BE1013094A3

BE1013094A3 - Verbeterd ventilatierooster.

Info

Publication number: BE1013094A3
Application number: BE9900575A
Authority: BE
Inventors: Hoyweghen Paul Van
Original assignee: Aralco Nv
Priority date: 1999-08-25
Filing date: 1999-08-25
Publication date: 2001-09-04
Also published as: EP1079185A1; EP1079185B1; DE60010598D1; ATE266844T1

Abstract

Verbeterd ventilatierooster van het type dat hoofdzakelijk bestaat uit een behuizing (1) waarin een ventilatiekanaal (2) is gelegen dat een inlaatopening (3) en een uitlaatopening (4) in de behuizing (1) definieert, waarbij het ventilatiekanaal (2) afsluitbaar is door middel van een roteerbaar afsluitelement (6) dat hoofdzakelijk bestaat uit twee diametraal tegenover elkaar geplaatste afsluitdelen (7-8) , waartussen zich een kanaal (9) bevindt, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de voornoemde afsluitdelen (7-8) van het afsluitelement (6) gebogen is uitgevoerd.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Verbeterd ventilatierooster. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een verbeterd ventilatierooster, meer speciaal een ventilatierooster dat kan ingebouwd worden in ramen, deuren en dergelijke en dat hoofdzakelijk bestaat uit een behuizing waarin een ventilatiekanaal is gelegen dat een inlaatopening en een uitlaatopening definieert, waarbij het ventilatiekanaal afsluitbaar is door middel van een roteerbaar afsluitelement waarop   een   of meer afsluitdelen voorzien zijn. 



  Bij een bekende uitvoeringsvorm van een ventilatierooster van het voornoemde type zijn de afsluitdelen recht uitgevoerd, zodat er tussen de twee afsluitdelen een kanaal met rechte, evenwijdige wanden gevormd wordt. 



  Zulk voornoemd ventilatiekanaal bestaat als het ware uit verscheidene delen, waaronder   een   deel dat gevormd wordt door de voornoemde afsluitdelen, welke delen onder bepaalde hoeken op elkaar aansluiten, waarbij zieh bovendien heel wat onregelmatigheden in het ventilatiekanaal kunnen bevinden, zoals daar zijn uitsteeksels en dergelijke op de toegepaste profielen. 



  Een en ander heeft als gevolg dat de luchtdoorstroming doorheen zulk bekend ventilatiekanaal niet optimaal is. 



  Inderdaad, een eerste nadeel van deze bekende ventilatiekanalen is dat de luchtstroom in het ventilatiekanaal een grote weerstand ondervindt doordat dit kanaal geen vloeiende wanden heeft. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Een tweede nadeel van de voornoemde bekende ventilatiekanalen is dat er, als gevolg van de hoeken en de onregelmatigheden die het kanaal bevat, zieh veel luchtwervelingen voordoen in dit ventilatiekanaal, wat dan weer tot gevolg heeft dat de weerstand voor de luchtstroom stijgt. 



  Een derde bekend nadeel bestaat erin dat de doorstroomgeluiden in het ventilatiekanaal tot een niveau kunnen stijgen dat door bepaalde personen als hinderlijk wordt ervaren, wat eveneens een gevolg is van de luchtturbulenties en van de weerstand die de luchtstroom ondervindt in het ventilatiekanaal. 



  De huidige uitvinding heeft een verbeterd ventilatierooster als doel dat voor een betere flux doorheen het ventilatiekanaal zorgt waardoor de voornoemde en andere nadelen worden uitgesloten. 



  Tot dit doel betreft de uitvinding een verbeterd ventilatierooster van het type dat hoofdzakelijk bestaat uit een behuizing waarin een ventilatiekanaal is gelegen dat een inlaatopening en een uitlaatopening definieert, waarbij het ventilatiekanaal afsluitbaar is door middel van een roteerbaar afsluitelement dat hoofdzakelijk bestaat uit twee diametraal tegenover elkaar geplaatste afsluitdelen, waartussen zieh een kanaal bevindt, daardoor gekenmerkt dat minstens   een   van de voornoemde afsluitdelen van het afsluitelement, gebogen is uitgevoerd. 



  Bij voorkeur wordt het afsluitelement van een verbeterd ventilatierooster volgens de uitvinding gevormd door twee diametraal tegenover elkaar gelegen afsluitdelen, die ieder 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 een gebogen wand bezitten of die, met andere woorden, schelpvormig zijn uitgevoerd. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de wanden van de afsluitdelen gelegen op twee concentrische cirkels waarop de kanaalwanden voor en achter het afsluitelement kunnen aansluiten. 



  In het laatste geval wordt een bijkomend voordeel gevormd doordat de voornoemde wanden in geopende stand van het ventilatierooster met de kanaalwanden   een   vloeiend geheel vormen. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter twee voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een dwarsdoorsnede weergeeft van een verbeterd ventilatierooster volgens de uitvinding, in gesloten stand ; figuur 2 een doorsnede weergeeft gelijkaardig aan deze van figuur 1, doch met het ventilatiekanaal in geopende stand ; figuur 3 een uitvoeringsvariante weergeeft van het ventilatierooster volgens de figuren 1 en 2. 



  Een ventilatierooster volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit een behuizing 1, waarin een spleetvormig ventilatiekanaal 2 is voorzien dat een inlaatopening 3 en een uitlaatopening 4 in de behuizing 1 definieert. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Ter hoogte van de inlaatopening 3 bezit de behuizing 1 een naar buiten geplooide lip 5. 



  In het ventilatiekanaal 2 is een afsluitelement 6 aangebracht dat in hoofdzaak bestaat uit twee schelpvormige afsluitdelen 7-8, waartussen zich een kanaal 9 bevindt. 



  Aan hun uiteinden zijn de afsluitdelen 7-8 met elkaar verbonden door middel van twee eindstukken 10 die door middel van astappen 11 gelagerd zijn in de einddelen van de behuizing 1. 



  Ter versteviging kunnen tussen de afsluitdelen 7-8   een   of meerdere afstandhouders 12 aangebracht worden die gevat zijn in sleuven 13-14. 



  Deze afstandhouders 12 zorgen voor een versteviging van het afsluitelement 6, wat zeker bij lange ventilatiekanalen 2 een noodzaak is. 



  De voornoemde schelpvormige afsluitdelen 7-8 vertonen gebogen wanden 15-16, namelijk een convexe wand 15 en een concave wand 16, een en ander zodanig dat de wanden 15-16 de kromming van het ventilatiekanaal 2 volgen, zodat de weerstand voor de luchtstroom vermindert. 



  Teneinde te bekomen dat de afstand tussen de twee wanden 15-16 van de afsluitdelen 7-8 op een constante afstand ten opzichte van elkaar liggen, zijn deze wanden 15-16 concentrisch voorzien. 



  De afsluitdelen 7-8 zijn op hun randen 17-18, respectievelijk 19-20, ieder voorzien van op zichzelf bekende afdichtingselementen 21, bijvoorbeeld in de vorm 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 van borstels of dergelijke, die kunnen samenwerken met delen 22 van het ventilatiekanaal 2. 
 EMI5.1 
 



  Verder kan het ventilatiekanaal 2 aan zijn inlaatopening 3 je nog voorzien worden van een klep 23 die op zichzelf beweeg- baar is en die onder invloed van drukverschillen of windbelastingen op het ventilatierooster, deze inlaatopening vergroot of verkleind. 



  Tenslotte is het ventilatierooster volgens deze voorkeurdragende uitvoeringsvorm aan zijn uitlaatopening 4 voorzien van een rooster 26 dat op de behuizing 1 geklikt wordt en dat verhindert dat het ventilatiekanaal 2 zichtbaar is vanuit de kamer waarin het uitmondt en dat tevens dienst doet als insectenwering. 



  De werking en het gebruik van een ventilatierooster zoals hiervoor beschreven, is zeer eenvoudig en als volgt. 



  Wanneer het ventilatierooster gesloten is, zoals weergegeven in figuur   1,   is het afsluitelement 6 zodanig verdraaid dat de afsluitdelen 7-8 het ventilatiekanaal 2 hermetisch afsluiten doordat de afdichtingselementen 21 tegen de voornoemde delen 22 van het ventilatiekanaal 2 gedrukt worden. 



  Door het afsluitelement 6 geschikt te verdraaien door middel van een in de tekeningen niet weergegeven instelmechanisme, wordt het ventilatiekanaal 2 opengedraaid totdat het in de stand komt, zoals weergegeven in figuur 2. 



  Het afsluitelement 6 wordt onder andere in de gesloten stand en in de volledig geopende stand op zijn plaats 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 gehouden door de wrijving tussen de afdichtingselementen 21 en de delen 22 van het ventilatiekanaal 2. 



  Door de wanden 15-16 van de afsluitdelen 7-8 een dergelijke gebogen vorm te geven, wordt de luchtweerstand in het ventilatiekanaal 2 sterk verminderd, meer speciaal ter hoogte van het afsluitelement 6, wat dan weer tot gevolg heeft dat er veel minder luchtwervelingen optreden in het ventilatiekanaal 2, met een betere doorstroming van de lucht en minder doorstroomgeluiden tot gevolg. 



  In de uitvoeringsvariante volgens figuur 3, die van hetzelfde type is als de uitvoeringsvorm van de figuren 1 en 2, is het ventilatiekanaal 2 bovendien voorzien van akoestisch isolerend materiaal 27-28, meer bepaald in de zone voor en in de zone achter het afsluitelement 9. 



  Het isolerend materiaal 27-28 is zodanig gevormd dat de stroomlijn van het ventilatiekanaal 2 verbeterd wordt doordat de hoeken van het ventilatiekanaal 2 afgerond worden en de onregelmatigheden van het kanaal 2 bedekt worden door dit akoestisch isolerend materiaal. 



  Bovendien kunnen de afsluitdelen 7-8 van het afsluitelement 6 in hetzelfde vlak gelegen zijn als het vlak van de wanden 29-30 van het akoestisch isolerend materiaal 27-28 in het ventilatiekanaal 2, waardoor een betere doorstroming van de lucht verkregen wordt, terwijl het akoestisch isolerend materiaal 27-28 er bovendien voor zorgt dat de doorstroomgeluiden nog meer beperkt worden. 



  De werking en het gebruik van het verluchtingsrooster volgens deze uitvoeringsvariante is gelijkaardig aan de werking en het gebruik van de eerste uitvoeringsvorm. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Uiteraard is het perfect mogelijk om op andere plaatsen in het ventilatiekanaal 2 akoestisch isolerend materiaal aan te brengen om de stroomlijn van dit ventilatiekanaal 2 en/of de geluiddempende eigenschappen nog te verbeteren. 



  Bijvoorbeeld zou men hiertoe akoestisch isolerend materiaal kunnen aanbrengen in de sleuven 13-14 van de afsluitdelen, tussen de afstandhouders 12, zodat de wanden 15-16 nog minder luchtwervelingen veroorzaken. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijk ventilatierooster kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies. EMI8.1

1.-Verbeterd van het type dat hoofdzakelijk bestaat uit een behuizing (1) waarin een ventilatiekanaal (2) is gelegen dat een inlaatopening (3) en een uitlaatopening (4) in de behuizing (l) definieert, waarbij het ventilatiekanaal (2) afsluitbaar is door middel van een roteerbaar afsluitelement (6) dat hoofdzakelijk bestaat uit twee diametraal tegenover elkaar geplaatste afsluitdelen (7-8), waartussen zich een kanaal (9) bevindt, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de voornoemde afsluitdelen (7-8) van het afsluitelement (6) gebogen is uitgevoerd.

2.-Ventilatierooster volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat beide afsluitdelen (7-8) van het afsluitelement (6) gebogen zijn uitgevoerd.

3.-Ventilatierooster volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat een wand (15) van een afsluitdeel (7) van het afsluitelement (9) convex is uitgevoerd, terwijl de tegenoverliggende wand (16) concaaf is uitgevoerd.

4.-Ventilatierooster volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de gebogen wanden (15-16) concentrisch zijn.

5.-Ventilatierooster volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de afsluitdelen (7-8) op iedere rand (17-18-19-20), voorzien zijn van afdichtingselementen (21) die kunnen samenwerken met delen (22) van het ventilatiekanaal (2). <Desc/Clms Page number 9> 6. - Ventilatierooster volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het ventilatiekanaal (2) voorzien is van akoestisch isolerend materiaal (27-28), meer bepaald in de zone voor en in de zone achter het afsluitelement (9).

7.-Ventilatierooster volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het isolerend materiaal (27-28) gebogen wanden (29-30) bezit die, in geopende stand van het ventilatierooster, in hetzelfde vlak gelegen zijn als de wanden (15-16) van de afsluitdelen (7-8).

8.-Ventilatierooster volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de afsluitdelen (7-8) sleuven (13-14) zijn voorzien, die gevuld zijn met akoestisch isolerend materiaal.

9.-Ventilatierooster volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat, wanneer tussen de afsluitdelen (7-8) één of meerdere afstandhouders (12) zijn voorzien die gevat zijn in de sleuven (13-14), het akoestisch isolerend materiaal is aangebracht in de sleuven (13-14), tussen de afstandhouders (12).