<Desc/Clms Page number 1>
Spaak.
Deze uitvinding heeft betrekking op een spaak, meer speciaal op een wielspaak.
In de eerste plaats betreft het een spaak die bedoeld is voor wielen van fietsen, bromfietsen en dergelijke, doch het is duidelijk dat zij ook in andere wielen kan worden aangewend.
Het is bekend dat dergelijke spaken recht of gebogen kunnen zijn en klassiek aan één uiteinde voorzien zijn van een in dwarsdoorsnede ronde kop om de spaak aan de naaf te bevestigen en aan hun andere uiteinde voorzien zijn van schroefdraad voor het aanbrengen van een nippel om de spaak nabij de velg van het wiel te bevestigen.
De rechte spaken worden nabij hun kop in een gleuf in de naaf van het wiel geschoven, waarbij de kop achter de randen van de gleuf komt te zitten. Een nadeel bij wielen met klassieke rechte spaken bestaat erin dat bij het aanspannen van deze spaken door middel van het aanschroeven van de nippels, de spaken dikwijls gaan meedraaien, zodat de spaken met een hulpgereedschap, zoals een tang, dienen te worden vastgehouden, wat bijzonder omslachtig is bij het samenstellen van een wiel.
Tevens zijn er uitvoeringen bekend waarbij de rechte spaken in plaats van in gleuven in ronde gaten worden gestoken.
Hierbij treedt hetzelfde nadeel op.
Bij gebogen spaken worden de spaken doorheen gaten in een naafflens gestoken. Door het feit dat de spaken gebogen
<Desc/Clms Page number 2>
zijn, kunnen zij bij het aanspannen van de nippels niet gaan meedraaien. Wel is het zo dat deze spaken tijdens het rijden afwisselend worden belast en tevens onderhevig zijn aan trillingen. Hierdoor komt het regelmatig voor dat de spaken ter plaatse van de naafflens gaan bewegen in de gaten, onder andere kleine rotatiebewegingen in deze gaten gaan uitvoeren, waardoor deze gaten worden uitgesleten, wat op zijn beurt resulteert in grotere bewegingen van de spaken in de gaten, wat dan weer uiteindelijk leidt tot een materiaalbreuk, bijvoorbeeld in de spaak.
De uitvinding heeft een spaak als voorwerp die in haar gebruik de voornoemde nadelen niet vertoont.
Hiertoe betreft de uitvinding een spaak, meer speciaal een wielspaak, bestaande uit een langwerpig, bij voorkeur draadvormig, lichaam dat nabij één uiteinde is voorzien van een kop, daardoor gekenmerkt dat aan het voornoemde uiteinde middelen zijn gevormd die een vergrendeling tegen verdraaiing vormen.
Bij voorkeur worden deze middelen gevormd door een niet-cirkelvormige vormgeving van de kop of van een gedeelte dat een overgang vormt tussen het voornoemde draadvormige lichaam en de kop.
In het geval van rechte spaken wordt hierdoor verkregen dat de spaken niet meer kunnen ronddraaien in de voornoemde gleuven, waardoor de nippels zonder verdere problemen kunnen worden aangespannen.
In het geval van gebogen spaken wordt hierdoor verkregen dat het contactvlak tussen de spaken en de omtrek van de ronde gaten in de naafflens wordt gereduceerd, waardoor de
<Desc/Clms Page number 3>
spaken zich beter vasttrekken in de gaten, met als gevolg dat zij minder bewegingsvrijheid hebben, waardoor het voornoemde nadeel wordt uitgesloten of tegengewerkt.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een rechte spaak volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met pijl F2 is aangeduid ; figuren 3,4 en 5 doorsneden weergeven volgens lijnen
111-111, IV-IV en V-V in figuur 2 ; figuur 6 schematisch en in doorsnede een wiel weergeeft dat voorzien is van spaken zoals weergegeven in figuur 1 ; figuur 7 op een grotere schaal weergeeft hoe de spaken in de naaf worden gemonteerd voor het wiel dat in figuur 6 is afgebeeld ; figuur 8 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 7 nadat de spaak is gemonteerd ;
figuren 9 tot 12 verschillende varianten weergeven in doorsneden gelijkaardig als deze van figuur 8 ; figuur 13 een gebogen spaak volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 14 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 13 met pijl F14 is aangeduid ; figuur 15 de bevestiging van de spaak van figuren 13 en 14 in een naafflens toont ;
<Desc/Clms Page number 4>
figuur 16 een doorsnede weergeeft volgens lijn XVI-XVI in figuur 15.
Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een spaak 1 die bestaat uit een draadvormig lichaam 2 dat nabij één uiteinde 3 is voorzien van een kop 4 en aan zijn andere uiteinde 5 is voorzien van schroefdraad 6 voor het aanbrengen van een nippel 7. In het voorbeeld van figuur 1 is een rechte spaak afgebeeld.
Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat aan het uiteinde 3 middelen zijn gevormd die een vergrendeling tegen rotatie vormen.
Zoals in detail weergegeven in de figuren 2 tot 5 worden deze middelen bij voorkeur gevormd door een nietcirkelvormige vormgeving van de doorsnede van de kop 4, of meer speciaal van een gedeelte 8 dat een overgang vormt tussen het lichaam 2 en de kop 4. Dit gedeelte 8 en de kop 4 gaan als het ware in elkaar over. Ook kan het gedeelte 8 als kop functioneren.
Het gedeelte 8 verwijdt zich vanaf het lichaam 2 naar het vrije uiteinde toe.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het gedeelte 8 een vierkante doorsnede, waardoor dit gedeelte 8 driedimensionaal de vorm van een piramide verkrijgt. Deze piramidale vorm heeft als voordeel dat een optimaal compromis wordt geboden tussen, enerzijds, de vergrendelingskarakteristieken en, anderzijds, het behoud van de stevigheid van de spaak ter plaatse van de kop.
<Desc/Clms Page number 5>
Alhoewel het niet uitgesloten is om de spaak 1 bij het uiteinde 3 piramidaal te laten eindigen, zal bij voorkeur in een kop worden voorzien, die, zoals weergegeven in de figuren 1 tot 5 een cirkelvormig of afgerond kopvlak 9 vertoont, enerzijds omwille van esthetische redenen en, anderzijds, om scherpe hoeken uit te sluiten die tot kwetsuren zouden kunnen leiden tijdens het monteren of reinigen.
Dit kopvlak 9 kan vlak zijn of gebogen zoals in streeppuntlijn in figuur 3 is aangeduid.
De rechte spaak 1 wordt gemonteerd zoals weergegeven in de figuren 6 tot 8. Hierbij wordt hij met het uiteinde 3 op bekende wijze in een axiaal gerichte gleuf 10 van de naaf 11 geschoven.
Zoals weergegeven in figuur 8 wordt nu verkregen dat de spaak 1 met twee zijvlakken 12-13 aansluit tegen de randen 14-15 van de gleuf 10, waardoor hij tijdens het aanspannen van de betreffende nippel 7, die zich ter plaatse van de velg 16 bevindt, wordt verhinderd mee te draaien.
Opgemerkt wordt dat ook in uitvoeringen waarbij de rechte spaken 1 in ronde gaten worden aangebracht, in de plaats van in gleuven, een vergrendeling tegen verdraaiing wordt verkregen, dit omwille van het klemeffect dat ontstaat doordat het gedeelte 8 een niet-cilindrische doorsnede vertoont.
Alhoewel het gedeelte 8 bij voorkeur een doorsnede vertoont zoals weergegeven in de figuren 4 en 8, is het duidelijk dat andere doorsneden die een vergrendeling tegen rotatie opleveren niet zijn uitgesloten.
<Desc/Clms Page number 6>
Zo toont figuur 9 bijvoorbeeld een gedeelte 8 met een zeshoekige doorsnede. Andere veelhoeken zijn ook mogelijk.
Volgens een belangrijke niet in de figuren weergegeven variante zal het gedeelte 8 worden voorzien met een driehoekige doorsnede. Een vierhoekige, al dan niet vierkante, en een driehoekige doorsnede hebben als voordeel dat, enerzijds, een goede vergrendeling wordt verkregen en, anderzijds, zulke vormen gemakkelijk zijn te ponsen in matrijzen zonder dat materiaalscheuren optreden, ook in het geval van harde materialen zoals staal.
In wezen kan ook gebruik worden gemaakt van een gedeelte 8 dat slechts aan twee zijden, of zelfs maar aan één zijde is afgeplat, zoals respectievelijk in de figuren 10 en 11 is afgebeeld.
Figuur 12 toont nog een vormgeving waarbij geen gebruik is gemaakt van rechte zijden, doch een vergrendeling wordt verkregen door het feit dat het gedeelte 8 een doorsnede vertoont in de vorm van een ellips, ovaal of dergelijke.
Tenslotte tonen de figuren 13 en 14 een gebogen spaak 1, die analoog aan de rechte spaak van figuur 1 voorzien is van een gedeelte 8 dat een vergrendeling tegen rotatie levert.
Zoals weergegeven in de figuren 15 en 16 wordt hierdoor immers een zeer plaatselijk contact verkregen tussen het gedeelte 8 en de rand van het gat 17 van de naafflens 18, waardoor de spaak 1 door het aanspannen zich als het ware in het omliggende materiaal van de naafflens 18 vasttrekt en zodoende een vergrendeling wordt gevormd tegen kleine rotaties rond de as A ingevolge van belastingsschommelingen.
<Desc/Clms Page number 7>
Opgemerkt wordt dat het gedeelte 8 ook zodanig is uitgevoerd dat het fungeert als een opspangedeelte in de vorm van een wig, waardoor, zowel bij de aanwending van rechte spaken als gebogen spaken wordt verkregen dat de spaken 1 zieh door het aanspannen inklemmen nabij hun uiteinde 3, met als gevolg dat vrijwel alle bewegingsvrijheden worden weggenomen, waardoor zij bij een wisselende belasting minder vlug tot slijtageverschijnselen aan de naaf leiden. Tot dit doel is het gedeelte 8 bij voorkeur uitgevoerd met een coniciteit B van minder dan 350, en beter nog minder dan 300 en bij voorkeur ongeveer 250.
Om te verkrijgen dat de spaak 1 in een goede opvulling van de gleuf 10, respectievelijk het gat 17 voorziet, zal het gedeelte 8 zieh bij voorkeur uitstrekken over een afstand D die minstens 1 mm bedraagt.
Opgemerkt wordt dat de vergrendelingsmiddelen volgens de uitvinding ook op andere wijze dan hiervoor beschreven kunnen worden gerealiseerd, bijvoorbeeld door een gedeelte 8 met een cirkelvormige doorsnede aan te wenden en de buitenmantel hiervan op te ruwen, van caviteiten te voorzien, of dergelijke. Volgens nog een andere mogelijkheid kan de buitenmantel worden voorzien van langsgerichte ribben.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke spaak kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Spoke.
The present invention relates to a spoke, more particularly to a wheel spoke.
In the first place it concerns a spoke intended for wheels of bicycles, mopeds and the like, but it is clear that it can also be used in other wheels.
It is known that such spokes can be straight or curved and conventionally have a cross-sectional round head at one end to attach the spoke to the hub, and are threaded at their other ends for fitting a nipple around the spoke near the rim of the wheel.
The straight spokes are slid into a slot in the hub of the wheel near their head, with the head positioned behind the edges of the slot. A drawback with wheels with classic straight spokes is that when these spokes are tightened by screwing on the nipples, the spokes often rotate, so that the spokes have to be held with an auxiliary tool, such as pliers, which is particularly is cumbersome when assembling a wheel.
There are also known versions in which the straight spokes are inserted into round holes instead of in slots.
The same drawback occurs here.
With curved spokes, the spokes are inserted through holes in a hub flange. Due to the fact that the spokes are bent
<Desc / Clms Page number 2>
they cannot rotate when tightening the nipples. It is true that these spokes are alternately loaded while driving and are also subject to vibrations. As a result, it frequently happens that the spokes move in the holes at the hub flange, including performing small rotational movements in these holes, as a result of which these holes are worn out, which in turn results in greater movements of the spokes in the holes, which in turn ultimately leads to a material breakage, for example in the spoke.
The invention has a spoke as an object which in its use does not exhibit the aforementioned drawbacks.
To this end, the invention relates to a spoke, more particularly a wheel spoke, consisting of an elongated, preferably thread-shaped, body which is provided with a head near one end, characterized in that means are formed at the aforementioned end which form a lock against twisting.
Preferably, these means are formed by a non-circular shape of the head or of a portion which forms a transition between the aforementioned filamentary body and the head.
In the case of straight spokes, this ensures that the spokes can no longer rotate in the aforementioned slots, so that the nipples can be tightened without further problems.
In the case of curved spokes, this ensures that the contact area between the spokes and the circumference of the round holes in the hub flange is reduced, so that the
<Desc / Clms Page number 3>
spokes tighten better in the holes, with the result that they have less freedom of movement, so that the aforementioned drawback is excluded or counteracted.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described hereinafter as examples without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which: Figure 1 shows a straight spoke according to the invention; figure 2 shows on a larger scale the part indicated by arrow F2 in figure 1; figures 3,4 and 5 show cross-sections according to lines
111-111, IV-IV and V-V in Figure 2; figure 6 schematically and in section shows a wheel provided with spokes as shown in figure 1; Figure 7 shows on a larger scale how the spokes are mounted in the hub for the wheel shown in Figure 6; figure 8 shows on a larger scale a section according to line VIII-VIII in figure 7 after the spoke has been mounted;
Figures 9 to 12 show different variants in sections similar to those of Figure 8; figure 13 represents a curved spoke according to the invention; figure 14 shows on a larger scale the part indicated by arrow F14 in figure 13; Figure 15 shows the mounting of the spoke of Figures 13 and 14 in a hub flange;
<Desc / Clms Page number 4>
figure 16 represents a section according to line XVI-XVI in figure 15.
As shown in figure 1, the invention relates to a spoke 1 which consists of a wire-shaped body 2 which is provided with a head 4 near one end 3 and which is provided with screw thread 6 at its other end 5 for fitting a nipple 7. A straight spoke is shown in the example of Figure 1.
The special feature of the invention consists in that means are formed at the end 3 which form a lock against rotation.
As shown in detail in Figures 2 to 5, these means are preferably formed by a non-circular shape of the cross section of the head 4, or more particularly of a portion 8 which forms a transition between the body 2 and the head 4. This portion 8 and the head 4 merge, as it were. The section 8 can also function as a head.
The section 8 widens from the body 2 towards the free end.
In the most preferred embodiment, the section 8 has a square cross-section, as a result of which this section 8 obtains three-dimensionally the shape of a pyramid. The advantage of this pyramidal shape is that an optimum compromise is offered between, on the one hand, the locking characteristics and, on the other hand, the maintenance of the strength of the spoke at the location of the head.
<Desc / Clms Page number 5>
Although it is not excluded that the spoke 1 ends pyramidal at the end 3, a head will preferably be provided, which, as shown in figures 1 to 5, has a circular or rounded end face 9, on the one hand for aesthetic reasons and, on the other hand, to exclude sharp corners that could lead to injuries during assembly or cleaning.
This end face 9 can be flat or curved as indicated in dashed line in Figure 3.
The straight spoke 1 is mounted as shown in figures 6 to 8. Herewith the end 3 is slid in known manner into an axially oriented slot 10 of the hub 11.
As shown in figure 8, it is now obtained that the spoke 1 with two side surfaces 12-13 adjoins the edges 14-15 of the slot 10, whereby it is tightened during the tightening of the relevant nipple 7, which is located at the rim 16 , is prevented from rotating.
It is to be noted that also in embodiments in which the straight spokes 1 are arranged in round holes, instead of in slots, a lock against twisting is obtained, because of the clamping effect that arises because the part 8 has a non-cylindrical cross section.
Although the section 8 preferably has a cross-section as shown in Figures 4 and 8, it is clear that other cross-sections providing a lock against rotation are not excluded.
<Desc / Clms Page number 6>
For example, Figure 9 shows a section 8 with a hexagonal cross-section. Other polygons are also possible.
According to an important variant not shown in the figures, the part 8 will be provided with a triangular cross section. A quadrilateral, whether square or triangular, has the advantage that, on the one hand, a good locking is obtained and, on the other hand, such shapes are easy to punch in dies without material cracks occurring, also in the case of hard materials such as steel .
In essence, use can also be made of a portion 8 which is flattened on only two sides, or even only on one side, as shown in Figures 10 and 11, respectively.
Figure 12 shows another configuration in which no straight sides are used, but a locking is obtained by the fact that the section 8 has a cross section in the form of an ellipse, oval or the like.
Finally, Figures 13 and 14 show a curved spoke 1, which, analogous to the straight spoke of Figure 1, has a part 8 which provides a lock against rotation.
After all, as shown in Figures 15 and 16, this results in a very local contact between the part 8 and the edge of the hole 17 of the hub flange 18, as a result of which the spoke 1 as it were tightens in the surrounding material of the hub flange 18 and thus a lock is formed against minor rotations about the axis A due to load fluctuations.
<Desc / Clms Page number 7>
It should be noted that the section 8 is also designed to function as a wedge-shaped clamping section, whereby, when straight spokes and curved spokes are used, the spokes 1 are clamped near their end 3 by tightening , with the result that almost all freedom of movement is eliminated, so that under varying loads they are less likely to lead to wear on the hub. For this purpose, the portion 8 is preferably formed with a conicity B of less than 350, more preferably less than 300, and preferably about 250.
In order to obtain that the spoke 1 provides a good filling of the slot 10 or the hole 17, the part 8 will preferably extend over a distance D which is at least 1 mm.
It is noted that the locking means according to the invention can also be realized in a manner other than described above, for instance by using a section 8 with a circular cross-section and roughening the outer sheath thereof, providing it with cavities, or the like. According to yet another possibility, the outer jacket can be provided with longitudinal ribs.
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described in the figures, but such spoke can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.