BE1002533A4 - Uitkoppelinrichting voor gaslasers. - Google Patents

Uitkoppelinrichting voor gaslasers. Download PDF

Info

Publication number
BE1002533A4
BE1002533A4 BE8801136A BE8801136A BE1002533A4 BE 1002533 A4 BE1002533 A4 BE 1002533A4 BE 8801136 A BE8801136 A BE 8801136A BE 8801136 A BE8801136 A BE 8801136A BE 1002533 A4 BE1002533 A4 BE 1002533A4
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
window
gas
disconnection
decoupling
uncoupling
Prior art date
Application number
BE8801136A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Muys
Original Assignee
E L T N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by E L T N V filed Critical E L T N V
Priority to BE8801136A priority Critical patent/BE1002533A4/nl
Priority to DE1989606118 priority patent/DE68906118T2/de
Priority to EP19890870142 priority patent/EP0365511B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1002533A4 publication Critical patent/BE1002533A4/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01SDEVICES USING THE PROCESS OF LIGHT AMPLIFICATION BY STIMULATED EMISSION OF RADIATION [LASER] TO AMPLIFY OR GENERATE LIGHT; DEVICES USING STIMULATED EMISSION OF ELECTROMAGNETIC RADIATION IN WAVE RANGES OTHER THAN OPTICAL
    • H01S3/00Lasers, i.e. devices using stimulated emission of electromagnetic radiation in the infrared, visible or ultraviolet wave range
    • H01S3/02Constructional details
    • H01S3/04Arrangements for thermal management
    • H01S3/0401Arrangements for thermal management of optical elements being part of laser resonator, e.g. windows, mirrors, lenses

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Plasma & Fusion (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Lasers (AREA)

Abstract

Uitkoppelinrichting voor gaslasers waarbij er ter afkoeling van het uitkoppelvenster (3) een gas over een oppervlak van het uitkoppelvenster (3) gespoten wordt.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



    "Uitkoppelinrichting   voor gaslasers". 



   De huidige uitvinding heeft betrekking op een uitkoppelinrichting voor gaslasers. De huidige uitvinding is in het bijzonder gericht op gaslasers, zoals C02-lasers, met een hoog    vermogen,'d. w. z.   een vermogen van meerdere kilowatts. 



   . De uitkoppelinrichting regelt de hoeveelheid van het in de laserbuis gegenereerde laserlicht die uit de laserbuis treedt onder de vorm van een laserstraal of-bundel, en bepaalt dus eveneens de hoeveelheid laserlicht die in de laserbuis blijft. De uitkoppelinrichting is    erg'belangrijk voor   de goede werking van de gaslaser, enerzijds omdat de hoeveelheid laserlicht die de laserbuis verlaat afgestemd moet zijn op de aangroei van het laserlicht binnen de laserbuis, of   m. a. w.   op de versterkingsfactor van de laserbuis. De uitkoppelinrichting is anderzijds erg belangrijk omdat ze in grote mate de eigenschappen bepaalt van de uitgekoppelde laserbundel. 



   Het belangrijkste onderdeel van een uitkoppelinrichting is het uitkoppelvenster. Het uitkoppelvenster is vervaardigd uit een doorzichtig materiaal dat als eigenschap heeft een gekend percentage van het in de laserbuis opgewekt laserlicht te transmitteren en het resterend percentage te reflecteren. Het uitkoppelvenster mag de bundeleigenschappen van de uitgekoppelde laserbundel niet degraderen bv. door te vervormen onder invloed zelf van de laserstraling. 



   Het is echter niet te vermijden dat het uitkoppelvenster een deel van het getransmitteerde laserlicht absorbeert. Het geabsorbeerde laserlicht warmt het uitkoppelvenster op en veroorzaakt uitzetting en thermische spanningen. Daardoor ontstaan er faze-aberraties in de uitgekoppelde laserbundel ; faze-aberraties die de bundeleigenschappen zoals divergentie, modekwaliteit en focuseerbaarheid sterk degraderen. Dit is dan weer erg 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 nadelig voor de toepasbaarheid van de uitgekoppelde laserbundel. Zo worden bijvoorbeeld de materiaalbewerkingseigenschappen van de uitgekoppelde laserbundel sterk gedegradeerd door de opwarming van het uitkoppelvenster. 



   De huidige uitvinding voorziet in een werkwijze, en een uitkoppelinrichting voor het toepassen van deze werkwijze, voor het afkoelen van het uitkoppelvenster van een gaslaser. 



   Een gekend principe voor het afkoelen van het uitkoppelvenster is de zogenaamde randkoeling die erin bestaat de behuizing van de uitkoppelinrichting te voorzien van een rond het uitkoppelvenster lopend kanaal waardoorheen een koel- vloeistof gevoerd wordt. Dit systeem werkt bevredigend bij gaslasers met een laag vermogen,   d. w. z.   met een uitgekoppeld vermogen van maximaal 1 ä 1, 5 Kilowatt, maar schiet tekort bij lasers met een hoog vermogen aangezien de laserintensiteit maximaal is in het midden van een laserbundel en beduidend kleiner is aan de rand van de laserbundel. Het midden van het uitkoppelvenster wordt dus sterker opgewarmd dan de randen van het uitkoppelvenster. De plaatsen waar de meeste warmte gegenereerd wordt bevinden zieh dus het verst van de koel vloeistof.

   Bij hoge vermogens kan die warmte zieh niet snel genoeg door conductie doorheen het materiaal van het uitkoppelvenster en dat van de behuizing verwijderen, met het gevolg dat het uitkoppelvenster te veel opwarmt. Dit probleem wordt vanzelfspreken acuter naarmate de diameter van het uitkoppelvenster groter is. 



   De huidige uitvinding heeft tot doel een oplossing te bieden die in een efficiente afkoeling van het uitkoppelvenster resulteert. 



   De werkwijze volgens de uitvinding voor het koelen van het uitkoppelvenster in de uitkoppelinrichting van een gaslaser wordt gekenmerkt door het spuiten van een gas over een oppervlak van het uitkoppelvenster. 



   Het soort gas dat bij de werkwijze volgens de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 uitvinding gebruikt wordt is afhankelijk van het type van gaslaser waarop de werkwijze volgens de uitvinding wordt toegepast. Het gas moet in ieder geval een voldoende grote specifieke warmte. hebben en moet tevens transparant zijn voor de in de betrokken laser opgewekte lasergolflengte. Zo gebruikt men stikstofgas of helium bij een   C02'laser.   



   De doeltreffendheid van de werkwijze volgens de uitvinding is sterk afhankelijk van de mate waarin het koelgas gelijkmatig over de volledige oppervlakte van het uitkoppelvenster strijkt. Daarom wordt volgens de werkwijze volgens de uitvinding het koelgas bij voorkeur via een spleet ingespoten tussen het uitkoppelvenster en een naast het uitkoppelvenster opgesteld venster. 



   De uitkoppelinrichting volgens de uitvinding, bestaande uit een uitkoppelvenster omvat door de behuizing van de uitkoppelinrichting wordt gekenmerkt doordat de behuizing voorzien is van kanalen voor het toevoeren en afvoeren van een gas, kanalen die via één of meerdere openingen uitmonden op een oppervlak van het uitkoppelvenster. 



   Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitkoppelinrichting volgens de uitvinding bestaan de openingen van de op het uitkoppelvenster uitmondende kanalen uit hoofdzakelijk evenwijdig met een oppervlak van het uitkoppelvenster gelegen spleten en staat er naast het uitkoppelvenster een tweede venster opgesteld zodanig dat er tussen beide vensters een ruimte gelegen is waarop de spletenuitmonden. 



   Zowel het tweede venster als de spleetvorm van de openingen zijn essentiële kenmerken van de uitvinding. Het tweede venster zorgt ervoor dat het koelgas-langs het uitkoppelvenster geleid wordt en laat toe om het gas in een gesloten circuit'rond te pompen. De spleetvorm van de openingen zorgt ervoor dat het koelgas uniform verdeeld over het volledige te koelen oppervlak van het uitkoppelvenster strijkt. Het toevoeren van het gas via openingen met kleine 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 diameter, zoals die van bijvoorbeeld straalpijpen, resulteert in een slechte verdeling van het gas en dus in een niet uniforme koeling van het uitkoppelvenster. 



   Volgens de uitvinding laat men het gas na het passeren van de openingen, expanderen. Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitkoppelinrichting volgens de uitvinding versmallen de openingen, via de welke het gas de kanalen verlaat, in de stroomzin van het gas en is de afstand tussen beide vensters groter dan. de kleinste spleetdoormeter. Door deze opstelling expandeert het gas in de ruimte tussen beide vensters, hetgeen een temperatuursverlaging van het gas en dus een extra koeling van het uitkoppelvenster teweegbrengt. 



   Het koelsysteem volgens de uitvinding blijft even efficiënt bij een uitkoppelvensterdiameter van 20 mm als bij een diameter van 50 mm. Dit is niet het geval bij randkoeling omdat de rand, bij een stijgende diameter, zich steeds verder van het centrum van het uitkoppelvenster bevindt. En het is precies in dat centrum dat de opwarming het grootst is. 



   Voor een beter begrip van de uitvinding wordt in de hiernavolgende beschrijving, bij wijze van voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitkoppelinrichting volgens de uitvinding beschreven aan de hand van de hierbijgevoegde figuren, waarin :
Figuur 1 een langsdoorsnede is van een laserbuisuit- einde voorzien van een uitkoppelinrichting volgens de uitvin- ding met de behuizing doorgesneden volgens BB op figuur 1.. 



   Figuur 2 een gedeeltelijke doorsnede en een gedeeltelijk vooraanzicht, volgens AA op figuur 1, is op het voorgedeelte, van de behuizing van de uitkoppelinrichting volgens de uitvinding, waarin het tweede venster gevat wordt. 



   Figuur 3 een detail is van figuur 1 waarop de spleet die de opening vormt tussen het toevoerkanaal en de ruimte tussen beide vensters, in doorsnede is weergegeven. 



   Het uiteinde van de laserbuis   (1),   figuur   1,   is 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 afgesloten door een ringvormige element (2) waarin het uitkoppelvenster (3) gevat zit. Tegen het ringvormig element (2) zit'er een behuizing (6), figuren 1 en 2. Aan die zijde van de behuizing (6) die tegen het ringvormig element (2) , aanligt, is er een cylindrische holte (7) voorzien. Rondom de cylindrische holte (7) is er een ringvormige geul (8) voorzien waarin'een dichtingsring (9) plaats vindt. De bodem (10) van de cylindrische holte (7) is voorzien van een ronde opening (11) naar de voorzijde (12) van de behuizing (6).

   De behuizing (6) is verder voorzien van twee evenwijdige kanalen (13 & 14) waarvan de aslijn loodrecht op die van   dè   cylindrische holte (7) staat, die aan weerszijden van die cylindrische holte (7) gelegen zijn en die gedeeltelijk door de cylindrische holte (7) lopen zodat ze in die cylindrische holte (7) uitmonden. De kanalen vormen het toevoer- (13), respectievelijk afvoerkanaal (14) voor een gas. 



   In de cylindrische holte (7) zit er een blok (15), figuur 1 & 2 gemonteerd. Het blok (15) is langwerpig van vorm met twee afgeronde uiteinden (20) die aansluiten tegen de wand van de cylindrische holte (7). De hoogte van het blok (15) is gelijk aan de diepte van de cylindrische holte (7) zodat het bovenvlak (21) van het blok (15) tegen het vooroppervlak (4) van het ringvormig element (2) aansluit en zodat het blok (15) de cylindrische holte (7) in twee kamers (16 & 17) verdeelt. De lengteas van het blok (15) komt evenwijdig met de aslijnen van de kanalen (13,14) te liggen zodat de kamer (16) enkel met het kanaal (13) en kamer (17) enkel met kanaal (14) in verbinding staat.

   Het blok (15) is voorzien van een centrale boring (18) waarvan de diameter overeenstemt met die van het uitkoppelvenster (3) en die tegen het bovenoppervlak (21) van het blok (15) een gedeelte (22) heeft met een kleinere diameter, figuur 2. De centrale boring (18) komt tegenover de ronde opening (11) van de behuizing (6) te liggen. De langsranden (19) van het blok (15) die tegen het vooroppervlak (4) van het ringvormig element (2) komen aan te liggen zijn 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 afgeschuind, figuren 1, 2 & 3, zodat de kamers (16 en 17) vanaf een bepaald punt naar het ringvormig element toe langzaam breder worden. De bovenzijde (21) van het blok (15) is verder voorzien van een platte, rechthoekige gleuf (23) die over de centrale boring (18), en dwars over het blok (15) loopt en op beide afgeschuinde langsranden (19) eindigt.

   De breedte van de platte gleuf (23) is daarbij kleiner dan de diameter van de centrale boring (18) zodat er aan weerzijden van de platte gleuf (23) twee lippen (24), van het versmalde gedeelte (22), van de centrale boring (18) overblijven. 



   In de centrale boring (18) wordt een tweede venster (25) tegen de lippen (24) geplaatst. Dat tweede venster (25) wordt op zijn plaats gehouden door een holle, cylindrische bus (26) die in de centrale boring (18) past, waarvan het ene uiteinde (27) tegen het tweede venster (25) drukt en waarvan het andere uiteinde (28), dat voorzien is van uitwendige schroefdraad, in de ronde opening (11), die daartoe voorzien is van inwendige schroefdraad, vastgezet wordt. 



   Door deze inrichting ontstaat er tussen het uitkoppelvenster (3) en het tweede venster (25) een ruimte (29), waarvan de hoogte overeenstemt met de dikte van de lippen (24). Door de platte gleuf (23), die doorheen de ruimte (29) loopt, staat de ruimte (29) in verbinding met beide kamers (16 en 17) via een spleet (resp. 30 en 31, figuur 1 en 3) waarvan de hoogte en de breedte overeenstemmen met de afmetingen van de gleuf (23). De spleten (30,31) geven uit op de afgeschuinde langsranden (19) van de blok (15). 



   Door middel van deze inrichting, kan er een koelgas via het toevoerkanaal (13), via de toevoerkamer (16) en door de   spleet   (30) naar de ruimte (29) en dus langs het buitenoppervlak (5) van het uitkoppelvenster (3) gevoerd worden, waar het gas via de spleet (31), de afvoerkamer (17) en het afvoerkanaal (14) afgevoerd wordt (pijlen figuur   1).   Bij het doorstromen van de ruimte (29) koelt het gas het volledige buitenoppervlak (5) van het uitkoppelvenster (3) af. De door 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 het gas opgenomen warmte wordt vervolgens afgegeven in een warmtewisselaar van een gesloten circuit, dat op beide kanalen (13,14) aangesloten is en dat daartoe tevens voorzien is van een compressor. 



   Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de dikte van de lippen   (24)   groter dan de hoogte van de toevoerspleet (30) (figuur 3).   Daardoor expandeert   het gas in de ruimte (29) na gecomprimeerd te zijn geweest bij het doorstromen van de smallere toevoerspleet (30). Die expansie brengt een temperatuursverlaging van het gas en dus'een extra koeling van het uitkoppelvenster (3) teweeg. Het ringvormig element   (2),   waarin het uitkoppelvenster (3) gevat zit, kan nog steeds voorzien zijn van middelen voor het randkoelen van het uitkoppelvenster (3). Die middelen bestaan bijvoorbeeld uit een ringvormig kanaal (32) binnenin het ringvormig element (2).

   Dat ringvormig kanaal is via een toevoer- en afvoeraansluiting (33,34) opgenomen in een circuit waardoorheen er een koelvloeistof stroomt. Voor grote vermogens kan het noodzakelijk zijn ook het tweede venster (25), dat vanzelfsprekend ook door het gas afgekoeld wordt, door randkoeling bijkomend te koelen. Het blok (15) kan daartoe van de nodige kanalen voorzien worden
Een gedeelte van het in de laserbuis   (1)   opgewekte laserlicht verlaat via het uitkoppelvenster de laserbuis   (1)   onder de vorm van een laserbundel of-straal en kan doorheen het tweede venster (25), de buis (26) en de ronde opening (11) uittreden. 



   Het spreekt voor zichzelf dat de huidige uitvinding niet tot de hierboven beschreven mogelijke realisatievorm beperkt is. Zo zijn er   gemakkelijk   analoge inrichtingen te bedenken die het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding mogelijk maken en die derhalve ook bij de huidige uitvinding behoren.

Claims (1)

  1. CONCLUSIES. l. Werkwijze voor het koelen van het uitkoppelvenster in de uitkoppelinrichting van een gaslaser gekenmerkt door het spuiten van een gas over een oppervlak van het . uitkoppelvenster (3).
    2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het gas over het buitenoppervlak (5) van het uitkoppelvenster (3) gespoten wordt.
    3. Werkwijze. volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het gas tussen het ui tkoppelvenster (3), en een naast het uitkoppelvenster opgesteld venster (25) wordt ingespoten.
    4. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het gas via een spleet (30) over een oppervlak van het uitkoppelvenster (3) gespoten wordt.
    5. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk dat men het gas over een oppervlak van het uitkoppelvenster (3) laat expanderen.
    6. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het gas in een gesloten circuit, voorzien van middelen voor het verlagen van de temperatuur van het gas, wordt rondgepompt.
    7. Uitkoppelinrichting voor een gaslaser, bestaande uit een uitkoppelvenster (3) omvat door de behuizing (6) van de uitkoppelinrichting met het kenmerk dat de behuizing (6) voorzien is van kanalen (13, 14) voor het toevoeren en afvoeren van een gas, kanalen die via één of meerdere openingen (30,31) uitmonden op een oppervlak van het uitkoppelvenster (3).
    8. Uitkoppelinrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de openingen (30,31) van de kanalen (13, 14) op het uitkoppelvenster (3) bestaan uit, hoofdzakelijk evenwijdig met het oppervlak van het uitkoppelvenster (3) gelegen spleten (30, 31).
    9. Uitkoppelinrichting volgens conclusie 6 met het kenmerk dat minstens de spleten (30, 31) via dewelke het gas van de <Desc/Clms Page number 9> kanalen (13, 14) naar het uitkoppelvenster (3) stromen, in de stroomzin smaller worden.
    10. Ui tkoppelinrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk dat er naast het uitkoppelvenster (3) een tweede venster (25) opgesteld staat zodanig dat er tussen beide vensters een ruimte (29) ontstaat waarin de openingen (30, 31) uitmonden. ll. Uitkoppelinrichting volgens conclusies 9 en 10'met hat kenmerk dat de afstand tussen beide vensters (3, 25) groter is dan de kleinste doormeter van de spleet (30).
    12. Uitkoppelinrichting volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het uitkoppelvenster (3) en/of het tweede venster (25) gevat zitten in een behuizing (6) voorzien van middelen voor randkoeling.
    13. Gaslaser waarin de werkwijze volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 4 toegepast wordt.
    14. Gaslaser voorzien van een uitkoppelinrichting volgens een of meerdere van de conclusies 5 tot 10.
BE8801136A 1988-10-04 1988-10-04 Uitkoppelinrichting voor gaslasers. BE1002533A4 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8801136A BE1002533A4 (nl) 1988-10-04 1988-10-04 Uitkoppelinrichting voor gaslasers.
DE1989606118 DE68906118T2 (de) 1988-10-04 1989-10-02 Auskoppel-Vorrichtung für Gaslaser.
EP19890870142 EP0365511B1 (en) 1988-10-04 1989-10-02 Coupling-out device for gas lasers

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8801136A BE1002533A4 (nl) 1988-10-04 1988-10-04 Uitkoppelinrichting voor gaslasers.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1002533A4 true BE1002533A4 (nl) 1991-03-12

Family

ID=3883662

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8801136A BE1002533A4 (nl) 1988-10-04 1988-10-04 Uitkoppelinrichting voor gaslasers.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0365511B1 (nl)
BE (1) BE1002533A4 (nl)
DE (1) DE68906118T2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1791229A1 (en) * 2005-11-25 2007-05-30 Lambda Research Optics Europe Method for reducing thermal effect of a cutting lens
DE202007018689U1 (de) 2006-08-18 2009-03-05 Highyag Lasertechnologie Gmbh Vorrichtung zur Stabilisierung der Fokuslage bei Optiken für Hochleistungs-Laserstrahlung zur Lasermaterialbearbeitung

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2286394A1 (fr) * 1974-09-30 1976-04-23 Comp Generale Electricite Dispositif optique
US4097126A (en) * 1975-06-10 1978-06-27 Siemens Aktiengesellschaft Optical layer device with reflecting surface on collodion foil
JPS6017973A (ja) * 1983-07-11 1985-01-29 Mitsubishi Electric Corp レ−ザ−発振器
JPS6142181A (ja) * 1984-08-06 1986-02-28 Agency Of Ind Science & Technol レ−ザ発生装置

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3604231A1 (de) * 1986-02-11 1987-08-13 Daimler Benz Ag Optisch stabiler resonator zur erzeugung eines laserstrahles

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2286394A1 (fr) * 1974-09-30 1976-04-23 Comp Generale Electricite Dispositif optique
US4097126A (en) * 1975-06-10 1978-06-27 Siemens Aktiengesellschaft Optical layer device with reflecting surface on collodion foil
JPS6017973A (ja) * 1983-07-11 1985-01-29 Mitsubishi Electric Corp レ−ザ−発振器
JPS6142181A (ja) * 1984-08-06 1986-02-28 Agency Of Ind Science & Technol レ−ザ発生装置

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN, vol. 10, no. 197 (E-418)[2253], 10 juli 1986; & JP-A-61 42 181 (AGENCY OF IND. SCIENCE & TECHNOL.) 28-02-1986 *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN, vol. 9, no. 131 (E-319)[1854], 6 juni 1985; & JP-A-60 17 973 (MITSUBISHI DENKI K.K.) 29-01-1985 *

Also Published As

Publication number Publication date
EP0365511A1 (en) 1990-04-25
EP0365511B1 (en) 1993-04-21
DE68906118D1 (de) 1993-05-27
DE68906118T2 (de) 1993-11-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5769844A (en) Conventional light-pumped high power system for medical applications
Comaskey et al. High average powers diode pumped slab laser
US20040165628A1 (en) Laser diode arrays with replaceable laser diode bars and methods of removing and replacing laser diode bars
US6252195B1 (en) Method of forming blind holes in surgical needles using a diode pumped Nd-YAG laser
US6157663A (en) Laser with optimized coupling of pump light to a gain medium in a side-pumped geometry
US5875206A (en) Laser diode pumped solid state laser, printer and method using same
US4096450A (en) Conductively cooled flashlamp
US5157684A (en) Optically pulsed laser
KR19990071549A (ko) 광섬유 스터브에 엔드-펌핑된 레이저
US4528671A (en) Multiple host face-pumped laser
BE1002533A4 (nl) Uitkoppelinrichting voor gaslasers.
JPH01173771A (ja) レーザガスを電気的に励起する方法およびガスレーザ
CN111293579A (zh) 一种用于板条激光晶体的双面水冷装置
US7715454B2 (en) Method and apparatus for cooling a laser
EP0078654A1 (en) Multiple host face-pumped laser
US6683276B2 (en) Method of forming chamfered blind holes in surgical needles using a diode pumped Nd-YAG laser
US3413567A (en) Laser reflector and cooling means
US5504764A (en) Micro-heatpipe cooling of solid-state slab
US3745484A (en) Flowing liquid laser
US3577095A (en) Semielliptical pump cavity
JPH08201604A (ja) レーザ光の減衰装置
CN109314364B (zh) 激光泵腔装置
US5848081A (en) Insulated water cooled gain medium assembly for a laser system
US11227738B2 (en) Cooling for a lamp assembly
US20050147140A1 (en) Integrated laser cavity with transverse flow cooling

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: ELT N.V.

Effective date: 19941031