<Desc/Clms Page number 1>
SCHUIFPOORT
De uitvinding heeft betrekking op een schuifpoort omvattende een kader, waarbij het kader tenminste één stijl bevat, die in de gesloten toestand van de poort tussen twee met de grond verbonden palen wordt opgenomen.
Dergelijke schuifpoorten zijn algemeen bekend en zijn o. a. beschre- ven in het Duitse Gbm 8906344 en de Europese octrooiaanvragen
134. 824, 711.898 en 792.969.
Het is van groot belang, dat een schuifpoort in de gesloten toestand van de poort stevig vergrendeld kan worden. Het is immers zo, dat wanneer het vergrendelmechanisme en/of de sluitorganen van de poort geopend of gebroken zijn, het betrekkelijk eenvoudig is om de poort volledig te openen of zelfs om de poort met geweld om te duwen.
De uitvinding heeft tot doel een nieuw type schuifpoort te verschaffen, waarbij de poort in de gesloten toestand stevig kan worden vergrendeld.
Hiertoe stelt de uitvinding bij een schuifpoort van het in de aanhef genoemde type voor, dat de stijl en de beide palen voorzien zijn van daarin aangebrachte buisvormige elementen, die in elkaars verlengde liggen in de gesloten toestand van de poort en dat een vergrendelingsstaaf door de in elkaars verlengde gelegen buisvormige elementen in de stijl en de beide palen kan worden geschoven om de poort in de gesloten toestand te vergrendelen
<Desc/Clms Page number 2>
Bij voorkeur zijn de stijl en de palen hol.
Het is van voordeel, dat de stijl en de beide palen voorzien zijn van tenminste twee stellen daarin aangebrachte buisvormige elementen, die in elkaars verlengde liggen in de gesloten toestand van de poort, en dat tenminste twee vergrendelingsstaven in de twee stellen buis- vormige elementen kunnen worden geschoven om de poort in de gesloten toestand te vergrendelen. Hierbij is het gewenst, dat de uiteinden van de twee vergrendelingsstaven door een dwarselement met elkaar verbonden zijn om een U-vormig vergrendelingsorgaan te vormen, en dat het dwarselement tegen de aangrenzende paal aanligt, wanneer het U-vormig vergrendelingsorgaan zich in de gesloten toestand bevindt.
Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm, is de vergrendelingsstaaf of het U-vormig vergrendelingsorgaan voorzien van sluitorganen, die in de gesloten toestand van de vergrendelingsstaaf of het U-vormig vergrendelingsorgaan samenwerken met de in de aangrenzende paal aanwezige sluitorganen. Hierbij is het aangewezen dat de aangrenzende paal voorzien is van een U-vormig borgorgaan en dat het dwarselement van het U-vormig vergrendelingsorgaan in de gesloten toestand van het U-vormig vergrendelingsorgaan in dit borgorgaan wordt opgenomen.
Bij nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is tenminste één vergrendelingsstaaf en de daaraan aangrenzende paal voorzien van met elkaar samenwerkende middelen om de vergrendelingsstaaf onverwijderbaar met de paal te verbinden.
<Desc/Clms Page number 3>
De uitvinding zal nader worden toegelicht in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening. In de tekening tonen :
Figuur 1, in perspectief, een schuifpoort volgens de uitvinding in de gesloten toestand van de poort, waarbij een stijl van de poort tussen twee met de grond verbonden palen is opge- nomen ;
Figuur 2, in zijaanzicht, het U-vormig vergrendelingsorgaan volgens de uitvinding in de open toestand van het vergrendelings- orgaan ;
Figuur 3, in langsdoorsnede, een vergrendelingsstaaf volgens de uitvinding, en
Figuur 4, in perspectief, een deel van één vergrendelingsstaaf en de daaraan aangrenzende paal, voorzien van middelen om de vergrendelingsstaaf onverwijderbaar met de paal te verbinden.
Figuur 1 toont in perspectief een schuifpoort 1 volgens de uitvinding in de gesloten toestand van de poort. De schuifpoort 1 bestaat uit een kader 2 met daarin op regelmatige afstanden van elkaar aange- brachte spijlen 3 en de nodige aandrijf- en geleidingswielen 4. Het kader 2 omvat tenminste een onderste 5 en een bovenste dwars- ligger 6 en twee rechtopstaande stijlen 7. In figuur 1 is duidelijk te zien, dat de linkse stijl 7 van de poort 1 in de gesloten toestand van de poort 1 tussen twee met de grond verbonden palen 8 is opge- nomen.
De stijl 7 en de beide palen 8 zijn bij voorkeur uit staal vervaardigd en vertonen bij voorkeur een nagenoeg rechthoekige dwarsdoorsnede.
De stijl 7 en de beide palen 8 zijn bij voorkeur hol.
<Desc/Clms Page number 4>
Volgens de uitvinding zijn de stijl 7 en de beide palen 8 voorzien van daarin vastgelaste buisvormige elementen 9. In de gesloten toestand van de poort liggen de twee buisvormige elementen 9 van de palen 8 in elkaars verlengde en in het verlengde van het daarbijbehorende buisvormig element 9 in de stijl 7. De lengte van het buisvormig ele- ment 9 in de stijl 7 is bij voorkeur nagenoeg gelijk aan de diepte van de stijl 7.
Volgens de uitvinding kan een vergrendelingsstaaf 10 door de in elkaars verlengde gelegen buisvormige elementen 9 in de stijl 7 en de beide palen 8 worden geschoven om de poort 1 in de gesloten toestand te vergrendelen.
Figuur 1 toont bovendien dat de stijl 7 en de beide palen 8 voorzien zijn van twee stellen daarin angebrachte buisvormige elementen 9, die in de gesloten toestand van de poort 1 in elkaars verlengde liggen en dat twee vergrendelingsstaven 10 in de twee stellen buisvormige elementen 9 zijn aangebracht om de poort 1 in de gesloten toestand te vergrendelen.
Figuur 1 toont ook dat de uiteinden van de twee vergrendelingsstaven 10 met elkaar verbonden zijn door een kokervormig dwarselement 11 om aldus een U-vormig vergrendelingsorgaan 12 te vormen en dat dit kokervormig dwarselement 11in de gesloten toestand van de poort 1 tegen de daaraan aangrenzende paal 8 aanligt.
Figuur 2 toont in zijaanzicht het U-vormig vergrendelingsorgaan 12 volgens de uitvinding in de open toestand van dit orgaan. In figuur 2 worden dezelfde verwijzingscijfers als in figuur 1 gebruikt om dezelfde onderdelen van de poort 1 aan te duiden. Het kokervormig dwars-
<Desc/Clms Page number 5>
element 11 van het vergrendelingsorgaan 12 is voorzien van daarin aangebrachte sluitorganen 13, die in de gesloten toestand van het orgaan 12 samenwerken met de in de aangrenzende paal 8 aanwe- zige sluitorganen 14. Het dwarselement 11 is ook voorzien van een handvat 15 om de vergrendelingsstaven 10 gemakkelijker heen en terug te kunnen bewegen in de buisvormige elementen 9 in de stijl 7 en de palen 8.
Figuren 1 en 2 tonen ook dat de aan het vergrendelingsorgaan 12 aangrenzende paal 8 voorzien is van een daaraan vastgelast U-vormig stalen profiel 16. In de gesloten toestand van het U-vormig vergrendelingsorgaan 12, wordt het kokervormig dwarselement 11 in het U-vormig profiel 16 opgenomen. Het U-vormig stalen profiel 16 en het kokervormig dwarselement 11vertonen daarom aan elkaar aangepaste dwarsdoorsneden of m.a.w. het U-vormig stalen profiel 16 dient als borgorgaan voor het dwarselement 11en de daarin aanwezige sluitorganen 13 van het U-vormig vergrendelingsorgaan 12. In de gesloten toestand van het vergrendelingsorgaan 12, wanneer het kokervormig dwarselement 11in het U-vormig borgorgaan 16 is opgenomen, is het onmogelijk om een beitel of een dergelijk voorwerp tussen het dwarselement 11 en de aangrenzende paal 8 te duwen om aldus de sluitorganen 13 open te breken.
Figuur 3 toont in langsdoorsnede een vergrendelingsstaaf 10 volgens de uitvinding, die gebruikt wordt om in de buisvormige elementen 9 te worden geschoven. De vergrendelingsstaaf 10 en de daarbijbehorende buisvormige elementen 9 vertonen bij voorkeur een nagenoeg cirkelvormige dwarsdoorsnede, die aan elkaar aangepast zijn of m. a.w. de diameter van de dwarsdoorsnede van de staaf 10 is iets kleiner dan de binnendiameter van de buisvormige elementen 9 in de
<Desc/Clms Page number 6>
stijl 7 en de palen 8. Zoals uit figuur 3 duidelijk blijkt, is de staaf 10 over een deel van haar lengte voorzien van een uitsparing 17. Het doel van deze uitsparing 17 zal hierna nader worden verklaard met verwijzing naar figuur 4.
Figuur 4 toont in perspectief een deel van een vergrendelingsstaaf 10 en de daaraan aangrenzende paal 8, die voorzien zijn van middelen om de vergrendelingsstaaf 10 onverwijderbaar met de paal 8 te verbinden. Hiertoe is het uitstekende deel 18 van het buisvormig element 9 in de paal 8 voorzien van een dwarsgleuf 19 met een daarin aangebrachte dwarsplaat 20, die samenwerkt met de langsuitsparing 17 in de staaf 10. Wanneer de in de gleuf 19 aanwezige dwarsplaat 20 aan de paal 8 wordt vastgemaakt, is het onmogelijk om de staaf 10 uit het buisvormig element 9 te verwijderen daar het uiteinde 21 van de staaf 10 wordt tegengehouden door de dwarsplaat 20.
<Desc / Clms Page number 1>
SLIDING GATE
The invention relates to a sliding gate comprising a frame, wherein the frame contains at least one post, which in the closed state of the gate is received between two posts connected to the ground.
Such sliding gates are generally known and are described, inter alia, in German Gbm 8906344 and European patent applications
134,824, 711,898 and 792,969.
It is of great importance that a sliding gate can be securely locked in the closed state of the gate. After all, when the locking mechanism and / or the closing members of the gate are opened or broken, it is relatively easy to fully open the gate or even to forcefully push the gate over.
The invention has for its object to provide a new type of sliding gate, wherein the gate can be securely locked in the closed position.
To this end, the invention proposes for a sliding gate of the type mentioned in the preamble that the post and the two posts are provided with tubular elements arranged therein, which are in line with each other in the closed condition of the gate and that a locking bar is closed by the tubular elements located in line with each other in the post and both posts can be slid to lock the gate in the closed position
<Desc / Clms Page number 2>
The post and the posts are preferably hollow.
It is advantageous that the post and the two posts are provided with at least two sets of tubular elements arranged therein, which are in line with each other in the closed condition of the gate, and that at least two locking bars can be provided in the two sets of tubular elements. be slid to lock the gate in the closed state. It is desired here that the ends of the two locking bars are connected to each other by a transverse element to form a U-shaped locking member, and that the transverse element bears against the adjacent pole when the U-shaped locking member is in the closed state .
In a further preferred embodiment, the locking bar or the U-shaped locking member is provided with locking members which, in the closed state of the locking bar or the U-shaped locking member, cooperate with the locking members present in the adjacent pole. It is recommended here that the adjacent post is provided with a U-shaped locking member and that the transverse element of the U-shaped locking member is received in this locking member in the closed state of the U-shaped locking member.
In a still further preferred embodiment, at least one locking bar and the post adjoining it are provided with mutually cooperating means for connecting the locking bar to the post in an irretrievable manner.
<Desc / Clms Page number 3>
The invention will be further elucidated in the following description with reference to the accompanying drawing. Show in the drawing:
Figure 1 is a perspective view of a sliding gate according to the invention in the closed state of the gate, wherein a post of the gate is included between two posts connected to the ground;
Figure 2 shows, in side view, the U-shaped locking member according to the invention in the open state of the locking member;
Figure 3 shows, in longitudinal section, a locking bar according to the invention, and
Figure 4 shows, in perspective, a part of one locking bar and the post adjoining it, provided with means for irreversibly connecting the locking bar to the post.
Figure 1 shows a perspective view of a sliding gate 1 according to the invention in the closed state of the gate. The sliding gate 1 consists of a frame 2 with bars 3 arranged at regular distances therefrom and the necessary drive and guide wheels 4. The frame 2 comprises at least one lower 5 and one upper cross-member 6 and two upright uprights 7. Figure 1 clearly shows that the left-hand pillar 7 of the gate 1 is accommodated in the closed state of the gate 1 between two posts 8 connected to the ground.
The post 7 and the two posts 8 are preferably made of steel and preferably have a substantially rectangular cross-section.
The post 7 and the two posts 8 are preferably hollow.
<Desc / Clms Page number 4>
According to the invention, the post 7 and the two posts 8 are provided with tubular elements 9 welded therein. In the closed state of the gate, the two tubular elements 9 of the posts 8 are in line with each other and in line with the associated tubular element 9. in the post 7. The length of the tubular member 9 in the post 7 is preferably substantially equal to the depth of the post 7.
According to the invention, a locking bar 10 can be slid through the mutually aligned tubular elements 9 in the post 7 and the two posts 8 to lock the gate 1 in the closed state.
Figure 1 furthermore shows that the post 7 and the two posts 8 are provided with two sets of tubular elements 9 arranged therein, which are in line with each other in the closed state of the gate 1 and that two locking bars 10 in the two sets of tubular elements 9 arranged to lock the gate 1 in the closed state.
Figure 1 also shows that the ends of the two locking bars 10 are connected to each other by a tubular cross member 11 so as to form a U-shaped locking member 12 and that this tubular cross member 11 in the closed state of the gate 1 against the adjacent post 8 lies.
Figure 2 shows in side view the U-shaped locking member 12 according to the invention in the open state of this member. In Fig. 2, the same reference numerals as in Fig. 1 are used to indicate the same parts of the gate 1. The tubular transverse
<Desc / Clms Page number 5>
element 11 of the locking member 12 is provided with locking members 13 arranged therein, which, in the closed state of the member 12, cooperate with the locking members 14 present in the adjacent post 8. The transverse member 11 is also provided with a handle 15 around the locking bars 10 easier to move back and forth in the tubular elements 9 in the post 7 and the posts 8.
Figures 1 and 2 also show that the post 8 adjacent to the locking member 12 is provided with a U-shaped steel profile 16 welded thereto. In the closed state of the U-shaped locking member 12, the tubular transverse element 11 becomes U-shaped. profile 16 included. The U-shaped steel profile 16 and the tubular transverse element 11 therefore display mutually adapted cross-sections or in other words the U-shaped steel profile 16 serves as a locking member for the transverse element 11 and the closing members 13 of the U-shaped locking member 12 present therein. of the locking member 12, when the tubular transverse element 11 is received in the U-shaped locking member 16, it is impossible to push a bit or similar object between the transverse element 11 and the adjacent post 8 so as to break open the closing members 13.
Figure 3 shows in longitudinal section a locking bar 10 according to the invention, which is used to be pushed into the tubular elements 9. The locking bar 10 and the associated tubular elements 9 preferably have a substantially circular cross-section, which are adapted to each other or in other words, the diameter of the cross-section of the bar 10 is slightly smaller than the inner diameter of the tubular elements 9 in the
<Desc / Clms Page number 6>
post 7 and posts 8. As can be seen clearly from figure 3, the rod 10 is provided over a part of its length with a recess 17. The purpose of this recess 17 will be explained in more detail below with reference to figure 4.
Figure 4 shows a perspective view of a part of a locking bar 10 and the adjacent pole 8, which are provided with means for irreversibly connecting the locking bar 10 to the pole 8. For this purpose, the protruding part 18 of the tubular element 9 in the pole 8 is provided with a transverse slot 19 with a transverse plate 20 arranged therein, which cooperates with the longitudinal recess 17 in the rod 10. When the transverse plate 20 present in the slot 19 on the pole 8, it is impossible to remove the rod 10 from the tubular member 9 since the end 21 of the rod 10 is retained by the transverse plate 20.