<Desc/Clms Page number 1>
Stapelbare flessenkrat.
De uitvinding heeft betrekking op een stapelbare flessenkrat van kunststof, die een bodem bevat, vier daarop staande zijwanden en daarmee verbonden schotten die kompartimenten voor flessen, waaronder vier hoekkompartimenten, begrenzen.
Opdat de flessen, die normaal van een etiket of bedrukking voorzien zijn, in de krat doorheen de zijwanden, ook wanneer de krat zich in een stapel bevindt, zichtbaar zouden zijn, bezitten de kratten van voornoemde soort veelal, benevens eventuele handgreep-openingen, bijkomende uitsparingen in de zijwanden. Op de hoeken zijn evenwel geen uitsparingen aangebracht aangezien algemeen aangenomen wordt dat onder meer daar de kratten een grote sterkte moeten bezitten om het stapelen toe te laten. In de hoeken en op bepaalde plaatsen van de lange zijden zijn trouwens meestal versterkingen aangebracht onder vorm van bijvoorbeeld holle kolommen of ribben die zich van de bodem tot aan de bovenste randen van de krat uitstrekken.
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding heeft tot doel een stapelbare flessenkrat te verschaffen die een verhoogde zichtbaarheid van de inhoud ervan toelaat zonder de stapelbaarheid in gevaar te brengen.
Tot dit doel is de krat op ten minste twee dwars tegenover elkaar gelegen hoeken van een venster voorzien dat zich in beide op de hoek samenkomende zijwanden uitstrekt en bevat de krat aan weerszijden van een dergelijk venster op deze samenkomende zijwanden aansluitende verstevigingskonstrukties die zieh van de bodem tot nagenoeg aan de bovenkant van de krat uitstrekken.
De vensters op de hoeken bieden een verhoogde zichtbaarheid van de flessen in de overeenstemmende hoekkompartimenten terijl de verstevigingskonstrukties samen met de zijwanden waarbp ze aansluiten toch voor voldoende stevigheid in de opstaande richting zorgen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding vormen de vensters openingen die zieh naar boven tot in de bovenste rand van de zijwanden uitstrekken en dus op de bovenkant van de krat uitmonden.
Vooral in deze uitvoeringsvorm is de zichtbaarheid van de flessen in de hoekkompartimenten voorzien van een venster uitstekend.
<Desc/Clms Page number 3>
De afstand tussen de opstaande randen van een venster is daarbij kleiner dan de diameter van een cirkel die door het overeenstemmende hoekkompartiment omschreven is.
In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding bezit de krat in de vier hoeken een venster.
De verstevigingskonstrukties kunnen verschillende vormen aannemen.
Zo bevatten in een eerste uitvoeringsvorm de verstevigingskonstrukties wanddelen die samen met de zijwanden waarop ze aansluiten ten minste een opstaande holle kolom vormen.
EMI3.1
1 Een'holle kolomstruktuur geeft met een minimum aan materiaal een zeer grote stevigheid.
In een andere uitvoeringsvorm bevatten de twee verstevigingskonstrukties aan weerszijden van een zelfde venster wanddelen die terzelfder tijd de schotten vormen die het hoekkompartiment, waarop het venster uitgeeft, begrenzen, welke schotten zieh dus van de bodem tot nagenoeg aan de bovenkant van de krat uitstrekken.
<Desc/Clms Page number 4>
Deze schotten zijn dan bij voorkeur vol en dus vrij van openingen.
De voornoemde wanddelen die de schotten vormen die het voornoemde hoekkompartiment begrenzen, kunnen twee haaks op elkaar gerichte delen bevatten maar vormen in een voordelige uitvoeringsvorm een enkele cilindrisch gebogen opstaand wanddeel dat, aan weerszijden van het venster, op de in de hoek samenkomende zijwanden aansluit.
Doelmatig begrenzen deze schotten, in het bijzonder dit gebogen wanddeel, samen met de zijwanden, ten minste gedeeltelijk de voornoemde holle kolommen.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een stapelbare flessenkrat volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen waarin :
Figuur 1 een zieht in perspektief weergeeft van een stapelbare flessenkrat volgens de uitvinding, gevuld met flessen;
Figuur 2 een vooraanzicht weergeeft van de flessenkrat
<Desc/Clms Page number 5>
uit figuur l ;
Figuur 3 een zijaanzicht weergeeft van de flessenkrat uit de vorige figuren ;
Figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens de lijn IV-IV uit figuur 2 ;
Figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens de lijn V-V uit figuur 3 ;
Figuur 6 het gedeelte F6 uit figuur 2 op grotere schaal weergeeft.
, De stapelbare flessenkrat van kunststof volgens de figuren bevat. in hoofdzaak een rechthoekige bodem 1 met vier afgeronde hoeken, twee langse opstaande zijwanden 2, twee dwarse opstaande zijwanden 3 en schotten 4 die de krat indelen in twaalf kompartimenten 5 of 6 voor een fles, namelijk twee hoekkompartimenten 5 langs elke dwarse zijwand 3 en twee hoekkompartimenten 5 en een middelste kompartiment 6, langs elke langse zijwand 2.
De zijwanden 2 en 3 en de schotten 4 staan loodrecht op de bodem 1 en de termen opstaande, bovenste en dergelijke moeten ten opzichte van de bodem 1 gezien worden. Deze
<Desc/Clms Page number 6>
bodem 1 is op de gebruikelijke manier onderaan van steunribben 7 die, zowel bij stapeling in kolommen als bij stapeling in kruisverband van de kratten, juist binnen de open bovenkant van een identieke eronder gelegen krat passen om het van elkaar schuiven van de gestapelde kratten te beletten. Tussen de steunribben 7 bezit de bodem 1, eveneens op de gebruikelijke manier, uitsparingen 8.
De langse zijwanden 2 zijn in hun midden van een venster 9 voorzien dat op een middelste kompartiment 6 uitgeeft. Dit venster 9 is gevormd door een langwerpige opening die met haar langsrichting loodrecht op de bodem 1 gericht is. De onderste rand van het venster 9 ligt op een afstand boven de bodem 1 en de bovenste rand ligt op een afstand van de bovenste rand van de zijwand 2. De breedte van het venster 9 is kleiner dan de diameter van een cirkel ingeschreven in het middelste kompartiment 6 en dus kleiner dan de diameter van de flessen waarvoor de krat bestemd is.
Kenmerkend voor de uitvinding is onder meer dat in de vier hoeken van de krat eveneens een venster 10 aangebracht is.
Dit venster 10 volgt de gebogen hoek en strekt zieh dus gedeeltelijk in een langse zijwand 2 en gedeeltelijk in een dwarse zijwand 3 uit. Dit venster 10 vormt een opening die zieh van op een kleine afstand boven de bodem 1 tot in de bovenste rand van de krat uitstrekt. De afstand tussen de
<Desc/Clms Page number 7>
opstaande randen van het venster 10 is kleiner dan de diameter van een cirkel die ingeschreven is in een hoekkompartiment 5.
Verder zijn-'de vensters 10 in de hoeken aan weerszijden omgeven door verstevigingskonstrukties, dit zijn wanddelen 11 tot 15 die op de bodem 1 staan en zich ononderbroken tot aan of nagenoeg aan de bovenkant van de krat uitstrekken. Ze zijn vol en dus vrij van openingen. Samen met gedeelten van de zijwanden 2 en 3 waarop ze aansluiten, vormen ze opstaande holle kolommen 16,17 en 18. Onderaan geven deze holle kolommen uit op openingen 8 in de bodem 1 maar ook bovenaan zijn deze holle kolommen gedeeltelijk open. Het achterblijven van water in de holle kolommen bij het wassen van de kratten wordt daardoor vermeden.
De wanddelen 11 zijn nagenoeg cilindrisch gebogen met een straal die overeenkomt met de straal van de voornoemde cirkel ingeschreven in een hoekkompartiment 5 maar die tegen de bovenkant wel lichtjes naar boven toeneemt zoals in detail in figuur 6 is weergegeven. Deze wanddelen 11 begrenzen de vier hoekkompartimenten 5 aan de binnenzijde en vormen overigens terzelfder tijd de schotten 4 die de hoekkompartimenten begrenzen en die dus niet alleen gebogen zijn, maar zich tevens over de volledige hoogte van de krat uitstrekken.
<Desc/Clms Page number 8>
De twee wanddelen 11 die de hoekkompartimenten 5 langs een zelfde dwarse zijwand 3 begrenzen, vormen samen met het gedeelte van deze zijwand 3 dat tussen de op deze hoekkompartimenten 5 uitgevende vensters 10 gelegen is en met eem smal strookvormig wandgedeelte 12 dat op een afstand van de zijwand de twee wanddelen 11 met elkaar verbindt, een eerste holle kolom 16 die dus in het midden van een dwarse zijwand 3, tussen twee hoekkompartimenten 5 gelegen is.
Tussen elk van de hoekkompartimenten 5 en het middelste kompartiment 6 langs een langse zijwand 2 is een holle kolom 17 gevormd. Deze holle kolom 17 is begrensd door een gedeelte van het gebogen wanddeel 11 dat het hoekkompartiment 5 aan de binnenkant begrenst, een gebogen wanddeel 13 dat een op de zijwand 2 aansluitend gedeelte vormt van een van de schotten 4 die het middelste kompartiment 6 begrenzen, een tussen de wanddelen 11 en 13 gelegen gedeelte van de zijwand 2, en een op een afstand daarvan gelegen smal strookvormig verbindingswanddeel 14 dat de wanddelen 11 en 13 met elkaar verbindt. Het wanddeel 13 is gebogen nagenoeg volgens een cilindergedeelte met dezelfde straal als de wanddelen 11, dit is dus ook de straal van een cirkel ingeschreven in een middelste kompartiment 6. Ook de straal van het wanddeel 13 kan bovenaan een weinig naar boven toenemend zijn.
Dit wanddeel
<Desc/Clms Page number 9>
13 beschrijft slechts ongeveer een vierde van een cilinder en gaat ter plaatse van het verbindingswanddeel 14 over in een verbindingswanddeel 15 dat de twee wanddelen 13 van twee tegenover elkaar in de krat gelegen kolommen 17 verbindt. Door dit verbindingswanddeel 15, de verbindingswanddelen 14 van de twee tegenover elkaar gelegen kolommen 17 en gedeelten van de twee gebogen wanddelen 11 die de ernaast gelegen hoekkompartimenten 5 begrenzen is aldus een nieuwe holle kolom 18 gevormd.
De schotten 4 die een middelste kompartiment 6 begrenzen, bevatten benevens twee wanddelen 13 die zieh over de volledige hoogte van de krat uitstrekken, schotdelen 19 die merkelijk minder hoog zijn.
In het midden is tussen de bovenste einden van de twee verbindingswanddelen 15 die de krat bevat een handgreep 20 gevormd.
De hiervoor beschreven krat biedt een opvallend en mooi uitzicht. Doordat de hoeken van een op de bovenkant uitgevend venster 10 voorzien zijn, zijn de flessen in de hoekkompartimenten 5 zeer goed zichtbaar. Vanuit eender welk standpunt kan men dus vaststellen welke flessen zieh in de krat bevinden. Toch is de krat in de hoogterichting voldoende stevig om gestapeld te kunnen worden, zowel in
<Desc/Clms Page number 10>
kolommen als in kruisverband. De holle kolommen die normaal op de hoeken hadden moeten voorkomen zijn op andere plaatsen aangebracht, namelijk langs de hoekkompartimenten 5. In de langse zijwanden 2 zijn daarenboven holle kolommen 17 gevormd op afstanden in de lengterichting die overeenkomen met de breedte van de krat, zodat ook bij stapelen in kruisverband holle kolommen voor voldoende stevigheid zorgen.
Al de holle kolommen 16, 17 en 18 die de vestevigingskonstrukties vormen zijn volledig binnen de krat gelegen. Op de buitenkant zijn geen verstevigingskonstrukties aangebracht hetgeen bij de bekende kratten meestal wel het geval is.
EMI10.1
i De zijwanden 2 en 3 kunnen op hun buitenzijde plaatselijk, bij voorbeeld langs hun onderste rand en bovenaan van ribben of andere uitstekende delen voorzien zijn.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de oktrooiaanvrage kunnen aan deze uitvoeringsvorm vele veranderingen worden aangebracht, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding worden gebruikt.
<Desc/Clms Page number 11>
In het bijzonder moet de krat niet noodzakelijk zes kompartimenten bezitten. Ze kan ook bij voorbeeld twaalf of zelfs vierentwintig kompartimenten bezitten. Essentieel is dat twee of bij voorkeur de vier hoekkompartimenten van een venster voorzien zijn en aan weerszijden daarvan een vertevigingskonstruktie, die bij voorkeur een of meer holle kolommen vormt, aangebracht is.
Op de zijwanden kunnen ribben aangebracht zijn, bij voorbeeld ribben die de onderste randen van de vensters volgen en eventueel doorlopen over de tussen de vensters gelegen delen van de zijwanden.
<Desc / Clms Page number 1>
Stackable bottle crate.
The invention relates to a stackable plastic bottle crate, which comprises a bottom, four side walls positioned thereon and partitions connected thereto delimiting bottle compartments, including four corner compartments.
In order for the bottles, which are normally provided with a label or printing, to be visible in the crate through the side walls, even when the crate is in a stack, the crates of the aforementioned type usually have, in addition to any handle openings, additional recesses in the side walls. No recesses are provided at the corners, however, since it is generally accepted that, among other things, the crates must have a high strength to allow stacking. In fact, in the corners and in certain places of the long sides, reinforcements are usually provided in the form of, for example, hollow columns or ribs extending from the bottom to the top edges of the crate.
<Desc / Clms Page number 2>
The object of the invention is to provide a stackable bottle crate which allows an increased visibility of its contents without compromising stackability.
For this purpose, the crate is provided at at least two transversely opposite corners with a window which extends into both corner walls converging on the corner and the crate on both sides of such a window comprises reinforcing structures adjoining these side walls which are bottom-facing. extend almost to the top of the crate.
The windows on the corners offer increased visibility of the bottles in the corresponding corner compartments, while the reinforcement structures together with the side walls to which they join ensure sufficient strength in the upright direction.
In a particular embodiment of the invention, the windows form openings extending upwardly into the top edge of the side walls and thus open onto the top of the crate.
Especially in this embodiment, the visibility of the bottles in the corner compartments provided with a window is excellent.
<Desc / Clms Page number 3>
The distance between the upright edges of a window is smaller than the diameter of a circle defined by the corresponding corner compartment.
In an effective embodiment of the invention, the crate has a window in the four corners.
The reinforcement structures can take various forms.
In a first embodiment, for example, the reinforcement structures comprise wall parts which, together with the side walls to which they connect, form at least one upright hollow column.
EMI3.1
1 A hollow column structure gives a very high strength with a minimum of material.
In another embodiment, the two reinforcing structures on either side of the same window include wall members which at the same time define the bulkheads defining the corner compartment on which the window opens, which bulkheads thus extend from the bottom to substantially the top of the crate.
<Desc / Clms Page number 4>
These partitions are then preferably full and therefore free of openings.
The aforementioned wall parts forming the partitions bounding the aforementioned corner compartment may comprise two parts at right angles to one another, but in an advantageous embodiment form a single cylindrical curved upright wall part which, on either side of the window, connects to the side walls converging in the corner.
These partitions, in particular this curved wall part, together with the side walls, expediently delimit at least partially the aforementioned hollow columns.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of a stackable bottle crate according to the invention. This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to the accompanying drawings, in which:
Figure 1 shows a perspective view of a stackable bottle crate according to the invention, filled with bottles;
Figure 2 shows a front view of the bottle crate
<Desc / Clms Page number 5>
from figure 1;
Figure 3 shows a side view of the bottle crate from the previous figures;
Figure 4 shows a section according to the line IV-IV of figure 2;
Figure 5 represents a section according to the line V-V of Figure 3;
Figure 6 shows the part F6 of figure 2 on a larger scale.
, The stackable plastic bottle crate according to the figures contains. substantially a rectangular bottom 1 with four rounded corners, two longitudinal upright side walls 2, two transverse upright side walls 3 and partitions 4 dividing the crate into twelve compartments 5 or 6 for a bottle, namely two corner compartments 5 along each transverse side wall 3 and two corner compartments 5 and a middle compartment 6, along each longitudinal side wall 2.
The side walls 2 and 3 and the partitions 4 are perpendicular to the bottom 1 and the terms upright, top and the like must be seen with respect to the bottom 1. This one
<Desc / Clms Page number 6>
bottom 1 is in the usual manner at the bottom of support ribs 7, which, both in stacking in columns and in cross-stacking of the crates, fit just within the open top of an identical crate located below to prevent the stacked crates from sliding apart . The bottom 1 has recesses 8, also in the usual manner, between the support ribs 7.
The longitudinal side walls 2 are provided in their center with a window 9 which opens onto a middle compartment 6. This window 9 is formed by an elongated opening which is oriented perpendicular to the bottom 1 with its longitudinal direction. The bottom edge of the window 9 is spaced above the bottom 1 and the top edge is spaced from the top edge of the side wall 2. The width of the window 9 is smaller than the diameter of a circle inscribed in the center compartment 6 and therefore smaller than the diameter of the bottles for which the crate is intended.
Characteristic of the invention is, inter alia, that a window 10 is also arranged in the four corners of the crate.
This window 10 follows the curved corner and thus extends partly in a longitudinal side wall 2 and partly in a transverse side wall 3. This window 10 forms an opening extending from a short distance above the bottom 1 to the top edge of the crate. The distance between the
<Desc / Clms Page number 7>
raised edges of the window 10 is smaller than the diameter of a circle inscribed in a corner compartment 5.
Furthermore, the windows 10 in the corners on either side are surrounded by reinforcing structures, these are wall parts 11 to 15 which stand on the bottom 1 and extend uninterrupted up to or almost at the top of the crate. They are full and therefore free of openings. Together with parts of the side walls 2 and 3 to which they adjoin, they form upright hollow columns 16, 17 and 18. At the bottom, these hollow columns open onto openings 8 in the bottom 1, but these hollow columns are also partly open at the top. This prevents water from remaining in the hollow columns when washing the crates.
The wall parts 11 are bent almost cylindrically with a radius corresponding to the radius of the aforementioned circle inscribed in a corner compartment 5, but which increases slightly upwards towards the top as shown in detail in figure 6. These wall parts 11 delimit the four corner compartments 5 on the inside and at the same time form the partitions 4 which delimit the corner compartments and which are thus not only curved, but also extend over the full height of the crate.
<Desc / Clms Page number 8>
The two wall parts 11 delimiting the corner compartments 5 along the same transverse side wall 3 form together with the part of this side wall 3 which is situated between the windows 10 issuing on these corner compartments 5 and with a narrow strip-shaped wall part 12 which is spaced from the side wall connects the two wall parts 11 to each other, a first hollow column 16 which is thus situated in the middle of a transverse side wall 3, between two corner compartments 5.
A hollow column 17 is formed between each of the corner compartments 5 and the middle compartment 6 along a longitudinal side wall 2. This hollow column 17 is bounded by a part of the curved wall part 11 which delimits the corner compartment 5 on the inside, a curved wall part 13 which forms a part adjoining the side wall 2 of one of the partitions 4 which delimit the middle compartment 6, a part of the side wall 2 situated between the wall parts 11 and 13, and a spaced apart narrow strip-shaped connecting wall part 14 which connects the wall parts 11 and 13 to each other. The wall part 13 is bent substantially according to a cylinder part with the same radius as the wall parts 11, so this is also the radius of a circle inscribed in a middle compartment 6. The radius of the wall part 13 can also increase slightly upwards at the top.
This wall part
<Desc / Clms Page number 9>
13 describes only about a quarter of a cylinder and at the location of the connecting wall part 14 merges into a connecting wall part 15 which connects the two wall parts 13 of two columns 17 situated opposite each other in the crate. Thus, a new hollow column 18 is formed by this connecting wall part 15, the connecting wall parts 14 of the two opposite columns 17 and parts of the two curved wall parts 11 which delimit the adjacent corner compartments 5.
The partitions 4 which delimit a central compartment 6 also contain two wall parts 13 which extend over the full height of the crate, part parts 19 which are noticeably less high.
A handle 20 is formed in the middle between the upper ends of the two connecting wall parts 15 containing the crate.
The crate described above offers a striking and beautiful view. Because the corners are provided with a window 10, which opens on the top, the bottles in the corner compartments 5 are very visible. From any point of view it is therefore possible to determine which bottles are in the crate. However, the height of the crate is sturdy enough to be stacked in both
<Desc / Clms Page number 10>
columns as in a cross. The hollow columns that should normally have appeared on the corners have been arranged in other places, namely along the corner compartments 5. In the longitudinal side walls 2, moreover, hollow columns 17 have been formed at longitudinal distances corresponding to the width of the crate, so that also when stacking in cross-connections hollow columns ensure sufficient strength.
All of the hollow columns 16, 17 and 18 that form the retaining structures are entirely within the crate. There are no reinforcement structures on the outside, which is usually the case with the known crates.
EMI10.1
The side walls 2 and 3 can be provided locally on their outside, for example along their bottom edge and at the top with ribs or other protruding parts.
The invention is by no means limited to the above-described embodiment, and many changes can be made to this embodiment within the scope of the patent application, including as regards the shape, composition, arrangement and number of parts used to implement the invention. used.
<Desc / Clms Page number 11>
In particular, the crate does not necessarily have to have six compartments. It may also have, for example, twelve or even twenty-four compartments. It is essential that two or preferably the four corner compartments are provided with a window and a reinforcing construction, which preferably forms one or more hollow columns, is arranged on either side thereof.
Ribs may be provided on the side walls, for example ribs which follow the lower edges of the windows and possibly extend over the parts of the side walls situated between the windows.