BE1018925A3 - TRANSMISSION. - Google Patents

TRANSMISSION. Download PDF

Info

Publication number
BE1018925A3
BE1018925A3 BE2009/0259A BE200900259A BE1018925A3 BE 1018925 A3 BE1018925 A3 BE 1018925A3 BE 2009/0259 A BE2009/0259 A BE 2009/0259A BE 200900259 A BE200900259 A BE 200900259A BE 1018925 A3 BE1018925 A3 BE 1018925A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
transmission
drive
drive wheel
wheels
driven
Prior art date
Application number
BE2009/0259A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Ee Teunis Karel Van
Original Assignee
Ee Teunis Karel Van
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ee Teunis Karel Van filed Critical Ee Teunis Karel Van
Priority to BE2009/0259A priority Critical patent/BE1018925A3/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018925A3 publication Critical patent/BE1018925A3/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H3/00Toothed gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio or for reversing rotary motion
    • F16H3/02Toothed gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio or for reversing rotary motion without gears having orbital motion
    • F16H3/08Toothed gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio or for reversing rotary motion without gears having orbital motion exclusively or essentially with continuously meshing gears, that can be disengaged from their shafts
    • F16H3/083Toothed gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio or for reversing rotary motion without gears having orbital motion exclusively or essentially with continuously meshing gears, that can be disengaged from their shafts with radially acting and axially controlled clutching members, e.g. sliding keys
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H9/00Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members
    • F16H9/02Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion
    • F16H9/24Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion using chains or toothed belts, belts in the form of links; Chains or belts specially adapted to such gearing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transmissions By Endless Flexible Members (AREA)

Abstract

Transmissie en versnellingsbak met een dergelijke transmissie, omvattende een eerste as omvattende een eerste en een tweede aandrijfwiel, een tweede as omvattende een eerste en een tweede aan te drijven wiel, waarbij het eerste, respectievelijk tweede, aandrijfwiel gekoppeld is met het eerste, respectievelijk tweede, aan te drijven wiel, waarbij althans het tweede aandrijfwiel vrij draaibaar op de eerste as geplaatste is, en een schakelmiddel dat parallel met en/of over de eerste as verplaatsbaar is om in te grijpen op een aandrijfwiel, waarbij het eerste aandrijfwiel geplaatst is tussen het schakelmiddel en het tweede aandrijfwiel, en een opening omvat, waarbij het schakelmiddel rotatievast verbonden is met een langs de eerste as uitstrekkend koppelmiddel dat is ingericht om door de opening van het eerste aandrijfwiel heen aan te grijpen op het naast gelegen tweede aandrijfwiel, voor een rotatievaste koppeling tussen het schakelmiddel en het tweede aandrijfmiddel.Transmission and gearbox with such a transmission, comprising a first axle comprising a first and a second drive wheel, a second axle comprising a first and a second drive wheel, the first and second drive wheel respectively being coupled to the first and second respectively , a wheel to be driven, wherein at least the second drive wheel is freely rotatably disposed on the first axle, and a switching means displaceable parallel to and / or about the first axle for engaging a drive wheel, the first drive wheel being disposed between the shifting means and the second drive wheel, and comprising an opening, the shifting means being rotatably connected to a coupling means extending along the first axis which is adapted to engage the adjacent second drive wheel through the opening of the first drive wheel, for a non-rotational coupling between the switching means and the second drive means.

Description

TransmissieTransmission

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een transmissie omvattende een eerste as omvattende een eerste en een tweede aandrijfwiel, een tweede as omvattende een eerste en een tweede aan te drijven wiel, waarbij het eerste aandrijfwiel gekoppeld is met het eerste aan te drijven wiel en het tweede aandrijfwiel gekoppeld is met het tweede aan te drijven wiel, waarbij althans het tweede aandrijfwiel vrij draaibaar op de eerste as geplaatst is, en een schakelmiddel dat parallel langs en/of over de eerste as verplaatsbaar is om in te grijpen op één van de aandrij fwielen.The invention relates to a transmission comprising a first axle comprising a first and a second drive wheel, a second axle comprising a first and a second drive wheel, the first drive wheel being coupled to the first drive wheel and the second drive wheel is coupled to the second wheel to be driven, wherein at least the second drive wheel is placed freely rotatable on the first axle, and a switching means which is displaceable parallel along and / or over the first axle to engage one of the drive wheels.

Een dergelijke transmissie is bekend uit DE 19807408 Al, dat een kindervoertuig beschrijft waarbij een eerste as is uitgevoerd als een trapas. Een tweede as is uitgevoerd als een achteras waaraan wielen bevestigd zijn. De trapas en de achteras zijn gekoppeld door twee naast elkaar gelegen kettingoverbrengingen waartussen geschakeld kan worden door een bediening van een versnellingspook. De trapas is voorzien van uitwendige rechte vertanding waarover een naaf, onder invloed van een zijwaartse verplaatsing van de versnellingspook, axiaal verschoven kan worden tussen twee kettingwielen die op de trapas geplaatst zijn. Beide uiteinden van de naaf zijn voorzien van nokken die kunnen ingrijpen op met de nokken samenwerkende uitsparingen op het zijvlak van de kettingwielen op de trapas. In een eerste stand van de versnellingspook is de trapas door een eerste kettingoverbrenging gekoppeld met de achteras, waarbij een tweede kettingoverbrenging ontkoppeld is. In een tweede stand van de versnellingspook is de trapas door de tweede kettingoverbrenging gekoppeld met de achteras, waarbij de eerste kettingoverbrenging ontkoppeld is.Such a transmission is known from DE 19807408 A1, which describes a child's vehicle in which a first axle is designed as a bottom bracket. A second axle is designed as a rear axle to which wheels are attached. The bottom bracket and the rear axle are coupled by two side-by-side chain transmissions that can be switched between them by operating a gear lever. The bottom bracket is provided with external straight teeth over which a hub, under the influence of a lateral displacement of the gear lever, can be axially shifted between two sprockets placed on the bottom bracket. Both ends of the hub are provided with cams which can engage with recesses cooperating with the cams on the side face of the sprockets on the bottom bracket. In a first position of the gear lever, the bottom bracket is coupled to the rear axle by a first chain transmission, a second chain transmission being uncoupled. In a second position of the gear lever the bottom bracket is coupled to the rear axle by the second chain transmission, the first chain transmission being uncoupled.

Met deze transmissies is een keuze voor een overbrenging echter beperkt tot twee overbrengingen.With these transmissions, however, a choice for a transmission is limited to two transmissions.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een alternatieve transmissie te verschaffen waarbij een keuze tussen tenminste twee overbrengingen gemaakt kan worden.It is an object of the present invention to provide an alternative transmission in which a choice can be made between at least two transmissions.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

De uitvinding verschaft een transmissie volgens de openingsparagraaf, met het kenmerk dat het eerste aandrijfwiel geplaatst is tussen het schakelmiddel en het tweede aandrijfwiel, en een opening omvat, waarbij het schakelmiddel rotatievast verbonden is met een langs de eerste as uitstrekkend koppelmiddel dat is ingericht om door de opening van het eerste aandrijfwiel heen aan te grijpen op het naast gelegen tweede aandrijfwiel, voor een rotatievaste koppeling tussen het schakelmiddel en het tweede aandrijfwiel.The invention provides a transmission according to the opening paragraph, characterized in that the first drive wheel is placed between the switching means and the second drive wheel, and comprises an opening, the switching means being rotationally connected to a coupling means extending along the first axis and adapted to to engage the opening of the first drive wheel on the adjacent second drive wheel, for a rotation-proof coupling between the switching means and the second drive wheel.

Deze maatregel maakt het mogelijk om twee overbrengingen aan dezelfde zijde van het schakelmiddel te plaatsen. Enerzijds kan het schakelmiddel rotatievast gekoppeld worden met het eerste aandrijfwiel, dat voorzien is van een opening waarop het koppelmiddel kan ingrijpen, door het schakelmiddel naar het eerste aandrijfwiel toe te verplaatsen totdat het koppelmiddel op het eerste aandrijfwiel ingrijpt. Anderzijds kan het schakelmiddel rotatievast gekoppeld worden met het tweede aandrijfwiel, dat ook voorzien is van een opening waarop het koppelmiddel kan ingrijpen, door het schakelmiddel verder naar het tweede aandrijfwiel toe te verplaatsen totdat het koppelmiddel op het tweede aandrijfwiel ingrijpt.This measure makes it possible to place two transmissions on the same side of the switching means. On the one hand, the switching means can be rotationally coupled to the first drive wheel, which is provided with an opening on which the coupling means can engage, by moving the switching means towards the first drive wheel until the coupling means engages the first drive wheel. On the other hand, the switching means can be rotationally coupled to the second drive wheel, which is also provided with an opening on which the coupling means can engage, by moving the switching means further towards the second drive wheel until the coupling means engages the second drive wheel.

In een uitvoeringsvorm is het eerste en/of het tweede aan te drijven wiel via een vrijloopkoppeling geplaatst op de tweede as. Hierdoor is het mogelijk om tijdelijk de aandrijfmiddelen tot stilstand te laten komen en te houden, terwijl in beweging gebrachte aan te drijven middelen, zoals bijvoorbeeld een voertuig, in beweging kunnen blijven.In one embodiment the first and / or the second wheel to be driven is placed on the second axle via a freewheel clutch. This makes it possible to temporarily cause the drive means to come to a standstill and to keep it, while moving means to be driven, such as for example a vehicle, can keep moving.

In een uitvoeringsvorm is het schakelmiddel bij een ingrijpen van het koppelmiddel op het tweede aandrijfwiel, rotatievast gekoppeld met zowel het eerste als het tweede aandrijfwiel. Hierbij is het schakelmiddel via het koppelmiddel rotatievast koppelbaar met het tweede aandrijfwiel, doordat het koppelmiddel door het eerste aandrijfwiel heen steekt. Omdat het koppelmiddel door een opening van het eerste aandrijfwiel heen steekt en daarmee aangrijpt op het eerste aandrijfwiel, is, bij het rotatievast gekoppelde tweede aandrijfwiel, ook het eerste aandrijfwiel rotatievast gekoppeld met de schakelmiddelen. Deze maatregel biedt de mogelijkheid de transmissie compact uit te voeren, omdat het eerste aandrijfwiel in hoofdzaak direct naast het tweede aandrijfwiel geplaatst kan worden.In one embodiment, when the coupling means engages the second drive wheel, the switching means is rotationally coupled to both the first and the second drive wheel. The switching means is herein rotatably coupled to the second drive wheel via the coupling means, because the coupling means protrudes through the first drive wheel. Because the coupling means protrudes through an opening of the first drive wheel and thereby engages the first drive wheel, the first drive wheel is also rotationally coupled to the switching means in the case of the rotationally coupled second drive wheel. This measure offers the possibility of making the transmission compact, because the first drive wheel can be placed substantially directly next to the second drive wheel.

In een uitvoeringsvorm is een eerste overbrengingsverhouding van een eerste overbrenging tussen het eerste aandrijfwiel en het eerste aan te drijven wiel kleiner dan een tweede overbrengingsverhouding van een tweede overbrenging tussen het tweede aandrijfwiel en het tweede aan te drijven wiel. Wanneer het eerste aandrijfwiel door het schakelmiddel via het koppelmiddel rotatievast gekoppeld is met de aandrijfmiddelen en het tweede aandrijfwiel niet, kunnen de aandrijfmiddelen via de eerste overbrenging de aan te drijven middelen aandrijven. Wanneer zowel het eerste als het tweede aandrijfwiel door het schakelmiddel via het koppelmiddel rotatievast gekoppeld zijn met de aandrijfmiddelen, en tenminste het eerste aan te drijven wiel via een vrijloopkoppelingen op de tweede as geplaatst is, dan kunnen de aandri j fmiddelen de aan te drijven middelen aandrijven via de tweede overbrenging. Omdat het tweede aan te drijven wiel met een grotere snelheid draait dan het eerste aan te drijven wiel draait, zal het eerste aan te drijven wiel vrijlopen en geen bijdrage leveren aan de aandrijving.In one embodiment, a first transmission ratio of a first transmission between the first drive wheel and the first wheel to be driven is smaller than a second transmission ratio of a second transmission between the second drive wheel and the second wheel to be driven. When the first drive wheel is rotationally coupled to the drive means by the switching means via the coupling means and the second drive wheel is not, the drive means can drive the means to be driven via the first transmission. When both the first and the second drive wheel are rotationally coupled by the switching means to the drive means via the coupling means, and at least the first wheel to be driven is placed on the second shaft via a freewheel clutches, the drive means can be the means to be driven drive via the second transmission. Because the second wheel to be driven rotates at a faster speed than the first wheel to be driven, the first wheel to be driven will run free and will not contribute to the drive.

In een uitvoeringsvorm zijn naast het tweede aandrijfwiel aan een zijde die van het eerste aandrijfwiel afgekeerd is, één of meer verdere aandrijfwielen vrij draaibaar op de eerste as geplaatst die elk gekoppeld zijn met één of meer op de tweede as geplaatste verdere aan te drijven wielen voor het vormen van een serie naast elkaar geplaatste overbrengingen. Hierdoor wordt een transmissie verschaft waarbij een keuzemogelijkheid wordt geboden tussen drie of meer overbrengingen die naast elkaar in een constructie zijn opgesteld.In one embodiment, in addition to the second drive wheel on a side remote from the first drive wheel, one or more further drive wheels are placed freely rotatably on the first axle, each of which is coupled to one or more further drive wheels for placing on the second axle. forming a series of side-by-side transmissions. This provides a transmission whereby a choice is offered between three or more transmissions that are arranged side by side in a construction.

In een uitvoeringsvorm omvat het tweede en/of de verdere aandrijfwielen een opening waardoorheen het koppelmiddel kan aangrijpen op het tweede en/of de verdere aandrijfwielen voor een rotatievaste koppeling tussen het schakelmiddel en één of meer van de aandri j fwielen. Hierdoor kan, analoog aan het rotatievast koppelen van het tweede aandrijfwiel, het schakelmiddel rotatievast gekoppeld worden met een derde aandrijfwiel, dat ook voorzien is van een opening waarop het koppelmiddel kan ingrijpen, door het schakelmiddel verder naar het derde aandrijfwiel toe te verplaatsen totdat het koppelmiddel op het derde aandrijfwiel ingrijpt. Op een zelfde wijze kan het schakelmiddel rotatievast gekoppeld worden met verdere aandrijfwielen, die ook voorzien zijn van een opening waarop het koppelmiddel kan ingrijpen, door het schakelmiddel verder naar de verdere aandrijfwielen toe te verplaatsen totdat het koppelmiddel op de verdere aandrijfwielen ingrijpt.In one embodiment the second and / or the further drive wheels comprise an opening through which the coupling means can engage on the second and / or the further drive wheels for a rotation-proof coupling between the switching means and one or more of the drive wheels. As a result, analogously to the rotation-tight coupling of the second drive wheel, the switching means can be rotationally coupled to a third drive wheel, which is also provided with an opening on which the coupling means can engage, by moving the switching means further towards the third drive wheel until the coupling means engages the third drive wheel. In the same way, the switching means can be rotationally coupled to further drive wheels, which are also provided with an opening on which the coupling means can engage, by moving the switching means further towards the further drive wheels until the coupling means engages the further drive wheels.

In een uitvoeringsvorm worden overbrengingsverhoudingen van de naast elkaar geplaatste overbrengingen vanaf het schakelmiddel beschouwd groter. Wanneer zowel het eerste als het tweede als het derde aandrijfwiel door het schakelmiddel via het koppelmiddel rotatievast gekoppeld zijn met de aandrijfmiddelen, en althans het eerste en het tweede aan te drijven wiel middels een vrijloopkoppeling op de tweede as zijn geplaatst, dan kunnen de aandrijfmiddelen de aan te drijven middelen aandrijven via de derde overbrenging. Omdat het derde aan te drijven wiel met een grotere snelheid draait dan de eerste en tweede aan te drijven wielen draaien, zullen de vrijloopkoppelingen waarmee de eerste en tweede aan te drijven wielen op de tweede as geplaatst zijn vrijlopen en dus geen koppel overdragen. Wanneer, generiek beschouwd, een aantal aandrijfwielen door het schakelmiddel via het koppelmiddel rotatievast gekoppeld is met de aandrijfmiddelen, kunnen de aandrijfmiddelen de aan te drijven middelen aandrijven via de overbrenging met de grootste overbrengingsverhouding, waarvan het rotatievast gekoppelde aandrijfwiel bij voorkeur het meest ver van het schakelmiddel afgelegen is. Omdat haar aan te drijven wiel met een grotere snelheid draait dan de aan te drijven wielen van de overbrengingen waarvan het aandrijfwiel gelegen is tussen het schakelmiddel en het meest ver van het schakelmiddel afgelegen rotatievast gekoppelde aandrijfwiel draaien, zullen de aan te drijven wielen van een overbrenging met een kleinere overbrengingsverhouding vrijlopen en geen koppel overdragen.In one embodiment, transmission ratios of the juxtaposed transmissions from the switching means are considered larger. When both the first and the second and the third drive wheel are rotationally coupled by the switching means to the drive means via the coupling means, and at least the first and the second wheel to be driven are placed on the second shaft by means of a freewheel clutch, the drive means can drive means to be driven via the third transmission. Because the third wheel to be driven rotates at a greater speed than the first and second wheels to be driven, the freewheel couplings with which the first and second wheels to be driven are placed on the second axle will run free and therefore do not transmit torque. Generally speaking, when a number of drive wheels are rotationally coupled by the switching means to the drive means via the coupling means, the drive means can drive the means to be driven via the transmission with the highest transmission ratio, the rotationally coupled drive wheel preferably being furthest away from the switching means is remote. Because its wheel to be driven rotates at a faster speed than the wheels to be driven of the transmissions whose drive wheel is located between the switching means and the drive wheel which is farthest away from the switching means and rotates, the wheels to be driven of a transmission will rotate. run with a smaller gear ratio and do not transfer torque.

In een uitvoeringsvorm omvat het koppelmiddel tenminste één eerste vinger die zich in hoofdzaak parallel aan de eerste as uitstrekt naar de aandrijfwielen, waarbij de vinger is ingericht voor het door de openingen van de aandrijfwielen heen steken, waarbij afmetingen van de vinger kleiner of gelijk zijn aan afmetingen van de openingen. De vinger of vingers zijn werkzaam als koppelmiddelen waarmee de aandrijfwielen opeenvolgend aan elkaar geregen kunnen worden waarbij aan elkaar geregen aandrijfwielen allen rotatievast gekoppeld zijn, via het schakelmiddel, met aandrijfmiddelen. Voor het insteken en het ingrijpen van de vinger op in de aandrijfwielen voorziene openingen, is het nodig dat de vingers passeren door de openingen in de aandrijfwielen.In an embodiment the coupling means comprises at least one first finger which extends substantially parallel to the first axis to the drive wheels, the finger being adapted to protrude through the openings of the drive wheels, the dimensions of the finger being smaller than or equal to dimensions of the openings. The finger or fingers act as coupling means with which the drive wheels can be successively threaded to each other, whereby drive wheels that are strung together are all fixed to rotation, via the switching means, with drive means. To insert and engage the finger on openings provided in the drive wheels, it is necessary that the fingers pass through the openings in the drive wheels.

In een uitvoeringsvorm loopt de vinger in een richting van de aandrijfwielen taps af. Door de vingers in een richting van het schakelmiddel afgekeerd taps te laten aflopen wordt een soepele aankoppeling van aandrijfwielen op het koppelmiddel en/of het schakelmiddel bereikt.In one embodiment, the finger tapers in a direction of the drive wheels. By tapering the fingers away from the switching means in a direction, smooth coupling of drive wheels to the coupling means and / or the switching means is achieved.

In een uitvoeringsvorm omvat het schakelmiddel een aangrijpdeel waarop een bedieningsmiddel kan aangrijpen voor een in hoofdzaak parallel met en/of over de eerste as verplaatsen van het schakelmiddel. Door het schakelmiddel een aangrijpdeel te verschaffen is het mogelijk om een bedieningsmiddel hierop te laten aangrijpen om het schakelmiddel in een richting van de aandrijfwielen over de eerste as te verplaatsen waarbij het koppelmiddel de aandrijfwielen rotatievast koppelt met het schakelmiddel.In an embodiment the switching means comprises an engaging part on which an operating means can engage for displacing the switching means substantially parallel to and / or over the first axis. By providing the switching means with an engaging part, it is possible for an operating means to engage it to move the switching means over the first axis in a direction of the driving wheels, wherein the coupling means rotatably couples the driving wheels to the switching means.

In een uitvoeringsvorm is het aangrijpdeel in hoofdzaak rotatiesymmetrisch gevormd ten opzichte van de eerste as. Hierdoor kan het bedieningsmiddel een bepaalde momentane positie innemen terwijl het aangrijpdeel om een as roteert die in hoofdzaak parallel is aan de longitudinale richting van de eerste as. Vanuit deze momentane positie kan onder invloed van een verplaatsing van het bedieningsmiddel een verplaatsing van het schakelmiddel bereikt worden, waarbij het schakelmiddel al dan niet roteert om een as die in hoofdzaak parallel is aan de longitudinale richting van de eerste as.In one embodiment, the engaging part is formed substantially rotationally symmetrically with respect to the first axis. As a result, the operating means can assume a specific momentary position while the engaging part rotates about an axis which is substantially parallel to the longitudinal direction of the first axis. From this instantaneous position a displacement of the switching means can be achieved under the influence of a displacement of the operating means, the switching means rotating or not about an axis which is substantially parallel to the longitudinal direction of the first axis.

In een uitvoeringsvorm omvat het bedieningsmiddel een glijschoen voor het aangrijpen op het aangrijpdeel van het schakelmiddel. Door een bediening van het bedieningsmiddel, kan het schakelmiddel in een richting van de aandrijfwielen over een gewenste afstand over de eerste as verplaatst worden door de glijschoen tegen het aangrijpdeel van het schakelmiddel aan te brengen en het schakelmiddel te verplaatsen. Door het bedieningsmiddel te voorzien van een glijschoen die aangrijpt op het aangrijpdeel van het schakelmiddel wordt een soepele beweging mogelijk tussen het bedieningsmiddel en het aangrijpmiddel, waarbij een remming van de aandrijving minimaal is. Bovendien zal hierdoor minder slijtage optreden tussen het bedieningsmiddel en het aangrijpmiddel. De remming en slijtage kan door een materiaalkeuze nog verder worden geminimaliseerd, bijvoorbeeld wanneer een materiaal gekozen wordt met een smerende werking of een lage wrijvingscoëfficiënt, bij voorkeur een teflonachtig materiaal.In one embodiment the operating means comprises a sliding shoe for engaging the engaging part of the switching means. By operating the operating means, the switching means can be moved over a desired distance along the first axis in a direction of the driving wheels by arranging the sliding shoe against the engaging part of the switching means and moving the switching means. By providing the operating means with a sliding shoe that engages the engaging part of the switching means, a smooth movement between the operating means and the engaging means is possible, whereby a braking of the drive is minimal. Moreover, as a result, less wear will occur between the operating means and the engaging means. The inhibition and wear can be further minimized by a choice of material, for example when a material is selected with a lubricating effect or a low coefficient of friction, preferably a Teflon-like material.

In een uitvoeringsvorm omvat het bedieningsmiddel een houder voor de glijschoen, waarbij de houder draaibaar is opgesteld om een bedieningsas die in hoofdzaak dwars uitstrekt op een verplaatsingsrichting van het schakelmiddel. Hierdoor wordt het mogelijk om een houder, die met een buiten de transmissie geplaatste kruk of handle verbonden is, houdende de glijschoen, om een bedieningsas te verdraaien waarbij de glijschoen een verplaatsing ondergaat die een component heeft in de verplaatsingrichting van het schakelmiddel. Het schakelmiddel· kan hierdoor in een gewenste richting over een gewenste afstand verplaatst worden.In one embodiment, the operating means comprises a holder for the sliding shoe, the holder being rotatably arranged around an operating axis which extends substantially transversely of a direction of movement of the switching means. This makes it possible to rotate a holder, which is connected to a crank or handle placed outside the transmission, containing the sliding shoe, around a control shaft, wherein the sliding shoe undergoes a displacement which has a component in the displacement direction of the switching means. The switching means · can hereby be moved over a desired distance in a desired direction.

In een uitvoeringsvorm omvat het bedieningsmiddel een houder waarop de glijschoen draaibaar is opgesteld om een scharnieras die zich in hoofdzaak dwars uitstrekt op een verplaatsingsrichting van het schakelmiddel. Hierdoor kunnen ook on-ronde glijschoenen toegepast worden, zoals bijvoorbeeld langwerpige.In one embodiment, the operating means comprises a holder on which the sliding shoe is rotatably arranged about a pivot axis which extends substantially transversely of a direction of movement of the switching means. This means that non-round sliding shoes can also be used, such as, for example, elongated ones.

In een andere uitvoeringsvorm is het schakelmiddel bij een ingrijpen van het koppelmiddel op het tweede aandrijfwiel, alleen rotatievast gekoppeld met het tweede aandrijfwiel. Bij een rotatievaste koppeling.van het eerste aandrijfwiel drijven de aandrijfmiddelen via het eerste aandrijfwiel de aan te drijven middelen, zoals bijvoorbeeld een voertuig, aan, waarbij het tweede aandrijfwiel niet rotatievast gekoppeld is. Door het schakelmiddel zodanig te verplaatsen dat het tweede aandrijfwiel via het koppelmiddel rotatievast gekoppeld is met het schakelmiddel, en waarbij het eerste aandrijfwiel niet rotatievast gekoppeld is, wordt een transmissie verschaft waarbij een keuzemogelijkheid wordt geboden tussen twee overbrengingen. De aan te drijven middelen worden door de aandrijfmiddelen aangedreven via de overbrenging die hetzij het eerste aandrijfwiel en het eerste aan te drijven wiel omvat, hetzij het tweede aandrijfwiel en het tweede aan te drijven wiel omvat.In another embodiment, when the coupling means engages the second drive wheel, the switching means is only rotationally coupled to the second drive wheel. With a rotation-proof coupling of the first drive wheel, the drive means drive the means to be driven, such as, for example, a vehicle, via the first drive wheel, the second drive wheel being non-rotationally coupled. By displacing the switching means such that the second drive wheel is rotationally coupled to the switching means via the coupling means, and wherein the first drive wheel is not rotationally coupled, a transmission is provided in which a choice is made between two transmissions. The means to be driven are driven by the drive means via the transmission comprising either the first drive wheel and the first wheel to be driven, or the second drive wheel and the second wheel to be driven.

In een uitvoeringsvorm is het koppelmiddel aan een naar de aandrijfwielen gekeerd uiteinde voorzien van radiaal uitstrekkende tanden. In een uitvoeringsvorm omvatten de aandrijfwielen uitsparingen voor het ontvangen van de radiaal uitstrekkende tanden van het koppelmiddel. Door de aandrijfwielen van uitsparingen te voorzien die geschikt zijn voor het ontvangen van de radiaal uitstrekkende tanden van het koppelmiddel kan een vormgesloten koppeling verkregen worden waarmee een koppel van het koppelmiddel op het aandrijfwiel overgebracht kan worden.In one embodiment, the coupling means is provided with radially extending teeth on an end facing the drive wheels. In one embodiment, the drive wheels comprise recesses for receiving the radially extending teeth from the coupling means. By providing the drive wheels with recesses suitable for receiving the radially extending teeth of the coupling means, a form-fitting coupling can be obtained with which a torque of the coupling means can be transmitted to the drive wheel.

In een uitvoeringsvorm is het eerste aandrijfwiel draaibaar op het tweede aandrijfwiel geplaatst. Hierdoor wordt het mogelijk om enerzijds het koppelmiddel met het eerste aandrijfwiel rotatievast te koppelen zonder dat het tweede aandrijfwiel rotatievast gekoppeld is. Anderzijds wordt het mogelijk om het koppelmiddel met het tweede aandrijfwiel rotatievast te koppelen zonder dat het eerste aandrijfwiel rotatievast gekoppeld is.In one embodiment, the first drive wheel is rotatably placed on the second drive wheel. This makes it possible, on the one hand, to couple the coupling means to the first drive wheel so that it is not rotatably coupled. On the other hand, it becomes possible to couple the coupling means to the second drive wheel so that it is not rotatably coupled.

In een uitvoeringsvorm is het schakelmiddel en het koppelmiddel als één geheel gevormd. Hierdoor wordt een simpel en goedkoop te produceren onderdeel verkregen waarbij twee functies in één onderdeel gecombineerd kunnen worden. Ten eerste wordt hiermee de functie vervuld van het schakelen waarbij het schakelmiddel parallel met en/of over de eerste as verplaatst kan worden. Ten tweede wordt de functie vervuld van het rotatievast koppelen van één of meer op de eerste as geplaatste aandrijfwielen.In one embodiment, the switching means and the coupling means are formed as a whole. This results in a simple and inexpensive part to be produced in which two functions can be combined in one part. Firstly, this fulfills the function of switching whereby the switching means can be moved in parallel with and / or along the first axis. Secondly, the function is fulfilled of the rotation-proof coupling of one or more drive wheels placed on the first axis.

In een uitvoeringsvorm is het schakelmiddel aan weerszijden voorzien van koppelmiddelen die ingericht zijn om door de opening van een aandrijfwiel heen aan te grijpen op het naast gelegen tweede aandrijfwiel, voor een rotatievaste koppeling tussen het schakelmiddel en een aandrijfwiel. Hierdoor wordt het mogelijk om één of meer overbrengingen te verschaffen die naast het schakelmiddel geplaatst zijn aan een eerste zijde van het schakelmiddel en aan een van de eerste zijde van het schakelmiddel afgekeerde, tweede zijde van het schakelmiddel. De overbrengingen kunnen bijvoorbeeld zo worden ingericht dat overbrengingen die overeenkomen met een voorwaartse aandrijving van een voertuig aan de eerste zijde van het schakelmiddel worden geplaatst en dat bijvoorbeeld overbrengingen die overeenkomen met een achterwaartse aandrijving van een voertuig aan de tweede zijde van het schakelmiddel worden geplaatst. Anderzijds kunnen de overbrengingen bijvoorbeeld zo worden ingericht dat overbrengingen die overeenkomen met een voorwaartse aandrijving van een voertuig aan de eerste zijde van het schakelmiddel worden geplaatst en dat bijvoorbeeld overbrengingen aan de tweede zijde van het schakelmiddel worden geplaatst die een vaste koppeling op de eerste as en de tweede as hebben, welke overbrengingen geschikt zijn om een voertuig aan te drijven in een voorwaartse of een achterwaartse beweging van een voertuig bij een aandrijving van de aandrijfmiddelen in een richting die overeenkomt met een voorwaartse respectievelijk achterwaartse aandrijving.In one embodiment the switching means is provided on both sides with coupling means which are adapted to engage through the opening of a drive wheel on the adjacent second drive wheel, for a rotation-proof coupling between the switching means and a drive wheel. This makes it possible to provide one or more transmissions which are placed next to the switching means on a first side of the switching means and on a second side of the switching means remote from the first side of the switching means. The transmissions can, for example, be arranged such that transmissions corresponding to a forward drive of a vehicle are placed on the first side of the switching means and that, for example, transmissions corresponding to a rearward drive of a vehicle are placed on the second side of the switching means. On the other hand, the transmissions can for instance be arranged such that transmissions corresponding to a forward drive of a vehicle are placed on the first side of the switching means and that for example transmissions are placed on the second side of the switching means which have a fixed coupling on the first axis and have the second axle, which transmissions are suitable for driving a vehicle in a forward or reverse movement of a vehicle when the drive means are driven in a direction corresponding to a forward and reverse drive, respectively.

In een uitvoeringsvorm zijn de eerste aandrijfwielen met de tweede aandrijfwielen gekoppeld door middel van drijfriemen. Hierdoor wordt een transmissie verschaft waarbij op een alternatieve wijze de aandrijfmiddelen de aan te drijven middelen, zoals bijvoorbeeld een voertuig, aandrijven.In one embodiment, the first drive wheels are coupled to the second drive wheels by means of drive belts. This provides a transmission in which the drive means drive the means to be driven, such as for example a vehicle, in an alternative manner.

In een uitvoeringsvorm zijn de aandrijfwielen uitgevoerd in de vorm van tandwielen en zijn de drijfriemen uitgevoerd in de vorm van tandriemen. Hierdoor wordt een transmissie verschaft waarbij op een alternatieve wijze de aandrijfmiddelen de aan te drijven middelen, zoals bijvoorbeeld een voertuig, aandrijven. Getande drijfriemen zijn vooral geschikt voor het overbrengen van relatief grotere koppels en vermogens in vergelijking met drijfriemen zonder vertanding. Bij overbrengingen met getande drijfriemen vindt geen slip plaats bij de overdracht van koppel tussen een getand aandrijfwiel en een getande drijfriem, hetgeen wel bij drijfriemen zonder vertanding kan optreden.In one embodiment the drive wheels are in the form of gears and the drive belts are in the form of toothed belts. This provides a transmission in which the drive means drive the means to be driven, such as for example a vehicle, in an alternative manner. Toothed drive belts are especially suitable for transferring relatively larger torques and power compared to drive belts without toothing. In the case of transmissions with toothed drive belts, no slip occurs during the transmission of torque between a toothed drive wheel and a toothed drive belt, which can occur in the case of drive belts without toothing.

In een uitvoeringsvorm zijn de aandrijfwielen uitgevoerd in de vorm van kettingwielen en zijn de drijfriemen uitgevoerd in de vorm van kettingen. Hierdoor wordt een transmissie verschaft waarbij op een alternatieve wijze de aandrijfmiddelen de aan te drijven middelen, zoals bijvoorbeeld een voertuig, aandrijven. Kettingoverbrengingen zijn vooral geschikt voor het overbrengen van relatief grote koppels en vermogens, waarbij de kettingen met een grote trekkracht belast kunnen worden. Ook bij kettingoverbrengingen kan geen slip optreden bij de overdracht van koppel tussen een kettingwiel en een ketting. Bovendien kan bij toepassing van kettingen en kettingwielen gebruik gemaakt worden van gangbare fietsonderdelen.In one embodiment the drive wheels are in the form of chain wheels and the drive belts are in the form of chains. This provides a transmission in which the drive means drive the means to be driven, such as for example a vehicle, in an alternative manner. Chain transmissions are particularly suitable for transferring relatively large torques and capacities, whereby the chains can be loaded with a large pulling force. Even with chain transmissions, no slip can occur during the transmission of torque between a sprocket and a chain. Moreover, when bicycle chains and sprockets are used, conventional bicycle parts can be used.

In een uitvoeringsvorm omvatten de eerste aandrijfwielen en de eerste aan te drijven wielen in elkaar grijpende tandwielen, en verdere aandrijfwielen en verder aan te drijven wielen in elkaar grijpende tandwielen, bij voorkeur met één of meer verbindende tandwielen geplaatst tussen de eerste aandrijfwielen en de eerste aan te drijven wielen, respectievelijk de verdere aandrijfwielen en de verder aan te drijven wielen. Door toepassing van tandwielen kan de transmissie zeer compact uitgevoerd worden en kan de transmissie toegepast worden in bijvoorbeeld voertuigen waarbij grote koppels en vermogens overgebracht moeten worden.In one embodiment, the first drive wheels and the first wheels to be driven comprise interlocking gears, and further drive wheels and wheels to be driven further into interlocking gears, preferably with one or more connecting gears placed between the first drive wheels and the first wheels to be driven, respectively the further drive wheels and the wheels to be driven further. By using gears, the transmission can be made very compact and the transmission can be used in, for example, vehicles in which large torque and power have to be transmitted.

De uitvinding verschaft een versnellingsbak die geplaatst kan zijn tussen een aandrijving en aan te drijven wielen, waarbij de versnellingsbak een transmissie omvat die één van de voorgaande uitvoeringsvormen kan hebben. Hiermee wordt een versnellingsbak verschaft omvattende een transmissie volgens de uitvinding waarbij een keuzemogelijkheid wordt verschaft tussen twee of meer overbrengingen en die als een eenheid tussen de aandrijving en aan te drijven wielen plaatsbaar is.The invention provides a gearbox that can be placed between a drive and wheels to be driven, the gearbox comprising a transmission that can have one of the preceding embodiments. This provides a gearbox comprising a transmission according to the invention in which a selection option is provided between two or more transmissions and which can be placed as a unit between the drive and wheels to be driven.

In een uitvoeringsvorm omvat de aandrijving een trapaandrijving. Deze uitvoeringsvorm beoogt een inbouw of een opbouw van de versnellingsbak in of op een voertuig, zoals een kindervoertuig, kinderfietsje of een trapauto.In one embodiment, the drive comprises a pedal drive. This embodiment contemplates an installation or construction of the gearbox in or on a vehicle, such as a children's vehicle, children's bicycle or a pedal car.

In een uitvoeringsvorm is de transmissie in een behuizing ondergebracht die voorzien is van een eerste doorgaande opening voor een koppeling van de aandrijving of aandrijfmiddelen. met de eerste as. In een uitvoeringsvorm is de transmissie in een behuizing ondergebracht die voorzien is van een tweede doorgaande opening voor een koppeling van de aan te drijven wielen of middelen met de tweede as. Door het onderbrengen van de transmissie in een behuizing worden onderdelen, en vooral draaiende onderdelen van de transmissie beschermd tegen een schurende werking van bijvoorbeeld zand en/of tegen een corroderende werking van bijvoorbeeld modder en/of water. Voor een koppeling van de eerste as met de aandrij fmiddelen en de tweede as met aan te drijven middelen, is de behuizing voorzien van de eerste respectievelijk de tweede doorgaande opening. Omdat via de eerste en de tweede doorgaande openingen ook zand en/of modder en/of water binnen de behuizing zou kunnen raken kunnen de overbrenging tussen de aandrijfmiddelen en de eerste as, respectievelijk de overbrenging tussen de aan te drijven middelen en de tweede as ook in een behuizing worden opgenomen. In het geval deze overbrengingen door kettingen worden verschaft kunnen kettingkasten als behuizing werkzaam zijn.In one embodiment, the transmission is accommodated in a housing which is provided with a first through opening for coupling the drive or drive means. with the first axis. In one embodiment, the transmission is accommodated in a housing which is provided with a second through-opening for coupling the wheels or means to be driven with the second axle. By accommodating the transmission in a housing, parts, and especially rotating parts of the transmission, are protected against an abrasive action of, for example, sand and / or against a corrosive action of, for example, mud and / or water. For coupling the first shaft with the driving means and the second shaft with driving means, the housing is provided with the first and the second through-hole respectively. Because sand and / or mud and / or water could also get into the housing via the first and the second through openings, the transmission between the drive means and the first axis, and the transmission between the means to be driven and the second axis, can also be included in a housing. In case these transmissions are provided by chains, chain guards can act as a housing.

In een uitvoeringsvorm van de versnellingsbak is de transmissie in een behuizing ondergebracht die voorzien is van een geleidingsinrichting die ingericht is voor het geleiden van een ketting tijdens het invoeren ervan bij montage van de ketting om een kettingwiel van de transmissie. In een uitvoeringsvorm omvat de geleidingsinrichting een rand die op afstand geplaatst is van althans een deel van de omtrek van het kettingwiel waarop de ketting gemonteerd wordt. In een uitvoeringsvorm heeft de rand een dikte die zich tussen tegenoverliggende binnenschalmen van een ketting uitstrekt. In een uitvoeringsvorm heeft de rand een dikte die in hoofdzaak gelijk is aan een dikte van de tanden van een kettingwiel·. Deze maatregelen verschaffen elk een mogelijkheid om, zelfs wanneer de versnellingsbak gemonteerd is op een voertuig, waarbij de behuizing gesloten is, de aandrijfmiddelen en/of de aan te drijven middelen via een ketting te koppelen met een de transmissie in de versnellingsbak, door een uiteinde van de ketting om een kettingwiel te plaatsen, waarbij het uiteinde van de ketting door de geleidingsinrichting naar een plaats in de versnellingsbak geleid kan worden vanaf waar het uiteinde van de ketting opgepakt kan worden.In an embodiment of the gearbox, the transmission is accommodated in a housing which is provided with a guide device which is adapted to guide a chain during its introduction during assembly of the chain around a sprocket of the transmission. In one embodiment the guide device comprises an edge which is placed at a distance from at least a part of the circumference of the sprocket on which the chain is mounted. In one embodiment, the edge has a thickness that extends between opposite inner links of a chain. In one embodiment, the edge has a thickness that is substantially equal to a thickness of the teeth of a sprocket. These measures each provide a possibility, even when the gearbox is mounted on a vehicle with the housing closed, to link the drive means and / or the means to be driven via a chain to a transmission in the gearbox through an end of the chain for placing a chain wheel, wherein the end of the chain can be guided by the guide device to a place in the gearbox from where the end of the chain can be picked up.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can, where possible, also be applied separately from each other. These individual aspects can be the subject of split-off patent applications that are aimed at this. This applies in particular to the measures and aspects that are described per se in the subclaims.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:The invention will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments shown in the accompanying drawings. Shown is:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een transmissie volgens de uitvinding waarbij een bovenste helft van de behuizing is afgenomen.Figure 1 is a perspective view of a transmission according to the invention in which an upper half of the housing has been removed.

Figuur 2 een doorsnede van de transmissie volgens figuur 1.Figure 2 shows a section of the transmission according to Figure 1.

Figuur 3 een perspectivisch aanzicht van een uiteengenomen samenstelling omvattende twee kettingwielen en een schakelmiddel met een daaraan verbonden koppelmiddel dat kan ingrijpen op een van de twee kettingwielen.Figure 3 is a perspective view of an exploded composition comprising two sprockets and a switching means with a coupling means connected thereto that can engage one of the two sprockets.

Figuur 4A een perspectivisch aanzicht van een schakelmiddel met een daaraan verbonden koppelmiddel.Figure 4A is a perspective view of a switching means with a coupling means connected thereto.

Figuur 4B een zijaanzicht van een aantal door het koppelmiddel uit figuur 4A gekoppelde kettingwielen.Figure 4B is a side view of a number of sprockets coupled by the coupling means of Figure 4A.

Figuur 5 een mechanisme voor het verplaatsen van een schakelmiddel volgens figuur 3 of 4A.Figure 5 shows a mechanism for moving a switching means according to Figure 3 or 4A.

Figuur 6 een perspectivisch aanzicht van de opengewerkte behuizing met geleidingsinrichting voor het tijdens montage geleiden van een uiteinde van een ketting.Figure 6 is a perspective view of the cut-away housing with guide device for guiding an end of a chain during assembly.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENDETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

Figuur 1 toont een transmissie van een versnellingsbak 1 en een onderste helft van een behuizing 2 waarin een eerste as 100 is opgesteld parallel aan een tweede as 200, waarop kettingwielen zijn geplaatst voor het vormen van meerdere kettingoverbrengingen tussen de eerste as 100 en de tweede as 200.Figure 1 shows a transmission of a gearbox 1 and a lower half of a housing 2 in which a first shaft 100 is arranged parallel to a second shaft 200, on which sprockets are placed for forming a plurality of chain transmissions between the first shaft 100 and the second shaft 200.

Nabij de eerste as 100 is een voorzijde 21 van de behuizing 2 voorzien van een eerste doorgaande opening 22. Door deze opening 22 kan een althans ten dele buiten de transmissie 1 geplaatste aandrijfketting (niet getoond) gevoerd worden, die aangedreven kan worden door een buiten de transmissie 1 geplaatst kettingwiel dat bijvoorbeeld gekoppeld is met trappers (niet getoond) of met een motor, bijvoorbeeld een elektromotor.Near the first axis 100, a front side 21 of the housing 2 is provided with a first continuous opening 22. A drive chain (not shown) can be passed through this opening 22, which can be driven by an outside the sprocket 1 placed in the transmission 1 and coupled, for example, to pedals (not shown) or to a motor, for example an electric motor.

Nabij de tweede as 200 is een achterzijde 23 van de behuizing 2 voorzien van een tweede doorgaande opening 24. Door deze opening 24 kan een althans ten dele buiten de transmissie 1 geplaatste aan te drijven ketting (niet getoond) gevoerd worden, voor aandrijving van een buiten de transmissie 1 geplaatst kettingwiel dat bijvoorbeeld gekoppeld is met aan te drijven wielen (niet getoond) van een voertuig.Near the second shaft 200, a rear side 23 of the housing 2 is provided with a second continuous opening 24. Through this opening 24 a chain (not shown) that can be driven at least partially outside the transmission 1 can be passed, for driving a sprocket placed outside the transmission 1 and coupled for example with wheels to be driven (not shown) of a vehicle.

Een eerste kettingwiel 110 dat in hoofdzaak halverwege de lengte van de eerste as 100 hierop geplaatst is, is ingericht om gekoppeld te zijn met de niet getoonde althans ten dele buiten de versnellingsbak geplaatste aandrijfketting. De eerste as 100 is nabij een eerste uiteinde en een van het eerste uiteinde afgekeerde tweede uiteinde via respectievelijk een eerste lager 101 en een tweede lager 102 gekoppeld met de behuizing 2, waarbij de eerste as 100 kan roteren om een hartlijn 103.A first sprocket 110 that is placed thereon substantially halfway along the length of the first shaft 100 is adapted to be coupled to the drive chain (not shown at least partially) located outside the gearbox. The first shaft 100 is coupled to the housing 2 via a first bearing 101 and a second bearing 102, respectively, near a first end and a second end remote from the first end, and the first shaft 100 can rotate about a center line 103.

Tussen het eerste lager 101 en het eerste kettingwiel 110 is nabij het eerste lager 101 een tweede kettingwiel 130 vast op de eerste as 100 geplaatst.Between the first bearing 101 and the first sprocket 110, near the first bearing 101, a second sprocket 130 is fixedly mounted on the first shaft 100.

Tussen het eerste kettingwiel 110 en het tweede kettingwiel 130 is op de eerste as 100 een eerste naaf 3 geplaatst die over de eerste as 100 in de longitudinale richting V van de eerste as 100 verplaatst kan worden door een bediending van een mechanisme 4 waarvan een bedieningsas 41 zich in hoofdzaak dwars op de longitudinale richting V van de eerste as 100 uitstrekt.Between the first sprocket 110 and the second sprocket 130 is placed on the first shaft 100 a first hub 3 which can be displaced over the first shaft 100 in the longitudinal direction V of the first shaft 100 by operating a mechanism 4 of which an operating shaft 41 extends substantially transversely to the longitudinal direction V of the first axis 100.

Tussen het eerste kettingwiel 110 en het tweede lager 102 is een eerste set 120 van kettingwielen op de eerste as 100 geplaatst. In dit voorbeeld omvat de eerste set 120 van kettingwielen een derde, vierde, vijfde en zesde kettingwiel 122, 123, 124, 125, die, in deze volgorde, naast elkaar op de eerste as 100 geplaatst zijn tussen het eerste kettingwiel 110 en het tweede lager 102. Het eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde kettingwiel 110, 130, 122, 123, 124, 125 zijn aandrijfwielen die gekoppeld zijn met een aandrijfmiddel, zoals de althans ten dele buiten de versnellingsbak geplaatste aandrijfketting.Between the first sprocket 110 and the second bearing 102, a first set 120 of sprockets is placed on the first shaft 100. In this example, the first set of sprockets 120 comprises a third, fourth, fifth and sixth sprockets 122, 123, 124, 125, which, in this order, are placed side by side on the first axle 100 between the first sprocket 110 and the second bearing 102. The first, second, third, fourth, fifth and sixth sprockets 110, 130, 122, 123, 124, 125 are drive wheels that are coupled to a drive means, such as the drive chain placed at least partially outside the gearbox.

Een niet getoonde aan te drijven ketting kan aangrijpen op een zevende kettingwiel 210 dat in hoofdzaak halverwege de lengte van de tweede as 200 hierop geplaatst is. De tweede as 200 is nabij een eerste uiteinde en een van het eerste uiteinde afgekeerde tweede uiteinde via respectievelijk een derde lager 201 en een vierde lager 202 gekoppeld met de behuizing 2, waarbij de tweede as 200 kan roteren om een rotatieas 203 die in hoofdzaak samenvalt met een hartlijn die zich parallel aan een longitudinale richting W van de tweede as 200 uitstrekt.A chain to be driven not shown can engage on a seventh sprocket 210 which is placed thereon substantially halfway along the length of the second shaft 200. The second shaft 200 is coupled to the housing 2 via a third bearing 201 and a fourth bearing 202 respectively near a first end and a second end remote from the first end, the second shaft 200 being able to rotate about an axis of rotation 203 which substantially coincides with a center line extending parallel to a longitudinal direction W of the second axis 200.

Tussen het derde lager 201 en het zevende kettingwiel 210 is nabij het zevende kettingwiel 210 een achtste kettingwiel 211 op de tweede as 200 geplaatst. Het zevende en achtste kettingwiel 210 en 211 zijn elk ingericht om gekoppeld te zijn met de aan te drijven middelen, elk via een althans ten dele buiten de versnellingsbak 1 geplaatste ketting (niet getoond).Between the third bearing 201 and the seventh sprocket 210, near the seventh sprocket 210, an eighth sprocket 211 is placed on the second shaft 200. The seventh and eighth sprockets 210 and 211 are each adapted to be coupled to the means to be driven, each via a chain placed at least partially outside the gearbox 1 (not shown).

Tussen het achtste kettingwiel 211 en het eerste lager 201 is in dit voorbeeld nabij het eerste lager 201 een negende kettingwiel 230 geplaatst voor het vormen van een kettingoverbrenging (niet getoond) met het tweede kettingwiel 130 dat geplaatst is op de eerste as 100 nabij het eerste lager 101.In this example a ninth sprocket 230 is placed between the eighth sprocket 211 and the first bearing 201 near the first bearing 201 to form a chain transmission (not shown) with the second sprocket 130 placed on the first shaft 100 near the first bearing 101.

Tussen het achtste kettingwiel 211 en het negende kettingwiel 230 is op de tweede as 200 een tweede naaf 5 geplaatst die over de tweede as 200 in de longitudinale richting W van de tweede as 200 verplaatst kan worden door een bediening van een mechanisme 6 waarvan een bedieningsas 61 zich in hoofdzaak dwars op de longitudinale richting W van de tweede as 200 uitstrekt.Between the eighth sprocket 211 and the ninth sprocket 230, a second hub 5 is placed on the second shaft 200 which can be moved along the second shaft 200 in the longitudinal direction W of the second shaft 200 by operating a mechanism 6 of which an operating shaft 61 extends substantially transversely to the longitudinal direction W of the second axis 200.

Tussen het zevende kettingwiel 210 en het vierde lager 202 is een tweede set 220 van diverse kettingwielen geplaatst voor het vormen van een reeks naast elkaar gelegen kettingoverbrengingen met de eerste set 120 van kettingwielen die geplaatst zijn op de eerste as 100. In dit voorbeeld omvat de tweede set 120 van kettingwielen een tiende, elfde, twaalfde en dertiende kettingwiel 222, 223, 224, 225, die, in deze volgorde, op de tweede as 200 naast elkaar geplaatst zijn tussen het zevende kettingwiel 210 en het vierde lager 202. Het zevende, achtste, negende, tiende, elfde, twaalfde en dertiende kettingwiel 210, 211, 230, 222, 223, 224, 225 zijn aan te drijven wielen die gekoppeld zijn met een aan te drijven middel, zoals de althans ten dele buiten de versnellingsbak geplaatste aan te drijven ketting.Between the seventh sprocket 210 and the fourth bearing 202 a second set 220 of various sprockets is placed to form a series of adjacent chain transmissions with the first set 120 of sprockets that are placed on the first axis 100. In this example, the second set 120 of sprockets a tenth, eleventh, twelfth and thirteenth sprocket 222, 223, 224, 225, which, in this order, are placed side by side on the second shaft 200 between the seventh sprocket 210 and the fourth bearing 202. The seventh , eighth, ninth, tenth, eleventh, twelfth and thirteenth sprocket 210, 211, 230, 222, 223, 224, 225 are wheels that can be driven and coupled with a means to be driven, such as at least partially placed outside the gearbox chain to be driven.

Figuur 2 toont een onderste helft van de versnellingsbak 1 volgens de uitvinding, door middel van een doorsnede in een vlak waarin zich de hartlijnen 103, 104 van de eerste as 100 en de tweede as 200 bevinden. Op de eerste as 100 is de eerste naaf 3 geplaatst die werkzaam is als schakelmiddel en kan bijvoorbeeld door een spie-spiebaanverbinding (niet getoond) rotatievast gekoppeld zijn met de eerste as 100. In een andere uitvoeringsvorm kan de eerste as 100 rotatievast in de behuizing zijn opgesteld, waarbij zowel kettingwielen als de eerste naaf 3 draaibaar om de eerste as 100 zijn opgesteld.Figure 2 shows a lower half of the gearbox 1 according to the invention, by means of a section in a plane in which the center lines 103, 104 of the first axle 100 and the second axle 200 are located. On the first shaft 100 the first hub 3 is placed which acts as a switching means and can for instance be rotationally coupled to the first axis 100 by means of a keyway (not shown). In another embodiment, the first axis 100 can be rotationally fixed in the housing are arranged, wherein both sprockets and the first hub 3 are arranged rotatably about the first axis 100.

Zoals ook figuur 4A toont is de eerste naaf 3 aan een einde voorzien van een opstaande rand 31 die een eerste borst van de eerste naaf 3 vormt. Twee eerste pennen 34 en 35 van de eerste naaf 3 strekken zich uit als vingers dwars op de eerste borst 31 in een richting in hoofdzaak parallel aan de verplaatsingsrichting V en naar het tweede lager 102 toe gekeerd. De eerste pennen 34 en 35 fungeren als koppelmiddel voor het koppelen van de eerste naaf 3, die rotatievast gekoppeld is met de eerste as 100, met een kettingwiel, zoals het eerste, derde, vierde, vijfde en het zesde kettingwiel 110, 122, 123, 124, 125. De eerste pennen 34 en 35 kunnen verder ook als vingers 34 en 35 worden aangeduid.As also Figure 4A shows, the first hub 3 is provided at one end with an upstanding edge 31 which forms a first breast of the first hub 3. Two first pins 34 and 35 of the first hub 3 extend as fingers transversely to the first chest 31 in a direction substantially parallel to the direction of movement V and towards the second bearing 102. The first pins 34 and 35 act as a coupling means for coupling the first hub 3, which is rotationally coupled to the first shaft 100, with a sprocket such as the first, third, fourth, fifth and sixth sprockets 110, 122, 123 124, 125. The first pins 34 and 35 may further be referred to as fingers 34 and 35.

De eerste naaf 3 omvat nabij een van de eerste borst 31 afgekeerd einde een tweede opstaande rand 32 die een tweede borst 32 van de eerste naaf 3 vormt. In een ruimte 33 die zich rondom de eerste naaf 3 en tussen de eerste borst 31 en de tweede borst 32 uitstrekt kan een blokje 42 (getoond in figuur 1) van het bedieningsmechanisme 4 aangrijpen waarbij het blokje 42 is ingericht om de eerste naaf 3 axiaal over de eerste as 100 te verplaatsen, in de richting V.The first hub 3 comprises, near a end remote from the first breast 31, a second raised edge 32 which forms a second breast 32 of the first hub 3. In a space 33 which extends around the first hub 3 and between the first breast 31 and the second breast 32, a block 42 (shown in Figure 1) of the operating mechanism 4 can engage, the block 42 being arranged around the first hub 3 axially move along the first axis 100, in the direction V.

Het blokje 42 is in dit voorbeeld uitgevoerd als een glij schoen die in de ruimte 33 tussen de eerste en de tweede borst 31 en 32 van de eerste naaf 3 is opgesteld. De naar de ruimte 33 toegekeerde vlakken van de borsten 31 en 32 liggen althans ten dele tegen de glij schoen 42 aan, met een minimale speling. Bij een roteren van de eerste naaf 3 glijden de naar de ruimte 33 toegekeerde vlakken van de borsten 31 en 32 over zijvlakken van de glijschoen 42.The block 42 is in this example designed as a sliding shoe which is arranged in the space 33 between the first and the second breast 31 and 32 of the first hub 3. The surfaces of the breasts 31 and 32 facing the space 33 are at least partially abutting the sliding shoe 42, with a minimum of play. When the first hub 3 rotates, the surfaces of the breasts 31 and 32 facing the space 33 slide over side surfaces of the sliding shoe 42.

Figuur 5 toont een bedieningsmechanisme 4 omvattende een zwenkas 41, een houder 43 en een eerste en tweede rotatieas 45,46 waaromheen de glijschoen 42 draaibaar opgesteld kan worden. Door verdraaiing van een aan de zwenkas 41 gekoppelde houder 43 wordt een zijvlak van de glijschoen 42 tegen een naar de ruimte 33 toegekeerd vlak van de eerste borst 31 of de tweede borst 32 gebracht, om bij een verdere verdraaiing van de houder 43 de eerste naaf 3 te verplaatsten. In een andere uitvoeringsvorm kan een mechanisme toegepast worden waarbij de eerste naaf 3 onder invloed van een translatie van een alternatieve houder en/of een alternatieve glijschoen over de eerste as 100 verplaatst kan worden.Figure 5 shows an operating mechanism 4 comprising a pivot axis 41, a holder 43 and a first and second axis of rotation 45.46 around which the sliding shoe 42 can be rotatably arranged. By rotating a holder 43 coupled to the pivot axis 41, a side surface of the sliding shoe 42 is brought against a surface of the first breast 31 or the second breast 32 facing the space 33, so that the first hub is rotated further during rotation of the holder 43. 3 to be moved. In another embodiment, a mechanism can be used in which the first hub 3 can be moved over the first axis 100 under the influence of a translation of an alternative holder and / or an alternative sliding shoe.

Het eerste kettingwiel 110 dat door middel van aandrijfmiddelen, zoals bijvoorbeeld de aandrijfketting (niet getoond), aangedreven kan worden, is rotatievast gekoppeld met de eerste as 100. In dit voorbeeld is het kettingwiel 110 rotatievast gekoppeld met de eerste as 100 doordat uiteinden 36 en 37 van de eerste pennen 34 en 35 ingrijpen op doorgaande openingen 111 en 191 in het eerste kettingwiel 110, die ook getoond zijn in figuur 4B.The first sprocket 110 which can be driven by means of drive means, such as for example the drive chain (not shown), is rotationally coupled to the first axis 100. In this example, the sprocket 110 is rotationally coupled to the first axis 100 because ends 36 and 37 of the first pins 34 and 35 engage through through openings 111 and 191 in the first sprocket 110, which are also shown in Figure 4B.

In dit voorbeeld heeft de eerste naaf 3 twee tweede pennen 38 en 39 die zich dwars op de tweede borst 32 uitstrekken in een richting in hoofdzaak parallel aan de verplaatsingsrichting V, echter naar het eerste lager 101 toe gekeerd. Figuur 2 toont de transmissie 1 in de situatie waarin het tweede kettingwiel 130 rotatievast gekoppeld is met de eerste as 100 doordat de tweede pennen 38 en 39 ingrijpen op doorgaande openingen 131 en 132 in het tweede kettingwiel 130. In de getoonde situatie bevindt de transmissie 1 zich in een eerste modus voor een aandrijving van de aan te drijven middelen in een achterwaartse richting.In this example, the first hub 3 has two second pins 38 and 39 extending transversely to the second chest 32 in a direction substantially parallel to the direction of movement V, but facing the first bearing 101. Figure 2 shows the transmission 1 in the situation in which the second sprocket 130 is rotationally coupled to the first shaft 100 because the second pins 38 and 39 engage on through openings 131 and 132 in the second sprocket 130. In the situation shown, the transmission 1 is located in a first mode for driving the means to be driven in a rearward direction.

De transmissie 1 kan gebracht worden in een tweede modus voor het aandrijven van de aan te drijven middelen in een voorwaartse richting door een bediening van een mechanisme 4, waarbij de eerste naaf 3 in de richting V naar het tweede lager 102 toe verplaatst wordt. De uiteinden 38 en 39 worden teruggetrokken uit de doorgaande openingen 131 en 132 van het tweede kettingwiel 130, waarna in dit voorbeeld het tweede kettingwiel 130 zich rotatievrij op de eerste as 100 bevindt, bijvoorbeeld op de eerste as 100 gelagerd door een wentellager of een glijlager. De uiteinden 36 en 37 van de pennen 34 en 35 van de eerste naaf 3 die door het eerste kettingwiel 110 heen steken, kunnen tenminste reiken tot een derde kettingwiel 122 dat voorzien is van doorgaande openingen 112 en 192, zoals figuur 4B ook toont. Het derde kettingwiel 122 is in dit voorbeeld rotatievrij op de eerste asx100 geplaatst, bijvoorbeeld gelagerd door een wentellager of een glijlager. Wanneer bijvoorbeeld door een rotatie van het derde kettingwiel ten opzichte van de eerste as 100, de uiteinden 36 en 37 van de pennen 34 en 35 zich voor de doorgaande openingen 112 en 192 positioneren, kunnen onder invloed van een naar het tweede lager 102 verplaatsende eerste naaf 3 de uiteinden 36 en 37 in de doorgaande openingen 112 en 192 raken, voor het rotatievast koppelen van het derde kettingwiel 122 met de eerste naaf 3.The transmission 1 can be brought into a second mode for driving the means to be driven in a forward direction by operating a mechanism 4, wherein the first hub 3 is moved in the direction V to the second bearing 102. The ends 38 and 39 are retracted from the through openings 131 and 132 of the second sprocket 130, whereafter in this example the second sprocket 130 is located rotationally on the first shaft 100, for example on the first shaft 100 supported by a rolling bearing or a slide bearing . The ends 36 and 37 of the pins 34 and 35 of the first hub 3 which protrude through the first sprocket 110 can at least extend to a third sprocket 122 which is provided with through openings 112 and 192, as Fig. 4B also shows. In this example, the third sprocket 122 is placed rotation-free on the first axis x 100, for example, supported by a roller bearing or a slide bearing. If, for example, the ends 36 and 37 of the pins 34 and 35 are positioned in front of the through openings 112 and 192 due to a rotation of the third sprocket relative to the first shaft 100, a first moving towards the second bearing 102 can be moved. hub 3 touch the ends 36 and 37 in the through openings 112 and 192, for rotationally coupling the third sprocket 122 with the first hub 3.

Op dezelfde wijze kunnen het vierde, het vijfde en het zesde kettingwiel 123, 124, 125, die rotatievrij op de eerste as 100 geplaatst zijn en bijvoorbeeld gelagerd door een wentellager of een glijlager, rotatievast met de eerste as 100 gekoppeld worden door het verder verplaatsen van de eerste naaf 3 in de richting van het tweede lager 102. Voor het rotatievast koppelen zijn het vierde, vijfde en zesde kettingwiel 123, 124, 125 voorzien van doorgaande openingen 113 en 193, respectievelijk, 114 en 194, respectievelijk en 115 en 195, zoals figuur 4B ook toont.In the same way, the fourth, fifth and sixth sprockets 123, 124, 125, which are placed on the first shaft 100 in a rotation-free manner and which are, for example, mounted on a roller bearing or a sliding bearing, can be rotatably coupled to the first shaft 100 by moving further. of the first hub 3 in the direction of the second bearing 102. For rotation-proof coupling, the fourth, fifth and sixth sprockets 123, 124, 125 are provided with through openings 113 and 193, respectively, 114 and 194, and 115 and 195, respectively. as Figure 4B also shows.

Bij het verplaatsen van de eerste naaf 3 in een richting van het derde, vierde, vijfde en/of zesde kettingwiel 122, 123, 124, 125 hebben de uiteinden 36 en 37 van de eerste naaf 3 een zoekende functie om in en door de openingen 112, 113, 114, 115 van deze kettingwielen te kunnen steken. Om het insteken van de uiteinden 36 en 37 van de eerste naaf 3 soepel te laten verlopen, zijn de pennen 34 en 35 bij voorkeur taps uitgevoerd zoals figuur 4A toont. De naar de eerste borst 31 taps toelopende pennen 34 en 35 laten ook het terugtrekken van de pennen 34 en 35 van de eerste naaf 3 uit het derde, vierde, vijfde en/of zesde kettingwiel 122, 123, 124, 125 soepel verlopen, waarbij de tapse vorm voorkomt dat kettingwielen klemmend vast blijven zitten op de pennen 34 en 35.When moving the first hub 3 in a direction of the third, fourth, fifth and / or sixth sprocket 122, 123, 124, 125, the ends 36 and 37 of the first hub 3 have a searching function for entering and through the openings 112, 113, 114, 115 from these sprockets. In order for the insertion of the ends 36 and 37 of the first hub 3 to run smoothly, the pins 34 and 35 are preferably tapered as shown in Figure 4A. The pins 34 and 35 tapered toward the first breast 31 also allow for the retraction of the pins 34 and 35 of the first hub 3 from the third, fourth, fifth and / or sixth sprocket 122, 123, 124, 125 to run smoothly, the tapered shape prevents sprockets from getting stuck on pins 34 and 35.

Voor een voorwaartse aandrijving van de aan te drijven middelen kan een koppel via de eerste as 100 op de tweede as 200 overgebracht worden via één van de vier naast elkaar geplaatste kettingen (niet getoond) die het derde, vierde, vijfde en zesde kettingwiel 122, 123, 124, 125 koppelen met respectievelijk het tiende, elfde, twaalfde én dertiende kettingwiel 222, 223, 224, 225. Voor een uitsluitend voorwaartse aandrijving van de aan te drijven middelen zijn het tiende, elfde, twaalfde en dertiende kettingwiel 222, 223, 224, 225 met de tweede as 200 gekoppeld via een vrijloopkoppeling (niet getoond). De vrijloopkoppelingen zijn zodanig op de tweede as 200 geplaatst dat onder invloed van een aandrijving van de aandrijfmiddelen overeenkomend met een voorwaartse aandrijving van de aan te drijven middelen van een voertuig, een koppel op de tweede as 200 overgedragen kan worden in een richting die overeenkomt met de voorwaartse aandrijving van de aan te drijven middelen. Wanneer de aandrijfmiddelen worden aangedreven overeenkomend met een achterwaartse aandrijving, wordt geen koppel overgebracht via de eerste as 100 op de tweede as 200.For a forward drive of the means to be driven, a torque can be transmitted via the first axle 100 to the second axle 200 via one of the four adjacent chains (not shown) which the third, fourth, fifth and sixth sprockets 122, 123, 124, 125 are coupled to the tenth, eleventh, twelfth and thirteenth sprockets 222, 223, 224, 225 respectively. For exclusively forward drive of the means to be driven, the tenth, eleventh, twelfth and thirteenth sprockets 222, 223, 224, 225 coupled to the second shaft 200 via a freewheel clutch (not shown). The freewheel couplings are positioned on the second shaft 200 in such a way that under the influence of a drive of the drive means corresponding to a forward drive of the means to be driven of a vehicle, a torque can be transmitted to the second axle 200 in a direction corresponding to the forward drive of the means to be driven. When the drive means are driven corresponding to a reverse drive, no torque is transmitted via the first shaft 100 to the second shaft 200.

De naast elkaar gelegen kettingoverbrengingen hebben een oplopende overbrengingsverhouding gezien vanaf de kettingoverbrenging omvattende het derde en het tiende kettingwiel 122 en 222. In dit voorbeeld hebben het derde, vierde, vijfde en zesde kettingwiel 122, 123, 124, 125 een in deze volgorde groter aantal tanden en/of een grotere diameter, terwijl het tiende, elfde, twaalfde en dertiende kettingwiel 222, 223, 224, 225 allen een zelfde aantal tanden en/of een gelijke diameter. Wanneer het zesde kettingwiel 125 rotatievast gekoppeld is met de eerste as 100, waarbij impliciet ook het derde, vierde en vijfde kettingwiel 122, 123, 124 rotatievast gekoppeld zijn, is de snelheid van de ketting die het zesde kettingwiel 125 koppelt met het dertiende kettingwiel 225, het grootst van alle overbrengingen. Omdat in deze situatie het twaalfde, elfde en tiende kettingwiel 224, 223, 222 in deze volgorde met een langzamere omwentelingssnelheid draaien, kunnen het twaalfde, elfde en tiende kettingwiel 224, 223, 222 geen koppel op de tweede as 200 overbrengen. De langzamer draaiende kettingwielen kunnen zodoende vrij ten opzichte van een sneller draaiende tweede as 200 draaien, waarbij een kettingwiel waarvan de omwentelingssnelheid even groot is als die van de tweede as 200 koppel overbrengt.The adjacent chain transmissions have an increasing transmission ratio seen from the chain transmission comprising the third and the tenth sprockets 122 and 222. In this example, the third, fourth, fifth and sixth sprockets 122, 123, 124, 125 have a larger number in this order teeth and / or a larger diameter, while the tenth, eleventh, twelfth and thirteenth sprockets 222, 223, 224, 225 all have the same number of teeth and / or the same diameter. When the sixth sprocket 125 is rotationally coupled to the first axis 100, the third, fourth and fifth sprockets 122, 123, 124 also being rotationally coupled, the speed of the chain connecting the sixth sprocket 125 to the thirteenth sprocket 225 , the largest of all shipments. Because in this situation the twelfth, eleventh and tenth sprockets 224, 223, 222 rotate in this order at a slower speed of rotation, the twelfth, eleventh and tenth sprockets 224, 223, 222 cannot transmit torque to the second shaft 200. The slower rotating sprockets can thus rotate freely relative to a faster rotating second axle 200, a sprocket whose rotation speed is the same as that of the second axle 200 transmits torque.

Een kettingwiel op de tweede as 200 dat onderdeel uitmaakt van een kettingoverbrenging met een grootste overbrengingsverhouding, in dit voorbeeld het dertiende kettingwiel 225, kan permanent rotatievast verbonden zijn met de tweede as 200. Echter, in het geval waarbij het zesde kettingwiel 125 door de eerste naaf 3 rotatievast gekoppeld is met de eerste as 100, waarbij de transmissie van de versnellingsbak 1 geplaatst is op een voertuig dat bijvoorbeeld een helling afrijdt, kunnen de aan te drijven middelen, zoals bijvoorbeeld wielen, via de transmissie de aandrijfmiddelen aandrijven, zoals bijvoorbeeld trappers. Daarom is ook het in dit voorbeeld getoonde dertiende kettingwiel 225, via een vrijloopkoppeling (niet getoond) op de tweede as 200 geplaatst, zodat de tweede as 200 vrij ten opzichte van bijvoorbeeld een in hoofdzaak stilstaand kettingwiel 225 kan draaien.A sprocket on the second shaft 200 that forms part of a chain transmission with a largest transmission ratio, in this example the thirteenth sprocket 225, can be permanently rotatably connected to the second shaft 200. However, in the case where the sixth sprocket 125 is connected by the first hub 3 is rotationally coupled to the first axle 100, wherein the transmission from the gearbox 1 is placed on a vehicle that, for example, drives down a slope, the means to be driven, such as for instance wheels, can drive the drive means via the transmission, such as for instance pedals . Therefore, the thirteenth sprocket 225 shown in this example is also placed on the second shaft 200 via a freewheel clutch (not shown), so that the second shaft 200 can rotate freely relative to, for example, a substantially stationary sprocket 225.

Figuur 2 toont verder een transmissie van de versnellingsbak 1 volgens de uitvinding, waarbij het tweede kettingwiel 130 en het negende kettingwiel 230 via een ketting (niet getoond) gekoppeld kunnen zijn voor een achterwaartse aandrijving van de aan te drijven middelen van bijvoorbeeld een voertuig. Via deze kettingoverbrenging kan een koppel via de eerste as 100 op de tweede as 200 overgebracht worden, waarbij het negende kettingwiel 230 via een vrijloopkoppeling (niet getoond) in één rotatierichting rotatievast gekoppeld is met de tweede as 200. Daarbij is de vrijloopkoppeling zodanig op de tweede as 200 geplaatst dat onder invloed van een aandrijving van de aandrijfmiddelen de aan te drijven middelen worden aangedreven in een richting die overeenkomt met een achterwaartse aandrijving van bijvoorbeeld een voertuig. Om dit te bereiken is het negende kettingwiel 230 via een vrijloopkoppeling (niet getoond) gekoppeld met de tweede as 200 waarbij de vrijloopkoppeling zo op de tweede as 200 geplaatst is om de tweede as 200 in een richting te kunnen aandrijven die tegengesteld is aan een richting waarin de vrijloopkoppelingen waarmee het tiende, elfde, twaalfde en dertiende kettingwiel 222, 223, 224, 225 op de tweede as 200 gekoppeld zijn, de tweede as 200 kunnen aandrijven. Wanneer de aandrijfmiddelen worden aangedreven overeenkomend met een voorwaartse aandrijving, wordt geen koppel overgebracht via de eerste as 100 op de tweede as 200.Figure 2 further shows a transmission of the gearbox 1 according to the invention, wherein the second sprocket 130 and the ninth sprocket 230 can be coupled via a chain (not shown) for a rearward drive of the means to be driven of, for example, a vehicle. Via this chain transmission, a torque can be transmitted via the first shaft 100 to the second shaft 200, the ninth sprocket 230 being rotationally coupled to the second shaft 200 via a freewheel coupling (not shown) in one direction of rotation. second shaft 200 is placed under the influence of a drive of the drive means, the means to be driven are driven in a direction corresponding to a rearward drive of for instance a vehicle. To achieve this, the ninth sprocket 230 is coupled via a freewheel clutch (not shown) to the second axle 200, the freewheel clutch being positioned on the second axle 200 so as to be able to drive the second axle 200 in a direction opposite to one direction wherein the freewheel couplings to which the tenth, eleventh, twelfth and thirteenth sprockets 222, 223, 224, 225 are coupled to the second shaft 200 can drive the second shaft 200. When the drive means are driven corresponding to a forward drive, no torque is transmitted via the first shaft 100 to the second shaft 200.

In een ander voorbeeld kan het negende kettingwiel 230 echter ook in beide draairichtingen permanent rotatievast gekoppeld zijn met de tweede as 200, bijvoorbeeld door een spieverbinding. Hierdoor wordt het mogelijk om een koppel in twee richtingen te kunnen overbrengen via de eerste as 100 op de tweede as 200 via een ketting die het tweede kettingwiel 130 koppelt met het negende kettingwiel 230. Hierbij zijn de aandrijfmiddelen direct gekoppeld met de aan te drijven middelen waarmee bijvoorbeeld voorwaarts en achterwaarts gemanoeuvreerd kan worden voor het nauwkeurig positioneren van een voertuig waarop de versnellingsbak 1 geplaatst is.In another example, however, the ninth sprocket 230 can also be permanently rotatably coupled to the second axis 200 in both directions of rotation, for example through a key connection. This makes it possible to be able to transfer a torque in two directions via the first axis 100 to the second axis 200 via a chain which couples the second sprocket 130 to the ninth sprocket 230. The drive means are herein directly coupled to the means to be driven with which, for example, it is possible to maneuver forwards and backwards to accurately position a vehicle on which the gearbox 1 is placed.

Op de tweede as 200 is een tweede naaf 5 geplaatst die bijvoorbeeld door een spie-spiebaanverbinding 50 rotatievast gekoppeld is met de tweede as 200. De tweede naaf 5 is ingericht om een keuzemogelijkheid te verschaffen in een rotatievaste koppeling van de tweede as 200 met hetzij het zevende kettingwiel 210, hetzij het achtste kettingwiel 211. De transmissie 1 kan door de tweede naaf 5 gebracht worden in een eerste situatie, waarbij het zevende kettingwiel 210 rotatievast gekoppeld is met de tweede as 200 en het achtste kettingwiel 211 rotatievrij is. De transmissie 1 kan gebracht worden in een tweede situatie, waarbij het achtste kettingwiel 211 rotatievast gekoppeld is met de tweede as 200 en het zevende kettingwiel 210 rotatievrij is. De transmissie 1 kan gebracht worden in de eerste en/of tweede situatie door een bediening van een mechanisme 6 waarvan een bedieningsas 61 zich in hoofdzaak dwars op de longitudinale richting W van de tweede as 200 uitstrekt.A second hub 5 is placed on the second shaft 200, which is for example rotationally coupled to the second shaft 200 by means of a keyway connection 50. The second hub 5 is adapted to provide a choice in a rotation-proof coupling of the second shaft 200 with either the seventh sprocket 210, or the eighth sprocket 211. The transmission 1 can be brought by the second hub 5 into a first situation, wherein the seventh sprocket 210 is rotationally coupled to the second shaft 200 and the eighth sprocket 211 is rotation-free. The transmission 1 can be brought into a second situation in which the eighth sprocket 211 is rotationally coupled to the second shaft 200 and the seventh sprocket 210 is rotation-free. The transmission 1 can be brought into the first and / or second situation by operating a mechanism 6 of which an operating shaft 61 extends substantially transversely to the longitudinal direction W of the second shaft 200.

Figuur 3 toont dat de tweede naaf 5 in dit voorbeeld aan een eerste einde 58 is voorzien van twee naast elkaar gevormde opstaande randen 51 en 52 die een derde borst 51 en een vierde borst 52 van de tweede naaf 5 vormen. In een ruimte 53 die zich rondom de tweede naaf 5 en tussen de derde borst 51 en de vierde borst 52 uitstrekt kan een blokje 62 (getoond in figuur 1) aangrijpen op de derde borst 51 en de vierde borst 52 om de tweede naaf 5 axiaal over de tweede as 200 te kunnen verplaatsen, in een richting W.Figure 3 shows that the second hub 5 in this example is provided at a first end 58 with two juxtaposed upstanding edges 51 and 52 which form a third breast 51 and a fourth breast 52 of the second hub 5. In a space 53 which extends around the second hub 5 and between the third breast 51 and the fourth breast 52, a block 62 (shown in Figure 1) can engage the third breast 51 and the fourth breast 52 about the second hub 5 axially be able to move along the second axis 200, in a direction W.

In dit voorbeeld strekt zich op de derde borst 51 van de tweede naaf 5 een cilindrisch gedeelte 54 uit in een richting in hoofdzaak parallel aan de verplaatsingsrichting V en naar het vierde lager 202 toe gekeerd. Het cilindrische gedeelte 54 is bij een tweede einde 59, dat van het eerste einde 58 van de naaf afgekeerd is, voorzien van een aantal uitstekende delen waarvan figuur 2 een eerste uitstekend gedeelte 55 en een tweede uitstekend gedeelte 56 toont. De eerste en tweede uitstekende gedeelten 55 en 56 fungeren als koppelmiddel voor het koppelen van de tweede naaf 5, die rotatievast gekoppeld is met de tweede as 200, met het zevende of achtste kettingwiel 210, 211 en kunnen verder ook als tanden 55 en 56 worden aangeduid.In this example, a cylindrical portion 54 extends on the third breast 51 of the second hub 5 in a direction substantially parallel to the direction of movement V and faces the fourth bearing 202. At a second end 59, which is remote from the first end 58 of the hub, the cylindrical portion 54 is provided with a number of projecting parts, Figure 2 of which shows a first projecting part 55 and a second projecting part 56. The first and second protruding portions 55 and 56 function as a coupling means for coupling the second hub 5, which is rotationally coupled to the second shaft 200, to the seventh or eighth sprocket 210, 211 and can furthermore also be used as teeth 55 and 56 indicated.

Figuur 2 toont een situatie waarbij tenminste een eerste en tweede tand 55 en 56 van de tweede naaf 5 ingrijpen op een binnenwerk 212 van het achtste kettingwiel 211, welk achtste kettingwiel 211 rotatievrij op een buitenwerk 208 van het zevende kettingwiel 210 geplaatst is via een radiaal lager 217. Het binnenwerk 212 van het achtste kettingwiel 211 omvat tenminste met de eerste en de tweede tand 55 en 56 overeenkomstige holtes (niet getoond), waarop, in de getoonde situatie, tenminste de eerste en de tweede tand 55 en 56 van de tweede naaf 5 ingrijpen. Door tenminste de eerste en tweede tand 55 en 56 in de overeenkomstige holtes te brengen, is het achtste kettingwiel 211 vormgesloten rotatievast gekoppeld met de tweede as 200.Figure 2 shows a situation in which at least a first and second tooth 55 and 56 of the second hub 5 engage an inner gear 212 of the eighth sprocket 211, which eighth sprocket 211 is rotationally mounted on an outer gear 208 of the seventh sprocket 210 via a radial bearing 217. The inner gear 212 of the eighth sprocket 211 comprises at least cavities (not shown) corresponding to the first and the second tooth 55 and 56, on which, in the situation shown, at least the first and the second tooth 55 and 56 of the second hub 5 intervene. By inserting at least the first and second teeth 55 and 56 into the corresponding cavities, the eighth sprocket 211 is form-locked rotationally coupled to the second shaft 200.

Aldus kan via een rotatievaste koppeling tussen de tweede naaf 5 en de tweede as 200 een koppel van de tweede as 200 overgebracht worden op het achtste kettingwiel 211 dat via een aan te drijven ketting gekoppeld kan zijn met aan te drijven middelen van bijvoorbeeld een voertuig. Hierbij maakt het niet uit door welke kettingoverbrenging een koppel via de eerste as 100 op de tweede as 200 overgebracht wordt.Thus, through a rotation-proof coupling between the second hub 5 and the second shaft 200, a torque from the second shaft 200 can be transmitted to the eighth sprocket 211, which can be coupled via a chain to be driven to means to be driven from, for example, a vehicle. It is irrelevant in this connection through which chain transmission a torque is transmitted via the first shaft 100 to the second shaft 200.

Figuur 2 toont een situatie waarin het zevende kettingwiel 210 rotatievrij op de tweede as 200 geplaatst is, in dit voorbeeld door twee naast elkaar opgestelde radiale lagers 218 en 219. Het zevende kettingwiel 210 is ingericht om rotatievast gekoppeld te kunnen worden zodra het achtste kettingwiel 211 rotatievrij van de tweede as 200 is. Het in figuur 2 getoonde rotatievast gekoppelde achtste kettingwiel 211 kan rotatievrij raken door de tweede naaf 5 over de tweede as 200 in een longitudinale richting W van de tweede as 200 voldoende te verplaatsten in de richting van het zevende kettingwiel 210.Figure 2 shows a situation in which the seventh sprocket 210 is placed rotation-free on the second shaft 200, in this example by two adjacent radial bearings 218 and 219. The seventh sprocket 210 is adapted to be rotatably coupled once the eighth sprocket 211 the rotation of the second axis is 200. The rotationally fixedly coupled eighth sprocket 211 shown in Figure 2 can become rotation-free by sufficiently moving the second hub 5 along the second shaft 200 in a longitudinal direction W of the second shaft 200 in the direction of the seventh sprocket 210.

Figuur 5 toont een zwenkas 61, een houder 63 en een eerste en tweede rotatieas 65,66 waaromheen het blokje 62 draaibaar opgesteld kan worden. Door verdraaiing van een aan de zwenkas 61 gekoppelde houder 63 dwingt het blokje 62 de tweede naaf 5 te verplaatsen waarbij tenminste de eerste en de tweede tand 55 en 56 van de tweede naaf 5 los komen van de met tenminste de eerste en de tweede tand 55 en 56 overeenkomstige holtes in het binnenwerk 212 van het achtste kettingwiel 211. In een andere uitvoeringsvorm kan een mechanisme toegepast worden waarbij de tweede naaf 5 onder invloed van een translatie van een alternatieve houder en/of een alternatieve glijschoen over de tweede as 200 verplaatst kan worden.Figure 5 shows a pivot axis 61, a holder 63 and a first and second axis of rotation 65.66 around which the block 62 can be rotatably arranged. By rotating a holder 63 coupled to the pivot axis 61, the block 62 forces the second hub 5 to move, whereby at least the first and the second tooth 55 and 56 of the second hub 5 come loose from the at least the first and the second tooth 55 and 56 corresponding cavities in the inner gear 212 of the eighth sprocket 211. In another embodiment, a mechanism can be applied in which the second hub 5 can be moved over the second shaft 200 under the influence of a translation of an alternative holder and / or an alternative sliding shoe. to become.

Bij een verder verplaatsen van de tweede naaf 5 over de tweede as 200 in een longitudinale richting W naar het vierde lager 202 toe, kunnen de uitstekende gedeelten 55 en 56 ingrijpen op een binnenwerk 209 van het zevende kettingwiel 210, dat met tenminste de eerste en de tweede tand 55 en 56 overeenkomstige holtes 155 en 156 (getoond in figuur 3) omvat. Door tenminste de eerste en de tweede tand 55 en 56 van de tweede naaf 5 zich bevinden in de overeenkomstige holtes van het binnenwerk 209 van het zevende kettingwiel 210, is het zevende kettingwiel 210 vormgesloten rotatievast gekoppeld met de tweede as 200.When the second hub 5 is moved further along the second axis 200 in a longitudinal direction W towards the fourth bearing 202, the projecting portions 55 and 56 can engage an inner mechanism 209 of the seventh sprocket 210, which is provided with at least the first and the second tooth 55 and 56 comprises corresponding cavities 155 and 156 (shown in Figure 3). Due to the fact that at least the first and second teeth 55 and 56 of the second hub 5 are located in the corresponding cavities of the inner mechanism 209 of the seventh sprocket 210, the seventh sprocket 210 is form-locked rotationally coupled to the second shaft 200.

Aldus kan via een rotatievaste koppeling tussen de tweede naaf 5 en de tweede as 200 een koppel van de tweede as 200 overgebracht worden op het zevende kettingwiel 210 dat via een aan te drijven ketting gekoppeld kan zijn met aan te drijven middelen van bijvoorbeeld een voertuig.Thus, through a rotation-proof coupling between the second hub 5 and the second shaft 200, a torque from the second shaft 200 can be transmitted to the seventh sprocket 210, which can be coupled via a chain to be driven to means to be driven from, for example, a vehicle.

Figuur 2 toont dat het achtste kettingwiel 211 een groter aantal tanden en/of een grotere diameter heeft dan het zevende kettingwiel 210. De overbrengingsverhouding behorende bij een ketting die het zevende kettingwiel 210 koppelt met aan te drijven middelen is groter dan die behorende bij een ketting die het achtste kettingwiel 211 koppelt met aan te drijven middelen. Bij kleinere snelheden van de aan te drijven middelen heeft een rotatievaste koppeling van het achtste kettingwiel 211 met de tweede as 200 de voorkeur, terwijl bij grotere snelheden van de aan te drijven middelen een rotatievaste koppeling van het zevende kettingwiel 210 met de tweede as 200 de voorkeur heeft. Hierbij maakt het niet uit door welke kettingoverbrenging een koppel van de eerste as 100 op de tweede as 200 overgebracht wordt.Figure 2 shows that the eighth sprocket 211 has a greater number of teeth and / or a larger diameter than the seventh sprocket 210. The transmission ratio associated with a chain coupling the seventh sprocket 210 with drive means is greater than that associated with a chain which couples the eighth sprocket 211 with means to be driven. At smaller speeds of the means to be driven, a rotation-proof coupling of the eighth sprocket 211 to the second shaft 200 is preferred, while at higher speeds of the means to be driven, a rotation-proof coupling of the seventh sprocket 210 to the second shaft 200 is the is preferred. It does not matter here which chain transmission a torque is transmitted from the first shaft 100 to the second shaft 200.

Figuur 6 toont een geleidingsinrichting 9 die zich binnen de behuizing 2 bevindt nadat een ondergedeelte van de behuizing 2 gekoppeld is met een bovengedeelte behuizing 2, waarbij, in dit voorbeeld, het ondergedeelte en het bovengedeelte van de behuizing 2 identiek zijn. De geleidingsinrichting 9 omvat in dit voorbeeld twee schotten 91,92 die zich dwars uitstrekken op de hartlijn v,w welke samenvallen met de hartlijn 102, 103 van de eerste as 100 en de tweede as 200.Figure 6 shows a guiding device 9 located within the housing 2 after a lower part of the housing 2 is coupled to an upper part of the housing 2, wherein, in this example, the lower part and the upper part of the housing 2 are identical. In this example, the guiding device 9 comprises two partitions 91, 92 which extend transversely to the axis v, w which coincide with the axis 102, 103 of the first axis 100 and the second axis 200.

De schotten 91,92 zijn aan een onderzijde 90 met de behuizing 2 verbonden. Vanaf een naar de voorzijde 21 van de behuizing 2 toegekeerd eerste uiteinde 93 van de schotten 91,92 is een boogvormige rand 94 gevormd met een radius R waarbinnen een met een kettingwiel gekoppelde aandrijfketting vrij kan draaien zonder de boogvormige rand 94 te raken. De boogvormige rand 94 strekt zich uit tussen het eerste uiteinde 93 en een tweede uiteinde 95 dat zich althans nabij een vlak bevindt welke vlak zich door de hartlijnen v,w van de eerste as 100 en de tweede as 200 uitstrekt.The partitions 91, 92 are connected to the housing 2 on a lower side 90. From a first end 93 of the baffles 91, 92 facing the front side 21 of the housing 2, an arcuate edge 94 is formed with a radius R within which a drive chain coupled to a sprocket wheel can rotate freely without touching the arcuate edge 94. The arcuate edge 94 extends between the first end 93 and a second end 95 which is at least near a plane which extends through the center lines v, w of the first axis 100 and the second axis 200.

Vanaf een naar de achterzijde 23 van de behuizing 2 toegekeerd derde uiteinde 96 van de schotten 91,92 is een boogvormige rand 97 gevormd met een radius R waarbinnen een met een kettingwiel gekoppelde aan te drijven ketting vrij kan draaien zonder de boogvormige rand 97 te raken. De boogvormige rand 97 strekt zich uit tussen het derde uiteinde 96 en een vierde uiteinde 98 dat zich althans nabij een vlak bevindt welke vlak zich door de hartlijnen v,w van de eerste as 100 en de tweede as 200 uitstrekt.From a third end 96 of the baffles 91,92 facing the rear side 23 of the housing 2, an arcuate edge 97 is formed with a radius R within which a chain to be driven coupled with a sprocket wheel can rotate freely without touching the arcuate edge 97 . The arcuate edge 97 extends between the third end 96 and a fourth end 98 which is located at least near a plane which extends through the axes v, w of the first axis 100 and the second axis 200.

Parallel aan het vlak door de hartlijnen v,w van de eerste as 100 en de tweede as 200 strekt zich een rand 99 uit tussen het tweede uiteinde 95 en het vierde uiteinde 98. In dit voorbeeld is een verbindingsschot 900 geplaatst tussen de twee schotten 91,92 van de geleidingsinrichting 9 voor een stijvere onderlinge verbinding van de schotten 91,92 in de richting van de hartlijnen v,w.Parallel to the plane through the center lines v, w of the first axis 100 and the second axis 200, an edge 99 extends between the second end 95 and the fourth end 98. In this example, a connecting baffle 900 is placed between the two baffles 91 92 of the guiding device 9 for a stiffer mutual connection of the baffles 91,92 in the direction of the center lines v, w.

Bij montage van de versnellingsbak 1 in een voertuig, dient de transmissie enerzijds gekoppeld te worden met de aandrijving via de aandrijfketting en anderzijds met bijvoorbeeld aan te drijven wielen via de aan te drijven ketting. Bij het inbrengen van de aandrijfketting door de doorgaande opening 22 van de behuizing 2, kan een uiteinde van de aandrijfketting op bijvoorbeeld het eerste kettingwiel 110 aangebracht worden, waarna het eerste kettingwiel 110 over een bepaalde hoek verdraaid kan worden, waarbij de aandrijfketting door de boogvormige rand 94 naar het eerste uiteinde 93 van het schot 91,92 geleid kan worden. Zodra de aandrijfketting tot nabij het eerste uiteinde 93 reikt kan het uiteinde van de aandrijfketting bijvoorbeeld handmatig opgepakt worden en met het van dit uiteinde van de aandrijfketting afgekeerde andere uiteinde gekoppeld worden.When mounting the gearbox 1 in a vehicle, the transmission must be coupled on the one hand to the drive via the drive chain and on the other hand to, for example, wheels to be driven via the chain to be driven. When the drive chain is introduced through the through opening 22 of the housing 2, an end of the drive chain can be provided on, for example, the first sprocket 110, after which the first sprocket 110 can be rotated through a certain angle, the drive chain being driven by the arcuate edge 94 can be guided to the first end 93 of the baffle 91.92. As soon as the drive chain reaches near the first end 93, the end of the drive chain can for instance be picked up manually and coupled to the other end remote from this end of the drive chain.

Op analoge wijze kan een aan te drijven ketting door de doorgaande opening 24 van de behuizing 2 ingebracht worden en om bijvoorbeeld het zevende en/of het achtste kettingwiel 210, 211 aangebracht worden, waarbij de aan te drijven ketting door de boogvormige rand 97 naar het derde uiteinde 96 van het schot 91,92 geleid kan worden. Zodra de aandrijfketting tot nabij het derde uiteinde 96 reikt kan het uiteinde van de aan te drijven ketting bijvoorbeeld handmatig opgepakt worden en met het van dit uiteinde van de aan te drijven ketting afgekeerde andere uiteinde gekoppeld worden.In an analogous manner, a chain to be driven can be introduced through the through opening 24 of the housing 2 and arranged, for example, around the seventh and / or the eighth sprocket 210, 211, the chain to be driven through the arcuate edge 97 towards the third end 96 of the baffle 91.92 can be guided. As soon as the drive chain reaches near the third end 96, the end of the chain to be driven can for instance be picked up manually and coupled to the other end remote from this end of the chain to be driven.

Geleiding van een ketting tegen de boogvormige rand 94,97 wordt bereikt wanneer de rand 94,97 een dikte D heeft die past tussen tegenover elkaar gelegen op zich bekende binnenschalmen van een op zich bekende ketting, zoals een rollen ketting. Hetzelfde effect wordt bereikt wanneer de rand 94,97 een dikte D heeft die in hoofdzaak gelijk is aan de dikte van de tanden van het kettingwiel.Guidance of a chain against the arcuate edge 94.97 is achieved when the edge 94.97 has a thickness D that fits between opposing per se known inner links of a per se known chain, such as a roller chain. The same effect is achieved when the edge 94.97 has a thickness D that is substantially equal to the thickness of the sprocket teeth.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding. Zo kunnen in de transmissie 1 kettingoverbrengingen geplaatst zijn waarbij het tweede kettingwiel 130, het derde kettingwiel 122, het vierde kettingwiel 123, het vijfde kettingwiel 124 en het zesde kettingwiel 125 door een afzonderlijke ketting gekoppeld zijn met respectievelijk het negende kettingwiel 230, het tiende kettingwiel 222, het elfde kettingwiel 223, het twaalfde kettingwiel 224 en het dertiende kettingwiel 225. In plaats van de kettingoverbrengingen kunnen bijvoorbeeld riemoverbrengingen worden toegepast, waarbij de kettingen vervangen kunnen zijn door een riem of een getande riem en waarbij de kettingwielen vervangen zijn door een aandrijfwiel waarop de riem door frictie aangrijpt respectievelijk een aandrijfwiel dat voorzien is van uitwendige vertanding. Andere varianten hierop kunnen gevormd worden door bijvoorbeeld toepassing van een tandwieloverbrenging, waarbij de kettingwielen vervangen zijn door tandwielen die voorzien zijn van uitwendige vertanding. Bij een tandwieloverbrenging is een draairichting van een eerste tandwiel dat geplaatst is op de eerste as 100, welk eerste tandwiel ingrijpt op een tweede tandwiel dat geplaatst is op de tweede as 200, tegengesteld aan een draairichting van het tweede tandwiel. De onderling tegengesteld gerichte draairichting kan bijvoorbeeld gecompenseerd worden door het plaatsen van een derde tandwiel op een derde as tussen de eerste as 100 en de tweede as 200 (niet getoond), waarbij het eerste tandwiel ingrijpt op het derde tandwiel en het derde tandwiel ingrijpt op het tweede tandwiel.The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. Starting from the above explanation, many variations will be evident to those skilled in the art that fall within the spirit and scope of the present invention. For example, in the transmission 1 chain transmissions can be placed wherein the second sprocket 130, the third sprocket 122, the fourth sprocket 123, the fifth sprocket 124 and the sixth sprocket 125 are coupled by a separate chain to the ninth sprocket 230, the tenth sprocket respectively 222, the eleventh sprocket 223, the twelfth sprocket 224 and the thirteenth sprocket 225. For example, instead of the chain transmissions, belt transmissions may be used, wherein the chains may be replaced by a belt or a toothed belt and wherein the sprockets are replaced by a drive wheel on which the belt engages by friction or a drive wheel provided with external teeth. Other variants of this can be formed by, for example, the use of a gear transmission, wherein the sprockets have been replaced by gears provided with external teeth. In a gear transmission, a direction of rotation of a first gear placed on the first shaft 100, which first gear engages a second gear placed on the second shaft 200, is opposite to a direction of rotation of the second gear. The mutually opposite direction of rotation can be compensated, for example, by placing a third gear on a third axis between the first axis 100 and the second axis 200 (not shown), wherein the first gear engages the third gear and the third gear engages the second gear.

Voor de uitvinding maakt het niet uit of in de transmissie aanwezige overbrengingen uitgevoerd worden als kettingoverbrengingen, riemoverbrengingen, tandwieloverbrengingen, of een alternatieve overbrenging. Daarom kan daar waar in deze octrooiaanvrage gesproken is over een ketting, een kettingwiel en een kettingoverbrenging respectievelijk een overbrengingsmiddel, een aandrijfwiel en/of een aan te drijven wiel en een overbrenging gelezen worden.For the invention, it does not matter whether transmissions present in the transmission are designed as chain transmissions, belt transmissions, gear transmissions, or an alternative transmission. Therefore, wherever reference is made in this patent application to a chain, a chain wheel and a chain transmission, a transmission means, a drive wheel and / or a wheel to be driven and a transmission can be read.

Samengevat verschaft de uitvinding een transmissie en versnellingsbak met een dergelijke transmissie, omvattende een eerste as omvattende een eerste en een tweede aandrijfwiel, een tweede as omvattende een eerste en een tweede aan te drijven wiel, waarbij het eerste, respectievelijk tweede, aandrijfwiel gekoppeld is met het eerste, respectievelijk tweede, aan te drijven wiel, waarbij althans het tweede aandrijfwiel vrij draaibaar op de eerste as geplaatst is, en een schakelmiddel dat parallel met en/of over de eerste as verplaatsbaar is om in te grijpen op een aandrijfwiel, waarbij het eerste aandrijfwiel geplaatst is tussen het schakelmiddel en het tweede aandrijfwiel, en een opening omvat, waarbij het schakelmiddel rotatievast verbonden is met een langs de eerste as uitstrekkend koppelmiddel dat is ingericht om door de opening van het eerste aandrijfwiel heen aan te grijpen op het naast gelegen tweede aandrijfwiel, voor een rotatievaste koppeling tussen het schakelmiddel en het tweede aandrijfwiel.In summary, the invention provides a transmission and gearbox with such a transmission, comprising a first axle comprising a first and a second drive wheel, a second axle comprising a first and a second drive wheel, the first and second drive wheels respectively being coupled to the first, respectively second, wheel to be driven, wherein at least the second drive wheel is placed freely rotatably on the first axis, and a switching means which is displaceable parallel to and / or over the first axis to engage a drive wheel, the first drive wheel is placed between the switching means and the second drive wheel, and comprises an opening, the switching means being rotationally connected to a coupling means extending along the first axis and adapted to engage through the opening of the first drive wheel on the adjacent second drive wheel, for a rotation-proof coupling between the switching means and the second th drive wheel.

Claims (32)

1. Transmissie omvattende: een eerste as omvattende een eerste en een tweede aandrij fwiel, een tweede as omvattende een eerste en een tweede aan te drijven wiel, waarbij het eerste aandrijfwiel gekoppeld is met het eerste aan te drijven wiel en het tweede aandrijfwiel gekoppeld is met het tweede aan te drijven wiel, waarbij althans het tweede aandrijfwiel vrij draaibaar op de eerste as geplaatst is, en een schakelmiddel dat parallel aan en/of over de eerste as verplaatsbaar is om in te grijpen op een van de aandrij fwielen, met het kenmerk dat het eerste aandrijfwiel geplaatst is tussen het schakelmiddel en het tweede aandrijfwiel, en een opening omvat, waarbij het schakelmiddel rotatievast verbonden is met een langs de eerste as uitstrekkend koppelmiddel dat is ingericht om door de opening van het eerste aandri j fwiel heen aan te grijpen op het naast gelegen tweede aandrijfwiel, voor een rotatievaste koppeling tussen het schakelmiddel en het tweede aandrijfwiel.A transmission comprising: a first axle comprising a first and a second drive wheel, a second axle comprising a first and a second drive wheel, wherein the first drive wheel is coupled to the first drive wheel and the second drive wheel is coupled with the second wheel to be driven, wherein at least the second drive wheel is placed freely rotatably on the first axle, and a switching means which is displaceable parallel to and / or over the first axle to engage one of the drive wheels, with the characterized in that the first drive wheel is placed between the switching means and the second drive wheel, and comprises an opening, the switching means being rotationally connected to a coupling means extending along the first axis and adapted to be passed through the opening of the first drive wheel engaging the adjacent second drive wheel, for a rotation-proof coupling between the switching means and the second drive wheel. 2. Transmissie volgens conclusie 1, waarbij het eerste en/of het tweede aan te drijven wiel via een vrijloopkoppeling geplaatst is op de tweede as.Transmission according to claim 1, wherein the first and / or the second wheel to be driven is placed on the second axle via a freewheel clutch. 3. Transmissie volgens conclusie 1 of 2, waarbij het schakelmiddel bij een ingrijpen van het koppelmiddel op het tweede aandrijfwiel, rotatievast gekoppeld is met zowel het eerste als het tweede aandrijfwiel.3. Transmission as claimed in claim 1 or 2, wherein when the coupling means engages the second drive wheel, the switching means is rotationally coupled to both the first and the second drive wheel. 4. Transmissie volgens conclusie 2 of 3, waarbij een eerste overbrengingsverhouding van een eerste overbrenging tussen het eerste aandrijfwiel en het eerste aan te drijven wiel kleiner is dan een tweede overbrengingsverhouding van een tweede overbrenging tussen het tweede aandrijfwiel en het tweede aan te drijven wiel.Transmission according to claim 2 or 3, wherein a first transmission ratio of a first transmission between the first drive wheel and the first wheel to be driven is smaller than a second transmission ratio of a second transmission between the second drive wheel and the second wheel to be driven. 5. Transmissie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij naast het tweede aandrijfwiel aan een zijde die van het eerste aandrijfwiel afgekeerd is, één of meer verdere aandrijfwielen vrij draaibaar op de eerste as geplaatst zijn die elk gekoppeld zijn met één of meer op de tweede as geplaatste verdere aan te drijven wielen voor het vormen van een serie naast elkaar geplaatste overbrengingen.5. Transmission as claimed in any of the foregoing claims, wherein in addition to the second drive wheel on a side remote from the first drive wheel, one or more further drive wheels are placed freely rotatable on the first axis, each of which is coupled to one or more on the second further wheels to be driven for axle to form a series of side-by-side transmissions. 6. Transmissie volgens conclusie 5, waarbij het tweede en/of de verdere aandrijfwielen een opening omvat en/of omvatten waardoorheen het koppelmiddel kan aangrijpen op het tweede en/of de verdere aandrijfwielen voor een rotatievaste koppeling tussen het schakelmiddel en één of meer van de aandrijfwielen.Transmission as claimed in claim 5, wherein the second and / or the further drive wheels comprise an opening and / or comprise through which the coupling means can engage on the second and / or the further drive wheels for a rotation-proof coupling between the switching means and one or more of the drive wheels. 7. Transmissie volgens conclusie 5 of 6, waarbij overbrengingsverhoudingen van de naast elkaar geplaatste overbrengingen vanaf het schakelmiddel beschouwd groter worden.Transmission as claimed in claim 5 or 6, wherein transmission ratios of the transmissions placed next to each other from the switching means become considered larger. 8. Transmissie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het koppelmiddel tenminste één eerste vinger omvat die zich in hoofdzaak parallel aan de eerste as uitstrekt naar de aandrijfwielen, waarbij de vinger is ingericht voor het door de openingen van de aandrij fwielen heen steken, waarbij afmetingen van de vinger kleiner of gelijk zijn aan afmetingen van de openingen.8. Transmission as claimed in any of the foregoing claims, wherein the coupling means comprise at least one first finger which extends substantially parallel to the first axis to the drive wheels, the finger being adapted to protrude through the openings of the drive wheels, wherein dimensions of the finger are smaller or equal to dimensions of the openings. 9. Transmissie volgens conclusie 8, waarbij de vinger in een richting van de aandrijfwielen taps afloopt.9. Transmission as claimed in claim 8, wherein the finger tapers in a direction of the drive wheels. 10. Transmissie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het schakelmiddel een aangrijpdeel omvat waarop een bedieningsmiddel kan aangrijpen voor een in hoofdzaak parallel met en/of over de eerste . as verplaatsen van het schakelmiddel.10. Transmission as claimed in any of the foregoing claims, wherein the switching means comprises an engaging part on which an operating means can engage for a substantially parallel with and / or over the first. axis of the switching means. 11. Transmissie volgens conclusie 10, waarbij het aangrijpdeel in hoofdzaak rotatiesymmetrisch gevormd is ten opzichte van de eerste as.11. Transmission as claimed in claim 10, wherein the engaging part is shaped substantially rotationally symmetrically with respect to the first axis. 12. Transmissie volgens conclusie 10 of 11, waarbij het bedieningsmiddel een glijschoen omvat voor het aangrijpen op het aangrijpdeel van het schakelmiddel.12. Transmission according to claim 10 or 11, wherein the operating means comprises a sliding shoe for engaging the engaging part of the switching means. 13. Transmissie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het bedieningsmiddel een houder omvat voor de glijschoen, waarbij de houder draaibaar is opgesteld om een bedieningsas die zich in hoofdzaak dwars uitstrekt op een verplaatsingsrichting van het schakelmiddel.A transmission as claimed in any one of the preceding claims, wherein the operating means comprise a holder for the sliding shoe, the holder being rotatably arranged about an operating axis which extends substantially transversely to a direction of movement of the switching means. 14. Transmissie volgens conclusie 13, waarbij het bedieningsmiddel een houder omvat waarop de glijschoen draaibaar is opgesteld om een scharnieras die zich in hoofdzaak dwars uitstrekt op een verplaatsingsrichting van het schakelmiddel.14. Transmission as claimed in claim 13, wherein the operating means comprise a holder on which the sliding shoe is rotatably arranged about a pivot axis which extends substantially transversely of a direction of movement of the switching means. 15. Transmissie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het schakelmiddel bij een ingrijpen van het koppelmiddel op het tweede aandrijfwiel, alleen rotatievast gekoppeld is met het tweede aandrijfwiel.Transmission as claimed in any of the foregoing claims, wherein the switching means, when the coupling means engages on the second drive wheel, is only rotationally coupled to the second drive wheel. 16. Transmissie volgens conclusie 15, waarbij het koppelmiddel aan een naar de aandrijfwielen gekeerd uiteinde voorzien is van radiaal uitstrekkende tanden.Transmission as claimed in claim 15, wherein the coupling means is provided with radially extending teeth on an end facing the drive wheels. 17. Transmissie volgens conclusie 16, waarbij de aandrijfwielen uitsparingen omvatten voor het ontvangen van de radiaal uitstrekkende tanden van het koppelmiddel·.17. Transmission according to claim 16, wherein the drive wheels comprise recesses for receiving the radially extending teeth of the coupling means. 18. Transmissie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste aandrijfwiel draaibaar op het tweede aandrijfwiel geplaatst is.A transmission according to any one of the preceding claims, wherein the first drive wheel is rotatably placed on the second drive wheel. 19. Transmissie volgens één van . de voorgaande conclusies, waarbij het schakelmiddel en het koppelmiddel als één geheel gevormd is.19. Transmission according to one of. the preceding claims, wherein the switching means and the coupling means are formed as a whole. 20. Transmissie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het schakelmiddel aan weerszijden voorzien is van koppelmiddelen die ingericht zijn om door de opening van een aandrijfwiel heen aan te grijpen op het naast gelegen tweede aandrijfwiel, voor een rotatievaste koppeling tussen het schakelmiddel en een aandrijfwiel.20. Transmission as claimed in any of the foregoing claims, wherein the switching means is provided on either side with coupling means which are adapted to engage through the opening of a drive wheel on the adjacent second drive wheel, for a rotation-proof coupling between the switching means and a drive wheel . 21. Transmissie volgens één van de conclusies 1-20, waarbij de aandrijfwielen met de aan te drijven gekoppeld zijn door middel van drijfriemen.21. Transmission as claimed in any of the claims 1-20, wherein the drive wheels are coupled to the drives to be driven by means of drive belts. 22. Transmissie volgens conclusie 21, waarbij de aandrijfwielen en de aan te drijven wielen uitgevoerd zijn in de vorm van getande wielen en waarbij de drijfriemen uitgevoerd zijn in de vorm van tandriemen of getande riemen.Transmission according to claim 21, wherein the drive wheels and the wheels to be driven are designed in the form of toothed wheels and wherein the driving belts are designed in the form of toothed belts or toothed belts. 23. Transmissie volgens conclusie 21, waarbij de aandrijfwielen en de aan te drijven wielen uitgevoerd zijn in de vorm van kettingwielen en waarbij de drijfriemen uitgevoerd zijn in de vorm van kettingen.Transmission according to claim 21, wherein the drive wheels and the wheels to be driven are designed in the form of chain wheels and wherein the drive belts are designed in the form of chains. 24. Transmissie volgens één van de conclusies 1-20, waarbij de eerste aandrijfwielen en de eerste aan te drijven wielen in elkaar grijpende tandwielen omvatten, en verdere aandrijfwielen en verder aan te drijven wielen in elkaar grijpende tandwielen omvatten, bij voorkeur met één of meer verbindende tandwielen geplaatst tussen de eerste aandrijfwielen en de eerste aan te drijven wielen, respectievelijk de verdere aandrijfwielen en de verder aan te drijven wielen.Transmission as claimed in any of the claims 1-20, wherein the first drive wheels and the first wheels to be driven comprise interlocking gears, and further drive wheels and wheels to be driven further comprise interlocking gears, preferably with one or more connecting gears placed between the first drive wheels and the first wheels to be driven, the further drive wheels and the wheels to be driven further, respectively. 25. Versnellingsbak geplaatst tussen een aandrijving en aan te drijven wielen, waarbij de versnellingsbak een transmissie volgens één van de voorgaande conclusies omvat.A gearbox placed between a drive and wheels to be driven, the gearbox comprising a transmission according to any one of the preceding claims. 26. Versnellingsbak volgens conclusie 25, waarbij de aandrijving een trapaandrijving omvat.The gearbox of claim 25, wherein the drive comprises a pedal drive. 27. Versnellingsbak volgens conclusie 25 of 26, waarbij de transmissie in een behuizing is ondergebracht die voorzien is van een eerste doorgaande opening voor een koppeling van de transmissie met de eerste as.A gearbox according to claim 25 or 26, wherein the transmission is accommodated in a housing which is provided with a first through opening for coupling the transmission with the first axis. 28. Versnellingsbak volgens conclusie 25, 26 of 27, waarbij de transmissie in een behuizing is ondergebracht die voorzien is van een tweede doorgaande opening voor een koppeling van de transmissie met de tweede as.A gearbox according to claim 25, 26 or 27, wherein the transmission is accommodated in a housing which is provided with a second through opening for coupling the transmission to the second axis. 29. Versnellingsbak volgens één van de conclusies 25-28, waarbij de transmissie in een behuizing is ondergebracht die voorzien is van een geleidingsinrichting die ingericht is voor het geleiden van een ketting tijdens het invoeren ervan bij montage van de ketting om een kettingwiel van de transmissie.A gearbox according to any one of claims 25-28, wherein the transmission is accommodated in a housing which is provided with a guide device which is adapted to guide a chain during its introduction when mounting the chain around a sprocket of the transmission . 30. Versnellingsbak volgens conclusie 29, waarbij de geleidingsinrichting een rand omvat die op afstand geplaatst is van althans een deel van de omtrek van het kettingwiel waarop de ketting gemonteerd kan worden.The gearbox of claim 29, wherein the guide device comprises an edge spaced from at least a portion of the circumference of the sprocket on which the chain can be mounted. 31. Versnellingsbak volgens conclusie 30, waarbij de rand een dikte heeft die zich tussen tegenoverliggende binnenschalmen van een ketting uitstrekt.The gearbox of claim 30, wherein the rim has a thickness that extends between opposite inner links of a chain. 32. Versnellingsbak volgens conclusie 30, waarbij de rand een dikte heeft die in hoofdzaak gelijk is aan een dikte van de tanden van een kettingwiel.The gearbox of claim 30, wherein the rim has a thickness that is substantially equal to a thickness of the teeth of a sprocket.
BE2009/0259A 2009-04-24 2009-04-24 TRANSMISSION. BE1018925A3 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0259A BE1018925A3 (en) 2009-04-24 2009-04-24 TRANSMISSION.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0259A BE1018925A3 (en) 2009-04-24 2009-04-24 TRANSMISSION.
BE200900259 2009-04-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018925A3 true BE1018925A3 (en) 2011-11-08

Family

ID=43415218

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0259A BE1018925A3 (en) 2009-04-24 2009-04-24 TRANSMISSION.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1018925A3 (en)

Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191514341A (en) * 1915-10-11 1916-09-28 Thomas Gill Improvements in or relating to Gear Boxes for Automobiles and like Road Vehicles, applicable also for other Machines.
US1410454A (en) * 1920-02-10 1922-03-21 James I Butcher Variable-speed transmission
FR795941A (en) * 1934-10-15 1936-03-25 Gear shifting for bicycles
US2592982A (en) * 1947-05-16 1952-04-15 Sotecom S A Transmssion
US4716777A (en) * 1986-05-08 1988-01-05 Hartmann Dirck T Multiple speed transmission for pedal powered vehicles
US4841794A (en) * 1987-06-10 1989-06-27 Kanzaki Kokyukoki Mfg. Co., Ltd. Transmission for self-propelled walking mowers
WO2000075005A1 (en) * 1999-06-04 2000-12-14 Llibrer Porcar Jose Bottom bracket shell with built-in micro-derailleur for bicycles
WO2001018425A1 (en) * 1999-09-08 2001-03-15 Harju Innovation Step-gear box having free wheel clutches
EP1445088A2 (en) * 2001-08-22 2004-08-11 José Miguel Llibrer Porcar Mechanical speed-changing system for bicycles and similar vehicles
JP2007146986A (en) * 2005-11-29 2007-06-14 Yoshinobu Wada Gear shift device for bicycle
WO2010123363A1 (en) * 2009-04-23 2010-10-28 Teunis Karel Van Ee Transmission

Patent Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191514341A (en) * 1915-10-11 1916-09-28 Thomas Gill Improvements in or relating to Gear Boxes for Automobiles and like Road Vehicles, applicable also for other Machines.
US1410454A (en) * 1920-02-10 1922-03-21 James I Butcher Variable-speed transmission
FR795941A (en) * 1934-10-15 1936-03-25 Gear shifting for bicycles
US2592982A (en) * 1947-05-16 1952-04-15 Sotecom S A Transmssion
US4716777A (en) * 1986-05-08 1988-01-05 Hartmann Dirck T Multiple speed transmission for pedal powered vehicles
US4841794A (en) * 1987-06-10 1989-06-27 Kanzaki Kokyukoki Mfg. Co., Ltd. Transmission for self-propelled walking mowers
WO2000075005A1 (en) * 1999-06-04 2000-12-14 Llibrer Porcar Jose Bottom bracket shell with built-in micro-derailleur for bicycles
WO2001018425A1 (en) * 1999-09-08 2001-03-15 Harju Innovation Step-gear box having free wheel clutches
EP1445088A2 (en) * 2001-08-22 2004-08-11 José Miguel Llibrer Porcar Mechanical speed-changing system for bicycles and similar vehicles
JP2007146986A (en) * 2005-11-29 2007-06-14 Yoshinobu Wada Gear shift device for bicycle
WO2010123363A1 (en) * 2009-04-23 2010-10-28 Teunis Karel Van Ee Transmission

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100869557B1 (en) Power transmission of chainless type bicycle
RU2505448C2 (en) Belt transmission system
NL2000519C2 (en) Chain drive.
US11691694B2 (en) Clutch arrangement, and gear mechanism unit for a vehicle which can be driven by muscle power
US8556757B2 (en) Bicycle gear mechanism
EP2481958A1 (en) Vehicle transmission
NL2002788C2 (en) TRANSMISSION.
BE1018925A3 (en) TRANSMISSION.
US20040067804A1 (en) Bicycle drive train
US20040066017A1 (en) Bicycle drive train
RU188664U1 (en) CHAIN REDUCER WITH REVERSE
EP1403559B1 (en) Variable speed gear for internal combustion engines
KR100953816B1 (en) A transmission
EP1846674B1 (en) Partitioned gearbox
CN105937586A (en) Multistage transmission device
EP1790876B1 (en) Power transmission device
CN108138926A (en) Three fast motorcycle gear boxes
CN110198887B (en) Synchronous drive, in particular for a motorcycle
CN110382926B (en) High-performance synchronous transmission device
CN101539054B (en) Two-stage automatic shift engine
KR101889307B1 (en) continuously variable transmission
EP2443358B1 (en) Mechanical transmission device between a drive shaft and two driven shafts
TWI657961B (en) Electric tricycle transmission system
WO2001018425A1 (en) Step-gear box having free wheel clutches
NL1023409C1 (en) Pedal car with gearbox.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20120430