BE1001413A6 - Zendketen en daarin gebruikt electronisch contactsysteem. - Google Patents

Zendketen en daarin gebruikt electronisch contactsysteem. Download PDF

Info

Publication number
BE1001413A6
BE1001413A6 BE8701480A BE8701480A BE1001413A6 BE 1001413 A6 BE1001413 A6 BE 1001413A6 BE 8701480 A BE8701480 A BE 8701480A BE 8701480 A BE8701480 A BE 8701480A BE 1001413 A6 BE1001413 A6 BE 1001413A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
coupled
terminal
output
current source
electronic contact
Prior art date
Application number
BE8701480A
Other languages
English (en)
Inventor
Robert Eugene Philomen Verbert
Simaeys Francoise Catherin Van
Original Assignee
Bell Telephone Mfg
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bell Telephone Mfg filed Critical Bell Telephone Mfg
Priority to BE8701480A priority Critical patent/BE1001413A6/nl
Priority to AU26527/88A priority patent/AU613434B2/en
Priority to EP88202851A priority patent/EP0322025B1/en
Priority to DE3888810T priority patent/DE3888810T2/de
Priority to AT88202851T priority patent/ATE103747T1/de
Priority to ES88202851T priority patent/ES2053716T3/es
Application granted granted Critical
Publication of BE1001413A6 publication Critical patent/BE1001413A6/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L25/00Baseband systems
    • H04L25/02Details ; arrangements for supplying electrical power along data transmission lines

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Amplifiers (AREA)
  • Superconductors And Manufacturing Methods Therefor (AREA)
  • Arrangements For Transmission Of Measured Signals (AREA)
  • Alarm Systems (AREA)
  • Selective Calling Equipment (AREA)
  • Networks Using Active Elements (AREA)
  • Emergency Alarm Devices (AREA)
  • Cable Transmission Systems, Equalization Of Radio And Reduction Of Echo (AREA)

Abstract

Zendketen (TR1) die in staat is om via zijn uitgang (L11/L21) een stroom (I) aan een lijn (L1/2) toe te voeren. Parallel over deze uitgang is een variabele impedantie verbonden, die bestuurd wordt door een servo-besturingsketen welke de zendketenuitgangsspanning (V) beperkt tot een constante waarde (VDD-VR) zodra minstens twee zendketens terzelfdertijd stroom leveren. Met een electronisch contactsysteem (P1/6, N1/6) wordt de zin van de stroom bestuurd.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   ZENDKETEN EN DAARIN GEBRUIKT ELECTRONISCH
CONTACTSYSTEEM
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zendketen voor een transmissiesysteem waarin een aantal dergelijke zendketens in parallel gekoppeld is met een transmissielijn die met een ontvangstketen is verbanden, waarbij deze zendketen een uitgang heeft, die elektrisch gekoppeld is met deze lijn maar daarvan galvanisch   geYsoleerd   is, en in staat is om op deze uitgang een stroom te verschaffen en deze stroom in functie van de over   deze-ui-tang si ande spanning   te beperken. 



   Een dergelijke zendketen is reeds bekend uit het ar. tikel"System 12. Configuration for ISDN Subscriber Equipment, Network Termination, Digital Telephones and Terminal Adapters" door T. Israel en anderen, Electrical Communication, Volume 59. Nummer   1/2.   1985,   blz.   



  120-126. 



   Zoals in dit artikel is beschreven maken de zendketens en de ontvangstketens deel uit van   S-tussenketens,   die respektievelijk in abonneestations en in een netwerkstation aangebracht zijn, waarbij dit netwerkstation met een numerieke centrale via een abonneelijn gekoppeld is. Elke van deze S-tussenketens omvat verder respektievelijk ook een ontvangstketen en een zendketen. waarbij deze ontvangstketens in parallel gekoppeld zijn met een andere transmissielijn tot dewelke 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 de zender van de netwerkstation toegang heeft. De S-tussenketens zijn bijvoorbeeld van het type beschreven in het   artikel"ISDM Components for   Public and Private
Loops" door P. Van Iseghem en anderen, Electrical Communication, Volume 61, november 1,   1987.     blz.   63-71. 



   Elke S-tussenketen   i s bijvoorbeeld   in staat om een 192 kbit/sec signaal uit te zenden dat bestaat uit groepen van freems van 42 bits. waarvan er 36 informatiebits zijn en deel uitmaken van twee B kanalen van 8 bits en een D kanaal van vier bits. Aldus blijven er 12 bits per freem over voor signalen die door de tussenketen toegevoegd kunnen worden. In de richting van het netwerkstation naar dit abonneestation vormen vier van deze bits een echokanaal voor de heroverdracht van de D kanaalbits ontvangen van het abonneestation. Deze heroverdracht is vereist om er voor te zorgen dat slechts een zendketen van dit kanaal gebruik maakt. Inderdaad, de zendketen van een abonneestation begint enkel het aan dit station toegewezen adres uit te zenden als het D kanaal vrij is.

   Als de bits van dit adres in de ontvangstketen van het netwerkstation ontvangen worden, worden ze met een   voorafbepaaltcrevverrirraging   in het D   echokanaal   naar de ontvangstketen van dit abonneestation herovergedragen, en de zendketen van dit station zendt enkel een volgende bit uit nadat het deze echobits heeft ontvangen. Zolang deze bits dezelfde zijn als de uitgezonden bits van het D kanaal gaat de zendketen van het abonneestation door met-uitzenden. Indien er echter in dit station een verschil wordt vastgesteld doordat er verscheidene eindketens van aboneestations hun adressen tegelijkertijd hebben uitgezonden, stopt dit station de uitzending. 



   Er dient opgemerkt dat voor de overdracht gebruik gemaakt wordt van een pseudoternaire code waarin een binaire een door de afwezigheid van stroom en een binaire 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 nul afwisselend door een positieve en een negatieve stroom wordt voorgesteld. 



   In het hierboven eerstgenoemde artikel   worden-geen   details gegeven over de zendketen, maar wordt vermeld dat deze keten moet werken als een spanningsbeperkende stroombron en dat de uitgangsstroom zodanig beperkt moet worden dat de spanning over de transmissielijn nooit een welbepaalde waarde overschrijdt. zelfs als verscheidene stations tegelijkertijd uitzenden. 



   Een doelstelling van de onderhavige uitvinding bestaat erin een zendketen van dit type te verschaffen, maar die in staat i5 aan deze vereisten op een eenvoudige wijze te voldoen. 



   Volgens de uitvinding wordt deze doelstelling bereikt doordat parallel over deze zendketenuitgang een variabele impedantie verbonden is, die bestuurd wordt door de uitgang van een servo-besturingsketen welke in werking gesteld wordt in functie van het verschil tussen een referentiespanning en een terugkoppelspanning die zelf functie is van de zendketenuitgangsspanning. 



   Op deze wijze wordt de servo-besturingsketen bijvoorbeeld werkzaam van zodra de terugkoppelspanning beneden de referentiespanning daalt en wordt deze terugkoppelspanning tot de referentiespanning beperkt,   waardoor   ook de uitgangsspanning van de zendketen wordt beperkt. 



   Een ander kenmerk van de   onderhavige   zendketen is dat deze servo-besturingsketen een vergelijkingsketen omvat die gevormd wordt door een eerste operationele versterker   waarvan   de eerste en tweede ingangen respektievelijk door deze referentiespanning en door deze terugkoppelspanning worden bestuurd. 



     Nog   een ander kenmerk van de onderhavige zendketen is dat deze variabele impedantie in serie met een constante-stroombron tussen twee voedingsgelijkspanningen 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 gekoppeld is, en dat het met de stroombron verbonden uiteinde van deze impedantie met deze tweede ingang van de eerste operationele versterker gekoppeld is. 



   Op deze wijze wordt de uitgangsspanning van de zendketen beperkt tot een spanning die gelijk is aan het verschil van een van de voedingsgelijkspanningen en de referentiespanning. 



   De uitvinding heeft eveneens betrekking op een electronisch contactsysteem, dat bijvoorbeeld bijzonder geschikt is om in de hierboven beschreven zendketen te worden gebruikt. Dat contactsysteem is vooral gekenmerkt doordat het minstens den electronisch contactinrichting omvat met : een hoofdtransistorschakelaar die tussen eerste en tweede klemmen verbonden is en een besturings derde klem heeft ; eerste en tweede hulptransistorschakelaars respektievelijk verbonden tussen deze derde klem en een vierde klem en tussen deze derde klem en een vijfde klem ; en besturingsmiddelen om deze eerste en tweede hulptransistorschakelaar in tegengestelde toestanden te brengen waarbij de ene geblokkeerd en de andere geleidend is. 



   Aldus wordt de   hoofdtransistorschakelaar   op eenvoudige wijze geleidend gemaakt of geblokkeerd, waardoor dergelijke electronische contactsystemen in de hierboven beschreven zendketen op eenvoudige wijze toegepast kunnen worden om de richting van de stroom door de variabele impedantie te besturen. 



   De hierboven vermelde en andere doeleinden en kenmerken van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zelf zal het best begrepen worden aan de hand van de   hiernavolgende     beschrijving   van een uitvoeringsvoorbeeld en van de bijbehorende tekeningen   waarin   :
Fig. l een schematisch diagram i5 van een transmissiesysteem, dat een zendketen volgens de 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 uitvinding omvat ;
Fig. 2 de zendketen TRI van Fig.   l   in detail voorstelt. 



   Het in Fig. 1 getoonde transmissiesysteem omvat een aantal zendketens TR1/8, die in parallel met een transmissielijn   Ll.   L2 gekoppeld zijn. Meer in het bijzonder heeft elk van deze zendketens TRI tot TR8 een uitgang, met respektieve klemmen Lll, L21 tot   L18,   L28, die met de lijn Ll. L2 via een respektieve transformator Tl/8 gekoppeld is. Aan zijn ene einde is da transmissielijn   Lit   L2 verbonden met een ontvangstketen REC, die met een (niet getoonde) numerieke centrale over een abonneelijn L3, L4 gekoppeld is, terwijl hij aan zijn andere uiteinde door een impedantie   ZI   is afgesloten. 



   De zendketens   TR1/8   en de ontvangstketen REC maken ieder deel uit van een (niet getoonde) S-tussenketen die in staat is de hierboven beschreven functies te vervullen,   bv,   een stroom It   of -I,   of geen stroom tussen zijn uitgangsklemmen Lll en L21/L18 en L28 voort te brengen. 



   De zendketens TRI tot TR8 zijn identiek en daarom is slechts één van hen, n1, TR1, en een bijbehorende besturingsketen   CC   die samen met TRI deel uitmaakt van een S-tussenketen in Fig. 2 in detail voorgesteld. De zendketen TRI werkt met de   voedingsspanningen   VDD = 5 Volt en VSS = 0 Volt en met een referentiespanning VR= 2, 9 Volts en omvat de constante-stroombronnen CS1 en CS2, die respektievelijk een stroom gelijk aan   11   = 300 en 12 = 80 micro-Amperes voortbrengen, de operationele versterkers DA1 en OA2, de   PMOS   veldeffecttransistors Pl tot P9, de NMOS veldeffecttransistors Nl tot N6 en de   weerstanden   Rl en R2. De besturingsketen CC verschaft de besturingssignalen X, XB.

   Y en   YB die   rechtstreeks de poorten van de transistors P3 tot P8 en N3 tot N6 besturen. Hierbij zijn XB en YB respektievelijk de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 inversen van X en Y. 



   De stroombron CS2 wordt in feite door   stroomspiegeling   (niet getoond) van de nauwkeurige stroombron   CSl   afgeleid. Aldus wordt op een eenvoudige wijze een niet zeer maar voldoende nauwkeurige gelijkstroomweerstand verwezenlijkt. 



   De stroombron   CS1   is in serie met de weerstand Rl tussen de voedingsspanningen VDD en VSS verbonden en ontwikkelt daarover een constante spanning VA=RI. IL
Hun verbindingspunt A is verbonden met de niet-inverterende ingang van de operationele versterker   DAM   waarvan de inverterende ingang verbonden is met het verbindingspunt B van twee parallelle ketens, die beide in serie met de weerstand R2 tussen VDD en VSS verbonden zijn. De eerste van deze parallelketens bestaat uit de serieverbinding van de   bron-naar-afvoerpaden   van transistors   Pl   en P9 en het   afvoer-naar-bronpad   van transistor N2.

   De tweede van deze parallelketens bestaat uit de serieverbinding van de   bron-naar-afvoerpaden   van transistors P2 en P9 en het   afvoer-naar-brondpad   van transistor NI. De poort van transistor P9 wordt bestuurd door het uitgangssignaal van de operationele versterker
OA2 waarvan de inverterende ingang met de referentiespanning VR verbonden is en waarvan de niet-inverterende ingang C met het gelijknamige verbindingspunt C verbonden is van de transistors P7 en   P8t   die samen met de transistors   Pl/6   en   N1/N6   een schakelketen vormen.

   De   afvoer-naar-bronpaden   van deze transistoren P7 en P8 zijn respektievelijk tussen de klem
Lll en C en tussen de klem L21 en   C   verbonden en hun poorten worden respektievelijk door de besturingssignalen
X en Y bestuurd. 



   De poorten van de transistors   PI,   P2,   NI,   N2 worden bestuurd door de transistors P3 tot P6 en N3 tot
N6 en laten het vloeien van een stroom toe van het 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 uiteinde Lll naar het uiteinde L21 van P9 of vice-versa. Meer in het bijzonder zijn zowel de bron-naar-afvoerpaden van de transistors P3 en P4 als de   bron-naar-afvoerpaden   van de transistors P5 en P6 in serie met de constante-stroombron CS2 tussen VDD en   VS5   verbonden, en 
 EMI7.1 
 de verbindingspunten van P3 en P4 en van PS en P6 zijn respectievelijk met de poorten van Pl en P2 verbonden. 



  De poorten van P3,   P4,   P5 en P6 worden bestuurd door de respektive besturingssignalen YB. XB, XB en   YB,   die door de besturingsketen CC worden verschaft. 



   Op gelijkaardige wijze worden de poorten van de transistors Nl en N2 respektievelijk door de transistors N3, N4 en   N5.   N6 bestuurd. Inderdaad, zowel de   afvoer-naar-bronpaden   van de transistors N3 en N4 als de   afvoer-naar-bronpaden   van de transistors N5 en N6 zijn in serie tussen de uitgang van de operationele versterker   DAM   en VSS verbonden, en de verbindingspunten van N3 en N4 en van N5 en N6 zijn respektievelijk met de poorten 
 EMI7.2 
 van Nl en N2 verbonden.

   De poorten van N3, N4, N5 en N6 worden bestuurd door de   respektieve besturingssignalen Y,   X, Y en   Y,   die door de besturingsketen   CC   waren    verschaft.--  
Zoals later zal blijken vormt de operationele verster OA2 samen met de transistors P7, P8 en P9 een servobesturingsketen waarvan het voorwaarts pad de transistor P9 en het terugkoppelpad de transistor P7 of P8 omvat. De operationele versterker   DAI   heeft een ingang A waarop de vaste spanning VA wordt gelegd en een terugkoppelpad welke via N3,   Nl   of via N5, N2 gesloten wordt. Deze operationele versterker DAI vormt samen met R2 een constante stroombron waarmee de constante stroom   11   verschaft door   CS1   wordt omgezet in een constante stroom I in R2. 



   De hierboven beschreven zendketen en het transmissiesysteem waarvan   hij   deel uitmaakt werken als 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 volgt. 



   Onder de besturing van de hierboven beschreven 
 EMI8.1 
 schakelketen Plot Nl/6 die zelf bestuurd word door de keten ce. de besturingssignalen X=YB=l, XB=V=I of X=Y=l verschaft. verschaft de zendketen een stroom die van Lll naar L21 vloeit en respektievelijk gelijk is aan Ii-I, of nul. welkeIn het geval X=YB=1 zijn de transistors P4, P5,
P8, N4 en N5 geleidend. terwijl de transistors P3, P6,
P7, N3 en N6 geblokkeerd zijn. Als gevolg daarvan : - is transistor Pl geleidend omdat zijn poort met VSS verbonden is via P4 en de gelijkstroomweerstand van de stroombron CS2 in serie ; - is transistor N2 geleidend gezien zijn poort via N5 met de positieve uitgang van 0A1 verbonden is ; - zijn de transistors P2 en NI geblokkeerd omdat P5 en
N4 respektievelijk rechtstreeks en over R2 de bron en de poort van P2 en van N1 met elkaar verbinden. 



   Doordat het terugkoppelpad van de versterker OA2 gesloten is via transistor   PB   is de spanning VC die dan aan de niet-inverterende ingang van OA2 wordt gelegd nagenoeg gelijk aan
VC = VDD-V waarbij V de spanning tussen de klemmen LII, L21 is. 



   Ook is het terugkoppelpad van de operationele versterker OAl gesloten via N5 en   N2,   zodat de spanning VB op het verbindingspunt B gelijk is aan VA en er een 
 EMI8.2 
 constante stroom Rl I In een R2 Rl = 11 -- door da weerstand R2 vloeit.voorkeursuitvoering is de verhouding-bijvoorbeeld
R2 gelijk aan 25 zodat met de hierboven opgegeven waarde van I1 = 300 micro-Amperes de stroom I1 gelijk is aan 75 mili-Amperes. Deze stroom 1 vloeit van VDD naar VSS via transistor   PI,   klem L11, de primaire wikkeling van transformator Tl, klem   Lut   transistor N2 en weerstand 

 <Desc/Clms Page number 9> 

   R2.   



   Op gelijkaardige wijze, als XB=Y=1 is, zijn de transistors P4,   PS, P8,   N4 en N5 geblokkeerd terwijl de transistors P3, P6, P7, N3 en N6 geleidend zijn, waardoor de transistors   Pl,   N2 geblokkeerd en P2, NI geleidend zijn. Doordat het terugkoppelpad van OA2 gesloten is via transistor P7 wordt de spanning VC aan de niet-inverterende ingang van OA2 opnieuw door de betrekking (1) gegeven. Ook is het terugkoppelpad van   0Al   gesloten via N3 en NI zodat VB=VA is, waardoor de stroom I dan vloeit vanaf VDD naar VSS via transistor P2, klem L21. de primaire   wikkeling   van de transformator   Tl,   klem   Lll.   transistor NI en weerstand R2.

   Met andere woorden, de stroom I vloeit nu in de omgekeerde zin (van L21 naar   Lll)   door de primaire wikkeling dan als   X=YB=l.   



   Tenslotte, in het   geval     X=Y=l   zijn de transistors 
 EMI9.1 
 Pl. P2, P7, P8, Nl en N2 geblokkeerd zodat geen stroom aan de lijn wordt toegevoerd. 



   Er weze opgemerkt dat in de stroombron   CS1.     Rl.   



  0A1, R2 de constante stroom 11 in de stroom 1 wordt omgevormd door   vermenigvuldiging   met de verhouding   Rl/R2.   
 EMI9.2 
 Doordat aldus betrekkelijk klein gekm de stroom nworden, wordt het vermogenverbruik van de gehele zendketen beperkt. Anderzijds is het gemakkelijker om een juiste verhouding van weerstanden te verwezenlijken dan om juiste weerstanden te maken. 



   Tengevolge van de aanwezigheid van de transformator Tl die bijvoorbeeld een wikkelverhouding gelijk aan n heeft, wordt de primaire stroom I tot een 
 EMI9.3 
 secondaire stroom I'=nI omgevormd. In een voorkeursuitvoering is - enkel een-stroom REC wordt toegevoerd,   d. w. z. z01ang   het verschil tussen het aantal-zendketens dat een stroom 1 in een zin verschaft en het aantal zendketens dat een stroom in 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 tegengestelde zin verschaft gelijk is aan 1, wordt de spanning V'=Z'I'over de transmissielijnimpedantie   Z'   opgewekt. De waarde van de stroom   I'werd   zodanig   gekozen   dat deze spanning in elk van de zendketens, zoals TR1, die een stroom I verschaft aanleiding geeft tot een spanning V=nV'die zodanig is dat VC groter is dan de referentiespanning VR.

   De uitgang van de versterker OA2 is dan positief, als gevolg waarvan transistor P9 geblokkeerd   i s.   



   In een voorkeursuitvoering is Z'= 50 Ohm en n=2 zodat de   lijnimpedantie,   gezien op de klemmen Lll, L21, gelijk is aan Z = 200 Ohms. Met I = 75   mili-Amperes   heeft men V = 1, 5 Volts zodat VC = VDD-V = 3, 5 Volts hetgeen groter is dan VR =   2, 9   Volts. 



   Van zodra er een stroom   mI',   met m = > 2, aan de ontvangstketen REC wordt toegevoerd.   d. w. z. van   zodra het verschil tussen het aantal zendketens dat een stroom I verschaft in een zin en het aantal zendketens dat een stroom in tegengestelde zin verschaft groter is dan 2, is de spanning die dan over de transmissielijnimpedantie Z' opgewekt wordt gelijk aan   V'= mZ'I',   die dus m maal groter is dan in het geval m=1. In elk van de zendketens, bijvoorbeeld p, die een stroom   1   verschaffen, geeft dit aanleiding tot een eveneens m maal groter spanning V die zodanig is dat VC kleiner is dan VR. 



   In het bovenstaande voorbeeld en met m=2 heeft men V=3 Volt zodat VC = VDD-V   = 2   Volt hetgeen inderdaad kleiner is dan VR = 2, 9 Volt. 



   Als gevolg daarvan wordt in elk van de p zendketens de uitgang van OA2 gedeactiveerd, tengevolge waarvan de bijbehorende transistor P9 geleidend gemaakt wordt. Aldus   wordt zijn impedanties   die P9 genoemd wordt, tussen de klemmen Lll en L21 verbonden en omgevormd tot een impedantie P'9 = P9/N tussen de lijn, waarbij N gelijk is aan het kwadraat van n. Bijgevolg 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 worden p impedanties P'9 in parallel met de   lijnimpedantie     Z' verbonden om   een totale lijnimpedantie Z'2 te verschaffen waarover een spanning V'wordt   ontwikkeld.   Deze totale   Ilinimpedantie Z'2   en deze spanning V'worden in elk van de p zendketens respektievelijk omgevormd in een   lijnimpedantie   Z2=Z'2. N en een   spanning V=nV'.   



   Door de werking van de servo-besturingsketen in elk van de p zendketens wordt de impedantie P9, en daarom ook de impedantie Z2, zodanig geregeld dat daarin de 
 EMI11.1 
 spanning V voldoet aan de betrekking 
 EMI11.2 
 VR = VDD-V of dat V = VDD (3) 
 EMI11.3 
 In het bovenstaande voorbeeld verkrijgt men V=2, Volts. 



   Bijgevolg. door de werking van elk van de servo-besturingsketens wordt de spanning V tussen de klemmen Lll, L21 beperkt tot een constante waarde van zodra de stroom toegevoerd aan de ontvangsketen REC tenminste gelijk is aan 21'. 



   In verband met hetgeen voorafgaat kan nog worden opgemerkt-dat door-het gebruik van de   schakelmTdelen   dezelfde nauwkeurige stroom I aan de transmissielijn in de ene of andere zin toegevoerd wordt. Hierdoor wordt het probleem van stroomongelijkheid vermeden dat zieh kan voordoen als voor elke stroomzin een andere stroombron zou worden gebruikt. 



   Ook kan worden opgemerkt dat de hierboven beschreven schakelketen Pl/6,   NI/6   in feite bestaat uit vier gelijkaardige electronische contactinrichtingen P1/3/4, P2/5/6, N1/4/3 en N2/6/5. Elk van deze inrichtingen, bijvoorbeeld Plu omvat : - een hoofdtransistorschakelaar Pl die met zijn bron- en afvoerelektroden tussen eerste en tweede klemmen verbonden is en een besturings derde klem heeft die 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 door zijn poort wordt   gevormd   - eerste en tweede hulptransistorschakelaars P3 en P4 die met hun bron en   afvoerelektroden   respektievelijk tussen deze derde klem en een vierde klem en tussen deze derde klem en een vijfde klem verbonden zijn ;

   - besturingsmiddelen (CC) om deze eerste en tweede hulptransistorschakelaars P3 en P4 in tegengestelde toestanden te brengen, waarbij de ene geblokkeerd en de ander geleidend is. 



   Indien zoals getoond voor Pl en P3 de eerste en vierde klemmen verbonden zijn   heeft - zoals hierboven   beschreven - het geleidend maken van P3 tot gevolg dat de bron in de poort van Pl onderling worden kortgesloten waardoor de werking van Pl wordt belet. terwijl het geleidend maken van P4 tot gevolg heeft dat de potentiaal op de vijfde klem aan de poort van Pl wordt gelegd waardoor deze geleidend kan worden. Dezelfde werking geldt voor NI, N4 en N2, N6 hoewel daar de bronnen van deze transistoren via de kleine weerstand R2 zijn verbonden. 



   Hoewel de principes van de uitvinding hierboven   zain beschreven   aan de hand-van bepaalde uitvoeringsvormen en wijzigingen daarvan, is het duidelijk dat de beschrijving slechts bij wijze van voorbeeld is gegeven en de uitvinding niet daartoe is beperkt.

Claims (17)

  1. CONCLUSIES 1. Zendketen (TR1) voor een transmissiesysteem waarin een aantal dergelijke zendketens (TRl/8) in parallel gekoppeld is met een transmissielijn (Lit L2) die met een ontvangstketen (REC) is verbonden, waarbij deze zendketen (TRI) een uitgang (Lllt L21) heeft, die elektrisch gekoppeld is met deze lijn (Ll.
    L2) maar daarvan galvanisch geïsoleerd is, en in staat is om op deze uitgang een stroom (I) te verschaffen en deze stroom in functie van de over deze uitgang staande spanning (V) te beperken, met het kenmerk dat parallel over deze zendketenuitgang (lull. L2l) een variabele impedantie (P9) verbunden is, die bestuurd wordt door de uitgang van een servo-besturingsketen (0A2, P7/8) welke in werking gesteld wordt in functie van het verschil tussen een referentiespanning (VR) en een terugkoppelspanning (VC) die zelf functie i s wan de zendketenuitgangsspanning (V).
  2. 2. Zendketen volgens conclusie 1, met het kenmerk dat deze servo-besturingsketen (OA2, P7/8) een vergelijkingsketen omvat die gevormd wordt door een eerste operationele versterker COA2) waarvan de eerste en tweede ingangen respektievelijk door deze referentiespanning (VR) en door deze terugkoppelspanning (VC) worden bestuurd.
  3. 3. Zendketen volgens conclusie 2, met het kenmerk dat deze variabele impedantie (P9) in serie met een constante-stroombron (OA1, CSl. Rl, R2) tussen twee voedingsgelijkspanningen (VDD, VSS) gekoppeld iso en dat <Desc/Clms Page number 14> het met de stroombron (osa1. CSI, RI, R2) verbanden uiteinde wan deze impedantie (P9) met deze tweede ingang van de eerste operationele versterker (0A2) gekoppeld is.
  4. 4. Zendketen volgens conclusie 3, met het kenmerk dat deze stroombron (DAl. CS1, Rl, R2) een tweede operationele versterker (osa1) omvat met een uitgang welke gekoppeld is, enerzijds met zijn tweede ingang en anderzijds met een eerste weerstand (R2) die zelf in serie met deze variabele impedantie (P9) gekoppeld is.
  5. 5. Zendketen volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de eerste ingang van deze tweede operationele versterker (OAl) verbanden is met het verbindingspunt (A) van een tweede constante stroombron (CSI) en een tweede weerstand (Rl) die van de eerstgenoemde stroombron deel uitmaken en in serie tussen deze twee gelijkspanningen (VDD. VSS) gekoppeld zijn. waardoor aan dit verbindingspunt (A) een welbepaalde spanning wordt verschaft.
  6. 6. Zendketen volgens conclusie 2, met het kenmerk dat deze variabele impedantie (P9) een veldeffecttransistor is waarvan de poort door de uitgang van deze eerste operationele versterker (OA2) bestuurd wordt.
  7. 7. Zendketen volgens conclusies 3 en 6. met het kenmerk dat deze veldeffecttransistor (P9) een PMOS transistor is waarvan het met de stroombron (DAI CSI, Rl. R2) verbonden uiteinde met de niet-inverterende tweede ingang van de eerste operationele versterker (OA2) gekoppeld is.
  8. 8. Electronisch contactsysteem met het kenmerk dat het minstens een electronische contactinrichting omvat met : een hoofdtransistorsehakelaar (P1; N2; P2; N1) die tussen eerste (VDD ; VSS) en tweede (L11; L21; L21; L11) klemmen verbonden i5 en een besturings derde klem heeft : eerste (P3 : H6 : PS ; H4) en tweede (P4 : NS ; P6 : N3) <Desc/Clms Page number 15> hulptransistorschakelaars respektievelijk verbanden tussen deze derde klem en een vierde klem en tussen deze derde klem en een vijfde klem en besturingsmiddelen (CC) am deze eerste (P3 ; N6 ; PS ; N4) en tweede (P4 ; N5 ; P6 ; N3) hulptransistorschakelaars in tegengestelde toestanden te brengen. waarbij de ene geblokkeerd en de andere geleidend is.
  9. 9. Electronisch contactsysteem volgens conclusie 8, met het kenmerk dat deze besturingsmiddelen (CC) besturingsklemmen van deze eerste en tweede hulptransistorschakelaars besturen.
  10. 10. Electronisch contactsysteem volgens conclusie 8. met het kenmerk dat deze eerste en vierde klemmen enerzijds en deze tweede klem anderzijds. respektievelijk met verschillende van twee voedingsgelijkspanningen (VDD.
    VSS ; VSS. VDD) gekoppeld zijn, en deze vijfde klem met een tussen deze twee gelijkspanningen gelegen derde gelijkspanning gekoppeld is.
  11. 11. Electronisch contactsysteem volgens conclusie 10, met het kenmerk dat het minstens een paar van deze inrichtingen omvat dat gevormd wordt daar een eerste (P1/3/4;P2/5/6)eneentweede(N2/6/5;N1/4/3)vandeze contactinrichtingen waarvan de eerste klemmen respektievelijk met een eerste (VDD) en een tweede (VSS) van deze twee voedingsgelijkspanningen gekoppeld zijn en waarvan de tweede klemmen met verschillende klemmen (alle L21 ; L219 Lll) van een belasting (P9) gekoppeld zijn.
  12. 12. Electronisch contactsysteem volgens conclusie 11. met het kenmerk dat de vierde en vijfde klem van de eerste inrichting (Pl/3/4 ; P2/5/6) respektievelijk rechtstreeks met de eerste klem van deze inrichting en via een derde weerstand (CS2) met de vierde klem van de tweede inrichting (N2/6/5; N1/4/3) gekoppeld zijn, en dat de vierde en vijfde klem van de tweede inrichting (N2/6/5; N1/4/3) respektievelijk verbonden zijn via een EMI15.1 ...., <Desc/Clms Page number 16> eerste weerstand (R2) met de eerste klem van deze inrichting en rechtstreeks met de uitgang van een tweede operationele versterker (OA1) waarvan de eerste ingang en de uitgang respektievelijk met de eerste en vijfde klem van deze tweede inrichting (N2/6/5;
    N1/4/3) verbonden zijn en waarbij aan de tweede ingang van deze tweede versterker (osa1) een welbepaalde spanning < CSlt RD wordt gelegd.
  13. 13. Elektronsich contactsysteem volgens conclusie 12, met het kenmerk dat deze derde weerstand verschaft wordt door een derde constante stroombron (CS2) die gekoppeld is met een tweede stroombron (CSl) welke in serie met een tweede weerstand (Rl) tussen de eerste klem van de eerste inrichting en de vierde klem van de tweede inrichting is verbonden. waarbij deze welbepaalde spanning op het verbindingspunt (A) van deze tweede stroombron (CS1) en deze tweede weerstand (Rl) wordt verschaft, en waarbij deze tweede operationele versterker (OA2) t deze eerste (RZ) en tweede (Rl) weerstanden en deze tweede stroombron (CS1) samen'een constante stroombron vormen.
  14. 14. Electronisch contactsysteem volgens conclusie 11. met het kenmerk dat hij een eerste (Pl/3/4 ; P2/5/6) en tweede paar (N2/5/6); N1/3/4) van deze inrichtingen omvat. waarbij de eerste en tweede inrichtingen van het eerste paar met eerste en tweede klemmen van deze belasting gekoppeld zijn, terwijl de eerste en tweede inrichtingen van het tweede paar met deze tweede en eerste klemmen van deze belasting gekoppeld zijn, en dat de eerste, vierde en vijfde klemmen zowel van de eerste inrichtingen van deze paren als van de tweede inrichtingen daarvan gemeenschappelijk zijn.
  15. 15. Electronisch contactsysteem volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de transistorschakelaars van de eerste en tweede inrichtingen respektievelijk <Desc/Clms Page number 17> veldeffecttransistors van het tegengestelde type zijn.
  16. 16. Electronisch contactsysteem volgens conclusie 15. met het kenmerk dat deze transistors van deze eerste en tweede inrichtingen repektievelijk PMOS en NMOS transistors zijn. EMI17.1
  17. 17. Zendketen volgens een van de conclusies 1 tot 7. met het kenmerk dat deze een electronisch contactsysteem volgens een van de conclusies 14 tot 16 bevat, waarbij deze variabele impedantie (P9). van deze belasting deel uitmaakt.
BE8701480A 1987-12-23 1987-12-23 Zendketen en daarin gebruikt electronisch contactsysteem. BE1001413A6 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8701480A BE1001413A6 (nl) 1987-12-23 1987-12-23 Zendketen en daarin gebruikt electronisch contactsysteem.
AU26527/88A AU613434B2 (en) 1987-12-23 1988-12-05 Transmitter system and associated electronic contact system
EP88202851A EP0322025B1 (en) 1987-12-23 1988-12-13 Transmitter circuit
DE3888810T DE3888810T2 (de) 1987-12-23 1988-12-13 Sendeschaltung.
AT88202851T ATE103747T1 (de) 1987-12-23 1988-12-13 Sendeschaltung.
ES88202851T ES2053716T3 (es) 1987-12-23 1988-12-13 Circuito emisor.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8701480A BE1001413A6 (nl) 1987-12-23 1987-12-23 Zendketen en daarin gebruikt electronisch contactsysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1001413A6 true BE1001413A6 (nl) 1989-10-24

Family

ID=3883027

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8701480A BE1001413A6 (nl) 1987-12-23 1987-12-23 Zendketen en daarin gebruikt electronisch contactsysteem.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP0322025B1 (nl)
AT (1) ATE103747T1 (nl)
AU (1) AU613434B2 (nl)
BE (1) BE1001413A6 (nl)
DE (1) DE3888810T2 (nl)
ES (1) ES2053716T3 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4829541A (en) * 1988-01-22 1989-05-09 Advanced Micro Devices, Inc. Pseudo-ternary code transmitter
US9210011B2 (en) * 2011-09-23 2015-12-08 Intel Corporation Push-pull source-series terminated transmitter apparatus and method

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1200486A (en) * 1967-04-18 1970-07-29 Int Computers Ltd Data transmitting apparatus
DE2022553A1 (de) * 1970-05-08 1971-11-25 Siemens Ag Anordnung zum Schutz vor Stoereinwirkungen in Anlagen der Nachrichten- bzw. Datentechnik
US4620310A (en) * 1985-03-11 1986-10-28 Metapath Inc. Method and apparatus for generating bipolar pulses in a local area network

Also Published As

Publication number Publication date
EP0322025A3 (en) 1990-04-25
DE3888810D1 (de) 1994-05-05
DE3888810T2 (de) 1994-08-18
ATE103747T1 (de) 1994-04-15
EP0322025B1 (en) 1994-03-30
ES2053716T3 (es) 1994-08-01
EP0322025A2 (en) 1989-06-28
AU613434B2 (en) 1991-08-01
AU2652788A (en) 1989-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5955911A (en) On-chip differential resistance technique with noise immunity and symmetric resistance
US6130548A (en) Signal converting receiver having constant hysteresis, and method therefor
US5666354A (en) CMOS bi-directional differential link
US5396028A (en) Method and apparatus for transmission line termination
DE2633066C2 (de) -Einrichtung zur Übertragung von Gegentaktsignalen über eine Zweidrahtleitung im Duplexbetrieb
JPH024075A (ja) 伝送システム
DE3783803T2 (de) Sender fuer s-bus-schnittstelle in einem dienstintegrierenden digitalnetz (isdn).
WO1980001008A1 (en) Coupling circuit for transferring data signals at a high rate
US4628307A (en) FET switch for high frequency signals
US6307402B1 (en) Output buffer for driving a symmetrical transmission line
JPS63155931A (ja) デジタル信号伝送回路
BE1001413A6 (nl) Zendketen en daarin gebruikt electronisch contactsysteem.
NL8200612A (nl) Batterijvoedingsketen.
US5144154A (en) Range changing using N and P channel FETS
US3476879A (en) Line relay for d.c. telegraph systems
US3363191A (en) Data transmission amplifier
KR900002740B1 (ko) 교환기용 급전회로
US6792105B1 (en) Current-mode differential active hybrid circuit
US4899114A (en) Voltage source amplifier for use in a pseudoternary code transmitter
US2473346A (en) Teletypewriter exchange system
JP2004537923A (ja) データを伝送するためのラインドライバ
BE905924R (nl) Telecommunicatie-inrichting en daarin gebruikte ketens.
JP2504455B2 (ja) 極性反転検出回路
GB998760A (en) Improvements in or relating to communication systems
US3116423A (en) Keying circuit with four terminal network for independent keying of plural repeaters without interference

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: BELL TELEPHONE MFG CY N.V.

Effective date: 19931223