BE1000993A3 - Method for restoring broken chain ​​wires on looms. - Google Patents

Method for restoring broken chain ​​wires on looms. Download PDF

Info

Publication number
BE1000993A3
BE1000993A3 BE8701157A BE8701157A BE1000993A3 BE 1000993 A3 BE1000993 A3 BE 1000993A3 BE 8701157 A BE8701157 A BE 8701157A BE 8701157 A BE8701157 A BE 8701157A BE 1000993 A3 BE1000993 A3 BE 1000993A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
thread
wire
threads
wires
guiding means
Prior art date
Application number
BE8701157A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE8701157A priority Critical patent/BE1000993A3/en
Priority to EP88202075A priority patent/EP0311170A1/en
Priority to JP25574188A priority patent/JPH01124659A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1000993A3 publication Critical patent/BE1000993A3/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/004Detection and repair of broken warp yarns

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Auxiliary Weaving Apparatuses, Weavers' Tools, And Shuttles (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het herstellen van gebroken kettingdraden bij weefmachines, in het bijzonder voor het herstellen van kettingdraden tussen de kettingboom en de kettingwachter.Method for repairing broken warp threads in weaving machines, in particular for repairing warp threads between the warp beam and the warden.

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het herstellen van gebroken kettingdraden bij 
 EMI1.1 
 we efmach in es. weefmachines. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het herstellen van gebroken kettingdraden bij weefmachines. In het bijzonder is deze werkwijze bedoeld voor het herstellen van kettingdraden in het geval van breuken die zi'ch hebben voorgedaan tussen, enerzijds, de kettingboom en, anderzijds, de kettingwachter. 



  De uitvinding heeft een werkwijze tot doel waarbij de    voornoemde herstelling op een bijzonder korte tijdspanne kan    gerealiseerd worden, één en ander zodanig dat in een groot aantal gevallen de weefmachine na een korte stilstand terug kan herstart worden, waarbij het terugstarten van de weefmachine eventueel al gedurende de herstelcyclus kan plaatsvinden. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



     Hiertoe betreft   de huidige uitvinding een werkwijze voor het   herstellen van gebroken kettingdraden bij weefmachines,   in het bijzonder voor het herstellen van kettingdraden tussen de kettingboom en de kettingwachter, met als kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in het lokaliseren en vastnemen van de twee draadeinden van de gebroken kettingdraad ; het aan een eerste vastgenomen draadeinde presenteren van een draad afkomstig van een afzonderlijke draadvoorraad die voorafgaandelijk van draadgeleidingsmiddelen is voorzien en een inrichting voor het verbinden van draden ; het verbinden van het voornoemd eerste draadeinde met de draad van de afzonderlijke draadvoorraad door de inschakeling van de voornoemde inrichting voor het verbinden van draden ;

   het verplaatsen van de voornoemde draadgeleidingsmiddelen naar de plaats waar het tweede draadeinde gelokaliseerd werd, waarbij de draad die afkomstig is van de afzonderlijke draadvoorraad in de draadgeleidingsmiddelen aanwezig blijft ; het aan het tweede vastgenomen draadeinde presenteren van de draad afkomstig van de afzonderlijke draadvoorraad, alsook het eraan presenteren van een inrichting voor het verbinden van draden ; het verbinden van het tweede draadeinde met de voornoemde draad die aan het eerste draadeinde is geknoopt door de laatstgenoemde inrichting voor het verbinden van draden in werking te stellen, waarbij de draden in aangespannen toestand met elkaar worden verbonden   ;

   en   het terug in gereedheid brengen van de inrichting of inrichtingen voor het verbinden 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 van draden en de draadgeleidingsmiddelen in afwachting van een nieuwe herstellingscyclus. 



  Indien het eerst vastgenomen draadeinde het draadeinde is dat in verbinding staat met het weefsel kan het terugstarten van de weefmachine al gedurende de herstellingscyclus plaatsvinden. 



  Doordat gedurende het verplaatsen van de voornoemde draadgeleidingsmiddelen de draad afkomstig van de afzonderlijke draadvoorraad in deze draadgeleidingsmiddelen aanwezig blijft, wordt het aantal bedradingen en   lokalisatie   die bij een herstelcyclus dienen uitgevoerd te worden beperkt tot een minimum, met als voordeel dat ook de herstelling in een minimum van tijd kan uitgevoerd worden. 



  De draadgeleidingsmiddelen kunnen bestaan uit   een   of meerdere draadogen of dergelijke die bij voorkeur naast de inrichting voor het verbinden van de draden staan opgesteld en gemeenschappelijk ermee kunnen verplaatst worden. Zij kunnen echter ook gevormd worden door de draadgeleidingen die eigen zijn aan de inrichting voor het verbinden van de draden. 



  De voornoemde afzonderlijke draadvoorraad kan van willekeurige aard zijn. Hij bestaat bijvoorbeeld uit een voorraadspoel van waaraf opeenvolgend de nodige draad wordt ontnomen. Volgens 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 een variante wordt in plaats van een voorraadspoel gebruik gemaakt van losse draadeinden van voldoende lengte om een reparatie uit te voeren. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen wordt hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, stapsgewijze de werkwijze volgens de uitvinding beschreven, met   verwijzing   naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een weefmachine weergeeft waarbij zieh in de ketting een draadbreuk heeft voorgedaan ; figuren 2 t. e. m. 5 opeenvolgend de verschillende stappen van de werkwijze volgens de uitvinding weer- geven ; figuren 6   t.   e. m. 11 betrekking hebben op een variante van de in de vorige figuren weergegeven uitvoering. 



  In figuur 1 wordt schematisch een weefmachine weergegeven met als op zichzelf bekende komponenten de kettingboom   1,   de sleep 2, een kettingwachter 3 met verscheidene rijen kettingwachterlamellen 4, het weefvak 5, de kaders 6, het riet 7, de doekboom 8, de kettingdraden 9 en het gevormde weefsel 10. Duidelijkshalve is in de figuren tussen de kettingboom 1 en de kettingwachter 3 uitsluitend de te herstellen kettingdraad 9A afgebeeld. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



   Verder zijn in figuur 1 eerste en tweede middelen weergegeven, respektievelijk 11 en 12, die tot doel hebben de ten gevolge van een kettingdraadbreuk 13 gevormde draadeinden 14 en 15 te lokaliseren en vast te nemen en/of af te zonderen t. o. v. de overige kettingdraden 9. Deze middelen zijn op zichzelf bekend. De eerste middelen 11 bestaan bijvoorbeeld uit een zuigmond 16 die het eerste draadeinde 14 nabij de ten gevolge van de kettingdraadbreuk 13 gevallen kettingwachterlamel 4 vastneemt, waarbij dit bijvoorbeeld gebeurt zoals beschreven in de Belgische oktrooiaanvrage nr 8700254 van aanvraagster. 



  De middelen 12 kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een inrichting waarbij d. m. v. een hefboommechanisme 17 kleefmiddelen, zoals kleefband 18, tegen de kettingdraden 9 gedrukt worden ter hoogte van de plaats waar de gebroken kettingdraad 9A gesitueerd is, zodanig dat bij het terugtrekken van de kleefmiddelen de betreffende losse draad 9A, zoals weergegeven in figuur   1,   aan de kleefband 18 blijft hangen. 



  Zoals nog in figuur   l   is aangeduid, wordt volgens de uitvinding gebruik gemaakt van een verplaatsbare inrichting 19 voor het verbinden van draden, zoals een knooptoestel, bijvoorbeeld van het type zoals bekend uit het Duits oktrooi nr 599. 681. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



   De werkwijze volgens de uitvinding bestaat hoofdzakelijk in de verschillende stappen zoals opeenvolgend weergegeven in figuren 1 t. e. m. 5. 



   In het geval dat zich een kettingdraadbreuk 13 heeft voor- gedaan, wordt dit d. m. v. de kettingwachter 4 gedetekteerd. Met een toestel zoals beschreven in de Belgische oktrooiaanvrage nr 8700983 wordt bepaald of de kettingdraadbreuk 13 tussen de kettingboom 1 en de kettingwachter 3 voorkomt. Indien dit het geval is treden de middelen 11 en 12 voor het lokaliseren, afzonderen en/of vastnemen van de draadeinden 14 en 15 in werking,   een   en ander zodanig dat een toestand zoals in figuur 1 wordt verkregen. Hierbij wordt opgemerkt dat de inrichting 19 voor het verbinden van de draden reeds   voorafgaarfdelijk   van een draad 20 werd voorzien, afkomstig van een draadvoorraad 21, zoals bijvoorbeeld een draadvoorraadspoel. 



  Het lokaliseren van de draadeinden 14 en 15 gebeurt bij voorkeur respektievelijk ter hoogte van de kettingwachter 3 en in de direkte nabijheid van de kettingboom 1. 



  Nadat beide draadeinden 14 en 15 gelokaliseerd zijn, wordt de inrichting voor het verbinden van de draden naar   een   van de draadeinden, bijvoorbeeld het eerste draadeinde 14, verplaatst. Zoals schematisch weergegeven in figuur 2 wordt het in de zuigmond 16 opgenomen draadeinde 14 d. m. v. op 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 zichzelf bekende   haak-en/of klemmiddelen   22 door de inrichting 19 gehaald, waardoor deze laatste volledig bedraad is. Hierna treedt de inrichting 19 in werking waardoor, zoals weergegeven in figuur 3, de draad 20 met het draadeinde 14 verbonden wordt d. m. v. een knoop 23 of dergelijke. 



   In een volgende stap, zoals schematisch weergegeven in figuur 3, wordt de inrichting 19 voor het verbinden van de draden verplaatst naar de middelen 12 die het tweede draadeinde 15 uit de ketting hebben afgezonderd. Belangrijk hierbij is dat gedurende de verplaatsing, aangeduid door pijl P, de draad 20 afkomstig van de draadvoorraad 21 door de voornoemde inrichting 19 glijdt, waardoor de in de inleiding bedoelde draadgeleidingsmiddelen 24, die in deze uitvoeringsvorm bestaan uit de draadgeleidingen van de inrichting 19 zelf, met de draad 20 bedraad blijven. 



  Vervolgens wordt, zoals nog weergegeven in figuur 3, het tweede draadeinde 15 d. m. v. de voornoemde-of eventuele   andere-haak-en/of   klemmiddelen 22 van de kleefband 18 losgetrokken en door de voornoemde inrichting 19 gevoerd. Deze inrichting is dan in gereedheid om de voornoemde draad 20 met het tweede draadeinde 15 te verbinden. 



  Teneinde te bekomen dat de betreffende kettingdraad 9A na zijn herstelling dezelfde lengte bezit dan de overige kettingdraden 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 9 wordt, zoals weergegeven in figuur 4, de inrichting 19 voor het verbinden van de draden in het vlak van de ketting geplaatst, waarbij, enerzijds op het draadeinde 15, en anderzijds, op de draad 20 een spankracht wordt uitgeoefend vooraleer de inrichting 19 in werking treedt. De spankracht op het draadeinde 15 kan bijvoorbeeld bekomen worden d. m. v. de reeds genoemde haak- of klemmiddelen 22, terwijl de spankracht uitgeoefend op de draad 20 bekomen wordt d. m. v. een beweegbare klem 25 of dergelijke, die bijvoorbeeld zoals weergegeven in figuren 3 en 4 gemonteerd is op de inrichting 12. 



  Nadat de knoop of enige andere verbinding 26 tussen het draadeinde 15 en de voornoemde draad 20 gerealiseerd is, wordt de draadvoorraad 21 losgesneden en kan de inrichti g 19 voor het verbinden van draden terug haar wachtstand innemen,   een   en ander zoals weergegeven in figuur 5. Het doorsnijden van de draad 20 en het afsnijden van het vrije gedeelte van het draadeinde 15 wordt zoals bekend doorgaans door de knoopinrichting zelf uitgevoerd. 



  Het is duidelijk dat bij het vormen van de verbindingen of knopen 23 en 26 de overige draadresten worden afgesneden en worden afgevoerd, bijvoorbeeld d. m. v. de in figuren 2 en 4 weergegeven zuigmond 27. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Het is eveneens duidelijk dat het tweede draadeinde 15 slechts gelokaliseerd dient te zijn op het ogenblik dat de inrichting
19 voor het verbinden van draden zieh naar de middelen 12 verplaatst. 



  Door gebruik te maken van de werkwijze volgens de uitvinding kan het draadeinde 14, alsook de draad 20, gedurende de verplaatsing van de voornoemde inrichting 19 gespannen gehouden worden, waardoor bekomen wordt dat de weefmachine reeds vanaf het moment dat de verbinding of knoop 23 gerealiseerd wordt en het draadeinde 14, alsook de draad 20, gespannen gehouden worden terug in werking kan gesteld worden. 



  Hierbij kan na het verwezenlijken van de knoop 23 een automatische start van de weefmachine worden u-itgevoerd, waarbij als startgegeven o. a. het kettingwachtersignaal kan worden aangewend. Bij het aanspannen van de kettingdraad wordt immers de bijhorende kettingwachterlamel opgeheven en wordt het kontakt aan de ermee samenwerkende elektrode onderbroken. 



  Zoals weergegeven in figuren 6 t. e. m. 10 kunnen de voornoemde draadgeleidingsmiddelen 24 ook bestaan uit klemmen 28 en 29, of dergelijke, die bijvoorbeeld naast de inrichting 19 voor het verbinden van draden zijn aangebracht en door middel van een al dan niet gemeenschappelijke drager 30 samen met de inrichting 19 op verschillende plaatsen kunnen gepresenteerd worden. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  Hierbij zijn de klemmen 28 en 29 uitgevoerd zoals in figuur 7, zodanig dat door de onderlinge verplaatsing van de bekken 31 en 32, d. m. v. een gepaste aandrijving 33, respektievelijk in drie verschillende standen kan worden voorzien, namelijk een stand A waarin de klem geopend is, een stand B waarin de klem de vorm van een draadoog aanneemt en een stand C waarin de klem gesloten is. 



  De werkwijze kan ook in dit geval stapsgewijs uit figuren 6, 8, 9 en 10 worden afgeleid. De toestand volgens figuur 6 komt hierbij overeen met de toestand volgens figuur 1. Belangrijk hierbij is wederom dat de draad 20 van de afzonderlijke draadvoorraad 21 reeds in wachtpositie gereed gehouden wordt in de draadgeleidingsmiddelen 24. In de toestand volgens figuur 8 wordt de inrichting 9 aan de beide gestrekte draden 20 en 9A gepresenteerd teneinde de knoop 23 te vormen. Hierbij wordt de zuigmond 16 bijvoorbeeld iets opgelicht en houdt deze laatste het draadeinde 14 strak. 



  Bij de verplaatsing P van de drager 30 blijft de draad 20 in de draadgeleidingsmiddelen 24, of althans toch in   een   klem ervan, nl. klem 28, aanwezig. Het is duidelijk dat de klem 28 zieh op dat moment in de voornoemde stand B volgens figuur 7 bevindt. Tijdens de verplaatsing van de drager 30 kan de klem 29, die dit moment volledig geopend is (stand A, figuur 7), 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 terug op de draad 20 gebracht worden. Op het einde van de verplaatsing P worden de klemmen 28 en 29 gesloten (stand C, figuur 7), waarbij zij de draad 20 klemmen en vervolgens aanspannen. Tegelijkertijd wordt door middel van een klem 34, die bijvoorbeeld van hetzelfde type is als in figuur 7 voorgesteld, het tweede draadeinde 15 van de kleefband 18 losgetrokken en in gespannen toestand hoofdzakelijk in het vlak van de ketting 9 gebracht.

   Vervolgens wordt eveneens de draad 20 in gespannen toestand in hoofdzakelijk het vlak van de ketting 9 gebracht, waarna deze draad en het tweede draadeinde 15, met elkaar verbonden worden door middel van een knoop 26 of dergelijke. Tenslotte wordt de draadklem 29 terug geopend (stand A) en de drager 30 over 180 graden t. o. v. de   draad 20 verdraaid, waarna de klem 29 terug   met de draad 20 samenwerkt, meer speciaal zoals weergegeven in figuur 11. 



  Hierbij is terug een toestand zoals in figuur 6 bekomen, waarbij evenwel de klemmen 28 en 29 hun plaats geruild hebben. 



  Het is duidelijk dat de voornoemde middelen 11 en 12 voor het lokaliseren, afzonderen en vastnemen van de draadeinden 14 en 15 ook uit andere kunnen bestaan dan weergegeven in de bijgaande figuren. 



  Alhoewel in alle figuren de draadvoorraad 21 als een voorraadspoel werd voorgesteld, is het duidelijk dat ook andere vormen van draadvoorraden kunnen aangewend worden. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



  Zoals reeds in de inleiding genoemd, kan de draadvoorraad 21 bestaan uit losse draadstukken, waarbij elk stuk van voldoende lengte is om de voornoemde herstelling uit te voeren. 



  Opgemerkt wordt dat volgens de uitvinding ook eerst de verbinding 26 en vervolgens de verbinding 23 kan gerealiseerd worden. De verplaatsing P van de draadgeleidingsmiddelen gebeurt dan in de tegengestelde zin dan weergegeven in de figuren. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch zulke werkwijze voor het herstellen van gebroken kettingdraden bij weefmachines kan volgens verscheidene varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



  Method for repairing broken warp threads at
 EMI1.1
 we efmach in es. weaving machines.



  This invention relates to a method of repairing broken warp threads in weaving machines. In particular, this method is intended to repair warp threads in the event of breakages which have occurred between the warp beam on the one hand and the warden on the other.



  The object of the invention is a method in which the aforementioned repair can be realized in a particularly short period of time, such that in many cases the weaving machine can be restarted after a short standstill, whereby the restarting of the weaving machine may already have the recovery cycle can take place.

 <Desc / Clms Page number 2>

 



     To this end, the present invention relates to a method of repairing broken warp threads in weaving machines, in particular for repairing warp threads between the warp beam and chain guard, characterized in that it mainly consists in locating and gripping the two thread ends of the broken warp thread; presenting a wire from a separate thread supply previously provided with thread guiding means and a device for connecting threads to a first threaded threaded end; connecting said first wire end to the wire of the separate wire supply by switching on said wire connecting device;

   moving said thread guide means to the location where the second thread end was located, the thread coming from the separate thread supply remaining in the thread guide means; presenting the wire from the separate thread supply to the second threaded wire end, and presenting a device for connecting wires to it; connecting the second wire end to said wire tied at the first wire end by operating the latter wire connecting device, the wires being tied together;

   and reassembling the connection device (s)

 <Desc / Clms Page number 3>

 of wires and the wire guide means pending a new repair cycle.



  If the first threaded end is the threaded end that communicates with the tissue, the weaving machine can be restarted already during the repair cycle.



  Since, during the displacement of the aforementioned thread guiding means, the thread from the separate thread supply remains in these thread guiding means, the number of wirings and localization to be carried out during a recovery cycle is reduced to a minimum, with the advantage that the repair is also carried out in a minimum of time can be executed.



  The wire guide means may consist of one or more wire eyes or the like, which are preferably arranged next to the device for connecting the wires and can be moved together with them. However, they can also be formed by the wire guides specific to the device for connecting the wires.



  The aforementioned separate thread stock may be of any nature. For example, it consists of a supply reel from which the necessary thread is taken sequentially. According to

 <Desc / Clms Page number 4>

 instead of a supply reel, a variant uses loose thread ends of sufficient length to carry out a repair.



  With the insight to better demonstrate the features according to the invention, the method according to the invention is described step-by-step, by way of example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 schematically represents a weaving machine in which the chain a thread breakage has occurred; figures 2 t. e. m. 5 sequentially represent the different steps of the method according to the invention; figures 6 t. e. m. 11 relate to a variant of the embodiment shown in the previous figures.



  Figure 1 schematically shows a weaving machine with components known per se as the warp beam 1, the tow 2, a warden 3 with several rows of warden slats 4, the weaving compartment 5, the frames 6, the reed 7, the cloth boom 8, the warp threads 9 and the formed fabric 10. For the sake of clarity, in the figures between the warp beam 1 and the warden 3 only the warp thread 9A to be repaired is shown.

 <Desc / Clms Page number 5>

 



   Furthermore, in figure 1, first and second means are shown, respectively 11 and 12, for the purpose of locating and holding and / or separating the wire ends 14 and 15 formed as a result of a warp thread break. o. v. the other warp threads 9. These means are known per se. The first means 11 consist, for example, of a suction mouth 16 which grips the first threaded end 14 near the chain guard slat 4 that has fallen as a result of the warp thread breakage, this being done, for example, as described in the applicant's Belgian patent application no. 8700254.



  The means 12 can for instance consist of a device in which d. using a lever mechanism 17, adhesives, such as adhesive tape 18, are pressed against the warp threads 9 at the location where the broken warp thread 9A is located, such that when the adhesives are retracted, the relevant loose thread 9A, as shown in figure 1, the adhesive tape 18 sticks.



  As is further indicated in figure 1, according to the invention use is made of a movable device 19 for connecting threads, such as a button device, for example of the type as known from German patent no. 599,681.

 <Desc / Clms Page number 6>

 



   The method according to the invention mainly consists of the different steps as shown successively in figures 1 t. e. m. 5.



   In the event that a warp thread break 13 has occurred, this becomes d. m. v. the chain guard 4 detected. With an appliance as described in the Belgian patent application no. 8700983 it is determined whether the warp thread breakage 13 occurs between the warp beam 1 and the chain guard 3. If this is the case, the means 11 and 12 for locating, separating and / or gripping the wire ends 14 and 15 are activated, such that a situation as in figure 1 is obtained. It is noted here that the device 19 for connecting the wires has already been pre-prepared with a wire 20 from a wire stock 21, such as, for example, a wire stock spool.



  The location of the threaded ends 14 and 15 preferably takes place at the height of the chain guard 3 and in the direct vicinity of the chain guard 1, respectively.



  After both wire ends 14 and 15 have been located, the device for connecting the wires is moved to one of the wire ends, for example, the first wire end 14. As schematically shown in Figure 2, the threaded end 14 d is received in the suction mouth 16. m. v. op

 <Desc / Clms Page number 7>

 self-known hook and / or clamping means 22 passed through the device 19, whereby the latter is fully wired. After this, the device 19 is activated, whereby, as shown in figure 3, the wire 20 is connected to the wire end 14 d. v. a button 23 or the like.



   In a next step, as schematically shown in figure 3, the device 19 for connecting the wires is moved to the means 12 which have separated the second wire end 15 from the chain. It is important here that during the movement, indicated by arrow P, the wire 20 from the wire stock 21 slides through the aforementioned device 19, so that the wire guide means 24 referred to in the introduction, which in this embodiment consist of the wire guides of the device 19 themselves , remain wired with wire 20.



  Then, as shown in figure 3, the second thread end 15 d. v. the aforementioned or any other hook and / or clamping means 22 pulled off the adhesive tape 18 and passed through the aforementioned device 19. This device is then ready to connect the aforementioned wire 20 to the second wire end 15.



  In order to obtain that the warp thread 9A in question after its repair has the same length as the other warp threads

 <Desc / Clms Page number 8>

 9, as shown in Figure 4, the device 19 for connecting the wires is placed in the plane of the chain, whereby on the one hand the wire end 15 and on the other hand the tension 20 is exerted on the wire 20 before the device 19 in effect. The tension on the threaded end 15 can be obtained, for example d. with the aforementioned hooking or clamping means 22, while the tensioning force exerted on the wire 20 is obtained d. m. v. a movable clamp 25 or the like, which is mounted on the device 12, for instance as shown in figures 3 and 4.



  After the knot or any other connection 26 between the wire end 15 and the aforementioned wire 20 has been established, the wire stock 21 is cut loose and the wire connecting device 19 can return to its waiting position, as shown in Figure 5. Cutting the thread 20 and cutting the free part of the thread end 15 is, as is known, usually carried out by the knotting device itself.



  It is clear that when the connections or knots 23 and 26 are formed, the remaining thread remains are cut off and removed, for example d. m. v. the suction nozzle 27 shown in figures 2 and 4.

 <Desc / Clms Page number 9>

 



  It is also clear that the second wire end 15 should be located only when the device
19 for connecting wires has been moved to the means 12.



  By using the method according to the invention, the thread end 14, as well as the thread 20, can be kept taut during the movement of the above-mentioned device 19, whereby the weaving machine is obtained from the moment the connection or knot 23 is realized and the wire end 14, as well as the wire 20, kept tensioned can be reactivated.



  After the knot 23 has been made, an automatic start of the weaving machine can be carried out, whereby the chain guard signal can be used as a starting point, among other things. After all, when the warp thread is tightened, the associated chain guard blade is lifted and the contact at the electrode cooperating with it is interrupted.



  As shown in Figures 6 t. e. m. 10, the above-mentioned wire guide means 24 may also consist of clamps 28 and 29, or the like, which are arranged, for example, next to the device 19 for connecting wires and by means of a carrier 30, which may or may not be common, together with the device 19 on different places can be presented.

 <Desc / Clms Page number 10>

 



  The clamps 28 and 29 are designed as in figure 7, such that through the mutual displacement of the jaws 31 and 32, d. With regard to a suitable drive 33, respectively, three different positions can be provided, namely a position A in which the clamp is opened, a position B in which the clamp takes the form of a wire eye and a position C in which the clamp is closed.



  In this case too, the method can be derived stepwise from Figures 6, 8, 9 and 10. The situation according to figure 6 here corresponds to the situation according to figure 1. It is important here again that the wire 20 of the separate wire stock 21 is already held in waiting position in the wire guide means 24. In the situation according to figure 8, the device 9 is the two stretched wires 20 and 9A are presented to form the knot 23. The suction mouth 16 is for instance slightly lifted and the latter keeps the threaded end 14 taut.



  During the displacement P of the carrier 30, the wire 20 remains present in the wire guide means 24, or at least in a clamp thereof, namely clamp 28. It is clear that the clamp 28 is at that moment in the aforementioned position B according to figure 7. During the movement of the carrier 30, the clamp 29, which is currently fully open (position A, figure 7),

 <Desc / Clms Page number 11>

 be put back on the wire 20. At the end of the displacement P, the clamps 28 and 29 are closed (position C, figure 7), clamping the wire 20 and then tightening it. At the same time, by means of a clamp 34, which is, for example, of the same type as shown in Figure 7, the second threaded end 15 is pulled away from the adhesive tape 18 and, in the tensioned state, is mainly brought into the plane of the chain 9.

   Subsequently, the thread 20 is also brought into the plane of the chain 9 in the tensioned state, after which this thread and the second thread end 15 are connected to each other by means of a knot 26 or the like. Finally, the wire clamp 29 is opened again (position A) and the carrier 30 is rotated through 180 degrees. o. the wire 20 is twisted, after which the clamp 29 cooperates back with the wire 20, more particularly as shown in figure 11.



  Here, again, a situation as in figure 6 has been obtained, wherein the terminals 28 and 29, however, have exchanged their position.



  It is clear that the aforementioned means 11 and 12 for locating, separating and holding the wire ends 14 and 15 may also consist of other than those shown in the accompanying figures.



  Although in all figures the wire stock 21 has been presented as a supply spool, it is clear that other forms of wire stock can also be used.

 <Desc / Clms Page number 12>

 



  As already mentioned in the introduction, the wire stock 21 may consist of loose pieces of wire, each piece being of sufficient length to carry out the aforementioned repair.



  It is noted that according to the invention the connection 26 and subsequently the connection 23 can also be realized. The displacement P of the thread guide means then takes place in the opposite sense to that shown in the figures.



  The present invention is by no means limited to the exemplary embodiment shown in the figures, but such a method of repairing broken warp threads in weaving machines can be accomplished in several variants without departing from the scope of the invention.


    

Claims (6)

Conclusies. EMI13.1 ----------- 1. - Werkwijze voor het herstellen van gebroken kettingdraden bij weefmachines, in het bijzonder voor het herstellen van kettingdraden tussen de kettingboom en de kettingwachter, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in het lokaliseren en afzonderen en/of vastnemen van de twee tengevolge van de breuk (13) ontstane draadeinden (14, 15) ; het aan een eerste vastgenomen draadeinde (14) presenteren van een draad (20) afkomstig van een afzonderlijke draadvoorraad (21) die voorafgaandelijk van draadgeleidingsmiddelen (24) is voorzien en een inrichting (19) voor het verbinden van draden ; het verbinden van het voornoemd eerste draadeinde (14) met de draad (20) van de afzonderlijke draadvoorraad (21) door de inschakeling van de voornoemde inrichting (19) voor het verbinden van draden ; Conclusions.  EMI13.1  ----------- 1. - Method for repairing broken warp threads in weaving machines, in particular for repairing warp threads between the warp beam and the chain guard, characterized in that it mainly consists in locating and isolating and / or grasping the two wire ends (14, 15) resulting from the fracture (13); presenting a thread (20) from a separate thread supply (21) previously provided with thread guiding means (24) and a device (19) for connecting threads to a first threaded wire end (14); connecting said first wire end (14) to the wire (20) of the separate wire stock (21) by turning on said wire connecting device (19); het verplaatsen van minstens de voornoemde draadgeleidingsmiddelen (24) naar de plaats waar het tweede draadeinde (15) gelokaliseerd werd, waarbij de draad (20) die afkomstig is van de afzonderlijke draadvoorraad (21) minstens in de draadgeleidingsmiddelen (24) aanwezig blijft ; het aan het tweede vastgenomen draadeinde (15) presenteren van de draad (20) afkomstig van de afzonderlijke draadvoorraad (21), alsook het eraan presenteren van een inrichting (19) voor het <Desc/Clms Page number 14> verbinden van draden ; het verbinden van het tweede draadeinde (15) met de voornoemde draad (20) die aan het eerste draadeinde (14) is geknoopt door de laatstgenoemde inrichting (19) voor het verbinden van de draden in werking te stellen, waarbij de draden in aangespannen toestand met elkaar worden verbonden ;  moving at least the aforementioned thread guide means (24) to the location where the second thread end (15) has been located, the thread (20) coming from the separate thread supply (21) remaining at least in the thread guide means (24); presenting the thread (20) from the separate thread stock (21) to the second threaded end (15) and also presenting a device (19) for  <Desc / Clms Page number 14>  connecting wires; connecting the second wire end (15) to the aforementioned wire (20) which is knotted at the first wire end (14) by operating the latter wire connecting device (19), the wires being tensioned be linked together; en het terug in gereedheid brengen van de inrichting of inrichtingen (19) voor het verbinden van draden en de draadgeleidingsmiddelen (24), in afwachting van een nieuwe herstellingscyclus.  and refitting the wire bonding device or devices (19) and the wire guide means (24) pending a new repair cycle. 2. - Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het voornoemd draadeinde dat eerst aangeknoopt wordt, gevormd wordt door het draadeinde (14) dat in verbinding staat met het weefsel (10).   Method according to claim 1, characterized in that said thread end which is first tied is formed by the thread end (14) which communicates with the fabric (10). 3. - Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat gedurende de verplaatsing van de draadgeleidingsmiddelen (24) en/of de inrichting (19) voor het verbinden van de draden, naar het tweede draadeinde (15), de draad (20, 14) tussen enerzijds deze draadgeleidingsmiddelen (24) en/of de inrichting (19) en anderzijds de kettingwachter (3) aangespannen wordt.   Method according to claim 1 or 2, characterized in that during the movement of the thread guiding means (24) and / or the device (19) for connecting the threads to the second thread end (15), the thread (20, 14) between these thread guiding means (24) and / or the device (19) on the one hand and the chain guard (3) on the other hand. 4.-Werkwijze volgens 6en der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voor het verbinden van de draad (20) van de afzonderlijke draadvoorraad (21) met de respektievelijke <Desc/Clms Page number 15> draadeinden (14, 15) van éénzelfde inrichting (19) voor het met elkaar verbinden van draden gebruik gemaakt wordt, bestaande uit een knoopinrichting, waarbij gedurende de verplaatsing ervan de draad (20) erin aanwezig blijft. Method according to any of the preceding claims, characterized in that for connecting the thread (20) of the individual thread supply (21) to the respective  <Desc / Clms Page number 15>  threaded ends (14, 15) of the same device (19) for joining threads together, consisting of a knotting device, the thread (20) remaining therein during its displacement. 5. - Werkwijze volgens één der conclusies 1 t. e. m. 3, daardoor gekenmerkt dat voor de draadgeleidingsmiddelen (24) gebruik wordt gemaakt van klemmen (28, 29), die naargelang de stand van hun bekken (31, 32) ook een draadoog kunnen vormen, waarbij gedurende de verplaatsing van de draadgeleidingsmiddelen minstens een klem (28), meer speciaal de klem die bedraad blijft, in de stand (B) gehouden wordt waarbij zij een draadoog vormt. 5. A method according to any one of claims 1 t. e. m. 3, characterized in that for the thread guiding means (24) use is made of clamps (28, 29) which, depending on the position of their jaws (31, 32), can also form a thread eye, wherein at least during the movement of the thread guiding means a clamp (28), more particularly the clamp that remains wired, is held in position (B) forming a wire eye. 6.-Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het lokaliseren, afzonderen en/of vastnemen van de gebroken draadeinden (14, 15) enerzijds plaatsvindt ter hoogte van de kettingwachter, en anderzijds in de direkte nabijheid van de kettingboom (1). Method according to any one of the preceding claims, characterized in that the locating, isolating and / or capturing of the broken wire ends (14, 15) takes place on the one hand at the height of the chain keeper, and on the other hand in the immediate vicinity of the chain boom (1) .
BE8701157A 1987-10-09 1987-10-09 Method for restoring broken chain ​​wires on looms. BE1000993A3 (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8701157A BE1000993A3 (en) 1987-10-09 1987-10-09 Method for restoring broken chain ​​wires on looms.
EP88202075A EP0311170A1 (en) 1987-10-09 1988-09-23 Method for repairing broken warp threads on weaving machines
JP25574188A JPH01124659A (en) 1987-10-09 1988-10-11 Method for repairing cut warp yarn of loom

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8701157A BE1000993A3 (en) 1987-10-09 1987-10-09 Method for restoring broken chain ​​wires on looms.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1000993A3 true BE1000993A3 (en) 1989-05-30

Family

ID=3882917

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8701157A BE1000993A3 (en) 1987-10-09 1987-10-09 Method for restoring broken chain ​​wires on looms.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0311170A1 (en)
JP (1) JPH01124659A (en)
BE (1) BE1000993A3 (en)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH276690A (en) * 1947-06-17 1951-07-31 Koninkl Tricotfabriek G J Will Device for stopping a machine for working a sheet of threads.
GB1148169A (en) * 1965-08-26 1969-04-10 Walter Reiners Device for the joining together of thread ends on a bobbin creel for textile machines

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH276690A (en) * 1947-06-17 1951-07-31 Koninkl Tricotfabriek G J Will Device for stopping a machine for working a sheet of threads.
GB1148169A (en) * 1965-08-26 1969-04-10 Walter Reiners Device for the joining together of thread ends on a bobbin creel for textile machines

Also Published As

Publication number Publication date
JPH01124659A (en) 1989-05-17
EP0311170A1 (en) 1989-04-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN104278435B (en) The stitch structure of double-strand circumferential weld
US5136762A (en) Method of automatic drawing-in and machine for carrying out the said method
BE1001507A3 (en) Method for removing from gaap los an incorrect woof wire portion of looms.
BE1001508A3 (en) METHOD FOR REMOVING A FAULTY IMPOSITION THREAD OF WEAVING MACHINES.
BE1000993A3 (en) Method for restoring broken chain ​​wires on looms.
CN208632726U (en) A kind of full-automatic leased line knotting mechanism of ball warping machine
NL8602724A (en) METHOD AND APPARATUS FOR RESTORING THE WIRE FEED IN WEAVING MACHINES IN THE INTERRUPTION BETWEEN THE BOBBIN AND THE WIRE STOCK.
US1368691A (en) Loom
US2264784A (en) Knot tier
JP2665918B2 (en) Automatic warp yarn repairing method and apparatus
US2063917A (en) String ticket attaching device
US3434441A (en) Tagging machine
BE1000598A4 (en) PROCESS FOR THE RESTORATION OF A weft thread into a loom, weaving machine AND THOSE APPLYING THIS PROCESS.
US4014083A (en) Draw-in gripper assembly for drawing-in warp threads
US2056962A (en) Method of lacing shoe uppers
US3333877A (en) Method of and apparatus for tying packages and the like with nonmetallic tying means
BE1000991A3 (en) METHOD FOR RECOVERING FROM A BROKEN CHAIN ​​AND WIRE weaving machine which APPLYING THIS PROCESS.
BE1000992A4 (en) METHOD OF WEAVING CONTINUE AFTER a warp, FROM A SINGLE STOCK AND WIRE weaving machine which APPLYING THIS PROCESS.
US642870A (en) Tag-machine.
US664253A (en) Knotter for binders.
JPH06507685A (en) Drop wire separation device for warp pulling machine
BE1021697B1 (en) METHOD AND DEVICE FOR IMPLEMENTING TWO EFFECT WIRES AT THE SAME TIME
US1129849A (en) Method of treating warp-threads.
US1731369A (en) Loom
US1422722A (en) Weft supply and placing mechanism

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 19921031