BE1007664A3 - Afsluiting met stavenpanelen. - Google Patents

Afsluiting met stavenpanelen. Download PDF

Info

Publication number
BE1007664A3
BE1007664A3 BE9301121A BE9301121A BE1007664A3 BE 1007664 A3 BE1007664 A3 BE 1007664A3 BE 9301121 A BE9301121 A BE 9301121A BE 9301121 A BE9301121 A BE 9301121A BE 1007664 A3 BE1007664 A3 BE 1007664A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
piece
wing
panel
bar
post
Prior art date
Application number
BE9301121A
Other languages
English (en)
Inventor
Marnix Allegaert
Steven Wostyn
Original Assignee
Bekaert Sa Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bekaert Sa Nv filed Critical Bekaert Sa Nv
Priority to BE9301121A priority Critical patent/BE1007664A3/nl
Priority to EP94202827A priority patent/EP0649954A1/en
Priority to US08/319,106 priority patent/US5542649A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1007664A3 publication Critical patent/BE1007664A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H17/00Fencing, e.g. fences, enclosures, corrals
    • E04H17/14Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts
    • E04H17/16Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts using prefabricated panel-like elements, e.g. wired frames
    • E04H17/161Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts using prefabricated panel-like elements, e.g. wired frames using wire panels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Fencing (AREA)

Abstract

Een afsluitingssectie bevattende een stavenpaneel die in de randzone aan weerszijden bevestigd is aan een aanliggende paal in een aantal bevestigingspunten door middel van een bevestigingstuk. Zulf stuk heeft een frontaal deel en een zijdeel met een horizontale gleuf waarin een horizontaal uitlopend deel van het stavenpaneel loopt. Bij een eerste deelaantal ligt de gleuf aan de bovenzijde, en bij het andere deelaantal aan de onderzijde van het stuk. Het stuk heeft in zijn frontaal deel een tap die in een opening gaat in een frontale vleugel van de paal. Bij minstens één van beide deelaantallen is het stuk elastisch vervormbaar. Zulk afsluitingssectie is gemakkelijk te monteren en zeer moeilijk te demonteren bij vandalisme.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  AFSLUITING MET STAVENPANELEN De uitvinding heeft betrekking op een afsluitingssectie, bevattende een stavenpaneel met aan elk der vertikale zijranden ervan een randstaaf met vertikaal verloop, en verder bevattende aan elk der zijranden een aanliggende afsluitingspaal waaraan de corresponderende zijrand is bevestigd. Zulk een sectie kan op zichzelf reeds iets afsluiten, maar maakt in het algemeen deel uit van een afsluiting met in een rij opgestelde palen waar tussen elke twee palen een stavenpaneel gemonteerd is. Een   "afsluitingssectie"is   hier het element van stavenpaneel met de palen aan weerszijden, onafhankelijk of het deel uitmaakt van een groter geheel of een zelfstandige eenheid vormt. 



  Het stavenpaneel is een rooster van metaalstaven in mazenstructuur, niet noodzakelijk in een vlak, maar met maasdimensies die klein genoeg zijn, en metaalstaven die dik genoeg zijn, rekening houdende met de maaswijdte, om een voldoende stijfheid en sterkte aan het geheel te geven, zodat ze in ieder geval niet met de blote hand kunnen vervormd worden, bv. ronde getrokken staaldraden van 3   a   8 millimeter dikte. In de kruispunten zijn de staven stevig met elkaar verbonden, bij voorkeur door lassen, en het geheel is bij voorkeur bedekt met een corrosiebeschermende kunststof, zoals PVC of nylon. 



  Afsluitingen met stavenpanelen worden vaak gebruikt in gevallen waar vandalisme mogelijk is. Daarom moet er speciaal voor gezorgd worden dat de panelen zeer stevig bevestigd zijn aan de palen, en moeilijk demonteerbaar, minstens vanaf   een   zijde van waar het vandalisme te verwachten is. Aldus zal men op de sectie   een   zijde als   de "voorzijde" beschouwen,   en de bevestiging zal daarop zodanig gestruktureerd zijn, dat ze moeilijk demonteerbaar is, ten minste vanaf die voorzijde. De aldus gekozen voorzijde bepaalt dan, voor de ganse structuur hierna beschreven, de begrippen "vóór" en "achter". 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 In een bekende uitvoering volgens FR 2. 641. 306 is elk van de vertikale zijranden van het stavenpaneel bevestigd in een aantal bevestigingspunten op verschillende hoogte van de paal.

   Hierbij is de bevestiging in elk van die punten gevormd door een frontale (dit wil zeggen evenwijdig met het paneel) plaatvormige vleugel die deel uitmaakt van de paal en waarachter de aanliggende vertikale zijrand van het stavenpaneel tegen aanleunt, en door een op die vleugel gemonteerd bevestigingsstuk, waarvan een frontaal deel met zijn achterzijde tegen de voorzijde van de vleugel aanleunt, en waarvan een zijdeel langs de zijrand van de vleugel zieh naar achter uitstrekt en een horizontale gleuf bevat waarin een horizontaal naar genoemde randstaaf uitlopend staafdeel loopt. Dit   t 1 aatste feit impl i-   ceert dus dat het zijdeel zieh over een voldoende afstand naar achter uitstrekt, voorbij de dikte van de vleugel en nog verder, om de nodige plaats te bieden voor die gleuf.

   Voor een eerste deelaantal van die bevestigingspunten van een vertikale zijrand bevindt de gleuf   waarin   dit staafdeel loopt zieh aan de bovenzijde van dat zijdeel, en voor het resterend deelaantal bevindt het zieh aan de onderzijde. Dit laatste is nodig opdat het paneel niet gewoon in zijn eigen vlak uit de bevestiging zou kunnen geschoven worden, zoals verder zal blijken. 



  Op elke vertikale randstaaf van het paneel lopen een aantal horizontale of schuine staven uit, en zijn in het kruispunt met die randstaaf bevestigd, bij voorkeur gelast. De staaf die uitloopt ter hoogte van een bevestigingspunt moet een uiteinde hebben met horizontaal verloop, minstens over een deel juist vóór het bereiken van dat kruispunt, omdat dit deel in de horizontale gleuf van het bevestigingsstuk moet kunnen lopen. Het is dit deel dat hier bedoeld wordt met "horizontaal naar de randstaaf uitlopend staafdeel". 



  Bij deze bekende uitvoering is het bevestigingsstuk verder uit metaal, en bevat het nog een achterdeel dat aan de achterzijde van de frontale vleugel loopt. Het stuk wordt aan de paal bevestigd door het frontale deel, dat tegen de voorzijde van de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 frontale vleugel aanleunt, aan de frontplaat vast te klemmen met behulp van een schroef die in een opening in het achterdeel van het stuk ingeschroefd wordt tot ze tegen de achterzijde van de frontplaat aanstoot en daar aangedrukt wordt tegen de achterzijde van de frontale vleugel. Op die wijze is het losschroeven vanaf de voorzijde sterk bemoeilijkt. Dit vastschroeven vraagt echter bijzondere zorg bij het positioneren en vereist schroefwerk. Bovendien, zelfs wanneer de schroef langs de achterzijde inge-schroefd is, is die structuur bij vandalisme nog met enige handigheid los te schroeven. 



  De uitvinding heeft als doel een afsluitingssectie te verschaffen die moeilijk te demonteren is, en met een minimum aan werk en tijd gemonteerd kan worden zonder positioneringsproblemen. 



  Volgens de uitvinding heeft het bevestigingsstuk in elk van genoemd aantal bevestigingspunten een vorm die frontaal inschuifbaar is op de vleugel, zonder paneel, en heeft het, aan de genoemde achterzijde van zijn frontaal deel, een uitstekende tap die zonder speling gaat in een opening in de vleugel, en is verder,   va or minstens één   van beide deelaantallen bevestigingspunten (dit wil zeggen hetzij het deelaantal met de gleuf aan de bovenzijde van het zijdeel, hetzij dat met de gleuf aan de   onderzijde),   dit bevestigingsstuk elastisch vervormbaar, waarbij het inbrengen ervan op de vleugel, met paneel, een elastische vervorming van het stuk inhoudt. 



  Zulk een paneel kan dan zeer eenvoudig gemonteerd worden : in een eerste stap worden alle bevestigingsstukken van het eerste deelaantal, die de gleuf naar boven moeten hebben, op beide palen, nog zonder paneel, frontaal ingeschoven, met de tap in de opening. Dus zonder positionering noch schroefwerk. In een tweede stap wordt het paneel in de aldus geplaatste bevesti- gingsstukken gehangen, met de horizontaal naar de randstaaf   uitlopend   staafdelen in de corresponderende gleuven. En in een derde stap worden alle bevestigingsstukken van het tweede deel- 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 aantal, die de gleuf naar onder moeten hebben, op beide palen ingeduwd onder elastische vervorming. 



  De opeenvolgende secties van een afsluiting kunnen ook geplaatst worden in de volgorde : paal, paneel, paal, paneel en zo verder.   Hierbij   wordt eerst een eerste paal aan de ene zijde in de grond geplant. Nadien wordt een paneel er met zijn ene zijrand aan bevestigd, door eerst frontaal inschuiven van het eerste deelaantal bevestigingsstukken, dan plaatsen van het paneel in de gleuven, en dan induwen van het tweede deelaantal bevestigingsstukken. Het paneel blijft dan voorlopig met die zijrand hangen aan die eerste paal. Dan wordt een tweede paal op de juiste afstand in de grond geplant, en tenslotte de tweede zijrand er aan bevestigd.

   Men ken ervoor zorgen dat de bevestiging van de eerste zijrand aan de eerste paal voldoende speling heeft om alle bevestigingsstukken van het eerste deelaantal frontaal te kunnen inschuiven op de tweede paal terwijl het paneel lichtjes opgeheven wordt, waarna het neergelaten wordt in de gleuven en het tweede deelaantal bevestigingsstukken nadien wordt ingeduwd. 



  Bij voorkeur kiest men aan beide zijden van het paneel het deelaantal bevestigingspunten met de gleuf aan de onderzijde gelijk aan   een,   en is minstens voor dit bevestigingspunt aan weerszijden, het bevestigingsstuk elastisch vervormbaar. Dan moet er op elke paal slechts   een   stuk elastisch ingeduwd worden, en alle andere gewoon vooraf opgeschoven. 



  Bij het induwen is er eerst een   initiële   elastische vervormingsweerstand die moet overwonnen worden, maar op het einde springt het stuk vanzelf in de gewenste positie, waar het stuk terug in onvervormde toestand is. Dit induwen is dus een inklikken. Men kan het stuk in een relatief harde kunststof maken, zodat het inklikken veel kracht vraagt, zodat dit met een tang of ander specifiek werktuig moet gebeuren, en zodat het   uitlikken   met de blote hand niet mogelijk of zeer moeilijk is. Men kan ook, voor het gemak van de plaatsing, ervoor zorgen 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 dat het   in- en uitklikken   minder moeilijk is, waarbij indien gewenst, aanvullende maatregelen tegen het   uitlikken   kunnen genomen worden.

   Ook kan men configuratie van de bevestiging, dit wil zeggen de vorm en positie van vleugel, gleuf en tap nog verder bijwerken op een wijze dat het inklikken relatief gemakkelijk, en het   uitlikken   zeer moeilijk is. Zo kan men bijvoorbeeld een tap en opening gebruiken met een weerhakensysteem tussen beiden, of een tap waarvan het uiteinde verder reikt dan de opening en met een vorm die openspringt wanneer dit uiteinde doorheen de opening aan de andere zijde weer uitkomt. 



  Eenmaal de bevestigingsstukken in positie op de afsluiting, is het bovendien moeilijk om te zien vanaf de voorzijde hoe het stuk vastzit, want er zijn geen schroeven te zien. Bovendien kan men ervoor zorgen dat, aan de achterzijde van de vleugel, de verti-kale randstaaf   voor   de opening loopt, zodat die opening met tap moeilijk bereikbaar is met een werktuig. 



  De uitvinding zal hier nu verder toegelicht worden aan de hand van enkele figuren. 



  Figuur 1 stelt een afsluitingssectie voor waarop de uitvinding zal toegepast worden ; Figuur 2 stelt dezelfde afsluitingssectie voor, in   bovenzicht ;   Figuur 3 toont een aantal paalprofielen, die bruikbaar zijn in de uitvinding ; Figuur 4 toont een bevestigingspunt met een bevestiging volgens de stand der   techniek, ver   het aanbrengen van het bevestigingsstuk ; Figuur 5 toont hetzelfde bevestigingspunt, na in positie brengen van het bevestigingsstuk ;
Figuur 6 toont een detail van een bevestigingsstuk volgens de stand der techniek ;
Figuur 7 toont de eerste stap van de montage, waarbij een bevestigingsstuk volgens de uitvinding frontaal op de vleugel van de paal wordt ingeschoven ; 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Figuur 8 toont de tweede stap, waarbij het paneel in de gleuven wordt neergelaten ;

   Figuur 9 toont de positie van het paneel in het bevestigings- stuk na het neerlaten ; Figuur 10 toont een bevestigingspunt in zijzicht, en de derde stap van de montage, vóór het inklikken van het bevestigingsstuk ; Figuur 11 toont hetzelfde bevestigingsstuk na het inklikken ; Figuur 12 toont een detailzicht van een bevestigingsstuk volgens de uitvinding, met een U-vormig sluitstuk dat over het zijdeel ervan wordt geschoven ; Figuur 13 toont een detailzicht van een bevestigingsstuk dat gemeenschappelijk is voor de bevestiging van twee panelen aan weerszijden van een paal. 



  Figuur 1 toont een afsluitingssectie met een stavenpaneel 1 en met aan weerszijden een vertikale zijrand en een aanliggende afsluitingspaal 10, resp. 20 waaraan de corresponderende zijrand is bevestigd. Aan de rechterzijde van de tekening is er nog een aangrenzende tweede gelijkaardige afsluitingssectie met een stavenpaneel 2 en met aan weerszijden een paal 20, resp. 
 EMI6.1 
 een paal die niet meer op de figuur getekend werd. De paal 20 is gemeenschappelijk voor beide aanliggende secties, en de aanliggende vertikale zijranden van de panelen 1 en 2 zijn aan die zijrand bevestigd. 



  In figuur 2 wordt een bovenzicht getoond van dezelfde afsluiting. Hierop is te zien dat de palen een T-profiel hebben, elk met twee frontale vleugels 11,12, respectievelijk 21,22 (gearceerd). Uit hetgene volgt zal blijken dat elk profiel kan gebruikt, inzover ze maar langs de zijde waar een paneel moet gehecht worden (meestal aan weerszijden), een frontale plaatvormige vleugel hebben waaraan het paneel moet kunnen bevestigd worden. Zo toont Figuur 3 enkele mogelijke profielen, met   een   enkele vleugel, met twee vleugels in elkaars verlengde, of met vleugels onder een hoek voor gebruik in hoekpalen, of als 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 I-profiel.

   Door "frontale plaatvormige vleugel" wordt hier dus een plaatvormig deel bedoeld, evenwijdig met het aanliggend paneel, maar niet noodzakelijk aan de voorzijde van de paal (op Figuur 2 is de voorzijde de onderkant van de tekening), hoewel dit laatste in het algemeen de voorkeur verdient voor het moeilijk afbreken van de structuur vanaf de voorzijde. 



  Aan elk van deze palen zijn de aanliggende vertikale zijranden van de stavenpanelen bevestigd in een aantal bevestigingspunten op   verschillende   hoogte van de paal. Zo is in Figuur 1 de linker zijrand van paneel 1 bevestigd aan paal 10 in de bevestigingspunten 13,14 en 15 en de rechter zijrand aan paal 20 in de bevestigingspunten 23,24 en 25, terwijl aan dezelfde gemeenschappelijke paal 20 de   linker zijrand   van paneel 2 bevestigd is in de bevestigingspunten 33,34 en 35. 



  Zoals te zien op Figuur 2 bevat het stavenpaneel 1 aan elk der vertikale zijranden een vertikale randstaaf 16 respectievelijk 17. Voor paneel 2 is dit ook het geval, waarbij de randstaaf 26 op Figuur 2 zichtbaar is. Elk van beide vertikale zijranden van paneel 1 is gemonteerd tegen de achterzijde van de respectieve-   lijke   aanliggende frontale vleugel 12 en 21 van de aanliggende paal 10 en 20. 



  Het stavenpaneel 1 volgens Figuur 1 en 2 bestaat uit horizontale staven en vertikale staven die in de kruispunten vast aan elkaar bevestigd zijn, bij voorkeur gelast, tot vorming van een rooster met rechthoekige mazen. Uit hetgene volgt zal blijken dat voor de toepassing van de uitvinding de keuze van de oriëntatie van de staven en de configuratie van de mazen volledig vrij is, uitgezonderd op de plaats van de bevestigingspunten 13 tot 15 en 23 tot 25. Daar moet het verloop van de randstaven 16 en 17 vertikaal zijn (niet strikt geometrisch), en moet er een staafuiteinde 18,28 met horizontaal verloop (niet strikt geometrisch) aan die randstaaf bevestigd zijn, bij voorkeur gelast, waarbij de rest van die staaf ook horizontaal mag zijn, zoals op Figuur   1,   maar dit is niet noodzakelijk.

   Ook de rest 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 van de randstaaf moet niet noodzakelijk strikt vertikaal zijn, inzover de randstaaf zelf een vertikaal verloop heeft, die de aan de vertikale zijrand   uitlopend   staafdelen aan elkaar verbindt waardoor een stevige zijrand verkregen wordt. Zo kunnen de staven gedeeltelijk uit het vlak van het paneel geplooid 
 EMI8.1 
 zijn, of gegolfd. De staven zelf bestaan bij voorkeur uit getrokken staaldraad, bij voorkeur met een ronde diameter, hoewel driehoeksprofielen bijvoorbeeld ook mogelijk zijn. 



  Er werd reeds vermeld dat men voor de palen 10 en 20 een profiel zal gebruiken die, minstens langs de zijde waar een paneel moet gehecht worden een frontale plaatvormige vleugel heeft, bijvoorbeeld vleugel 12 voor het bevestigen aan de rand van paneel 1 aan paal 10. In de strikte zin is die frontale vleugel ook maar nodig ter hoogte van de bevestigingspunten, en kan tussen de bevestigingspunten weggelaten worden. In dat laatste geval heeft elk bevestigingspunt dan zijn eigen indivi-   duele   frontale plaatvormige vleugel waarbij op die plaats de vertikale zijrand van het paneel tegen de achterzijde van die individuele vleugel is gemonteerd.

   Een gemeenschappelijke vleugel 12 voor alle bevestigingspunten 13 tot 15 van eenzelfde vertikale zijrand verdient echter de voorkeur, zowel voor de fabricage van het paalprofiel als voor de stevigheid van de ganse bevestiging van de zijrand. Voor een paal 20, waar beide aanliggende panelen 1 en 2 in elkaars verlengde liggen, lopen de twee aanliggende vleugels 21 en 22 bij voorkeur in elkaars verlengde (Figuur 2) tot vorming van   een   frontaal bandvormig deel van de paal, die doorloopt van boven naar beneden, zoals bij het getoonde T-profiel. 



  Zoals reeds vermeld is ter hoogte van elk bevestigingspunt, bv. 13 tot 15, de corresponderende vertikale zijrand gemonteerd tegen de achterzijde van de respectievelijke aanliggende, indi- 
 EMI8.2 
 viduele of gemeenschappelijke aanliggende plaatvormige vleugel 12. Dit betekent niet dat het dan noodzakelijk de vertikale randstaaf 16 is, of het horizontaal staafuiteinde 18, dat tegen die achterzijde aanleunt. In het geval van op elkaar gelaste 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 staven zoals bij Figuur 2 verdient het echter, voor de bevestiging volgens de uitvinding, de voorkeur dat het horizontaal staafuiteinde 18   vóór   de vertikale randstaaf 16 loopt, omdat het bevestigingsstuk dan een korter en steviger   zijdeel   zal kunnen hebben. De montage in de gleuf volgens de uitvinding zal zodanig zijn dat dit aanleunen zonder speling gebeurt. 



  Figuren 4 en 5 tonen een detailtekening van het bevestigingspunt 23 van Figuur 1 en van de tot nog toe bekende wijze van bevestiging van de vertikale zijrand aan vleugel 21 van paal 20. De bevestiging wordt getoond, zoals gezien vanaf de achterzijde van het paneel 1. Op de figuren is de randstaaf 17 te zien, die ter hoogte van het bevestigingspunt een vertikaal verloop heeft, en waarvan het staafuiteinde 28 met horizontaal verloop gelast is in een hoekpunt 29. Dit staafuiteinde kan eventueel nog over een kort stuk nog verder voorbij dit hoekpunt lopen indien gewenst. 



  De bevestiging gebeurt door middel van een bevestigingsstuk 30 dat een solidair stuk is uit metaal. Op Figuur 4 is het paneel 1 reeds in positie gebracht, maar het bevestigingsstuk 30 nog niet. Het wordt in positie gebracht door inschuiven, over de rand 38 van vleugel 21, in de richting van pijl 39, tot het de positie bereikt, zoals getoond in Figuur 5. Een detailtekening van zulk bevestigingsstuk wordt getoond in Figuur 6. Het stuk bevat een frontaal deel 31, een   zijdeel   32 met een horizontale gleuf 64 aan de bovenzijde ervan, en een achterdeel 63.

   Zoals getoond in Figuur 5, wanneer het stuk 30 in positie is, leunt het frontaal deel 31 aan tegen de voorzijde van vleugel 21, loopt het zijdeel 32 langs de rand 38 van vleugel 21 van voor naar achter, ligt het horizontaal staafuiteinde 28 in de gleuf 64, en leunt het achterdeel 63 tegen de achterzijde van het horizontaal staafuiteinde 28. In de positie volgens Figuur 5 wordt dit stuk 30 dan vastgeschroefd op de vleugel 21 door middel van schroef 36 die ingeschroefd wordt langs de achter- zijde in een opening 65 in het achterdeel van het bevestigings- 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 stuk 30. De schroef wordt ingeschroefd totdat het uiteinde ervan stevig aandrukt tegen de achterzijde van vleugel 21. 



  De andere bevestigingspunten 24 en 25 (Figuur   1)   op dezelfde paal 20 alsook, maar dan symmetrisch ten opzichte van een centrale vertikale lijn in paneel   1,   de bevestigingspunten 13 tot 15, bevatten een gelijkaardige bevestiging als getoond voor het bevestigingspunt 23 in Figuren 4 tot 6. Echter, indien ze allemaal een bevestiging hebben waar de gleuf 64 zich aan de bovenzijde van het zijdeel 32 van het bevestigingsstuk 30 bevindt, en waar het corresponderend horizontaal staafeinde 28 loopt, dan is uit Figuren 1 en 5   duidelijk   dat gans het paneel 1 aan beide vertikale zijranden uit de gleuven kan gelicht worden en verwijderd.

   Daarom zal op elke vleugel 12,21 minstens   een   der bevestigingspunten een bevestigingsstuk hebben met een gleuf aan de onderzijde van het zijdeel 32,   waarin   dan het corresponderend horizontaal staafeinde 18, respectievelijk 28 loopt. Dan kan het paneel noch naar onder noch naar boven gelicht worden en zit het vast. 



  Figuren 7,8 en 9 tonen nu een detailtekening van het bevestigingspunt 13 van Figuur 1 en van de wijze van bevestiging, volgens de uitvinding, van de vertikale zijrand aan vleugel 12 van paal 10. Ook hier wordt de bevestiging gezien vanaf de achterzijde van het paneel 1. Op Figuur 7 is het bevestigingsstuk 40 te   zien, vóórdat   het op de paal 10 wordt aangebracht door frontaal inschuiven op de paal zonder paneel, dit wil zeggen door een translatiebeweging in een richting loodrecht op de vleugel 12, zoals aangeduid door pijl 49. Dit bevestigingsstuk bevat weerom een frontaal deel 41, en een gelijkaardig zijdeel 42 met een horizontale gleuf 44 aan de bovenzijde ervan, maar geen achterdeel, anders zou het stuk niet frontaal inschuifbaar zijn op de vleugel 12.

   Het frontaal deel 41 heeft aan de achterzijde 43 een kontaktoppervlak, bestemd om tegen de voorzijde van de vleugel 12 aan te leunen wanneer het stuk op de paal geschoven is. Aan die achterzijde 43 bevat het frontaal 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 deel een tap 45 die zonder speling in een opening 46 past in de vleugel 12. 



  Bij de montage wordt eerst dit bevestigingsstuk 40 op de paal 10 geschoven, zoals getoond in Figuur 7, in de richting van pijl 49, met de tap 45 in het gat 46 en totdat het kontaktoppervlak van genoemde achterzijde 43 aanstoot tegen de voorzijde van de vleugel 12. Dan zit het stuk nog niet vast op de paal en kan er onmiddellijk uitgetrokken worden. Maar het stuk geraakt vast nadien, zonder schroef noch schroefdraad, omdat nadien het paneel 1 in positie neergelaten wordt, in de richting van pijl 48 (Figuur 8), totdat het paneel in positie komt van Figuur 9. Dan zit het staafuiteinde 18 in de gleuf 44, zonder speling naar voor of naar achter en is het uittrekken van de tap niet meer mogelijk.

   Aldus vervalt de noodzakelijkheid van schroef en schroefdraad, is er geen achterdeel meer nodig voor het bevestigingsstuk en wordt het vooraf frontaal inschuiven mogelijk van het stuk op de paal, zonder werk noch positionering. 



  Men kan dus alle bevestigingsstukken in de bevestigingspunten 13 tot 15 (Figuur   1)   en de symmetrische uitvoering ervan voor de bevestigingspunten 23 tot 25, op voorhand op de respectievelijke vleugels 12 en 21 van de palen 10 en 20 opschuiven met de gleuven aan de bovenzijde en nadien het paneel 1 in die gleuven neerlaten. Het is duidelijk dat het paneel 1 er dan even gemakkelijk uit zou kunnen opgelicht worden. Daarom zal ook bij deze uitvoering op elke vleugel 12,21 minstens   een   der bevestigingspunten zulk een bevestigingsstuk hebben, maar met de gleuf aan de onderzijde. Normalerwijze is zulk een montage echter niet uitvoerbaar. 



   Immers, wanneer men alle bevestigingsstukken op voorhand op de palen plaatst, zowel die met de gleuven naar boven als die naar onder, dan kan men het paneel in die gleuven van die bevesti- gingsstukken niet meer neerlaten, want er zijn stukken met de gleuven naar onder. Wanneer men echter slechts die bevesti- 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 gingsstukken plaatst met de gleuven naar boven, dan kan men wel het paneel in de gleuven neerlaten, maar dan moet men nog de bevestigingsstukken met de gleuven naar onder nog op de paal plaatsen, met het paneel reeds in positie. Dit laatste gaat echter niet meer, want het horizontaal uitlopend staafdeel 18 
 EMI12.1 
 zit in de weg.

   Er is echter een oplossing, wanneer de bevestigingsstukken die nadien moeten opgeplaatst worden, elastisch vervormbaar uitgevoerd zijn, bijvoorbeeld volledig gemaakt uit elastisch vervormbaar materiaal, bijvoorbeeld uit kunststof. Op Figuur 10 en 11 wordt getoond hoe zulk stuk 40 dan nadien op de vleugel 12 van paal 10 wordt aangebracht. Op die figuur is de kijkrichting de richting van het horizontaal draaduiteinde 18, waarvan enkel het rond profiel zichtbaar is, en de vleugel 12 is ook maar zichtbaar in de dikte, in doorsnede ter hoogte van de opening 46. Het frontaal deel 41 van het stuk wordt getoond in vertikale doorsnede ter hoogte van de tap 45, en het zijdeel 42 wordt getoond in profiel. Men plaatst het stuk in een positie met het horizontaal draaduiteinde 18 partieel reeds in de gleuf (Figuur 10). De tap 45 zit dan niet goed ten opzichte van het gat 46.

   Het stuk wordt echter aangedrukt in de richting van pijl 47, waarbij het elastisch vervormt en uiteindelijk in de positie springt volgens Figuur 11 : met de tap in het gat, en met het horizontaal draadeinde 18 volledig diep in de gleuf. 



  Hoe hoger de   elasticiteitsmodulus   van de kunststof (bijvoorbeeld een vezel versterkt polyamide), des te moeilijker het stuk in positie kan geduwd worden, en ook uit positie kan getrokken worden. De vorm en onderlinge positie van vleugel 12, tap 45 en gleuf 44 kunnen dan verder nog oordeelkundig gekozen worden om het uittrekken zoveel mogelijk te bemoeilijken. Het kan aldus ook zijn dat het elastisch induwen wel mogelijk is zonder breuk, maar het elastisch uittrekken niet meer. Zoals bij weerhaaksystemen veroorzaken omgekeerde bewegingen immers niet steeds dezelfde vervormingen.

   Men kan ook de vorm en onderlinge positie van vleugel 12, tap 45 en gleuf 44 zodanig kiezen, bijvoorbeeld door gebruik van een gleuf die breder is 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 aan de oppervlakte dan in de diepte (meer V-vorm dan U-vorm), dat het   in- en uitklikken   onder lichte elastische vervorming sterk vergemakkelijkt wordt en men een gemakkelijker plaatsing krijgt, maar waar het stuk dan beveiligd wordt tegen het uittrekken door middel van een sluitstuk zoals hieronder beschreven. 



  Het uittrekken van een bevestigingsstuk kan, in ieder geval, nog sterk bemoeilijkt worden door de gleuven 44 te voorzien van een U-vormig sluitstuk 50 (Figuur 12) dat over het zijdeel 42 geschoven wordt over een weerhakensysteem naar de gleuf toe in een richting loodrecht op de gleuf, zodat die wordt afgesloten. 



  De weerhaken 51 op de binnenzijde van het sluitstuk haken in op de weerhaken 52 op het deel van het oppervlak van het zijdeel 42 waarlangs het sluitstuk 50 op het zijdeel 42 geschoven wordt. Dit inhaken gebeurt op een wijze dat het uitschuiven in tegengestelde richting, zonder breken, niet meer mogelijk is. 



  Het mag ook niet mogelijk zijn dat dit sluitstuk 50 in de gleufrichting zou kunnen afgeschoven worden. Daarom zijn het sluitstuk 50 en het zijdeel 42 qua vorm zo op elkaar afgestemd, bijvoorbeeld met een rand 53 op het sluitstuk, dat het aldus uitschuiven belet wordt doordat het sluitstuk, bijvoorbeeld met die rand, tegen dit zijdeel aanstoot. 



  Zoals duidelijk zal zijn uit de uitleg hierboven, zal de montage van het paneel 1 (Figuur   1)   mogelijk zijn vanzodra er aan elke zijrand een aantal bevestigingspunten zijn (bv. drie : 13,14 en 15), waarvan een eerste deelaantal (bv. twee : 13 en 14) de gleuf aan de bovenzijde van het zijdeel van het corresponderende bevestigingsstuk heeft, en het resterende deelaantal (bv.   een   : 15) aan de onderzijde. Hoewel het ook omgekeerd kan, plaatst men eerst vooraf het eerste aantal bevestigingsstukken met de gleuf naar boven op de palen 10 en
20, laat men het paneel 1 vertikaal in de gleuven schuiven, en klikt men dan het resterende deelaantal op de palen met het paneel erop, door elastische vervorming. Bij voorkeur is dat resterende deelaantal gelijk aan 1.

   Strikt gesproken is het dus 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 slechts   een   van beide deelaantallen, namelijk het deelaantal dat het laatst op de paal geplaatst wordt, waar het bevestigingsstuk elastisch vervormbaar moet zijn. Bij voorkeur zal men echter, voor de eenvoud van fabricage en gebruik, alle stukken uitvoeren in dezelfde elastisch vervormbare uitvoeringsvorm. 



  Men kan er ook voor zorgen dat alle bevestigingsstukken, zowel die (13 tot 15) aan de ene zijrand, als de symmetrische uitvoering aan de andere zijrand (23 tot 25), qua vorm gelijk zijn, eveneens voor de eenvoud van fabricage en gebruik. Het volstaat dat de stukken dan symmetrisch van vorm zijn ten opzichte van een horizontaal vlak doorheen het midden van het stuk (een   equatoriaal vlak). Dit was bijvoorbeeld   reeds het geval voor de stukken volgens Figuur 6. In dat geval heeft het zijdeel een horizontale gleuf zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde. 



  Voor een paal 20 (Figuur   1),   waar beide aanliggende panelen 1 en 2 in elkaars verlengde liggen, zullen de twee aanliggende vleugels 21 en 22 bij voorkeur in elkaar verlengde liggen. De bevestigingspunten 23 en 33, respectievelijk 24 en 34, en 25 en 35 liggen dan bij voorkeur bij paren twee aan twee op verschillende hoogten van de paal, hoewel deze schikking per paar niet strikt noodzakelijk is. In dit laatste geval kan men echter, voor elk zulk paar een gemeenschappelijk bevestigingsstuk 55 voorzien zoals getoond op Figuur 13. Zulk stuk bestaat uit een gemeenschappelijk frontaal deel 56 met een gemeenschappelijke tap 57, en twee zijdelen 58 en 59 aan weerszijden, met de horizontale gleuven 60 en 61 in elkaars verlengde.

   Dit stuk is frontaal opschuifbaar op de plaat, bestaande uit de vleugels 21 en 22, totdat het kontaktoppervlak 62 aanleunt tegen de voorzijde van die plaat. Men zal er bij voorkeur voor zorgen dat dit stuk symmetrisch is (met uitzondering eventueel van de tap) ten opzichte van een vertikaal vlak, loodrecht op de vleugel, en doorheen het midden van het stuk. Dan kan hetzelfde stuk opgedraaid worden voor gebruik met de gleuven naar onder. 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 



  Doordat het bevestigingsstuk 40 (Figuur 7) geen achterdeel heeft, kan er een speling ontstaan voor de randstaaf 16, tussen het zijdeel 42 van het bevestigingsstuk en de centrale vleugel 19 van paal 10 (Figuur 9). Daardoor is een kleine horizontale beweging in het vlak van het paneel mogelijk. Dit laat echter toe dat de paal 10 niet op zeer juiste afstand van paal 20 moet ingeplant zijn. De speling kan dienen om de onnauwkeurigheid op te vangen bij het plaatsen. 



  Verdere uitvoeringen kunnen uit deze uiteenzetting verder afgeleid worden die op hetzelfde principe berusten : een frontaal op een vleugel van een paal opschuifbaar bevestigingsstuk zonder achterdeel, en in het frontaal deel een tap plaatsen ten opzichte van de vleugel en de gleuf zodanig dat het induwen zonder elastische vervorming niet mogelijk is, maar wel met elastische vervorming. De tap 45 past in de opening 46 zonder speling, maar die tap moet daarvoor niet rond zijn. Zij kan in het bijzonder vierkantig zijn, en de achterzijde 43 van het frontaal deel kan meer dan   een   tap bevatten. Ook moet het bevestigingsstuk niet noodzakelijk helemaal uit elastisch vervormbaar materiaal uitgevoerd zijn, inzover als het stuk op zich op de nodige plaatsen de nodige elastische vervormbaarheid heeft voor het inklikken.

   Verder moeten de vleugels 12,21 in de bevestigingspunten niet noodzakelijk een vlakke plaatvorm hebben met overal gelijke dikte, inzover het bevestigingsstuk vooraan en de zijrand van het paneel achteraan er tegen kunnen aanleunen. Zo kan die vleugel nog voorzien zijn van een neusdeel, zoals getoond in Figuur 3. De vorm van het bevestigingsstuk moet er dan aan aangepast worden, bij voorkeur doch niet noodzakelijk, op een wijze dat de achterzijde van het frontaal deel niet alleen tegen de voorzijde van de paal aanleunt, maar zoveel mogelijk kontakt maakt met die voorzijde.

Claims (6)

  1. CONCLUSIES 1. Afsluitingssectie bevattende een stavenpaneel (1) met aan elk van de vertikale zijranden ervan een randstaaf (16, 17) met vertikaal verloop, en verder bevattende aan elk van beide vertikale zijranden een aanliggende afsluitingspaal (10) waaraan de corresponderende zijrand bevestigd is in een aantal bevestigingspunten (13,14, 15) op verschillende hoogte van deze paal, waarbij de bevestiging in elk (13) van die punten gevormd wordt door een frontale plaatvormige.
    vleugel (12) die deel uitmaakt van de paal (10) en waarachter de aanliggende vertikale zijrand van het stavenpaneel (1) tegen aanleunt, en door een op genoemde vleugel (12) gemonteerd bevestigingsstuk (40) waarvan een frontaal deel (41) met zijn achterzijde (43) tegen de voorzijde van de vleugel (12) aanleunt, en waarvan een zijdeel (42) langs de zijrand (38) van de vleugel (12) zich naar achter uitstrekt en een horizontale gleuf (44) bevat EMI16.1 waarin een horizontaal naar genoemde randstaaf (16) uitlopend staafdeel (18) waarbij voor een eerste deelaantal (13, 14) van genoemd aantal bevestigingspunten (13, 14, 15) de gleuf (44) zich aan de bovenzijde van het zijdeel (42) bevindt, en voor het resterende tweede deelaantal (15) aan de onderzijde, met het kenmerk dat, het bevestigingsstuk (40) in elk van genoemd aantal bevestigingspunten (13,14, 15)
    een vorm heeft die frontaal inschuifbaar is op de vleugel (12) zonder paneel, en aan de genoemde achterzijde (43) van zijn frontaal deel (41) een uitstekende tap (45) heeft die zonder speling gaat in een opening (46) in de vleugel (12), en dat, voor minstens een van beide deelaantallen, het bevestigingsstuk (40) elastisch vervormbaar is, waarbij het inbrengen ervan op de vleugel (12), met paneel, een elastische vervorming van het stuk inhoudt.
  2. 2. Afsluitingssectie volgens conclusie 1, met het kenmerk dat minstens bij genoemd resterende tweede deelaantal (15) het bevestigingsstuk (40) elastisch vervormbaar is, en dit deelaantal gelijk is aan een. <Desc/Clms Page number 17>
  3. 3. Afsluitingssectie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat alle bevestigingsstukken (13, 14,15, respectievelijk 23,24, 25) dezelfde vorm hebben, en elastisch vervormbaar zijn.
  4. 4. Afsluitingssectie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de frontale plaatvormige vleugels (12) van alle bevestigingen van een vertikale zijrand aan dezelfde paal (10), gevormd worden door een enkele gemeenschappelijke vertikaal lopende bandvormige vleugel (12), waar- EMI17.1 achter de aanliggende vertikale zijrand van het stavenpaneel (1) loopt.
  5. 5. Afsluitingssectie volgens conclusie 4, aangrenzend aan een tweede gelijkaardige sectie, waarbij de stavenpanelen (1, respectievelijk 2) in elkaars verlengde liggen, en de aanliggende vertikale zijranden van beide panelen bevestigd zijn aan een enkele gemeenschappelijke paal (20), met het kenmerk dat de twee aanliggende vleugels (21,22) in elkaars verlengde liggen, en de bevestigingspunten van beide aanliggende vertikale zijranden zich bij paren (23 en 33 ; 24 en 34 ; 25 en 35) twee aan twee op verschillende hoogten van de paal (20) bevinden, waarbij het bevestigingsstuk (55) voor elk paar een gemeenschappelijk frontaal deel (56) heeft met een gemeenschappelijke tap (57), en twee zijdelen (58,59) aan weerszijden, waarvan de corresponderende gleuven (60,61) in elkaars verlengde liggen.
  6. 6. Afsluitingssectie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een (44) of meerdere van genoemde gleuven voorzien zijn van een U-vormig sluitstuk (50) dat over het zijdeel (42) inschuifbaar is over een weerhakensysteem (51,52) in een richting loodrecht op de gleuf (44) en naar de gleuf toe voor het afsluiten ervan, en die in de gleufrichting in beide zinnen aanstoot tegen het bevestigingsstuk.
BE9301121A 1993-10-21 1993-10-21 Afsluiting met stavenpanelen. BE1007664A3 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9301121A BE1007664A3 (nl) 1993-10-21 1993-10-21 Afsluiting met stavenpanelen.
EP94202827A EP0649954A1 (en) 1993-10-21 1994-09-30 Fence with mesh panels
US08/319,106 US5542649A (en) 1993-10-21 1994-10-06 Fence with mesh panels

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9301121A BE1007664A3 (nl) 1993-10-21 1993-10-21 Afsluiting met stavenpanelen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1007664A3 true BE1007664A3 (nl) 1995-09-05

Family

ID=3887452

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9301121A BE1007664A3 (nl) 1993-10-21 1993-10-21 Afsluiting met stavenpanelen.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US5542649A (nl)
EP (1) EP0649954A1 (nl)
BE (1) BE1007664A3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109914910A (zh) * 2019-03-21 2019-06-21 张家港固耐特体育智能科技有限公司 一种围栏增强器及围栏增强方法

Families Citing this family (45)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5730426A (en) * 1996-10-09 1998-03-24 Tu; Yu-Pin Wire mesh fence structure
US6010116A (en) * 1997-11-14 2000-01-04 Knott, Sr.; James M. High security fence assembly
BE1011725A3 (nl) * 1998-02-04 1999-12-07 Bekaert Sa Nv Universele t-vormige paal met bijbehorende klemorganen voor het daaraan vastmaken van panelen gelast gaas.
SE513915C2 (sv) * 1999-02-11 2000-11-27 Jokab Safety Ab Anordning vid staketsystem för sammankoppling av trådnät och profillister
US7615617B2 (en) * 1999-10-25 2009-11-10 University Of Delaware Use of hydrostatic pressure to inhibit and reverse protein aggregation and facilitate protein refolding
EP1152105B1 (en) * 2000-05-05 2007-07-04 Juan Jose Saura Sotillos Modular fence
FR2820774B1 (fr) * 2001-02-14 2003-05-02 Corinne Boutteau Panneaux de clotures en treillis de fils a bordure decorative
FR2820773B1 (fr) * 2001-02-14 2003-05-02 Corinne Boutteau Panneaux de clotures en treillis de fils a bordure decorative
FR2831583B1 (fr) * 2001-10-31 2004-03-12 Rene Bosmy Soc Normande De Clo Cloture comportant une pluralite de poteaux et de panneaux de treillis et procede de pose d'une telle cloture
ATE375424T1 (de) * 2001-11-29 2007-10-15 Corinne Boutteau Drahtgeflecht-zaunpaneel mit dekorativer randbordierung
US20030209701A1 (en) * 2002-05-07 2003-11-13 Derek Goddard Fence post and a kit for erecting a modular mesh partition wall
US6959919B2 (en) * 2002-07-17 2005-11-01 Knott Sr James M Fence structure and its method of installation
US20060038165A1 (en) * 2004-08-18 2006-02-23 Charles Larsen Fence apparatus and related methods
US7866635B2 (en) 2005-01-07 2011-01-11 Payne Fence Products, Llc Fence system
US7628386B2 (en) * 2005-01-07 2009-12-08 Payne Fence Products, Llc Fence system
US8910925B2 (en) * 2005-01-07 2014-12-16 Betafence Usa Llc Fence enclosure system
ITBO20050061A1 (it) * 2005-02-08 2006-08-09 Satech Safety Technology S P A Recinzione antintrusione
US20080001135A1 (en) * 2005-03-23 2008-01-03 Splash Pools Of Florida Fencing system and method
US7740233B1 (en) * 2005-04-06 2010-06-22 Charles Larsen Fence assembly and related methods
EP1724414B1 (en) * 2005-05-18 2016-02-03 Combisafe International Ab Temporary safety barrier system
US9309690B1 (en) 2006-01-31 2016-04-12 Betafence Usa Llc Readily installable fence system, and method therefor
US8613130B2 (en) * 2006-01-31 2013-12-24 Charles Larsen Fence apparatus and related methods
US20100058688A1 (en) * 2007-03-22 2010-03-11 Derek Goddard Partition system for a building space
US20090321701A1 (en) * 2008-06-30 2009-12-31 Payne Fence Products, Llc Fence System
FR2939823B1 (fr) 2008-12-12 2011-02-11 Clotures Place Dispositif de montage d'un embout, notamment une partie extreme de barreau a un poteau, cloture comprenant un tel dispositif
GB2482450A (en) * 2009-05-08 2012-02-01 Birmingham Barbed Tape Ltd Modular fence panel
US9695613B2 (en) 2009-09-14 2017-07-04 C. E. Shepherd Company, L.P. Wire-mesh security fences, methods and systems and fence panels
US20110079761A1 (en) * 2009-10-06 2011-04-07 Young Ronald A Modular wire partition
US20120153105A1 (en) * 2010-09-17 2012-06-21 Kelley Ii John Joseph Bracket assembly
US8308141B1 (en) * 2012-01-06 2012-11-13 Mellins Sue M Animal-resistant fence and method for assembling and using the same
US9470014B2 (en) 2013-08-17 2016-10-18 Dee Volin Fence clipping system having flexible arm and double-locking-head arm for hanging fence panels on one side of fence posts
BE1021258B1 (nl) * 2014-05-27 2015-10-07 Betafence Holding Nv Omheininggaas, omheining en werkwijze voor het vervaardigen van een omheininggaas
US20170321448A1 (en) * 2014-06-17 2017-11-09 C.E. Shepherd Company, L.P. Game Saver Fence, Method, and System
CN104196325B (zh) * 2014-09-18 2018-04-27 张家港固耐特围栏***有限公司 金属围栏立柱
ITUB20155805A1 (it) * 2015-11-03 2017-05-03 Tiziano Giuliani Sistema di recinzione a pannelli metallici, modulari, diretti, autolivellanti
US10604962B1 (en) * 2015-12-01 2020-03-31 Ameristar Perimeter Security Usa Inc. Barrier infill system
US10364589B2 (en) * 2016-04-13 2019-07-30 Cochrane Steel Products (Pty) Ltd Barrier
WO2017214109A1 (en) * 2016-06-06 2017-12-14 Origin Point Brands Llc Modular fence system
GB2570964B (en) 2018-02-09 2022-04-27 Bja Trading Ltd Improvements in and relating to fencing
USD929610S1 (en) 2018-05-18 2021-08-31 Origin Point Brands, Llc Fence post
PL3620592T3 (pl) * 2018-09-10 2021-04-19 Tradartiklar I Hillerstorp Ab Panel kratowy i system barier ochronnych
FR3093122B1 (fr) * 2019-02-25 2022-04-22 Eurofence Ensemble pour la pose d’une clôture
ES2949669T3 (es) * 2019-05-14 2023-10-02 Satech Safety Tech S P A Conjunto de anclaje y cercado asociado
US11805757B1 (en) * 2019-06-24 2023-11-07 Yak Access LLC Equipotential security fence and grounding grate
US11879261B1 (en) * 2022-03-14 2024-01-23 Neusch Innovations, Lp Wire mesh fencing

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4553740A (en) * 1983-05-10 1985-11-19 Cape Gate Fence & Wire Works (Proprietary) Limited Fencing
EP0368778A1 (fr) * 1988-11-09 1990-05-16 Societe Anonyme Des Etablissements Gantois Perfectionnement aux clôtures en grillage soudé
FR2641306A2 (fr) * 1987-09-18 1990-07-06 Const Prefabriquees Mont Poteau pour la realisation de clotures

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US973576A (en) * 1910-10-25 William F M Smail Wire-fence fastener.
US221878A (en) * 1879-11-18 Improvement in fence-posts
US892420A (en) * 1907-10-28 1908-07-07 Legrand B Harmon Fence-post attachment.
US1407540A (en) * 1919-07-12 1922-02-21 Holsinger Charles Metallic fencepost
FR1352736A (fr) * 1963-04-11 1964-02-14 Procédé et moyen de fixation du système tendeur d'un treillis à des piquets de clôture
DE2645905C2 (de) * 1975-08-04 1986-10-09 Hans 4130 Moers Lechtenböhmer Befestigungsanordnung für Begrenzungstafeln in Form eines Gitters
DE2820954C2 (de) * 1978-05-12 1982-08-12 Ludwig 4760 Werl Häberle Zaun mit gitterartigen Einzelelementen
DE4005160A1 (de) * 1990-02-17 1991-08-22 Aderhold Hermann Adronit Werk Gitterzaun
FR2686640A1 (fr) * 1992-01-29 1993-07-30 Villanova Michel Dispositif de pose et de fixation d'elements filiformes sur des montants verticaux afin de constituer des clotures, grillages, separations et autres.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4553740A (en) * 1983-05-10 1985-11-19 Cape Gate Fence & Wire Works (Proprietary) Limited Fencing
FR2641306A2 (fr) * 1987-09-18 1990-07-06 Const Prefabriquees Mont Poteau pour la realisation de clotures
EP0368778A1 (fr) * 1988-11-09 1990-05-16 Societe Anonyme Des Etablissements Gantois Perfectionnement aux clôtures en grillage soudé

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109914910A (zh) * 2019-03-21 2019-06-21 张家港固耐特体育智能科技有限公司 一种围栏增强器及围栏增强方法
CN109914910B (zh) * 2019-03-21 2023-12-01 张家港固耐特体育智能科技有限公司 一种围栏增强器及围栏增强方法

Also Published As

Publication number Publication date
EP0649954A1 (en) 1995-04-26
US5542649A (en) 1996-08-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1007664A3 (nl) Afsluiting met stavenpanelen.
DE60210396T2 (de) Am Querträger einer mit Haken versehenen Präsentationsvorrichtung zu tragendes elektronisches Etikettiersystem
EP1878847B1 (de) Vorgehängte Fassadenkonstruktion
DE3787614T2 (de) Auslegeregalaufteilung.
US20070023376A1 (en) Modular shelving system
DE1931301B2 (de) Einstueckige trennwand zum festklemmen auf fachboeden von regalen od. dgl
EP0362968A1 (de) Ausstellungswand
WO2008095780A2 (de) Kältegerät mit an einer schiene aufgehängten fachböden
DE202016100558U1 (de) Profil für einen Rahmen zur Aufnahme von Wandelementen
DE102007058474B4 (de) Befestigungssystem und Konsole
BE1019535A3 (nl) Omheining.
DE10044969B4 (de) Wandprofilleiste
DE4214961A1 (de) Flaschenstaender
DE2821122A1 (de) Ausstellungs- und verkaufsstaender
DE3688113T2 (de) Elementensatz fuer die einrichtung von ausstellungsraeumen, geschaeften und anderen orten.
DE202008001773U1 (de) Regalsystem, insbesondere zur Präsentation von Waren
DE4411468C2 (de) Tragsäule für ein Regalsystem
DE102005020842B4 (de) Husse für Transponderantennen
DE8115419U1 (de) Aufhaengeschiene fuer haengeschraenke oder dgl.
DE4305275C2 (de) Faltwand
WO2009056317A1 (de) Sicherungs-aufhängungsvorrichtung für bilder oder dergleichen
EP1374744A2 (de) Bausatz zur Bildung eines an Regalen anpassbaren Präsentationssystems
EP0958759A1 (de) Regalsystem
DE8912518U1 (de) Verkaufsregal
DE9010331U1 (de) Einrichtung zur Festlegung zumindest eines Bewehrungsstabes

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: S.A. BEKAERT N.V.

Effective date: 19971031