<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het inbrengen van een inslagdraad bij een grijperweefmachine en gevergrijper.
De huidige uitvinding betreft een inrichting voor het inbrengen van een inslagdraad bij een grijperweefmachine, die een gevergrijper en een geleidingssteun voor een gepresenteerde inslagdraad bevat en een gevergrijper die aangewend kan worden bij de voornoemde inrichting.
Dergelijke inrichting en gevergrijper zijn beschreven in de nog niet gepubliceerde Belgische octrooiaanvrage nummer 9600520 die ingediend werd door de aanvraagster op 7 juni 1996.
Het doel van de uitvinding is de voornoemde inrichting en het aanwenden van de voornoemde gevergrijper te verbeteren.
Tot dit doel bevat de inrichting volgens de uitvinding een gevergrijper met een doortocht volgens de bewegingsrichting van de gevergrijper en een geleidingssteun, waarop een gepresenteerde inslagdraad steunt, die zieh ter hoogte van de voornoemde doortocht van de gevergrijper bevindt wanneer de gepresenteerde inslagdraad door de gevergrijper wordt opgenomen, bevat de grijperweefmachine tevens een aantal geleidingsmiddelen voor het geleiden van een grijperband en/of de gevergrijper, en bevatten de geleidingsmiddelen een geleidingsdeel met een geleidingsflank voor het geleiden van een flank van de gevergrijper die zieh tussen het geleidingsdeel en het riet bevindt, waarbij het geleidingsdeel zieh ter hoogte van de voornoemde doortocht van de gevergrijper bevindt wanneer de gevergrijper volgens de bewegingsrichting van de gevergrijper langsheen de geleidingsmiddelen beweegt.
<Desc/Clms Page number 2>
De huidige uitvinding betreft ook een gevergrijper die een doortocht bevat volgens de bewegingsrichting van de gevergrijper, waarin zieh een geleidingssteun waarop een gepresenteerde inslagdraad steunt, kan bevinden wanneer de gepresenteerde inslagdraad door de gevergrijper wordt opgenomen en waarin zieh een geleidingsdeel van de geleidingsmiddelen voor het geleiden van een grijperband en/of een gevergrijper kan bevinden wanneer de gevergrijper volgens de bewegingsrichting van de gevergrijper langsheen de geleidingsmiddelen beweegt.
De uitvinding biedt als voordeel dat het eenvoudig is een gevergrijper in het weefvak met geleidingsmiddelen te geleiden.
Teneinde de kenmerken van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 een dwarszicht van een grijperweefmachine volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een doorsnede volgens lijn 11-11 in figuur 1 weergeeft ; figuur 3 een variante uitvoeringsvorm van figuur 1 weergeeft ; figuur 4 een zieht volgens pijl F4 in figuur 3 weergeeft.
De volledige inhoud van de beschrijving en van de figuren van de nog niet gepubliceerde Belgische octrooiaanvrage nummer 9600520 die ingediend werd door de aanvraagster op 7 juni 1996, behoort tot de beschrijving van deze octrooiaanvrage.
De grijperweefmachine volgens de uitvinding bevat een aantal
<Desc/Clms Page number 3>
geleidingsmiddelen 43 voor het geleiden van een gevergrijper 3. Bij voorkeur geleiden de geleidingsmiddelen 43 tevens een grijperband 16 en eventueel een zool 29 die in het verlengde van de grijperband 16 is opgesteld. Hierbij wordt een gevergrijper 3 door een grijperband 16 volgens de bewegingsrichting van de gevergrijper 3, die tevens de inslagrichting is, in en uit een door vlakken kettingdraden 10 en 11 gevormde weefvak 14 bewogen en zijn de geleidingsmiddelen 43 doorheen een vlak kettingdraden 11 in en uit het weefvak 14 beweegbaar.
Inrichtingen om een gevergrijper 3 met een grijperband 16 volgens de inslagrichting in en uit een weefvak 14 te bewegen en om geleidingsmiddelen 43 doorheen een vlak kettingdraden 11 in en uit het weefvak 14 te bewegen zijn bijvoorbeeld beschreven in US 5413151 en worden hier niet nader beschreven.
Zoals weergegeven in figuur 1 en 2 bevat de gevergrijper 3 een doortocht 31 volgens de bewegingsrichting van de gevergrijper 3 en bevatten de geleidingsmiddelen 43 een geleidingsdeel 44 met een geleidingsflank 45 voor het geleiden van een flank 46 van een gevergrijper 3, die voorzien is aan de gekromde plaat 15 van de gevergrijper 3 en die zieh tussen het geleidingsdeel 44 en het riet 47 bevindt.
De geleidingsflank 45 is naar het riet 47 toe gelegen, terwijl de flank 46 van de gevergrijper 3 weg van het riet 47 is gelegen. Hierbij bevindt het geleidingsdeel 44 zieh ter hoogte van de voornoemde doortocht 31 van de gevergrijper 3 wanneer de gevergrijper 3 volgens de bewegingsrichting van de gevergrijper 3 langsheen de geleidingsmiddelen 43 beweegt.
Dit betekent ook dat het geleidingsdeel 44 door de doortocht 31 van de gevergrijper 3 kan passeren wanneer de gevergrijper 3 volgens de voornoemde bewegingsrichting, dus de inslagrichting, beweegt. Verder bevat de gevergrijper 3 een
<Desc/Clms Page number 4>
top 20, positioneerelementen 19 en 22 voor een inslagdraad en een draadklem 30 voor een inslagdraad.
In de weergegeven uitvoeringsvorm bevatten de geleidingsmiddelen 43 tevens een geleidingsflank 48 voor het nagenoeg over de volledige breedte te ondersteunen van het ondervlak van de grijperband 16 en/of het ondervlak van de zool 29 en bevat het geleidingsdeel 44 van de geleidingsmiddelen 43 een weg van het riet 47 gelegen geleidingsflank 49 voor het geleiden van het zijvlak van de grijperband 16 en/of het zijvlak van de zool 29 dat naar het riet 47 toe is gelegen.
Zoals zichtbaar in figuur 1 strekt het vlak 50 dat het ondervlak van de door de geleidingsmiddelen 43 geleide grijperbanden 16 en/of zool 29 bevat, zieh uit tot onder de aanslaglijn 51.
In figuren 3 en 4 wordt een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de geleidingsmiddelen 43 tevens een op het geleidingsdeel 44 voorziene geleidingsflank 52 bevatten voor het geleiden van het deel van het bovenvlak van de grijperband 16 en/of het deel van het bovenvlak van de zool 29 dat naar het riet 47 toe is gelegen. Hierbij worden de grijperband 16 en/of de zool 29 gevat tussen de geleidingsflanken 48 en 52 van de geleidingsmiddelen 43.
Zoals verduidelijkt in figuren 3 en 4 bevatten de geleidingsmiddelen 43 afgeschuinde zijvlakken 53 die eindigen ter hoogte van de geleidingsflank 48 zodat de geleidingsflank 48 een nagenoeg driehoekige vorm bezit met een top naar de aanslaglijn 51 toe. De bovenste zijvlakken 54 van de geleidingsmiddelen 43 zijn ook afgeschuind. Dergelijke afgeschuinde zijvlakken 53 en 54 zijn voordelig om de
<Desc/Clms Page number 5>
geleidingsmiddelen 43 toe te laten doorheen het vlak kettingdraden 11 te bewegen.
De inrichting en de gevergrijper volgens de uitvinding beperken zieh uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen en kunnen binnen het kader van de uitvinding in verschillende andere vormen en afmetingen worden verwezenlijkt.
<Desc / Clms Page number 1>
Device for inserting a weft thread in a rapier weaving machine and gripper gripper.
The present invention relates to a device for inserting a weft thread into a rapier weaving machine, which includes a dispenser gripper and a guide support for a presented weft thread and a gripper which can be used with the aforementioned device.
Such a device and gripper are described in the unpublished Belgian patent application number 9600520 which was filed by the applicant on June 7, 1996.
The object of the invention is to improve the aforementioned device and the use of the aforementioned donor gripper.
For this purpose, the device according to the invention comprises a grubber with a passage according to the direction of movement of the grubber and a guide support, on which a presented weft thread is supported, which is situated at the level of the aforementioned passage of the giver gripper when the presented weft thread is passed through the grubber included, the rapier weaving machine also includes a plurality of guiding means for guiding a gripper belt and / or the gripper gripper, and the guiding means includes a guiding member with a guiding flank for guiding a flank of the gripper gripper located between the guiding member and the reed the guide part is at the level of the aforementioned passage of the giver gripper when the giver gripper moves along the guide means according to the direction of movement of the giver gripper.
<Desc / Clms Page number 2>
The present invention also relates to a gripper having a passage according to the direction of movement of the gripper, wherein a guide support on which a presented weft thread rests can be located when the presented weft thread is received by the gripper and in which a guiding part of the guiding means for guiding of a gripper belt and / or a gripper gripper can be located when the gripper gripper moves along the guide means according to the direction of movement of the gripper gripper.
The invention offers the advantage that it is easy to guide a giver gripper in the weaving compartment with guide means.
In order to more clearly express the features of the invention, the invention is explained in more detail below with reference to drawings with exemplary embodiments, in which: figure 1 shows a cross-view of a rapier weaving machine according to the invention; figure 2 represents a section according to line 11-11 in figure 1; figure 3 represents a variant embodiment of figure 1; figure 4 represents a view according to arrow F4 in figure 3.
The full content of the description and the figures of the Belgian patent application number 9600520, which has not yet been published, which was filed by the applicant on June 7, 1996, is part of the description of this patent application.
The rapier weaving machine according to the invention contains a number
<Desc / Clms Page number 3>
guiding means 43 for guiding a gripper belt 3. Preferably, the guiding means 43 also guide a gripper belt 16 and optionally a sole 29, which is arranged in line with the gripper belt 16. Here, a gripper 3 is moved by a gripper belt 16 according to the direction of movement of the gripper 3, which is also the weft direction, into and out of a weaving compartment 14 formed by flat warp threads 10 and 11 and the guide means 43 are in and out through a flat warp threads 11. the weaving compartment 14 is movable.
For example, devices for moving a giver gripper 3 with a gripper belt 16 in and out of a weaving compartment 14 and moving guide means 43 through a flat warp threads 11 in and out of the weaving compartment 14 are described in US 5413151 and are not described here in more detail.
As shown in Figures 1 and 2, the giver gripper 3 comprises a passage 31 according to the direction of movement of the giver gripper 3 and the guiding means 43 comprise a guiding part 44 with a guiding flank 45 for guiding a flank 46 of a gripper 3, which is provided on the curved plate 15 of the gripper 3 and which is located between the guide part 44 and the reed 47.
The guiding flank 45 is located towards the reed 47, while the flank 46 of the giver gripper 3 is away from the reed 47. Here, the guiding part 44 is located at the level of the aforementioned passage 31 of the gripper gripper 3 when the gripper gripper 3 moves along the guiding means 43 in the direction of movement of the gripper gripper 3.
This also means that the guide part 44 can pass through the passage 31 of the gibber gripper 3 when the gibber gripper 3 moves in the aforementioned direction of movement, i.e. the weft direction. Furthermore, the giver gripper 3 contains one
<Desc / Clms Page number 4>
top 20, positioning elements 19 and 22 for a weft thread and a thread clamp 30 for a weft thread.
In the illustrated embodiment, the guide means 43 also include a guide flank 48 for supporting substantially the full width of the bottom surface of the gripper belt 16 and / or the bottom surface of the sole 29, and the guide portion 44 of the guide means 43 includes a path away from the reed 47 located guiding flank 49 for guiding the side surface of the gripper belt 16 and / or the side surface of the sole 29 which is located towards the reed 47.
As can be seen in figure 1, the surface 50 containing the lower surface of the gripper belts 16 and / or sole 29 guided by the guide means 43 extends below the stop line 51.
Figures 3 and 4 show an embodiment in which the guiding means 43 also comprise a guiding flank 52 provided on the guiding part 44 for guiding the part of the top surface of the gripper belt 16 and / or the part of the top surface of the sole 29 which is the reed 47 is located. The gripper belt 16 and / or the sole 29 are herein arranged between the guiding flanks 48 and 52 of the guiding means 43.
As illustrated in Figures 3 and 4, the guide means 43 include chamfered side surfaces 53 that terminate at the guide flank 48 so that the guide flange 48 has a substantially triangular shape with a top toward the abutment line 51. The top side surfaces 54 of the guide means 43 are also chamfered. Such beveled side surfaces 53 and 54 are advantageous every
<Desc / Clms Page number 5>
allow guide means 43 to move through the plane of warp threads 11.
Obviously, the device and the gripper according to the invention are not limited to the exemplary embodiments described and shown in the figures and can be realized within the scope of the invention in various other shapes and sizes.