BE1019635A3 - Landbouwmachine met automatische koppeling. - Google Patents

Landbouwmachine met automatische koppeling. Download PDF

Info

Publication number
BE1019635A3
BE1019635A3 BE2010/0053A BE201000053A BE1019635A3 BE 1019635 A3 BE1019635 A3 BE 1019635A3 BE 2010/0053 A BE2010/0053 A BE 2010/0053A BE 201000053 A BE201000053 A BE 201000053A BE 1019635 A3 BE1019635 A3 BE 1019635A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
header
feed system
cams
coupling
agricultural machine
Prior art date
Application number
BE2010/0053A
Other languages
English (en)
Inventor
Gilian Vereecke
Den Broucke Jonas Van
Didier Om Verhaeghe
Original Assignee
Cnh Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Belgium Nv filed Critical Cnh Belgium Nv
Priority to BE2010/0053A priority Critical patent/BE1019635A3/nl
Priority to PCT/EP2011/051497 priority patent/WO2011095525A1/en
Priority to US13/576,341 priority patent/US8631634B2/en
Priority to CN201180008051.3A priority patent/CN102740679B/zh
Priority to BR112012018167A priority patent/BR112012018167B1/pt
Priority to EP11702046.1A priority patent/EP2531016B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019635A3 publication Critical patent/BE1019635A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/14Mowing tables
    • A01D41/16Devices for coupling mowing tables to conveyors

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Mechanical Operated Clutches (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Harvesting Machines For Root Crops (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op een landbouwmachine van het maaidorsertype. De machine bevat een toevoersysteem (1) en een afneembaar maaibord (2), waarbij het toevoersysteem één of meer draaibare nokken (15) en haken (16) bevat. Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm is een maaidorser verder uitgerust met een automatisch koppelingsmechanisme (6).

Description

LANDBOUWMACHINE MET AUTOMATISCHE KOPPELING
Toepassingsgebied van de uitvinding
Deze uitvinding heeft betrekking op landbouwmachines, zoals maaidorsers of veldhakselaars, en in het bijzonder op de automatische koppeling van een maaibord aan het toevoersysteem van de landbouwmachine.
Stand van de techniek
In veel bestaande maaidorsers is de koppeling van een maaibord met het toevoersysteem of stro-elevator van de maaidorser een handeling waarbij een aantal stappen doorlopen worden, waarvan verscheidene een manuele interventie van de bestuurder van de maaidorser vergen. Om een eerste verbinding te maken wordt het maaibord op de grond geplaatst en rijdt de bestuurder met de maaidorser tot tegen het maaibord. Daarbij laat hij eerst het toevoersysteem zakken en tilt daarna het maaibord op d.m.v. een hydraulisch hefsysteem tot een ineengrijpend contact tot stand komt, bv. tussen een draagframe op het toevoersysteem en een verbindingsbalk op het maaibord. Het toevoersysteem tilt daarna het maaibord op tot dit tegen de voorkant van het toevoersysteem rust. Op dat moment moet de bestuurder het maaibord manueel borgen met een geschikt vergrendelingsmechanisme bv. door een haak ter hoogte van de onderkant van de contactzone te verdraaien tot de haak een pen of staaf aan de achterkant van het maaibord vastgrijpt. Daarna verbindt de bestuurder de aandrijfas van het maaibord manueel met de aandrijfas van het toevoersysteem. Deze manuele activiteiten zijn vaak onpraktisch en tijdrovend zodat een aantal pogingen werden ondernomen om de koppelingsprocedure te automatiseren. Octrooipublicatie EP-A-1884151 onthult een systeem dat een beweegbare tandwielkast bevat en een geheel bestaande uit een as en een telescopische vijzel voor het maken van een automatische verbinding van de aandrijfassen na de eerste ineengrijping. Octrooipublicatie US-A-2008/0256914 heeft betrekking op een ander systeem dat gebruik maakt van een stationaire tandwielkast die geborgd is op het toevoersysteem. Ook hier gaat het om een geheel bestaande uit een as en een telescopische vijzel. In beide van deze gekende systemen gebeurt de koppeling door een zijdelingse beweging (loodrecht op de rijrichting van de maaidorser), waardoor de aanwezigheid van hydraulische actuators voor het koppelen van de aandrijfassen vereist is. Deze gekende opstellingen maken ook geen zijdelingse schommelende beweging van het maaibord ten opzichte van het toevoersysteem van de maaidorser mogelijk, d.w.z. een variatie van de hoek tussen het maaibord en de grond rond een centrale lengteas.
Doel van de uitvinding
Het is een doelstelling van de uitvinding om een combinatie te verschaffen van een landbouwmachine en een maaibord, die uitgerust is met een verbeterd automatisch koppelingsmiddel.
Samenvatting van de uitvinding
Deze uitvinding heeft betrekking op een landbouwmachine bevattende een toevoersysteem en een afneembaar maaibord, waarbij het toevoersysteem een middel bevat om het maaibord van de grond te tillen, het optilmiddel een draagframe of een vergelijkbaar optilvlak bevattend om een balk of dergelijke van het maaibord te ondersteunen, daardoor gekenmerkt dat: • het toevoersysteem minstens één of meer draaibare nokken bevat die lager dan het draagframe zijn aangebracht, en aandrijfmiddelen om de nokken rond een as te laten draaien, waarbij de nokken en de aandrijfmiddelen geconfigureerd zijn om: - het lichaam van het maaibord op een afstand van het toevoersysteem te houden, nadat het maaibord van de grond werd getild, door de nokken naar een steunoppervlak op het maaibord toe te bewegen; - geleidelijk aan de afstand te verminderen tussen het toevoersysteem en het maaibord, door de nokken van het steunoppervlak van het maaibord weg te draaien, met welk steunoppervlak de nokken contact maken tijdens ten minste een deel van hun rotatie, • het toevoersysteem één of meer haken bevat die geconfigureerd zijn om te kunnen draaien - aangedreven door dezelfde aandrijfmiddelen - rond dezelfde as als de nokken, terwijl ze een vaste relatieve positie behouden ten opzichte van de nokken, waarbij de positie zo is dat de haken naar het maaibord draaien terwijl de nokken van het steunoppervlak van het maaibord weg bewegen, zodat de haken daarbij een staaf of een pen vastgrijpen die op het maaibord is geplaatst, en zo het maaibord op het toevoersysteem borgen.
De landbouwmachine volgens de uitvinding biedt het voordeel dat een bedrijfszekere, automatische aandrijfkoppeling mogelijk wordt met slechts een minimum aan actuatoren.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het koppelen van een maaibord (2) aan een toevoersysteem (1) van een landbouwmachine, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de volgende stappen bevat : •tot aan het maaibord rijden met de landbouwmachine waaraan een toevoersysteem bevestigd is; •Nokken (15) op het toevoersysteem onder het draagframe positioneren om het lichaam van het maaibord op een afstand van het toevoersysteem te houden; • Het toevoersysteem laten zakken tot een draagframe (3) op het toevoersysteem onder een balk (4) van het maaibord komt en de landbouw machine wat vooruit rijden; • Het maaibord optillen met het toevoersysteem zodat het aan het draagframe (3) hangt; •de nokken (15) wegdraaien van het maaibord en de afstand tussen het toevoersysteem en het lichaam van het maaibord verminderen; •gelijktijdig met de rotatie van de nokken (15), de haken (16) rond dezelfde rotatieas (14) draaien als de nokken totdat de haken een stang of pen (18) op het maaibord vastgrijpen om zo het maaibord te borgen.
Korte beschrijving van de tekeningen
Figuur 1 is een driedimensionaal zijaanzicht van een maaibord en een toevoersysteem in een maaidorser volgens de uitvinding, dat een borgingsmechanisme met haak en nok volgens de uitvinding in een niet-geborgde positie weergeeft.
Figuur 2a is een vergroot zijaanzicht van dezelfde combinatie dat een borgingsmechanisme met haak en nok volgens de uitvinding in een niet-geborgde positie weergeeft. Figuur 2b toont nog een detail van het borgingsmechanisme.
Figuur 3 is een zijaanzicht van het maaibord en het toevoersysteem van Figuur 1 dat het borgingsmechanisme met haak en nok weergeeft volgens de uitvinding, in een geborgde positie.
Figuur 4 is een zijaanzicht gezien van de andere kant van dezelfde combinatie in een niet-geborgde positie dat de aandrijfassen van het maaibord en het toevoersysteem toont.
Figuur 5 is een uitvergrote weergave van delen van het automatische koppelingsmechanisme volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuren 6a tot 6c tonen drie verschillende stadia van de koppelingsactie tussen de aandrijfassen van het maaibord en het toevoersysteem in een combinatie van een maaibord en een toevoersysteem volgens de uitvinding.
Gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvormen van de uitvinding Eén of meer uitvoeringsvormen zullen nu beschreven worden met verwijzing naar de tekeningen. De gedetailleerde beschrijving beperkt de beschermingsomvang van de uitvinding niet. Deze beschermingsomvang is alleen gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies.
Figuur 1 toont een zijaanzicht van een stro-elevator of toevoersysteem 1 van een maaidorser en een graanmaaibord 2 volgens de huidige uitvinding. Het toevoersysteem 1 is werkzaam bevestigd aan het frame van de maaidorser (niet weergegeven) op een bekende wijze. Het toevoersysteem bevat een zijdelings schommelraam 5 (Figuur 4), dat aangebracht is aan de voorkant van het toevoersysteem, en zo opgesteld is dat het kan draaien ten opzichte van de bewegingsrichting om een zijdelings schommelen van het maaibord mogelijk te maken. Het zijdelingse schommelraam 5 kan een frame zijn zoals dat bekend is in de stand van de techniek. De uitvinding heeft bij voorkeur betrekking op een toevoersysteem dat zulk een zijdelings schommelraam bevat, maar is er niet toe beperkt. De eerste verbinding tussen het toevoersysteem 1 en het maaibord 2 wordt tot stand gebracht door de onderlinge ineengrijping van het draagframe 3 van het schommel raam 5 van het toevoersysteem 1 en een bovenste horizontale balk 4 van het maaibord. Draagframe 3 en balk 4 kunnen identiek zijn aan onderdelen van bestaande toevoersysteem- en maaibord-combinaties. In de positie die getoond is in Figuur 1, is het maaibord 2 van de grond opgetild door de onderlinge ineengrijping van het draagframe en de balk en "hangt" het maaibord aan het draagframe 3. Zoals verder in detail getoond in Figuur 2a bevat het toevoersysteem een hydraulische cilinder 10, die bevestigd is aan een vast punt 11 op het zijdelingse schommelraam 5 van het toevoersysteem. De telescopische stang 12 van de cilinder 10 is weergegeven in zijn meest uitgeschoven toestand in Figuren 1 en 2. De beweging van de stang 12 doet een hefboom 13 en een dwarsas 14 draaien, waarop een nokelement 15 en een haakelement 16 zijn bevestigd, d.w.z. dat de haak en nok samen draaien met as 14 en onderling een vaste positie aanhouden. De haak en nok steken zo uit ten opzichte van de as 14 dat hun respectieve rotaties er samen voor zorgen dat het onderste deel van het maaibord naar het toevoersysteem draait, terwijl de haak voorwaarts beweegt om het maaibord te borgen door een pen of een haak 18 vast te grijpen (zie details in fig. 2b). Daarom is het maaibord uitgerust met aanslagen, bv. plaatelementen 17, die geplaatst zijn in hetzelfde verticale vlak als de nokelementen 16. In de uitvoeringsvorm van Figuren 1 tot 3 zijn een hydraulische cilinder 10 en een hefboom 13 aangebracht aan één zijde van het toevoersysteem en strekt de as 14 zich naar de andere zijde uit, waarbij deze as aan weerskanten van het toevoersysteem een haak en een nok bevat. Het is ook mogelijk om aan weerskanten van het toevoersysteem een cilinder en een hefboom aan te brengen.
In de niet-geborgde uitgangstoestand die getoond is in Figuren 1 en 2a wordt, wegens de voorwaartse positie van de nokken 16 (een aan elke kant) de onderkant van het maaibord 2 op een afstand gehouden van de onderkant van toevoersysteem 1. Vervolgens wordt de cilinder 10 aangestuurd en beweegt hij naar de positie die weergegeven is in Figuur 3. Deze beweging gaat gepaard met de geleidelijke rotatie van de nokken 15, weg van het lichaam van het maaibord, terwijl ze in contact blijven met de plaatelementen 17, waarbij de afstand tussen het maaibord en het toevoersysteem geleidelijk aan vermindert. Terwijl de nokken 15 zich van het lichaam van het maaibord verwijderen komen de haken 16 naar voren en grijpen een dwarse pen of stang 18 op het maaibord vast, om zo het maaibord automatisch te borgen. Een zijaanzicht van deze eindpositie is weergegeven in Figuur 3.
Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm is het haak/nokmechanisme aangebracht samenwerkend met een automatisch werkend mechanisme voor het koppelen aan de aandrijfas, zoals getoond in Figuur 4. In de uitvoeringsvorm van Figuur 4 is dit koppelmechanisme van de aandrijving aan de linkerkant (volgens de rijrichting) van de toevoersysteem- & maaibord-combinatie aangebracht. Het is de geleidelijke beweging van het maaibord 2 naar het toevoersysteem 1 die ook de aansturende beweging is voor het tot stand brengen van de koppeling met de aandrijfas, zoals verder meer in detail zal worden beschreven.
In de uitvoeringsvorm die weergegeven is in Figuur 4 die niet gezien mag worden als een beperking van de beschermingsomvang van de uitvinding, is het koppelenmechanisme 6 van de aandrijving zelf gekoppeld aan de aandrijfas 20 van het toevoersysteem door middel van een riemoverbrenging. De rotatie van de aandrijfas 20 wordt omgezet in de rotatie van een in de dwarsrichting lopende as in de tandwielkast 21. De rotatie van de in de dwarsrichting lopende as wordt op haar beurt overgebracht op een hulpas 22 door een riemoverbrenging 23. Ten slotte drijft de hulpas 22 de rotatie van de cardankoppeling 24 aan via de hulptandwielkast 25. De vaste plaats van de hulpas 22 ten opzichte van het toevoersysteem wordt bepaald door een eerste steunbeugel 26.
De koppeling vindt plaats door een paar onderling in elkaar ingrijpende axiale klauwen. De eerste klauw 30 is aangebracht op de eerste as van een 90° tandwielkast 33 die bevestigd is op het maaibord, en de tweede as van deze tandwielkast is de aandrijfas van het maaibord 34, die geconfigureerd is om de roterende onderdelen van het maaibord (niet weergegeven) aan te drijven, en die in wezen evenwijdig loopt met de rotatieas van deze roterende onderdelen. De oriëntatie van de aandrijfas 34 en het type tandwielkast 33 kunnen verschillen van die welke weergegeven zijn in Figuur 4, afhankelijk van het maaibord-type. Van belang is dat de koppelingsklauw 30 die naar het toevoersysteem gericht is, gekoppeld is aan de aandrijfas 34 van het maaibord, d.w.z. dat de rotatie van de koppelingsklauw 30 de rotatie veroorzaakt van de aandrijfas 34 van het maaibord. De tweede klauw 31 is aangebracht aan het einde van de koppelingsas 32, waarvan de rotatie tot stand komt via de cardankoppeling 24. Wanneer het maaibord 2 onder invloed van de nokken 15 naar het toevoersysteem 1 gedraaid wordt, nadert de eerste klauw 30 geleidelijk aan de tweede klauw 31, tot beide klauwen in elkaar grijpen en de koppeling tot stand wordt gebracht wanneer de rotatie van de koppelingsas wordt gestart.
Figuur 5 toont een uitvergrote weergave van de verschillende machine-onderdelen die volgens de voorkeursuitvoeringsvorm aangebracht zijn tussen de cardankoppeling 24 en de tweede klauw 31, en die geconfigureerd zijn om de koppelingsas 32 te geleiden tijdens de koppelingsactie. De koppelingsas 32 is vast verbonden met een cilindrisch koppelingselement 40, dat zelf gekoppeld is aan het einde van de cardankoppeling 24. De cardankoppling 24 vangt de axiale verplaatsing van de kopplingsas 32 op. De koppelingsas 32 is bovendien zo opgesteld dat hij axiaal verschuifbaar is ten opzichte van een schuifstuk 43, dat een voorste en achterste cilindrisch deel 44, 45 bevat en een cilindrisch centraal deel 46, waarbij het centraal deel een grotere diameter heeft dan de zijdelen. De koppelingsas 32 is axiaal verschuifbaar ten opzichte van het schuifstuk 46. Tegelijk zijn de koppelingsas 32 en het schuifstuk 43 gekoppeld. Deze koppeling wordt tot stand gebracht door een radiaal uitsteeksel 55 op de koppelingsas dat in een overeenkomstige spiegleuf in het schuifstuk past. Het uitsteeksel 55 kan een afzonderlijk koppelingselement zijn dat aangebracht is tussen de as en het schuifstuk. Het achterste deel 44 van het schuifstuk 43 zit geklemd in de draaibare binnenring van een kogellager 47, dat zelf aangebracht is in een lagerhuis 48. Het lagerhuis 48 staat in glijdend contact met een tweede steunbeugel 49, die bevestigd is op het zijdelingse schommelraam van het toevoersysteem. De steunbeugel 49 bevat een opening 50 waar de koppelingsas 32 doorheen steekt. De diameter van de opening 50 is groter dan de diameter van de koppelingsas 32. Een spiraalveer 51 is aangebracht tussen het centrale cilindrische deel 46 van schuifstuk 43 en tussen een steunplaat 52 die bevestigd is op de as 32 en waaraan de klauw 31 is bevestigd. De klauw 31 bevat in het midden een uitsteeksel 60 dat dient voor het uitlijnen van de klauwen tot een onderling gelijke radiale positie. De tegenoverliggende klauw 30 is dan voorzien van een overeenkomstige holte (verderop beschreven in deze beschrijving). Het lagerhuis 48 wordt tegen het vlak van de beugel 49 gedrukt door de veerkracht die uitgeoefend wordt door de veer 51 en kan dus verschuiven ten opzichte van de beugel en er tegelijk contact mee blijven maken. De beugel 49 kan uitgerust zijn met een blokkeermiddel om de beweging van het lagerhuis te beperken en dus ook om de radiale beweging van de koppelingsas 32 binnen in het gat 50 te beperken en dus om contact en schade te vermijden.
Het daaruitvolgende systeem maakt een axiale beweging mogelijk van de koppelingsas 32 tijdens de koppeling en een beperkte radiale beweging binnen de omtrek die gedefinieerd wordt door de opening 50. Deze bewegingen maken het mogelijk de koppeling automatisch te laten plaatsvinden zoals in detail verder uitgelegd wordt met verwijzing naar Figuren 6a, 6b en 6c.
Zoals vermeld, vindt de koppeling plaats door het maaibord naar het toevoersysteem te draaien door de hydraulische cilinders 10 te doen bewegen vanuit een uitgeschoven toestand (stang 12 telescopisch uitgeschoven) naar een ingetrokken toestand (stang 12 ingetrokken). Deze beweging start vanuit een uitgangspositie, die weergegeven is in Figuur 6a. Wanneer het maaibord naar achter kantelt, nadert de klauw 30 die draaibaar verbonden is met de tandwielkast 33 van het maaibord geleidelijk de klauw 31 die bevestigd is op de koppelingsas 32. Tijdens dit naderen draait de koppelingsas 32 niet. Wegens de toegestane radiale verplaatsing van de koppelingsas (binnen opening 50) kunnen de klauwen 30 en 31 tegenover elkaar gebracht worden, met behulp van het centrale uitsteeksel 60 op klauw 31 dat dient voor het uitlijnen van de klauwen in een onderlinge gelijke radiale positie (zie Figuur 6b). De tegenoverliggende klauw 30 is uitgerust met een overeenkomstige holte 61, die aangebracht is om uitsteeksel 60 te ontvangen. De nadering van het maaibord naar het toevoersysteem zorgt er verder voor dat de veer 51 samengedrukt wordt, d.w.z. dat het koppelingselement 40 achteruit wordt geduwd ten opzichte van de steunbeugel 49, en dat de koppelingsas 32 ten opzichte van het schuifstuk 43 verschuift, zie Figuur 6c. Figuren 6a-6c tonen een uitvoeringsvorm waarin de beugel 49 een blokkeermiddel 62 bevat om de beweging van het lagerhuis 48 te beperken. Wanneer het maaibord tot in zijn uiteindelijke positie is neergelaten, wordt de koppelingsas aan het draaien gebracht en grijpen de klauwen in elkaar onder invloed van de veerkracht die de klauw 31 nu voorwaarts tegen de tegenoverliggende klauw 30 drukt, wat leidt tot het automatisch aandrijven van de aandrijfas 34 van het maaibord via tandwielkast 33.
Voor de vakman is het duidelijk dat een aantal van de hierboven beschreven kenmerken de reikwijdte van de uitvinding niet beperken. Bijvoorbeeld kan het middel om de rotatie van de nok/haak-combinaties tot stand te brengen eender welk geschikt aandrijfmiddel zijn verschillend van een hydraulische cilinder. De plaatelementen 17 kunnen eender welk geschikt steunoppervlak zijn voor de nokken 15. De koppeling van de cardankoppeling 24 kan plaats vinden zonder riemoverbrenging, maar door de cardankoppeling 24 rechtstreeks te koppelen aan de aandrijfas 20 van het toevoersysteem. De uitvoeringsvorm van Figuur 4 is specifiek ontworpen voor een toevoersysteem dat uitgerust is met de tandwielkast 21 die voorzien is voor het aandrijven van een zijdelingse rotatieas, zoals bekend in bestaande machines. De aanwezigheid van een automatische koppeling vergt zulk geen tandwielkast.
Wanneer het toevoersysteem niet is uitgerust met een zijdelings schommelraam, wordt de beugel 49 vast bevestigd aan de zijkant van het toevoersysteem en is er geen zijdelingse schommeling mogelijk, vandaar dat er geen of slechts een heel beperkte radiale beweging van de koppelingsas 32 mogelijk moet worden gemaakt.

Claims (11)

1. Landbouwmachine bevattende een toevoersysteem (1) en een afneembaar maaibord (2), waarbij het toevoersysteem een middel bevat om het maaibord van de grond te tillen, het optilmiddel een draagframe (3) of een vergelijkbaar optilvlak bevattend om een balk (4) of dergelijke van het maaibord te ondersteunen, daardoor gekenmerkt dat: • het toevoersysteem (1) minstens één of meer draaibare nokken (15) bevat die lager dan het draagframe (3) zijn aangebracht, en aandrijfmiddelen (10) om de nokken (15) rond een as (14) te laten draaien, waarbij de nokken en de aandrijfmiddelen geconfigureerd zijn om: - het lichaam van het maaibord op een afstand van het toevoersysteem te houden, nadat het maaibord van de grond werd getild, door de nokken (15) naar een steunoppervlak op het maaibord toe te bewegen; - geleidelijk aan de afstand te verminderen tussen het toevoersysteem en het maaibord, door de nokken (15) van het steunoppervlak van het maaibord weg te draaien, met welk steunoppervlak (17) de nokken contact maken tijdens ten minste een deel van hun rotatie, • het toevoersysteem (1) één of meer haken (16) bevat die geconfigureerd zijn om te kunnen draaien - aangedreven door dezelfde aandrijfmiddelen (10) - rond dezelfde as (14) als de nokken (15), terwijl ze een vaste relatieve positie behouden ten opzichte van de nokken, waarbij de positie zo is dat de haken (16) naar het maaibord draaien terwijl de nokken van het steunoppervlak van het maaibord weg bewegen, zodat de haken daarbij een staaf of een pen (18) vastgrijpen die op het maaibord is geplaatst, en zo het maaibord op het toevoersysteem borgen.
2. Landbouwmachine volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen ten minste één hydraulische cilinder (10) bevatten, die geconfigureerd is om de rotatie van een hefboom (13) aan te drijven, die zelf geconfigureerd is om de rotatie van de haken (16) en de nokken (15) rond de as (14) tot stand te brengen.
3. Landbouwmachine volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het maaibord (2) een maaibord-aandrijfas (34) bevat die geconfigureerd is om de rotatie van draaibare gewasverzamelende en/of gewassnijdende onderdelen van het maaibord tot stand te brengen, het toevoersysteem een aandrijfas (20) bevattende om de rotatie van de aandrijfas (34) van het maaibord tot stand te brengen, waarbij • het maaibord (2) een eerste draaibare axiale koppelingsklauw (30) bevat, die gekoppeld is aan de maaibord-aandrijfas (34); • het toevoersysteem (1) een koppelingsas (32) bevat, die zelf gekoppeld is aan zijn eerste uiteinde aan de aandrijfas (20) van het toevoersysteem, waarbij de koppelingsas (32) aan zijn tweede uiteinde een tweede axiale koppelingsklauw (31) bevat, die geconfigureerd is om in te grijpen met de eerste koppelingsklauw (30), waarbij de koppelingsas (32) ondersteund wordt door het toevoersysteem om een automatische ingrijping tot stand te brengen tussen de eerste en tweede koppelingsklauw (30, 31) wanneer de nokken (15) van het steunoppervlak van het maaibord weggedraaid worden.
4. Landbouwmachine volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de koppelingsas (32) ondersteund wordt door een aan het toevoersysteem vastgemaakte steunbeugel (49), de beugel een opening bevattende (50) met een diameter die groter is dan de diameter van de koppelingsas (32), en waarbij de koppelingsas zo is aangebracht dat hij axiaal verschuifbaar is ten opzichte van een schuifstuk (43), terwijl hij gekoppeld is aan het schuifstuk, het schuifstuk draaibaar opgesteld zijnde ten opzichte van de beugel (49), en een veer (51) aangebracht zijnde tussen de tweede axiale klauw (31) en het schuifstuk (43).
5. Landbouwmachine volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat het schuifstuk (43) geconfigureerd is om te roteren in een lager (47), dat aangebracht is in een lagerhuis (48), de veer (51) geconfigureerd zijnde om het lagerhuis (48) tegen de steunbeugel (49) te drukken, en het lagerhuis (48) in verschuifbaar contact staande met de steunbeugel (49).
6. Landbouwmachine volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat het toevoersysteem een zijdelings schommelraam (5) bevat, waarbij de beugel (49) bevestigd is aan het zijdelingse schommelraam, en waarbij de koppelingsas (32) van het toevoersysteem zelf aan zijn dichtstbijzijnde einde gekoppeld is met de aandrijfas (20) van het toevoersysteem via een cardankoppeling (24).
7. Landbouwmachine volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de cardankoppeling (24) gekoppeld is aan de aandrijfas (20) van het toevoersysteem via een riemoverbrenging (23).
8. Landbouwmachine volgens één of meerdere van de conclusies 4 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de eerste koppelingsklauw (30) gekoppeld is aan de aandrijfas (34) van het maaibord via een tandwielkast (33) die op het maaibord is bevestigd.
9. Landbouwmachine volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfas (34) van het maaibord nagenoeg evenwijdig loopt met de rotatieas van de draaibare gewasverzamelende of gewassnijdende onderdelen en waarbij de tandwielkast een 90° tandwielkast (33) is die op het maaibord is bevestigd.
10. Werkwijze voor het koppelen van een maaibord (2) aan een toevoersysteem (1) van een landbouwmachine, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de volgende stappen bevat : •tot aan het maaibord rijden met de landbouwmachine waaraan een toevoersysteem bevestigd is; •Nokken (15) op het toevoersysteem onder het draagframe positioneren om het lichaam van het maaibord op een afstand van het toevoersysteem te houden; • Het toevoersysteem laten zakken tot een draagframe (3) op het toevoersysteem onder een balk (4) van het maaibord komt en de landbouw machine wat vooruit rijden; • Het maaibord optillen met het toevoersysteem zodat het aan het draagframe (3) hangt; •de nokken (15) wegdraaien van het maaibord en de afstand tussen het toevoersysteem en het lichaam van het maaibord verminderen; •gelijktijdig met de rotatie van de nokken (15), de haken (16) rond dezelfde rotatieas (14) draaien als de nokken totdat de haken een stang of pen (18) op het maaibord vastgrijpen om zo het maaibord te borgen.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de beweging van het maaibord (2) naar het toevoersysteem (1) een automatische koppeling tot stand brengt tussen de aandrijfas (20) van het toevoersysteem en de aandrijfas (34) van het maaibord, door een eerste axiale koppelingsklauw (30) die gekoppeld is aan de aandrijfas (34) van het maaibord te laten ineengrijpen met een tweede axiale koppelingsklauw (31) die gekoppeld is aan de aandrijfas (20) van het toevoersysteem, waarbij de koppelingsklauwen zo aangebracht zijn dat ze tegenover elkaar staan en elkaar geleidelijk naderen tijdens deze beweging tot de onderlinge ingrijping plaats vindt.
BE2010/0053A 2010-02-02 2010-02-02 Landbouwmachine met automatische koppeling. BE1019635A3 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0053A BE1019635A3 (nl) 2010-02-02 2010-02-02 Landbouwmachine met automatische koppeling.
PCT/EP2011/051497 WO2011095525A1 (en) 2010-02-02 2011-02-02 Agricultural harvester with automatic header coupling
US13/576,341 US8631634B2 (en) 2010-02-02 2011-02-02 Agricultural harvester with automatic header coupling
CN201180008051.3A CN102740679B (zh) 2010-02-02 2011-02-02 具有自动割穗机联接的农业收割机
BR112012018167A BR112012018167B1 (pt) 2010-02-02 2011-02-02 colheitadeira agrícola com acoplamento automático à barra de corte
EP11702046.1A EP2531016B1 (en) 2010-02-02 2011-02-02 Agricultural harvester with automatic header coupling

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201000053 2010-02-02
BE2010/0053A BE1019635A3 (nl) 2010-02-02 2010-02-02 Landbouwmachine met automatische koppeling.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019635A3 true BE1019635A3 (nl) 2012-09-04

Family

ID=42642986

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0053A BE1019635A3 (nl) 2010-02-02 2010-02-02 Landbouwmachine met automatische koppeling.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US8631634B2 (nl)
EP (1) EP2531016B1 (nl)
CN (1) CN102740679B (nl)
BE (1) BE1019635A3 (nl)
BR (1) BR112012018167B1 (nl)
WO (1) WO2011095525A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113301795A (zh) * 2018-12-18 2021-08-24 凯斯纽荷兰(中国)管理有限公司 用于联合收割机的收割台驱动机构

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1019381A3 (nl) * 2010-06-22 2012-06-05 Cnh Belgium Nv Oogstmachine met automatische hydraulische en elektrische koppeling voor een voorzetapparaat.
AU2012339547B2 (en) * 2011-11-16 2016-01-21 Macdon Industries Ltd. Swather with floating header having a header positional detector and control system
US9357706B2 (en) * 2011-12-28 2016-06-07 Agco Corporation Fore and aft tilt for corn header
DE102012223769A1 (de) * 2012-12-19 2014-06-26 Deere & Company Schrägfördererzusammenbau mit verbesserter Pendelachse
DE102012223770A1 (de) * 2012-12-19 2014-06-26 Deere & Company Schrägfördererzusammenbau mit flexiblem Boden
GB201307547D0 (en) * 2013-04-26 2013-06-12 Agco Int Gmbh Harvesting Machine Header Connection
DE102013011834B4 (de) * 2013-07-16 2016-05-12 Maschinenfabrik Bernard Krone Gmbh Antriebskuppler
GB201403703D0 (en) 2014-03-03 2014-04-16 Agco Corp Agricultural header row unit for harvesting stalk residue
US9723785B2 (en) * 2014-08-29 2017-08-08 Deere & Company Header latch mechanism for agricultural vehicle
US9736976B2 (en) * 2014-11-07 2017-08-22 Agco Corporation Windrower with quick header attachment
BE1022413B1 (nl) * 2014-12-04 2016-03-24 Cnh Industrial Belgium Nv Koppelingsgeheel
US9795084B2 (en) * 2014-12-12 2017-10-24 AGCO do Brasil Attachment system for a harvester header
BE1022917B1 (nl) * 2015-05-29 2016-10-17 Cnh Industrial Belgium Nv Structuur voor het dragen van de maaier van een maaidorser
GB201510914D0 (en) * 2015-06-22 2015-08-05 Agco Do Brasil Comércio E Indústria Ltda Automated system for coupling a harvester header drivetrain
US9854723B2 (en) * 2015-11-30 2018-01-02 Cnh Industrial America Llc Guide for lift arm of header attachment apparatus
US9930833B2 (en) * 2016-03-22 2018-04-03 Cnh Industrial America Llc Tilt cylinder remote attachment apparatus
US10278330B2 (en) * 2016-10-11 2019-05-07 Deere & Company Combine feeder house gauge wheels
US10349580B2 (en) * 2017-07-06 2019-07-16 Mac Don Industries Ltd. Draper header for attachment to a harvesting machine
EP3669634B1 (en) * 2018-12-18 2021-08-18 CNH Industrial Belgium NV A header securing mechanism for a combine harvester
US11109533B2 (en) * 2019-07-30 2021-09-07 Cnh Industrial America Llc Feeder housing for agricultural machine
EP4066617A1 (en) 2021-03-31 2022-10-05 CNH Industrial Belgium N.V. A belt drive for driving the header of a combine harvester
US20230030953A1 (en) * 2021-08-02 2023-02-02 Cnh Industrial America Llc Quick storage cradle for combine multicoupler
EP4215036A1 (en) * 2022-01-20 2023-07-26 CNH Industrial Belgium N.V. A driveline for the reciprocating knives of a combine header
DE102022104295A1 (de) * 2022-02-23 2023-08-24 Claas Saulgau Gmbh Landwirtschaftliches Erntefahrzeug
EP4275476A1 (en) * 2022-05-11 2023-11-15 CNH Industrial Belgium N.V. A driveline coupling mechanism for an agricultural harvester

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE681213A (nl) * 1965-05-19 1966-10-31
US4444000A (en) * 1982-06-01 1984-04-24 Allis-Chalmers Corporation Harvester header construction
EP0302027A1 (en) * 1987-07-23 1989-02-01 FIATGEOTECH - TECNOLOGIE PER LA TERRA S.p.A. A device for coupling the cutting platform to a combine harvester
US6519923B1 (en) * 2001-09-10 2003-02-18 Case Corporation System for coupling, uncoupling and controlling the header assembly in an agricultural combine

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3324637A (en) * 1964-06-26 1967-06-13 Massey Ferguson Ltd Combine having quick detachable header
NL6502216A (nl) * 1965-02-22 1966-08-23
US3561789A (en) * 1968-11-22 1971-02-09 Allis Chalmers Mfg Co Tractor hitch
US3572759A (en) * 1968-12-23 1971-03-30 Allis Chalmers Mfg Co Latch control means
US4280317A (en) * 1980-04-16 1981-07-28 Sperry Corporation Adjustable coupling apparatus
US4368899A (en) * 1981-03-16 1983-01-18 Kansas State University Research Foundation Hitch mechanism for tractors and implements
US4707972A (en) * 1985-06-19 1987-11-24 New Holland Inc. Movable feeder floor for combines
US4742671A (en) * 1987-08-17 1988-05-10 New Holland Inc. Crop harvesting machine base unit lift mechanism providing auxiliary height boost to crop gathering attachment
US5697454A (en) * 1995-07-18 1997-12-16 Wilcox Brothers Incorporated Three-point hitch assembly
DE19949213A1 (de) * 1999-10-13 2001-08-09 Claas Selbstfahr Erntemasch Vorrichtung zur Aufnahme und Halterung einer Schneidwerksbaugruppe am schwenkbaren Schrägförderer eines selbstfahrenden Mähdreschers
DE10018211A1 (de) * 2000-04-12 2001-11-22 Claas Selbstfahr Erntemasch Landwirtschaftliche Erntemaschine
US6478094B2 (en) * 2001-04-10 2002-11-12 Frank David Alexander Hydraulic three point tractor hitch
US6735929B2 (en) * 2002-03-18 2004-05-18 Deere & Company Multifunction latch for a combine
US7364181B2 (en) * 2005-10-11 2008-04-29 Macdon Industries Ltd. Self locking coupling device
US7552578B2 (en) 2006-07-10 2009-06-30 Cnh America Llc Method and device for automatically coupling a combine feeder interface and a combine header
US7497459B2 (en) * 2007-02-28 2009-03-03 Cnh America Llc Cable actuated pin latching mechanism with automatic cable tension and pin release features
US20080256914A1 (en) * 2007-04-23 2008-10-23 Ricketts Jonathan E Method and device for automatically coupling a combine feeder interface and a combine header via a stationary gearbox
CN101411266A (zh) * 2007-10-19 2009-04-22 方友祥 一种装有扶倒装置的全喂入式联合收割机
CN201226680Y (zh) * 2008-07-25 2009-04-29 王洪富 谷物联合收获机分体式输送结构
DE102010028605A1 (de) * 2010-05-05 2011-11-10 Deere & Company Antriebsanordnung für einen Erntevorsatz einer Erntemaschine

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE681213A (nl) * 1965-05-19 1966-10-31
US4444000A (en) * 1982-06-01 1984-04-24 Allis-Chalmers Corporation Harvester header construction
EP0302027A1 (en) * 1987-07-23 1989-02-01 FIATGEOTECH - TECNOLOGIE PER LA TERRA S.p.A. A device for coupling the cutting platform to a combine harvester
US6519923B1 (en) * 2001-09-10 2003-02-18 Case Corporation System for coupling, uncoupling and controlling the header assembly in an agricultural combine

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113301795A (zh) * 2018-12-18 2021-08-24 凯斯纽荷兰(中国)管理有限公司 用于联合收割机的收割台驱动机构

Also Published As

Publication number Publication date
EP2531016B1 (en) 2014-01-08
US20120317951A1 (en) 2012-12-20
CN102740679A (zh) 2012-10-17
EP2531016A1 (en) 2012-12-12
WO2011095525A1 (en) 2011-08-11
BR112012018167B1 (pt) 2018-07-24
CN102740679B (zh) 2016-01-27
BR112012018167A2 (pt) 2016-04-05
US8631634B2 (en) 2014-01-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019635A3 (nl) Landbouwmachine met automatische koppeling.
EP2965613B1 (en) Header retaining system for a lateral transport center pivot agricultural machine
CN113365490B (zh) 配备有自动收割台传输***和收割台转向机构的联合收割机收割台
EP2988587B1 (en) Harvesting machine header connection
US7523601B2 (en) Mower with an unfolding and folding device that includes a tilting element, a link rod, and a hydraulic jack
US12004440B2 (en) Combine header equipped with an automated header transport system
US9363947B2 (en) Bale mover with self-adjusting spinners
EP3474655B1 (en) An agricultural machine and a method for processing crop
US11944027B2 (en) Combine header equipped with an automated header transport system and drawbar
US10212887B2 (en) Bale mover with self-adjusting spinners
WO2017052375A1 (en) A method of coupling an agricultural implement to a tractor, and an assembly
JP6935083B2 (ja) 農作業機
NL2015507A (nl) Werkwijze voor het koppelen van een landbouwwerktuig aan een tractor, alsmede een samenstel.