BE1019100A5 - Werkwijze voor het vervaardigen van een borstel, inrichting daarvoor, evenals een borstel. - Google Patents

Abstract

Een werkwijze en een inrichting voor het vervaardigen van een borstel, waarbij een onderdeel met haren (16) haren (20) vertoont die door ineengedraaide draadsegmenten bevestigd zijn, bedoel om, door middel van een verankeringselement (28), het onderdeel met de haren (16) onlasmakelijk in een drager (12) te fixeren.

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een borstel, inrichting daarvoor, evenals een borstel

De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een borstel, meer bepaald een ronde borstel, met een onderdeel met haren en een drager waarin het onderdeel met de haren steekt en waarin het bevestigd is, waarbij het onderdeel met de haren, haren vertoont die met ineengedraaide draadsegmenten bevestigd zijn.

Verder betreft de uitvinding een inrichting voor het vervaardigen van een borstel, evenals een eigenlijke borstel.

De uitvinding heeft meer bepaald betrekking op de productiewerkwijze en op een inrichting voor het vervaardigen van een ronde borstel, evenals op een ronde borstel zelf.

Zogenaamde gedraaide ronde borstels hebben ook een onderdeel met haren dat enerzijds uit de haren en anderzijds uit een draad bestaat, waarbij segmenten met elkaar ineengedraaid zijn. Tussen de ineengedraaide draadsegmenten worden in het midden haren geklemd die dan daarvan afstaande uiteinden vertonen.

Dergelijke borstels worden meer bepaald als miniatuurborstels gebruikt, vooral als interdentale borstels en als mascaraborstels. De draad, waarvan de segmenten ineengedraaid worden, vertoont daarbij een diameter van minder dan 1 mm, en bij interdentale borstels van slechts enkele tienden van een millimeter. Meer bepaald bij interdentale borstels is het belangrijk dat het onderdeel met de haren stevig in de drager verankerd is. Daarmee wordt uitgesloten dat wanneer de interdentale borstel geklemd geraakt tussen dicht bij elkaar staande tanden, de drager los zou geraken van het onderdeel met de haren.

Miniatuurborstels werden tot nog toe zo gemaakt dat het onderdeel met de haren, dat een segment met haren heeft evenals een uiteinde zonder haren aan de zijde van de drager, met voornoemd uiteinde aan de dragerzijde in een opening van de drager wordt gekleefd, bij het vervaardigen van de drager wordt omspoten of door middel van samensmelten of lassen na inductieverwarming van de drager passend in deze laatste wordt verzonken.

Daarnaast zijn er echter ook opstellingen om het uiteinde van het onderdeel met de haren aan de dragerzijde in een opening van de drager in te voeren, het onderdeel met de haren te vervormen over een zijdelingse opening in de drager en daarbij aansluitend de binnenste holle ruimte uit te spuiten of vast te kleven om een mooie aanpassing te verkrij gen.

Tot slot zijn er onder de interdentale tandenborstels ook nog zogenaamde wisselborstels, waarbij de drager de vorm van een steel of greep heeft die is uitgerust met een vast koppelbare en ontkoppelbare bevestigingsinrichting voor het uiteinde van het onderdeel met de haren aan de dragerzijde. Hier wordt het onderdeel met de haren bijvoorbeeld met zijn uiteinde aan de kant van de drager in een opening gestoken en daarbij aansluitend tegelijkertijd 90° omgebogen en vastgeklemd.

De uitvinding heeft als doel een werkwijze voor het vervaardigen van een borstel aan te reiken, meer bepaald een ronde borstel, die enerzijds goedkoop is en anderzijds een betrouwbare bevestiging van het borsteldeel in de drager garandeert.

Bovendien wordt een goedkope inrichting voor het vervaardigen van een borstel aangereikt, evenals een goedkope borstel zelf.

De hiervoor aangehaalde doelstelling wordt volgens de werkwijze volgens de uitvinding verwezenlijkt in de volgende stappen: een verankeringselement aanbrengen aan het uiteinde van het onderdeel met de haren aan de dragerzijde, en daarbij aansluitend, gezamenlijk inbrengen van het verankeringselement en het uiteinde van het onderdeel met de haren aan de dragerzijde in een opening in de drager terwijl de wand van de opening door het verankeringselement vervormd wordt, zodanig dat het onderdeel met de haren onlosmakelijk verankerd wordt in de drager.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt de draad in de drager vastgezet met behulp van een afzonderlijk verankeringselement. Dat vastzetten gebeurt door het verankeringselement zelf, dat groter is dan de opening, en de wand van de opening vervormt. Het verankeringselement kan daarbij de wand van de opening ook gedeeltelijk nl Λς1"ΐ Qrh ïïorvnrmen 7nal ς hpj* aPVfl 1 ifi in Hp tr — - . w— «w — — w ---- --- -- --- --- voorkeurdragende uitvoeringsvorm. Ook een insnijden van het verankeringselement in de wand van de opening moet als een plastische vervorming worden opgevat. De uitvinding levert een onlosmakelijke verankering op van het onderdeel met de haren in de drager, m.a.w. de beide delen kunnen slechts met brute kracht van elkaar worden losgemaakt of door ze stuk te maken.

Volgens de voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt voor het bevestigen van het verankeringselement aan de draad minstens één segment van de draad, bij voorkeur echter beide ineengedraaide draadsegmenten omgebogen aan het uiteinde aan de kant van de drager. Het verankeringselement wordt dan opgenomen in het omgebogen uiteinde.

Als optie kan er daarbij de voorkeur aan worden gegeven het verankeringselement bij het insteken het onderdeel met de haren te doen meenemen en in de drager te klemmen. Dankzij het omgebogen uiteinde wordt in de uittrekrichting eveneens een mooi passende vergrendeling verkregen.

Het uiteinde van het onderdeel met de haren aan de dragerzijde kan U-vormig uitgevoerd zijn of zo gebogen zijn dat er een gesloten of bijna gesloten lus wordt gevormd.

Als verankeringselement wordt bijvoorbeeld een ankerplaatje, meer bepaald een vlak ankerplaatje gebruikt, dat zich dwars op de insteekrichting uitstrekt.

Als alternatief kan het verankeringselement een boogvormig verloop hebben en uitstekende voeten hebben. Daarmee wordt het mogelijk het verankeringselement als stanselement uit te voeren of als omgebogen houddraad. Ook hier kunnen weerhaken of dergelijke zijn aangebracht.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het verankeringselement als een lus uitgevoerd, gevormd uit een omgebogen draad.

Meer bepaald wordt het verankeringselement, wanneer het daarvan afstaande voeten of daarvan afstaande uiteinden heeft, met laatstgenoemde naar voor in de opening gedrukt.

Zoals reeds vermeld wordt de werkwijze volgens de uitvinding bij voorkeur ingezet voor het vervaardigen van een miniatuurborstel, meer bepaald in de vorm van een mascara- of interdentale borstel. Dergelijke borstels hebben een maximale diameter in het borstelsegment van minder dan 10 mm.

De draadsegmenten worden gevormd uit twee in elkaar overgaande draadhelften, aangezien er zo geen eventuele losse, scherpe uiteinden uitsteken. De vrije uiteinden van de draad liggen na de bevestiging volledig in de drager en steken er dus niet uit. In dat opzicht is er ook geen nabewerking vereist, bijvoorbeeld het afknippen van uit de drager uitstekende uiteinden, aangezien de beide vrije uiteinden van de draadsegmenten zoals reeds gezegd helemaal in de drager liggen.

Bij voorkeur is de drager het eigenlijke greepgedeelte. Als alternatief kan de drager ook tijdelijk in een greepgedeelte worden vastgezet, zodanig dat hij kan worden losgemaakt en dus ook worden verwisseld.

De drager moet aan de kopzijde een opening vertonen waarin het onderdeel met de haren wordt bevestigd.

Daarbij wordt bij voorkeur slechts een enkel onderdeel met haren in de drager bevestigd, zodanig dat de borstel erg filigraan is uitgevoerd.

Het verankeringselement kan in de zijdelingse wand van de opening of in de bodem van de opening worden ingedrukt. Meer bepaald in de uitvoeringsvorm met een lus als verankeringselement wordt dit in de bodem van de opening ingedrukt.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding worden niet enkel radiaal daarvan afstaande haren voorzien, maar zijn er ook haren die hoofdzakelijk parallel lopen met het uiteinde van de ineengedraaide draadsegmenten aan de zijde van de drager. Deze haren zijn eveneens in de opening bevestigd en steken er uit. Deze haren worden bij voorkeur eveneens met het verankeringselement bevestigd, en meer bepaald is een dergelijke bevestiging zeer eenvoudig in de uitvoeringsvorm met het als een lus uitgevoerd verankeringselement. Hier laten haren zich vastgrijpen in de lus, zodat hun beide uiteinden parallel uit de opening lopen. ·

De bijkomende haren strekken zich uit over de radiaal daarvan afstaande haren zonder zich ertussen te weven. Dankzij de bijkomende haren wordt meer bepaald bij interdentale borstels een nieuw soort van reiniging mogelijk, waarbij meer bepaald de radiale haren tussen de aangrenzende tanden poetsen, terwijl de bijkomende haren de inwaarts verlopende diepte tussen de aangrenzende tanden en het tandvlees reinigen.

Het hiervoor vermelde doel wordt eveneens verwezenlijkt door middel van een inrichting voor het vervaardigen van een borstel, meer bepaald een ronde borstel, die een drager omvat en een in de drager bevestigd onderdeel met haren. Het onderdeel met de haren bezit haren die gefixeerd zijn met ineengedraaide draadsegmenten en dient meer bepaald voor de realisatie van voorgenoemde werkwijze. Door gebruik te maken van een houder voor de drager en een toevoer- en positioneringsinrichting kunnen het onderdeel met de haren en de drager met elkaar worden verbonden. De toevoer- en positioneringsinrichting zorgt voor een lineaire relatieve beweging tussen de drager enerzijds en het onderdeel met de haren evenals met een verankeringselement dat met het onderdeel met de haren verbonden is anderzijds. Tijdens deze toevoer- en positioneringsbeweging wordt het onderdeel met de haren samen met het verankeringselement onlosmakelijk bevestigd in de drager.

Hoewel natuurlijk ook de drager relatief kan bewegen ten opzichte van het vaststaande onderdeel met de haren, is in de voorkeurdragende uitvoeringsvorm het omgekeerde voorzien, namelijk in die zin dat het onderdeel met de haren samen met het verankeringselement wordt bewogen en in de staande drager penetreert.

De borstel volgens de uitvinding, die meer bepaald als ronde borstel is uitgevoerd, omvat een drager en een onderdeel met haren dat in de drager is opgenomen en bevestigd, waarvan de haren gefixeerd zijn met ineengedraaide draadsegmenten. Het onderdeel met de haren is met behulp van een aan zijn uiteinde aan de dragerszijde aangebracht verankeringselement onlosmakelijk bevestigd in een opening van de drager, zoals reeds eerder toegelicht aan de hand van de werkwijze.

De wand van de opening wordt volgens de voorkeurdragende uitvoeringsvorm plastisch vervormd door het verankeringselement, zodanig dat het verankerd wordt in de drager. Onder plastische vervorming verstaan we in deze context uiteraard ook een insnijding. De borstel volgens de uitvinding kan als optie ook de eigenschappen vertonen die in samenhang met de werkwijze werden vernoemd, zoals hiervoor beschreven en zoals vermeld in de afhankelijke conclusies.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding worden duidelijk aan de hand van de hierna volgende beschrijving en de bij gevoegde tekeningen, waarnaar verwezen wordt. In de tekeningen: - geeft Figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding weer waarmee de werkwijze volgens de uitvinding voor het vervaardigen van een borstel wordt uitgevoerd, evenals een borstel volgens de uitvinding net voordat hij wordt afgewerkt, - is Figuur 2 een doorsnede van de borstel volgens de uitvinding die bij de uitvoeringsvorm volgens Figuur 1 wordt vervaardigd, - geeft Figuur 3 een tweede uitvoeringsvorm weer van de borstel volgens de uitvinding, net voordat hij wordt afgewerkt, - geeft Figuur 4 de afgewerkte borstel volgens Figuur 3 weer, geven Figuur 5 en Figuur 6 twee verschillende uitvoeringsvormen van de drager weer, - is Figuur 7 een bovenaanzicht van de borstel die een drager volgens Figuur 6 omvat, is Figuur 8 een langsdoorsnede van de borstel volgens Figuur 7, ter hoogte van de opening in de dragerzijde, is Figuur 9 een afbeelding van een verdere uitvoeringsvorm van een borstel, en - is Figuur 10 een langsdoorsnede door de borstel volgens Figuur 9, ter hoogte van de opening in de dragerzijde.

In Figuur 1 is een inrichting voor het vervaardigen van een borstel 10 gestileerd weergegeven. De borstel 10 is als ronde borstel uitgevoerd en omvat een drager 12, die bij voorkeur als langgerekt lichaam is uitgevoerd en tegelijk het greepgedeelte vormt.

Aan de kopzijde vertoont de drager 12 een opening 14 waarin het zogenaamde onderdeel met de haren 16 bevestigd is.

Het onderdeel met de haren 16 is een zogenaamd gedraaid onderdeel met haren met een draad 18, waarvan de twee helften ineengedraaid zijn. Tussen de ineengedraaide draadsegmenten worden haren 20 geklemd. Het onderdeel met de haren 16 omvat aldus een segment dat met haren 20 is uitgerust evenals een haarvrij segment 24 aan de zijde van de drager.

Het segment met haren 24 is aan zijn uiteinde langs de zijde van de drager omgebogen, bij voorkeur in de vorm van een U of als een gesloten lus. Het omgebogen uiteinde aan de zijde van de drager heeft het referentienummer 26.

In het omgebogen uiteinde 26 aan de zijde van de drager wordt een verankeringselement 28, in dit geval een zogenaamd ankerplaatje opgenomen.

Met behulp van dit ankerplaatje 28, waarvan de breedte groter is dan de diameter van de opening 14, wordt het onderdeel met de haren 16 verbonden met de drager 12.

Dit vastzetten van het onderdeel met de haren 16 in de drager 12 gebeurt als gevolg van een relatieve beweging tussen beide eenheden, namelijk de drager 12 enerzijds en het onderdeel met de haren 16 samen met het verankeringselement 28 anderzijds.

In het .hier weergegeven voorbeeld wordt het onderdeel met de haren 16 samen met het ankerelement 28 in de opening 14 gestoken. Daartoe vertoont de inrichting een lineair bewegende werktuigkop als toevoer- en positioneringsinrichting 30, die het verankeringselement 28 en het onderdeel met de haren 16 tegenhoudt en het verankeringselement 28 en daarmee ook het onderdeel met de haren 16 in de opening 14 duwt.

Bij deze lineaire toevoer- en positioneringsbeweging drukt het verankeringselement 28 zich in de wand van de opening 32 om deze plastisch te vervormen, meer bepaald om zich daarin te snijden.

De opening 14 is in de weergegeven uitvoeringsvorm overdreven groot getekend.

De verplaatsingsbeweging is zo lang dat het vrije, spitse uiteinde van het onderdeel met de haren 16 niet meer uit de opening 14 steekt en de haren 20 bij voorkeur niet tot in de opening 14 steken.

Een nabewerking van het onderdeel met de haren 16, vooral van het uiteinde 26 aan de dragerzijde, is niet nodig.

Bovendien is volgens de voorkeurdragende uitvoeringsvorm een bijkomende vergrendeling van het onderdeel met de haren 16 in de drager 12, bijvoorbeeld door middel van omspuiten, verlijmen of verwarmen van de drager 12 overbodig.

Als houder voor de drager 12 bezit de inrichting een losmaakbare houder 34.

De inrichting is meer bepaald een volledig automatisch werkende inrichting, bijv. een bewerkingscentrum waarin de toevoer- en positioneringsinrichting 30 is voorzien van een toevoerinrichting voor het onderdeel met de haren 16, enerzijds en voor de verankeringselementen 28, anderzijds. Net voor de stootbeweging worden het onderdeel met de haren 16 en het verankeringselement 28 toegevoerd en ten opzichte van elkaar gepositioneerd, waarna ze gezamenlijk in de drager 12 worden geduwd.

De inrichting kan ook meerdere stations omvatten, bijvoorbeeld waarin talrijke dragers aan een zijde van een draaitafel parallel ten opzichte van elkaar worden opgenomen. Dan kunnen namelijk een groot aantal dragers in een station in de overeenstemmende houders 34 worden geplaatst, waarna ze na het doordraaien naar het volgende station met het onderdeel met de haren 16 worden uitgerust en dan tenslotte in een derde station uit de inrichting worden geworpen.

Figuur 2 geeft de voltooide borstel weer, waarbij ook hier de opening 14 voor de duidelijkheid veel groter is weergegeven. Het is evenwel duidelijk te zien dat het verankeringselement 28 in de wand van de opening 32 drukt, waartoe eveneens de bodem 34 van de opening wordt gerekend.

De weergegeven ronde borstel is een zogenaamde miniatuurborstel, meer bepaald een mascara- of interdentale borstel, waarbij de gebruikte draad een diameter van slechts enkele tienden van een millimeter heeft.

In de uitvoeringsvorm volgens figuren 3 en 4 is enkel een ander verankeringselement 28 voorzien, zodanig dat er met betrekking tot de productiewerkwijze, de inrichting en de eigenlijke borstel kan worden verwezen naar de eerste uitvoeringsvorm en reeds aangewende referentietekens kunnen worden gebruikt voor identieke delen of delen met een vergelijkbare functie.

In deze uitvoeringsvorm wordt een verankeringselement 28 aangewend dat boogvormig is en opzij daarvan afstaande, elkaar kruisende voeten 36 vertoont.

Uiteraard moeten de voeten 36 elkaar niet noodzakelijk kruisen; zij kunnen ook U- of V-vormig zijn, met andere woorden parallel of naar buiten lopend. De voeten 36 kunnen eveneens met weerhaken uitgerust zijn.

In de weergegeven uitvoeringsvorm volgens figuren 3 en 4 is het verankeringselement 28 gevormd uit een tot een lus omgebogen draad.

In plaats van een omgebogen draad kan uiteraard ook een stanselement of dergelijke worden aangewend.

Via de inrichting worden het verankeringselement 28 en het onderdeel met de haren 16 dat er in de toevoer- en positioneringsinrichting vormvast mee verbonden is in de opening 14 van de drager 12 gestoken en daarin verankerd.

Het verankeringselement 28 neemt, aangezien het in het omgebogen uiteinde 26 aan de zijde van de drager is opgenomen, bij het toevoeren en positioneren het onderdeel met de haren 16 mee.

De afstaande voeten 36 duwen of snijden zichzelf in de wand van de opening 32, hier bijvoorbeeld in de bodem van de opening 38 (zie Figuur 4), zodanig dat ze er blijvend in verankerd worden.

Ook in deze uitvoeringsvorm steekt het spitse, vrije uiteinde van het segment 24 niet uit de opening 14. Verder wordt ook hier geen bijkomende vergrendeling van het onderdeel met de haren 16 aan de drager 12 voorzien.

In de weergegeven uitvoeringsvormen van de miniatuur-/ronde borstel is slechts een enkel onderdeel met haren 16 aan de drager 12 bevestigd, en wel via de kopzijde.

De drager 12 vormt tegelijk het greepgedeelte. Het onderdeel met haren 16 kan enkel van de drager 12 worden losgemaakt door het stuk te maken. De eenheid gevormd door de drager 12 en het onderdeel met de haren 16 is bijgevolg als wegwerpartikel bedoeld.

In de uitvoeringsvormen volgens figuren 5 en 6 wordt de drager 12 weergegeven, die verschillende vormen heeft, namelijk enerzijds (Figuur 5) met een uiteinde in de vorm van een omwentelingscilinder met een omwentelingscilindervormige opening 14 en anderzijds (Figuur 6) met een uiteinde met een ovale doorsnede met een langwerpige, in dit geval meer bepaald een ovale opening 14. Referentieteken 32 verwijst naar de wand van de opening, tot dewelke telkens ook de bodem 38 te rekenen valt. Ook hier snijdt het dragerdeel 28 zich in het cilindervormige gedeelte van de wand 32 van de opening en/of in de bodem 38 van de opening.

In Figuren 7 en 8 wordt de borstel met een drager volgens Figuur 6 weergegeven. In deze uitvoeringsvormen zien we dat er dankzij de langwerpige vorm van de opening 14 voldoende plaats is om het U-vormige gebogen onderdeel met de haren 16 in onder te brengen. In deze uitvoeringsvorm is het onderdeel met de haren over de volledige langsrichting met haren 20 uitgerust, zodanig dat er zich ook in de opening 14 haren 20 bevinden. In Figuur 8 zien we verder dat het verankeringsgedeelte 28 zich in de bodem 38 van de opening snijdt.

De uitvoeringsvorm volgens figuren 9 en 10 is een bijzondere en nieuwsoortige uitvoering, aangezien er naast de radiaal lopende haren 20 ook nog bijkomende parallel lopende haren 40 zijn aangebracht die axiaal staan op het uiteinde van het ineengedraaide draadsegment aan dragerszijde. Deze haren 40 worden samen met de haren 20 gestanst en kunnen natuurlijk nog een eindbewerking ondergaan (snijden, afronden). Uiteraard kunnen ook voorbewerkte haren met van te voren afgeronde, gepunte of gespleten uiteinden, enz. worden verwerkt. De haren 40 worden samen met de ineengedraaide draad 180° omgebogen en over het dragerdeel 28 (in het voorbeeld de lus) gevat en in de opening 14 gehouden.

Als alternatief kunnen de bijkomende haren 40 natuurlijk ook via een ankerplaatje in de opening bevestigd worden, waarbij zij rond het ankerplaatje worden gebogen.

De bijkomende haren 40 strekken zich bij voorkeur niet volledig uit tot aan de radiaal lopende haren 20 en zij eindigen om zo te zeggen op een zekere afstand daarvan. De bijkomende haren 40 dienen om de overgang tussen het tandoppervlak en het tandvlees te reinigen.

Als alternatief voor de getoonde ronde borstels kunnen natuurlijk ook borstels worden vervaardigd die niet de vorm van éen omwentelingscilinder hebben, maar een conische borstelvorm vertonen of spiraalvormig zijn, of ook borstels waarbij de draad niet het middelpunt vormt van de borsteldoorsnede. De haren 20 hoeven ook niet gelijkmatig over de omtrek verdeeld te zijn; de haren kunnen ook in dé vorm van een spiraal of dergelijke worden aangebracht.

Claims (17)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een borstel, meer bepaald een ronde borstel, bestaande uit een onderdeel met haren (16) en een drager (12) waarin het onderdeel met de haren (16) steekt en waarin het bevestigd is, waarbij het onderdeel met de haren (16) haren (20) vertoont die met ineengedraaide draadsegmenten bevestigd zijn, gekenmerkt door de volgende stappen: een verankeringselement (28) aanbrengen aan het uiteinde (26) van het onderdeel met de haren (16) aan de dragerzijde, en daarbij aansluitend, het gezamenlijk inbrengen van het verankeringselement (28) en het uiteinde (26) van het onderdeel met de haren (16) aan de dragerzijde in een opening (14) in de drager (12) terwijl de wand van de opening (32) door het verankeringselement (28) vervormd wordt, waarbij ten minste één draadsegment, bij voorkeur beide ineengedraaide draadsegmenten, aan het uiteinde (26) aan de zijde van de drager worden omgebogen teneinde het verankeringselement (28) op te nemen in het omgebogen . uiteinde (26) aan de zijde van de drager, zodanig dat het onderdeel met de haren (16) onlosmakelijk verankerd wordt in de drager (12).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het uiteinde (26) aan de zijde van de drager U-vormig of als een gesloten lus wordt omgebogen.

3. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat als verankeringselement (28) een ankerplaatje wordt gebruikt.

4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 2, daardoor gekenmerkt dat het verankeringselement (28) boogvormig verloopt en afstaande voeten (36) heeft.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat het verankeringselement (28) als lus is uitgevoerd.

6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de borstel een miniatuurborstel is, meer bepaald een mascara- of interdentale borstel is.

7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de draadsegmenten twee in elkaar overgaande draadhelften zijn.

8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de drager (12) een greepgedeelte van de borstel is.

9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de drager (12) een opening (14) aan de kopzijde heeft waarin het onderdeel met de haren (16) bevestigd wordt.

10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat slechts een enkel onderdeel met haren (16) in de drager (12) bevestigd wordt.

11. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het verankeringselement (28) in de bodem van de opening wordt gedrukt.

12. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat bijkomende haren zijn voorzien die overwegend parallel ten opzichte van het uiteinde van de ineengedraaide draadsegmenten aan de dragerzijde uit de opening (14) uitsteken en daarin bevestigd zijn, bij voorkeur over het verankeringselement (28) heen.

13. Inrichting voor het vervaardigen van een borstel, meer bepaald een ronde borstel, die een drager (12) en een in de drager (12) bevestigd onderdeel met haren (16) omvat, waarbij het onderdeel met de haren (16) haren (20) bevat die bevestigd zijn met behulp van ineengedraaide draadsegmenten, meer bepaald een inrichting voor het uitvoeren van voorgenoemde werkwijze, met een houder (34) voor de drager (12) en een toevoer- en positioneringsinrichting (30), waarmee een relatieve beweging wordt verkregen tussen enerzijds de drager (12) en anderzijds het onderdeel met de haren (16) en een met het onderdeel met de haren (16) verbonden verankeringselement (28) om het onderdeel met de haren (16) onlosmakelijk te bevestigen over het verankeringselement (28) in de drager (12)

14. Inrichting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de toevoer- en positioneringsinrichting (30) bij het onderdeel met de haren (16) hoort en deze samen het verankeringselement (18) tegenhouden en in de drager (12) duwen.

15. Borstel, meer bepaald een ronde borstel, met een drager (12) en een in de drager (12) opgenomen en bevestigd onderdeel met haren (16) dat haren (20) bevat die bevestigd zijn door ineengedraaide draadsegmenten, daardoor gekenmerkt dat het onderdeel met de haren (16) over een aan zijn uiteinde (26) aan dragerszijde aangebracht verankeringselement (28) onlosmakelijk bevestigd is in een opening (14) van het dragergedeelte.

16. Borstel volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de wand van de opening(32) plastisch vervormd wordt door het verankeringselement (28) teneinde het verankeringselement (28) aldus in de drager (12) te verankeren.

17. Borstel volgens conclusie 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat bijkomende haren overwegend parallel met het uiteinde van de ineengedraaide draadsegmenten aan dragerszijde uit de opening (14) uitsteken en daarin bevestigd zijn.