BE1008716A3 - Kodeersysteem voor het naar hun bestemming sturen van transportwagens in een vloerkettingtransportsysteem. - Google Patents

Abstract

Kodeersysteem voor het naar hun bestemming sturen van transportwagens (2) in een vloerkettingtransportsysteem waarin transportwagens (2) worden verplaatst door middel van kettingen (7) die in metalen kettingrails (6) in de vloer (5) zijn ingewerkt, waarbij het kodeersysteem op de transportwagens (2) gemonteerde transponders (1) bevat die een kode kunnen uitzenden en, op tenminste één plaats langs de vloerkettingbaan (4) voor de transportwagens (2), kodeleesmiddelen (3) bevat die een in de vloer (5) gemonteerde spoel (16) bezitten, daardoor gekenmerkt dat de kodeleesmiddelen (3), op voornoemde plaats langs de vloerkettingbaan (4), twee spoelen (15) bevatten die in faze zijn geschakeld, waaronder één aan elke zijde van de kettingrail (6), waarbij de metalen kettingrail (6) als fluxgeleiding fungeert, terwijl de transponders (1) van het induktieve type zijn met instelbare kode en ten minste een zend-en-ontvanggedeelte (11) ervan boven de kettingrail (6) is gemonteerd.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Kodeersysteem voor het naar hun bestemming sturen van transportwagens in een vloerkettingtransportsysteem. De uitvinding heeft betrekking op een kodeersysteem voor het naar hun bestemming sturen van transportwagens in een vloerkettingtransportsysteem waarin transportwagens worden verplaatst door middel van kettingen die in metalen kettingrails in de vloer zijn ingewerkt, waarbij het kodeersysteem op de transportwagens gemonteerde transponders bevat die een kode kunnen uitzenden en, op tenminste   een   plaats langs de vloerkettingbaan voor de transportwagens, kodeleesmiddelen bevat die een in de vloer gemonteerde spoel bezitten. 



  De kodeleesmiddelen zijn bijvoorbeeld opgesteld voor een splitsing van de vloerkettingbaan en aangesloten op een besturingsinrichting die de door de transportwagens te volgen weg bepaalt en bijvoorbeeld de stand van een wissel op de splitsing bestuurt. 



  Dergelijke kodeersystemen worden gebruikt ter vervanging van mechanische systemen die in de hoogte instelbare magneetstiften bevatten die op de transportwagens zijn gemonteerd. Sensoren die in de vloer zijn gelegen kunnen de stand van deze magneetstiften detekteren. Uit deze stand is dan de bestemming af te leiden. Het aantal kodes is evenwel beperkt en de konstruktie is duur en volumineus. 



  In bekende kodeersystemen van de hier bedoelde soort, zijn de kodeleesmiddelen gevormd door   een   in de vloer ingewerkte spoel. De transponder werkt elektro-magnetisch met een frekwentie van 100 kHz of meer. Door de aanwezigheid van een grote massa metaal van de transportwagen kan de transponder slechts over een kleine afstand werken en de 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 spoel moet tijdens het identificeren van de kode recht onder de transponder gelegen zijn. Hierdoor is de toepassing in vloerketting- transportsystemen moeilijk. 



  Doordat de spoel rechts of links van de kettingrail is gelegen, moet ook de transponder rechts of links op de transportwagen zijn gemonteerd. Hierdoor dient rekening te worden gehouden met "tracking" van de wagen, bijvoorbeeld in of na een bocht. 



  De uitvinding heeft als doel deze nadelen te verhelpen en een kodeersysteem te verschaffen voor het naar zijn bestemming sturen van transportwagens in een vloerkettingtransportsysteem, waarmee de kode van de bestemming van een transportwagen op eenvoudige manier kan worden ingesteld, de kode van de transponders duidelijk door de kodeleesmiddelen kan worden gelezen en geen hinder wordt ondervonden van tracking-problemen. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de kodeleesmiddelen, op voornoemde plaats langs de vloerkettingbaan, twee spoelen bevatten die in faze zijn geschakeld, waaronder   een   aan elke zijde van de kettingrail, waarbij de metalen kettingrail als fluxgeleiding fungeert, terwijl de transponders van het induktieve type zijn met instelbare kode en ten minste een zend-en-ontvanggedeelte ervan boven de kettingrail is gemonteerd. 



  De kombinatie van twee spoelen en de kettingrail als fluxgeleiding zorgt voor een toename van de veldsterkte in het gebied boven de kettingrail. Hierdoor en door de induktieve transponders is het mogelijk de transponder centraal ten opzichte van de breedte van de transportwagen te monteren. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 De transponders bezitten doelmatig een werkfrequentie lager dan 100 kHz. 



  Bij voorkeur bevat de transponder op een transportwagen een instelgedeelte met knoppen en is de kode van deze transponder instelbaar door middel van deze knoppen. 



  De knoppen voor het instellen van de kode laten een instelling zonder extra hulpmiddelen en een visuele herkenning van de kode en dus van de bestemming toe. In voornoemde bekende kodeersystemen bezitten de gebruikte transponders veelal een vaste kode, hetgeen betekent dat door de spoel in feite de transportwagen geïdentificeerd wordt en de bestemming onrechtstreeks via een besturingsinrichting moet worden achterhaald. Er zijn wel elektronisch kodeerbare transponders bekend waarmee eventueel een kode overeenkomend met de bestemming zou kunnen worden uitgezonden, maar het wijzigen van de kode vergt het gebruik van een speciaal programmeertoestel. In beide gevallen is de bestemming van de transportwagen niet visueel zichtbaar voor de gebruikers. 



  In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de spoelen gemonteerd in een bak van fluxgeleidend metaal, die in de vloer is ingewerkt. 



  Door de metalen bak wordt de signaalsterkte boven de kettingrail nog versterkt. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een kodeersysteem voor het naar hun bestemming sturen van transportwagens in een vloerkettingtransportsysteem, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 figuur 1 op schematische wijze een bovenaanzicht weergeeft van een kodeersysteem volgens de uitvinding ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur   1 ;   figuur 3 het gedeelte aangeduid door F3 in figuur 2 in detail weergeeft. 



  Het kodeersysteem volgens de uitvinding bestaat, zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, in hoofdzaak uit een induktieve transponder 1 op elke transportwagen 2 en uit daarmee samenwerkende kodeleesmiddelen 3 die op   een   of meer plaatsen langs de vloerkettingbaan 4 voor de transportwagens in de vloer 5 zijn gemonteerd. 



  De vloerkettingbaan 4 is op de gebruikelijke manier gevormd door gootvormige kettingrails 6 van fluxgeleidend metaal zoals staal, die in de vloer 5 verzonken zijn en waarin aangedreven kettingen 7 aangebracht zijn. Een aantal schakels van de kettingen 7 zijn meeneemschakels. De transportwagens 2 bezitten vooraan een pen 8 die tot in een kettingrail 6 reikt en door een meeneemschakel wordt gegrepen door tussenkomst van de pen 8 de transportwagen 2 door de ketting 7 wordt meegenomen. De vloerkettingbaan 4 bevat splitsingen zodat ze verschillende bestemmingen bereikt. Op elke splitsing is een wissel 9 gemonteerd die van stand kan worden veranderd door een besturingsinrichting 10 in funktie van de bestemming die een aankomende tranportwagen 2 moet bereiken en die met de transponder 1 wordt ingesteld. 



  Deze transponder   1   bezit een zend-en-ontvanggedeelte 11 dat door een kabel 12 verbonden is met een instelgedeelte 13 voorzien van knoppen 14. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Het zend- en ontvanggedeelte 11 is onderaan op de voorkant van de transportwagen gemonteerd, juist achter de voorste wielen 20, op een tweetal tot twintigtal centimeter van de vloer 5. Dit zend-en-ontvanggedeelte 11 bevat een elektronische schakeling gemonteerd op een printplaat die in een schijfvormige kunststofbehuizing is ingewerkt. 



  De werkingsfrekwentie van de transponder 1 is lager dan 100 kHz en bij voorkeur lager dan 60 kHz, en is bijvoorbeeld 50 kHz. Zodra het zend-en-ontvanggedeelte 11 een signaal onvangt van de kodeleesmiddelen 3, zendt het op zijn beurt een signaal uit, namelijk een kode in digitale pulsbreedte modulatie. 



  Deze kode wordt bepaald door het instelgedeelte 13 en is instelbaar met behulp van de knoppen 14. Bij voorkeur zijn de knoppen draaiknoppen. Ze komen voor aan de voorzijde van een kast waarin het instelgedeelte 13 is gelegen, zodat de stand van de knoppen 14 duidelijk zichtbaar is voor de gebruiker. Aan de hand van deze stand kan de ingestelde kode visueel vanop afstand worden herkend. Een kode wordt bepaald door de stand van alle knoppen 14 samen, zodat het aantal mogelijke kodekombinaties wordt bepaald door het aantal mogelijke standen per knop en het aantal knoppen. Met twee knoppen 14 en zes standen zijn 36 verschillende kodes overeenkomend met 36 bestemmingen mogelijk. 



  De kodeleesmiddelen 3 zijn gevormd door twee kunststofplaten 15 die elk een spoel 16 bevatten. De spoelen 16 zijn door middel van een kabel 17 aangesloten op de nodige elektronika 18 om voornoemd signaal te kunnen uitzenden naar de transponders 1 en om de antwoordsignalen of kodes van de transponders 1 via de besturingsinrichtingen 10 of een centrale besturing die met 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 deze besturingsinrichtingen 10 is verbonden. De twee spoelen 16 zijn in fase geschakeld. 



  Om de magnetische veldsterkte boven de kettingrail 6 te versterken zijn de kunststofplaten 15 niet rechtstreeks in de vloer 5 gemonteerd, maar vormen ze een deksel van een metalen bak 19 die in de vloer is ingewerkt, zoals in detail weergegeven is in figuur 3. 



  Het kodeersysteem werkt als volgt. 



  Met behulp van de knoppen 14 stelt de gebruiker bij elke transportwagen 2 de kode in overeenkomend met een bepaalde bestemming. Wanneer de transportwagen 2 een wissel 9 nadert, komt hij in de nabijheid van kodeleesmiddelen 3 die kontinu of intermitterend een signaal uitzenden. Wanneer de transportwagen 2 dicht genoeg is, ontvangt het zend-en-ontvanggedeelte 11 van de erop gemonteerde transponder 1 een signaal van de spoelen 16, waardoor dit zend-en-ontvanggedeelte 11 als antwoord de ingestelde kode induktief onder vorm van een gemoduleerd signaal zal uitzenden. Deze kode wordt gelezen door de kodeleesmiddelen 3 met een snelheid van bijvoorbeeld 70 ms per kode en naar de besturingsinrichting 10 gestuurd die de wissel 9 al dan niet van stand zal veranderen. 



  Hetzelfde geschiedt voor elke volgende wissel 9 zodat de transportwagen 2 automatisch naar zijn bestemming wordt geleid. 



  Het is door de keuze van de lage werkingsfrekwentie van de transponder 1 en het gebruik van twee in fase geschakelde spoelen 16 in de vloer 5 dat het mogelijk is het zend-en-ontvanggedeelte centraal achter de wielen 20 te plaatsen, zodat het kodeersysteem geen hinder ondervindt 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 van tracking-problemen. De kombinatie van twee spoelen 16 met de flux-geleidende metalen kettingrail 6 heeft een grote veldsterkte boven de kettingrail 6 voor gevolg, die nog toeneemt doordat de spoelen 16 in een flux-geleidende metalen bak 19 zijn gemonteerd. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijk kodeersysteen kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding zoals bepaald door de konklusies, te treden.

Claims (9)

1. Konklusies. l.-Kodeersysteem voor het naar hun bestemming sturen van transportwagens (2) in een vloerkettingtransportsysteem waarin transportwagens (2) worden verplaatst door middel van kettingen (7) die in metalen kettingrails (6) in de vloer (5) zijn ingewerkt, waarbij het kodeersysteem op de transportwagens (2) gemonteerde transponders (1) bevat die een kode kunnen uitzenden en, op tenminste een plaats langs de vloerkettingbaan (4) voor de transportwagens (2), kodeleesmiddelen (3) bevat die een in de vloer (5) gemonteerde spoel (16) bezitten, daardoor gekenmerkt dat de kodeleesmiddelen (3), op voornoemde plaats langs de vloerkettingbaan (4), twee spoelen (15) bevatten die in faze zijn geschakeld, waaronder een aan elke zijde van de kettingrail (6), waarbij de metalen kettingrail (6)

   als fluxgeleiding fungeert, terwijl de transponders (1) van het induktieve type zijn met instelbare kode en ten minste een zend-en-ontvanggedeelte (11) ervan boven de kettingrail (6) is gemonteerd. EMI8.1
2. 2.-Kodeersysteem volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de induktieve transponders (1) een werkfrekwentie lager dan 100 kHz bezitten.
3. 3.-Kodeersysteem volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de transponder (1) op een transportwagen (2) een instelgedeelte (13) bevat met knoppen (14) en de kode van deze transponder (1) instelbaar is door middel van deze knoppen (13).
4. 4.-Kodeersysteem volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de knoppen (14) draaiknoppen zijn. <Desc/Clms Page number 9>
5. 5.-Kodeersysteem volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat het zend-en-ontvanggedeelte (11) van de transponder (1) onderaan op een transportwagen (2), in de bewegingsrichting gezien, juist achter de voorste wielen (20), en in de breedterichting gezien, centraal is gemonteerd.
6. 6.-Kodeersysteem volgens de konklusies 2 en 4, daardoor gekenmerkt dat het instelgedeelte (13) van een transponder (1) vooraan op de transportwagen (2) is gemonteerd, met de knoppen (14) naar voor en door middel van een kabel (12) met het zend-en-ontvanggedeelte (11) is verbonden.
7. 7.-Kodeersysteem volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de spoelen (15) gemonteerd zijn in een bak (19) van fluxgeleidend metaal, die in de vloer (2) is ingewerkt.
8. 8. - Kodeersysteem volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de werkfrekwentie van de transponder (1) lager is dan 60 kHz.
9. 9.-Kodeersysteem volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de spoelen (16) ingebed zijn in een kunststofplaat (15).