<Desc/Clms Page number 1>
Zwevende vloer en bijhorend trillingsdempende ondersteuning.
De uitvinding heeft betrekking op een zwevende vloer met een trillingsdempende ondersteuning die op een vaste ondergrond geplaatst is.
Bij de thans bestaande zwevende vloeren wordt genoemde trillingsdempende ondersteuning gevormd door een trillingsdempende mat die zich over het volledige oppervlak van de vloer onder deze laatste uitstrekt.
Vastgesteld werd dat, in de meeste gevallen, dergelijke vloeren trillingen met een lage frequentie onvoldoende dempen, hetgeen dus een negatieve invloed heeft op het wooncomfort vooral bij appartementen.
Bovendien is het plaatsen van dergelijke vloeren, in het algemeen, relatief tijdrovend, arbeidsintensief en dient dikwijls beroep gedaan te worden op zeer geschoolde arbeidskrachten, vooral indien de ondergrond waarop de vloer dient aangebracht te worden niet volledig vlak of horizontaal is.
De uitvinding heeft hoofdzakelijk tot doel aan deze en andere nadelen te verhelpen door een zwevende vloer voor te stellen welke een hoog dempingsrendement heeft voor zowel trillingen met een hoge als een lage frequentie, en welke gemakkelijk en snel genivelleerd of horizontaal geplaatst kan worden, zelfs wanneer de ondergrond relatief oneffen is.
Tot dit doel bevat genoemde ondersteuning discrete trillingsdempende elementen met een statische en dynamische stijfheid aangepast aan de op te nemen lasten en akoestische eisen, die bij voorkeur op regelmatige
<Desc/Clms Page number 2>
onderlinge afstand van elkaar op genoemde ondergrond aangebracht zijn.
Doelmatig werken genoemde trillingsdempende elementen samen met minstens een relatief stijve lat of draagprofiel.
Op een voordelige wijze zijn genoemde elementen bevat tussen twee boven elkaar gelegen relatief stijve latten.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding vertoont minstens een van genoemde latten een u-vormig profiel waarvan de opstaande zijden naar de tegenoverliggende lat gericht zijn, waarbij genoemde trillingsdempende elementen zich tussen genoemde zijden bevinden en dit zodanig dat beide latten geen rechtstreeks kontakt maken.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een specifieke trillingsdempende ondersteuning voor zwevende vloeren, welke gekenmerkt is door het feit dat deze hoofdzakelijk bestaat uit minstens een relatief stijf draagprofiel, waarop, op regelmatige onderlinge afstanden, trillingsdempende discrete trillingsdempende elementen gemonteerd zijn.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van twee specifieke uitvoeringsvormen van een zwevende vloer volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte niet van de gevorderde bescherming ; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een schematisch perspectiefaanzicht van een gedeelte van een steuneenheid volgens de uitvinding.
Figuur 2 is een schematisch perspectiefaanzicht met gedeeltelijke doorsneden van een eerste uitvoeringsvorm van een zwevende vloer volgens de uitvinding.
<Desc/Clms Page number 3>
Figuur 3 is een schematisch perspectiefaanzicht met gedeeltelijke doorsneden van een tweede uitvoeringsvorm van een zwevende vloer volgens de uitvinding.
In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.
De zwevende vloer, volgens de uitvinding, bestaat uit een plateau 1 dat rust op een vaste ondergrond 6 via discrete trillingsdempende elementen 2 en nagenoeg vrij kan bewegen t. o. v. de aangrenzende wanden 13 ten einde de geluidsvoortplanting doorheen deze vloer en deze wanden 13 te beperken. De elementen 2, welke een statische en dynamische stijfheid bezitten aangepast aan de op te nemen lasten en de akoestische eisen, zijn op regelmatige afstand van elkaar gemonteerd tussen boven elkaar geplaatste latten of draagprofielen 3 en 4 welke een U-vormig profiel vertonen en aangebracht zijn op de ondergrond 6.
De opstaande zijden 3'van de lat 3 zijn naar deze van de tegenoverliggende lat 4 gericht zodanig dat deze de elementen 2 omvatten. De elementen 2 zorgen ervoor dat de latten 3 en 4 geen contact met elkaar maken en dat trillingen van de ene lat niet overgebracht worden naar de andere lat. Hiertoe bestaan deze elementen 2 uit prismavormige blokken van een trillingsdempend materiaal, zoals bijvoorbeeld rubber, kurk of een combinatie van beide. Deze latten 3 en 4 vertonen een relatief hoge buigweerstand en worden bij voorkeur uit aluminium of gegalvaniseerd staal vervaardigd.
De elementen 2 zijn verder klemmend bevestigd tussen de opstaande zijden 3'en 4'van de draagprofielen 3 en 4. Het geheel van twee corresponderende latten 3 en 4 met de ertussen geklemde elementen 2 vormt een steuneenheid 15, zoals voorgesteld in figuur 1, welke als dusdanig op de ondergrond 6 als ondersteuning voor het plateau 1 van de vloer geplaatst wordt. Aldus wordt het plateau 1 ondersteund door
<Desc/Clms Page number 4>
verschillende parallelle dergelijke steuneenheden 15. De afstand tussen deze steuneenheden 15 bedraagt maximaal 60 cm. De onderlinge afstand tussen de elementen 2 van eenzelfde steuneenheid is meestal van dezelfde orde van grootte als deze tussen twee opeenvolgende steuneenheden 15.
Een belangrijk voordeel van het gebruik van dergelijke steuneenheden 15 is dat, dankzij de grote buigweerstand van de latten 3 en 4, de ondergrond 6 zelf relatief oneffen mag zijn. In een dergelijk geval dienen de steuneenheden 15 dan horizontaal geplaatst te worden door de latten 3 te ondersteunen ter hoogte van de elementen 2 m. b. v. niet voorgestelde onderlegplaatjes.
De ruimte onder het plateau tussen twee opeenvolgende steuneenheden 15 wordt opgevuld met een doorlopende laag 7 van een, meestal soepel, trillingsdempend materiaal, zoals bijvoorbeeld glaswol met een dikte van 25 mm à 40 mm en een densiteit van 20 kg/m3.
Bovenop de lat 4 van de steuneenheden 15 rusten panelen 5 welke de onderzijde van het plateau 1 van de zwevende vloer vormen. Deze panelen kunnen bijvoorbeeld, in een eerste uitvoeringsvorm zoals voorgesteld in figuur 2, bestaan uit multiplex of spaanderplaten van ongeveer 16 mm dikte. De voegen tussen de verschillende panelen 5 dienen boven de bovenste latten 4 van de steuneenheden 15 volgens de lengterichting van deze laatste geplaatst te zijn.
Bovenop de panelen 5 is een, in een relatief zwaar materiaal uitgevoerde mat 14, zoals een lood- of rubbermat of gipskarton, voorzien. Bovenop deze mat 14 ligt een tweede laag panelen 5 met daarop een soepele vloerbekleding 11, zoals bijvoorbeeld een tapijt of vinylbekleding.
Op de wanden 13 wordt ter hoogte van de panelen 5 een zelfklevende trillingsisolerende strip 9 aangebracht zodanig dat de vloer geen rechtstreeks contact met deze wanden 13 maakt. Bovenop het plateau 1 zijn tegen de wanden 13 plinten 12 bevestigd. Tussen de plinten 12 en
<Desc/Clms Page number 5>
de vloer is een soepele voeg, uit bijvoorbeeld acryl, voorzien.
In een tweede uitvoeringsvorm, welke voorgesteld is in figuur 3, worden op de steuneenheden 15 panelen 5, uit bijvoorbeeld multiplex, geplaatst. Op deze panelen 5 is waterdichtingsfolie 8 (bijvoorbeeld visqueen) uitgespreid. Deze folie dient enigszins tegen de wanden 13 omhoog gevouwen te worden. Over deze folie is een gewapende betonlaag aangebracht met bovenop een vloerbekleding 11. Tussen de vloer 1 en de wanden 13 is een zelfklevende isolatiestrip 9 voorzien welke verhindert dat trillingen van de vloer naar de wanden 13 lopen of omgekeerd. Bovenop de vloer zijn tegen de wanden 13 plinten 12 en een isolerende voeg aangebracht zoals in de vorige uitvoeringsvorm.
In een andere uitvoeringsvorm bevat een steuneenheid 15 slechts een onderste lat 3 waar op regelmatige afstand trillingsdempende elementen 2 gemonteerd zijn. Aldus zullen, bij gebruik van dergelijke eenheden, de panelen 5 rechtstreeks op de elementen 2 rusten.
De uitvinding is natuurlijk geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in bijgaande figuren voorgestelde uitvoeringsvormen van de uitvinding. Zo kunnen de trillingsdempende elementen verschillende vormen aannemen, zoals kubus-, cilinder- of balkvormig. ook kan het profiel van de latten 3 en 4 gewijzigd worden.