweging vereist is van de geleider in één of meerdere richtingen om de gewenste oriëntatie op het bekkenbot te verkrijgen. In bijzondere uitvoeringsvormen wordt dit verzekerd door het feit dat de één of meerdere contactelementen passen, contact maken, of samenvallen met oppervlakken die een patiënt-specifieke morfologie vertonen op het bot dat het acetabulum omringt. In verdere specifieke uitvoeringsvormen verzekert de driedimensionale aansluiting tussen de contactelementen van de geleiders en de specifieke gebieden van het bekkenbot van de patiënt dat de acetabulaire cup implantatiezone omringt de stabiliteit van de geleider door zowel translatie als rotatie (zowel uni- of bi-directioneel) langsheen en/of rondom een bepaalde as te verhinderen. Dienovereenkomstig, in bijzondere uitvoeringsvormen, zijn de contactelementen van de geleiders volgens de uitvinding zodanig ontworpen dat, na het plaatsen van de geleider, de geleider (en optioneel de daaraan verbonden ruimer voor een acetabulaire cup) bewogen wordt in één of meerdere (d.w.z. verschillende) richtingen, met inbegrip van bijvoorbeeld rotatie en/of translatie in één of meerdere (d.w.z. verschillende) richtingen, totdat de ruimer de gewenste oriëntatie heeft ten opzichte van het bekken.

Om de stabiliteit van de geleider te verzekeren, worden de contactpunten van de één of meerdere contactelementen zodanig gepositioneerd dat de hoek tussen het vlak doorheen de centrale as van de cirkel die gevormd wordt door de acetabulaire rand en één contactpunt en het vlak doorheen de centrale as en het aangrenzende contactpunt kleiner is dan of gelijk is aan 180°. In bijzondere uitvoeringsvormen wordt dit verzekerd door de aanwezigheid van ten minste drie contactelementen, waarbij de hoek tussen het vlak doorheen de centrale as van de cirkel die gevormd wordt door de acetabulaire rand en één contactelement en het vlak doorheen deze centrale as en het aangrenzende contactelement kleiner is dan of gelijk is aan 180°. Meer in het bijzonder wordt overwogen dat de geleiders drie contactelementen omvatten die contactpunten omvatten die gescheiden worden door een hoek van ongeveer 120°. De contactelementen overspannen typisch grotere oppervlakken zodanig dat de afstand tussen elk van de verschillende contactelementen kleiner is dan 120°. In bijzondere uitvoeringsvormen worden contactelementen verstrekt zodanig dat één contactelement een oppervlak omvat dat meer dan één van deze contactpunten overspant.

Dus, in bijzondere uitvoeringsvormen, ten minste twee van de één of meerdere contactelementen van de geleiders, dewelke het bot in ten minste drie contactpunten overspannen, vormen grotere contactoppervlakken die zich uitstrekken over specifieke gebieden van het bot dat de acetabulaire cup implantatiezone omringt. In bijzondere uitvoeringsvormen, strekken de één of meerdere contactelementen van de geleiders zich uit over specifieke gebieden van het bot in ten minste één, zoals ten minste twee, of drie of meer verschillende richtingen, om verder de stabiliteit van de positie van de geleiders op het bekkenbot te verzekeren. Inderdaad, in bijzondere uitvoeringsvormen, wordt de geleider ontworpen op basis van informatie afkomstig van patiënt-specifieke medische beelden van het ischium, het ilium eri/of de pubis en past deze uniek op de specifieke geometrie van het bot van het ischium, het ilium en/of de pubis van de patiënt, op dewelke de geleider wordt toegepast, wat de patiënt-specifieke aard van de geleider aantoont.

In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de geleiders van de huidige uitvinding modulaire instrumenten die contactelemënten omvatten die aangepast kunnen worden om nauw aan te sluiten op de patiërit-specifieke morfologie van het bekkenbot dat de acetabulaire cupzone omringt. Bijvoörbeeld, in bijzondere uitvoeringsvormen, omvatten de contactelementen individueel regelbare élementen die hetzij voorafgaandelijk, hetzij tijdens het bevestigen op het bekkenbot gepast worden om een nauwe aansluiting op het acetabulum te verzekeren. Meer in het bijzonder zijn de contactelementen elementen die beweegbaar verbonden zijn met een centrale steunstructuur en die in de hoogte kunnen worden aangepast en/of kunnen worden bewogen, zoals door rotatie en/of translatie, om de meest nauwkeurige aansluiting met de specifieke delen van het bekkenbot te verzekeren.

In bijzondere uitvoeringsvormen zijn één of meerdere van de contactelementen van de geleiders van de huidige uitvinding bevestigd en gepositioneerd om een correcte aansluiting met een overeenkomstige structuur van het bekkenbot te verzekeren.

In bijzondere uitvoeringsvormen omvat ten minste één van de contactelementen van de geleiders van de huidige uitvinding, op het contactpunt, een patiënt-specifiek oppervlak aan de kant die gekeerd is naar het bekkenbot, dat precies en volledig i complementair is, d.w.z. specifiek past op een specifiek anatomisch gebied van het bekkenbot dat de acetabulaire cup-implantaatzone van de patiënt omringt. Dit kan worden verzekerd door een pre-operatieve planning gebaseerd op beelden van de (uitgeboorde) acetabulaire cupzone. In verdere bijzondere uitvoeringsvormen kan deze specifieke aansluiting een speling impliceren tussen het oppervlak van de contactelementen en het bot, zoals bijvoorbeeld een speling tussen het oppervlak van de contactelementen en het bot van tussen 0,1 - 1,0 mm. Wanneer de patiënt-specifieke oppervlakken van de contactelementen gecontacteerd worden met of geplaatst worden tegen hun overeenkomstige complementaire oppervlakken van het bekkenbot van de patiënt, passen zij op, passen zij in en/of maken zij contact met de oppervlakken, waardoor de geleider wordt gefixeerd, en aldus ook het implantaat dat daarmee verbonden of bevestigd is, in de correcte en gewenste positie.

Typisch wordt een patiënt-specifiek oppervlak van een contactelement geselecteerd gebaseerd op anatomische elementen'aanwezig op het bekkenbot dat de implantaatzone omringt. In bijzondere uitvoeringsvormen wordt een patiënt-specifiek oppervlak geselecteerd dat gebaseerd is op anatomische elementen aanwezig op één of meerdere van het iliumdeel, het pubisdeel en het ischiumdeel van het bekkenbot. Nochtans is het ook voorzien in bijzondere uitvoeringsvormen dat elementen geïntroduceerd worden op het bot van de patiënt om de generatie Van patiënt-specifieke oppervlakken op de daarop gebaseerde contactelementen mogelijk te maken.

In bijzondere uitvoeringsvormen zoals hierboven gedetailleerd uiteengezet, zijn de één of meerdere contactelementen van de geleiders volgens de uitvinding zodanig ontworpen dat, na plaatsing van de geleider op het bot, i.e. een plaatsing waarbij er een nauwe aansluiting is tussen de contactelementen van de geleider en de overeenkomstige anatomische gebieden van het bekkenbot van de patiënt, de geleider in een positie gedwongen wordt zodanig dat de ruimer die daarmee verbonden is de gewenste oriëntatie heeft ten opzichte van het bekken. In deze uitvoeringsvormen verzekert een (beperkte) beweging, zoals een rotatie en/of translatie van de geleider na plaatsing dat de één of meerdere contactelementen hun correcte positie innemen, i.e. een aansluiting of koppeling verzekeren tussen de (patiënt-specifieke) gebieden van de een of meerdere contactelementen van de geleiders en de overeenkomstige anatomische gebieden van het bekkenbot van een patiënt dat de acetabulaire cup implantatiezone omringt. Op deze manier wordt de stabiliteit van de geleiders verzekerd door het voorkomen van zowel translatie en rotatie.

Behalve de voorwaarde dat zij een nauwe aansluiting op het bekkenbot verzekeren, zijn de grootte en de vorm van de contactelementen van de geleiders volgens de huidige uitvinding niet kritisch voor de uitvinding. Typisch wordt de grootte en de vorm van de contactelementen van de geleiders volgens de huidige uitvinding bepaald door het driedimensionale oppervlak van het bekkenbot dat de acetabulaire cup-implantaatzone omringt, meer in het bijzonder van het bekkenbot dat de acetabulaire cup-implantaatzone van de patiënt waarvoor het ontworpen is, omringt. In bijzondere uitvoeringsvormen corresponderen de contactelementen aan flenzen, d.w.z. longitudinale structuren die zich uitstrekken van de steunstructuur van de geleiders van de uitvinding in verschillende richtingen en die een stabiele aansluiting van de geleiders op het bekkenbot toelaten. In verdere bijzondere uitvoeringsvormen strekken de flenzen zich uit in de richting van respectievelijk het ilium, ischium en pubis. Volgens deze uitvoeringsvormen worden geleiders met ten minste drie, meer in het bijzonder geleiders met drie flenzen overwogen.

In bepaalde uitvoeringsvormen kunnen de geleiders volgens de uitvinding verder één of meerdere positioneringselementen omvatten die de doorgang van of de verbinding met een positioneringsinrichting toelaten. Typisch wordt een dergelijke positioneringsinrichting geïntroduceerd in het bot dat het acetabulum omringt in een geplande positie na het positionerén van de geleider in zijn geschikte positie op het bekkenbot. De geleider wordt vervolgens verwijderd van het bot en laat de positioneringsinrichting op zijn plaats, en verbonden met de ruimer. De positioneringsinrichting vergemakkelijkt vervolgens de herplaatsing van de geleider en ruimer combinatie. Optioneel wordt de positioneringsinrichting verder gebruikt in de overige procedure, e.g. voor oriëntatie van de ruimer en/of positionering van het implantaat. In bijzonder uitvoeringsvormen is het positioneringselement een gat, een cannula, een kanaal of een groef, verschaft op één of meerdere contactelementen, die de doorgang van een positioneringsinrichting zoals een geleiderpen toelaat. In bijzondere uitvoeringsvormen omvat het element ten minste een cilindrisch gat. Bovendien of als alternatief omvat de positioneringsinrichting een greep of een ander bevestigingselement dat een verbinding met een positioneringsinrichting, zoals een geleiderpen toestaat.

Meer in het bijzonder wordt de aard van de één of meerdere positioneringselementen van de geleiders (d.w.z. daadwerkelijke hoogte of afstand ten opzichte van het oppervlak van het bot) bepaald om een adequate geleiding van de geleider te verzekeren door de positioneringsinrichting of vice versa.

Zoals hierboven gedetailleerd uiteengezet, is in bijzondere uitvoeringsvormen het positioneringselement in de geleider ontworpen voor gebruik bij de plaatsing van de positioneringsinrichting in het bot. In deze uitvoeringsvormen kunnen de één of meerdere positioneringselementen een veiligheidsstop omvatten om te verhinderen dat een positioneringsinrichting voorbij een geplande diepte in het bot gaat.

De plaats van een positioneringselement op de één of meerdere contactelementen van de geleiders volgens de huidige uitvinding, wordt bepaald gebaseerd op anatomische kenmerken van het bot, de gewenste positie van de geleider op het bekkenbot en de structuur van de geleider. Het (de) positioneringselement(en) is (zijn) gelegen op. de geleider zodanig dat de geleider in de gewenste positie is wanneer de positioneringsinrichting vergrendeld is in de één of meerdere positioneringselementen.

In bijzondere uitvoeringsvormen kunnen de geleiders volgens de uitvinding één of meerdere bevestigingselementen omvatten die de hechting of de verbinding van de geleider met het bot toelaten door middel van één of meerdere bevestigingsmiddelen, zoals pennen of schroeven. Volgens deze uitvoeringsvormen worden één of meerdere bevestigingsmiddelen gebruikt om de geleider te bevestigen op het bekkenbot dat het acetabulum omringt na het plaatsen' van de geleider in zijn aangewezen positie. Typisch wordt de plaats van dergelijke bevestigingselementen gepland tijdens de vervaardiging van de geleider, gebaseerd op anatomische kenmerken van het bot en het omringende weefsel, en rekening houdend met het verrichtingsvenster.

In bijzondere uitvoeringsvormen is het bevestigingselement een gat, een cannula, een kanaal of een groef, verschaft op één of meerdere contactelementen, die de doorgang van een bevestigingsinrichting zoals een bevestigingspin of schroef toelaat. In bijzondere uitvoeringsvormen omvat het element ten minste een cilindrisch gat.

De geleiders volgens de huidige uitvinding zijn bedoeld voor gebruik in combinatie met een ruimer voor een acetabulaire cup en voor goed functioneren is het vereist dat de geleider en de ruimer voldoende, meer in het bijzonder, omkeerbaar verbonden zijn. De „verbinding“ tussen de geleider en een ruimer is er één die ervoor zorgt dat de positie van de ruimer bepaald wordt door de positie van de geleider maar die vrije rotatie van de ruimer langsheen zijn as toestaat. Volgens dë huidige uitvinding wordt dit verzekerd door één of meer verbindingselementen die zelf verschaft kunnen worden op de geleider en/of op de ruimer. In bijzondere uitvoeringsvormen verzekeren de verbindingselementen de doorgang van de steel van de ruimer doorheen de opening die deel is van, of verbonden is met, de geleider. Meer in het bijzonder zijn de verbindingselementen afneembaar van de ruimer en/of de geleider. In meer bijzondere uitvoeringsvormen vormen de verbindingselementen een combinatie van elementen die omkeerbaar aanwezig zijn op de ruimer en/of geleider, waarbij elk element afzonderlijk en/of de combinatie van elementen kan worden losgemaakt van de ruimer en/of de geleider.

Zoals hierboven beschreven, wordt typisch meer dan één ruimerhoofd gebruikt in de voorbereiding van de implantatiezone. De ruimerhoofden kunnen als afzonderlijke ruimers verstrekt worden of kunnen verstrekt worden als verwisselbare ruimerhoofden van één ruimerinstrument. Dienovereenkomstig zijn de verbindingselementen van de geleiders volgens de huidige uitvinding ontworpen om de geleider te verbinden met hetzij één, hetzij een reeks ruimers. Vóór het uitboren is’de geleider vastgemaakt aan de ruimer door middel van het (de) verbindingselement(en). De verbindingselementen zorgen ervoor dat er een nauwe verbinding is zodanig dat de ruimer in positie kan worden gehouden tijdens het uitboren. Het verbindingselement, aanwezig op de geleiders volgens de huidige uitvinding staat rotatie van de ruimer toe rondom zijn longitudinale as. In bijzondere uitvoeringsvormen van de uitvinding volgen de verbindingselement(en) zelf niet de rotatie van de steel van de ruimer. In bijzondere uitvoeringsvormen interageren de één of meerdere verbindingselementen, aanwezig op de geleider volgens de uitvinding met één of meerdere verbindingselementen op de ruimer die ervoor zorgen dat de ruimer rondom zijn longitudinale as kan roteren wanneer de ruimer binnen de geleider wordt geplaatst.

De één of meerdere verbindingselementen van de geleiders volgens de huidige uitvinding kunnen verschillende vormen en grootte aannemen. Typisch omvatten de geleiders volgens de huidige uitvinding ten minste een opening, die de doorgang van de steel van een ruimer toestaat. Meer in het bijzonder is de opening een schacht die ontworpen is om de doorgang van de steel van een ruimer toe te staan. In bijzondere uitvoeringsvormen is de schacht ontworpen om precies met de omtrek van de steel van een ruimer te koppelen. In verdere bijzondere uitvoeringsvormen vormen één of meerdere verbindingselementen een afzonderlijk inrichting die verbonden kan worden met de geleider. De één of meerdere verbindingselementen zijn optioneel voorzien van vergrendelingselementen die een nauwe vergrendeling met ofwel de geleider, ofwel de steel van de ruimer toestaan.

In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de geleiders, de verbindingselementen en/of de ruimers van de huidige uitvinding vérder zodanig ontworpen dat, na plaatsing van de ruimer erin, de beweging van de ruimer langsheen zijn longitudinale as, meer in het bijzonder, de beweging van de steel naar beneden, d.w.z. naar het bekkenbot, beperkt wordt. Dit verhindert dat de ruimer doordringt in het bot tot een bovenmatige diepte. Als de uitgeboorde holte inderdaad te diep is, kan het implantaat niet in de gewenste positie worden geplaatst.

Het element voor het verhinderen van beweging van de ruimer langsheen zijn longitudinale as wordt verzekerd in bijzondere uitvoeringsvormen door één of meerdere vergrendelingselementen. Deze vergrendelingselementen kunnen aanwezig zijn op (of omkeerbaar vastgemaakt zijn aan) de ruimer en/of de geleider en/of het (de) verbindingselement(en).

In bijzondere uitvoeringsvormen maakt ten minste één van de één of meerdere vergrendelingselementen deel uit van de ruimer. Bijvoorbeeld wordt een vergrendelingselement, aanwezig op (of omkeerbaar vastgemaakt aan) de steel van de ruimer zodanig gepositioneerd dat het in wisselwerking kan staan met de geleider of een verbindingselement wanneer de ruimer in de geleider wordt geplaatst. In bijzondere uitvoeringsvormen vormt ten minste één van de één of meerdere vergrendelingselementen een integraal deel van de steel van de ruimer. Meer in het bijzonder beantwoordt het vergrendelingselement aan een uitbreiding van de diameter van de steel of een uitsteeksel aanwezig op de steel. Het uitsteeksel aanwezig op de steel van de ruimer kan niet doorheen de schacht van de geleider maar staat eerder in wisselwerking met de rand van de schacht.

In bijzondere uitvoeringsvormen is ten minste één van de één of meerdere vergrendelingselementen aanwezig op (of verwijderbaar vastgemaakt aan) de geleider. In verdere bijzondere uitvoeringsvormen zijn de één of meerdere vergrendelingselementen die op de geleider aanwezig zijn, opgenomen in een verbindingselement. In een meer bijzondere uitvoeringsvorm bestaat een vergrendelingselement uit de rand van de schacht van de geleider die doorgang verleent (maar ook de doorgang beperkt) van de steel van de ruimer.

In bijzondere uitvoeringsvormen, zoals hierboven gedetailleerd uiteengezet, vormen de één of meerdere vergrendelingselementen een afzonderlijke inrichting, d.w.z. die afneembaar is van de ruimer en/of de geleider en/of het verbindingselement. Meer in het bijzonder vormen de één of meerdere vergrendelingselementen een combinatie van elementen die omkeerbaar aanwezig zijn op de ruimer en/of geleider, waarbij elk element afzonderlijk en/of de combinatie elementen kan losgemaakt worden van de ruimer en/of de geleider.

De plaats van het vergrendelingselement op de geleiders en/of de corresponderende ruimers volgens de huidige uitvinding wordt bepaald door de diepte waartoe de ruimer zich zou moeten kunnen bewegen. Dit kan worden bepaald door pre- operatieve planning gebaseerd op beelden van de acetabulaire cupzone voorafgaandelijk aan voorbereiding en de geprojecteerde positie van het acetabulaire cup-implantaat.

Zoals hierboven in detail beschreven, zijn de geleiders volgens de huidige uitvinding ontworpen voor gebruik in combinatie met één of meerdere ruimers voor een acetabulaire cup. Ruimers voor een acetabulaire cup omvattende een steel en een ruimerkop zijn bekend aan de vakman en men kan overwegen dat de geleiders volgens de uitvinding kunnen aangepast worden om te wérken met bekende ruimers voor een acetabulaire cup. In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de geleiders volgens de uitvinding ontworpen voor gebruik in combinatie met een ruimer voor een acetabulaire cup die voorzien is van één of meerdere aangewezen verbindingselement(en) en/of vergrendelingselement(en) die, na plaatsing van de ruimer in de geleiders volgens de uitvinding een nauwe aansluiting van de ruimer voor een acetabulaire cup in de geleider verzekeren, terwijl rotatie van de ruimer en de geleider langsheen zijn longitudinale as en centrale as, respectievelijk, toegestaan wordt. In het bijzonder wordt beoogd dat de steel van de ruimer doorheen een opening van de één of meer verbindingselementen van de geleider past.

Dienovereenkomstig voorziet een verder aspect van de uitvinding in combinaties van een ruimer voor een acetabulaire cup en een geleider, die, wanneer onderling verbonden, een nauwe aansluiting van de ruimer voor een acetabulaire cup in de geleider verzekeren, terwijl rotatie van de ruimer langsheen zijn longitudinale as toegelaten wordt.

De combinaties van een ruimer voor een acetabulaire cup en een geleider volgens de huidige uitvinding worden gekenmerkt door het feit dat zij een ruimer voor een acetabulaire cup omvatten omvattende een steel en een ruimelement waarbij het ruimelement optioneel omkeerbaar bevestigd is aan de steel en typisch een ruwweg halfronde vorm heeft ; en een geleider voor de ruimer voor een acetabulaire cup die één of meerdere contactelementen omvat die op gebieden van het bot passen dat de acetabulaire cup implantatiezone in ten minste drié contactpunten omringt.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding, vormen twee of meer van de één of meerdere contactelementen van de geleiders van de uitvinding grotere contactoppervlakken die zich uitstrekken over specifieke gebieden van het bot dat de acetabulaire cup implantatiezone in ten minste drie contactpunten omringt. Dus, in bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding, strekken de één of meerdere contactelementen van de geleiders van de uitvinding zich uit over specifieke gebieden van het bot in ten minste één, zoals ten minste twee, of drie of meer verschillende richtingen, om verder de stabiliteit van de positie van de geleiders op het bekkenbot te verzekeren. Inderdaad, in bijzondere uitvoeringsvormen, wordt de geleider ontworpen op basis van informatie afkomstig van patiënt-specifieke medische beelden van het ischium, het ilium en/of de pubis en past deze uniek op de specifieke geometrie van het bot van het ischium, het ilium en/of de pubis van de patiënt, op dewelke de geleider wordt toegepast, wat de patiënt-specifieke aard van de geleider aantoont.

Zoals hierboven beschreven, zijn de contactelementen van de geleiders volgens de huidige uitvinding zodanig ontworpen dat de hoek tussen het vlak doorheen de centrale as (Y) van de cirkel gevormd door de acetabulaire rand en één contactpunt en het vlak doorheen de centrale as (Y) en het aangrenzende contactpunt nooit groter is dan 180° en, na het contacteren van genoemde specifieke gebieden van het bot dat het acetabulum omringt, een strakke aansluiting van genoemde geleider op genoemd bot verzekerd wordt.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding zoals hierboven in detail beschreven, zijn de contactelementen, aanwezig op de geleider, zodanig ontworpen dat, na plaatsing van de geleider op het bot, de geleider (optioneel met de daaraan verbonden ruimer voor een acetabulaire cup) na plaatsing in een zodanige positie gedwongen wordt dat de geleider de gewenste oriëntatie heeft ten opzichte van het bekken.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding kan dit beweging van de geleider (en optioneel de daaraan verbonden ruimer voor een acetabulaire cup) in één of meerdere (d.w.z. verschillende) richtingen impliceren, met inbegrip van bijvoorbeeld rotatie- en/of translatiebeweging van de geleider (en optioneel de daaraan verbonden ruimer voor een acetabulaire cup) in één of meerdere (d.w.z. verschillende) richtingen, totdat de ruimer de gewenste oriëntatie heeft ten opzichte van het bekken.

De combinaties van een ruimer voor een acetabulaire cup en een geleider volgens de huidige uitvinding worden verder gekenmerkt door het feit dat zij één of meerdere verbindingselementen omvatten die omkeerbaar de ruimer met de geleider vergrendelen, en die een vrije rotatie van de ruimer rondom zijn longitudinale as toestaan. De één of meerdere verbindingselementen worden verschaft op de ruimer voor een acetabulaire cup en/of op de geleider. In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de geleider een verbindingselement dat ten minste een doorgang voor de ruimer omvat, meer in het bijzonder voor de steel van de ruimer. Daarnaast omvat de ruimer zelf, meer in het bijzonder de steel van de ruimer, in bijzondere uitvoeringsvormen, één of meerdere verbindingselementen die daarmee samenwerken. In verdere bijzondere uitvoeringsvormen vormen de één of meerdere verbindingselementen een afzonderlijke inrichting die verbonden kan worden met de geleider. In bijzondere uitvoeringsvormen verzekeren de één of meerdere verbindingselementen die verschaft worden op de steel van de ruimer een nauwe aansluiting met de geleider terwijl ze rotatie van het ruimelement rondom de centrale as van de steel toestaan. Typisch omvatten de één of meerdere verbindingselementen aanwezig op de ruimer bijzondere elementen die nauw vergrendelen met het verbindingselement van de geleider. In bijzondere uitvoeringsvormen is het verbindingselement een schacht die verstrekt wordt op de steel van de ruimer, die nauw past in een schacht die verstrekt wordt op de geleider.

In bijzondere uitvoeringsvormen, worden de combinaties van een ruimer voor een acetabulaire cup en een geleider volgens de huidige uitvinding verder gekenmerkt door het feit dat zij één of meerdere vergrendelingselementen omvatten die de beweging van de ruimer langsheen zijn longitudinale as beperken, om te verhinderen dat de ruimer in het bot doordringt tot een bovenmatig grote diepte. De vergrendelingselementen volgens de uitvinding worden verschaft op de geleider en/of op de ruimer en/of op het verbindingselement. De verschillende uitvoeringsvormen die hierboven voor de vergrendelingselementen worden overwogen, zijn eveneens van toepassing op de hierin beschreven combinaties.

Meer in het bijzonder kunnen dè één of meerdere vergrendelingselementen van de geleiders van de huidige uitvinding bestaan uit de rand van de schacht van de geleider die de doorgang verstrekt voor de steel van de ruimer.

Ook, zoals hierboven beschreven, in bijzondere uitvoeringsvormen interageren één of meerdere vergrendelingselementen die verschaft worden op (of omkeerbaar vastgemaakt zijn aan) de steel van de ruimer met (een element op) de geleider zodanig dat de beweging in ten minste één richting langsheen de as van de ruimer beperkt is. In bijzondere uitvoeringsvormen verhinderen de vergrendelingselementen de beweging van de ruimer langsheen zijn longitudinale as in beide richtingen. Bijvoorbeeld, in bijzondere uitvoeringsvormen interageren ten minste één van de één of meerdere vergrendelingselementen met de ruimer wanneer deze in de geleider geplaatst is, zoals door het interageren met (een vergrendelingselement aanwezig op) de steel van de ruimer. In bijzondere uitvoeringsvormen is het vergrendelingselement een uitsteeksel dat verstrekt wordt op de steel van de ruimer, dat niet doorheen de schacht van de geleider en/of de verbindingselementen kan passeren. In nog verdere bijzondere uitvoeringsvormen vormen de één of meerdere vergrendelingselementen een afzonderlijke inrichting, d.w.z. die afneembaar is van de ruimer en/of de geleider. In bijzondere uitvoeringsvormen vormen de één of meerdere vergrendelingselementen een combinatie van elementen die omkeerbaar aanwezig zijn op de ruimer en/of op de geleider, waarbij elk element afzonderlijk en/of de : combinatie van elementen kunnen worden losgemaakt van de ruimer en/of de geleider.

De één of meerdere vergrendelingselementen die optioneel verschaft worden in de combinatie volgens de huidige uitvinding worden in bijzondere uitvoeringsvormen verstrekt als een integraal onderdeel van de één of meerdere verbindingselementen.

In bijzondere uitvoeringsvormen van de combinaties volgens de uitvinding omvatten de geleiders één of meerdere bevestigingselementen die de aanhechting of de verbinding van de geleider met het bot toestaan door middel van één of meerdere bevestigingsmiddelen, zoals pennen of schroeven. In bijzondere uitvoeringsvormen is het bevestigingselement een gat, een cannula, een kanaal of een groef, verschaft op één of meerdere contactelementen, die de doorgang van een positioneringsinrichting zoals een geleiderpen toelaat.

De ruimers die verstrekt wordèn in de combinaties volgens de huidige uitvinding omvatten typisch een steel en een ruimelement. Typisch heeft het ruimelement een ruwweg halfronde vorm en is het voorzien op zijn buitenoppervlak met snij- of schaafelementen die het wegschrapen van bot toestaan wanneer een roterende beweging van het ruimelement wordt uitgevoérd. Ruimelementen of ruimercups met verschillende snijelementen zijn gekend aan de vakman. De ruimelementen zijn typisch verwijderbaar of afneembaar en optioneel verwisselbaar van de steel zodanig dat de verschillende ruimelementen opeenvolgend op één ruimersteel gepast kunnen worden.

De ruimers die verstrekt worden in de combinaties volgens de huidige uitvinding kunnen verder een scharnier in de steel van de ruimer omvatten. Zoals hierboven in detail beschreven, laat dit scharnier een onafhankelijke beweging van het uiteinde van de steel (tegenoverstaand aan de ruimer cup) en de ruimer cup toe. Meest in het bijzonder, kan het scharnier de beweging van het uiteinde van de steel toelaten in een positie waarbij een hoek wordt gevormd met het overige gedeelte van de steel. Op deze manier verhindert de aanwezigheid van het scharnier, dat er een krachtmoment op de geleider onstaat, d.i. een neiging om de geleider te torsen of te roteren, wanneer de chirurg de ruimer in een niet-optimale of sub-optimale positie houdt; hierdoor wordt vermeden dat de geleider in een incorrecte positie wordt geplaatst. Dit kan interessant zijn, wanneer de inrichting moet worden geïntroduceerd binnen een beperkt chirurgisch venster. In bijzondere uitvoeringsvormen, is het scharnier1 een kruisscharnierkoppeling, ook genaamd een kruiskoppeling, een cardankoppeling, een cardanverbinding of een cardanuskoppeling. In deze uitvoeringsvormen, laat de kruisscharnierkoppeling toe dat het uiteinde van de steel kan buigen of roteren in alle richtingen ten opzichte van de overige gedeelten van de steel en ten opzichte van het ruimerelemeht, en dus dat een onafhankelijke roterende beweging wordt bereikt van het uiteinde van de steel ten opzichte van de overige gedeelten van de steel en ten opzichte van het ruimerelement.

In verdere bijzondere uitvoeringsvormen, laat deze scharnier een rotatie van het ruimerelement toe ten opzichte van het uiteinde van de steel van de ruimer die typisch verbonden is met een gereedschapswerktuig, om een correcte plaatsing van de ruimer in de acetabulaire cup te verzekeren.

Nog een verder aspect van de huidige uitvinding verstrekt werkwijzen om geleiders te vervaardigen volgens de huidige uitvinding.

Zoals hierboven gedetailleerd uiteengezet, in bijzondere uitvoeringsvormen bevatten de geleiders contactelementen die zodanig ontworpen zijn om een nauwe aansluiting van de geleider op het bot dat het acetabulum omringt, te verzekeren. In bijzondere uitvoeringsvormen wordt dit verzekerd door de geleider of ten minste de contactelementen te ontwerpen gebaseerd op pre-operatieve beelden van het bot dat de acetabulaire implantatiezone en hèt implantaat dat daarin moet worden ingebracht, omringt. Dienovereenkomstig omvatten de werkwijzen om de (patiënt-specifieke) geleiders volgens de uitvinding te produceren typisch de stap van (a) het verkrijgen van volume-informatie van het bekkenbot en het acetabulaire implantaat dat daarin geplaatst moet worden, (b) het identificeren en selecteren van delen van het bot dat de implantatiezone omringt die geschikt zijn voor gebruik als een basis voor de contactelementen van de geleider, en (c) het produceren van een geleider gebaseerd op de informatie die verkregen werd in stappen (a) en (b). In bijzondere uitvoeringsvormen omvat stap (b) het identificeren van en het selecteren van delen van het bot dat de implantatiezone omringt die voldoende elementen bevatten zodanig dat de aansluiting van de contactelementen met het bot patiënt-specifiek is.

Typisch omvat de stap van het identificeren en het selecteren van delen van het bot dat de implantatiezone omringt die geschikt is voor gebruik als een basis voor de contactelementen, het selecteren van een deel van het ilium, ischium en pubisbot van het bekken geschikt voor gebruik als een basis voor een contactelement.

In bijzondere uitvoeringsvormen omvatten de werkwijzen van de huidige uitvinding verder de stap (b’) van het identificeren van de diepte die moet worden uitgeboord met een bepaalde ruimer en de overeenkomstige bewegingsvrijheid van de ruimer die moet worden toegestaan door de aanwezigheid van het vergrendelingselement aanwezig op de geleider en/of de ruimer voor een acetabulaire cup. Dit kan worden verzekerd door pre-operatieve planning. Dienovereenkomstig, in bijzondere uitvoeringsvormen, omvatten de werkwijzen van de huidige uitvinding de stap van het produceren van een geleider, verder rekening houdend met de informatie die in deze extra stap (b') verkregen wordt. In bijzondere uitvoeringsvormen impliceert dit dat de geleider verder bijzondere elementen omvat die ervoor zorgen dat opeenvolgende ruimers naar oplopende diepten kunnen worden verplaatst.

De werkwijze voor de vervaardiging van de geleiders volgens de uitvinding kan verder de stap (b") omvatten van het identificeren en het selecteren van een geschikte positie voor de plaatsing van een positióneringsinrichting en het overeenkomstige positioneringselement in de geleider. Opnieuw, dit kan worden verzekerd door pre-operatieve planning. Aldus, in bijzondere uitvoeringsvormen, omvatten de werkwijzen van de huidige uitvinding de stap van; het produceren van een geleider, verder rekening houdend met de informatie die in deze extra stap (b") verkregen wordt.

In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de werkwijze voor de vervaardiging van de geleiders volgens de uitvinding verdër de stap (bm) van het identificeren en het selecteren van een geschikte positie voor de bevestigingselementen, d.w.z. plaatsen waar een bevestigingsmiddel in het bekkenbot kan worden geïntroduceerd om de geleider daaraan te bevestigen. Aldus, in bijzondere uitvoeringsvormen, omvatten de werkwijzen van de huidige uitvinding de stap van het produceren van een geleider, verder rekening houdend met de informatie die in deze stap (b,M) verkregen werd.

Men zal begrijpen dat de volgorde van elk van de stappen b, b', b", of b'", waar toepasselijk, niet kritisch is in de werkwijzen volgens de uitvinding.

De stap van het verkrijgen van volume-informatie van het bekkenbot en het te plaatsen acetabulaire implantaat omvat typisch het verkrijgen van digitale patiënt-specifieke beeldinformatie, wat kan worden uitgevoerd met elk geschikt middel bekend in het vak, zoals bijvoorbeeld een computertomografie (CT) scanner, een scanner voor beeldvorming met behulp van magnetische resonantie (MRI), een ultrasoon scanner, of een combinatie van Röntgenogrammen. Een samenvatting van medische beeldvorming is beschreven in „Fundamentals of Medical imaging“, door P. Suetens, Cambridge University Press, 2002.

In een bepaalde uitvoeringsvorm worden Additive Manufacturing (AM) technieken gebruikt voor de vervaardiging van de geleider volgens de uitvinding. Additive Manufacturing (AM) kan gedefinieerd worden als een groep technieken die gebruikt worden om een tastbaar model van een voorwerp te vervaardigen, typisch met behulp van driedimensionale data voor (3-D) computerondersteund ontwerp (CAD) van het voorwerp. Op het moment is een grote hoeveelheid Additive Manufacturing technieken beschikbaar, met inbegrip van Stereolithografie, Sélective Laser Sintering, Fused Déposition Modeling, folie-gebaseerde technieken, enz.

Selëctive Laser sintering gebruikt een laser met een hoog vermogen of een andere geconcentreerde hittebron om kleine deeltjes kunststof, metaal, of keramisch poeder te sinteren of te lassen in een massa die het 3-dimensionale voorwerp voorstelt dat gevormd moet worden.

Fused Déposition Modeling en verwante technieken maken gebruik van een tijdelijke transitie van een vast materiaal naar een vloeibare staat, gewoonlijk als gevolg van verwarmen. Het materiaal wordt doorheen een extrusiespuitmond geperst op een gecontroleerde manier en gedeponeerd op de vereiste plaats zoals beschreven werd, onder andere, in US Octrooi Nr 5.141,680.

Folie-gebaseerde technieken bevestigen lagen aan elkaar door middel van verlijmen of fotopolymerisatie of andere technieken en snijden het voorwerp uit deze lagen of polymeriseren het voorwerp. Een dergelijke techniek wordt beschreven in US Octrooi Nr 5.192.539.

Typische AM-technieken vertrekken van een digitale representatie van het 3-D voorwerp dat gevormd moet worden. In het algemeen wordt de digitale representatie uitgesneden als een serie lagen in dwarsdoorsnede die op elkaar kunnen gelegd worden om het voorwerp als geheel te vormen. De AM-inrichting gebruikt deze data om het voorwerp op te bouwen op een laag-voor-laag basis. De gegevens van de dwarsdoorsnede die de laaggegevens van het 3-D voorwerp vertegenwoordigen, kunnen geproduceerd worden met behulp van een computersysteem en software voor computerondersteund ontwerp en productie (CAD/CAM).

De geleiders volgens de huidige uitvinding kunnen vervaardigd worden uit verschillende materialen. Typisch worden enkel materialen in acht genomen die biocompatibel zijn (bv. USP klasse VI compatibel) met het menselijke lichaam. Bij voorkeur wordt de chirurgische mal gevormd uit een materiaal dat warmte kan verdragen waardoor het een sterilisatie op hoge temperatuur kan verdragen. In het geval Sélective Laser Sintering gebruikt wordt als een AM-techniek, kan de chirurgische mal gemaakt worden uit een polyamide zoals PA 2200, zoals aangeleverd kan worden door EOS, München, Duitsland of een ander materiaal kan gekend is door de vakman kan ook gebruikt worden.

Nog een verder aspect van de huidige uitvinding heeft betrekking op het gebruik van de geleiders en/of combinaties volgens de huidige uitvinding. Meer in het bijzonder verstrekt de uitvinding werkwijzen voor het nauwkeurig uitboren van een acetabulaire cupzone, welke werkwijzen omvatten de stappen van het plaatsen van de ruimer voor een acetabulaire cup in de geleiders volgens de huidige uitvinding, het positioneren van de geleider op het bekkenbot en het ervoor zorgen dat de één of meerdere contactelementen naar behoren op het bekkenbot geplaatst worden om een unieke aansluiting van de geleider te verzekeren.

In bijzondere uitvoeringsvormen waarbij de geleider volgens de huidige uitvinding voorzien is van een positioneringsélement, kunnen de werkwijzen volgens de uitvinding omvatten de stappen van het positioneren van de geleider op het bekkenbot en het ervoor zorgen dat de één of meerdere contactelementen naar behoren geplaatst worden op het bekkenbot om een unieke aansluiting van de geleider te verzekeren, het bevestigen van de positioneringsinrichting in het bekkenbot gebaseerd op het positioneringselement, het verwijderen van de geleider uit het bekkenbot, het plaatsen van de ruimer in de geleider en het herpositioneren van de geleider + ruimer op het bekkenbot met behulp van de positioneringsinrichting.

De verschillende aspecten van de uitvinding worden hierin geïllustreerd door de volgende niet-beperkende uitvoeringsvormen.

Uitvoeringsvorm 1

Volgens bijzondere uitvoeringsvormen wordt een combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup en een geleider verstrekt zoals geïllustreerd wordt in Figuur 2A De combinatie omvat een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5). De ruimer voor een acetabulaire cup (1) omvat een steel (2) en een ruimelement (3) waarbij het ruimelement stevig aan het uiteinde van de steel bevestigd is en een ruwweg halfronde vorm heeft.

De geleider (5) omvat één of meerdere-contactelementen (6) die op specifieke gebieden van het bot passen dat de acetabulaire Cup implantatiezone omringt. De combinatie omvat verder een verbindingselement (7) dat omkeerbaar stevig op de geleider (5) bevestigd is en dat de doorgang van de steel (2) van de ruimer (1) toestaat, waardoor vrije rotatie van de ruimer rondom zijn longitudinale as wordt toegestaan.

De steel van de ruimer is voorzien van een vergrendelingselement (4) dat de beweging van de ruimer (1) langsheen zijn longitudinale as beperkt, zoals om te verhinderen dat de ruimer in het bot doordringt tot een bovenmatig grote diepte.

Figuur 3 illustreert een zijaanzicht van de combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5) zoals hierboven beschreven, geplaatst op het bekkenbot (11). De geleider (5) omvat drie contactelementen (6) die met het bekkenbot contact maken in ten minste drie contactpunten. De drie contactelementen zijn zodanig ontworpen dat de hoek tussen het vlak doorheen de centrale as (Y) van de cirkel die gevormd wordt door de acetabulaire rand, die beantwoordt aan de centrale as van de ruimer, en één contactpunt en het vlak doorheen de centrale as (Y) en het aangrenzende contactpunt niet groter is dan 180°. De contactelementen passen op specifieke gebieden van het bot dat het acetabulum omringt, wat een nauwe aansluiting van de geleider op genoemd bot verzekert ; de geleider (5) wordt getoond met het verbindingselement (7) dat daaraan werd vastgemaakt, dat de doorgang van de steel (2) van de ruimer toestaat. De steel omvat een vergrendelingselement (4).

Figuur 2B illustreert een longitudinale sectie van een deel van de combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5) zoals hierboven beschreven.

De ruimer (1) omvat een steel (2) en een daaraan verbonden ruimelement (3). Een deel van de geleider (5) wordt getoond waaraan een verbindingselement (7) bevestigd is. Een vergrendelingselement (4) wordt verschaft op de steel (2) van de ruimer (1).

Uitvoeringsvorm 2

Figuur 4 illustreert een combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5) volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding die op het bekkenbot (11) wordt geplaatst. De geleider (5) omvat drie contactelementen (6) die op het bekkenbot passen in ten minste drie contactpunten. Één van de contactelementen (6) omvat een positioneringselement (8), wat beantwoordt aan een spleet. Het positioneringselement wordt gebruikt voor de plaatsing van een positioneringsinrichting (9) in het bekkenbot. De contactelementen (6) van de geleider(5) sluiten aan op specifieke gebieden van het bot dat het acetabulum omringt, waardoor een nauwe aansluiting van de geleider op genoemd bot wordt verzekert. De geleider (5) wordt getoond met het daaraan verbonden verbindingselement (7), dat de doorgang van de steel (2) van de ruimer toestaat. De steel omvat een vergrendelingselement (4).

Figuur 5 illustreert een aangezicht langs boven en langs onder van een combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5) volgens deze uitvoeringsvorm. In het aangezicht langs onder (A), is het ruimelement (3) van de ruimer (1) zichtbaar, evenals de patiënt-specifieke oppervlakken van de contactelementen (6) van de geleider (5). In het aangezicht langs boven (B), is de geleider (5) zichtbaar met zijn drie contactelementen (6).

Uitvoeringsvorm 3

Figuur 6 illustreert een combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5) volgens een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding, die op het bekkenbot (11) wordt gepositioneerd. De ruimer (1) omvat een steel (2) en een ruimelement (3). De steel omvat een scharnier (10) die de rotatie toelaat van het ruimelement ten opzichte van het uiteinde van de steel die in een gereedschapswerktuig ingebracht werd. In deze uitvoeringsvorm neemt de scharnier de vorm aan van een kruisscharnierkoppeling, wat verder duidelijk wordt geïllustreerd in Figuur 7A.

De steel van de ruimer omvat verder een vergrendelingselement (4). De geleider (5) wordt getoond omvattende drie contactelementen (6). Een verbindingselement (7) is bevestigd aan de geleider.

Claims

1. Een combinatie van een ruimer voor een acetabulaire cup (1) en een geleider (5), omvattende : - een ruimer voor een acetabulaire cup (1) omvattende een steel (2) en een ruimelement (3) waarbij het ruimelement (3) stevig bevestigd is aan het uiteinde van de steel (2) en een ruwweg halfronde vorm heeft en waarbij de steel (2) een scharnier (10) omvat, dat de beweging van het uiteinde van de steel in een oriëntatie verschillend ten opzichte van het ruimelement (3) toelaat; en - een geleider (5) omvattende één of meerdere contactelementen (6), waarbij twee of meer van genoemde contactelementen (6) grotere contactoppervlakken vormen, die zich uitstrekken over specifieke gebieden van het bot dat de acetabulaire cup implantatiezone in ten minste drie contactpunten omringt, waarbij de één of meerdere contactelementen (6) zodanig ontworpen zijn dat de hoek tussen het vlak doorheen de centrale as (Y) van de cirkel gevormd door de acetabulaire rand en één contactpunt en het vlak doorheen de centrale as (Y) en het aangrenzende contactpunt nooit groter is dan 180° en die, na het contacteren van genoemde gebieden van het bot dat het acetabulum omringt, een nauwe aansluiting verzekeren van genoemde geleider (5) op het bot ; en - één of meerdere verbindingselementen (7) die de ruimer (1) omkeerbaar verbinden met de geleider (5) en een vrije rotatie van de ruimer (1) rondom zijn longitudinale as toestaan.

2. De combinatie volgens conclusie 1, waarbij ten minste één van de één of meerdere verbindingselementen deel uitmaakt van de ruimer en/of deel uitmaakt van de geleider.

3. De combinatie volgens conclusie 1, waarbij genoemde één of meerdere verbindingselementen een combinatie van elementen of een afzonderlijk inrichting vormen, die afneembaar is van de ruimer en/of de geleider.

4. De combinatie volgens elk van de conclusies 1 tot 3, waarbij genoemde contactelementen zodanig ontworpen zijn dat, na plaatsing van de geleider op het bot, genoemde geleider en genoemde ruimer voor een acetabulaire cup in een zodanig positie gedwongen worden dat de ruimer de gewenste oriëntatie ten opzichte van het bekken heeft.

5. De combinatie volgens conclusie 4, waarbij genoemde geleider, bij plaatsing op het bot, kan worden geroteerd om de correcte positie op het bot te bekomen.

6. De combinatie volgens elk van de conclusies 1 tot 5, waarbij genoemde geleider verder een positioneringselement bevat dat de doorgang van een positioneringsinrichting toelaat die in het bot wordt geplaatst dat het acetabulum omringt.

7. De combinatie volgens conclusie 6, waarbij genoemde positioneringsinrichting een pen is die in het bot geplaatst wordt dat het acetabulum omringt.

8. De combinatie volgens elk van de conclusies 1 tot 7, waarbij de geleider een medisch-beeld-gebaseerd patiënt-specifiek instrument is.

9. De combinatie volgens elk van de conclusies 1 tot 7, waarbij de geleider een modulaire inrichting is omvattende elementen met een standaardvorm die aan de vorm van het bot kan worden aangepast.

10. De combinatie volgens elk van de conclusies 1 tot 9, omvattende één of meerdere vergrendelingselementen die de beweging van de ruimer langsheen zijn longitudinale as beperkt, zoals om te verhinderen dat de ruimer in het bot doordringt tot een bovenmatig grote diepte.

11. De combinatie volgens conclusie 10, waarbij ten minste één van de één of meerdere vergrendelingselementen deel üitmaakt van de ruimer, de geleider en/of de verbindingselementen.

12. De combinatie volgens conclusie 10, waarbij genoemde één of meerdere vergrendelingselementen een afzonderlijk inrichting vormen, die afneembaar is van de ruimer en/of de geleider.

13. Een geleider (5) voor een ruimer voor een acetabulaire cup die omvat: één of meerdere contacteren elementen (6), waarbij twee of meer van genoemde contactelementen (6) grotere contactoppervlakken vormen, die zich uitstrekken over specifieke gebieden van het bot dat de acetabulaire cup implantatiezone in ten minste drie contactpunten omringt, één of meerdere verbindingselementen (7) die een omkeerbare verbinding van de geleider (5) met een ruimer (1) toelaten wat een vrije rotatie van de ruimer rondom zijn longitudinale as toestaan, en één of meerdere vergrendelingselementen die de beweging van de ruimer langsheen zijn longitudinale as beperken, zoals om te verhinderen dat de ruimer in het bot doordringt tot een bovenmatig grote diepte, waarbij de één of meerdere contactelementen (6) zodanig ontworpen zijn dat de hoek tussen het vlak doorheen de centrale as (Y) van de cirkel gevormd door de acetabulaire rand en één contactpunt en het vlak doorheen de centrale as (Y) en het aangrenzende contactpunt nooit groter is dan 180° en, die na het contacteren van genoemde specifieke gebieden van het bot dat het acetabulum omringt, een nauwe aansluiting verzekeren van genoemde geleider (5) op genoemd bot.

14. De geleider volgens conclusie 13, waarbij genoemd verbindingselement een afzonderlijke inrichting is die verbonden kan worden met de geleider.

15. De geleider volgens conclusie 13 of 14, waarbij ten minste één van de één of meerdere vergrendelingselementen deel uitmaakt van de één of meerdere verbindingselementen.

16. De geleider volgens conclusie 14, waarbij genoemde één of meerdere vergrendelingselementen een afzonderlijk inrichting vormen, die afneembaar is van genoemde geleider.

17. De geleider volgens elk van de conclusies 13 tot 16, waarbij genoemde contactelementen zodanig ontworpen zijn dat, na plaatsing van de geleider op het bot, genoemde geleider en genoemde ruimer voor een acetabulaire cup in een zodanige positie gedwongen worden dat de ruimer de gewenste oriëntatie ten opzichte van het bekken heeft.

18. De geleider volgens elk van de conclusies 13 tot 17, waarbij genoemde geleider verder een positioneringselement bevat die de doorgang van een positioneringsinrichting toelaat die in het bot wordt geplaatst dat het acetabulum omringt.

19. De geleider volgens conclusie 18, waarbij genoemde positioneringsinrichting een pen is die in het bot wordt geplaatst dat het acetabulum omringt.

20. De geleider volgens elk van de conclusies 13 tot 19, waarbij de geleider een medisch-beeld-gebaseerd patiënt-specifiek instrument is.

21. De geleider volgens elk van de conclusies 13 tot 20, waarbij de geleider een modulaire inrichting is omvattende elementen met een standaardvorm die aangepast kan worden aan de vorm van het bot.

22. Een werkwijze voor de vervaardiging van de combinatie volgens elk van de conclusies 1 tot 12 of van de geleider volgens elk van de conclusies 13 tot 21, waarbij de werkwijze omvat : (a) het verkrijgen van volume-informatie van het bekkenbot en het acetabulaire implantaat dat daarin geplaatst moet worden, (b) het identificeren en selecteren van delen van het bot dat de implantatiezone omringt die geschikt zijn voor gebruik als een basis voor de contactelementen van de geleider, en (c) het ontwerpen en produceren van een geleider gebaseerd op de informatie die verkregen werd in stappeh (à) en (b).