BE1014557A6 - Werkwijze voor het bewaren van de kleur van dierlijk weefsel. - Google Patents

Werkwijze voor het bewaren van de kleur van dierlijk weefsel. Download PDF

Info

Publication number
BE1014557A6
BE1014557A6 BE2002/0001A BE200200001A BE1014557A6 BE 1014557 A6 BE1014557 A6 BE 1014557A6 BE 2002/0001 A BE2002/0001 A BE 2002/0001A BE 200200001 A BE200200001 A BE 200200001A BE 1014557 A6 BE1014557 A6 BE 1014557A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
nitrite
nitrate
meat product
liquid
meat
Prior art date
Application number
BE2002/0001A
Other languages
English (en)
Inventor
De Voorde Dimitri Van
Petra Brackenier
Original Assignee
Vleeswarenfabriek Brackenier L
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vleeswarenfabriek Brackenier L filed Critical Vleeswarenfabriek Brackenier L
Priority to BE2002/0001A priority Critical patent/BE1014557A6/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1014557A6 publication Critical patent/BE1014557A6/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23BPRESERVING, e.g. BY CANNING, MEAT, FISH, EGGS, FRUIT, VEGETABLES, EDIBLE SEEDS; CHEMICAL RIPENING OF FRUIT OR VEGETABLES; THE PRESERVED, RIPENED, OR CANNED PRODUCTS
    • A23B4/00General methods for preserving meat, sausages, fish or fish products
    • A23B4/02Preserving by means of inorganic salts
    • A23B4/027Preserving by means of inorganic salts by inorganic salts other than kitchen salt, or mixtures thereof with organic compounds, e.g. biochemical compounds
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23LFOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L13/00Meat products; Meat meal; Preparation or treatment thereof
    • A23L13/40Meat products; Meat meal; Preparation or treatment thereof containing additives
    • A23L13/42Additives other than enzymes or microorganisms in meat products or meat meals
    • A23L13/432Addition of inorganic compounds, e.g. minerals; oligo-elements
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23LFOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L5/00Preparation or treatment of foods or foodstuffs, in general; Food or foodstuffs obtained thereby; Materials therefor
    • A23L5/40Colouring or decolouring of foods
    • A23L5/41Retaining or modifying natural colour by use of additives, e.g. optical brighteners
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23VINDEXING SCHEME RELATING TO FOODS, FOODSTUFFS OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES AND LACTIC OR PROPIONIC ACID BACTERIA USED IN FOODSTUFFS OR FOOD PREPARATION
    • A23V2002/00Food compositions, function of food ingredients or processes for food or foodstuffs

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Nutrition Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Inorganic Chemistry (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het behandelen van een vleeswaar ten einde de grijsverkleuring die bij een warmtebehandeling van een dergelijke vleeswaar optreedt te verminderen. Hiertoe wordt een waterige vloeistof die nitriet bevat in de vleeswaar ingebracht zodanig dat dit nitriet met het aanwezige myoglobine en/of hemoglobine kan binden. Voor het bereiden van de vloeistof wordt uitgegaan van plantaardig materiaal dat ten minste nitraat bevat. Alvorens de vleeswaar met de vloeistof te behandelen, wordt dit nitraat ten minste gedeeltelijk tot nitriet omgezet todat de verhouding tussen de nitraat- en de nitrietconcentratie in de vloeistof, uitedrukt in ppm NO3 en NO2, kleiner is dan 9/1. Door deze behandeling met de vloeistof wordt, per kilogram vleeswaar, bij voorkeur tussen 1 en 30 mg nitriet in de vleeswaar ingebracht. Doordat geen chemisch nitriet gebruikt dient te worden, kan deze werkwijze toegepast worden voor het kleuren van zogenoemde bio-vleeswaren.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



     "Werkwiize   voor het bewaren van de   kleur van dierliik weefsel"  
De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het behandelen van een vleeswaar die myoglobine en/of hemoglobine bevattend dierlijk weefsel bevat ten einde een ongewenste grijsverkleuring, die bij een warmtebehandeling van een dergelijke vleeswaar optreedt, ten minste te verminderen, in welke werkwijze men gebruik maakt van een waterige vloeistof, in het bijzonder een oplossing, die ten minste nitriet bevat, met welke vloeistof men de vleeswaar vóór de warmtebehandeling met een voorafbepaalde hoeveelheid behandelt zodanig dat ten minste een hoeveelheid nitriet, die effectief is voor het verminderen van de grijsverkleuring tijdens de   warmtebehandeling,   in de vleeswaar ingebracht wordt. 



   Uit de praktijk is het bekend dat chemisch nitriet kan gebruikt worden om de kleur van vleeswaren bij een kookproces te vormen en te bewaren. Tegelijkertijd wordt chemisch nitriet ook gebruikt om de bewaarbaarheid en de microbiologische veiligheid van de vleeswaren te verhogen. Nitriet remt immers de ontwikkeling van voedselbedervende en/of ziekteverwekkende bacteriën zoals Staphylococcus aureus, Bacillus cereus of Clostridium botulinum en Listeria monocytogenes af. Chemisch nitriet wordt in de handel gebracht gemengd met   keuken-en/of   zeezout onder de naam nitrietpekeizout (NPZ) zodanig dat de toepassing van het nitriet beperkt wordt door de concentratie van het zout. 



   Voor de behandeling van vleeswaren wordt eerst met behulp van het NPZ een   oplossing   aangemaakt, meer bepaald een pekeloplossing waaraan nog andere additieven zoals eiwitten, suikers, 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 kruiden enz. toegevoegd worden. De zoutconcentratie van deze pekeloplossing kan verschillen naargelang de hoeveelheid die men daarvan in de vleeswaar wenst aan te brengen. Een zogenoemde meesterlijke pekel wordt   bijvoorbeeld slechts   in een hoeveelheid van 12 à 15 % in de vleeswaar ingebracht terwijl een gewone hespenpekel in een hoeveelheid van ongeveer 25   ä   30 % toegepast wordt. 



   Indien toegepast op vleeswaren vervaardigd van verkleind dierlijk weefsel kunnen de pekel- of zoutoplossingen homogeen onder dit dierlijk weefsel verdeeld worden door deze erop te sproeien en het geheel te mengen. Bij vleeswaren gevormd door één of meerdere stukken niet-verkleind vlees worden deze oplossingen doorgaans op meerdere plaatsen in het   vlees geïnjecteerd. Door het lokaal   aanbrengen van de pekeloplossing is het in dit laatste geval moeilijker om een homogene kleuring van het vlees te bekomen. 



   Een probleem van de hierboven geschetste bestaande werkwijzen is dat deze niet toepasbaar zijn bij de produktie van zogenoemde biologische of bio-vleeswaren. Bij de produktie van dergelijke bio-vleeswaren mag immers geen gebruik gemaakt worden van chemisch nitraat of nitriet. 



   Uit US-A-3 911 146 is een werkwijze voor het bewaren van de kleur van dierlijk weefsel tijdens een warmtebehandeling bekend waarbij geen chemisch nitriet en/of nitraat gebruikt wordt. In plaats daarvan wordt een door extractie of persing uit plantaardig materiaal afgescheiden vloeibare fase gebruikt, in het bijzonder plantensap verkregen door het malen en centrifugeren van plantendelen. Per kilogram vlees dient van deze vloeibare fase een hoeveelheid gebruikt te worden die overeenstemt met 15 tot 100 ml plantensap. Om te vermijden dat de wateroplosbare plantaardige ingrediënten zouden afgebroken worden, dient de vloeibare fase hetzij onmiddellijk na de bereiding daarvan gebruikt te worden of dient deze gesteriliseerd te worden en 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 onder steriele omstandigheden bewaard te worden.

   Volgens US-A-   3 911   146 is er geen correlatie tussen de lage nitrietconcentratie van de behandelde vleesstalen en het effect op de bewaring van de kleur of is met andere woorden de hoeveelheid nitriet die eventueel in het plantaardig materiaal aanwezig is niet voldoende om het kleureffect te bekomen. 



   Een nadeel van de in US-A-3 911 146 beschreven werkwijze is dat relatief grote hoeveelheden plantensap vereist zijn en vooral dat het vlees meerdere dagen dient te rijpen opdat het zijn kleur tijdens het kookproces zou behouden. Wanneer uitgegaan wordt van nitraatrijke planten wordt volgens deze werkwijze aldus grote hoeveelheden nitraat in het vlees ingebracht. Het noodzakelijk lang rijpingsproces is verder nadelig voor de kwaliteit van het vlees aangezien tijdens dit rijpingsproces allerlei omzettingen optreden en er zich ook ongewenste micro-organismen kunnen ontwikkelen. De voorbeelden beschreven in het octrooi werden verder enkel uitgevoerd met verkleind vlees dat, zoals hierboven reeds aangegeven, eenvoudiger te kleuren is aangezien de toevoegstoffen homogener in het vlees kunnen verspreid worden. 



   De huidige uitvinders hebben getracht een werkwijze volgens dit   US-octrooi   toe te passen op een volledig stuk vlees door 15 % van een zoutoplossing, verkregen door selder te malen en het sap af te scheiden, volgens de in de praktijk gebruikelijke manier op verschillende plaatsen in dit stuk vlees te injecteren en vervolgens gedurende ongeveer 14 uur te   malaxeren     (vacuümtrammelen). Alvorens   het stuk vlees te koken liet men het nog drie dagen bij een temperatuur van   3 C   rusten. Om tijdens deze rustperiode zo veel mogelijk nitraat in nitriet om te zetten, werd aan de zoutoplossing een starter cultuur van nitrietvormende bacteriën toegevoegd, hetgeen in   US-A-3911   146 niet voorzien was.

   Per kilogram vlees werd het sap van ongeveer 26 gram 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 selder toegepast. Niettegenstaande deze relatief grote hoeveelheid plantaardig materiaal en niettegenstaande men het vlees drie dagen liet rijpen alvorens het te koken bekwam men geen homogene kleuring maar vertoonde het vlees enkel roze vlekken, ten minste indien men uitging van witte selder. Uitgaande van groene selder vertoonde het vlees zelfs ongewenste groene vlekken door de grote hoeveelheid chlorofiel. 



   Het doel van de huidige uitvinding is nu een werkwijze te verschaffen die toelaat de kleurverandering (grijsverkleuring) van vleeswaren bij een warmtebehandeling te verminderen zonder dat men hiertoe gebruik dient te maken van chemisch nitriet en/of nitraat en zonder dat men de vleeswaar meerdere dagen dient te laten rijpen om een ongewenste kleurverandering bij het koken te vermijden. 



   Tot dit doel is de werkwijze volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat men voor het bereiden van genoemde vioeistof uitgaat van plantaardig materiaal dat ten minste nitraat bevat en men, alvorens de vleeswaar met de vloeistof te behandelen, een omzetting van nitraat tot nitriet uitvoert totdat de verhouding tussen de nitraat- en de nitrietconcentratie in de vioeistof, uitgedrukt in ppm NO   en N0 ,   kleiner is dan 9/1 en bij voorkeur kleiner dan 5/1 of totdat een zodanige hoeveelheid nitraat tot nitriet omzet is dat, via de behandeling van de vleeswaar met de vioeistof, door het tot nitriet omgezette nitraat de nitrietconcentratie in de vleeswaar met ten minste 0. 5 ppm   NO 2   verhoogd wordt. 



   Doordat een gedeelte van het nitraat uit het plantaardig materiaal tot nitriet omgezet is alvorens de vioeistof in de vleeswaar in te brengen, kan onmiddellijk de vereiste hoeveelheid nitriet in de vleeswaar bekomen worden om de ongewenste grijsverkleuring daarvan tegen te gaan. Met de werkwijze volgens de uitvinding kan aldus hetzelfde effect op de   roodkleurig   van de vleeswaar bekomen worden als met chemisch nitriet zonder dat men evenwel een dergelijk chemisch nitriet, dat bij bio- 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 vleeswaren niet mag toegepast worden, dient toe te passen. In de werkwijze volgens US-A-3911 146 wordt dit onmiddellijk effect op de kleuring van de vleeswaar niet bekomen gezien het zeer lage nitrietgehalte in het plantaardig materiaal waarvan uitgegaan wordt.

   Een verder mogelijk voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is dat de andere stoffen, die buiten nitriet en nitraat door het plantaardig materiaal in de vleeswaren ingebracht worden, een gunstig effect op de smaak en zelfs op de bewaarbaarheid van de vleeswaren kunnen hebben. 



   In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding bepaalt men de hoeveelheid nitriethoudende vloeistof waarmee men de vleeswaar behandelt zodanig dat, per kilogram vleeswaar, ten minste 1, bij voorkeur ten minste 2 en meer bij voorkeur ten minste 3 mg nitriet   (NO ;)   in de vleeswaar ingebracht wordt. 



   Vastgesteld werd dat met dergelijke   kleine nitriet   toevoegingen een goede kleurbewaring kan bekomen worden, waarbij de grotere toedieningen de voorkeur verdienen indien een homogene kleuring van vleeswaren bestaande uit   een   of meerdere stukken nietverkleind vlees beoogd wordt aangezien deze grotere toedieningen het eenvoudiger maken om grotere stukken vlees homogeen te kleuren. 



   In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding voert men de omzetting van nitraat tot nitriet uit totdat de nitraatconcentratie in de vloeistof zodanig klein is dat tijdens de behandeling van de vleeswaar daarmee, per kilogram vleeswaar, ten hoogste 15, bij voorkeur ten hoogste 10 en meer bij voorkeur ten hoogste 5 mg nitraat   (NO ;)   in de vleeswaar ingebracht wordt. 



   Aangezien het de bedoeling van de huidige uitvinding is een onmiddellijk effect op de kleurvorming te bekomen zodanig dat men de vleeswaar vóór het koken niet meer dient te laten rijpen om het noodzakelijke nitriet te vormen verdient het de voorkeur dat zo weinig mogelijk nitraat in de vleeswaar ingebracht wordt, in het bijzonder 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 wanneer het gaat om een zogenoemde biologische vleeswaar waaraan geen chemisch nitriet of nitraat mag toegevoegd worden. Zoals hierboven reeds beschreven wordt in de werkwijze volgens US-A-   3911   146 daarentegen een   belangrijke hoeveelheid   nitraat in het vlees ingebracht wanneer uitgegaan wordt van nitraatrijk plantaardig materiaal. 



   Verdere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van enkele bijzondere uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt evenwel enkel als voorbeeld gegeven en is niet bedoeld om de draagwijdte van de uitvinding, zoals bepaald door de bijgaande conclusies, te beperken. 



   De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het behandelen van vleeswaren die dierlijke weefsel, zoals vlees of inwendige organen die door myoglobine en eventueel door hemoglobine gekleurd zijn, bevatten. Dergelijke vleeswaren hebben de eigenschap dat ze hun kleur verliezen en meer bepaald grijsachtig worden wanneer ze gekookt worden. De vleeswaren die hier bedoeld worden zijn bij voorbeeld hammen die gekookt dienen te worden, worsten, gehaktballen, pasteien van vlees of organen zoals leverpastei, en dergelijke. Het gaat hier dus zowel om verkleinde vleeswaren zoals gemalen of gehakt vlees als om vleeswaren die gevormd worden door   een   of meerdere stukken niet-verkleind vlees. 



   In de werkwijze volgens de uitvinding wordt een ongewenste kleurverandering van dergelijke vleeswaren bij het koken daarvan vermeden door de vleeswaar vóór het koken met een waterige nitriethoudende vloeistof te behandelen, meer bepaald met een zodanige hoeveelheid dat een hoeveelheid nitriet die effectief is voor het verminderen van de kleurverandering tijdens de warmtebehandeling in de vleeswaar ingebracht wordt. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



   Voor het bereiden van de vloeistof wordt volgens de uitvinding geen gebruik gemaakt van chemisch nitriet, waarmee bedoeld wordt dat geen nitrietpekeizout als dusdanig of geen mengsel van een nitrietpekeizout met andere zouten gebruikt wordt. In de plaats daarvan wordt uitgegaan van plantaardig materiaal dat ten minste nitraat bevat, waarbij een omzetting van nitraat tot nitriet uitgevoerd wordt om de noodzakelijke hoeveelheid nitriet in de vloeistof te bekomen. Bij voorkeur is het plantaardig materiaal afkomstig van biologisch geteelde planten of groenten, of van op een andere manier geteelde planten waarvan het gebruik bij de bereiding van biologische vleeswaren toegelaten is. Het plantaardig materiaal kan gevormd worden door de verschillende delen van de planten waaronder de bladeren, vruchten, stengels en wortels.

   In de werkwijze volgens de uitvinding worden bij voorkeur planten toegepast die een hoger nitraatgehalte vertonen zoals bijvoorbeeld andijvie, selder, kropsla, veldsla, spinazie, radijsjes en peterselie. Planten met een gemiddeld nitraatgehalte zoals prei, bonen, komkommer en meloen, of zelfs planten met een matig nitraatgehalte zoals aardappelen, wortelen en aardbeien, kunnen echter ook gebruikt worden. 



   Voor de bereiding van de nitriethoudende vioeistof uitgaande van het plantaardig materiaal kan op verschillende manieren tewerk gegaan worden. 



   Op de eerste plaats is het mogelijk het plantaardig materiaal te verkleinen, in het bijzonder fijn te malen of te hakken, zodanig dat een suspensie bekomen wordt, met een vaste en een vloeibare fase. De bekomen suspensie kan als dusdanig gebruikt worden om de vioeistof te bereiden, waarbij indien nodig de nitrietconcentratie door toevoeging van water verlaagd kan worden en waarbij verder aan de suspensie, zoals bij de bekende chemische pekel oplossingen, de gebruikelijke zouten en additieven toegevoegd kunnen worden, met uitzondering uiteraard van de nitrieten en andere produkten die reeds in 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 het plantaardig materiaal aanwezig zijn. Anderzijds is het ook mogelijk eerst de vaste fase af te scheiden, in het bijzonder af te zeven, om aldus een zoutoplossing te bekomen waaraan dan het nodige water en de gebruikelijke additieven kunnen toegevoegd worden.

   In plaats van een suspensie met een vioeibare en een vaste fase te maken, is het verder ook mogelijk bijvoorbeeld door persen of centrifugeren het sap uit het plantaardig materiaal af te scheiden, bij voorkeur ook na dit plantaardig materiaal verkleind te hebben alhoewel dit niet   noodzakelijk   is. Met dit sap kan dan de vloeistof gemaakt worden. 



   Om de nodige zouten uit het   plantaardig materiaal   te onttrekken is het niet alleen mogelijk om het sap daaruit te verwijderen doch kan aan het plantaardig materiaal ook water toegevoegd worden om aldus een waterige extractie uit te voeren. In dit geval is het ook niet nodig het plantaardig materiaal te verkleinen. Het verkleinen van het plantaardig materiaal, bijvoorbeeld door dit fijn te hakken, verdient evenwel ook in dit geval de voorkeur, om de waterige extractie zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. 



   In de werkwijze volgens de uitvinding wordt zoals hierboven reeds beschreven een omzetting van nitraat tot nitriet uitgevoerd. In het bijzonder kan deze omzetting uitgevoerd worden totdat de verhouding tussen de nitraat- en de nitrietconcentratie, uitgedrukt in ppm NO en   NO ;, kleiner   is dan 9/1 en in het bijzonder kleiner dan 5/1. Anderzijds of bijkomend is het volgens de uitvinding ook mogelijk de omzetting van nitraat tot nitriet uit te voeren totdat een zodanige hoeveelheid nitraat tot nitriet omzet is dat, via de behandeling van de vleeswaar met de vioeistof, door het tot nitriet omgezette nitraat de nitrietconcentratie in de vleeswaar met ten minste 0. 5 ppm   N0,   in het bijzonder met ten minste 1 ppm, bij voorkeur met ten minste 2 ppm en meer bij voorkeur met ten minste 3 ppm NO verhoogd wordt.

   Om onnodige of zelfs ongewenste 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 hoeveelheden nitraten in de vleeswaar te vermijden, en tevens om zo weinig   mogelijk plantaardig materiaal   te moeten gebruiken, wordt de omzetting van nitraat tot nitriet bij voorkeur uitgevoerd totdat de verhouding tussen de nitraat- en de nitrietconcentratie in de vloeistof die uitgaande van het plantaardig materiaal bereid zal worden, kleiner is dan 1/1 en bij voorkeur kleiner dan 2/3. 



   De omzetting van nitraat tot nitriet kan in de verschillende stadia van de bereiding van de nitriethoudende vloeistof gebeuren. In het bijzonder is het mogelijk het nitraat in het plantaardig materiaal zelf tot nitriet te laten omzetten en dit zowel vóór als na een eventuele verkleining van het materiaal of   zowel     vóór   als na een afscheiding van het plantensap. Indien water aan het al dan niet verkleinde plantaardig materiaal toegevoegd wordt, om aldus een waterige extractie uit te voeren, kan de omzetting van nitraat tot nitriet   vóór   deze waterige extractie,   d. w. z. vöör   de toevoeging van het water, tijdens de waterige extractie en/of na de waterige extractie, d. w. z. na de verwijdering van de vaste fase uitgevoerd worden.

   Bij voorkeur wordt de waterige extractie tijdens de omzetting van nitraat tot nitriet uitgevoerd zodanig dat deze extractie geen extra tijd vergt. Wanneer de omzetting van nitraat tot nitriet bij een hogere temperatuur uitgevoerd wordt, bevordert dit tevens de extractie efficiëntie. 



   Het uitvoeren van de omzetting van nitraat tot nitriet kan gebeuren door de natuurlijke enzymatische en/of microbiologische omzettingsprocessen een bepaalde tijd hun gang te laten gaan. 



  Eventueel kunnen hiervoor extra microorganismen of met andere woorden zogenoemde starter culturen toegevoegd worden. Bij voorkeur wordt de omzetting van nitraat tot nitriet bevorderd door deze ten minste gedeeltelijk bij een temperatuur hoger dan   20 C   uit te voeren. Op deze manier is voor de noodzakelijke omzetting minder tijd nodig dan wanneer deze omzetting bijvoorbeeld uitsluitend bij een temperatuur tussen 5 en 

 <Desc/Clms Page number 10> 

   20 C   uitgevoerd zou worden. De omzetting van nitraat tot nitriet wordt bij voorkeur verder gestimuleerd door op te warmen tot een temperatuur hoger dan   40 C,   en meer bij voorkeur tot een temperatuur hoger dan 50 C.

   Het verwarmen tot een temperatuur hoger dan   50 C,   bijvoorbeeld tot   52 C,   verdient verder de voorkeur omwille van het feit dat bij deze temperaturen ongewenste micro-organismen afgedood worden en men aldus een   (gedeeltelijke) sterilisatie   van het materiaal verkrijgt. In het bijzonder kan het plantensap en/of de waterige extractievloeistof, met daarin bij voorkeur nog het plantaardig materiaal, tot dergelijke temperaturen opgewarmd worden, waarna de verwarming bij het bereiken van de gewenste temperatuur dan gestopt kan worden en het geheel op kamertemperatuur langzaam af kan koelen.

   Bij voorkeur wordt niet hoger opgewarmd dan   80 C,   en meer bij voorkeur niet hoger dan   70 C,   om de enzymatische en microbiologische omzettingsprocessen, die nodig zijn voor de omzetting van nitraat tot nitriet, niet te sterk te verminderen. Bij voorkeur warmt men op tot een temperatuur gelegen tussen 50 en   600C   zodanig dat enerzijds een voldoende sterilisatie bekomen wordt en anderzijds de omzetting van nitraat tot nitriet op een voldoend korte tijd kan uitgevoerd worden, in het bijzonder binnen een periode van 24 uur. Voor temperaturen hoger dan   70 C   werd immers vastgesteld dat een aanzienlijke tijd nodig was opdat de omzettingsprocessen van nitraat tot nitriet opnieuw op gang kwamen na het   sterilisatieproces.   



   Na de omzetting van nitraat tot nitriet en na de eventuele verwijdering van de vaste fase wordt bij voorkeur de nitrietconcentratie gemeten aangezien deze sterk kan variëren in functie van het uitgangsmateriaal, meer bepaald van het nitraatgehalte daarvan, en ook in functie van de bereidingswijze. Vervolgens wordt de nodige hoeveelheid water toegevoegd om de gewenste nitrietconcentratie in de   vioeistof   te bekomen. Alvorens de vloeistof te bereiden kan het 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 nitriethoudend produkt dat vervaardigd werd eerst nog gedurende een bepaalde tijd bewaard worden, in het bijzonder in gekoelde of bevroren toestand of eventueel ook, na sterilisatie, onder steriele omstandigheden. 



   De uitgaande van het plantaardig materiaal vervaardigde nitriet bevattende waterige vloeistof kan op verschillende manieren in de vleeswaar ingebracht worden. Indien deze vleeswaar vervaardigd is van verkleind dierlijk weefsel kan ze homogeen onder dit dierlijk weefsel verdeeld worden door ze erop te sproeien en het geheel te vermengen. 



  Bij vleeswaren gevormd door   een   of meerdere stukken niet-verkleind vlees wordt de vloeistof in het bijzonder op meerdere plaatsen in het vlees geïnjecteerd. Vervolgens verdient het de voorkeur dit vlees gedurende meerdere uren, in het bijzonder gedurende een 14-tal uur of meer, in een trommel onder vacuüm te trommelen   (malaxeren)   zodanig dat de stukken vlees beter aan elkaar blijven hechten en ook zodanig dat de geïnjecteerde vloeistof zich homogener kan verspreiden. Per kilogram vleeswaar wordt bijvoorbeeld 100 tot 400 ml vioeistof, en meer in het bijzonder 140 tot 310 ml, gebruikt, dit afhankelijk van de concentratie van de verschillende ingrediënten van deze vloeistof. 



   Volgens de uitvinding werd gevonden dat het niet nodig is om de hoeveelheden   nitriet/nitraat   die in de praktijk in vleeswaren ingebracht worden om hun kleur tijdens een thermische behandeling te behouden toe te passen. Bij voorkeur wordt in de werkwijze volgens de uitvinding slechts een zodanige hoeveelheid vloeistof gebruikt dat, per kilogram vleeswaar, ten hoogste 30, bij voorkeur ten hoogste 20 en meer bij voorkeur ten hoogste 15 mg nitriet (uitgedrukt in   NO ;)   in de vleeswaar ingebracht wordt. Aangezien dit nitriet zich in de vleeswaar zal binden of verder zal reageren, is de restwaarde die in de vleeswaar zelf zal teruggevonden worden kleiner dan deze toegevoegde hoeveelheden, en in het bijzonder merkelijk lager dan de wettelijk toegelaten maximale hoeveelheden. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



   In de werkwijze volgens de uitvinding kan de hoeveelheid nitriet evenwel nog verder verlaagd worden, waarbij de uitvinders aanwijzingen hebben dat door het   plantaardig materiaal   nog andere bestanddelen in de vleeswaar ingebracht worden die de houdbaarheid van de vleeswaar kunnen verhogen zodanig dat voor deze houdbaarheid minder nitriet nodig is. Wat betreft de kleuring van de vleeswaren werd vastgesteld dat reeds een merkelijk effect optreedt wanneer, per kilogram vleeswaar, 1 mg nitriet (uitgedrukt in   NOj)   in de vleeswaar ingebracht wordt. Bij verkleind vlees, waarin het nitriet homogeen kan verspreid worden, laat deze hoeveelheid een homogene kleuring van de vleeswaar toe.

   Wanneer de vloeistof in stukken vlees moet geïnjecteerd worden, worden bij voorkeur grotere hoeveelheden toegepast, in het bijzonder meer dan 2 mg, en bij voorkeur meer dan 3 mg, nitriet. Bij een hoeveelheid van 3 mg nitriet per kilogram vlees werd vastgesteld dat, door toepassing van de gebruikelijke injectie- en malaxeertechnieken (die bijvoorbeeld voor de productie van gekookte hespen gebruikt worden), eenvoudig een homogene kleuring verkregen kan worden. 



   Zoals hierboven reeds beschreven verdient het de voorkeur het nitraat zoveel mogelijk tot nitriet te laten omzetten alvorens de vioeistof in de vleeswaar in te brengen. Op deze manier wordt een onmiddellijk effect op de kleurvorming bekomen en dient men de vleeswaar vóór het kookproces niet meer te laten rijpen. In de werkwijze volgens de uitvinding wordt de omzetting van nitraat tot nitriet dan bij voorkeur ook uitgevoerd totdat de nitraatconcentratie in de vloeistof zodanig klein is dat tijdens de behandeling van de vleeswaar daarmee, per kilogram vleeswaar, ten hoogste 15, bij voorkeur ten hoogste 10 en meer bij voorkeur ten hoogste 5 mg nitraat   (NO ;)   in de vleeswaar ingebracht wordt. 



   Voorbeeld 1 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 
Verse spinazie bladeren (met stengels) werden fijn gehakt. 



  Het aldus bekomen groentengehakt bevatte 2826 ppm nitraat   (NO 3 )   en   60 ppm   nitriet   (NO2).   Het totaal aeroob kiemgetal van de spinazie bedroeg 4. 9 107/g en het gehalte aan schadelijke micro-organismen, in het bijzonder aan Bacillus cereus en aan Staphylococcus aureus was telkens lager dan de detectielimiet van 100 kve/g. 



   Aan 48 kg van het groentengehakt werd 300 I water toegevoegd. Het geheel werd over een periode van 3 uur opgewarmd tot   52 C   en gedurende 2 uur op deze temperatuur gehouden. Door de gedeeltelijke sterilisatie bij   52 C   werd een sterke daling van het totaal aeroob kiemgetal vastgesteld, in het bijzonder een daling tot ongeveer 4400   kve/ml.   Vervolgens liet men het geheel 19 uur bij kamertemperatuur staan zodanig dat het terug tot   18 C   afgekoeld was. 



  De vaste fase werd dan afgescheiden en de vloeibare fase werd geanalyseerd. Deze bevatte nog 80 ppm nitraat   (N0)   en 175 ppm nitriet   (NO ;).   Het gehalte aan Bacillus cereus en aan Staphylococcus aureus was telkens lager dan de detectielimiet van 10 kve/ml. 



   Aan 23 kg van deze vloeibare fase werd dan   90 I   water toegevoegd en verder in totaal nog 46 kg toevoegstoffen waaronder 18 kg zeezout en 28 kg additieven. Door deze verdunning van 23/159 bedroeg de nitrietconcentratie in de aldus bekomen vloeistof ongeveer 25 ppm. Van deze vioeistof werd 15 %, d. w. z. 150 ml per kilogram vlees, in een stuk vlees, meer bepaald een varkenshesp geïnjecteerd. Per kilogram vlees werd aldus ongeveer 3. 75 mg nitriet toegevoegd. Het vlees werd dan gedurende 14 uur gemalaxeerd waarna de oorspronkelijk rode kleur van het vlees door de reactie met het nitriet omgezet was tot een grijs-bruinachtige kleur. Vervolgens werd het vlees in stoom van   720C   gekookt, waarbij de kerntemperatuur tot   68 C   opliep. Door dit kookproces kreeg het vlees terug een homogene rood-rozige kleur.

   Via 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 een nitrietanalyse kon in dit gekookt vlees slechts een restnitrietgehalte van ongeveer 1, 3 ppm teruggevonden worden. 



   Verdere testen hebben uitgewezen dat het door het verder verdunnen van de vloeibare fase zodanig dat slechts 2 mg nitriet per kilogram vlees geïnjecteerd werd, het ook nog mogelijk was een voldoend homogene kleuring te bekomen. Met slechts 1 mg nitriet per kilogram vlees werd echter een   vlekkenpatroon   bekomen. Door het vlees te malen kon dit vermeden worden en kon toch nog een voldoende kleuring bekomen worden. 



   Verder is ook gebleken dat de vaste fase die voordien afgescheiden werd, opnieuw als plantaardig materiaal voor de bereiding van verdere vloeistof gebruikt kon worden. Door aan deze vaste fase meer bepaald 150 I water toe te voegen en vervolgens dezelfde thermische behandeling uit te voeren, werd een vloeibare fase bekomen die 110 ppm nitriet bevatte. 



   Voorbeeld 2
Het vorige voorbeeld werd herhaald waarbij men na de temperatuursbehandeling bij   52 C   het mengsel van groentengehakt en water in een frigo bij   4"C plaatste.   Door deze lagere temperatuur verliep de   nitraat/nitriet   omzetting merkelijk trager en liet men deze 24 uur langer uitvoeren. 



   Voorbeeld 3
In dit voorbeeld werd het mengsel van spinaziegehakt en water tot   70 C   opgewarmd over een periode van ongeveer 4, 5 uur. Door de   sterilisatie bij 70'C   werd een sterkere daling van het totaal aeroob kiemgetal vastgesteld, in het bijzonder een daling tot ongeveer 60 kve/ml. 



  Na deze temperatuursbehandeling werd het mengsel dan in een frigo bij   4'C geplaatst.   Door de sterkere sterilisatie duurde het in dit voorbeeld merkelijk langer alvorens de   nitraat/nitriet   omzetting op gang kwam. Na een 3 à 4-tal dagen werd echter opnieuw voldoende nitriet gevormd.

Claims (14)

  1. CONCLUSIES 1. Werkwijze voor het behandelen van een vleeswaar die myoglobine en/of hemoglobine bevattend dierlijk weefsel bevat ten einde een ongewenste grijsverkleuring, die bij een warmtebehandeling van een dergelijke vleeswaar optreedt, ten minste te verminderen, in welke werkwijze men gebruik maakt van een waterige vioeistof die ten minste nitriet bevat, met welke vloeistof men de vleeswaar vóór de warmtebehandeling met een voorafbepaalde hoeveelheid behandelt zodanig dat ten minste een hoeveelheid nitriet, die effectief is voor het verminderen van de grijsverkleuring tijdens de warmtebehandeling, in de vleeswaar ingebracht wordt, daardoor gekenmerkt dat - men voor het bereiden van genoemde vloeistof uitgaat van plantaardig materiaal dat ten minste nitraat bevat ;
    en - men, alvorens de vleeswaar met de vloeistof te behandelen, een omzetting van nitraat tot nitriet uitvoert totdat de verhouding tussen de nitraat- en de nitrietconcentratie in de vloeistof, uitgedrukt in ppm NO en NO 2, kleiner is dan 9/1 en bij voorkeur kleiner dan 5/1.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat men de omzetting van nitraat tot nitriet uitvoert totdat de verhouding tussen de nitraat- en de nitrietconcentratie in de vloeistof, uitgedrukt in ppm NO 3 en NO 2, kleiner is dan 1/1 en bij voorkeur kleiner dan 2/3.
  3. 3. Werkwijze, in het bijzonder een werkwijze volgens conclusie 1 of 2, voor het behandelen van een vleeswaar die myoglobine en/of hemoglobine bevattend dierlijk weefsel bevat ten einde een ongewenste grijsverkleuring die bij een warmtebehandeling van een dergelijke vleeswaar optreedt ten minste te verminderen, in welke werkwijze men gebruik maakt van een waterige vioeistof die ten minste nitriet bevat, met welke vioeistof men de vleeswaar vóór de warmtebehandeling met een voorafbepaalde hoeveelheid behandelt <Desc/Clms Page number 16> zodanig dat ten minste een hoeveelheid nitriet, die effectief is voor het verminderen van de grijsverkleuring tijdens de warmtebehandeling, in de vleeswaar ingebracht wordt,
    daardoor gekenmerkt dat - men voor het bereiden van genoemde vloeistof uitgaat van plantaardig materiaal dat ten minste nitraat bevat ; en - men, alvorens de vleeswaar met de vloeistof te behandelen, een omzetting van nitraat tot nitriet uitvoert totdat een zodanige hoeveelheid nitraat tot nitriet omzet is dat, via de behandeling van de vleeswaar met de vloeistof, door het tot nitriet omgezette nitraat de nitrietconcentratie in de vleeswaar met ten minste 0. 5 ppm NO 2 verhoogd wordt.
  4. 4. Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat men de omzetting van nitraat tot nitriet uitvoert totdat een zodanige hoeveelheid nitraat tot nitriet omzet is dat, via de behandeling van de vleeswaar met de vioeistof, door het tot nitriet omgezette nitraat de nitrietconcentratie in de vleeswaar met ten minste 1 ppm, bij voorkeur EMI16.1 met ten minste 2 ppm en meer bij voorkeur met ten minste 3 ppm NO verhoogd wordt.
  5. () 5. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat men de hoeveelheid vloeistof waarmee men de vleeswaar behandelt zodanig bepaalt dat, per kilogram vleeswaar, ten minste 1, bij voorkeur ten minste 2 en meer bij voorkeur ten minste 3 mg nitriet (NO 2 ) in de vleeswaar ingebracht wordt.
  6. 6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat men de hoeveelheid vloeistof waarmee men de vleeswaar behandelt zodanig bepaalt dat, per kilogram vleeswaar, ten hoogste 30, bij voorkeur ten hoogste 20 en meer bij voorkeur ten hoogste 15 mg nitriet (NO 2 ) in de vleeswaar ingebracht wordt. <Desc/Clms Page number 17>
  7. 7. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat men de omzetting van nitraat tot nitriet uitvoert totdat de nitraatconcentratie in de vloeistof zodanig klein is dat tijdens de behandeling van de vleeswaar daarmee, per kilogram vleeswaar, ten hoogste 15, bij voorkeur ten hoogste 10 en meer bij voorkeur ten hoogste 5 mg nitraat (NO 3 ) in de vleeswaar ingebracht wordt.
  8. 8. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat men aan het plantaardig materiaal water toevoegt en dit plantaardig materiaal met dit water extraheert zodanig dat men een vaste fase en een vioeibare fase met opgeloste zouten verkrijgt.
  9. 9. Werkwijze volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat men als vloeistof een zoutoplossing bereidt door de vaste fase van de vloeibare fase af te scheiden.
  10. 10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat men de omzetting van nitraat tot nitriet vóór, tijdens en/of na de waterige extractie uitvoert, waarbij men de waterige extractie bij voorkeur tijdens de omzetting van nitraat tot nitriet uitvoert.
  11. 11. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat men de omzetting van nitraat tot nitriet ten minste gedeeltelijk uitvoert bij een temperatuur hoger dan 20oC, waarbij men deze omzetting bij voorkeur stimuleert door op te warmen tot een temperatuur hoger dan 40 C, bij voorkeur tot een temperatuur hoger dan 50 C.
  12. 12. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat men in genoemde vloeistof een voorafbepaalde nitrietconcentratie voorziet door na de omzetting van nitraat tot nitriet de nitrietconcentratie te meten en door vervolgens water toe te voegen totdat genoemde voorafbepaalde nitrietconcentratie bereikt is. <Desc/Clms Page number 18>
  13. 13. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 12, daardoor gekenmerkt dat genoemde vleeswaar gevormd wordt door een of meerdere stukken niet-verkleind vlees en dat men de vloeistof op meerdere plaatsen in het vlees injecteert.
  14. 14. Vleeswaar die myoglobine en/of hemoglobine bevattend dierlijk weefsel bevat en die met een nitriet bevattende vloeistof behandeld werd en vervolgens aan een warmtebehandeling onderworpen werd, daardoor gekenmerkt dat de vleeswaar behandeld is door toepassing van een werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 13.
BE2002/0001A 2002-01-02 2002-01-02 Werkwijze voor het bewaren van de kleur van dierlijk weefsel. BE1014557A6 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0001A BE1014557A6 (nl) 2002-01-02 2002-01-02 Werkwijze voor het bewaren van de kleur van dierlijk weefsel.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0001A BE1014557A6 (nl) 2002-01-02 2002-01-02 Werkwijze voor het bewaren van de kleur van dierlijk weefsel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1014557A6 true BE1014557A6 (nl) 2003-12-02

Family

ID=29588505

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2002/0001A BE1014557A6 (nl) 2002-01-02 2002-01-02 Werkwijze voor het bewaren van de kleur van dierlijk weefsel.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1014557A6 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104068410A (zh) * 2007-06-11 2014-10-01 杰伯里国际有限公司 用于制备腌制的肉产品的方法和组合物

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104068410A (zh) * 2007-06-11 2014-10-01 杰伯里国际有限公司 用于制备腌制的肉产品的方法和组合物
EP2166863B1 (en) 2007-06-11 2016-08-31 Kerry Group Services International Limited Method and composition for preparing cured meat products
US11071304B2 (en) 2007-06-11 2021-07-27 Kerry Luxembourg S.a.r.l. Method and composition for preparing cured meat products

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20230404090A1 (en) Method of producing a vinegar-derived food additive
KR20120080610A (ko) 냉동 세절육을 고압 저온 살균하는 방법
KR20120078723A (ko) 세절육을 고압 저온 살균하는 방법
WO2018106109A1 (en) Meat treatment composition and use thereof
Quilo et al. Effects of potassium lactate, sodium metasilicate, peroxyacetic acid, and acidified sodium chlorite on physical, chemical, and sensory properties of ground beef patties
Antunes-Rohling et al. Eco-innovative possibilities for improving the quality of thawed cod fillets using high-power ultrasound
CA3046317A1 (en) Meat treatment composition and use thereof
Vinnikova et al. THE PROBLEMS OF MEAT PRODUCTS THERMAL TREATMENT.
Singh et al. Effect of phosphate and meat (pork) types on the germination and outgrowth of Clostridium perfringens spores during abusive chilling
US20040009273A1 (en) Method for the long-term preservation of meat and the meat process thereby
US20170273323A1 (en) Preservation of meat products
Monteiro et al. Exploring high hydrostatic pressure for enhancing the preservation of white and dark muscle fish fillets stored at different packaging systems under refrigeration
BE1014557A6 (nl) Werkwijze voor het bewaren van de kleur van dierlijk weefsel.
Lawrie Chemical changes in meat due to processing—A review
Chen et al. Effect of chlorine dioxide and phosphates on the quality of tiger frog (Rana tigrina) meat during 4° C storage
US20100209568A1 (en) Ultrasonic Treatment for Preparing Meat Products
RU2348182C2 (ru) Способ производства мясных полуфабрикатов
Rana et al. Study on acceptability and shelf life of salt-smoke-dried products prepared from two different species of sis kept at different storage condition
JP4523894B2 (ja) 食品の製造方法及び該製造方法によって得られた食品
Addeen et al. Haemoglobin-mediated lipid oxidation in washed chicken mince
Naeem et al. Assessment of physical and microbiological characteristics of quail meat during storage
WALISZEWSKI et al. SHELF‐LIFE EXTENSION OF TILAPIA IN CRUSHED ICE WITH ADDITIVES AT− 3C
Wang et al. Effect of Pressure on quality, protein functionality, and microbiological properties of honey garlic pork chops
Jayathilakan et al. 4 ChaptEr high-pressure processing of Meat, Fish, and poultry products
Ray Meat curing

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: VLEESWARENFABRIEK *BRACKENIER LBC

Effective date: 20080102