BE1011060A3 - Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van meststoffen aan planten. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van meststoffen aan planten. Download PDF

Info

Publication number
BE1011060A3
BE1011060A3 BE9700261A BE9700261A BE1011060A3 BE 1011060 A3 BE1011060 A3 BE 1011060A3 BE 9700261 A BE9700261 A BE 9700261A BE 9700261 A BE9700261 A BE 9700261A BE 1011060 A3 BE1011060 A3 BE 1011060A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
tubular element
fertilizer
soil
pipe section
amount
Prior art date
Application number
BE9700261A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Willems Patrick
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Willems Patrick filed Critical Willems Patrick
Priority to BE9700261A priority Critical patent/BE1011060A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1011060A3 publication Critical patent/BE1011060A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C23/00Distributing devices specially adapted for liquid manure or other fertilising liquid, including ammonia, e.g. transport tanks or sprinkling wagons
    • A01C23/02Special arrangements for delivering the liquid directly into the soil
    • A01C23/023Special arrangements for delivering the liquid directly into the soil for liquid or gas fertilisers
    • A01C23/026Localised non-continuous injection tools, e.g. pal injectors, spike wheels
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G29/00Root feeders; Injecting fertilisers into the roots

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Fertilizing (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het aanbrengen van meststoffen aan planten, meer speciaal voor het aanbrengen van een hoeveelheid vaste meststof (2) in de aarde (3) waarin de plant (4) zich bevindt, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in het in de aarde (3) inbrengen van een buisvormig element (6); het via dit buisvormige element (6) aan de aarde (3) toevoeren van een gedoseerde hoeveelheid vast meststof (2), bij voorkeur door deze meststof (2) door middel van een transportmedium door het buisvormige element (6) naar buiten te leiden; en het terug uit de aarde (3) verwijderen van het buisvormige element (6).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van meststoffen aan planten. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het aanbrengen van meststoffen aan planten, meer speciaal voor het aanbrengen van een hoeveelheid vaste meststof in de aarde waarin de plant zieh bevindt. 



  In het bijzonder is de uitvinding bedoeld voor het aanbrengen van een gedoseerde hoeveelheid vaste meststof aan de wortels of in de nabijheid van de wortels van een in een plantcontainer zoals een bloempot geplaatste plant. 



  Planten die in een plantcontainer, zoals een bloempot, zijn geplaatst, kunnen worden bemest door vloeibare meststof hieraan toe te voegen. Het nadeel hierbij bestaat erin dat het door middel van dergelijke vloeibare meststof onmogelijk is in een langdurig bemestingseffect te voorzien. 



  Om in een langdurig bemestingseffect te voorzien kan gebruik worden gemaakt van vaste meststof, bijvoorbeeld in de vorm van korrels die geleidelijk oplossen. 



  Deze korrels kunnen bij aanvang met de voornoemde aarde worden vermengd, alvorens de planten hierin worden geplant. 



  Wanneer in een later stadium nog meststof in vaste vorm wordt toegevoegd, gebeurt dit doorgaans door de korrels op de aarde te strooien, wat echter weinig effectief is. 



  De uitvinding beoogt nu een werkwijze voor het aanbrengen van meststoffen aan planten, waardoor dergelijke vaste 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 meststoffen in de aarde kunnen worden aangebracht waarin zich reeds een plant bevindt. 



  Hiertoe voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het aanbrengen van meststoffen aan planten, meer speciaal voor het aanbrengen van een hoeveelheid vaste meststof in de aarde waarin de plant zieh bevindt, met als kenmerk dat zij bestaat in het in de aarde inbrengen van een buisvormig element ; het via dit buisvormige element aan de aarde toevoeren van een gedoseerde hoeveelheid vaste meststof, bij voorkeur door deze meststof door middel van een transportmedium door het buisvormige element naar buiten te leiden ; en het terug uit de aarde verwijderen van het buisvormige element. 



  Het is duidelijk dat volgens de uitvinding de meststof op een vlotte wijze in de aarde van bijvoorbeeld een bloempot kan worden geïnjecteerd. 



  Bij voorkeur zal voor het transportmedium een medium onder druk worden aangewend, bij voorkeur druklucht. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt eerst een hoeveelheid meststof gedoseerd in een leiding die in verbinding staat met het buisvormige element ; wordt vervolgens het buisvormige element automatisch in de aarde ingebracht ; en wordt gelijktijdig met het in de aarde inbrengen van het buisvormige element en/of daarna de gedoseerde hoeveelheid meststof uit de leiding in de aarde gebracht, respectievelijk geblazen. 



  De uitvinding is vooral bedoeld om te worden aangewend bij het cultiveren van planten in potten. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 In een voorkeurende uitvoeringsvorm zullen de potten met de planten via een transportsysteem automatisch worden verplaatst en één na   één   volgens de werkwijze van de uitvinding worden bemest. 



  De uitvinding is vooral van nut bij het cultiveren van azalea's in potten, waarbij het de bedoeling is dat aan deze potten nog een hoeveelheid meststof wordt meegegeven alvorens zij worden verdeeld naar de consumenten. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het realiseren van de voornoemde werkwijze, met als kenmerk dat zij minstens bestaat uit een buisvormig element dat in de aarde kan worden ingebracht ; aandrijfmiddelen om het buisvormig element te bewegen teneinde dit in de aarde in te brengen, respectievelijk terug eruit te bewegen ; een doseerinrichting om bij elke cyclus een bepaalde hoeveelheid meststof af te meten ; en middelen om, bij voorkeur met behulp van een transportmedium, een afgemeten hoeveelheid meststof via het buisvormige element naar buiten te brengen en aan de aarde toe te voeren. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 de inrichting van figuur 1 in een andere stand weergeeft. 



  Zoals weergegeven in de figuren heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze en een inrichting 1 voor het 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 aanbrengen van een hoeveelheid vaste meststof 2 in de aarde 3 waarin zieh een plant 4 bevindt, meer speciaal bij een plant 4 die in een plantcontainer 5, zoals een bloempot of dergelijke, is geplaatst. 



  De inrichting 1 die hiertoe volgens de uitvinding wordt aangewend, bestaat hoofdzakelijk uit een buisvormig element 6 dat in de aarde 3 kan worden ingebracht ; aandrijfmiddelen 7 om het buisvormige element 6 te bewegen teneinde dit in de aarde 3 in te brengen, respectievelijk terug eruit te 
 EMI4.1 
 bewegen een doseerinrichting 8 om bij elke cyclus een bepaalde hoeveelheid meststof 2 af te meten en middelen 9 om met behulp van een transportmedium een afgemeten hoeveelheid meststof 2 via het buisvormige element 6 naar buiten te brengen en aan de aarde 3 toe te voeren. 



  Zoals weergegeven, bestaat het buisvormige element 6 bij voorkeur uit een gebogen buis die over de rand van een plantcontainer 5 in de daarin aanwezige aarde 3 kan worden ingebracht door middel van een draaibeweging. 



  Het buisvormige element 6 is cirkelvormig gebogen en is wentelbaar rond een scharnierpunt 10 dat zieh bij voorkeur in het middelpunt bevindt van de cirkelboog die beschreven wordt door dit element 6. Het buisvormige element 6 is aan het scharnierpunt 10 verbonden door middel van een arm 11. 



  Om te bekomen dat het buisvormige element 6 gemakkelijk in de aarde 3 kan dringen, is dit, zoals weergegeven, voorzien van een puntig en/of afgeschuind vrij uiteinde 12. 



  De voornoemde aandrijfmiddelen 7 bestaan hoofdzakelijk uit een drukcilinder 13 waarmee het buisvormige element 6 over een bepaalde hoek heen en weer kan worden gewenteld. Deze 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 drukcilinder 13 is hiertoe bevestigd tussen een scharnierpunt 14 aan een frame 15 en een scharnierpunt 16 dat zieh op de arm 11 bevindt. 



  Het buisvormige element 6 is, zoals weergegeven in het voorbeeld, bij voorkeur via een soepel leidingdeel 17 verbonden met de doseerinrichting 8. Dit soepel leidingdeel 17 bestaat bijvoorbeeld uit een slang uit kunststof, rubber of dergelijke, bijvoorbeeld met een diameter van ongeveer 2 centimeter, en zorgt ervoor dat het buisvormige element 6 heen en weer kan bewegen zonder dat de verbinding met de doseerinrichting 8 wordt verbroken. 



  Dit soepel leidingdeel 17 is bij voorkeur zodanig gemonteerd dat het minstens in de teruggetrokken stand van het buisvormig element 6 naar onder door hangt en zodoende een ruimte vormt waarin de betreffende hoeveelheid meststof 2 tijdelijk kan blijven liggen. 



  De doseerinrichting 8 bevindt zieh hoger dan het voornoemde leidingdeel 17, zodanig dat iedere gedoseerde hoeveelheid meststof 2 door toedoen van de zwaartekracht in het leidingdeel 17 valt. 



  De doseerinrichting 8 kan van verschillende aard zijn. Bij voorkeur bestaat zij evenwel, zoals weergegeven in de figuren, uit een schuif 18 met een doseeropening 19, die samenwerkt met een silo 20 of dergelijke, en aandrijfmiddelen, zoals in dit geval een drukcilinder 21, om de schuif 18 alternatief te bewegen. De schuif 18 is hierbij verplaatsbaar tussen een positie A waarbij de doseeropening 19 zieh onder de uitgang 22 van de silo 20 bevindt en een positie B waarbij deze doseeropening 19 gesitueerd is boven 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 de ingang 23 van een leiding 24 die aansluit op het voornoemde soepele leidingdeel 17. 



  De voornoemde middelen 9 bestaan uit een drukluchtinrichting waarmee een hoeveelheid meststof 2 die in het soepele leidingdeel 17 is aangebracht doorheen het buisvormige element 6 naar buiten kan worden geblazen tot in de aarde 3 van de betreffende plantcontainer 5 of dergelijke. 



  Meer speciaal omvatten deze middelen 9, naast het reeds genoemde leidingdeel 17, een middel, zoals een wurgklep 25, om het leidingdeel 17 stroomopwaarts van een daarin aangebrachte hoeveelheid meststof 2 af te sluiten, en middelen om het voornoemde transportmedium onder druk in het leidingdeel 17 toe te voeren op een plaats die tussen de voornoemde hoeveelheid meststof 2 en de wurgklep 25 is gelegen. 



  De wurgklep 25 bestaat bijvoorbeeld uit een behuizing 26 met een soepel leidingdeel 27, dat een doorgang vormt voor de gedoseerde meststof 2, één en ander zodanig dat door het toevoeren van een druk in de behuizing 26, via een ingang 28, het leidingdeel 27 kan worden dichtgeknepen. 



  De middelen voor het toevoeren van het transportmedium, meer speciaal druklucht, bestaan in hoofdzaak uit een leiding 29 die bijvoorbeeld door middel van een T-stuk 30 op de leiding 24 aansluit en via dewelke lucht onder druk in de leiding 24 kan worden gebracht. 



  Verder omvat het geheel stuurmiddelen, zoals een stuureenheid 31, die de verschillende samenstellende delen beveelt zodat automatisch   een   na   een   bemestingscyclussen 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 kunnen worden uitgevoerd. Deze stuureenheid 31 bevat een aantal ventielen, enerzijds, om de drukcilinders 13 en 21 te bevelen, en anderzijds, om al dan niet de leiding 29 onder druk te zetten, alsmede middelen om deze ventielen via een bepaalde cyclus te bevelen. De drukluchttoevoer gebeurt vanaf een drukluchtbron 32. 



  De inrichting 1 kan zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, ook nog worden voorzien met instelmiddelen 33-34 waarmee de positie van het buisvormige element 6 kan worden gewijzigd en kan worden aangepast aan bijvoorbeeld de grootte van de plantcontainers 5. 



  De betreffende plantcontainers 5 kunnen één na   een   aan de inrichting 1 worden gepresenteerd, bijvoorbeeld door middel van een transportsysteem zoals de weergegeven transportband 35. 



  Door middel van detectiemiddelen, zoals een sensor 36 of dergelijke, of op eender welke andere wijze, kan de inrichting 1 dan worden geactiveerd telkens wanneer zieh een plantcontainer 5 ter hoogte van het buisvormige element 6 bevindt. 



  De werking van de inrichting   1,   en de daarmee gepaard gaande werkwijze, is hoofdzakelijk als volgt. 



  In eerste instantie wordt een hoeveelheid meststof 2 afgescheiden door middel van de doseerinrichting 8. Hiertoe wordt de schuif 18 door middel van de drukcilinder 21 heen en weer geschoven van de positie A naar B en vervolgens terug naar A. Hierdoor valt de hoeveelheid meststof die aanwezig is in de doseeropening 19 doorheen de leiding 24 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 in het soepele leidingdeel 17, waarin het, zoals weergegeven in figuur   1,   blijft liggen. 



  Nadat de schuif 18 terug in de positie A is gekomen, wordt de doseeropening 19 automatisch terug gevuld door meststof 2 die uit de silo 20 valt, waardoor de schuif 18 reeds klaarstaat voor een volgende cyclus. 



  In een volgende stap wordt de drukcilinder 13 bekrachtigd, waardoor het buisvormige element 6, zoals afgebeeld in figuur 2, in de aarde 3 van de plantcontainer 5 wordt gedrukt. 



  Nadat het buisvormige element 6 in de aarde 3 is ingebracht, en bij voorkeur reeds tijdens het inbrengen, wordt de wurgklep 25 gesloten door de ingang 28 onder druk te zetten en wordt de in het leidingdeel 17 aanwezige hoeveelheid meststof 2 naar buiten geblazen door aansluitend via de leiding 29 een luchtstroom in het leidingdeel 17 te creëren. 



  Hierdoor komt de meststof 2, zoals afgebeeld in figuur 2, in de aarde 3 van de plantcontainer 5 terecht. 



  Opgemerkt wordt dat, door het feit dat de meststof 2 met een luchtstroom naar buiten geblazen wordt, verhinderd wordt dat de aarde 3 in het voorste uiteinde van het buisvormige element 6 dringt, waardoor uitgesloten is dat dit verstopt geraakt met aarde. Door de luchtstroom reeds bij het indringen van het buisvormige element 6 in de aarde 3 in te schakelen, kan worden bekomen dat het indringen wordt vergemakkelijkt, door de lucht die de aarde 3 als het ware opzij drukt. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 Door het terug laten ingaan van de drukcilinder 13, wordt het buisvormige element 6 terug in de stand van figuur 1 gebracht, waarna de cyclus kan herhaald worden voor een volgende plantcontainer 5. 



  Het is duidelijk dat de aansturing van de verschillende in de stuureenheid 31 aanwezige ventielen op verschillende wijzen kan gebeuren. Daar dit binnen het bereik van de vakman ligt, wordt hierop niet dieper ingegaan. 



  Het is duidelijk dat de luchttoevoer ook op een andere wijze dan door middel van het T-stuk 30 kan geschieden. Zo bijvoorbeeld zou deze luchttoevoer kunnen geschieden via een aansluiting die voor de stand B van de schuif 18 boven de doseeropening 19 is gesitueerd. 



  Volgens de uitvinding is het niet uitgesloten om een ander transportmedium dan lucht aan te wenden, bijvoorbeeld water. Lucht biedt evenwel het voordeel dat de omgeving minder vlug vervuild wordt. 



  Volgens een variante kan de lucht, of enig ander middel, ook uitsluitend worden aangewend om het indringen van het buisvormige element 6 in de aarde 3 te vergemakkelijken, terwijl het aanbrengen van de meststof 2 in de aarde 3 uitsluitend gebeurt door deze onder toedoen van de zwaartekracht door het buisvormige element 6 te laten vallen. 



  Ook is het niet uitgesloten om de bewegingen van de schuif 18 en van het buisvormige element 6 te bevelen door middel van   een   gemeenschappelijk aandrijfelement. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van meststoffen aan planten kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

Conclusies.
1. - Werkwijze voor het aanbrengen van meststoffen aan planten, meer speciaal voor het aanbrengen van een hoeveelheid vaste meststof (2) in de aarde (3) waarin de plant (4) zieh bevindt, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in het in de aarde (3) inbrengen van een buisvormig element (6) ; het via dit buisvormige element (6) aan de aarde (3) toevoeren van een gedoseerde hoeveelheid vaste meststof (2), bij voorkeur door deze meststof (2) door middel van een transportmedium door het buisvormige element (6) naar buiten te leiden ; en het terug uit de aarde (3) verwijderen van het buisvormige element (6).
2.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat voor het transportmedium een medium onder druk wordt aangewend, bij voorkeur druklucht.
3.-Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat eerst een hoeveelheid meststof (2) wordt gedoseerd in een leiding (17-24) die in verbinding staat met het buisvormige element (6) ; dat vervolgens het buisvormige element (6) automatisch in de aarde (3) wordt ingebracht ; en dat gelijktijdig met het in de aarde (3) inbrengen van het buisvormige element (6) en/of daarna de gedoseerde hoeveelheid meststof (2) uit de leiding (17-24) wordt gebracht.
4.-Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij wordt aangewend bij het cultiveren van planten (4) in plantcontainers (5), meer speciaal potten, en dat hierbij de potten met de planten (4) via een transportsysteem automatisch worden verplaatst, <Desc/Clms Page number 12> waarbij zij één na één worden bemest volgens de voornoemde werkwijze.
5.-Inrichting voor het realiseren van de werkwijze van conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat uit een buisvormig element (6) dat in de aarde (3) kan worden ingebracht ; aandrijfmiddelen (7) om het buisvormige element (6) te bewegen ten einde dit in de aarde (3) in te brengen, respectievelijk terug eruit te bewegen ; een doseerinrichting (8) om bij elke cyclus een bepaalde hoeveelheid meststof (2) af te meten ; en middelen (9) om, bij voorkeur met behulp van een transportmedium, een afgemeten hoeveelheid meststof (2) via het buisvormige element (6) naar buiten te brengen en aan de aarde (3) toe te voeren.
6.-Inrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het buisvormige element (6) bestaat uit een gebogen buis die over de rand van een plantcontainer (5) of dergelijke in deze plantcontainer (5) kan worden ingebracht.
7.-Inrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het buisvormige element (6) cirkelvormig gebogen is en door middel van een draaibeweging, bij voorkeur langs het middelpunt van de cirkel die beschreven wordt door het buisvormige element (6), wentelbaar is.
8.-Inrichting volgens één van de conclusies 5,6 of 7, daardoor gekenmerkt dat de middelen (9) voor het via het buisvormige element (6) toevoeren van de meststof (2) aan de aarde (3) bestaan uit een drukluchtinrichting waarmee een hoeveelheid meststof (2) doorheen het buisvormige element (6) naar buiten kan worden geblazen tot in de aarde (3). <Desc/Clms Page number 13>
9.-Inrichting volgens één van de conclusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (9) een leidingdeel (17) omvatten waarin een hoeveelheid meststof (2) kan worden aangebracht, middelen om het leidingdeel (17) stroomopwaarts van een daarin aangebrachte hoeveelheid meststof (2) af te sluiten, en middelen om het voornoemde transportmedium onder druk in het leidingdeel (17) toe te voeren tussen de voornoemde hoeveelheid meststof (2) en de middelen waarmee het leidingdeel (17) wordt afgesloten.
10.-Inrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de middelen voor het afsluiten van het voornoemde leidingdeel (17) bestaan uit een drukbediende wurgklep (25).
11.-Inrichting volgens één van de conclusies 5 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde buisvormige element (6) via een soepel leidingdeel (17) in verbinding staat met de doseerinrichting (8).
12.-Inrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat het soepele leidingdeel (17) minstens in de teruggetrokken stand van het buisvormige element (6) naar onder doorhangt en zodoende een ruimte vormt waarin de meststof (2) tijdelijk blijft liggen.
13.-Inrichting volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de doseerinrichting (8) zieh hoger bevindt dan het voornoemde soepele leidingdeel (17), zodanig dat iedere gedoseerde hoeveelheid meststof (2) door toedoen van de zwaartekracht in het leidingdeel (17) valt.
14.-Inrichting volgens één van de conclusies 5 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de doseerinrichting (8) bestaat uit een schuif (18) met een doseeropening (19) die samenwerkt <Desc/Clms Page number 14> met een silo (20) of dergelijke en aandrijfmiddelen om de schuif (18) alternatief te bewegen.
15.-Inrichting volgens één van de conclusies 5 tot 14, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van stuurmiddelen, zoals een stuureenheid (31), die de verschillende samenstellende delen beveelt zodat automatisch bemestingscyclussen kunnen worden uitgevoerd.
BE9700261A 1997-03-25 1997-03-25 Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van meststoffen aan planten. BE1011060A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700261A BE1011060A3 (nl) 1997-03-25 1997-03-25 Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van meststoffen aan planten.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700261A BE1011060A3 (nl) 1997-03-25 1997-03-25 Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van meststoffen aan planten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1011060A3 true BE1011060A3 (nl) 1999-04-06

Family

ID=3890423

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9700261A BE1011060A3 (nl) 1997-03-25 1997-03-25 Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van meststoffen aan planten.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1011060A3 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH436818A (de) * 1965-11-22 1967-05-31 Hunkeler Franz Bodeninjektionsmaschine mit mindestens einer Lanze, insbesondere zum Düngen
FR2149650A5 (nl) * 1971-08-18 1973-03-30 Ugine Kuhlmann
EP0198589A1 (en) * 1985-03-14 1986-10-22 Mac Engineering Co. Ltd. Deep placement fertilizer distributor
FR2653296A1 (fr) * 1989-10-24 1991-04-26 Laguerre Maxime Procede et dispositif pour la fertilisation d'un support biologique servant a la culture de plantes.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH436818A (de) * 1965-11-22 1967-05-31 Hunkeler Franz Bodeninjektionsmaschine mit mindestens einer Lanze, insbesondere zum Düngen
FR2149650A5 (nl) * 1971-08-18 1973-03-30 Ugine Kuhlmann
EP0198589A1 (en) * 1985-03-14 1986-10-22 Mac Engineering Co. Ltd. Deep placement fertilizer distributor
FR2653296A1 (fr) * 1989-10-24 1991-04-26 Laguerre Maxime Procede et dispositif pour la fertilisation d'un support biologique servant a la culture de plantes.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20020186614A1 (en) Dry crop supplement injection systems, micronized crop supplements for use in injection systems, and methods for injection of crop supplements
CA2302165C (en) Multi-variable rate dispensing system for agricultural machines
US3548765A (en) Agricultural distributing implement
RU2255455C2 (ru) Пневматический распределитель для сеялки
EP1880337B1 (en) Custom planter and method of custom planting
US20070113924A1 (en) Method and device for filling a container with a fertilizer, pesticide, fungicide, herbicide, insecticide, chemical, or the like material for dispensing above or below a soil surface
CA2635401A1 (en) Air seeder/fertilizer apparatus having metering means and distribution manifold with selectively openable ports
CA2898007C (en) Continuous dry particulate matter injection device for fertigation applications
US11991945B2 (en) System and method for treating individual seeds with liquid chemicals during the planting process
CN106900499B (zh) 手推式植物施肥施药装置
RU2770000C1 (ru) Устройство для распределительной башни сельскохозяйственной машины для осуществления поддерживаемого потоком текучей среды внесения гранулированного материала, распределительная башня и сельскохозяйственная машина
BE1011060A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van meststoffen aan planten.
EP1579754A1 (de) Verteilmaschine zum Ausbringen von Verteilgütern
WO2020108942A1 (de) Verfahren und anordnung zum ausbringen von mehrkörnigen dosiermengen eines granulatartigen materials mittels einer landwirtschaftlichen maschine sowie verteilmaschine
US3733028A (en) Method of spraying turf and the like
US3148642A (en) Soil treating apparatus
US2756544A (en) Method and apparatus for dispensing fertilizers to irrigation water
DE102010048751A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Flüssigdüngung
DE102011001042A1 (de) Transportable Vorrichtung zur Bereitstellung von bodenverbesserndem Material und Verfahren zum Betreiben einer Vorrichtung zur Bereitsstellung von bodenverbesserndem Material
DE10125468A1 (de) Verfahren zur Flüssigfütterung von Schweinen
RU2343680C1 (ru) Машина для внутрипочвенного внесения жидкого навоза
US20040049979A1 (en) Method to modulate plant growth by injecting a plug at lift
JP2015535686A (ja) 顆粒状粒子を施用するためのポータブルシステム
US3003664A (en) Material applying implement
CN210900342U (zh) 一种香草种植用施肥装置

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20030331