BE1015726A3 - Zelfvarende aandrijfeenheid. - Google Patents

Zelfvarende aandrijfeenheid. Download PDF

Info

Publication number
BE1015726A3
BE1015726A3 BE2003/0551A BE200300551A BE1015726A3 BE 1015726 A3 BE1015726 A3 BE 1015726A3 BE 2003/0551 A BE2003/0551 A BE 2003/0551A BE 200300551 A BE200300551 A BE 200300551A BE 1015726 A3 BE1015726 A3 BE 1015726A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
self
drive unit
unit according
wing
kite
Prior art date
Application number
BE2003/0551A
Other languages
English (en)
Inventor
Geert Maria Hugo Pauwels
Original Assignee
Creative Products Bv Met Beper
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Creative Products Bv Met Beper filed Critical Creative Products Bv Met Beper
Priority to BE2003/0551A priority Critical patent/BE1015726A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1015726A3 publication Critical patent/BE1015726A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63HMARINE PROPULSION OR STEERING
    • B63H9/00Marine propulsion provided directly by wind power
    • B63H9/04Marine propulsion provided directly by wind power using sails or like wind-catching surfaces
    • B63H9/06Types of sail; Constructional features of sails; Arrangements thereof on vessels
    • B63H9/069Kite-sails for vessels
    • B63H9/071Kite-sails for vessels for use in combination with other propulsion means, e.g. for improved fuel economy
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63HMARINE PROPULSION OR STEERING
    • B63H21/00Use of propulsion power plant or units on vessels
    • B63H21/12Use of propulsion power plant or units on vessels the vessels being motor-driven
    • B63H21/17Use of propulsion power plant or units on vessels the vessels being motor-driven by electric motor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B35/00Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for
    • B63B35/66Tugs
    • B63B35/68Tugs for towing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B39/00Equipment to decrease pitch, roll, or like unwanted vessel movements; Apparatus for indicating vessel attitude
    • B63B39/06Equipment to decrease pitch, roll, or like unwanted vessel movements; Apparatus for indicating vessel attitude to decrease vessel movements by using foils acting on ambient water
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63HMARINE PROPULSION OR STEERING
    • B63H21/00Use of propulsion power plant or units on vessels
    • B63H21/20Use of propulsion power plant or units on vessels the vessels being powered by combinations of different types of propulsion units
    • B63H2021/202Use of propulsion power plant or units on vessels the vessels being powered by combinations of different types of propulsion units of hybrid electric type
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63HMARINE PROPULSION OR STEERING
    • B63H21/00Use of propulsion power plant or units on vessels
    • B63H21/20Use of propulsion power plant or units on vessels the vessels being powered by combinations of different types of propulsion units
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63JAUXILIARIES ON VESSELS
    • B63J3/00Driving of auxiliaries
    • B63J3/04Driving of auxiliaries from power plant other than propulsion power plant
    • B63J2003/046Driving of auxiliaries from power plant other than propulsion power plant using wind or water driven turbines or impellers for power generation
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02TCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO TRANSPORTATION
    • Y02T70/00Maritime or waterways transport
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02TCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO TRANSPORTATION
    • Y02T70/00Maritime or waterways transport
    • Y02T70/50Measures to reduce greenhouse gas emissions related to the propulsion system
    • Y02T70/5218Less carbon-intensive fuels, e.g. natural gas, biofuels
    • Y02T70/5236Renewable or hybrid-electric solutions

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Sustainable Energy (AREA)
  • Toys (AREA)
  • Other Liquid Machine Or Engine Such As Wave Power Use (AREA)

Abstract

Zelfvarende aandrijfeenheid voor het aandrijven van een vaartuig door middel van een vlieger of zogenaamde "power kite", daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van middelen voor het compenseren van de zijwaartse kracht (Fs) en de opwaartse kracht (Fu) die door de vlieger (2) wordt uitgeoefend.

Description


  Zelfvarende aandrijfeenheid.

  
De huidige uitvinding heeft betrekking op een zelfvarende aandrijfeenheid, meer bepaald een zelfvarende aandrijfeenheid die voorzien is van een vlieger of zogenaamde "power kite".

  
Meer speciaal nog betreft de uitvinding een zelfvarende aandrijfeenheid die de tractie van een vaartuig minstens gedeeltelijk voor zich neemt.

  
Het vaartuig kan eventueel een installatie of zogenaamde energietransformator bevatten die minstens een gedeelte van de mechanische energie omzet in bijvoorbeeld chemische energie, zodat de zelfvarende aandrijfeenheid aangewend kan worden voor energievoorziening.

  
Het is bekend dat vliegers of zogenaamde "power kites" bij voorkeur op grote hoogte boven het wateroppervlak worden toegepast omdat de windsnelheid daar beduidend groter is dan net boven het wateroppervlak en dat bijgevolg de energieopwekking sterk toeneemt.

  
Een probleem dat zich stelt bij de aandrijving van een vaartuig met behulp van zulke vliegers, is dat slechts de component van de trekkracht in de vaarrichting van nut is.

  
De trekkracht kan worden opgesplitst in drie componenten, namelijk de component volgens de vaarrichting, de zijwaartse component die horizontaal en loodrecht op de vaarrichting gericht is en de opwaartse component die verticaal op het wateroppervlak gericht is.

  
De zijwaartse component brengt het vaartuig uit evenwicht en is verantwoordelijk voor het schuin liggen van het vaartuig. Bij zeilboten wordt dit fenomeen opgevangen door een grote ballast te voorzien waardoor echter de wrijving van de romp met het water wordt verhoogd.

  
Bij bekende vaartuigen die bedoeld zijn voor snelheidsprestaties, wordt de opwaartse component nuttig gebruikt om de romp meer uit het water te tillen, zodat het vaartuig sneller gaat planeren.

  
Het nadeel is echter dat dit effect slechts bekomen kan worden bij speciaal geconstrueerde vaartuigen of bij bestaande vaartuigen die ingrijpend dienen te worden aangepast. Bovendien is het vanzelfsprekend dat de opwaartse kracht beduidend lager moet blijven dan het gewicht van het vaartuig, waardoor de oppervlakte van de vlieger sterk beperkt wordt.

  
De huidige uitvinding heeft een zelfvarende aandrijfeenheid tot doel die de voornoemde en andere nadelen uitsluit.

  
Tot dit doel is de zelfvarende aandrijfeenheid voor het aandrijven van een vaartuig door middel van een vlieger of zogenaamde "power kite" voorzien van middelen voor het compenseren van de zijwaartse kracht en de opwaartse kracht die door de vlieger wordt uitgeoefend.

  
Het voordeel dat hierdoor bekomen wordt is dat de vlieger zeer grote afmetingen kan aannemen of dat verschillende vliegers met elkaar verbonden kunnen worden zodat een grote nuttige aandrijfkracht in de richting van de vaarrichting bekomen wordt.

  
Bovendien laat het gebruik van een zelfvarende aandrijfeenheid volgens de uitvinding toe een vaarkoers aan te nemen dwars op de windrichting, zodat nagenoeg heen en weer gevaren kan worden, wat vooral voordelig is indien het vaartuig voorzien is van een energietransformator en enkel bedoeld is om mechanische energie om te zetten in opgeslagen chemische energie of in andere energievormen.

  
Volgens een eerste voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaan de middelen voor het compenseren van de zijwaartse kracht en de opwaartse kracht hoofdzakelijk uit een vleugel en een regelmechanisme.

  
Het regelmechanisme bestaat volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm uit een verbindingsstaaf die, enerzijds, scharnierend verbonden is met de vleugel en, anderzijds, scharnierend verbonden is met een hefboomarm waarmee, enerzijds, een sleeplijn van het vaartuig is verbonden en waarmee, anderzijds, op scharnierende wijze, een stuurstang of dergelijke verbonden is die tevens scharnierend verbonden is met de vleugel. 

  
Het voordeel van zulk regelmechanisme is dat het eenvoudig is en bijgevolg prijsgunstig en onderhoudsvriendelijk en dat zulk regelmechanisme zeer breukbestendig uitgevoerd kan worden.

  
Volgens een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat het regelmechanisme elektrische, hydraulische of pneumatische bekrachtigingsmiddelen en is het eventueel voorzien van een elektronische controle-eenheid.

  
Zulke regelmechanismen hebben het voordeel dat de dynamische eigenschappen van de zelfvarende aandrijfeenheid kunnen worden bijgestuurd.

  
In de praktijk is zulke zelfdragende aandrijfeenheid bij zonder geschikt voor het trekken van een vaartuig dat een energietransformator bevat die bij voorkeur voorzien is van middelen welke de mechanische energie gebruiken om een generator aan te drijven, bijvoorbeeld door middel van een turbine, waarna de opgewekte elektrische energie bijvoorbeeld verder wordt aangewend voor de omzetting van water in waterstof en zuurstof en waarbij de geproduceerde waterstof opgeslagen kan worden via bekende opslagmethodes.

  
Het voordeel van zulke energietransformator is dat water voldoende voorradig is en dat de opslag van waterstof zeer efficiënt kan gebeuren en dat waterstof een zeer milieuvriendelijke groene brandstof is.

  
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend

  
 <EMI ID=1.1> 

  
van een zelfvarende aandrijfeenheid, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 schematisch een zicht weergeeft van een zelfvarende aandrijfeenheid volgens de uitvinding; figuur 2 een zicht weergeeft van de zelfvarende aandrijfeenheid volgens pijl F2 in figuur 1; figuur 3 het zicht weergeeft volgens pijl F3 in figuur 1; figuur 4 de krachtencomponenten weergeeft die de wind veroorzaakt in de vlieger.

  
De zelfvarende aandrijfeenheid 1 volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit een vlieger 2, die in gebruik in de lucht en meestal boven het wateroppervlak 3 is voorzien, en die rechtstreeks of onrechtstreeks met behulp van kabels 4 of dergelijke met een vleugel 5 is verbonden die onder het wateroppervlak 3 is aangebracht, en uit een sleeplijn 6 van een vaartuig 7.

  
De vleugel 5 heeft bij voorkeur een slanke en gerekte vorm waarvan de dwarsdoorsnede een ronde neus 8 vertoont die geleidelijk versmalt naar een puntvormige staart 9.

  
De aslijn van de vleugel 5, meer bepaald de verbindingslijn van de neus 8 met de staart 9, vormt een hoek met de bewegingsrichting Z die de aanvalshoek y wordt genoemd. 

  
De vleugel 5 is aan haar zij kanten 10 ter hoogte van de staart 9 voorzien van vinnen 11 die dwars op de vleugel 5 zijn gericht.

  
Verder is de vleugel 5 nabij zijn centerpunt van een spil
12 voorzien waarmede een verbindingsstaaf 13 nabij haar eerste uiteinde op scharnierende wijze met de vleugel 5 verbonden is.

  
De voornoemde verbindingsstaaf 13 is nagenoeg centraal verbonden met een vlotter 14, ' terwijl aan zijn tweede uiteinde een spil 15 is voorzien waarrond een hoofdzakelijk U-vormige hefboomarm 16 scharnierend is aangebracht.

  
De U-vormige hefboomarm 16 bestaat hoofdzakelijk uit twee benen 17 en een halfrond verbindingsgedeelte 18 waarmee de sleeplijn 6 van het vaartuig 7 is verbonden, terwijl aan elk van de uiteinden 19 van de benen 17 op scharnierende wijze een stuurstang of dergelijke 20 is voorzien.

  
Deze stuurstangen 20 zijn aan hun andere vrije uiteinde scharnierend verbonden met de .vleugel 5, meer bepaald nabij de staart 9.

  
Het is duidelijk dat de stuurstangen 20 bijvoorbeeld ook kettingen kunnen zijn.

  
Het geheel van de scharnierend met elkaar verbonden staven, stangen of kettingen en dergelijke vormt het regelmechanisme 21 van de zelfvarende aandrijfeenheid 1.

  
Met de spil 15 zijn eveneens de kabels 4 of dergelijke van de vlieger 2 verbonden.

  
De werking van de zelfvarende aandrijfeenheid 1 is eenvoudig en als volgt.

  
De kracht F die de wind veroorzaakt in de vlieger 2 wordt via de kabels 4 of dergelij ke doorgegeven aan de spil 15 en kan, zoals weergegeven in figuur 4, ontbonden worden in drie componenten, namelijk de component Fz volgens de vaarrichting Z, de zijwaartse component Fs die horizontaal en loodrecht op de vaarrichting Z gericht is en de opwaartse component Fu die verticaal op het wateroppervlak 3 gericht is.

  
De component Fz van de trekkracht in de vaarrichting Z wordt nagenoeg volledig aangewend voor het aandrijven van het vaartuig 7.

  
De krachtencomponenten Fu en Fs worden door de zelfvarende aandrijfeenheid 1 volgens de uitvinding geneutraliseerd, meer bepaald door middel van de vleugel 5 waarvan de aanvalshoek y wordt geregeld door het regelmechanisme 21 waarvan de werking hierna wordt uitgelegd.

  
Wanneer ten gevolge van een toenemende opwaartse kracht Fu de vlotter 14 en het volledige regelmechanisme 21 uit het water wordt getild, zal de sleeplijn 6 het verbindingsgedeelte 19 van de U-vormige hefboomarm 16 enigszins naar het wateroppervlak 3 doen scharnieren, waardoor, via de stuurstangen 20 of dergelijke, de aanvalshoek y zodanig wordt bijgestuurd dat een tegengestelde kracht wordt ontwikkeld door de naar beneden duikende vleugel 5 totdat een nieuw krachtenevenwicht wordt bereikt tussen de opwaartse kracht Fu van de vlieger en de neerwaartse kracht van de vleugel.

  
De constructie is bij voorkeur zodanig opgebouwd dat de sleeplijn 6 in evenwicht horizontaal is.

  
Bij toenemende zijwaartse kracht Fs wordt de spil 15, waarmee de kabels 4 of dergelijke van de vlieger 2 verbonden zijn, en bijgevolg ook.de verbindingsstaaf 13 en het volledige regelmechanisme 21, zijwaarts gekanteld.

  
Door deze kanteling zal de sleeplijn 6 het verbindingsgedeelte 19 van de U-vormige hefboomarm 16 enigszins naar het wateroppervlak 3 verplaatsen, waardoor op gelijkaardige wijze de aanvalshoek y zodanig wordt bijgestuurd dat een tegengestelde zijwaartse kracht wordt ontwikkeld door de zijwaarts naar beneden duikende vleugel 5 totdat een nieuw krachtenevenwicht wordt bereikt.

  
De vinnen 11 voorkomen het spinnen van de vleugel 5, zodat deze steeds met de neus 8 in de vaarrichting Z wijst. 

  
Het is duidelijk dat het regelmechanisme 21 anders kan worden opgebouwd en bijvoorbeeld voorzien kan zijn van bekrachtigingsmiddelen waarvan de besturing gecontroleerd kan worden door.bijvoorbeeld een elektronische controle eenheid.

  
De bekrachtiging kan, zowel hydraulisch, pneumatisch, als elektrisch zijn.

  
Ook is het duidelijk dat in het hierboven beschreven mechanische regelmechanisme 21, de vormgeving, de verbindingsmiddelen, de keuze en de samenbouw van de onderdelen anders kan worden uitgevoerd.

  
Zo kunnen de stuurstangen 20 bijvoorbeeld vervangen worden door kettingen of dergelijke, kunnen de stuurstangen 20 op andere punten met de hefboomarm en met de vleugel 5 verbonden worden en kan de vlotter 14 eventueel weggelaten worden.

  
Voor een praktische uitvoering is het uiteraard mogelijk verschillende vliegers en/of verschillende vleugels te voorzien.

  
We merken op dat het vaartuig 7 voorzien kan zijn van een energietransformator die bijvoorbeeld voorzien is van middelen welke de mechanische energie gebruiken om een generator aan te drijven, bijvoorbeeld door middel van een turbine, waarna de opgewekte elektrische energie wordt aangewend voor de omzetting van water in waterstof en zuurstof. 

  
Ook de vleugel kan voorzien zijn van zulke energietransformator en het is duidelijk dat ook de vlotter 14 vervangen kan worden door één of ander vaartuig waarin al dan niet een energietransformator is voorzien, en dat, in dat geval, het vaartuig 7 vervangen kan worden door een voortgesleepte vlotter.

  
De vlotter 14 of de vleugel 5 kunnen ook een roer en een turbine bevatten die door middel van een afstandsbediening bediend kunnen worden en waarbij de turbine als aandrijfmiddel of als energietransformator aangewend kan worden, waarbij de benodigde of de bekomen energie kan worden uitgewisseld met een centrale opslag.

  
De vlotter 14 kan ook worden uitgevoerd met één of meer vuldoppen, bijvoorbeeld onderaan en bovenaan, zodanig dat de vlotter 14 deels met water kan worden gevuld. De vlotter 14 behoudt dan drijfvermogen, doch fungeert ook als ballast. Indien de verbindingsstaaf 13 hol uitgevoerd wordt, kan deze desgevallend ook van vuldoppen voorzien worden en kan deze tevens als vlotter dienen. De verbindingsstaaf 13 kan in de vorm van een vleugel of vin worden uitgevoerd, zodat ook de beschreven vinnen 11 aan de zijkanten 10 van de vleugel 5 kunnen worden weggelaten. 

  
We merken op dat de kabels 4 en de vlieger 2 voorzien kunnen zijn van holtes, en dat de zelfvarende aandrijfeenheid 1 of het vaartuig 7 voorzien kunnen zijn van een waterstofgenerator of een luchtcompressor, om te bekomen dat de vlieger 2 en de kabels 4 drijvend worden gehouden bij windstilte.

  
Het is tenslotte duidelijk dat meerdere vaartuigen 7 verbonden kunnen worden met een zelfvarende aandrijfeenheid 1, en dat ook meerdere zelfvarende aandrijfeenheden 1 verbonden kunnen worden met één of meerdere vaartuigen 7, waarbij iedere aandrijfeenheid 1 op zich een veelvoud aan vleugels (5), vliegers (2), regelmechanismen (21) en/of andere van de voornoemde elementen kan bevatten.

  
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven zelfvarende aandrijfeenheid, doch zulke zelfvarende aandrijfeenheid volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

  1. Conclusies.
    1. Zelfvarende aandrijfeenheid voor het aandrijven van
    een vaartuig door middel van een vlieger of zogenaamde "power kite", daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van middelen voor het compenseren van de zijwaartse <EMI ID=2.1>
    vlieger (2) wordt uitgeoefend.
    2. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 1,
    daardoor gekenmerkt dat de middelen voor het
    <EMI ID=3.1>
    opwaartse kracht (Fu) hoofdzakelijk bestaan uit minstens één vleugel (5) en een regelmechanisme (21).
    3. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 2,
    daardoor gekenmerkt dat het regelmechanisme (21) minstens bestaat uit een verbindingsstaaf (13) die, enerzijds, scharnierend verbonden is met de vleugel
    (5) en, anderzijds, scharnierend verbonden is met een hefboomarm (16) waarmee, enerzijds, een sleeplijn (6) van het vaartuig (7) is verbonden en waarmee, anderzijds, op scharnierende wijze een stuurstang (20) of dergelijke verbonden is die tevens scharnierend verbonden is met de vleugel (5).
    4. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 3,
    daardoor gekenmerkt dat de vlieger (2) direct of indirect met kabels of dergelijke (4) verbonden is met de verbindingsstaaf (13). 5. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 3,
    daardoor gekenmerkt dat de stuurstang (20) of dergelijke, een ketting is.
    6. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 3,
    daardoor gekenmerkt dat de stuurstang (20) of dergelijke tussen de scharnierende verbinding met de vleugel (5) en de scharnierende verbinding met de hefboomarm (16), verbonden is met een vlotter (14).
    7. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 3,
    daardoor gekenmerkt dat de vleugel (5) een slanke en gerekte vorm heeft, waarvan de dwarsdoorsnede een ronde neus (8) vertoont die geleidelijk versmalt naar een puntvormige staart (9), en dat met de vleugel (5) en dwars op zijn lengteas minstens één vin (11) verbonden is.
    8. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 2,
    daardoor gekenmerkt dat het regelmechanisme (21) elektrische, hydraulische of pneumatische bekrachtigingsmiddelen bevat.
    9. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 2,
    daardoor gekenmerkt dat het regelmechanisme (21) voorzien is van een elektronische controle-eenheid.
    10. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens één of meerdere
    van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vaartuig (7) een energietransformator bevat. 11. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 6,
    <EMI ID=4.1>
    energietransformator bevat.
    12. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 2,
    daardoor gekenmerkt dat de vleugel (5) een energietransformator bevat.
    13. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens één van de
    conclusies 10. tot 12, daardoor gekenmerkt dat de energietransformator middelen bevat om water (H20) om
    <EMI ID=5.1>
    14. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 6,
    daardoor gekenmerkt dat de- vleugel (5) en/of de vlotter (14) een turbine bevat die, zowel als aandrijfmiddel, of als energietransformator kan worden aangewend.
    15. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 14,
    daardoor gekenmerkt dat de turbine voorzien is van een afstandsbediening.
    16. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 4,
    daardoor gekenmerkt dat minstens delen van de kabels
    (4) en de vlieger (2) hol zijn en dat de zelfvarende aandrijfeenheid (1) of het vaartuig (7) voorzien is van een waterstofgenerator of een luchtcompressor, om te bekomen dat de vlieger (2) en de kabels (4) drijvend worden gehouden bij windstilte. 17. Zelfvarende' aandrijfeenheid volgens conclusie 6,
    daardoor gekenmerkt dat de vlotter (14) hol is uitgevoerd en voorzien is van één of meer vuldoppen.
    18. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 3,
    daardoor gekenmerkt dat de verbindingsstaaf (13) hol is uitgevoerd en voorzien is van één of meer vuldoppen.
    19. Zelfvarende aandrijfeenheid volgens conclusie 3,
    daardoor gekenmerkt dat de verbindingsstaaf (13) een vleugel- of vinvormige dwarsdoorsnede heeft.
BE2003/0551A 2003-10-20 2003-10-20 Zelfvarende aandrijfeenheid. BE1015726A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2003/0551A BE1015726A3 (nl) 2003-10-20 2003-10-20 Zelfvarende aandrijfeenheid.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2003/0551A BE1015726A3 (nl) 2003-10-20 2003-10-20 Zelfvarende aandrijfeenheid.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1015726A3 true BE1015726A3 (nl) 2005-07-05

Family

ID=34682720

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2003/0551A BE1015726A3 (nl) 2003-10-20 2003-10-20 Zelfvarende aandrijfeenheid.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1015726A3 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2011095178A1 (de) * 2010-02-02 2011-08-11 Voegler Ingo Wasserfahrzeug mit bugseitig angeordnetem profilkörper
CN103693183A (zh) * 2014-01-09 2014-04-02 孙小鸣 一种利用高空风能的新型拖船
DE102020002026B3 (de) * 2020-03-28 2021-06-10 Gunter Kreft Vorrichtung als vorgeschaltete Antriebseinheit für ein Wasserfahrzeug

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3800724A (en) * 1972-06-08 1974-04-02 R Tracy Winged sailing craft
US4610212A (en) * 1985-10-11 1986-09-09 Petrovich Enrique G Fast self righting catamaran
FR2676705A1 (fr) * 1991-05-22 1992-11-27 Finot Jean Marie Engin de vitesse a la voile.
US5896825A (en) * 1996-11-04 1999-04-27 Trefethen; Lloyd M. Dual hull watercraft
US5908005A (en) * 1994-03-18 1999-06-01 Everett; Peter Kenneth Yacht
GB2334004A (en) * 1998-02-06 1999-08-11 Thomas James Alexande Finnegan Sail craft
WO2001000486A1 (en) * 1999-06-23 2001-01-04 Jan Stenros Control gear for the sail of a sailing craft

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3800724A (en) * 1972-06-08 1974-04-02 R Tracy Winged sailing craft
US4610212A (en) * 1985-10-11 1986-09-09 Petrovich Enrique G Fast self righting catamaran
FR2676705A1 (fr) * 1991-05-22 1992-11-27 Finot Jean Marie Engin de vitesse a la voile.
US5908005A (en) * 1994-03-18 1999-06-01 Everett; Peter Kenneth Yacht
US5896825A (en) * 1996-11-04 1999-04-27 Trefethen; Lloyd M. Dual hull watercraft
GB2334004A (en) * 1998-02-06 1999-08-11 Thomas James Alexande Finnegan Sail craft
WO2001000486A1 (en) * 1999-06-23 2001-01-04 Jan Stenros Control gear for the sail of a sailing craft

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2011095178A1 (de) * 2010-02-02 2011-08-11 Voegler Ingo Wasserfahrzeug mit bugseitig angeordnetem profilkörper
US8607723B2 (en) 2010-02-02 2013-12-17 Ingo Voegler Water vehicle having a profiled element arranged on the bow side
CN103693183A (zh) * 2014-01-09 2014-04-02 孙小鸣 一种利用高空风能的新型拖船
DE102020002026B3 (de) * 2020-03-28 2021-06-10 Gunter Kreft Vorrichtung als vorgeschaltete Antriebseinheit für ein Wasserfahrzeug

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1009277C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het nauwkeurig plaatsen van relatief zware voorwerpen op en wegnemen van zware voorwerpen van de zeebodem.
US7322308B2 (en) Mooring apparatus with moveable ballast weight
US8911178B2 (en) Device and method for erecting at sea a large slender body, such as the monopile of a wind turbine
CN100368260C (zh) 重力平衡式船舶垂直升降机
BE1022390B1 (nl) Werkwijze voor het met een vaartuig over water vervoeren van een bouwwerk met drijfvermogen, en in de werkwijze toegepast vaartuig
CN102712350A (zh) 海上风轮机安装
BE1015726A3 (nl) Zelfvarende aandrijfeenheid.
CN201580543U (zh) 一种管束式立柱平台
CN116331418A (zh) 一种海用监测平台布放方法及装置
CA1073225A (en) Buoyancy device and method
DE3518131A1 (de) Fahrzeugantrieb mit schwebesegel
NL2021129B1 (en) Process to place a wind turbine
CN202923841U (zh) 登船梯
NL1013781C2 (nl) Werkwijze voor offshore ladingsoverdracht en een drijver voor offshore transport, installatie en verwijdering van constructie-elementen.
WO2015103930A1 (zh) 一种利用高空风能的新型拖船
US893642A (en) Vessel for whale-fishing.
CN203498738U (zh) 一种垂直升降式开启桥的升降开合机构
JP7495801B2 (ja) 浮体式水上構造物の組立装置及び組立て方法
JP7451674B2 (ja) 洋上風力タービンのための浮体基礎、風からエネルギーを抽出するためのシステム、および風力タービンを取り付ける方法
US3866555A (en) Apparatus for mounting stern rollers in anchor planting tenders
WO2015090413A1 (en) Apparatus for generating power from sea currents
CN201670343U (zh) 风电设备安装用摆臂式起重驳船
CN101850833B (zh) 风电设备安装用摆臂式起重驳船
EP3857062A1 (en) A method for installing an offshore wind turbine and a substructure for an offshore wind turbine
CN110672301A (zh) 一种漂浮物稳性测量试验装置及方法

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20081031