BE1010310A3 - Finisher FOR FLOORS OF curable material. - Google Patents

Finisher FOR FLOORS OF curable material. Download PDF

Info

Publication number
BE1010310A3
BE1010310A3 BE9600475A BE9600475A BE1010310A3 BE 1010310 A3 BE1010310 A3 BE 1010310A3 BE 9600475 A BE9600475 A BE 9600475A BE 9600475 A BE9600475 A BE 9600475A BE 1010310 A3 BE1010310 A3 BE 1010310A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pump
finishing device
hydraulic motor
line
circuit
Prior art date
Application number
BE9600475A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
B Mac Besloten Vennootschap Me
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by B Mac Besloten Vennootschap Me filed Critical B Mac Besloten Vennootschap Me
Priority to BE9600475A priority Critical patent/BE1010310A3/en
Priority to NL1006130A priority patent/NL1006130C1/en
Priority to DE29709265U priority patent/DE29709265U1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1010310A3 publication Critical patent/BE1010310A3/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F21/00Implements for finishing work on buildings
    • E04F21/20Implements for finishing work on buildings for laying flooring
    • E04F21/24Implements for finishing work on buildings for laying flooring of masses made in situ, e.g. smoothing tools
    • E04F21/245Rotary power trowels, i.e. helicopter trowels
    • E04F21/247Rotary power trowels, i.e. helicopter trowels used by an operator sitting on the trowel, i.e. ride-on power trowels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Fluid-Pressure Circuits (AREA)
  • Control Of Fluid Gearings (AREA)

Abstract

Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal, in het bijzonder beton of mortel, welke inrichting een gestel (1) bevat, ten minste één daarmee verbonden roterend werktuig (2) en een op het gestel (1) gemonteerd aandrijfmechanisme voor het aandrijven van het werktuig (2) en bestaande uit een aandrijfmotor (3) en een hydraulisch circuit (4), waarin een door de aandrijfmotor (3) gedreven pomp (5), een hydromotor (6) die aan het werktuig (2) is gekoppeld en een reservoir (7) zijn opgesteld, daardoor gekenmerkt dat de pomp (5) een pomp met regelbaar debiet is waarvan de uitgang door het circuit (4) rechtstreeks is aangesloten op de hydromotor (6).Finishing device for floors of curable material, in particular concrete or mortar, which device comprises a frame (1), at least one rotary tool (2) connected thereto and a drive mechanism mounted on the frame (1) for driving the tool ( 2) and consisting of a drive motor (3) and a hydraulic circuit (4), in which a pump (5) driven by the drive motor (3), a hydraulic motor (6) coupled to the tool (2) and a reservoir ( 7), characterized in that the pump (5) is a variable flow pump, the output of which is connected directly to the hydraulic motor (6) by the circuit (4).

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal. Deze uitvinding heeft betrekking op een afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal, in het bijzonder beton of mortel, welke inrichting een gestel bevat, ten minste één daarmee verbonden roterend werktuig en een op het gestel gemonteerd aandrijfmechanisme voor het aandrijven van het werktuig en bestaande uit een aandrijfmotor en uit een hydraulisch circuit waarin een door de aandrijfmotor gedreven pomp, een hydromotor die aan het werktuig is gekoppeld en een vloeistofreservoir zijn opgesteld. 



  Dergelijke afwerkinrichtingen worden aangewend om korrels, zoals kwartskorrels, in gegoten nog zacht hardbaar materiaal in te werken, om het hardbaar materiaal te egaliseren vooraleer het volledig uitgehard is of om het materiaal tijdens het harden te polijsten. 



  Het aandrijven van   één   of meer werktuigen onder tussenkomst van een hydraulisch systeem met een hydromotor wordt dikwijls verkozen boven de volledig mechanische koppelingen tussen de aandrijfmotor en de werktuigen, aangezien ze meestal een betere regeling van de snelheid toelaten en een langere levensduur bezitten. 



  Bij de bekende afwerkinrichtingen met dergelijk hydraulisch systeem is de pomp een gewone drukpomp en geschiedt het regelen van de snelheid door middel van een debietregelaar die aangebracht is in het gedeelte van het circuit dat tussen de pomp en de hydromotor is gelegen. Deze debietregelaar stuurt een percentage van de door de pomp aangevoerde olie naar de hydromotor en de rest rechtstreeks terug naar het reservoir. Door voornoemd percentage in te 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 stellen, wordt de snelheid van de hydromotor en dus van het werktuig of van de werktuigen geregeld. 



  Ter plaatse van de debietregelaar wordt vrij veel warmte ontwikkeld. Dit systeem vergt een vrij groot reservoir en veel olie en bezit een slecht rendement. 



  De uitvinding heeft een afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal tot doel die deze en andere nadelen niet vertoont en die gemakkelijk te regelen is zonder overdreven verwarming van de vloeistof en slechts een klein reservoir met vloeistof vergt. 



  Tot dit doel is de pomp een pomp met regelbaar debiet waarvan de uitgang door het circuit rechtstreeks is aangesloten op de hydromotor. 



  Aangezien er geen debietregelaar in het circuit aanwezig is, wordt geen warmte opgewekt en zijn de hoeveelheid vloeistof en dus ook de maximum inhoud van het reservoir beperkt. Regelen kan zowel door het regelen van het debiet van de pomp als door het regelen van de snelheid van de aandrijfmotor die bijvoorbeeld een thermische motor is. 



  De pomp met regelbaar debiet is bij voorkeur een pomp met axiaal opgestelde plunjers met verstelbare cilinderinhoud. 



  In het gedeelte van het circuit tussen de uitgang van de hydromotor en de ingang van de pomp, voor de terugloop van de vloeistof naar deze pomp, bevindt zich een aftakking die op het reservoir uitgeeft, terwijl de pomp door een aanzuigleiding met dit reservoir in verbinding staat. 



  In deze laatste aftakking kan een klep aangebracht zijn die bestuurd wordt door de druk in het gedeelte van het circuit 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 dat tussen de uitgang van de pomp en de ingang van de hydromotor is gelegen en die bij werkdruk in dit gedeelte in een stand komt te staan waarbij ze een gedeelte van de terugloop van de vloeistof doorlaat naar het reservoir. 



  In deze aftakking kan nog een   overdrukklep   opgesteld zijn. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal volgens de uitvinding weergegeven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een afwerkinrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een zicht in perspectief weergeeft van een praktische uitvoering van de afwerkinrichting van figuur   1 ;   figuur 3 schematisch, maar meer uitgebreid, het hydraulisch circuit weergeeft van de afwerkinrichting van figuur 1. 
 EMI3.1 
 



  Zoals weergegeven in figuur 1, bestaat de afwerkinrichting volgens de uitvinding in hoofdzaak uit een gestel of meer, in het voorbeeld twee, daarmee verbonden roterende werktuigen 2 en een op het gestel l gemonteerd aandrijfmechanisme voor het aandrijven van de werktuigen 2 en bestaande uit een aandrijfmotor 3 en een hydraulisch circuit 4, waarin een door de aandrijfmotor 3 gedreven pomp 5 met variabel debiet, een hydromotor 6 die aan de werktuigen 2 is gekoppeld en een vloeistofreservoir 7, zijn opgesteld. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  De werktuigen 2 kunnen, zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, vleugelkruisen zijn die door middel van een mechanische koppeling met de hydromotor 6 verbonden zijn. 



  Deze koppeling bestaat bijvoorbeeld uit twee reductiekasten 8 die door een cardankoppeling 9 met elkaar verbonden zijn, zodanig dat ze met dezelfde snelheid gedreven worden, en uit een koppeling 10 tussen de hydromotor 6 en   één   van de reductiekasten 8. 



  Deze gelijke snelheid of synchronisatie van roterende beweging is noodzakelijk indien de oppervlakken bestreken door de werktuigen 2 elkaar overlappen. 



  Deze werktuigen 2 zijn door middel van de reductiekasten 8 aan het gestel 1 vastgemaakt. 



  De hydromotor 6 kan van een bekend type zijn en wordt hier niet in detail beschreven. 



  De aandrijfmotor 3 is bij voorkeur een thermische motor, bijvoorbeeld een gewone verbrandingsmotor zoals een dieselmotor. 



  De uitgaande as 11 van deze aandrijfmotor 3 is door een bekende koppeling, bijvoorbeeld een klauwkoppeling 12, verbonden met de as 13 van de pomp 5 met variabel debiet. 



  Deze pomp 5 bevat, zoals meer in detail weergegeven in figuur 3, een instelbare pomp 5A met axiale plunjers die verend in het pomplichaam aangebracht zijn en met een schijf die schuin op de voornoemde as 13 is bevestigd en waartegen deze axiale plunjers worden geduwd. Het debiet ervan is regelbaar door de helling van de schijf ten opzichte van de as 13 door middel van een handgreep 14 in te stellen, waardoor de grootte van de verplaatsing van de 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 plunjers wordt gewijzigd. De handgreep 14 kan continu instelbaar zijn of in een aantal standen blokkeerbaar zijn. 



  De pomp 5 bevat benevens deze pomp 5A een eraan gekoppelde bijkomende lagedruk pomp 5B die door dezelfde aandrijfmotor 3 gedreven wordt en dient als voedingspomp voor het circuit 4 zoals verder zal beschreven worden. Beide pompen 5A en SB zijn in dezelfde behuizing gemonteerd en enkel in figuur 3 afzonderlijk zichtbaar. 



  Het reservoir 7 is in een praktische uitvoeringsvorm, zoals weergegeven in figuur 2, gevormd door een buisvormig gedeelte van het gestel 1. 



  Het hydraulisch circuit 4 bevat benevens de pomp 5, de hydromotor 6 en het reservoir 7 een aantal leidingen, namelijk een hogedruk-toevoerleiding 15 tussen de pomp 5, meer bepaald de uitgang van de pomp 5A, en de hydromotor 6, een terugloopleiding 16 tussen de hydromotor 6 en de pomp 5, meer bepaald de ingang van de pomp 5A en een op het reservoir 7 uitgevende aftakking 17 van de terugloopleiding 16. 



  Het circuit 4 bevat daarenboven een aanzuigleiding 18 waarin een filter 19 is gemonteerd, tussen de bijkomende pomp 5B en het reservoir 7, en een leiding 20 tussen deze pomp   SB   en de terugloopleiding 16. In de praktijk is deze leiding 20 volledig binnen de behuizing van de pomp 5 gelegen zodat ze enkel in figuur 3 zichtbaar is. 



  Zoals weergeven in deze figuur 3 bevat het circuit 4 in de praktijk een aantal kleppen en bijkomende leidingen. 



  In de aftakking 17 is een stuurklep 21 aangebracht die door de werkdruk heersend in de hogedruk-toevoerleiding 15, 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 bijvoorbeeld 140 bar, wordt bestuurd. Stroomafwaarts daarvan is in de terugloopleiding 16 een instelbare   overdrukklep   22 aangebracht die zo ingesteld wordt dat ze een lage druk van bijvoorbeeld 12 bar opent. Deze druk komt overeen met de druk aan de uitgang van de hydromotor 6. 



  De hogedruk-toevoerleiding 15 en de terugloopleiding 16 staan met elkaar in verbinding door een by-passleiding 23 waarin een instelbare   overdrukklep   24 is aangebracht die zo ingesteld wordt dat ze opent bij een druk die iets hoger ligt dan de normale druk in de hogedruk-toevoerleiding 15 of de werkdruk van de hydromotor 6, dit is bijvoorbeeld iets hoger dan 140 bar. 



  Op de leiding 20 sluit een aftakking 25 aan met daarin een instelbare hulp-overdrukklep 26. Deze aftakking 25 mondt uit in het reservoir 7. De hulp-overdrukklep 26 wordt zo ingesteld dat ze opent bij een druk die iets hoger is dan de druk waarbij de   overdrukklep   22 opent en bijvoorbeeld 15 bar is. 



  Zowel op de pomp 5 als op de hydromotor 6 sluiten lekleidingen 27 en 28 aan die aansluiten op de aftakking 17. 



  Tenslotte is de hydromotor 6 overbrugd door een leiding 29 waarin een veiligheidsklep 30 is aangebracht die bediend wordt door een bedieningselement 31, bijvoorbeeld een pedaal dat als dodemansknop kan beschouwd worden en dat ook als noodstop kan gebruikt worden. 



  Het gedeelte 32 van het circuit 4 dat dat de stuurklep 21, de overdrukkleppen 22,24 en 26 en de leidingen 20 en 23 bevat en dat in figuur 3 met punt-streeplijn is omgeven, is ingebouwd in de behuizing van de pomp 5. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  De werking van de hiervoor beschreven afwerkinrichting is als volgt. 



  De aandrijfmotor 3 drijft de pomp 5 aan die via de hogedruk-toevoerleiding 15 olie of een andere vloeistof met hoge druk, bijvoorbeeld 140 bar, naar de hydromotor 6 pompt die dan via de overbrenging 8-9-10 de werktuigen 2 aandrijft. Het grootste gedeelte van de olie keert vanuit de hydromotor 6 onder lagere druk via de terugloopleiding 16 naar de pomp 5A terug. 



  Voor de koeling en filtering van de olie wordt een gedeelte olie onttrokken aan de terugloop van de hydromotor 6 naar de pomp 5. 



  Continu wordt dit gedeelte via de aftakking 17 met de stuurklep 21 en de   overdrukklep   22 rechtstreeks naar het reservoir 7 gevoerd. 



  Dit gedeelte wordt bepaald door de wisselwerking tusen de   overdrukklep   22 en de hulp-overdrukklep 26 en tevens door de lekverliezen van de pomp 5 en de hydromotor 6. Dit gedeelte bedraagt bijvoorbeeld 20 tot 25% van de totale hoeveelheid rondstromende olie. 



  De stuurklep 21 wordt door de hoge druk in de hogedruk-toevoerleiding 15 in de stand gebracht waarin ze de terugloop van voornoemd gedeelte van de olie via de aftakking 17 naar het buisvormige reservoir 7 toelaat. 



  De   overdrukklep   22 wordt afgesteld op bijvoorbeeld 12 bar om te beletten dat alle olie die uit de hydromotor 6 stroomt via de aftakking 17 naar het reservoir 7 zou stromen. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  Voornoemd gedeelte van de olie wordt gedwongen door dit buisvormige reservoir 7 te stromen waardoor ze indien nodig sterk kan afkoelen. 



  Ter compensatie van de olie die uit de terugloopleiding 16 via de aftakking 17 naar het reservoir 7 wordt afgevoerd wordt door de pomp 5B een hoeveelheid olie aan deze terugloopleiding 16 toegevoegd. Deze pomp 5B zuigt via de aanzuigleiding 18 en dus over de filter 19 deze hoeveelheid olie uit het reservoir 7. 



  De hulp-overdrukklep 26 belet dat de pomp 5B meer olie naar de terugloopleiding 16 pompt dan nodig. Wanneer de pomp 5B teveel olie uit het reservoir 7 pompt, gaat de hulp-overdrukklep 26, die bijvoorbeeld op een druk van 15 bar is afgesteld, open en stroomt het teveel aan olie via de aftakking 25 terug naar het reservoir 7. Deze hulp-overdrukklep 26 vormt een beveiliging voor de pomp 5B. 



  Door de   overdrukklep   24 zijn alle hydraulische componenten tegen overbelasting beschermd. Indien de werkdruk te hoog zou zijn, zal olie door deze klep 24, die bijvoorbeeld op een druk van 145 bar wordt afgesteld, via de by-passleiding 23 van de hogedruk-toevoerleiding 15 naar de terugloopleiding 16 kunnen stromen en zal de hydromotor 6 stoppen. De pomp 5 wordt hierdoor in druk beperkt tot 145 bar. De   overdrukklep   24 fungeert hierdoor als maximum draaimomentbeveiliging waardoor de reductiekasten en dergelijke tegen overbelasting beveiligd worden. 



  Zodra de bediener het bedieningselement 31 loslaat, opent de veiligheidsklep 30 de leiding 29 zodanig dat de olie langs deze leiding 29 kan terugstromen in plaats van over de hydromotor 6, waardoor deze hydromotor 6 stopt en geen kracht meer kan leveren. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 Mits aanpassing van het hydraulische circuit 4, kan de pomp 5 de stroomrichting van de olie omkeren, zodat de hydromotor 6 in de omgekeerde richting draait. Hiervoor dienen de leiding 20 en de stuurklep 21 aangepast te worden en moet de by-passleiding 23 en de   overdrukklep   24 verdubbeld worden. 



  Bij een constant toerental van de aandrijfmotor 3 hangt de snelheid van de hydromotor 6 en dus van de werktuigen 2 af van het debiet van de pomp 5 dat door het veranderen van de stand van de handgreep 14 traploos instelbaar is tussen 0 en een maximum waarde. 



  Daarenboven kan ook het toerental van de aandrijfmotor 3 ingesteld worden, hetgeen ook het debiet van de pomp 5 en bijgevolg de snelheid van de werktuigen 2 wijzigt. 



  Dit laat toe de werktuigen 2 met de optimale snelheid aan te drijven. Bij het voordraaien of effen maken van een pas gegoten betonvloer kan een laag toerental worden gekozen en bij het polijsten van de geharde vloer kan een hoge snelheid worden gebruikt. Schommelingen in het toerental worden vermeden. 



  Doordat een zo gunstig mogelijk koppel kan worden ingesteld met de klep 24 die de werkdruk bepaalt, bezit de afwerkinrichting een relatief lange levensduur. 



  Door de afwezigheid van een verdeelklep in de hogedruk-toevoerleiding 15 is de warmteproductie beperkt. 



  Een belangrijk voordeel is ook dat een beperkte hoeveelheid olie volstaat, bijvoorbeeld 25 liter in plaats van 200 liter vereist voor een conventioneel systeem, hetgeen een 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 grote gewichtsbesparing van de afwerkinrichting tot gevolg heeft. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke afwerkinrichting kan in verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



  Finishing device for floors of curable material. This invention relates to a finishing device for floors of curable material, in particular concrete or mortar, which device comprises a frame, at least one rotary tool connected thereto and a driving mechanism mounted on the frame for driving the tool and consisting of a drive motor and from a hydraulic circuit in which a pump driven by the drive motor, a hydraulic motor coupled to the tool and a fluid reservoir are arranged.



  Such finishing devices are used to work grains, such as quartz grains, into molded soft-curable material, to level the curable material before it is fully cured or to polish the material during curing.



  Driving one or more implements through a hydraulic system with a hydromotor is often preferred over the fully mechanical clutches between the drive motor and implements, as they usually allow better speed control and longer life.



  In the known finishing devices with such a hydraulic system, the pump is an ordinary pressure pump and the speed is controlled by means of a flow regulator arranged in the part of the circuit located between the pump and the hydraulic motor. This flow regulator sends a percentage of the oil supplied by the pump to the hydraulic motor and the rest directly to the reservoir. By entering the aforementioned percentage

 <Desc / Clms Page number 2>

 the speed of the hydraulic motor and thus of the tool or tools is controlled.



  A lot of heat is generated at the location of the flow regulator. This system requires a fairly large reservoir and a lot of oil and has a poor efficiency.



  The object of the invention is a finishing device for floors of curable material which does not exhibit these and other disadvantages and which is easy to control without excessive heating of the liquid and requires only a small reservoir of liquid.



  For this purpose, the pump is a variable flow pump, the output of which is connected directly to the hydraulic motor through the circuit.



  Since there is no flow regulator in the circuit, no heat is generated and the amount of liquid and thus the maximum content of the reservoir is limited. Control can be done both by controlling the flow rate of the pump and by controlling the speed of the drive motor, which is, for example, a thermal motor.



  The variable flow pump is preferably a pump with axially arranged plungers with adjustable displacement.



  In the section of the circuit between the outlet of the hydromotor and the inlet of the pump, for the return of the liquid to this pump, there is a branch that opens onto the reservoir, while the pump communicates with this reservoir through a suction pipe state.



  In the latter branch, a valve can be arranged which is controlled by the pressure in the part of the circuit

 <Desc / Clms Page number 3>

 which is located between the outlet of the pump and the inlet of the hydraulic motor and which, in the case of operating pressure, is positioned in this section in which it allows a part of the return of the liquid to the reservoir.



  Another pressure relief valve may be arranged in this branch.



  With the insight to better demonstrate the features of the invention, hereinafter, as an example without any limiting character, some preferred embodiments of a finishing device for curable material floors according to the invention are shown, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 schematically represents a finishing device according to the invention; figure 2 represents a perspective view of a practical embodiment of the finishing device of figure 1; figure 3 shows schematically, but more extensively, the hydraulic circuit of the finishing device of figure 1.
 EMI3.1
 



  As shown in figure 1, the finishing device according to the invention mainly consists of a frame or more, in the example two, rotary tools 2 connected thereto and a drive mechanism mounted on the frame 1 for driving the tools 2 and consisting of a drive motor 3 and a hydraulic circuit 4, in which a variable flow pump 5 driven by the driving motor 3, a hydraulic motor 6 coupled to the tools 2 and a liquid reservoir 7 are arranged.

 <Desc / Clms Page number 4>

 



  The tools 2, as shown in Figures 1 and 2, can be wing crosses which are connected to the hydraulic motor 6 by a mechanical coupling.



  This coupling consists, for example, of two reduction gearboxes 8, which are connected to each other by a universal joint 9, such that they are driven at the same speed, and of a coupling 10 between the hydraulic motor 6 and one of the reduction gearboxes 8.



  This equal speed or synchronization of rotating movement is necessary if the surfaces covered by the tools 2 overlap.



  These tools 2 are attached to the frame 1 by means of the reduction boxes 8.



  The hydromotor 6 may be of a known type and is not described in detail here.



  The drive motor 3 is preferably a thermal motor, for example an ordinary combustion engine such as a diesel engine.



  The output shaft 11 of this drive motor 3 is connected by a known coupling, for instance a claw coupling 12, to the shaft 13 of the pump 5 with variable flow rate.



  This pump 5, as shown in more detail in Figure 3, includes an adjustable pump 5A with axial plungers mounted resiliently in the pump body and with a disc mounted obliquely on the aforementioned shaft 13 against which these axial plungers are pushed. Its flow rate is adjustable by adjusting the inclination of the disc with respect to the shaft 13 by means of a handle 14, so that the magnitude of the displacement of the

 <Desc / Clms Page number 5>

 plungers is changed. The handle 14 can be continuously adjustable or can be locked in a number of positions.



  In addition to this pump 5A, the pump 5 contains an associated additional low-pressure pump 5B which is driven by the same drive motor 3 and serves as the feed pump for the circuit 4 as will be described further. Both pumps 5A and SB are mounted in the same housing and only visible in figure 3 separately.



  In a practical embodiment, as shown in Figure 2, the reservoir 7 is formed by a tubular part of the frame 1.



  In addition to the pump 5, the hydraulic motor 6 and the reservoir 7, the hydraulic circuit 4 comprises a number of pipes, namely a high-pressure supply pipe 15 between the pump 5, in particular the output of the pump 5A, and the hydraulic motor 6, a return pipe 16 between the hydraulic motor 6 and the pump 5, in particular the inlet of the pump 5A and a branch 17 of the return line 16, which opens onto the reservoir 7.



  The circuit 4 also contains a suction line 18 in which a filter 19 is mounted, between the additional pump 5B and the reservoir 7, and a line 20 between this pump SB and the return line 16. In practice, this line 20 is completely inside the housing of the pump 5 is located so that it is only visible in figure 3.



  As shown in this figure 3, in practice the circuit 4 comprises a number of valves and additional pipes.



  A control valve 21 is arranged in the branch 17, which, due to the operating pressure, prevails in the high-pressure supply line 15,

 <Desc / Clms Page number 6>

 for example 140 bar, is controlled. Downstream thereof, an adjustable pressure relief valve 22 is arranged in the return line 16, which is adjusted to open a low pressure of, for example, 12 bar. This pressure corresponds to the pressure at the output of the hydraulic motor 6.



  The high pressure supply line 15 and the return line 16 are connected to each other by a bypass line 23 in which an adjustable pressure relief valve 24 is arranged which is adjusted to open at a pressure slightly higher than the normal pressure in the high pressure supply line 15 or the operating pressure of the hydromotor 6, for example, this is slightly higher than 140 bar.



  A branch 25 with an adjustable auxiliary pressure relief valve 26 connects to the pipe 20. This branch 25 opens into the reservoir 7. The auxiliary pressure relief valve 26 is adjusted so that it opens at a pressure slightly higher than the pressure at which the pressure relief valve 22 opens and is, for example, 15 bar.



  Both the pump 5 and the hydraulic motor 6 connect leak lines 27 and 28 which connect to the branch 17.



  Finally, the hydromotor 6 is bridged by a pipe 29 in which a safety valve 30 is arranged, which is operated by an operating element 31, for example a pedal which can be regarded as a dead man's button and which can also be used as an emergency stop.



  The portion 32 of the circuit 4 which contains the pilot valve 21, the relief valves 22, 24 and 26 and the lines 20 and 23 and which is surrounded by a dotted line in Figure 3, is built into the housing of the pump 5.

 <Desc / Clms Page number 7>

 



  The finishing device described above operates as follows.



  The driving motor 3 drives the pump 5, which pumps oil or other high-pressure liquid, for example 140 bar, via the high-pressure supply line 15 to the hydraulic motor 6, which then drives the tools 2 via the transmission 8-9-10. Most of the oil returns from the hydraulic motor 6 under reduced pressure via the return line 16 to the pump 5A.



  For the cooling and filtering of the oil, a part of the oil is extracted from the return of the hydraulic motor 6 to the pump 5.



  This part is continuously fed via the branch 17 with the control valve 21 and the pressure relief valve 22 directly to the reservoir 7.



  This part is determined by the interaction between the pressure relief valve 22 and the auxiliary pressure relief valve 26 and also by the leakage losses of the pump 5 and the hydraulic motor 6. This part is, for example, 20 to 25% of the total amount of circulating oil.



  The control valve 21 is brought into position by the high pressure in the high-pressure supply line 15 in which it allows the return of the aforementioned part of the oil via the branch 17 to the tubular reservoir 7.



  The pressure relief valve 22 is adjusted to, for example, 12 bar to prevent all oil flowing from the hydraulic motor 6 from flowing through the branch 17 to the reservoir 7.

 <Desc / Clms Page number 8>

 



  The aforementioned part of the oil is forced to flow through this tubular reservoir 7, so that it can cool strongly if necessary.



  To compensate for the oil which is discharged from the return line 16 via the branch 17 to the reservoir 7, an amount of oil is added to this return line 16 by the pump 5B. This pump 5B sucks this amount of oil from the reservoir 7 via the suction pipe 18 and thus over the filter 19.



  The auxiliary pressure relief valve 26 prevents the pump 5B from pumping more oil to the return line 16 than necessary. When the pump 5B pumps too much oil from the reservoir 7, the auxiliary pressure relief valve 26, which is adjusted to a pressure of 15 bar, for example, opens and the excess oil flows back to the reservoir 7 via the branch 25. relief valve 26 forms a safeguard for the pump 5B.



  All hydraulic components are protected against overload by the pressure relief valve 24. If the working pressure is too high, oil will flow through this valve 24, which is adjusted to a pressure of 145 bar, for example, via the bypass line 23 from the high-pressure supply line 15 to the return line 16 and the hydraulic motor 6 will stop . The pump 5 is hereby limited in pressure to 145 bar. The pressure relief valve 24 hereby functions as a maximum torque protection, whereby the gearboxes and the like are protected against overload.



  As soon as the operator releases the operating element 31, the safety valve 30 opens the pipe 29 in such a way that the oil can flow back along this pipe 29 instead of over the hydraulic motor 6, so that this hydraulic motor 6 stops and can no longer supply force.

 <Desc / Clms Page number 9>

 Provided the hydraulic circuit 4 is adapted, the pump 5 can reverse the flow direction of the oil, so that the hydraulic motor 6 rotates in the reverse direction. For this, the pipe 20 and the control valve 21 must be adjusted and the bypass pipe 23 and the pressure relief valve 24 must be doubled.



  At a constant speed of the drive motor 3, the speed of the hydraulic motor 6 and thus of the tools 2 depends on the flow rate of the pump 5, which is infinitely adjustable between 0 and a maximum value by changing the position of the handle 14.



  In addition, the speed of the drive motor 3 can also be adjusted, which also changes the flow rate of the pump 5 and, consequently, the speed of the tools 2.



  This allows the tools 2 to be driven at the optimum speed. When turning or leveling a freshly poured concrete floor, a low speed can be selected and a high speed can be used when polishing the hardened floor. Variations in the speed are avoided.



  Because the torque as favorable as possible can be set with the valve 24 which determines the working pressure, the finishing device has a relatively long service life.



  Due to the absence of a distribution valve in the high-pressure supply pipe 15, heat production is limited.



  An important advantage is also that a limited amount of oil is sufficient, for example 25 liters instead of 200 liters required for a conventional system, which provides a

 <Desc / Clms Page number 10>

 results in significant weight savings for the finisher.



  The present invention is by no means limited to the embodiments described above and shown in the figures, but such a finishing device can be made in different variants without departing from the scope of the invention.


    

Claims (13)

Conclusies.Conclusions. 1. - Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal, in het bijzonder beton of mortel, welke inrichting een gestel (1) bevat, ten minste één daarmee verbonden roterend werktuig (2) en een op het gestel (1) gemonteerd aandrijfmechanisme voor het aandrijven van het werktuig (2) en bestaande uit een aandrijfmotor (3) en een hydraulisch circuit (4), waarin een door de aandrijfmotor (3) gedreven pomp (5), een hydromotor (6) die aan het werktuig (2) is gekoppeld en een reservoir (7) zijn opgesteld, daardoor gekenmerkt dat de pomp (5) een pomp met regelbaar debiet is waarvan de uitgang door het circuit (4) rechtstreeks is aangesloten op de hydromotor (6).   1. - Finishing device for floors of curable material, in particular concrete or mortar, which device comprises a frame (1), at least one rotary tool (2) connected thereto and a drive mechanism mounted on the frame (1) for driving the tool (2) and consisting of a drive motor (3) and a hydraulic circuit (4), in which a pump (5) driven by the drive motor (3), a hydraulic motor (6) coupled to the tool (2) and a reservoir (7) is arranged, characterized in that the pump (5) is a variable flow pump, the output of which is connected directly to the hydraulic motor (6) by the circuit (4). 2.-Afwerkinrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de pomp (5) met regelbaar debiet een pomp (5A) bevat met axiaal opgestelde plunjers met verstelbare cilinderinhoud.   Finishing device according to claim 1, characterized in that the pump (5) with adjustable flow rate comprises a pump (5A) with axially arranged plungers with adjustable displacement. 3.-Afwerkinrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het reservoir (7) een gedeelte van het gestel (1) vormt.   Finishing device according to claim 1 or 2, characterized in that the reservoir (7) forms a part of the frame (1). 4.-Afwerkinrichting volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmotor (3) een thermische motor is.   Finishing device according to one of the preceding claims, characterized in that the drive motor (3) is a thermal motor. 5.-Afwerkinrichting volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het circuit (4) een hogedruk-toevoerleiding (15) bevat tussen de uitgang van de pomp (5) en de ingang van de hydromotor (6) en een terugloopleiding (16) tussen de uitgang van de hydromotor (6) en de ingang van de pomp (5), voor de terugloop van de <Desc/Clms Page number 12> vloeistof, een aftakking (17) die deze terugloopleiding (16) rechtstreeks in verbinding stelt het reservoir (7).   Finishing device according to one of the preceding claims, characterized in that the circuit (4) contains a high-pressure supply line (15) between the outlet of the pump (5) and the inlet of the hydraulic motor (6) and a return line (16 ) between the outlet of the hydraulic motor (6) and the inlet of the pump (5), for the return of the  <Desc / Clms Page number 12>  liquid, a branch (17) which directly connects this return line (16) to the reservoir (7). 6.-Afwerkinrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het circuit (4) tussen de pomp (5) en het reservoir (7) een aanzuigleiding (18) bevat met een daarin gemonteerde filter (19).   Finishing device according to claim 5, characterized in that the circuit (4) between the pump (5) and the reservoir (7) comprises a suction pipe (18) with a filter (19) mounted therein. 7.-Afwerkinrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de pomp (5) uit twee aan elkaar gekoppelde pompen (5A en 5B) bestaat, namelijk een pomp (5A) met regelbaar debiet waarop de hogedruk-toevoerleiding (15) en de terugloopleiding (16) aansluiten en een pomp (5B) waarop de aanzuigleiding (18) aansluit.   Finishing device according to claim 5, characterized in that the pump (5) consists of two coupled pumps (5A and 5B), namely a pump (5A) with adjustable flow rate on which the high-pressure supply line (15) and the return line ( 16) and a pump (5B) to which the suction line (18) connects. 8.-Afwerkinrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de uitgang van de pomp (5B) waarop de zuigleiding (18) aansluit via een leiding (20) met de terugloopleiding (16) in verbinding staat.   Finishing device according to claim 7, characterized in that the outlet of the pump (5B) to which the suction line (18) connects is in communication with the return line (16) via a line (20). 9.-Afwerkinrichting volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat op de leiding (20) tussen de pomp (5B) en de terugloopleiding (16) een aftakking (25) aansluit waarin een hulp-overdrukklep (26) is gemonteerd.   Finishing device according to claim 8, characterized in that a branch (25) in which an auxiliary pressure relief valve (26) is mounted on the pipe (20) between the pump (5B) and the return pipe (16). 10.-Afwerkinrichting volgens een van de conclusies 5 tot 9, daardoor gekenmerkt dat in de aftakking (17) een stuurklep (21) aangebracht is die bestuurd wordt door de druk in de hogedruk-toevoerleiding (15) van het circuit (4) die tussen de uitgang van de pomp (5) en de ingang van de hydromotor (6) is gelegen.   Finishing device according to one of claims 5 to 9, characterized in that a control valve (21) is arranged in the branch (17) and is controlled by the pressure in the high-pressure supply line (15) of the circuit (4). is located between the outlet of the pump (5) and the inlet of the hydraulic motor (6). 11.-Afwerkinrichting volgens een van de conclusies 5 tot 10, daardoor gekenmerkt dat in de aftakking (17) een <Desc/Clms Page number 13> overdrukklep (22) aangebracht is om te beletten dat alle olie via de vertakking (17) zou stromen.   Finishing device according to any one of claims 5 to 10, characterized in that in the branch (17) a  <Desc / Clms Page number 13>    relief valve (22) is fitted to prevent all oil from flowing through the branch (17). 12.-Afwerkinrichting volgens een van de conclusies 5 tot 11, daardoor gekenmerkt dat het circuit (4) een by-passleiding (23) bevat tussen de hogedruk-toevoerleiding (15) en de terugloopleiding (16), in welke by-passleiding een overdrukklep (24) is gemonteerd en bij te hoge druk olie doorlaat om overbelasting van de hydromotor (6) te vermijden.   Finishing device according to any one of claims 5 to 11, characterized in that the circuit (4) comprises a bypass line (23) between the high-pressure supply line (15) and the return line (16), in which bypass line relief valve (24) is mounted and allows oil to pass at too high a pressure to avoid overloading the hydraulic motor (6). 13.-Afwerkinrichting volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de hydromotor (6) overbrugd is met een leiding (29) waarin een veiligheidsklep (30) is aangebracht die bestuurd wordt door een bedieningselement (31), waardoor een dodemansbeveiliging wordt verkregen.   Finishing device according to any one of the preceding claims, characterized in that the hydraulic motor (6) is bridged with a pipe (29) in which a safety valve (30) is arranged which is controlled by an operating element (31), whereby dead man's protection is obtained. .
BE9600475A 1996-05-28 1996-05-28 Finisher FOR FLOORS OF curable material. BE1010310A3 (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600475A BE1010310A3 (en) 1996-05-28 1996-05-28 Finisher FOR FLOORS OF curable material.
NL1006130A NL1006130C1 (en) 1996-05-28 1997-05-26 Finishing device for floors of curable material.
DE29709265U DE29709265U1 (en) 1996-05-28 1997-05-27 Processing device for floors made of hardenable material

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600475A BE1010310A3 (en) 1996-05-28 1996-05-28 Finisher FOR FLOORS OF curable material.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010310A3 true BE1010310A3 (en) 1998-06-02

Family

ID=3889769

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9600475A BE1010310A3 (en) 1996-05-28 1996-05-28 Finisher FOR FLOORS OF curable material.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1010310A3 (en)
DE (1) DE29709265U1 (en)
NL (1) NL1006130C1 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN1304713C (en) * 2004-10-16 2007-03-14 冷召军 Mechanical float

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3776431A (en) * 1972-08-07 1973-12-04 J Riley Material spreader system with hydraulic drive and speed control means
US4320986A (en) * 1980-03-21 1982-03-23 Morrison Donald R Motor powered rotary trowel
FR2531017A1 (en) * 1982-07-28 1984-02-03 Fouquet Jean Claude HYDRAULIC EQUIPMENT FOR DRIVING ONE OR MORE HYDRAULIC EQUIPMENT APPARATUS, MOUNTED ON A SEMI-TRAILER USING THE MOTORIZATION SYSTEM OF THE SEMI-TRAILER
US4676691A (en) * 1986-08-28 1987-06-30 Morrison Donald R Dual rotary trowel
CA1328176C (en) * 1989-08-24 1994-04-05 Tomio Komine Concrete floor finisher

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3776431A (en) * 1972-08-07 1973-12-04 J Riley Material spreader system with hydraulic drive and speed control means
US4320986A (en) * 1980-03-21 1982-03-23 Morrison Donald R Motor powered rotary trowel
FR2531017A1 (en) * 1982-07-28 1984-02-03 Fouquet Jean Claude HYDRAULIC EQUIPMENT FOR DRIVING ONE OR MORE HYDRAULIC EQUIPMENT APPARATUS, MOUNTED ON A SEMI-TRAILER USING THE MOTORIZATION SYSTEM OF THE SEMI-TRAILER
US4676691A (en) * 1986-08-28 1987-06-30 Morrison Donald R Dual rotary trowel
CA1328176C (en) * 1989-08-24 1994-04-05 Tomio Komine Concrete floor finisher

Also Published As

Publication number Publication date
DE29709265U1 (en) 1997-08-07
NL1006130C1 (en) 1997-12-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1148043A (en) Engine speed control
US4370956A (en) Arrangement for heating the oil contained within an oil reservoir of a machine or of an internal combustion engine of a motor vehicle
US5329767A (en) Hydraulic circuit flow control
RU2421644C2 (en) Hydro-static drive and braking procedure for hydro-static drive
US4554992A (en) Hydraulically operated four wheel sweeper
US6106193A (en) Hydraulically driven, multiple rotor riding trowel
US3935707A (en) Hydraulic control system
JP3703489B2 (en) Hydraulic emergency control device for a friction clutch arranged between an internal combustion engine and a transmission
US10932404B2 (en) Semi-closed loop hydraulic system for material application machines
BE1010310A3 (en) Finisher FOR FLOORS OF curable material.
GB1596282A (en) Pumping system
US3973400A (en) Hydrostatic transmission
US4136855A (en) Hoist drum drive control
CA1077804A (en) Fluid transmission circuit
US6990807B2 (en) Auxiliary hydraulic drive system
US6321867B1 (en) Charge flow supplement circuit for tractors
US4733533A (en) Controls for power drive assemblies
US3679327A (en) Hydraulically regulated drive
US4588357A (en) Hydraulic throttle control
US3981150A (en) Dual hydraulic motor drive system
CA1044991A (en) Hydraulic control valve
JPS5824087A (en) Fluid operated elevator mechanism
CA1329142C (en) Hydraulic steering system
US4329845A (en) Augmented charging system for a hydrostatic transmission
US6241038B1 (en) Remote drop box lubrication circuit for tractors

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20060531