BE1019611A3 - Bevestigingsinrichting voor het in de hoogte vertelbaar bevestigen van een lat van een lattenbodem, en een lattenbodem waarvan minstens een lat door middel van een dergelijke bevestigingsinrichting is bevestigd. - Google Patents

Bevestigingsinrichting voor het in de hoogte vertelbaar bevestigen van een lat van een lattenbodem, en een lattenbodem waarvan minstens een lat door middel van een dergelijke bevestigingsinrichting is bevestigd. Download PDF

Info

Publication number
BE1019611A3
BE1019611A3 BE2009/0303A BE200900303A BE1019611A3 BE 1019611 A3 BE1019611 A3 BE 1019611A3 BE 2009/0303 A BE2009/0303 A BE 2009/0303A BE 200900303 A BE200900303 A BE 200900303A BE 1019611 A3 BE1019611 A3 BE 1019611A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
blocking body
slat
adjustable
base
height
Prior art date
Application number
BE2009/0303A
Other languages
English (en)
Inventor
Luc Mestdag
Original Assignee
Indurub Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Indurub Nv filed Critical Indurub Nv
Priority to BE2009/0303A priority Critical patent/BE1019611A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1019611A3 publication Critical patent/BE1019611A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C23/00Spring mattresses with rigid frame or forming part of the bedstead, e.g. box springs; Divan bases; Slatted bed bases
    • A47C23/06Spring mattresses with rigid frame or forming part of the bedstead, e.g. box springs; Divan bases; Slatted bed bases using wooden springs, e.g. of slat type ; Slatted bed bases
    • A47C23/062Slat supports
    • A47C23/067Slat supports adjustable, e.g. in height or elasticity
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B5/00Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them
    • F16B5/06Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips
    • F16B5/0607Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips joining sheets or plates to each other
    • F16B5/0621Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips joining sheets or plates to each other in parallel relationship

Landscapes

  • Blinds (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een bevestigingsinrichting voor het in de hoogte verstelbaar bevestigen van een lat van een lattenbodem, omvattende een basisdeel (1) en een verstelbaar deel (2) dat voorzien is om met een lat of een lattenhouder verbonden te worden, waarbij het ene deel (1), (2) minstens twee op een verschillend niveau voorziene steunmiddelen (4), (5) en een tussenliggende doorgang (6) omvat, waarbij het andere deel (2), (1) een elastisch vervormbaar blokkeerlichaam (3a), (3b) omvat dat voorzien is om met elk steunmiddel (4), (5) samen te werken om het verstelbaar deel (2) op een vaste hoogte te weerhouden, en waarbij het blokkeerlichaam (3a), (3b) in een vervormde toestand via de doorgang (6) in samenwerking kan gebracht worden met een steunmiddel (4), (5) van een ander niveau. Deze uitvinding betreft ook een lattenbodem waarvan minstens één lat door middel van een dergelijke bevestigingsinrichting verstelbaar bevestigd is.

Description

Bevestigingsinrichting voor het in de hoogte verstelbaar bevestigen van een lat van een lattenbodem, en een lattenbodem waarvan minstens één lat door middel van een dergelijke bevestigingsinrichting is bevestigd
Deze uitvinding betreft enerzijds een bevestigingsinrichting voor het in de hoogte verstelbaar bevestigen van de latten van een lattenbodem, omvattende een basisdeel dat voorzien is om aan een frame van een lattenbodem bevestigd te worden, een verstelbaar deel dat voorzien is om met een lat of met een houder voor minstens één lat verbonden te worden, en middelen om het verstelbaar deel naar keuze op één van minstens twee verschillende hoogtes ten opzichte van het basisdeel te weerhouden.
Deze uitvinding betreft anderzijds ook een lattenbodem waarvan minstens één lat door middel van een dergelijke bevestigingsinrichting is bevestigd.
Gekende lattenbodems voor bedden bestaan uit een frame of kader, meestal uit hout of metaal, met twee evenwijdige zijden en een reeks uit hout of kunststof vervaardigde latten waarvan de vrije uiteinden aan een respectievelijke zijde van het kader bevestigd zijn, zodat deze latten, onderling evenwijdig en met regelmatige tussenafstanden volgens een dwarsrichting ten opzichte van de genoemde kaderzijden van de ene naar de andere zijde lopend, samen een oppervlak bepalen waarop een matras of degelijke kan gelegd worden. Er bestaan uiteraard ook gelijkaardige lattenbodems voor zitmeubelen.
Bij lattenbodems voor bedden is het gekend dat het slaapcomfort mee bepaald wordt door de mate waarin de positie van de latten zich kan aanpassen aan de lichaamsbouw en de slaappositie van de gebruiker. Daarom werden er lattenhouders ontwikkeld bestaande uit een ééndelig lichaam met een opnamedeel waarin het vrije uiteinde van één of meerdere latten kan opgenomen worden, een bevestigingsdeel waarmee de lattenhouder aan het kader van een lattenbodem kan bevestigd worden, en een tussenliggend verend gedeelte dat door zijn elastische vervorming toelaat dat de latten in een gewijzigde positie gebracht worden onder invloed van de erop uitgeoefende krachten. Bij het gebruik van deze lattenbodems worden de afzonderlijke latten verschillend belast waardoor de latten onderling verschillende posities innemen en een ligoppervlak bepalen dat in zekere mate aangepast is aan de lichaamsbouw en de slaappositie van de gebruiker.
De lattenposities zijn echter maar wijzigbaar binnen de grenzen die bepaald worden door de mogelijkheid tot vervorming van het verend gedeelte van de lattenhouders. Er werd vastgesteld dat de grenzen waarbinnen de lattenposities wijzigbaar zijn soms ontoereikend zijn om voor bepaalde gebruikers een lattenbodem te bekomen die volledig aanpasbaar is aan de lichaamsbouw of de gewenste slaappositie of de vooropgestelde comforteisen. Vooral het maximaal bereikbare hoogteverschil tussen de latten van verschillende ligzones wordt als een beperking van deze bevestigingselementen aanzien.
Om aan dit nadeel te verhelpen werden er lattenhouders ontwikkeld die op verschillende hoogtes met het kader van de lattenbodem kunnen verbonden worden. In EP 1 013 200 wordt een dergelijke bevestigingsinrichting beschreven. Het nadeel van deze lattenhouders is dat het wijzigen van de bevestigingshoogte vereist dat de houder van het kader wordt losgemaakt en op een andere hoogte weer wordt bevestigd. Door de omslachtigheid van deze instellingshandelingen zullen gebruikers niet snel geneigd zijn om de bevestigingshoogte van de latten van hun lattenbodem te wijzigen.
Een andere gekende bevestigingsinrichting waarmee latten van een lattenbodem in de hoogte verstelbaar kunnen bevestigd worden, wordt beschreven in EP 1 820 423. Deze gekende bevestigingsinrichting omvat een met het kader te verbinden eerste gedeelte waarin op een bepaalde hoogte een paar openingen voorzien is, een tweede gedeelte dat verschuifbaar is ten opzichte van het eerste gedeelte en voorzien is om verbonden te worden met een lattenhouder en op meerdere hoogtes respectievelijke paren openingen omvat, en een afzonderlijk inschuifstuk dat voorzien is om via de openingen in het vaste gedeelte in een paar openingen naar keuze van het verschuifbaar gedeelte geschoven te worden, zodat het verschuifbaar gedeelte op een hoogte naar keuze kan gefixeerd worden.
Ook met deze gekende bevestigingsinrichting is het wijzigen van de hoogte van een lat van een lattenbodem vrij omslachtig en niet snel en eenvoudig te realiseren. De gebruiksvriendelijkheid van deze inrichting laat met andere woorden te wensen over. Dit is des te meer het geval als er meerdere latten op een andere hoogte moeten ingesteld worden.
Het doel van deze uitvinding is aan deze nadelen te verhelpen door een bevestigingsinrichting te voorzien waarmee de hoogte-verstelling van de latten van een lattenbodem op een eenvoudiger en vlotter manier kan uitgevoerd worden.
Deze doelstelling wordt bereikt door te voorzien in een bevestigingsinrichting met de kenmerken die in de eerste paragraaf van deze beschrijving werden aangeduid, waarbij, van het basisdeel en het verstelbaar deel, het ene deel minstens twee op een verschillend niveau voorziene steunmiddelen en een tussenliggende doorgang omvat, terwijl het andere deel een blokkeerlichaam omvat dat minstens gedeeltelijk elastisch vervormbaar is en voorzien is om met elk steunmiddel samen te werken zodat het verstelbaar deel op een vaste hoogte wordt weerhouden, en het blokkeerlichaam in een vervormde toestand via de doorgang in samenwerking kan gebracht worden met een steunmiddel van een ander niveau om het verstelbaar deel op een andere hoogte in te stellen.
De uitvinding kan dus in een eerste variante zo uitgevoerd worden dat het blokkeerlichaam tot het basisdeel behoort terwijl de steunmiddelen met tussenliggende doorgang tot het verstelbaar deel behoren, maar kan in een tweede variante ook zo uitgevoerd worden dat de samenwerkende onderdelen omgewisseld zijn zodat het blokkeerlichaam tot het verstelbaar deel behoort terwijl de steunmiddelen met tussenliggende doorgang tot het basisdeel behoren.
Bij een dergelijke bevestigingsinrichting volstaat het om het blokkeerlichaam te vervormen om het verstelbaar deel, en dus de ermee verbonden lat, op een andere hoogte te brengen. Dit kan door een eenvoudige handeling gerealiseerd worden. Eens de gewenste hoogte bereikt is laat men het blokkeerlichaam naar zijn oorspronkelijke vorm terugkeren. Een dergelijke hoogte-instelling kan zeer snel gebeuren en is bijzonder gebruiksvriendelijk.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn er middelen voorzien om een op het verstelbaar deel uitgeoefende opwaartse verstelkracht zo over te brengen op het blokkeerlichaam dat het blokkeerlichaam onder invloed van die verstelkracht in de genoemde vervormde toestand wordt gebracht. Op die manier kan men een lat op een grotere hoogte brengen door eenvoudig een opwaarts gerichte kracht uit te oefenen op het verstelbaar deel of op de ermee verbonden lat.
In een voorkeursuitvoering van de bevestigingsinrichting volgens deze uitvinding zijn er aan het basisdeel middelen voorzien om het blokkeerlichaam op een vaste hoogte te ondersteunen. De neerwaartse kracht die door het gewicht van de gebruiker op de latten wordt uitgeoefend wordt op die manier via het blokkeerlichaam overgebracht op het basisdeel dat op zijn beurt stevig met het kader van de lattenbodem is verbonden.
Om te verhinderen dat een opwaarts gerichte kracht op de latten ongewild (bijvoorbeeld bij het opnemen van de lattenbodem) de hoogte-instelling van de latten zou wijzigen kan het blokkeerlichaam uitgevoerd worden met vergrendelmiddelen waarmee het blokkeerlichaam naar keuze in een vervormbare toestand of een niet-vervormbare toestand kan gebracht worden.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is het blokkeerlichaam opgenomen in een verstelkanaal met minstens twee op een verschillend niveau voorziene opnameruimtes die via een vernauwde doorgang met elkaar in verbinding staan, waarbij elke opnameruimte begrensd is door minstens één wand die een respectievelijk steunvlak vormt voor samenwerking met het blokkeerlichaam.
Een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt bekomen als minstens één zijwand van het verstelkanaal een vertanding vertoont zodat de tussen de opeenvolgende tanden van een zijwand gelegen ruimtes de genoemde opnameruimtes voor het blokkeerlichaam vormen.
Volgens de algemene uitvindingsgedachte kan de bevestigingsinrichting dus ook uitgevoerd worden met een flank met vertanding die zich maar aan één zijde van het blokkeerlichaam uitstrekt. Om aan het principe van de uitvinding te beantwoorden volstaat het immers dat door deze vertanding een aantal (minstens twee) steunmiddelen of opnameruimtes gevormd worden en dat de vertanding een tussenliggende doorgang vormt zodat het blokkeerlichaam, om in samenwerking te komen met de steunmiddelen of opnameruimtes van een ander niveau, moet vervormd worden (minstens gedeeltelijk) of ingedrukt worden (ook een plaatselijke indrukking van een element dat tegen een veerkracht in moet verplaatst worden beantwoordt aan dit kenmerk).
De doorgang wordt hier dus gevormd tussen de toppen van twee tegenoverliggende tanden. Uiteraard kan men ook op een andere manier (zonder vertanding) een dergelijke doorgang vormen.
In een uitvoeringsvorm waarbij het blokkeerlichaam voorzien is aan het basisdeel (de hoger genoemde eerste variante) worden de genoemde steunmiddelen gevormd door de naar onder gerichte flanken van de tanden. Het is immers met deze tandflanken dat het verstelbaar deel op het blokkeerlichaam steunt.
In een uitvoeringsvorm waarbij het blokkeerlichaam voorzien is aan het verstelbaar deel (de hoger genoemde tweede variante) dienen de opwaarts gerichte tandflanken om het blokkeerlichaam te ondersteunen.
Bij een andere uitvoeringsvorm die sterk de voorkeur geniet worden beide zijwanden van het verstelkanaal uitgevoerd met een vertanding zodat in beide zijwanden van het verstelkanaal tegenoverliggende opnameruimtes voor het blokkeerlichaam gevormd zijn.
Het blokkeerlichaam kan hoofdzakelijk uit een vervormbare kunststof vervaardigd zijn, maar kan ook gedeeltelijk onvervormbaar zijn. De vervormbaarheid kan ook gerealiseerd worden door een elastisch vervormbaar of indrukbaar onderdeel te voorzien.
De bevestigingsinrichting volgens deze uitvinding omvat in een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm een blokkeerlichaam met twee via een buigzaam verbindingsdeel met elkaar verbonden delen, terwijl het basisdeel een boven het verbindingsdeel voorziene aanslag omvat om een opwaartse verplaatsing van het blokkeerlichaam te verhinderen, en terwijl één of meerdere wanden van elke opnameruimte voorzien is om een op het verstelbaar deel uitgeoefende opwaartse verstelkracht zo over te brengen op het blokkeerlichaam dat het blokkeerlichaam in een vervormde toestand wordt gebracht waarbij het verbindingsdeel gebogen is en een dwarsafmeting van het blokkeerlichaam wordt gereduceerd tot deze hoogstens overeenkomt met de breedte van de doorgang, zodat het verstelbaar deel naar boven toe kan verplaatst worden en het blokkeerlichaam via de doorgang in een onderliggende opnameruimte terechtkomt.
Deze uitvinding betreft voorts ook een lattenbodem omvattende een kader en een aantal met dit kader verbonden latten, waarvan minstens één lat door middel van in de hoogte verstelbare bevestigingsinrichtingen volgens deze uitvinding met het kader is verbonden.
Een dergelijke lattenbodem wordt bij voorkeur zo uitgevoerd dat minstens één lat aan beide uiteinden opgenomen is in een respectievelijke lattenhouder, terwijl elke lattenhouder door middel van in de hoogte verstelbare bevestigingsinrichting volgens deze uitvinding met het kader is verbonden.
Om deze en andere eigenschappen en bijzonderheden van deze uitvinding verder te verduidelijken en aan te duiden volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de inrichting volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor deze uitvinding.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarvan figuren 1 en 4 het verstelbaar deel in perspectief voorstellen, respectievelijk gezien vanaf twee tegenoverliggende zijden; figuren 3 en 6 het basisdeel in perspectief voorstellen, respectievelijk gezien vanaf twee tegenoverliggende zijden; figuren 2 A en 5 A een eerste uitvoeringsvorm van het blokkeerlichaam in perspectief voorstellen, respectievelijk gezien vanaf twee tegenoverliggende zijden; figuren 2B en 5B een tweede uitvoeringsvorm van het blokkeerlichaam in perspectief voorstellen, respectievelijk gezien vanaf twee tegenoverliggende zijden; figuren 7 en 8 in perspectief de uiteengenomen delen van een bevestigingsinrichting volgens deze uitvinding met een blokkeerlichaam volgens figuren 2A en 5A voorstellen, respectievelijk gezien vanaf twee tegenoverliggende zijden; * figuren 9 en 10 in perspectief de uiteengenomen delen van een bevestigingsinrichting volgens deze uitvinding met een blokkeerlichaam volgens figuren 2B en 5B voorstellen, respectievelijk gezien vanaf twee tegenoverliggende zijden;
In de voorkeurdragende uitvoeringsvorm die voorgesteld is op de hierbij gevoegde tekeningen omvat de bevestigingsinrichting volgens deze uitvinding een basisdeel (1) uit een relatief harde kunststof (bijvoorbeeld Polyamide-6 of POM) met een hoofdzakelijk rechthoekige vorm. Op de rugzijde omvat dit deel (1) twee cilindrische pennen (7), (8) die fungeren als bevestigingsmiddel om dit basisdeel (1) op een vaste plaats te verbinden met een kader (9) van een lattenbodem. De pennen (7), (8) worden dan bijvoorbeeld geklemd (al dan niet gelijmd) in boringen (33) in een houten kader (9).
Aan de voorzijde is dit basisdeel (1) voorzien van een naar voor uitstekend gedeelte (10) met een convexe onderzijde en een concave bovenzijde die centraal een naar boven toe uitstekend half-cilindrisch gedeelte (11) vertoont, zoals duidelijk te zien op figuur 3.
Boven het in vorige paragraaf beschreven uitstekend gedeelte (10) bevindt zich een knopvormig gedeelte (12) waarvan de vlakke bovenzijde in hetzelfde vlak als de bovenste rand van het basisdeel (1) ligt.
Een tweede onderdeel van deze bevestigingsinrichting, het blokkeerlichaam genoemd, is in twee variante uitvoeringsvormen voorgesteld op de figuren 2A en 5A, respectievelijk op de figuren 2B en 5B.
De ene uitvoeringsvorm van het blokkeerlichaam (3a), zoals voorgesteld op de figuren 2 A en 5 A omvat een kunststofstukje uit een zacht buigzaam kunststofmateriaal, zoals bijvoorbeeld een thermoplastisch polyester elastomeer (TPE-E), met twee V-vormig op elkaar aansluitende benen (17), (18) en een onderste verbindingsdeel (13) met aan de onderzijde een half cirkelvormige uitsparing (14) en aan weerszijden daarvan twee onderste flanken (15), (16) met een gebogen convex oppervlak.
De genoemde benen (17), (18) zijn aan de bovenzijde uitgevoerd met een breder gedeelte (19), (20) dat zich eenzijdig ten opzichte van het kunststofstukje uitstrekt. Deze bredere delen (19), (20) zijn voorzien om het blokkeerlichaam (3a) met de hand (door deze bredere delen (19),(20) met duim en wijsvinger naar elkaar toe te drukken) te vervormen. Hierdoor zal het kunststofstukje buigen ter hoogte van het smaller uitgevoerde verbindingsdeel (13).
Het kunststoflichaam (3 b) in de variante uitvoeringsvorm verschilt van de hierboven beschreven uitvoeringsvorm (3a) enkel doordat de benen (17), (18) bovenaan met elkaar verbonden zijn door een driedelige brug, waarvan de delen (21), (22), (23) onderling schamierbaar verbonden zijn, terwijl het linker- en rechter brugdeel (21), (23) ook ten opzichte van de respectievelijke benen (17), (18) kunnen scharnieren. In de op figuren 2B en 5B getekende stand verhindert dit brugdeel niet dat de benen (17), (18) naar elkaar toe worden gedrukt zodat het blokkeerlichaam (3b) dan kan vervormd worden. Deze stand wordt verder de ontgrendelstand genoemd.
Als de brug (21), (22), (23) naar beneden gedrukt wordt naar een situatie waar het centrale brugdeel (22) zich in de ruimte tussen de benen (17), (18) bevindt en de twee andere brugdelen (21), (23) vanaf het centrale brugdeel (22) schuin naar boven hellend naar de respectievelijke benen (17), (18) toe lopen, dan verhindert de brug (21-23) dat de benen (17), (18) naar elkaar toe worden gedrukt, zodat men het blokkeerlichaam (3b) niet meer kan vervormen. Deze stand wordt verder de vergrendelstand genoemd. Deze verstelbare brug (21-23) dient dus om het blokkeerlichaam (3b) naar keuze in een vervormbare toestand of een niet-vervormbare toestand te brengen. Als het blokkeerlichaam in de niet-vervormbare toestand geplaatst is voorkomt men dat dat de hoogte-instelling van de latten ongewild gewijzigd wordt.
Het blokkeerlichaam (3 a) of (3 b) wordt met de uitsparing (14) bovenop het complementaire halfcylindrisch gedeelte (11) van het basisdeel (1) geplaatst. Daarbij steunen de convexe flanken (15), (16) van het blokkeerlichaam (3a), (3b) op de concave bovenzijde van het gebogen uitstekend gedeelte (10), aan weerszijden van het halfcylindrische gedeelte (11). De kromming van de convexe flanken (15), (16) komt daarbij nagenoeg overeen met de kromming van de concave bovenzijde van het uitstekend gedeelte (10).
De op de tekeningen voorgestelde bevestigingsinriehting omvat voorts ook een verstelbaar gedeelte (2) uit kunststof met een hoofdzakelijk rechthoekige vorm waarvan de ene zijde voorzien is van een centraal verzonken kanaal (24) met twee opwaarts lopende flanken (25), (26) met een vertanding (32). De andere zijde is voorzien van twee pennen (27), (28) die zich loodrecht op het rugvlak van dit gedeelte (2) uitstrekken. Deze pennen (27), (28) dienen als verbindingselementen voor de verbinding met een verende lattenhouder (29), zoals getoond op de figuren 7 t.e.m. 10. De pennen (27), (28) worden hiertoe opgenomen in de openingen (30), (31) van de lattenhouder (29). Deze lattenhouder (29) is voorzien van een verend middengedeelte (36) dat twee houderelementen (37) voor een respectievelijke lat ondersteunt.
De vertanding (32) op beide flanken (25), (26) is zodanig dat de twee hoekzones (A), (B) van het blokkeerlichaam (3a), (3b) - aangeduid op de figuren 2A en 2B door middel van arcering - elk in een opnameruimte tussen twee opeenvolgende tanden (32) passen. Zo worden er per flank (25), (26) zes bredere zones of opnameruimtes gevormd die van elkaar worden gescheiden door een tussenliggende tand (32). De naar onder gerichte flanken (4), (5) van deze tanden (32) steunen op de bovenzijde van de hoekzones (A), (B) en vormen dus de hoger genoemde steunmiddelen. De tanden (32) van beide flanken (25), (26) zijn tegenover elkaar voorzien, zodat het blokkeerlichaam (3 a), (3b) op zes verschillende hoogtes in een opstaande positie (de getekende positie) met de genoemde hoekzones (A), (B) in twee tegenoverliggende opnameruimtes kan geplaatst worden.
Als er op de latten een neerwaarts gerichte kracht wordt uitgeoefend, dan wordt deze kracht via de vertanding (32) - nl. via de tandflanken (4), (5) die zich boven de respectievelijke hoekzones (A), (B) bevinden - overgebracht op de hoekzones (A), (B) van het blokkeerlichaam (3a), (3b) waardoor dit blokkeerlichaam op de concaaf gebogen bovenzijde van het uitstekend deel (10) wordt gedrukt, zodat deze kracht geen verplaatsing van het verstelbaar deel (2) kan teweegbrengen. Via het uitstekend gedeelte (10) wordt deze neerwaartse kracht overgebracht op het kader (9) van de lattenbodem.
Als er op de latten een opwaarts gerichte kracht wordt uitgeoefend, wordt deze via de vertanding (32) - nl. de tandflanken die zich onder de respectievelijke hoekzones bevinden - overgebracht op de hoekzones (A), (B) van het blokkeerlichaam (3a), (3b). Het blokkeerlichaam (3a), (3b) kan hierbij niet naar boven toe bewegen want het wordt tegengehouden door het knopvormig uitsteeksel (12) van het basisdeel (1) dat fungeert als een aanslag.
Het blokkeerlichaam (3 a), (3b) dat uit een zachte elastisch vervormbare kunststof bestaat, wordt onder invloed van de krachten op de hoekzones (A), (B) vervormd: de delen links en rechts van het knopvormig uitsteeksel (12) worden naar boven toe verplaatst waarbij het overgangsdeel (13) wordt gebogen.
Door deze buiging bewegen de hoekzones (A), (B) van het blokkeerlichaam (3a), (3b) naar elkaar toe waardoor de breedte van het blokkeerlichaam wordt verkleind totdat de toppen van de onderliggende tanden (32) voorbij de hoekzones (A), (B) kunnen verplaatst worden, en het blokkeerlichaam (3a), (3b) dus met zijn hoekzones in de onderliggende opnameruimtes is terechtgekomen. Door de opwaartse kracht stop te zetten keert het blokkeerlichaam (3a), (3b) terug naar zijn onvervormde toestand zodat er een nieuwe hoogte-instelling bereikt is.
Een lat of lattenhouder (29) op een grotere hoogte brengen kan dus gebeuren door een opwaartse trekkracht uit te oefenen op de latten of de lattenhouder. Om nu te verhinderen dat de hoogte-instelling ongewild (bv. bij het opnemen van de lattenbodem bij één of meerdere latten) wordt gewijzigd, heeft men een uitvoeringsvorm van het blokkeerlichaam (3b) ontwikkeld met een brug (21-23) waarmee men door de brug op de hoger omschreven manier in een vergrendelstand te brengen kan verhinderen dat het blokkeerlichaam (3a), (3b) wordt vervormd bij het uitoefenen van een opwaartse trekkracht op een lat.
Om de hoogte-instelling te wijzigen volstaat het dan om de brug (21-23) terug in zijn ontgrendelstand te brengen (zoals o.m. op figuur 5B voorgesteld).
Om een lat of lattenhouder op een lagere hoogte-instelling te brengen moet het blokkeerlichaam met de hand vervormd worden. Hiertoe wordt op eenvoudige wijze met duim en wijsvinger een tegengestelde kracht uitgeoefend op de bredere delen (19), (20) van het blokkeerlichaam (3a), (3b) en bekomt men hierdoor dezelfde vervorming als hierboven beschreven, nl. een buiging van het centrale verbindingsdeel (13) ten opzichte van het steunpunt dat gevormd wordt door de onderzijde van het knopvormig uitsteeksel (12) van het basisdeel (1).
Door deze vervorming worden de hoekzones (A), (B) naar elkaar toe gebracht en bekomt het blokkeerlichaam (3a), (3b) een kleinere breedte. Deze breedte moet zodanig verkleind worden dat de boven de hoekzones (A), (B) gelegen toppen van de tanden (32) niet meer door de hoekzones (A), (B) worden weerhouden en voorbij deze hoekzones neerwaarts kunnen verplaatst worden.
Verder is het basisdeel (1) aan de verticale randen voorzien van een verticale gleuf (34), (35) met een U-vormig profiel (zie o.m. figuur 6) waarvan de open zijden naar elkaar gericht zijn, en is het verstelbaar deel (2) voorzien om met de verticale randen verschuifbaar in deze verticale gleuven (34), (35) opgenomen te worden.
Het gaat hier over een hoogteregelaar voor de latten van een lattenbodem die als doel heeft een lattenpaar in de hoogte verstelbaar te maken. Het lattenpaar kan in zes verschillende standen geplaatst worden. Het hoogteverschil tussen de laagste stand en de hoogste stand is in totaal ongeveer 40 mm. De vertanding (32) is zodanig uitgevoerd dat men de latten in vijf nagenoeg gelijke stappen van de laagste stand naar de hoogste stand kan brengen. Het hoogteverschil tussen twee opeenvolgende hoogte-instellingen is dus telkens ongeveer 8 mm. De opwaartse verstelling gebeurt automatisch door een opwaartse trekkracht uit te oefenen op de latten of op de lattenhouder of rechtstreeks op het verstelbaar deel (2). Om de latten in neerwaartse richting te verstellen moet het blokkeerlichaam (3a), (3b) manueel vervormd worden. Bij gebruik van een blokkeerlichaam (3b) zoals voorgesteld op figuren 2B en 5B kunnen de instelmiddelen (21-23) in een vergrendelstand gebracht worden waarbij het blokkeerlichaam (3b) niet of niet voldoende vervormbaar is om de hoogte-instelling te wijzigen, zodat het gehele systeem vastgezet wordt. Vooraleer men dan een neerwaartse hoogte-verstelling kan tot stand brengen moeten de instelmiddelen (21-23) uiteraard eerst in de ontgrendelstand gebracht worden.

Claims (11)

1. Bevestigingsinrichting voor het in de hoogte verstelbaar bevestigen van een lat van een lattenbodem, omvattende een basisdeel (1) dat voorzien is om aan een frame (9) van een lattenbodem bevestigd te worden, een verstelbaar deel (2) dat voorzien is om met een lat of met een houder (29) voor minstens één lat verbonden te worden, en middelen (3-6) om het verstelbaar deel (1) naar keuze op één van minstens twee verschillende hoogtes ten opzichte van het basisdeel (1) te weerhouden met het kenmerk dat, van het het basisdeel (1) en het verstelbaar deel (2), het ene deel (1), (2) minstens twee op een verschillend niveau voorziene steunmiddelen (4), (5) en een tussenliggende doorgang (6) omvat, terwijl het andere deel (2), (1) een blokkeerlichaam (3a), (3b) omvat dat minstens gedeeltelijk elastisch vervormbaar is en voorzien is om met elk steunmiddel (4) ,(5) samen te werken zodat het verstelbaar deel (2) op een vaste hoogte wordt weerhouden, en dat het blokkeerlichaam (3a), (3b) in een vervormde toestand via de doorgang (6) in samenwerking kan gebracht worden met een steunmiddel (4), (5) van een ander niveau om het verstelbaar deel op een andere hoogte in te stellen.
2. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat deze middelen (32) omvat die voorzien zijn om een op het verstelbaar deel (2) uitgeoefende opwaartse verstelkracht zo over te brengen op het blokkeerlichaam (3a), (3b) dat het blokkeerlichaam onder invloed van die verstelkracht in de genoemde vervormde toestand wordt gebracht.
3. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het blokkeerlichaam (3a), (3b) door aan het basisdeel (1) voorziene middelen (10) op een vaste hoogte is ondersteund.
4. Bevestigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het blokkeerlichaam (3a), (3b) vergrendelmiddelen (21-23) omvat om het blokkeerlichaam (3a), (3b) naar keuze in een vervormbare toestand of een niet-vervormbare toestand te brengen.
5. Bevestigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het blokkeerlichaam (3 a), (3b) is opgenomen in een verstelkanaal (24) met minstens twee op een verschillend niveau voorziene opnameruimtes die via een vernauwde doorgang (6) met elkaar in verbinding staan, waarbij elke opnameruimte begrensd is door minstens één wand die een respectievelijk steunvlak (4), (5) vormt voor samenwerking met het blokkeerlichaam (3a), (3b).
6. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk dat minstens één zijwand (25), (26) van het verstelkanaal (24) een vertanding vertoont zodat de tussen de opeenvolgende tanden (32) van een zijwand (25), (26) gelegen ruimtes de genoemde opnameruimtes voor het blokkeerlichaam (3a), (3b) vormen.
7. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 6 met het kenmerk dat beide zijwanden (25) , (26) van het verstelkanaal (24) een vertanding vertonen zodat in beide zijwanden van het verstelkanaal (24) tegenoverliggende opnameruimtes voor het blokkeerlichaam (3a), (3b) gevormd zijn.
8. Bevestigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het blokkeerlichaam (3a), (3b) hoofdzakelijk uit een vervormbare kunststof vervaardigd is.
9. Bevestigingsinrichting volgens een van de conclusies 5 tot 8 met het kenmerk dat het blokkeerlichaam (3a), (3b) twee via een buigzaam verbindingsdeel (13) met elkaar verbonden delen (17), (18) omvat, dat het basisdeel (1) een boven het verbindingsdeel (13) voorziene aanslag (12) omvat om een opwaartse verplaatsing van het blokkeerlichaam (3a), (3b) te verhinderen, en dat één of meerdere wanden (32) van elke opnameruimte voorzien is om een op het verstelbaar deel (2) uitgeoefende opwaartse verstelkracht zo over te brengen op het blokkeerlichaam (3a), (3b) dat het blokkeerlichaam (3a), (3b) in een vervormde toestand wordt gebracht waarbij het verbindingsdeel (13) gebogen is, en een dwarsafmeting van het blokkeerlichaam (3a), (3b) wordt gereduceerd tot deze hoogstens overeenkomt met de breedte van de doorgang (6), zodat het verstelbaar deel (2) naar boven toe kan verplaatst worden en het blokkeerlichaam (3a), (3b) via de doorgang (6) in een onderliggende opnameruimte terechtkomt.
10. Lattenbodem omvattende een kader (9) en een aantal met dit kader (9) verbonden latten, met het kenmerk dat minstens één lat door middel van in de hoogte verstelbare bevestigingsinrichtingen volgens één van de voorgaande conclusies met het kader (9) is verbonden.
11 Lattenbodem volgens conclusie 10 met het kenmerk dat minstens één lat aan beide uiteinden opgenomen is in een respectievelijke lattenhouder (29), en dat elke lattenhouder (29) door middel van in de hoogte verstelbare bevestigings-inrichting volgens één van de voorgaande conclusies met het kader (9) is verbonden.
BE2009/0303A 2009-05-12 2009-05-12 Bevestigingsinrichting voor het in de hoogte vertelbaar bevestigen van een lat van een lattenbodem, en een lattenbodem waarvan minstens een lat door middel van een dergelijke bevestigingsinrichting is bevestigd. BE1019611A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0303A BE1019611A3 (nl) 2009-05-12 2009-05-12 Bevestigingsinrichting voor het in de hoogte vertelbaar bevestigen van een lat van een lattenbodem, en een lattenbodem waarvan minstens een lat door middel van een dergelijke bevestigingsinrichting is bevestigd.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200900303 2009-05-12
BE2009/0303A BE1019611A3 (nl) 2009-05-12 2009-05-12 Bevestigingsinrichting voor het in de hoogte vertelbaar bevestigen van een lat van een lattenbodem, en een lattenbodem waarvan minstens een lat door middel van een dergelijke bevestigingsinrichting is bevestigd.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019611A3 true BE1019611A3 (nl) 2012-09-04

Family

ID=46724750

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0303A BE1019611A3 (nl) 2009-05-12 2009-05-12 Bevestigingsinrichting voor het in de hoogte vertelbaar bevestigen van een lat van een lattenbodem, en een lattenbodem waarvan minstens een lat door middel van een dergelijke bevestigingsinrichting is bevestigd.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1019611A3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GR20170100233A (el) * 2017-05-17 2019-02-25 Σταυριδης Εμμανουηλ & Σια Ε.Ε. Τελαρο κρεβατιου με πολυμορφικη σωληνα και κεντρικη στηριξη μεσω ρυθμιζομενου καθ΄ υψος ποδιου

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9003848U1 (de) * 1990-04-03 1991-08-01 Roessle & Wanner Gmbh, 7403 Ammerbuch Beschlag für Lattenrahmen
DE29621665U1 (de) * 1996-12-13 1998-04-16 Roessle & Wanner Gmbh Beschlag für die Halterung eines Endes einer Latte eines Lattenrahmens
DE19931953A1 (de) * 1999-07-10 2001-01-11 Roessle & Wanner Gmbh Beschlag zur Lagerung eines Endes einer Latte eines Lattenrahmens
DE202008005443U1 (de) * 2008-04-18 2008-07-10 Schwenk, Hans Ulrich, Dipl.-Ing. Lattenhalter für die Latten in einem Unterbett

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9003848U1 (de) * 1990-04-03 1991-08-01 Roessle & Wanner Gmbh, 7403 Ammerbuch Beschlag für Lattenrahmen
DE29621665U1 (de) * 1996-12-13 1998-04-16 Roessle & Wanner Gmbh Beschlag für die Halterung eines Endes einer Latte eines Lattenrahmens
DE19931953A1 (de) * 1999-07-10 2001-01-11 Roessle & Wanner Gmbh Beschlag zur Lagerung eines Endes einer Latte eines Lattenrahmens
DE202008005443U1 (de) * 2008-04-18 2008-07-10 Schwenk, Hans Ulrich, Dipl.-Ing. Lattenhalter für die Latten in einem Unterbett

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GR20170100233A (el) * 2017-05-17 2019-02-25 Σταυριδης Εμμανουηλ & Σια Ε.Ε. Τελαρο κρεβατιου με πολυμορφικη σωληνα και κεντρικη στηριξη μεσω ρυθμιζομενου καθ΄ υψος ποδιου

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6957861B1 (en) Structure of a mesh back of a chair
US9920520B2 (en) Privacy screen apparatus
JP4987739B2 (ja) 椅子及び椅子用腰部サポートパッド、腰部サポートパッドアセンブリ
US10016061B2 (en) Backrest for an office chair
US20140117736A1 (en) Adjustable armrest for a seating unit
US5774911A (en) Slatted base for a bed
ITVE20120004A1 (it) Bracciolo, in particolare per sedie da ufficio.
US20160061242A1 (en) Bi-directional bed rail assembly
BE1019611A3 (nl) Bevestigingsinrichting voor het in de hoogte vertelbaar bevestigen van een lat van een lattenbodem, en een lattenbodem waarvan minstens een lat door middel van een dergelijke bevestigingsinrichting is bevestigd.
JP3792729B2 (ja) マットレス台の為のばね橋
US9936813B2 (en) Bed frame having flexible slats which are adjustable in a horizontal plane
KR20090087534A (ko) 길이조절이 가능한 옷걸이
US3854154A (en) Under mattress for reclining furniture
WO2020003187A1 (en) Chair structure
NL1041781B1 (nl) Onderstel voor een boxspring of comfortbed en boxspring of comfortbed uitgerust met dergelijk onderstel.
BE1022380B1 (nl) Slaapsysteem
EP1709890A2 (en) Sofa or bed with variable surface size
BE1018284A3 (nl) Bodem voor het ondersteunen van een matras van een bed of dergelijke.
ATE289768T1 (de) Stuhl
KR200474130Y1 (ko) 각도 및 위치 조절형 등받이를 갖는 돌침대
BE1016448A5 (nl) Schuifinrichting voor een lattenbodem en lattenbodem voorzien van dergeljke schuifinrichting.
BE1022729A1 (nl) Lattenbodem voor een bed
BE1014727A6 (nl) Schuiver voor lattenbodems.
US169615A (en) Improvement in spring bed-bottoms
DK178453B1 (en) Slat holder array

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220531