BE1014960A3 - Werkwijze voor het vervaardigen van een constructie met stalen profielen en daarbij gebruikt profiel. - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een constructie met stalen profielen. Als kolommen (1) worden buisvormige kolommen gebruikt, als hoofdliggers (2) gootvormige liggers, die in hun bodem (5) van openingen (9) voor de kolommen (1) zijn voorzien, en als hulpliggers (3) gootvormige liggers die met hun zijkanten tegen elkaar aansluitend worden geplaatst. De hoofdliggers (2) worden zo op de kolommen (1) geplaatst dat hun binnenkant in verbinding staat met de binnenkant van de kolommen (1) en de hulpliggers (3) worden zo op de hoofdliggers (2) geplaatst dat ze met hun binnenkant uitgeven op de binnenkant van deze gootvormige hoofdliggers (2). Beton (4) wordt in de gootvormige hoofd-en hulpliggers (2,3) en de buisvormige kolommen (1) gestort.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het vervaardigen van een constructie met stalen profielen en daarbij gebruikt profiel. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een constructie, in het bijzonder een gebouw met stalen profielen. 



  Volgens een bekende werkwijze wordt een constructie vervaardigd door een aantal horizontale stalen hoofdliggers op verticale profielen te bevestigen; op deze hoofdliggers hulpliggers te plaatsen en daarop dan een vloerconstructie aan te brengen bestaande uit geprefabriceerde platen of uit metalen geprofileerde stalen platen waarop dan beton wordt gestort. 



  Dergelijke werkwijze, skeletbouw genoemd, heeft als nadeel dat de vloerconstructies in het bouwwerk meestal relatief dik zijn waardoor er veel ruimte verloren gaat. Daarenboven is een dragende structuur uitsluitend uit staal vervaardigd en moeten de profielen van de stijlen en de hoofdliggers relatief zwaar zijn, wat de montage bemoeilijkt. 



  De uitvinding heeft een werkwijze als doel die toelaat met relatief lichte profielen en op een relatief eenvoudige en goedkope manier een zeer stevige constructie te vervaardigen, waarbij de hoogte voor de vloeren relatief klein kan worden gehouden. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een werkwijze voor het vervaardigen van een constructie met stalen profielen, waarbij stalen hoofdliggers aan stalen kolommen worden bevestigd en daarop stalen hulpliggers aangebracht worden, en die daardoor gekenmerkt is dat als kolommen buisvormige kolommen worden gebruikt; als hoofdliggers gootvormige liggers die in hun bodem van 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 openingen voor de kolommen zijn voorzien;

   en als hulpliggers gootvormige liggers die met hun zijkanten tegen elkaar aansluitend worden geplaatst, waarbij de hoofdliggers zo op de kolommen worden geplaatst dat hun binnenkant in verbinding staat met de binnenkant van de kolommen en de hulpliggers zo op de hoofdliggers worden geplaatst dat ze met hun binnenkant uitgeven op de binnenkant van deze gootvormige hoofdliggers, en beton in de gootvormige hoofd- en hulpliggers en de buisvormige kolommen wordt gestort. 



  De kolommen en liggers vormen een blijvende bekisting en de verkregen constructie is een gewapende betonconstructie. 



  Klassieke gewapende betonconstructies worden vervaardigd met behulp van een bekisting die na het harden van het beton verwijderd wordt en al dan niet herbruikbaar is. De bekisting maakt geen deel uit van de wapening. Deze werkwijze is tijdrovend en door de bekisting relatief duur. 



  De buisvormige kolommen en de gootvormige hoofdliggers en hulpliggers kunnen zowel enkelvoudige profielen zijn als samengestelde profielen bestaande uit meerdere aan elkaar vastgemaakte enkelvoudige profielen. 



  Bij voorkeur worden kolommen en liggers met uit koudgewalste profielen gebruikt. 



  De hulpliggers kunnen met hun binnenkant op de binnenkant van een hoofdligger uitgeven doordat ze ofwel eindigen op een opstaand been van de gootvormige hoofdligger ofwel over de hoofdligger doorlopen, maar boven deze hoofdligger van een opening in hun bodem zijn voorzien. 



  De stalen hulpliggers kunnen bijvoorbeeld ook door middel van bouten en moeren aan de hoofdliggers bevestigd worden. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  De uitvinding heeft ook betrekking op een gootvormig ligger die bijzonder geschikt is voor het toepassen van de hiervoor beschreven werkwijze. 



  Deze ligger is volgens de uitvinding een gootvormig profiel waarvan de bodem in het midden over de lengte van het profiel een uitstulping beschrijft met een doorsnede in de vorm van een T. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een werkwijze voor het vervaardigen van een constructie met stalen profielen en van een daarbij gebruikt profiel, volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: 
Figuur 1 een perspectiefzicht weergeeft van een gedeelte van een constructie vervaardigd met de werkwijze volgens de uitvinding; 
Figuur 2 een perspectiefzicht in weergeeft van een gedeelte van een hoofdligger gebruikt bij deze werkwijze; 
Figuur 3 een perspectiefzicht in weergeeft van deze hoofdligger verbonden met een kolom; 
Figuur 4 een perspectiefzicht weergeeft van een gedeelte van de constructie tijdens een volgende stap van de werkwijze;

   
Figuur 5 een perspectiefzicht weergeeft van een gedeelte van een hulpligger uit de constructie van figuur 4; 
Figuur 6 een perspectief zicht weergeeft van een gedeelte van de afgewerkte constructie met gedeeltelijke wegsnijding; 
Figuur 7 een perspectiefzicht weergeeft analoog aan 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 dit van figuur 4, maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze. 



  De constructie weergegeven in figuur 1 wordt vervaardigd met koud gewalste stalen profielen die holle kolommen 1, gootvormige hoofdliggers 2 en gootvormige hulpliggers 3 vormen, die in de werkplaats op de gewenste afmetingen werden gesneden, waarbij deze profielen, met een dikte van 0,2 tot 1 cm dikte, een blijvende wapening vormen voor beton 4 dat wordt gestort. 



  De kolommen 1 bezitten in het weergegeven voorbeeld een in hoofdzaak vierkante doorsnede, en worden bijvoorbeeld vervaardigd uit twee C-profielen die met hun randen aan elkaar gelast zijn. Het is duidelijk dat de kolommen ook een andere doorsnede kunnen bezitten. 



  Een aantal van deze kolommen 1 wordt in een fundering 24, bijvoorbeeld een betonblad, vastgezet. 



  Op een rij van kolommen 1, welke rij in het weergegeven voorbeeld drie kolommen 1 bezit, wordt een hoofdligger 2 geplaatst. 



  Deze hoofdligger 2 bezit, zoals in detail weergegeven in figuur 2, een doorsnede in de vorm van een U met een bodem 5 en opstaande benen 6 die voorzien zijn van naar buiten omgeplooide randen 7. De randen 7 bezitten een evenwijdig aan de bodem gericht gedeelte waarin op regelmatige afstanden gaten 8 gestampt zijn, en een neerhangend gedeelte. De uiteinden van de hoofdligger 2 zijn afgesloten door erop vastgemaakte, bijvoorbeeld gelaste, niet in de figuren weergegeven eindprofielen die reeds bij de vervaardiging aangebracht werden. 



  In de bodem 5 zijn op afstanden overeenkomend met de 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 afstanden tussen voornoemde kolommen 1, openingen 9 gevormd die in grootte en vorm overeenkomen met de omtrek van de doorsnede van deze kolommen 1. 



  De openingen 9 zijn gevormd door stansen, waarbij evenwel twee flappen 10 in de lengterichting, aan weerzijden van de opening 9 naar binnen geduwd worden. Deze flappen 10 zijn van openingen 11 voorzien. 



  Wanneer een hoofdligger 2 op de kolommen 1 wordt geplaatst, schuiven de bovenste uiteinden van deze kolommen in de openingen 9, tot de openingen 12 die in deze bovenste uiteinden aangebracht zijn, en tegenover de openingen 11 in de flappen 10 komen te liggen. 



  Daarna worden deze bovenste uiteinden van de kolommen 1 aan de flappen 10 en dus aan de hoofdligger 2 bevestigd door bouten 13 die door de tegenover elkaar gelegen openingen 11 en 12 worden gestoken en moeren 14, zoals weergegeven in figuur 3. 



  Nadat aldus verschillende hoofdliggers 2 op de kolommen 1 bevestigd zijn, worden hulpliggers 3 op de hoofdliggers 2 geplaatst en door bouten 15 eraan bevestigd, zoals weergegeven in figuur 4. 



  Zoals in detail weergegeven in figuur 5, is een hulpligger 3 een C-profiel waarbij evenwel het lijf in het midden en over de volledige lengte een T-vormige uitstulping 16 met dus een vlak gedeelte 16' dat evenwijdig is aan de bodem 17 van het profiel en op een afstand van deze bodem 17 is gelegen. In de randen van dit vlak gedeelte en in de randen van de naar binnen geplooide randen 18' van de opstaande benen 18 zijn inkepingen 19 uitgestampt. 



  Op beide uiteinden in de bodem 17 is, aan weerzijden van de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 uitstulping 16, een opening 20 gestampt. 



  De hulpliggers 3 worden met hun benen 18 tegen elkaar geplaatst zodat ze met hun uiteinden uitgeven boven de binnenkant van twee hoofdliggers 2. Elke hulpligger 3 wordt met elk van zijn uiteinden geplaatst op een rand 7 van een hoofdligger 2, waarbij de openingen 20 in deze uiteinden tegenover de gaten 8 in de rand'7 vallen. Door een opening 20 en een gat 8 wordt één van voornoemde bouten 15 aangebracht waarop een moer 14 wordt geschroefd voor het bevestigen van de hulpligger 3 aan de hoofdligger 2. 



  In de kolommen 1 kunnen wapeningsstaven 21 worden geplaatst die tot in de goot, gevormd door de erop bevestigde gootvormige hoofdligger 2, kunnen doorlopen. 



  Bovenop de verkregen vloer- of dakconstructie, en dus op de hulpliggers 3 en over de hoofdliggers 3 heen, worden wapeningsroosters 22 rechtstreeks of door tussenkomst van afstandhouders geplaatst, zoals weergegeven in figuur 6. 



  Tenslotte wordt over de vloer- of dakconstructie het beton 4 gestort worden. Dit beton vult de kolommen 1, de gootvormige hoofdliggers 2 en de hulpliggers 3. Het beton 4 wordt gestort 4 tot 7 cm boven de randen 18' van de hulpliggers 3. 



  Het is vanzelfsprekend dat de profielen die de uiteinden van de hoofdliggers 2 afsluiten die op de randen van de constructie zijn gelegen, voldoende hoog moeten reiken om het beton 4 tegen te houden. Voor het tegenhouden van het beton 4 bezitten de hoofdliggers 2 die op een rand van de constructie gelegen zijn een buitenste been 6 dat hoger is dan de andere benen 6 en of in hoogte vergroot is door een bijkomende erop vastgemaakte rand, terwijl de op de rand van de constructie gelegen hulpliggers 3 eveneens een been 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 18 bezitten dat hoger is dan de andere benen 18 of in hoogte vergroot is door een bijkomende erop vastgemaakte rand. Deze aangepaste hoofdliggers 2 en langsliggers 3 worden bij de vervaardiging aangepast en kant en klaar op de bouwwerf geleverd. 



  Eventuele leidingen voor nutsvoorzieningen en verwarming worden aangebracht vooraleer het beton 4 wordt gestort. 



  Op de hiervoor beschreven manier wordt op een eenvoudige en snelle manier een gewapende betonconstructie verkregen, met een minimum aan achteraf te verwijderen bekisting. De profielen voor de kolommen 1 en de liggers 2 en 3 kunnen relatief licht zijn. Ze zijn vooraf op maat gemaakt en moeten dus niet ter plaatse worden afgemeten en gezaagd. 



  De vloer of het dak is reeds beloopbaar vooraleer het beton 4 wordt gestort. Dit beton 4 kan zogenaamd polybeton zijn en de vloer- of dakconstructie is relatief goedkoop. 



  De hulpliggers 3 moeten zich niet noodzakelijk van hoofdligger 2 tot hoofdligger 2 uitstrekken, maar kunnen, zoals weergegeven in figuur 7, over een hoofdligger 2 heen lopen, waarbij dan in de bodem 17 van de hulpliggers 3 boven de hoofdligger 2 openingen 23 aangebracht zijn. 



  Het is duidelijk dat zowel de kolommen 1 als de hoofdliggers 2 en hulpliggers 3 zowel uit één enkel profiel kunnen bestaan als samengesteld zijn uit meerdere profielen die aan elkaar zijn vastgemaakt, bijvoorbeeld door bouten of door lassen. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de hieraan toegevoegde tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze en ligger kunnen in verschillende varianten worden 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (12)

Conclusies.

1.- Werkwijze voor het vervaardigen van een constructie met stalen profielen, waarbij stalen hoofdliggers (2) aan stalen kolommen (1) worden bevestigd en daarop stalen hulpliggers (3) aangebracht worden, daardoor gekenmerkt dat als kolommen (1) buisvormige kolommen worden gebruikt, als hoofdliggers (2) gootvormige liggers worden gebruikt, die in hun bodem (5) van openingen (9) voor de kolommen (1) zijn voorzien, en als hulpliggers (3) gootvormige liggers worden gebruikt die met hun zijkanten tegen elkaar aansluitend worden geplaatst, waarbij de hoofdliggers (2) zo op de kolommen (1) worden geplaatst dat hun binnenkant in verbinding staat met de binnenkant van de kolommen (1) en de hulpliggers (3) zo op de hoofdliggers (2) worden geplaatst dat ze met hun binnenkant uitgeven op de binnenkant van deze gootvormige hoofdliggers (2), en beton (4)

in de gootvormige hoofd- en hulpliggers (2,3) en de buisvormige kolommen (1) wordt gestort.

2.- Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat kolommen (1) en liggers (2,3) met koudgewalste profielen worden gebruikt.

3.- Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de hulpliggers (3) met hun binnenkant op de binnenkant van een hoofdligger (2) uitgeven doordat ze eindigen op de randen (7) van een opstaand been (6) van de gootvormige hoofdligger (2).

4.- Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de hulpliggers (3) met hun binnenkant op de binnenkant van een hoofdligger (2) uitgeven doordat ze over de hoofdligger (2) doorlopen, maar boven deze hoofdligger (2) van een opening (23) in hun bodem (17) zijn voorzien. <Desc/Clms Page number 10>

5.- Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de kolommen (1) met hun bovenste uiteinde door een opening (9) in de bodem (5) van een hoofdligger (2) steken en op de binnenkant van deze hoofdligger (2) uitgeven.

6.- Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de hoofdliggers (2), bijvoorbeeld door middel van bouten (13) en moeren (14), aan de kolommen (1) bevestigd worden.

7.- Werkwijze volgens conclusies 5 en 6, daardoor gekenmerkt dat aan weerszijden van een opening (9) in de bodem (5) van de hoofdligger (2), een flap (10) aan de binnenzijde van de hoofdligger (2) gevormd wordt en de kolommen (1) aan deze flappen (10) worden bevestigd.

8.- Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de stalen hulpliggers (3), bijvoorbeeld door middel van bouten (15) en moeren, aan de hoofdliggers (2) bevestigd worden, bijvoorbeeld aan naar buiten geplooide randen (7) van deze hoofdliggers (2).

9.- Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat op de hulpliggers (3) een wapening (22) geplaatst wordt alvorens beton (4) te storten.

10.- Ligger voor het toepassen van de werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij een gootvormig enkelvoudig of samengesteld profiel is waarvan de bodem (17) in het midden over de lengte van het prof iel een uitstulping (16) beschrijft met een doorsnede in de vorm van een T.

11.- Ligger volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat <Desc/Clms Page number 11> het profiel een C-profiel is.

12.- Ligger volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat zowel de randen van de kop van de T-vormige uitstulping (16) als de naar elkaar gekeerde randen van het C-profiel, van inkepingen (19) zijn voorzien.