BE1019614A3 - DEVICE AND METHOD FOR THE CATCHING AND PIECE OF IMPACT WIRES IN WEAVING MACHINES. - Google Patents

DEVICE AND METHOD FOR THE CATCHING AND PIECE OF IMPACT WIRES IN WEAVING MACHINES. Download PDF

Info

Publication number
BE1019614A3
BE1019614A3 BE2009/0396A BE200900396A BE1019614A3 BE 1019614 A3 BE1019614 A3 BE 1019614A3 BE 2009/0396 A BE2009/0396 A BE 2009/0396A BE 200900396 A BE200900396 A BE 200900396A BE 1019614 A3 BE1019614 A3 BE 1019614A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
weft thread
reed
weaving
thread
wire
Prior art date
Application number
BE2009/0396A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol filed Critical Picanol
Priority to BE2009/0396A priority Critical patent/BE1019614A3/en
Priority to EP10734447.5A priority patent/EP2449158B1/en
Priority to CN201080029746.5A priority patent/CN102471958B/en
Priority to PCT/EP2010/003960 priority patent/WO2011000561A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019614A3 publication Critical patent/BE1019614A3/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3066Control or handling of the weft at or after arrival
    • D03D47/308Stretching or holding the weft

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Inrichting en werkwijze voor het vangen en strekken van een doorheen een geleidingskanaal (4) in een weefvlak (69) van een weefmachine ingebrachte inslagdraad (75) met een pneumatische zuigmond (6), een draadklem (7) en een geleidingselement (8) voor het geleiden van de inslagdraad (75), waarbij dat het geleidingselement (8) is aangebracht om de inslagdraad (75) over een beperkte hoek (A) ten opzichte van de insertierichting (B) af te buigen en waarbij de zuigmond (6) is aangebracht om de inslagdraad (75) onder deze hoek (A) op te vangen. Weefmachine die een dergelijke inrichting bevat.Apparatus and method for catching and stretching a weft thread (75) introduced through a guide channel (4) in a weaving surface (69) of a weaving machine with a pneumatic suction nozzle (6), a thread clamp (7) and a guide element (8) for guiding the weft thread (75), wherein the guide element (8) is arranged to deflect the weft thread (75) by a limited angle (A) with respect to the insertion direction (B) and wherein the suction nozzle (6) is arranged to catch the weft thread (75) at this angle (A). Weaving machine containing such a device.

Description

Inrichting en werkwijze voor het vangen en strekken van inslagdraden bij weefmachines.Device and method for catching and stretching weft threads in weaving machines.

De uitvinding betreft een inrichting voor het vangen en strekken van inslagdraden, een weefmachine voorzien van een dergelijke inrichting en een werkwijze voor het vangen en strekken van inslagdraden.The invention relates to a device for catching and stretching weft threads, a weaving machine provided with such a device and a method for catching and stretching weft threads.

Het is bekend inrichtingen voor het vangen en strekken van een doorheen een geleidingskanaal in een weefvak van een weefmachine ingebrachte inslagdraad aan te wenden. Hierbij wordt een einde van een ingebrachte inslagdraad vast gehouden na aankomst aan de overzijde van het weefvak en voor het inbinden van deze inslagdraad in de kettingdraden.It is known to use devices for catching and stretching an weft thread introduced through a guide channel into a weaving section of a weaving machine. Hereby an end of an inserted weft thread is retained after arrival at the opposite side of the weaving section and for binding this weft thread into the warp threads.

EP 1722019 Al beschrijft een strekinrichting voor inslagdraden bij een luchtweefmachine die een strekblazer bevat die is aangebracht aan een achterzijde van een riet en die een vangkanaal voor inslagdraden bevat dat is aangebracht aan de voorzijde van het riet. Het einde van de ingebrachte inslagdraad wordt dwars op de insertierichting afgebogen naar het vangkanaal door een luchtstroom vanuit de strekblazer.EP 1722019 A1 discloses a weft stretching machine in an air-weaving machine comprising a blower which is arranged on a rear side of a reed and which has a weft catching channel arranged on the front side of the reed. The end of the weft thread inserted is deflected transversely of the insertion direction to the capture channel by an air flow from the blower.

Om te vermijden dat het doorheen het weefvak ingebrachte einde van de inslagdraad dat zich voorbij de weefselkant uitstrekt, wordt teruggetrokken in het weefvak of in het weefsel, is het bekend om zogenaamde "vangdraden" te voorzien. Over het algemeen worden er een klein aantal vangdraden voorzien. Dergelijke vangdraden lopen naast een weefvak parallel aan de kettingdraden. De vangdraden houden de einden van de ingebrachte inslagdraden die uitsteken voorbij de weefselkant vast tot deze einden worden afgesneden door een afvalschaar of dergelijke.In order to prevent the end of the weft thread introduced through the weaving section extending beyond the fabric side from being pulled back into the weaving section or into the fabric, it is known to provide so-called "catch threads". In general, a small number of catch wires are provided. Such catch threads run parallel to the warp threads next to a weaving pocket. The capture threads hold the ends of the inserted weft threads protruding beyond the fabric side until these ends are cut by a scissors or the like.

Voor dit doel vormen de vangdraden gewoonlijk een apart weefvak, dat vroeger kan worden gesloten dan het weefvak gevormd door kettingdraden. Dit laat toe de inslagdraad zo vroeg als mogelijk met de vangdraden in te binden en tevens de inslagdraad met een gewenste spanning vereist voor het weven in te binden.For this purpose, the catch threads usually form a separate weaving section, which can be closed earlier than the weaving section formed by warp threads. This allows the weft thread to be tied in with the catch threads as early as possible and also to tie in the weft thread with a desired tension required for weaving.

Bij het gebruik van vangdraden moeten echter aparte gaapvormingsmiddelen voor vangdraden worden voorzien. Daarnaast zijn de vangdraden zelf afval, moeten aparte bobijnen met vangdraden worden voorzien en is een inrichting nodig voor het afsnijden van de vangdraden van het weefsel.However, when using catch wires, separate shed forming means for catch wires must be provided. In addition, the catch threads are themselves waste, separate bobbins with catch threads must be provided and a device is required for cutting off the catch threads from the fabric.

DE 8804276 UI beschrijft een pneumatische draadkiem voor het vasthouden van een doorheen het weefvak ingebracht einde van een inslagdraad vooraf aan het inbinden van de inslagdraad door middel van kettingdraden. IT 1251847 beschrijft een draadkiem geplaatst op een weeflade voor het vasthouden van een vrij einde van een ingebrachte inslagdraad.DE 8804276 UI describes a pneumatic wire germ for holding an end of a weft thread inserted through the weaving pocket prior to binding the weft thread by means of warp threads. IT 1251847 describes a wire germ placed on a weaving drawer for holding a free end of an inserted weft thread.

US 4,976,292 beschrijft een inrichting voor het vasthouden van ingebrachte einden van inslagdraden die een aantal afwisselend bovenaan en onderaan geplaatste bladen bevat waartussen een ingebracht einde van een inslagdraad door middel van wrijving wordt vastgehouden.US 4,976,292 discloses a device for retaining inserted ends of weft threads that includes a number of alternately top and bottom sheets between which an inserted end of a weft thread is retained by friction.

US 3,901,286 beschrijft een weefmachine waarbij een inslagdraad vanaf één zijde wordt ingebracht en kan samenwerken met een ter hoogte van de tegenoverliggende zijde of overzijde aangebrachte inrichting. Deze inrichting wordt gedragen door de weeflade en is aangepast om de doorheen het weefvak ingebrachte inslagdraad op te vangen, te grijpen en te strekken. Hierbij bevat deze inrichting een geleidingselement en een luchtinjector, waarbij deze aan het uiteinde van het geleidingskanaal van het riet zijn aangebracht en waarbij de uitlaat van het geleidingselement loodrecht op het geleidingskanaal in het riet naar de luchtinjector toe is gebogen. Hierbij strekt zich een sleuf in de zijwand van vernoemde luchtinjector uit vanaf de zuigopening langs een deel van de lengte van de injector en bevindt een draadkiem zich in een vaste positie tussen de weefselkant en de luchtinjector. Wanneer het riet in de aanslagpositie is, is de draadkiem gepositioneerd in de baan van het einde van de ingebrachte inslagdraad dat zich uitstrekt van de weefselkant naar de luchtinjector toe.US 3,901,286 describes a weaving machine in which a weft thread is introduced from one side and can cooperate with a device arranged at the height of the opposite side or opposite side. This device is carried by the weaving drawer and is adapted to receive, grip and stretch the weft thread introduced through the weaving section. This device herein comprises a guide element and an air injector, wherein they are arranged at the end of the guide channel of the reed and wherein the outlet of the guide element is bent perpendicular to the guide channel in the reed towards the air injector. A slot in the side wall of said air injector herein extends from the suction opening along a part of the length of the injector and a wire germ is in a fixed position between the fabric side and the air injector. When the reed is in the stop position, the wire germ is positioned in the path of the end of the inserted weft thread that extends from the fabric side to the air injector.

US 3,908,710 beschrijft een weefmachine met een blaasinrichting aan één zijde en aan de overzijde een op de weeflade aangebrachte inrichting voor het vangen en strekken van doorheen het weefvak ingebrachte inslagdraden. Aan het riet is een geleidingselement aangebracht dat verplaatsbaar volgens de insertierichting aan het riet is aangebracht. Dit geleidingselement is aangebracht in het verlengde van het geleidingskanaal in het riet en eindigt loodrecht op de insertierichting en volgens de aanslagrichting van het riet. Naar de aanslagzijde toe is het ontvangstkanaal open over zijn volledige lengte. Tevens zijn een door de weeflade aandrijfbare draadkiem, een schaar en een dwars op de insertierichting aangebrachte pneumatische zuigmond voorzien.US 3,908,710 describes a weaving machine with a blower on one side and on the other side a device arranged on the weaving drawer for catching and stretching weft threads introduced through the weaving section. A guide element is arranged on the reed and is arranged on the reed so that it can be moved in the direction of insertion. This guide element is arranged in line with the guide channel in the reed and ends perpendicular to the insertion direction and according to the stop direction of the reed. Towards the stop side, the receiving channel is open over its entire length. Also provided is a wire germ driftable through the weaving drawer, a pair of scissors and a pneumatic nozzle arranged transversely to the insertion direction.

JP 51-88664 beschrijft een inrichting voor het vangen en strekken van inslagdraden ingebracht doorheen een weefvak die een veerkrachtige draadkiem en een zuigmond gemonteerd op de weeflade bevat. Daarbij is de zuigmond geplaatst om een zuigkracht uit te oefenen loodrecht op een insertierichting van een inslagdraad. Een geleidingselement met ventilatieopeningen is aangebracht ter hoogte van het geleidingskanaal van het riet om de inslagdraad dwars af te buigen naar de zuigmond en de draadkiem toe.JP 51-88664 discloses a device for catching and stretching weft threads inserted through a weaving pocket that includes a resilient wire germ and a nozzle mounted on the weaving drawer. The squeegee is herein arranged to exert a suction force perpendicular to an insertion direction of a weft thread. A guide element with ventilation openings is provided at the level of the guide channel of the reed so as to bend the weft thread transversely to the suction mouth and the thread germ.

WO 2009/007076 Al beschrijft een inrichting voor het inleggen van een einde van een ingebrachte inslagdraad en een pneumatische kantinlegger die meebeweegt met de weeflade. Een houdblazer is voorzien die een ingebrachte inslagdraad houdt tot deze wordt ingelegd door de kantinlegger. De pneumatische kantinlegger blaast op het ingelegde einde van de inslagdraad tot deze is ingebonden door de kettingdraden.WO 2009/007076 A1 describes a device for inserting an end of an inserted weft thread and a pneumatic edge inserter that moves with the weaving drawer. A holding blower is provided that holds an inserted weft thread until it is inserted by the edge insert. The pneumatic edge inserter blows on the inserted end of the weft thread until it is bound by the warp threads.

Het is de opgave van de uitvinding om te voorzien in een inrichting voor het vangen en strekken van inslagdraden, in een weefmachine met een dergelijke inrichting en in een werkwijze voor het vangen en strekken van inslagdraden, waarbij de inslagdraad met een voldoende spanning wordt vastgehouden tot het vrije eind ervan is afgesneden, waarbij het vrije eind kort wordt gehouden en waarbij het gebruik van vangdraden kan worden vermeden.It is the object of the invention to provide a device for catching and stretching weft threads, in a weaving machine with such a device and in a method for catching and stretching weft threads, wherein the weft thread is held with a sufficient tension up to its free end is cut off, the free end being kept short and the use of catch wires can be avoided.

Deze opgave wordt opgelost door een inrichting voor het vangen en strekken van een doorheen een geleidingskanaal in een weefvak van een weefmachine ingebrachte inslagdraad, waarbij aan de weeflade een pneumatische zuigmond, een draadkiem voor inslagdraden en een geleidingselement voor het geleiden van een inslagdraad vanuit het geleidingskanaai naar de zuigmond zijn aangebracht, en waarbij het geleidingselement is aangebracht om de inslagdraad over een beperkte hoek ten opzichte van de insertierichting af te buigen en waarbij de zuigmond is aangebracht om de inslagdraad onder deze hoek op te vangen.This object is solved by a device for catching and stretching a weft thread introduced through a guide channel into a weaving section of a weaving machine, wherein a pneumatic suction nozzle, a wire germ for weft threads and a guide element for guiding a weft thread from the guide channel onto the weaving drawer to the suction mouth, and wherein the guide element is arranged to deflect the weft thread through a limited angle with respect to the insertion direction, and wherein the suction mouth is arranged to receive the weft thread at this angle.

De inrichting volgens de uitvinding laat toe dat het vrije einde van de ingebrachte inslagdraad bij aanslag van de inslagdraad verder voorbij de aanslaglijn wordt getrokken zodat bij het aanslaan een spanning op de inslagdraad wordt uitgeoefend. Dit is voordelig om een sterke en regelmatige weefselkant te vormen. De sterke en regelmatige weefselkant wordt onder meer bereikt doordat het eind van de ingebrachte inslagdraad naar een positie voorbij de aanslaglijn wordt gebracht en doordat de inslagdraad in die positie met een voldoende spanning wordt vastgehouden. Een positie voorbij de aanslaglijn wordt gedefinieerd als een positie op een afstand van de aanslaglijn in de richting weg van het riet naar het weefsel toe. Door de inslagdraad voorbij de aanslaglijn te bewegen kan de inslagdraad onder grotere spanning door het riet worden aangeslagen. Het bewegen van de ingebrachte inslagdraad naar een positie voorbij de aanslaglijn zorgt voor een additionele spanning in de inslagdraad en het houden van de inslagdraad in deze gespannen toestand is voordelig voor het bekomen van een sterke en regelmatige weefselkant.The device according to the invention allows the free end of the inserted weft thread to be pulled further beyond the stop line when the weft thread stops, so that a tension is exerted on the weft thread during the striking. This is advantageous to form a strong and regular weave side. The strong and regular weave side is achieved, among other things, by bringing the end of the weft thread into a position beyond the stop line and because the weft thread is held in that position with a sufficient tension. A position beyond the stop line is defined as a position at a distance from the stop line in the direction away from the reed towards the tissue. By moving the weft thread past the stop line, the weft thread can be excited by the reed under greater tension. Moving the inserted weft thread to a position beyond the stop line provides an additional tension in the weft thread and keeping the weft thread in this tensioned state is advantageous for obtaining a strong and regular fabric edge.

Dit laat toe een sterke en regelmatige weefselrand te vormen zonder gebruik van zogenaamde vangdraden. Daar de draadkiem en de zuigmond voor het riet kunnen aangebracht worden, kan de inrichting volgens de uitvinding zowel met een zogenaamd doorlopend of continu riet als met een riet dat eindigt met het weefsel aangewend worden. Uiteraard kan naast een riet dat eindigt met het weefsel eveneens nog een additioneel riet, ook rietelement te noemen, naast het riet worden geplaatst dat samen met het riet een geleidingskanaal voor inslagdraden vormt.This makes it possible to form a strong and regular fabric edge without the use of so-called catch threads. Since the wire germ and the suction nozzle can be arranged in front of the reed, the device according to the invention can be used both with a so-called continuous or continuous reed and with a reed ending with the fabric. Of course, in addition to a reed that ends with the fabric, an additional reed, also called reed element, can be placed next to the reed which together with the reed forms a guide channel for weft threads.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding geleidt het geleidingselement een inslagdraad vanuit een geleidingskanaal in het riet naar een nabij het riet aangebrachte zuigmond. Hierbij kan het geleidingselement in een geleidingskanaal van het riet aangebracht worden of kan het geleidingselement bevestigd worden aan de zuigmond, waarbij het geleidingselement zodanig is aangebracht dat het geleidingselement aansluit tegen het geleidingskanaal van het riet. Deze uitvoeringsvormen zijn bijzonder voordelig daar een zogenaamd doorlopend riet kan aangewend worden. Dit laat ook toe dat de inrichting volgens de uitvinding langsheen het riet in verschillende posities kan aangebracht worden die aangepast zijn aan de breedte van het te weven weefsel. Met behulp van een dergelijk riet en een inrichting volgens de uitvinding kan weefsel met een willekeurige breedte geweven worden. Het geleidingselement laat toe een inslagdraad af te buigen naar de zuigmond. Hierbij wordt het geleidingselement aangebracht in een positie die volgens de insertierichting van de inslagdraad voor de zuigmond ligt.According to an embodiment of the invention, the guide element guides an weft thread from a guide channel in the reed to a suction mouth arranged near the reed. The guiding element can herein be arranged in a guiding channel of the reed or the guiding element can be attached to the suction mouth, the guiding element being arranged such that the guiding element connects to the guiding channel of the reed. These embodiments are particularly advantageous since a so-called continuous cane can be used. This also allows the device according to the invention to be arranged along the reed in different positions adapted to the width of the fabric to be woven. With the aid of such a reed and a device according to the invention, fabric of any width can be woven. The guide element allows a weft thread to be deflected to the nozzle. The guide element is hereby arranged in a position which lies in front of the suction mouth in the direction of insertion of the weft thread.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het geleidingselement een voor de zuigmond aangebracht geleidingsdeel dat onder een hoek van ongeveer 15° tot ongeveer 45° ten opzichte van de insertierichting is aangebracht, in het bijzonder een hoek van ongeveer 35°. Volgens een uitvoeringsvorm bevat het geleidingselement een gedeelte, in het bijzonder een tunnelvormig gedeelte, dat is aangebracht in het geleidingskanaal van het riet. Bij voorkeur heeft het tunnelvormig gedeelte een naar het weefsel en naar de draadkiem gerichte opening over zijn volledige lengte, meer in het bijzonder heeft het geleidingselement een U-vormige dwarsdoorsnede over zijn volledige lengte die toelaat dat een inslagdraad het geleidingselement kan verlaten in een richting weg van het geleidingskanaal in het riet naar het weefsel toe. Hierdoor is het geleidingselement eenvoudig te vervaardigen.According to an embodiment of the invention, the guide element comprises a guide part arranged in front of the suction mouth and arranged at an angle of about 15 ° to about 45 ° with respect to the insertion direction, in particular an angle of about 35 °. According to an embodiment, the guide element comprises a part, in particular a tunnel-shaped part, which is arranged in the guide channel of the reed. Preferably, the tunnel-shaped portion has an opening over its entire length directed towards the fabric and towards the wire germ, more particularly the guide element has a U-shaped cross-section over its entire length which allows a weft thread to leave the guide element in a direction away from the guide channel in the reed to the tissue. This makes the guide element easy to manufacture.

Optioneel kan het geleidingselement van gaten of gleuven voorzien worden.Optionally, the guide element can be provided with holes or slots.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de inlaat van de zuigmond hoofdzakelijk in lijn aangebracht met het nabij de zuigmond opgesteld en naar de zuigmond gericht geleidingsdeel van het geleidingselement. Dit laat toe het in de zuigmond opgevangen einde van de inslagdraad doorheen de zuigmond te geleiden. Volgens een uitvoeringsvorm wordt de zuigmond aangebracht om een inslagdraad uit het geleidingskanaal in het riet in een richting naar het weefsel toe te brengen. Bijvoorbeeld zijn het nabij de zuigmond gelegen geleidingsdeel van het geleidingselement en de zuigmond aangebracht onder een beperkte hoek van ongeveer 35° ten opzichte van de richting van het geleidingskanaal. Het aanbrengen van de zuigmond onder een hoek laat toe het strekken van de inslagdraad reeds vanaf het opvangen van de inslagdraad te laten plaatsvinden, waarbij het voortbewegen van de inslagdraad tevens benut wordt om de inslagdraad te strekken. Dit betekent dat de snelheid van de inslagdraad benut wordt voor het strekken van de inslagdraad en dat de zuigmond een kracht, in het bijzonder een zuigkracht op de inslagdraad kan uitoefenen met een component wezenlijk volgens de insertierichting, wat voordelig is om snel te kunnen weven. Indien de zuigmond onder een hoek wordt aangebracht, is een rand nabij de inlaat van de zuigmond die naar het weefvak is gericht verder van het riet aangebracht dan de tegenoverliggende rand van de inlaat. Dit is voordelig voor het geleiden en positioneren van een inslagdraad die uit het geleidingskanaal van het riet wordt afgebogen.According to an embodiment of the invention, the inlet of the nozzle is arranged substantially in line with the guide part of the guide element arranged near the nozzle and directed towards the nozzle. This allows the end of the weft thread received in the suction mouth to be guided through the suction mouth. According to an embodiment, the suction mouth is arranged to bring a weft thread from the guide channel into the reed in a direction towards the fabric. For example, the guide part of the guide element located near the suction mouth and the suction mouth are arranged at a limited angle of approximately 35 ° with respect to the direction of the guide channel. The provision of the suction nozzle at an angle allows the stretching of the weft thread to take place already from the collection of the weft thread, wherein the advancement of the weft thread is also used to stretch the weft thread. This means that the speed of the weft thread is utilized to stretch the weft thread and that the suction mouth can exert a force, in particular a suction force, on the weft thread with a component substantially according to the insertion direction, which is advantageous for fast weaving. If the nozzle is arranged at an angle, an edge near the inlet of the nozzle facing the weaving section is arranged farther from the cane than the opposite edge of the inlet. This is advantageous for guiding and positioning an weft thread that is deflected from the guide channel of the reed.

Volgens een uitvoeringsvorm buigt het geleidingselement een ingebrachte inslagdraad af uit het geleidingskanaal van het riet voor de inslagdraad de zuigmond bereikt. Dit is voordelig om de weefsnelheid te verhogen en voor het strekken van de inslagdraad.According to an embodiment, the guide element deflects an inserted weft thread from the guide channel of the reed before the weft thread reaches the suction mouth. This is advantageous for increasing the weaving speed and for stretching the weft thread.

Volgens een uitvoeringsvorm is de zuigmond aangebracht nabij het riet om een inslagdraad in de draadkiem te brengen, in het bijzonder is een ring-jet zuigmond aangebracht om een inslagdraad in de draadkiem te brengen. De zuigmond is aangebracht op de weeflade en beweegt met het riet. Bij een ring-jet zuigmond wordt een zuigwerking verkregen door te blazen voorbij de inlaat van de zuigmond. Bij voorkeur wordt de diameter van de inlaat voldoende groot gekozen om inslagdraden gemakkelijk doorheen de zuigmond te laten passeren. Nadat de draadkiem de door de zuigmond opgenomen ingebrachte inslagdraad heeft geklemd, kan de zuigwerking van de zuigmond worden onderbroken. Daardoor kan een luchtverbruik voor de zuigwerking aanzienlijk worden verminderd.According to an embodiment, the suction nozzle is arranged near the reed to introduce a weft thread into the wire germ, in particular a ring-jet suction nozzle is arranged to introduce a weft thread into the thread germ. The squeegee is mounted on the weaving drawer and moves with the cane. With a ring-jet nozzle, a suction effect is obtained by blowing past the inlet of the nozzle. The diameter of the inlet is preferably chosen to be large enough to allow weft threads to pass easily through the nozzle. After the wire germ has clamped the inserted weft thread received by the nozzle, the suction action of the nozzle can be interrupted. As a result, an air consumption for the suction effect can be considerably reduced.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een draadkiem aangebracht om een ingebrachte inslagdraad op een afstand van het riet nabij de zuigmond te klemmen. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een zuigmond aangebracht om de inslagdraad naar de draadkiem te brengen. Volgens de insertierichting van de inslagdraad kan het geleidingselement minstens gedeeltelijk voor de draadkiem aangebracht worden, wat toelaat de inslagdraad voor de draadkiem af te buigen en de weefsnelheid te verhogen.According to an embodiment of the invention, a wire germ is arranged to clamp an inserted weft thread at a distance from the reed near the suction mouth. According to an embodiment of the invention, a suction nozzle is provided to bring the weft thread to the thread germ. According to the insertion direction of the weft thread, the guiding element can be arranged at least partially in front of the thread germ, which allows deflection of the weft thread in front of the thread germ and to increase the weaving speed.

Volgens een uitvoeringsvorm is het geleidingselement minstens gedeeltelijk voor de draadkiem aangebracht in de insertierichting, dit betekent volgens de bewegingsrichting van de inslagdraad. Dit laat toe dat een inslagdraad reeds uit het geleidingskanaal wordt gebracht voor deze de zuigmond bereikt. Dit laat toe dat de inslagdraad vroeger in de weefcyclus in de draadkiem kan geklemd worden en verder weg uit het geleidingskanaal van het riet kan gebracht worden, dit wil zeggen dichter naar de aanslaglijn toe wordt bewogen voor de inslagdraad door de draadkiem wordt geklemd.According to an embodiment, the guide element is arranged at least partially in front of the wire germ in the insertion direction, this means according to the direction of movement of the weft thread. This allows a weft thread to be brought out of the guide channel before it reaches the suction mouth. This allows the weft thread to be clamped in the thread germ earlier in the weaving cycle and brought farther away from the reed guidance channel, i.e. closer to the stop line before the weft thread is clamped by the thread germ.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de draadkiem aangepast om in eerder welke positie van de weeflade te worden aangestuurd, meer in het bijzonder is de draadkiem een pneumatisch bevolen draadkiem. Een onafhankelijk stuurbare draadkiem laat toe om ogenblikken van klemmen en/of loslaten naar wens te kiezen, bijvoorbeeld afhankelijk van het aankomstmoment van de ingebrachte inslagdraad, afhankelijk van het moment dat een bepaalde, bijvoorbeeld de voorlaatste winding van een voorafwikkelaar wordt afgetrokken en/of afhankelijk van kenmerken van de ingebrachte inslagdraad. De draadkiem kan worden aangestuurd op een passend moment in de weefcyclus, waarbij het moment kan worden opgeslagen in een controle-eenheid of variabel kan worden gecontroleerd door een controle-eenheid in functie van een aankomst van een inslagdraad gedetecteerd door een inslagdraaddetector en/of van andere parameters. Volgens een uitvoeringsvorm wordt de inslagdraad bijvoorbeeld geklemd wanneer de top van de inslagdraad zijn uiterste positie buiten het weefvak heeft bereikt. Bijvoorbeeld bevat de pneumatische draadkiem een vaste bek en een beweegbare bek, bij voorkeur een onderste vaste bek en een bovenste beweegbare bek. Aan één of aan beide bekken kan een drukelement en/of een synthetische laag zijn aangebracht om een correcte klemwerking te bekomen.According to an embodiment of the invention, the wire germ is adapted to be controlled in which position of the weaving drawer, more particularly the thread germ is a pneumatically ordered thread germ. An independently controllable wire germ makes it possible to choose moments of clamping and / or releasing as desired, for example depending on the moment of arrival of the inserted weft thread, depending on the moment that a certain, for example, the penultimate winding is subtracted from and / or depending on of features of the inserted weft thread. The wire germ can be controlled at a suitable moment in the weaving cycle, the moment can be stored in a control unit or can be variably controlled by a control unit in function of an arrival of a weft thread detected by a weft thread detector and / or of other parameters. According to an embodiment, the weft thread is clamped, for example, when the top of the weft thread has reached its extreme position outside the weaving pocket. For example, the pneumatic wire germ contains a fixed jaw and a movable jaw, preferably a lower fixed jaw and an upper movable jaw. A pressure element and / or a synthetic layer can be applied to one or both jaws in order to obtain a correct clamping action.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is een houdinrichting op het gestel van de weefmachine aangebracht ter hoogte van een positie aangepast voor het opnemen van een door de draadkiem geklemde inslagdraad en voor het met een voldoende spanning vasthouden van de opgenomen inslagdraad. Hierbij bevat de houdinrichting een zuigbek die ter hoogte van de aanslaglijn nabij de weefselkant is aangebracht. Hierbij wordt de houdinrichting aangebracht in een positie nabij een draadsnij-inrichting die aangebracht is tussen de houdinrichting en het weefsel. De houdinrichting wordt in een bepaalde positie op de weefmachine aangebracht die zowel is aangepast voor het overnemen van een door de draadkiem geklemde inslagdraad in een positie voorbij de aanslaglijn als om de inslagdraad vast te houden met een voldoende spanning tot het vrije einde van de inslagdraad is afgesneden en/of is ingebonden door de kettingdraden.According to an embodiment of the invention, a holding device is arranged on the frame of the weaving machine at a position adapted to receive a weft thread clamped by the wire germ and to hold the weft thread with a sufficient tension. The holding device herein comprises a suction jaw which is arranged near the tissue line at the stop line. The holding device is hereby arranged in a position near a wire-cutting device which is arranged between the holding device and the fabric. The holding device is applied to the weaving machine in a certain position which is adapted both to take over a weft thread clamped by the wire germ in a position beyond the stop line and to hold the weft thread with a sufficient tension until the free end of the weft thread is cut and / or bound by the warp threads.

Wanneer een weeflade van de weefmachine voorwaarts beweegt voor het aanslaan van de ingebrachte inslagdraad die wordt vastgehouden door de draadkiem, wordt de inslagdraad in een passende positie gebracht voor een overgave aan de houdinrichting. De draadkiem laat de inslagdraad los nabij de aanslag en de inslagdraad wordt vervolgens onder spanning gehouden door de houdinrichting. Wanneer het weven verder gaat, beweegt het weefsel ten opzichte van de stationaire houdinrichting. Tijdens deze beweging wordt de inslagdraad met voldoende spanning vastgehouden door de houdinrichting tot het vrije einde van de inslagdraad door de draadsnij-inrichting nabij de weefselkant is afgesneden. Wanneer de weefmachine is voorzien van een breedhouder voor het weefsel kan de draadsnij-inrichting op een steun van een breedhouder zijn gemonteerd. Door het monteren van de draadsnij-inrichting op de breedhouder is het mogelijk om de inslagdraden aanvaardbaar kort af te snijden, terwijl toch voldoende plaats beschikbaar blijft voor het monteren van de houdinrichting.When a weaving drawer of the weaving machine moves forward to strike the inserted weft thread retained by the wire germ, the weft thread is brought into a suitable position for transfer to the holding device. The wire germ releases the weft thread near the stop and the weft thread is then kept under tension by the holding device. As the weaving continues, the fabric moves relative to the stationary holding device. During this movement, the weft thread is retained with sufficient tension by the holding device until the free end of the weft thread is cut off by the thread cutting device near the fabric side. If the weaving machine is provided with a wide holder for the fabric, the thread cutting device can be mounted on a support of a wide holder. By mounting the thread-cutting device on the broad holder, it is possible to cut the weft threads in an acceptable manner, while still leaving sufficient space for mounting the holding device.

Volgens een uitvoeringsvorm bevat de houdinrichting een houdblazer ter hoogte van de zuigbek van de houdinrichting voor het uitoefenen van een kracht op de inslagdraad. Een kracht, in het bijzonder een zuigkracht uitoefenen, laat toe om een voldoende spanning in de inslagdraad aan te houden zelfs wanneer een ingebrachte inslagdraad meebeweegt met het weefsel en zijn positie ten opzichte van de stationaire houdinrichting wijzigt door een beweging van het weefsel. Volgens een uitvoeringsvorm heeft de houdinrichting een zuigbek met een aantal op elkaar aansluitende openingen, waarbij een opening gericht is naar het riet, een zijdelingse opening gericht is naar het weefsel en een zijdelingse opening gericht is weg van het weefsel, waarbij de zijdelingse opening van de zuigbek nabij het weefsel langer is dan een zijdelingse opening verder verwijderd van het weefsel.According to an embodiment, the holding device comprises a holding blower at the suction jaw of the holding device for exerting a force on the weft thread. A force, in particular exerting a suction force, allows a sufficient tension to be maintained in the weft thread even when an inserted weft thread moves with the fabric and its position with respect to the stationary holding device changes due to a movement of the fabric. According to an embodiment, the holding device has a suction jaw with a number of mutually connecting openings, wherein an opening is directed towards the reed, a lateral opening is directed towards the tissue and a lateral opening is directed away from the tissue, the lateral opening of the tissue being suction cup near the tissue is longer than a lateral opening further away from the tissue.

Volgens een uitvoeringsvorm is de houdinrichting, in het bijzonder de zuigbek, aangepast voor het ontvangen en verwijderen van afgesneden draadeinden. Hierbij dient de houdinrichting om het einde van de inslagdraad gespannen te houden en om de afgesneden draadeinden te verwijderen. De zuigbek heeft bijvoorbeeld een breedte van minstens 8 mm.According to an embodiment, the holding device, in particular the suction jaw, is adapted to receive and remove cut wire ends. The holding device hereby serves to keep the end of the weft thread tensioned and to remove the cut-off thread ends. The suction jaw, for example, has a width of at least 8 mm.

Volgens nog een andere uitvoeringsvorm bevat het geleidingselement verder een vlak deel dat tussen de lamellen van een riet kan aangebracht worden. Dit laat toe het geleidingselement eenvoudig aan het riet vast te maken, bijvoorbeeld door lijmen en dergelijke. Het vlak deel kan eveneens aan de achterzijde van het riet vastgemaakt worden, bijvoorbeeld door het gebruik van een boutverbinding en/of een klemverbinding. Het vlak deel dient hierbij eveneens om een mogelijke opening tussen de lamellen van het riet en het geleidingselement af te dekken om te voorkomen dat een inslagdraad vast raakt tussen het riet en het geleidingselement. Volgens nog een uitvoeringsvorm bevat het geleidingselement een bevestigingsdeel dat bijvoorbeeld toelaat om het geleidingselement vast te maken aan de voorzijde van het riet, bijvoorbeeld door het gebruik van een boutverbinding en/of een klembevestiging.According to yet another embodiment, the guide element further comprises a flat part which can be arranged between the slats of a reed. This allows the guide element to be simply attached to the reed, for example by gluing and the like. The flat part can also be attached to the rear of the reed, for example by using a bolt connection and / or a clamp connection. The flat part here also serves to cover a possible gap between the slats of the reed and the guide element to prevent a weft thread from getting stuck between the reed and the guide element. According to a further embodiment, the guide element comprises a fixing part which, for example, allows to fix the guide element to the front side of the reed, for example by using a bolt connection and / or a clamping attachment.

Volgens een uitvoeringsvorm wordt ter hoogte van het riet een draadwachter aangebracht voor het controleren indien een inslagdraad zich uitstrekt naar het geleidingselement en/of de zuigmond. Een dergelijke draadwachter kan bestaan uit een draadwachter, zoals beschreven in EP 0943024, waarvan de inhoud hierbij is opgenomen in de aanvraag.According to an embodiment, a wire guard is provided at the height of the reed for checking if a weft thread extends to the guide element and / or the suction mouth. Such a wire guard can consist of a wire guard, as described in EP 0943024, the contents of which are hereby included in the application.

Volgens een uitvoeringsvorm wordt op de zuigmond een geleidingsbuis aangesloten met een uitlaat die gericht is naar het geleidingskanaal van het riet. Deze opstelling laat toe om een uit het geleidingskanaal opgezogen inslagdraad terug in het geleidingskanaal van het riet te blazen, bijvoorbeeld naar een draadwachter aangebracht in het riet, zoals beschreven in EP 0943024. Dit kan toelaten een verkeerd ingebrachte inslagdraad te verwijderen. Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt een inslagdraad naar een tweede zuigmond gebracht voor het verwijderen van verkeerd ingebrachte inslagdraden, die is aangebracht naast het riet zoals is beschreven in EP 0310804, waarvan de inhoud hierbij eveneens is opgenomen in de aanvraag.According to an embodiment, a guide tube is connected to the suction mouth with an outlet directed towards the guide channel of the reed. This arrangement allows a weft thread sucked out of the guide channel to be blown back into the guide channel of the reed, for example to a wire keeper fitted in the reed, as described in EP 0943024. This can allow the removal of an incorrectly inserted weft thread. According to another embodiment, a weft thread is brought to a second suction mouth for removing incorrectly inserted weft threads, which is arranged next to the reed as described in EP 0310804, the contents of which are also included in the application.

Deze opgave wordt eveneens opgelost door een weefmachine die een inrichting voor het vangen en strekken van een inslagdraad volgens de uitvinding bevat.This object is also solved by a weaving machine which comprises a device for catching and stretching an weft thread according to the invention.

De opgave wordt eveneens opgelost door een werkwijze voor het vangen en strekken van een doorheen een geleidingskanaal in een weefvak van een weefmachine ingebrachte inslagdraad, waarbij aan de weeflade een pneumatische zuigmond, een draadkiem voor inslagdraad en een geleidingselement voor het geleiden van een inslagdraad vanuit het geleidingskanaal naar de zuigmond zijn aangebracht, en waarbij de inslagdraad door een geleidingselement over een beperkte hoek ten opzichte van de insertierichting wordt afgebogen en onder deze hoek in een zuigmond wordt opgevangen. Hierbij kan het zich naar de zuigmond toe uitstrekkend draadeinde van de inslagdraad door een draadkiem geklemd worden, kan het geklemde draadeinde voor aanslag naar een positie voorbij het verlengde van de aanslaglijn bewogen worden, kan het voornoemde draadeinde opgenomen worden door een houdinrichting voorzien op het gestel van de weefmachine en kan het voornoemde draadeinde na aanslag met een voldoende spanning vastgehouden worden door de houdinrichting.The object is also solved by a method for catching and stretching a weft thread introduced through a guide channel into a weaving section of a weaving machine, wherein a pneumatic suction nozzle, a thread germ for weft thread and a guiding element for guiding a weft thread from the weft thread to the weaving drawer guide channel to the suction mouth, and wherein the weft thread is deflected by a guide element through a limited angle with respect to the insertion direction and is collected under this angle in a suction mouth. The thread end of the weft thread extending towards the suction mouth can herein be clamped by a wire germ, the clamped thread end can be moved for stop to a position beyond the extension of the stop line, the aforementioned thread end can be received by a holding device provided on the frame. of the weaving machine and the aforesaid threaded end can be retained by a sufficient tension after the stop by the holding device.

Door een ingebrachte inslagdraad aan de overzijde van het weefvak uit het geleidingskanaal in het riet af te buigen kan de inslagdraad weg van het riet in de richting naar de aanslaglijn bewogen worden, opgenomen worden door een zuigmond terwijl die verder in de richting naar de aanslaglijn kan bewegen en vervolgens door een draadkiem geklemd worden. Hierbij wordt de inslagdraad voor het aanslaan van de inslagdraad weg van het riet in de richting naar de aanslaglijn toe bewogen, wat toelaat de inslagdraad bijkomend te strekken bij het aanslaan. Vervolgens kan de geklemde inslagdraad door een houdinrichting overgenomen worden en na vrijgeven door de draadkiem in de houdinrichting opgenomen worden. Bij het verder weven beweegt het weefsel ten opzichte van de houdinrichting en wordt de aangeslagen inslagdraad met voldoende spanning verder vastgehouden door de houdinrichting tot de inslagdraad voldoende door de kettingdraden wordt ingebonden en het vrije einde van de inslagdraad wordt afgesneden.By deflecting an inserted weft thread on the opposite side of the weaving section from the guide channel into the reed, the weft thread can be moved away from the reed in the direction towards the stop line, can be picked up by a suction mouth while it can further move in the direction towards the stop line move and then be clamped by a wire germ. Hereby the weft thread for tapping the weft thread is moved away from the reed in the direction towards the stop line, which allows the weft thread to be additionally stretched during the tapping. Subsequently, the clamped weft thread can be taken over by a holding device and, after being released by the wire germ, can be taken up in the holding device. During further weaving, the fabric moves relative to the holding device and the excited weft thread is further held by the holding device with sufficient tension until the weft thread is sufficiently bound by the warp threads and the free end of the weft thread is cut off.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding vloeien voort uit de hierna volgende beschrijving van de in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen, waarbij:Further features and advantages of the invention result from the following description of the embodiments shown in the drawings, wherein:

Figuur 1 een bovenaanzicht van een gedeelte van een weefmachine met een inrichting volgens de uitvinding weergeeft;Figure 1 shows a top view of a part of a weaving machine with a device according to the invention;

Figuur 2 een zicht volgens pijl F2 in figuur 1 loodrecht op het riet weergeeft, waarbij de weeflade met het riet in een achterste positie is gepositioneerd;Figure 2 shows a view according to arrow F2 in Figure 1 perpendicular to the reed, the weaving drawer with the reed being positioned in a rear position;

Figuur 3 een zicht volgens pijl F3 in figuur 2 van een aan het gestel van de weefmachine aangebrachte houdinrichting weergeeft;Figure 3 shows a view according to arrow F3 in Figure 2 of a holding device arranged on the frame of the weaving machine;

Figuur 4 een zicht volgens pijl F4 in figuur 3 van een houdinrichting weergeeft;Figure 4 represents a view according to arrow F4 in Figure 3 of a holding device;

Figuur 5 een vereenvoudigd zicht volgens pijl F5 in figuur 2 van een aan de weeflade aangebrachte draadkiem weergeeft; Figuur 6 een zicht volgens pijl F6 in figuur 5 van een draadkiem weergeeft;Figure 5 shows a simplified view according to arrow F5 in Figure 2 of a wire germ arranged on the weaving drawer; Figure 6 shows a view according to arrow F6 in Figure 5 of a wire germ;

Figuur 7 een vereenvoudigd zicht volgens pijl F7 in figuur 2 van een geleidingselement weergeeft;Figure 7 shows a simplified view according to arrow F7 in Figure 2 of a guide element;

Figuur 8 een vereenvoudigde doorsnede volgens lijn VIII-VIII in figuur 7 weergeeft;Figure 8 shows a simplified cross-section according to line VIII-VIII in Figure 7;

Figuur 9 een variante van figuur 2 weergeeft;Figure 9 represents a variant of Figure 2;

Figuren 10 tot 17 in verschillende standen de uitvoeringsvorm van figuur 2 weergegeven om een werkwijze volgens de uitvinding te illustreren.Figures 10 to 17 show the embodiment of Figure 2 in different positions to illustrate a method according to the invention.

In figuren 1 en 2 wordt een gedeelte van een luchtweefmachine weergegeven die een riet 1 en een inrichting 2 volgens de uitvinding bevat. Het riet 1 is samengesteld uit meerdere lamellen 3 met een U-vormige profilering die naast elkaar zijn aangebracht en die samen een U-vormig geleidingskanaal 4 voor inslagdraden vormen. Tijdens het weven wordt een inslagdraad in een weefvak gebracht door middel van een luchtstroom in het U-vormige geleidingskanaal 4 die de inslagdraad transporteert doorheen het U-vormige geleidingskanaal 4 in het riet 1. Deze luchtstroom wordt gegenereerd door een (niet weergegeven) hoofdblazer, alsook door een aantal langs het geleidingskanaal 4 opgestelde (niet weergegeven) bijblazers. Het riet 1 wordt op gekende wijze aan een schematisch weergegeven weeflade 5 bevestigd. Het riet 1 is hierbij doorlopend uitgevoerd en strekt zich uit tot voorbij de inrichting 2 volgens de uitvinding.Figures 1 and 2 show a part of an air-weaving machine comprising a reed 1 and a device 2 according to the invention. The reed 1 is composed of several slats 3 with a U-shaped profiling which are arranged next to each other and which together form a U-shaped guide channel 4 for weft threads. During the weaving, a weft thread is introduced into a weaving section by means of an air flow in the U-shaped guide channel 4 which transports the weft thread through the U-shaped guide channel 4 in the reed 1. This air flow is generated by a main blower (not shown), as well as by a number of additional blowers arranged along guide channel 4 (not shown). The reed 1 is fastened in a known manner to a schematically shown weaving drawer 5. Here, the reed 1 is of continuous design and extends beyond the device 2 according to the invention.

Aan de weeflade 5 zijn tevens een nabij het riet 1 aangebrachte pneumatische zuigmond 6, een draadkiem 7 voor inslagdraden en een in het geleidingskanaal 4 aangebracht geleidingselement 8 voor het geleiden van een inslagdraad vanuit het geleidingskanaal 4 naar de zuigmond 6 bevestigd.Attached to the weaving drawer 5 is also a pneumatic suction nozzle 6 disposed near the reed 1, a wire germ 7 for weft threads and a guide element 8 arranged in the guide channel 4 for guiding a weft thread from the guide channel 4 to the suction nozzle 6.

Volgens insertierichting B is het geleidingselement 8 voor de zuigmond 6 gepositioneerd en laat toe een inslagdraad vanuit het geleidingskanaal 4 naar de zuigmond 6 te geleiden.According to insertion direction B, the guide element 8 is positioned in front of the suction mouth 6 and allows a weft thread to be guided from the guide channel 4 to the suction mouth 6.

Zoals verduidelijkt in figuur 2 bevat het geleidingselement 8 een geleidingsdeel 9, meer in het bijzonder eindigt het geleidingselement 8 volgens de insertierichting B met een geleidingsdeel 9 dat onder een beperkte hoek A van ongeveer 35° ten opzichte van de insertierichting B is aangebracht. Het geleidingsdeel 9 laat de inslagdraad toe over een beperkte hoek ten opzichte van de insertierichting B af te buigen in de richting naar de zuigmond 6. De zuigmond 6 kan een inslagdraad die beweegt onder deze hoek opvangen en verder doorheen de zuigmond 6 geleiden. De inlaat 10 van de zuigmond 6 is hoofdzakelijk in het verlengde van het geleidingsdeel 9 opgesteld. De zuigmond 6 is volgens de aanslagrichting C voor het riet 1 bevestigd en laat toe een inslagdraad vanuit het geleidingskanaal 4 volgens de aanslagrichting C te bewegen, dit betekent een inslagdraad naar het weefsel 11 te bewegen. De rand 36 nabij de inlaat 10 van de zuigmond 6 die naar het weefsel 11 is gericht is verder van het riet 1 gepositioneerd dan de tegenoverliggende rand 37 van de inlaat 10.As clarified in Figure 2, the guide element 8 comprises a guide part 9, more particularly the guide element 8 according to the insertion direction B ends with a guide part 9 which is arranged at a limited angle A of approximately 35 ° with respect to the insertion direction B. The guide part 9 allows the weft thread to be deflected through a limited angle with respect to the insertion direction B in the direction towards the suction mouth 6. The suction mouth 6 can receive a weft thread that moves at this angle and guide it further through the suction mouth 6. The inlet 10 of the suction mouth 6 is mainly arranged in line with the guide part 9. The suction nozzle 6 is fixed in accordance with the stop direction C for the reed 1 and allows to move a weft thread from the guide channel 4 in the stop direction C, this means to move a weft thread to the fabric 11. The edge 36 near the inlet 10 of the suction mouth 6 that faces the fabric 11 is positioned farther from the reed 1 than the opposite edge 37 of the inlet 10.

De draadkiem 7 is aangebracht om een ingebrachte inslagdraad die zich uitstrekt tot in de zuigmond 6 nabij de zuigmond 6 op een afstand van het riet 1 te klemmen. Hierbij bevindt de zuigmond 6 zich in een zodanige positie dat een door de zuigmond 6 opgenomen inslagdraad zich naar de draadkiem 7 beweegt om zich ter hoogte van de draadkiem 7 te bevinden.The wire germ 7 is arranged to clamp an inserted weft thread that extends into the suction mouth 6 near the suction mouth 6 at a distance from the reed 1. The suction nozzle 6 is in such a position that a weft thread received by the suction nozzle 6 moves towards the wire germ 7 to be at the level of the thread germ 7.

De inrichting bevat tevens een houdinrichting 12 die op het gestel van de weefmachine is aangebracht. De houdinrichting 12 is ter hoogte van een positie nabij de aanslaglijn 14 en nabij de weefselkant 15 bevestigd die aangepast is voor het opnemen van een door de draadkiem 7 geklemde inslagdraad en voor het met een voldoende spanning vasthouden van de opgenomen inslagdraad. De houdinrichting 12 bevat een zuigbek 13 die ter hoogte van de aanslaglijn 14 van het weefsel 11 nabij de weefselkant 15 is aangebracht. Nabij de weefselkant 15 is in een positie tussen de weefselkant 15 van het weefsel 11 en de houdinrichting 12 een schematisch weergegeven draadsnij-inrichting 16 aangebracht. De draadsnij-inrichting 16 kan bestaan uit een gekende schaar die bijvoorbeeld door een motor is aangedreven, bijvoorbeeld een schaar van het type zoals gekend uit DE 2435397. Verder bevat de inrichting nog een draadwachter 17 om de aankomst van een inslagdraad voorbij het weefvak te detecteren. De draadsnij-inrichting 16 kan aan een steun van een breedhouder 38 bevestigd worden.The device also comprises a holding device 12 which is arranged on the frame of the weaving machine. The holding device 12 is fixed at a position near the stop line 14 and near the fabric edge 15 which is adapted to receive a weft thread clamped by the wire germ 7 and to hold the received weft thread with a sufficient tension. The holding device 12 comprises a suction jaw 13 which is arranged near the stop line 14 of the fabric 11 near the fabric side 15. Near the fabric side 15, in a position between the fabric side 15 of the fabric 11 and the holding device 12, a schematically shown wire cutting device 16 is provided. The thread-cutting device 16 may consist of a known shear which is driven, for example, by a motor, for example a shear of the type as known from DE 2435397. The device further comprises a thread guard 17 for detecting the arrival of a weft thread beyond the weaving pocket . The thread-cutting device 16 can be attached to a support of a wide holder 38.

De zuigmond 6 wordt bijvoorbeeld door een ring-jet zuigmond gevormd waarbij de zuigwerking verkregen wordt door de blaaskracht van een aantal blaasmondstukken 18 die blazen in een doorgang 19 van de zuigmond 6 die tegenover de inlaat 10 van de zuigmond 6 is gelegen. Bij een geleidingskanaal 4 met een hoogte van ongeveer 6mm kan als doormeter van de inlaat 10 bijvoorbeeld 8mm gekozen worden. De blaasmondstukken 18 worden van perslucht voorzien via een toevoerleiding 20 die via een afsluitventiel 21 op een persluchtbron 22 is aangesloten. Op de zuigmond 6 wordt een afzuigbuis 23 bevestigd om weefstof en dergelijke te verwijderen. Een andere uitvoeringsvorm van een ring-jet zuigmond is bijvoorbeeld bekend uit LIS 3880198. De zuigmond 6 wordt met een bevestigingsstuk 24 op de weeflade 5 bevestigd, terwijl de toevoerleiding 20 via een koppelstuk 25 aangesloten wordt op de zuigmond 6. Bij deze uitvoeringsvorm laat het bevestigingsstuk 24 toe de zuigmond 6 onder meerdere hoeken in te stellen, bijvoorbeeld onder een beperkte hoek tussen 15° en 45° en bijvoorbeeld ongeveer 35°. Wanneer de zuigmond 6 onder een bepaalde hoek ingesteld wordt, kan een passend bijhorend geleidingselement 8 aangebracht worden. Indien een bepaald geleidingselement 8 wordt aangebracht, kan de zuigmond 6 onder een passende bijhorende hoek ingesteld worden.The suction nozzle 6 is, for example, formed by a ring-jet suction nozzle, the suction effect being obtained by the blowing force of a number of blowing nozzles 18 which blow into a passage 19 of the suction nozzle 6 which is situated opposite the inlet 10 of the suction nozzle 6. For a guide channel 4 with a height of approximately 6 mm, for example, the diameter of the inlet 10 can be 8 mm. The blow nozzles 18 are supplied with compressed air via a supply line 20 which is connected via a shut-off valve 21 to a compressed air source 22. A suction tube 23 is attached to the nozzle 6 to remove fabric and the like. Another embodiment of a ring-jet nozzle is known, for example, from LIS 3880198. The nozzle 6 is attached to the weaving drawer 5 with a fastening piece 24, while the supply line 20 is connected via a coupling piece 25 to the suction nozzle 6. In this embodiment, attachment piece 24 to adjust the suction nozzle 6 at a plurality of angles, for example at a limited angle between 15 ° and 45 ° and for example about 35 °. When the nozzle 6 is adjusted at a certain angle, a suitable associated guide element 8 can be provided. If a certain guide element 8 is provided, the suction nozzle 6 can be adjusted at a suitable corresponding angle.

De in figuren 3 en 4 weergegeven houdinrichting 12 bevat een zuigbek 13 die gevormd wordt door een buis 26 die aan het voorste uiteinde gedeeltelijk afgesloten wordt door wanden 27 en 28 waartussen een sleufvormige opening 29 is voorzien. Op de opening 29 sluiten twee sleufvormige openingen 30 en 31 aan die zich elk over een bepaalde afstand volgens langsrichting langsheen de buis 26 uitstrekken. De opening 30 die naar de zuigmond 6 is gericht strekt zich uit over een kleinere afstand volgens de langsrichting van de buis 26 dan de opening 31 die naar het weefsel 11 is gericht. De buis 26 ter hoogte van de openingen 29 tot 31 vertoont bijvoorbeeld een breedte van 8mm. De openingen 29 tot 31 zijn zodanig gepositioneerd dat een inslagdraad in de openingen 29 tot 31 terecht komt tijdens het aanslaan van de inslagdraad. Verder bevat de zuigbek 13 een blazer 32 die via een afsluitventiel 33 is aangesloten op een persluchtbron 34. De zuigwerking van de zuigbek 13 wordt bijvoorbeeld verkregen door de luchtstraal 35 uit de blazer 32 die blaast op de schuine wand 27 en/of door een zuigwerking die uitgeoefend wordt via de afvoerbuis 64 die aangesloten is op de buis 26. De persluchtbron 34 kan uiteraard vervangen worden door de persluchtbron 22. De houdinrichting 12 is via een bevestigingselement 72 in een instelbare positie aan het gestel 73 van de weefmachine bevestigd, meer in het bijzonder met de zuigbek 13 nabij de aanslaglijn 14 om toe laten een inslagdraad op te nemen.The holding device 12 shown in figures 3 and 4 comprises a suction jaw 13 which is formed by a tube 26 which is partially closed at the front end by walls 27 and 28 between which a slit-shaped opening 29 is provided. Connected to the opening 29 are two slot-shaped openings 30 and 31, each of which extends along the tube 26 over a certain distance in the longitudinal direction. The opening 30 which faces the suction mouth 6 extends a smaller distance along the longitudinal direction of the tube 26 than the opening 31 which faces the fabric 11. The tube 26 at the level of the openings 29 to 31 has, for example, a width of 8 mm. The openings 29 to 31 are positioned such that a weft thread ends up in the openings 29 to 31 during the striking of the weft thread. Furthermore, the suction jaw 13 comprises a blower 32 which is connected via a shut-off valve 33 to a compressed air source 34. The suction effect of the suction jaw 13 is obtained, for example, by the air jet 35 from the blower 32 blowing on the sloping wall 27 and / or by a suction action which is exerted via the discharge pipe 64 which is connected to the pipe 26. The compressed air source 34 can of course be replaced by the compressed air source 22. The holding device 12 is fixed via an attachment element 72 to the frame 73 of the weaving machine in an adjustable position, more in in particular with the suction jaw 13 near the stop line 14 to allow it to receive a weft thread.

De in figuren 5 en 6 weergegeven draadkiem 7 bevat een onderste vast opgestelde bek 39 en een bovenste beweegbare bek 40 die pneumatisch aangedreven wordt. De bek 39 bevat bijvoorbeeld een sleetvaste en elastische synthetische laag. De bek 40 is eendelig uitgevoerd met een hefboomsarm 41 die in beide richtingen door een pneumatische cilinder 42 of 43 kan aangedreven worden. De cilinders 42, 43 worden respectievelijk via een afsluitventiel 44, 45 met een persluchtbron 46 verbonden. De persluchtbron 46 kan vervangen worden door de persluchtbron 22 of 34. De afsluitventielen 44 en 45 kunnen gestuurd worden door de stuureenheid 47 van de weefmachine.The wire germ 7 shown in Figures 5 and 6 comprises a lower fixed jaw 39 and an upper movable jaw 40 which is pneumatically driven. The jaw 39, for example, contains a wear-resistant and elastic synthetic layer. The jaw 40 is made in one piece with a lever arm 41 which can be driven in both directions by a pneumatic cylinder 42 or 43. The cylinders 42, 43 are connected via a shut-off valve 44, 45 respectively to a compressed air source 46. The compressed air source 46 can be replaced by the compressed air source 22 or 34. The shut-off valves 44 and 45 can be controlled by the control unit 47 of the weaving machine.

De stuureenheid 47 kan tevens nog verschillende andere onderdelen van de weefmachine sturen, in het bijzonder onder meer de afsluitventielen 21 en 33. De stuureenheid 47 werkt eveneens samen met de draadwachter 17 om toe te laten de afsluitventielen 21, 33, 44 en 45 op een passend ogenblik in de weefcyclus of bij eender welke positie van de weeflade 5 te sturen. De pneumatisch bevolen draadkiem 7 is aangepast om toe te laten in eerder welke positie van de weeflade te worden aangestuurd. De draadkiem 7 bevat verder een steun 48 die met een bevestigingselement 49 en een klemelement 50 aan een dwarsbalk 51 van de heen en weer bewegende weeflade 5 is bevestigd, welke dwarsbalk 51 tevens het riet 1 draagt. Het riet 1 bevat een U-vormig geleidingskanaal 4 dat onder meer begrensd wordt door een aanslagvlak 77 voor het aanslaan van inslagdraden tegen de aanslaglijn 14. De weeflade 5 bevat verder nog een ladeas 52 en steunelementen 53 die de dwarsbalk 51 en de ladeas 52 verbinden. De bek 40 is draaibaar om een as 54 aan de steun 48 bevestigd.The control unit 47 can also control various other components of the weaving machine, in particular inter alia the shut-off valves 21 and 33. The control unit 47 also cooperates with the thread guard 17 to allow the shut-off valves 21, 33, 44 and 45 to at the appropriate moment in the weaving cycle or at any position of the weaving drawer 5. The pneumatically ordered wire germ 7 is adapted to allow the position of the weaving drawer to be controlled earlier. The wire germ 7 furthermore comprises a support 48 which is fixed with a fastening element 49 and a clamping element 50 to a transverse beam 51 of the reciprocating weaving drawer 5, which transverse beam 51 also carries the reed 1. The reed 1 comprises a U-shaped guide channel 4 which is bounded inter alia by a stop surface 77 for striking weft threads against the stop line 14. The weaving drawer 5 furthermore comprises a drawer shaft 52 and support elements 53 which connect the transverse beam 51 and the drawer shaft 52 . The jaw 40 is rotatably attached to the support 48 about an axis 54.

Het in figuren 7 en 8 weergegeven geleidingselement 8 bevat een tunnelvormig gedeelte 55, meer in het bijzonder een U-vormig gedeelte met verticale wanden 58, 59 en 60, een bovenwand 61 en een onderwand 62 dat ter hoogte van het geleidingskanaal 4 in de lamellen 3 van het riet 1 is gepositioneerd. Het gedeelte 55 bevat een ingang 63 die nagenoeg aansluit op de wanden van het geleidingskanaal 4. Het geleidingselement 8 eindigt volgens de bewegingsrichting van de inslagdraad met het geleidingsdeel 9, welk geleidingsdeel 9 hoofdzakelijk wordt gevormd door een verticale wand 60. De wand 60 sluit via de verticale wand 59 aan op de verticale wand 58, welke wand 58 nagenoeg aansluit op het geleidingskanaal 4. De verticale wand 59 vertoont een hoek met de insertierichting B die ongeveer de helft bedraagt van de hoek A van de verticale wand 60 en laat toe een inslagdraad geleidelijk af te buigen langsheen de wanden 58, 59 en 60 van het geleidingselement 8. Het gedeelte 55 bevat over zijn volledige lengte een opening 56 die gericht is naar het weefsel 1 en naar de draadkiem 7. Verder bevat het geleidingselement 8 een vlak deel 57 dat tussen lamellen 3 van een riet 1 kan aangebracht worden, bijvoorbeeld ertussen kan gelijmd worden om het geleidingselement 8 aan het riet 1 te bevestigen. Het vlak deel 57 is nabij de ingang 63 gelegen. De opening 56 laat toe dat een inslagdraad zich volgens richting D uit het geleidingselement 8 kan bewegen. In figuur 7 wordt tevens een weefvak 69 weergegeven dat gevormd wordt tussen kettingdraden 70 en 71.The guide element 8 shown in figures 7 and 8 comprises a tunnel-shaped part 55, more in particular a U-shaped part with vertical walls 58, 59 and 60, an upper wall 61 and a lower wall 62 which are positioned at the level of the guide channel 4 in the slats. 3 of the reed 1 is positioned. The part 55 comprises an entrance 63 which substantially connects to the walls of the guide channel 4. The guide element 8 ends in the direction of movement of the weft thread with the guide part 9, which guide part 9 is mainly formed by a vertical wall 60. The wall 60 closes via the vertical wall 59 onto the vertical wall 58, which wall 58 substantially adjoins the guide channel 4. The vertical wall 59 has an angle with the insertion direction B which is approximately half the angle A of the vertical wall 60 and allows a gradually deflecting the weft thread along the walls 58, 59 and 60 of the guide element 8. The part 55 comprises over its entire length an opening 56 which is directed towards the fabric 1 and towards the wire germ 7. Furthermore, the guide element 8 comprises a flat part 57 that can be arranged between slats 3 of a reed 1, for instance glued between them to attach the guide element 8 to the reed 1. The flat part 57 is located near the entrance 63. The opening 56 allows a weft thread to move out of the guide element 8 in the direction D. Figure 7 also shows a weaving pocket 69 formed between warp threads 70 and 71.

In figuur 9 wordt een variante uitvoeringsvorm beschreven waarbij op de zuigmond 6 een geleidingsbuis 65 is aangesloten met een uitlaat 66 die gericht is naar het geleidingskanaal 4. Dit laat toe een foutief ingebrachte inslagdraad met een tweede draadwachter 67 te detecteren en/of een foutieve inslagdraad af te voeren. Bij deze uitvoeringsvorm wordt het geleidingselement 8 met een steun 68 bevestigd aan zuigmond 6 zodat het geleidingselement 8 ter hoogte van het geleidingskanaal 4 wordt opgesteld. Bij de uitvoeringsvorm van figuur 9 wordt het geleidingselement 8 opgesteld ter hoogte van een riet 74, ook rietelement te noemen, dat in het verlengde van het riet 1 voor het aanslaan van inslagdraden is opgesteld. Het riet 74 vertoont hierbij nagenoeg dezelfde vorm als het riet 1 zodat een doorlopend geleidingskanaal 4 wordt gevormd langsheen de rieten 1 en 74. Uiteraard kunnen meer dan twee rieten naast elkaar in eikaars verlengde worden opgesteld om samen een doorlopend geleidingskanaal 4 te vormen. Volgens een niet weergegeven variante kan het geleidingselement 8 eveneens met een steun aan het riet 1 of 74 bevestigd worden. De inrichting volgens de uitvinding is niettemin bijzonder geschikt om samen te werken met een doorlopend riet 1, zodat het aanbrengen van een additioneel riet 74 kan vermeden worden. Bij deze uitvoeringsvorm vertoont de zuigbek 13 van de houdinrichting 12 een vernauwende vorm in een richting weg van de blaasinrichting 32.Figure 9 describes a variant embodiment in which a guide tube 65 is connected to the suction nozzle 6 with an outlet 66 which is directed to the guide channel 4. This makes it possible to detect an incorrectly inserted weft thread with a second thread guard 67 and / or an incorrect weft thread to drain. In this embodiment, the guide element 8 is attached to suction nozzle 6 with a support 68 so that the guide element 8 is positioned at the level of the guide channel 4. In the embodiment of Fig. 9, the guide element 8 is arranged at the height of a reed 74, also called reed element, which is arranged in line with the reed 1 for tapping weft threads. The reed 74 herein has substantially the same shape as the reed 1 so that a continuous guide channel 4 is formed along the reeds 1 and 74. Of course, more than two reeds can be arranged side by side in line with each other to form a continuous guide channel 4 together. According to a variant (not shown), the guide element 8 can also be attached to the reed 1 or 74 with a support. The device according to the invention is nevertheless particularly suitable for cooperating with a continuous reed 1, so that the application of an additional reed 74 can be avoided. In this embodiment, the suction cup 13 of the holding device 12 has a narrowing shape in a direction away from the blowing device 32.

De werkwijze volgens de uitvinding waarbij een inslagdraad 75 door een geleidingselement 8 over een beperkte hoek A ten opzichte van de insertierichting B wordt afgebogen en onder deze hoek A in een zuigmond 6 wordt opgevangen wordt verder uitgelegd aan de hand van figuren 10 tot 17.The method according to the invention in which an weft thread 75 is deflected by a guide element 8 through a limited angle A with respect to the insertion direction B and is collected under this angle A in a suction mouth 6 is further explained with reference to figures 10 to 17.

Een inslagdraad 75 wordt doorheen het geleidingskanaal 4 in het weefvak 69 ingebracht tot een positie voorbij de weefselkant 15. Hierbij wordt het draadeinde 76 van de ingebrachte inslagdraad 75 door het geleidingselement 8 onder een beperkte hoek A uit het geleidingskanaal 4 van het riet 1 afgebogen voor de inslagdraad 75 de zuigmond 6 bereikt en door de zuigmond 6 wordt opgevangen. Hierbij wordt een positie bereikt zoals weergegeven in figuur 10. Tijdens het opvangen wordt het afsluitventiel 21 voor de zuigmond 6 geactiveerd zodat de zuigmond 6 een kracht kan uitoefenen op de inslagdraad 75. Door de beperkte hoek A waarmee de inslagdraad 75 wordt afgebogen, wordt de inslagdraad 75 hoofdzakelijk met zijn insertiesnelheid naar de zuigmond 6 geleid, wat toelaat de inertie van de bewegende inslagdraad 75 en de luchtstroming doorheen het geleidingskanaal 4 aan te wenden om de inslagdraad 75 te strekken. De vorm van het geleidingselement 8 laat hierbij toe de inslagdraad 75 samen met de luchtstroming doorheen het geleidingskanaal 4 progressief af te buigen, waardoor de inslagdraad 75 en de luchtstroming nagenoeg met dezelfde snelheid als doorheen het weefvak 69 verder bewegen tot in de zuigmond 6. Door de kracht van de zuigwerking van de zuigmond 6 en de inertie van de inslagdraad 75 wordt de inslagdraad 75 weg van het geleidingskanaal 4 en uit het geleidingselement 8 bewogen, zodat opeenvolgend een positie bereikt wordt zoals weergegeven in figuur 11.A weft thread 75 is introduced through the guide channel 4 into the weaving section 69 to a position beyond the weave side 15. The thread end 76 of the inserted weft thread 75 is deflected by the guide element 8 at a limited angle A from the guide channel 4 of the reed 1 for the weft thread 75 reaches the suction mouth 6 and is received by the suction mouth 6. Hereby a position is reached as shown in figure 10. During collection, the closing valve 21 for the suction mouth 6 is activated so that the suction mouth 6 can exert a force on the weft thread 75. Due to the limited angle A with which the weft thread 75 is deflected, the The weft thread 75 is guided mainly at its insertion speed to the suction mouth 6, which allows the inertia of the moving weft thread 75 and the air flow through the guide channel 4 to be used to stretch the weft thread 75. The shape of the guide element 8 here allows progressively to deflect the weft thread 75 together with the air flow through the guide channel 4, so that the weft thread 75 and the air flow move almost further into the suction mouth 6 at the same speed as through the weaving pocket 69. the force of the suction action of the suction nozzle 6 and the inertia of the weft thread 75, the weft thread 75 is moved away from the guide channel 4 and out of the guide element 8, so that a position is successively achieved as shown in Fig. 11.

Vervolgens wordt de inslagdraad 75 verder bewogen tot het draadeinde 76 van de inslagdraad 75 zich tussen de bekken 39, 40 van de draadkiem 7 bevindt, zoals weergegeven in figuur 12. Bij deze positie worden de afsluitventielen 44, 45 zodanig gestuurd dat de draadkiem 7 gesloten wordt. Daar de draadkiem 7 pneumatisch bevolen wordt, kan de draadkiem 7 op eender welk ogenblik in de weefcyclus gesloten worden, wat toelaat de draadkiem 7 te sluiten op een ogenblik dat het draadeinde 76 zich in de draadkiem 7 bevindt. De draadkiem 7 wordt bijvoorbeeld gesloten na een ingestelde tijdsvertraging nadat een draadwachter van een (niet weergegeven) voorafwikkelaar bijvoorbeeld het afwikkelen van de voorlaatste of laatste winding detecteert en/of na een ingestelde tijdsvertraging nadat de draadwachter 17 een aangekomen inslagdraad 75 detecteert. Dit laat toe elke inslagdraad 75 op een gepast ogenblik in de weefcyclus te klemmen. Wanneer de draadkiem 7 de inslagdraad 75 klemt zoals weergegeven in figuur 13, kan het afsluitventiel 21 van de zuigmond 6 gesloten worden waardoor de zuigwerking van de zuigmond 6 kan ophouden vanaf een positie zoals weergegeven in figuur 13. Dit laat toe het luchtverbruik van de zuigmond 6 te beperken. Tevens kan het aansturen van de bijblazers onderbroken worden vanaf het ogenblik dat de draadkiem 7 de inslagdraad 75 klemt. Dit laat toe het luchtverbruik van de bijblazers aanzienlijk te beperken in vergelijking met gekende weefmachines waarbij de bijblazers bijvoorbeeld blijven blazen tot de inslagdraad nagenoeg ingebonden is.The weft thread 75 is then moved further until the thread end 76 of the weft thread 75 is located between the jaws 39, 40 of the wire germ 7, as shown in figure 12. At this position the shut-off valves 44, 45 are controlled such that the thread germ 7 is closed is becoming. Since the wire seed 7 is ordered pneumatically, the wire seed 7 can be closed at any time in the weaving cycle, which allows the wire seed 7 to close at a moment when the wire end 76 is in the wire seed 7. The wire seed 7 is closed, for example, after a set time delay after a wire keeper of a (not shown) pre-winder detects, for example, the unwinding of the penultimate or final winding and / or after a set time delay after the wire keeper 17 detects an arrived weft thread 75. This allows each weft thread 75 to be clamped at an appropriate moment in the weaving cycle. When the wire germ 7 clamps the weft thread 75 as shown in figure 13, the shut-off valve 21 of the suction mouth 6 can be closed, as a result of which the suction action of the suction mouth 6 can cease from a position as shown in figure 13. This allows the air consumption of the suction mouth 6. The control of the blowers can also be interrupted from the moment that the wire germ 7 clamps the weft thread 75. This allows the air consumption of the blowers to be considerably reduced in comparison with known weaving machines, whereby the blowers continue to blow, for example, until the weft thread is almost bound.

Ondertussen beweegt het riet 1 met de inrichting 2 en de geklemde inslagdraad 75 naar de aanslaglijn 14 toe, zodat het geklemde draadeinde 76 voorbij het verlengde van de aanslaglijn 14 beweegt en de inslagdraad 75 contact maakt met de aanslaglijn 14 zoals weergegeven in figuur 14. Vervolgens beweegt het riet 1 verder naar de aanslaglijn 14 toe en wordt het draadeinde 76 verder voorbij de aanslaglijn 14 getrokken, zodat een verlenging aan het draadeinde 76 wordt opgelegd en een bijkomende spanning op de inslagdraad 75 wordt uitgeoefend daar de inslagdraad 75 ter hoogte van de weefselrand 15 om het weefsel 11 wordt omgebogen. Om de spanning in de inslagdraad 75 nog te verhogen kan hierbij de inslagdraad 75 tevens ter hoogte van de opening 30 omgebogen worden, zoals weergegeven in figuur 15. Het aanleunen van de inslagdraad 75 tegen de opening 30 laat tevens toe de inslagdraad 75 tegenover de blazer 32 te positioneren. Vervolgens wordt de inslagdraad 75 door het aanslagvlak 77 van het riet 1 volledig tegen de aanslaglijn 14 aangeslagen, zoals weergegeven in figuur 16. Terwijl de inslagdraad 75 aangeslagen wordt, wordt de inslagdraad 75 eveneens door de kettingdraden 70, 71 ingebonden. Hierbij laat de inrichting 2 volgens de uitvinding toe de inslagdraad 75 onder voldoende spanning te hoogte van de weefselrand 15 te houden terwijl die aangeslagen wordt, zodat een goede inweving van de inslagdraad 75 ter hoogte van de weefselrand 15 kan bekomen worden.Meanwhile, the reed 1 with the device 2 and the clamped weft thread 75 moves towards the stop line 14, so that the clamped thread end 76 moves beyond the extension of the stop line 14 and the weft thread 75 makes contact with the stop line 14 as shown in figure 14. Next the reed 1 moves further towards the stop line 14 and the thread end 76 is pulled further beyond the stop line 14, so that an extension is imposed on the thread end 76 and an additional tension is exerted on the weft thread 75 as the weft thread 75 at the level of the fabric edge 15 is bent around the fabric 11. In order to increase the tension in the weft thread 75 even further, the weft thread 75 can also be bent at the height of the opening 30, as shown in Figure 15. The weft thread 75 can be leaned against the opening 30 also allowing the weft thread 75 opposite the blower 32 position. Subsequently, the weft thread 75 is completely struck by the stop surface 77 of the reed 1 against the stop line 14, as shown in Fig. 16. While the weft thread 75 is struck, the weft thread 75 is also bound by the warp threads 70, 71. The device 2 according to the invention hereby allows to hold the weft thread 75 at a sufficient tension with the fabric edge 15 while it is being struck, so that a good weaving of the weft thread 75 at the level of the fabric edge 15 can be achieved.

Vanaf de positie van figuur 15 bevindt de inslagdraad 75 zich ter hoogte van de zuigbek 13 van de houdinrichting 12, waarbij een kracht door de zuigbek 13 wordt uitgeoefend op de inslagdraad 75. Bij het vervolgens weg van de aanslaglijn 14 bewegen van het riet 1 of na het aanslaan van de inslagdraad 75 wordt de inslagdraad 75 met een voldoende spanning vastgehouden door de houdinrichting 12. Vervolgens wordt de draadkiem 7 geopend, meer in het bijzonder wordt de draadkiem bijvoorbeeld geopend kort na het aanslaan van de inslagdraad 75 en vooraleer de inslagdraad 75 door de draadkiem 7 weg van de aanslaglijn 14 zou getrokken worden. Hierbij wordt het draadeinde 76 verder opgenomen en onder spanning gehouden door de houdinrichting 12, zoals weergegeven in figuur 17. Een houdinrichting 12 houdt hierbij meerdere inslagdraden voorbij de weefselkant 15 vast tot die nabij de weefselkant 15 afgesneden worden door de draadsnij-inrichting 16. Vervolgens wordt het afgesneden draadeinde 73 via de afvoerbuis 64 van de houdinrichting 12 verwijderd. Vervolgens kan de weefcyclus van figuren 10 tot 17 terug herhaald worden.From the position of Figure 15, the weft thread 75 is located at the suction jaw 13 of the holding device 12, a force being exerted by the suction jaw 13 on the weft thread 75. When the reed 1 or subsequently moves away from the stop line 14 after the weft thread 75 has been struck, the weft thread 75 is held with a sufficient tension by the holding device 12. Subsequently, the thread germ 7 is opened, more particularly the thread germ is opened shortly after the weft thread 75 is struck and before the weft thread 75 would be pulled away from the stop line 14 by the wire germ 7. The threaded end 76 is herein further picked up and kept under tension by the holding device 12, as shown in figure 17. A holding device 12 hereby holds a plurality of weft threads past the fabric side 15 until they are cut off near the fabric side 15 by the thread cutting device 16. Subsequently the cut wire end 73 is removed from the holding device 12 via the discharge tube 64. The weaving cycle of Figures 10 to 17 can then be repeated again.

In geval van zwak garen kan de draadkiem 7 bijvoorbeeld reeds geopend worden vooraleer de inslagdraad 75 tegen de aanslaglijn 14 aangeslagen wordt, waardoor verhinderd wordt dat de spanning in het zwakke garen te hoog zou oplopen. Na het openen van de draadkiem 7 wordt de inslagdraad 75 hierbij ook verder gehouden door de houdinrichting 12. Volgens nog een variante kan de klemkracht waarmee de draadkiem 7 de inslagdraad 75 klemt volgens een waarde ingesteld worden, bijvoorbeeld op een waarde die toelaat de inslagdraad 75 voldoende te klemmen en/of die toelaat dat de inslagdraad 75 doorheen de draadkiem 7 glijdt bij een te hoge spanning in de inslagdraad 75. De klemkracht kan ook volgens een patroon ingesteld worden, bijvoorbeeld hoog bij het aanvangen van het klemmen en lager wanneer het riet 1 zich meer nabij de aanslaglijn 14 bevindt.In the case of weak yarn, the wire germ 7 can, for example, already be opened before the weft thread 75 is struck against the stop line 14, thereby preventing the tension in the weak yarn from rising too high. After opening the wire germ 7, the weft thread 75 is also held further by the holding device 12. According to yet another variant, the clamping force with which the wire germ 7 clamps the weft thread 75 can be set to a value, for example to a value that allows the weft thread 75 sufficient clamping and / or allowing the weft thread 75 to slide through the wire germ 7 when the tension in the weft thread 75 is too high. The clamping force can also be set according to a pattern, for example high when the clamping starts and lower when the reed 1 is more close to the stop line 14.

De inrichting, de weefmachine en de werkwijze volgens de uitvinding beperken zich uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen. De inrichting, de weefmachine en de werkwijze kunnen eveneens binnen de beschermingsomvang van de conclusies volgens variante uitvoeringsvormen, vormen en afmetingen uitgevoerd worden. Tevens zijn combinaties van de weergegeven uitvoeringsvormen mogelijk die onder de beschermingsomvang van de conclusies vallen.The device, the weaving machine and the method according to the invention are of course not limited to the embodiments described as examples and shown in the figures. The device, the weaving machine and the method can also be implemented within the scope of the claims according to variant embodiments, shapes and dimensions. Combinations of the embodiments shown are also possible which fall under the scope of protection of the claims.

Claims (15)

1. Inrichting voor het vangen en strekken van een doorheen een geleidingskanaal (4) in een weefvak (69) van een weefmachine ingebrachte inslagdraad (75), waarbij aan een weeflade (5) een pneumatische zuigmond (6) voor het opvangen van de inslagdraad (75), een draadkiem (7) voor het klemmen van de inslagdraad (75) en een geleidingselement (8) voor het geleiden van de inslagdraad (75) vanuit het geleidingskanaal (4) naar de zuigmond (6) zijn aangebracht, daardoor gekenmerkt dat het geleidingselement (8) is aangebracht om de inslagdraad (75) over een beperkte hoek (A) ten opzichte van de insertierichting (B) af te buigen en dat de zuigmond (6) is aangebracht om de inslagdraad (75) onder deze hoek (A) op te vangen.Device for catching and stretching a weft thread (75) introduced through a guide channel (4) into a weaving section (69) of a weaving machine, wherein a pneumatic suction mouth (6) for receiving the weft thread is attached to a weaving drawer (5) (75), a wire germ (7) for clamping the weft thread (75) and a guide element (8) for guiding the weft thread (75) from the guide channel (4) to the suction mouth (6) are characterized, that the guide element (8) is arranged to deflect the weft thread (75) through a limited angle (A) with respect to the insertion direction (B) and that the suction mouth (6) is arranged around the weft thread (75) at this angle (A). 2. Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het geleidingselement (8) een inslagdraad (75) vanuit een geleidingskanaal (4) in een riet (1) naar een nabij het riet (1) aangebrachte zuigmond (6) geleidt.Device according to claim 1, characterized in that the guide element (8) guides an weft thread (75) from a guide channel (4) in a reed (1) to a suction mouth (6) arranged near the reed (1). 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het geleidingselement (8) is aangebracht in een geleidingskanaal (4) van het riet (1).Device according to claim 1 or 2, characterized in that the guide element (8) is arranged in a guide channel (4) of the reed (1). 4. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat het geleidingselement (8) een voor de zuigmond (6) aangebracht geleidingsdeel (9) bevat dat onder een hoek (A) van ongeveer 15° tot ongeveer 45° ten opzichte van de insertierichting (B) is aangebracht, in het bijzonder een hoek (A) van ongeveer 35°.Device according to one of claims 1 to 3, characterized in that the guide element (8) comprises a guide part (9) arranged in front of the suction nozzle (6), which part is arranged at an angle (A) of about 15 ° to about 45 ° with respect to of the insertion direction (B), in particular an angle (A) of approximately 35 °. 5. Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de inlaat (10) van de zuigmond (6) hoofdzakelijk in lijn is opgesteld met het voornoemde geleidingsdeel (9) van het geleidingselement (8).Device according to claim 4, characterized in that the inlet (10) of the suction nozzle (6) is arranged essentially in line with the above-mentioned guide part (9) of the guide element (8). 6. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de zuigmond (6) is aangebracht om een inslagdraad (75) uit het geleidingskanaal (4) in het riet (1) in een richting naar het weefsel (11) te brengen.Device according to one of claims 1 to 5, characterized in that the suction mouth (6) is arranged to move a weft thread (75) from the guide channel (4) into the reed (1) in a direction towards the fabric (11) bring. 7. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat een draadkiem (7) is aangebracht om een ingebrachte inslagdraad (75) op een afstand van het riet (1) nabij de zuigmond (6) te klemmen.Device according to one of claims 1 to 6, characterized in that a wire germ (7) is arranged to clamp an inserted weft thread (75) at a distance from the reed (1) near the suction mouth (6). 8. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat een zuigmond (6) is aangebracht om de inslagdraad (75) naar de draadkiem (7) te brengen.Device according to one of claims 1 to 7, characterized in that a suction mouth (6) is arranged to bring the weft thread (75) to the thread germ (7). 9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de draadkiem (7) is aangepast om in eerder welke positie van de weeflade (5) te worden aangestuurd, meer in het bijzonder dat de draadkiem (7) een pneumatisch bevolen draadkiem (7) is.Device according to claim 7 or 8, characterized in that the wire seed (7) is adapted to be controlled in whichever position of the weaving drawer (5), more in particular that the wire seed (7) is a pneumatically ordered wire seed (7) ) is. 10. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat een houdinrichting (12) op het gestel (63) van de weefmachine is aangebracht ter hoogte van een positie aangepast voor het opnemen van een door de draadkiem (7) geklemde inslagdraad (75) en voor het met een voldoende spanning vasthouden van de opgenomen inslagdraad (75).Device according to one of claims 1 to 9, characterized in that a holding device (12) is arranged on the frame (63) of the weaving machine at a position adapted to receive a weft thread clamped by the wire germ (7) (75) and for holding the received weft thread (75) with a sufficient tension. 11. Inrichting volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de houdinrichting (12) een zuigbek (13) bevat die ter hoogte van de aanslaglijn (14) nabij de weefselkant (15) is aangebracht.Device according to claim 10, characterized in that the holding device (12) comprises a suction jaw (13) which is arranged at the level of the stop line (14) near the fabric edge (15). 12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat de houdinrichting (12) is aangebracht in een positie nabij een draadsnij-inrichting (16) die aangebracht is tussen de houdinrichting (12) en het weefsel (11).Device according to claim 10 or 11, characterized in that the holding device (12) is arranged in a position near a wire-cutting device (16) arranged between the holding device (12) and the fabric (11). 13. Weefmachine, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine een inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 12 bevat.A weaving machine, characterized in that the weaving machine comprises a device according to one of claims 1 to 12. 14. Werkwijze voor het vangen en strekken van een doorheen een geleidingskanaal (4) in een weefvak (69) van een weefmachine ingebrachte inslagdraad (75), waarbij aan de weeflade (5) een pneumatische zuigmond (6) voor het opvangen van de inslagdraad (75), een draadkiem (7) voor het klemmen van de inslagdraad (75) en een geleidingselement (8) voor het geleiden van de inslagdraad (75) vanuit het geleidingskanaal (4) naar de zuigmond (6) zijn aangebracht, daardoor gekenmerkt dat de inslagdraad (75) door een geleidingselement (8) over een beperkte hoek (A) ten opzichte van de insertierichting (B) wordt afgebogen en onder deze hoek (A) in een zuigmond (6) wordt opgevangen.Method for catching and stretching a weft thread (75) introduced through a guide channel (4) into a weaving section (69) of a weaving machine, wherein a pneumatic suction mouth (6) for receiving the weft thread is attached to the weaving drawer (5) (75), a wire germ (7) for clamping the weft thread (75) and a guide element (8) for guiding the weft thread (75) from the guide channel (4) to the suction mouth (6) are characterized, that the weft thread (75) is deflected by a guide element (8) through a limited angle (A) relative to the insertion direction (B) and is collected under this angle (A) in a suction mouth (6). 15. Werkwijze volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat het zich naar de zuigmond (6) toe uitstrekkend draadeinde (76) van de inslagdraad (75) door een draadkiem (7) geklemd wordt, dat het geklemde draadeinde (76) voor aanslag naar een positie voorbij het verlengde van de aanslaglijn (14) wordt bewogen, dat het voornoemde draadeinde (76) wordt opgenomen door een houdinrichting (12) voorzien op het gestel (63) van de weefmachine en dat het voornoemde draadeinde (76) na aanslag met een voldoende spanning vastgehouden wordt door de houdinrichting (12).Method according to claim 14, characterized in that the thread end (76) of the weft thread (75) which extends towards the suction mouth (6) is clamped by a wire germ (7), the clamped thread end (76) for abutment to a stop position beyond the extension of the stop line (14) is moved, that the aforementioned wire end (76) is received by a holding device (12) provided on the frame (63) of the weaving machine and that said wire end (76) after stop with a sufficient tension is retained by the holding device (12).
BE2009/0396A 2009-07-01 2009-07-01 DEVICE AND METHOD FOR THE CATCHING AND PIECE OF IMPACT WIRES IN WEAVING MACHINES. BE1019614A3 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0396A BE1019614A3 (en) 2009-07-01 2009-07-01 DEVICE AND METHOD FOR THE CATCHING AND PIECE OF IMPACT WIRES IN WEAVING MACHINES.
EP10734447.5A EP2449158B1 (en) 2009-07-01 2010-06-30 Device and method for catching and stretching weft threads in weaving machines
CN201080029746.5A CN102471958B (en) 2009-07-01 2010-06-30 Device and method for catching and stretching weft threads in weaving machine
PCT/EP2010/003960 WO2011000561A1 (en) 2009-07-01 2010-06-30 Device and method for catching and stretching weft threads in weaving machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0396A BE1019614A3 (en) 2009-07-01 2009-07-01 DEVICE AND METHOD FOR THE CATCHING AND PIECE OF IMPACT WIRES IN WEAVING MACHINES.
BE200900396 2009-07-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019614A3 true BE1019614A3 (en) 2012-09-04

Family

ID=41820969

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0396A BE1019614A3 (en) 2009-07-01 2009-07-01 DEVICE AND METHOD FOR THE CATCHING AND PIECE OF IMPACT WIRES IN WEAVING MACHINES.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2449158B1 (en)
CN (1) CN102471958B (en)
BE (1) BE1019614A3 (en)
WO (1) WO2011000561A1 (en)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1020142A3 (en) * 2011-04-11 2013-05-07 Picanol THREAD CLAMP FOR A WEIGHT THREAD AT A WEAVING MACHINE.
BE1020533A3 (en) 2012-02-08 2013-12-03 Picanol DEVICE AND METHOD FOR CATCHING AND PULLING AN IMPOSITION WIRE
CN102634916B (en) * 2012-04-06 2013-09-18 经纬纺织机械股份有限公司 First weft yarn stretching device
BE1021449B1 (en) * 2012-10-01 2015-11-25 Picanol Naamloze Vennootschap DEVICE AND METHOD FOR MONITORING AN IMPOSITION WIRE
CN103710822B (en) * 2013-12-30 2015-06-03 苏州尤盛纺织有限公司 Centrifugal weft catching device
CN104294466B (en) * 2014-10-22 2016-11-23 吴江市天缘纺织有限公司 Spiral suction yarn device
JP6119715B2 (en) * 2014-10-27 2017-04-26 株式会社豊田自動織機 Weft tension applying device for air jet loom
CN105506842A (en) * 2016-01-20 2016-04-20 浙江兰棉纺织有限公司 Vacuum generator
CN105671751B (en) * 2016-04-15 2019-09-13 苏州市丹纺纺织研发有限公司 A kind of sliding positioning formula catches latitude device

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3908710A (en) * 1971-06-21 1975-09-30 Strake Maschf Nv Weaving machine
JPS5188664U (en) * 1974-12-27 1976-07-15

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7206367A (en) 1972-05-10 1973-11-13
US3901286A (en) 1973-08-20 1975-08-26 Rueti Te Strake Bv Weft tensioning and cutting means
CH579165A5 (en) 1974-06-28 1976-08-31 Rueti Ag Maschf
JPS5325023B2 (en) 1975-01-30 1978-07-24
NL8302456A (en) 1983-07-11 1985-02-01 Rueti Te Strake Bv Device for attaching an auxiliary member to the reed of a rinse-less weaving machine.
DE3730480A1 (en) 1987-09-11 1989-03-30 Picanol Nv METHOD FOR REMOVING AN INCORRECTLY INSERTED Weft THREAD ON AN AIR WOVEN MACHINE
DE8804276U1 (en) 1988-03-30 1989-08-03 Klöcker-Entwicklungs-GmbH, 4280 Borken Device for achieving low weft thread waste
US4976292A (en) 1988-06-27 1990-12-11 Tagawa Kikai Co., Ltd. Weft end tensioning and detecting devices for shuttleless loom
IT1251847B (en) 1991-09-23 1995-05-26 Somet Soc Mec Tessile CLAMP TENSIONER DEVICE, FOR AIR WEAVING FRAMES
US5335700A (en) * 1992-03-24 1994-08-09 Nissan Motor Co., Ltd. Weft picking system for a fluid jet loom including a roller type traction device
BE1010779A3 (en) 1996-12-02 1999-01-05 Picanol N V Naamloze Vennoosch WOOF WACHTER for a weaving machine.
CN1211517C (en) * 1997-04-09 2005-07-20 特克斯蒂尔马有限公司 Weaving loom with pneumatic weft thread insertion
JP2004197281A (en) * 2002-12-20 2004-07-15 Tsudakoma Corp Yarn end-sucking device of loom
JP4410048B2 (en) 2004-02-19 2010-02-03 株式会社豊田中央研究所 Weft tension applying device in jet loom
BE1017684A3 (en) 2007-07-12 2009-03-03 Picanol Nv METHOD FOR INSERTING AN END OF A WELDING THREAD INTO A SIDE OF A TISSUE AND A PNEUMATIC EDGE INSERT.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3908710A (en) * 1971-06-21 1975-09-30 Strake Maschf Nv Weaving machine
JPS5188664U (en) * 1974-12-27 1976-07-15

Also Published As

Publication number Publication date
WO2011000561A1 (en) 2011-01-06
EP2449158A1 (en) 2012-05-09
CN102471958A (en) 2012-05-23
EP2449158B1 (en) 2017-01-18
WO2011000561A8 (en) 2011-03-17
CN102471958B (en) 2014-11-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019614A3 (en) DEVICE AND METHOD FOR THE CATCHING AND PIECE OF IMPACT WIRES IN WEAVING MACHINES.
US4356692A (en) Method and apparatus for removing an irregularity in a thread
NL8204665A (en) Rinse-free weaving machine, provided with means for removing faulty weft threads from the weaving box.
US3908710A (en) Weaving machine
BE1020533A3 (en) DEVICE AND METHOD FOR CATCHING AND PULLING AN IMPOSITION WIRE
US3901286A (en) Weft tensioning and cutting means
US7195039B2 (en) Jet weaving machine
NL8600857A (en) Method for clamping, holding and presenting weft threads at rapier weaving machines and apparatus used for this purpose.
US4909283A (en) Tucking-in device for weaving machines
US4570683A (en) Yarn holding device
BE1001508A3 (en) METHOD FOR REMOVING A FAULTY IMPOSITION THREAD OF WEAVING MACHINES.
BE1017893A5 (en) Weft thread stretching device for weaving machine, has input portion formed over distance close to U-shaped channel insertion, and blower provided near entrance of conduction element
JPH06136633A (en) Loom with weft inserting device and loom having device like this
JPS6215355A (en) Weft yarn insert method and shuttleless loom
EP2122027A1 (en) A gripper weaving machine provided with a bringer gripper and a deflecting guide
US6401314B1 (en) Method and a device for thread division on a sectional warping machine
RU2051229C1 (en) Loom with clamped shuttles and method for elimination of broken weft yarn on this loom
US8656962B2 (en) Gripper head of a weaving machine
US5005609A (en) Pneumatic removal of defective weft filament
BE1020142A3 (en) THREAD CLAMP FOR A WEIGHT THREAD AT A WEAVING MACHINE.
BE1021879B1 (en) STRETCHING DEVICE FOR A WINDING WIRE
JP5689827B2 (en) Weft tension applying device
US5082030A (en) Pneumatic threading-in tubes for repairing warp yarn breaks in a weaving machine
JPH10195739A (en) Device for treating yarn in water jet loom
CZ312198A3 (en) Apparatus for automatic removal of weft from shed in air-jet weaving machine

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200731