BE1000021B1 - Passief wateringsysteem voor snijbloemen en dergelijke - Google Patents

Passief wateringsysteem voor snijbloemen en dergelijke Download PDF

Info

Publication number
BE1000021B1
BE1000021B1 BE2014/0156A BE201400156A BE1000021B1 BE 1000021 B1 BE1000021 B1 BE 1000021B1 BE 2014/0156 A BE2014/0156 A BE 2014/0156A BE 201400156 A BE201400156 A BE 201400156A BE 1000021 B1 BE1000021 B1 BE 1000021B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
water
water reservoir
passive
watering system
reservoir
Prior art date
Application number
BE2014/0156A
Other languages
English (en)
Inventor
Stanley André Jean Charles Huysmans
Original Assignee
Huysmans R&D, Gewone Commanditaire Vennootschap
OXYVASE, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Huysmans R&D
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Huysmans R&D, Gewone Commanditaire Vennootschap, OXYVASE, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, Huysmans R&D filed Critical Huysmans R&D, Gewone Commanditaire Vennootschap
Priority to BE2014/0156A priority Critical patent/BE1000021B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1000021B1 publication Critical patent/BE1000021B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G5/00Floral handling
    • A01G5/06Devices for preserving flowers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G27/00Self-acting watering devices, e.g. for flower-pots
    • A01G27/02Self-acting watering devices, e.g. for flower-pots having a water reservoir, the main part thereof being located wholly around or directly beside the growth substrate

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Abstract

Passief wateringsysteem voor snijbloemen (6), daardoor gekenmerkt dat het passief wateringsysteem (1) een eerste waterreservoir (2) voor snijbloemen (6) bevat en een tweede waterreservoir (3) met water, waarbij in het tweede waterreservoir (3) minstens twee openingen (14) zijn aangebracht voor het overbrengen van water van het tweede waterreservoir (3) naar het eerste waterreservoir (2) en voor het toevoegen van lucht aan het tweede waterreservoir (3) onder de vorm van luchtbellen (16) door lucht die door de openingen (14) in het tweede waterreservoir (3) komt, waarbij minstens twee openingen (14) zich op verschillende niveaus (B, C) boven de bodem (9) van het eerste waterreservoir (2) bevinden.

Description

Passief wateringsysteem voor snijbloemen en dergelijke.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een passief wateringsysteem voor snijbloemen en dergelijke.
Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld als alternatief voor een traditionele vaas waarin, zoals bekend, een hoeveelheid water wordt aangebracht waarin bloemen, meer bepaald snijbloemen, geplaatst worden.
De vaas met bloemen wordt ter decoratie uitgestald, bijvoorbeeld op een tafel of kast.
Het is bekend dat snijbloemen, eens ze van de moederplant afgesneden zijn, slechts een beperkte levensduur hebben alvorens zij verwelken.
Van zodra de snijbloemen in water geplaatst zijn, zullen zij via de vaatbundels in de stengels het noodzakelijke water en nutriënten opnemen, waarbij de kwaliteit van het opgenomen water een grote rol speelt.
Het is bekend dat de aanwezigheid van bacteriën, schimmels en andere micro-organismen in het water de houdbaarheid van de snijbloemen negatief beïnvloeden, terwijl een hoge concentratie aan zuurstof in het water er voor zorgt dat de bloemen minder snel verwelken.
Om de houdbaarheid van de bloemen in een traditionele vaas te verlengen worden sinds jaar en dag allerhande huis, tuin en keukenmiddeltjes toegepast met vaak geen of slechts heel beperkt succes, zoals bijvoorbeeld het toevoegen van citroensap, azijn, chloor of wasmiddelen aan het water in de vaas.
Deze middeltjes zijn voornamelijk gebaseerd op het tegengaan van de rotting van de stengel van de bloem. Hierdoor blijft het water zuiver en vrij van micro-organismen en bacteriën wat de ononderbroken wateropname door de bloemen bevordert. Immers, wanneer er micro-organismen of bacteriën aanwezig zijn in het water, kunnen deze de vaatbundels verstoppen of blokkeren waardoor de snijbloemen het water en nutriënten niet goed meer kunnen opnemen.
Naast de huis, tuin en keukenmiddeltjes kent met ook meer gespecialiseerde houdbaarheidsmiddelen die gebaseerd zijn op een mengsel van suikers, bacterieremmende middelen en ethyleenremmers die aan het water in de vaas kunnen worden toegevoegd.
In US 2007/066.482 wordt een dergelijk bederfwerend middel beschreven dat een complexe mix is van sucrose, een acidifier en een remmer van micro-organismen. Deze remmer vertraagt de groei van schimmels, bacteriën en andere micro-organismen die de vaatbundels in de stengels van de bloemen blokkeren en verstoppen.
Een nadeel van dergelijke bederfwerende middelen is dat zij geclassificeerd worden als biocide en het afvalwater verontreinigen.
Een ander type van houdbaarheidsmiddel wordt beschreven in US 72.727.383 en betreft een middel dat wordt beneveld of besproeid op de bloemen.
Een nadeel van dergelijke methode is dat het zeer moeilijk is om alle bloemen te benevelen of te besproeien en dat dit middel onoverkomelijk ook in de lucht zal terechtkomen.
Bovendien is het besproeien van bloemen veel minder effectief dan het aanbrengen van conserveermiddelen in het water in de vaas.
Eveneens weet men dat het verwelken van bloemen kan worden tegengegaan door de bloemen bij verlaagde temperatuur te bewaren, omdat bij verlaagde temperatuur de groei van bacteriën, schimmels en andere micro-organismen sterk gereduceerd wordt.
Het document WO 2006/132.528 beschrijft een systeem met een koelingapparaat om het water op een lage temperatuur te houden.
Het nadeel van dergelijk systeem is dat het koelingapparaat energie nodig heeft, bijvoorbeeld onder de vorm van elektriciteit, wat het systeem duurder, complexer, vatbaarder voor storingen of gebreken en minder milieuvriendelijk maakt.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
De huidige uitvinding heeft een passief wateringsysteem voor snijbloemen en dergelijke als voorwerp, waarbij het passief wateringsysteem een eerste waterreservoir omvat met een opening voor het aanbrengen van snijbloemen in het eerste waterreservoir en een tweede waterreservoir met een luchtdicht afsluitbare opening voor het toevoegen van water, waarbij in het tweede waterreservoir minstens twee openingen zijn aangebracht die uitmonden in het eerste waterreservoir voor het overbrengen van water van het tweede waterreservoir naar het eerste waterreservoir en voor het toevoegen van lucht aan het tweede waterreservoir onder de vorm van luchtbellen door lucht die door de openingen in het tweede waterreservoir komt, waarbij minstens twee openingen zich op verschillende niveaus boven de bodem van het eerste waterreservoir bevinden.
Met 'passief' wordt hier een systeem bedoeld dat geen gebruik maakt van pompen of andere toestellen of beweegbare onderdelen om de bloemen van (vers) water te voorzien.
Een voordeel is dat wanneer het water in het eerste waterreservoir zakt, het automatisch wordt bijgevuld door water uit het tweede waterreservoir via de openingen, waarbij er tevens lucht in het tweede waterreservoir komt onder de vorm van luchtbellen.
Hierdoor wordt het water in het tweede waterreservoir verrijkt met zuurstof, met andere woorden de concentratie aan zuurstof neemt toe.
Bovendien blijft het water in het tweede reservoir enigszins afgeschermd van invloeden van buitenaf, aangezien het enkel via de openingen in verbinding staat met het eerste reservoir. Hierdoor blijft het water langer zuiver en blijft de zuurstofconcentratie hoger.
De openingen op twee niveaus zullen zorgen voor een betere regeling van de overbrenging of stroming van het water van het tweede naar het eerste reservoir. Het debiet wordt met andere woorden beter geregeld.
Uit experimentele testen is gebleken dat het waterniveau in het eerste reservoir net boven de openingen op het onderste niveau komt te liggen en dat de zuurstofconcentratie in het water van het tweede reservoir hoger is.
Bij voorkeur is het tweede waterreservoir gemaakt uit een lichtdicht materiaal.
Dit heeft als voordeel dat het water in dit tweede waterreservoir volledig afgeschermd is van zonlicht.
Het is geweten dat onder invloed van zonlicht algen en andere micro-organismen zich kunnen ontwikkelen, die de kwaliteit van het water verminderen.
Uit experimentele studies is gebleken dat de ontwikkeling van micro-organismen sterk gereduceerd wordt in het tweede lichtdichte waterreservoir.
Omdat het water van het tweede reservoir regelmatig aan het eerste waterreservoir wordt aangevuld, komen in het eerste reservoir minder micro-organismen voor, met een positief effect op de houdbaarheid van de bloemen in dit eerste reservoir.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een passief wateringsysteem volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een passief wateringsysteem volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een zijaanzicht van figuur 1 weergeeft; figuur 3 een tabel weergeeft met experimentele resultaten van een academische experimentele vergelijkende studie tussen een klassieke vaas en een passief wateringsysteem volgens de uitvinding; figuur 4 een alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft.
Het in figuren 1 en 2 weergegeven passief wateringsysteem 1 omvat hoofdzakelijk een eerste waterreservoir 2 en een tweede waterreservoir 3.
Het eerste waterreservoir 2 bestaat uit een open bak 4 of container met een opening 5 aan de bovenzijde en waarin zich een hoeveelheid water bevindt.
In de opening 5 zijn snijbloemen 6 aangebracht, die zich met hun stengel 7 in het water bevinden.
Het wateroppervlak 8 in dit eerste reservoir 2 heeft een oppervlakte van 80 cm2 . Bij voorkeur is deze oppervlakte groter dan 50 cm2 en liever nog groter dan 100 cm2. Het niveau A van het wateroppervlak 8 ligt ongeveer vijf centimeter boven de bodem 9 van het eerste waterreservoir 2 zodat ongeveer 400 milliliter water aanwezig is in dit waterreservoir 2.
Het tweede waterreservoir 3 bevindt zich naast het eerste waterreservoir 2 en is een gesloten waterreservoir 2 vervaardigd uit een in dit geval lichtdicht materiaal met aan de onderzijde 10 een luchtdicht afsluitbare opening 11 en een daarmee samenwerkende dop 12.
Het water kan via deze opening 11 in het tweede reservoir 3 gebracht worden.
Het tweede reservoir 3 heeft bij voorkeur een volume van minstens 5 liter. Dit heeft als voordeel dat in het tweede reservoir 3 voldoende water kan aangebracht worden zodat er voldoende water voor de bloemen 6 is gedurende de hele levensduur van de bloemen 6.
Bij voorkeur wordt ervoor gezorgd dat het volume van het tweede waterreservoir 3 minstens tien keer groter is dan het volume van het water dat aanwezig is in het eerste waterreservoir 2.
In de wand 13 van het tweede waterreservoir 3 die grenst aan het eerste waterreservoir 2 zijn een aantal openingen 14 aangebracht die uitmonden in het eerste waterreservoir 2.
De openingen 14 bevinden zich op twee verschillende niveaus B, C boven de bodem 9 van het eerste waterreservoir 2.
Bij voorkeur bevinden er zich meerdere openingen 14 op het laagste niveau C.
In dit geval bevinden er zich vier openingen 14 op het laagste niveau C en één opening op het hoogste niveau B, waarbij het hoogste niveau B zich in dit geval ongeveer een halve centimeter boven het laagste niveau C bevindt, waarbij het laagste niveau C zich ongeveer vijf centimeter boven de bodem 9 van het eerste waterreservoir 2 bevindt.
Bij voorkeur is het hoogste niveau B maximaal tien centimeter hoger gelegen dan het laagste niveau C.
De openingen 14 zijn in dit geval cirkelvormig met een diameter D van drie millimeter.
De diameter D is bij voorkeur groter dan 2 millimeter en kleiner dan 4 millimeter.
De openingen 14 zullen zorgen voor het overbrengen van water van het tweede waterreservoir 3 naar het eerste waterreservoir 2 met de bloemen 6.
De werking en het gebruik van het passief wateringsysteem 1 is zeer eenvoudig en als volgt.
Het passief wateringsysteem 1 wordt ondersteboven gehouden en de dop 12 wordt losgemaakt zodat de afsluitbare opening 11 van het tweede waterreservoir 3 open is.
Vervolgens kan er een gewenste hoeveelheid water in het tweede waterreservoir 3 gebracht worden, bijvoorbeeld 4,5 liter.
De dop 12 wordt terug aangebracht, zodat de afsluitbare opening 11 luchtdicht en dus ook waterdicht is afgesloten.
Het passief wateringsysteem 1 wordt omgedraaid zodat het niveau E van het wateroppervlak 15 in het tweede waterreservoir 3 boven de openingen 14 gelegen is.
Hierdoor zal het water doorheen de openingen 14 in het tweede waterreservoir 3 stromen, naar buiten toe tot in het eerste waterreservoir 2.
Doordat er één opening 14 op het hoogste niveau B is en meerdere openingen 14 zijn op het laagste niveau C, zal het water vlot en voldoende snel naar het eerste waterreservoir 2 stromen. Experimentele testen hebben aangetoond dat bij bijvoorbeeld maar één opening 14 op het laagste niveau C of geen opening 14 op het hoogste niveau B het water te traag of niet naar het eerste waterreservoir 2 stroomt.
Het eerste waterreservoir 2 zal gedeeltelijk gevuld worden met water, waarbij de experimenten hebben aangetoond dat het niveau A van het wateroppervlak 8 in dit waterreservoir 2 zal stijgen totdat het niveau A van het wateroppervlak 8 net boven de laagste vier openingen 14 gelegen zijn, maar lager gelegen is dan de hoogste opening 14. In dit geval bevindt het wateroppervlak 8 in het eerste waterreservoir 2 zich op ongeveer vijf centimeter boven de bodem 9 van het eerste waterreservoir 2.
Het niveau A van het wateroppervlak 8 in het eerste waterreservoir 2 is bij voorkeur minstens drie centimeter en maximaal vijftien centimeter boven de bodem 9 van het eerste waterreservoir 2 gelegen. Dit heeft als voordeel dat de bloemen 6 steeds water kunnen opnemen, zelfs wanneer de stengels 7 onderaan schuin zijn afgesneden. Bovendien moeten enkel van de vijftien onderste centimeters van de stengel 7 de bladen verwijderd worden teneinde rotting van in het water komende bladen te verhinderen.
Wanneer het water vanuit het tweede waterreservoir 3 stroomt, zal er tegelijkertijd lucht in het tweede waterreservoir 3 komen, doordat er lucht van buiten uit doorheen de openingen 14 in het tweede waterreservoir 3 komt. Omdat de openingen 14 onder het niveau E van het wateroppervlak 15 in het tweede waterreservoir 3 gelegen zijn, zal deze lucht zich onder de vorm van luchtbellen 15 doorheen het water in het tweede waterreservoir 3 verplaatsen. Dit is schematisch weergegeven in figuur 1.
Deze luchtbellen 15 zullen tijdens hun transport doorheen het water ervoor zorgen dat er extra zuurstof in het water komt en zorgen bovendien voor turbulentie in het water. Beide effecten komen de globale kwaliteit van het water in het tweede waterreservoir 3 ten goede.
De diameter D van de openingen 14 zal van cruciaal belang zijn voor het genereren van een groot aantal kleine luchtbellen 15, waardoor de zuurstoftoename en turbulentie in het water gemaximaliseerd kan worden.
Experimentele testen hebben aangetoond dat door de diameter D tussen 2 millimeter en 4 millimeter te houden en door meerdere openingen 14 op het laagste niveau C toe te passen, er een optimaal evenwicht kan zijn tussen het genereren van voldoende kleine luchtbellen 15 enerzijds en het toelaten van een voldoende grote stroming van water van het tweede naar het eerste waterreservoir 2 anderzijds.
De openingen 14 moeten bovendien voldoende groot zijn om een voldoende grote luchtstroom naar het tweede waterreservoir 3 toe te laten om op deze manier de onderdruk in het tweede waterreservoir 3 als gevolg van het wegstromen van het water te compenseren.
De stroming van water naar het eerste waterreservoir 2 en de toevoeging van lucht aan het tweede waterreservoir 3 zal ook optreden tijdens het gebruik van het passief wateringsysteem.
Immers, de snijbloemen 6 zullen water opnemen uit het eerste waterreservoir 2 en er zal tevens verdamping optreden van water uit het eerste waterreservoir 2.
Hierdoor zal het niveau A van het wateroppervlak 8 dalen in het eerste waterreservoir 2 en wanneer het onder het niveau C van de openingen 14 komt te liggen, zal er water vanuit het tweede waterreservoir 3 naar het eerste waterreservoir 2 komen.
Hierdoor wordt het eerste waterreservoir 2 van water uit het tweede waterreservoir 3 wordt voorzien. Dit water heeft een hoge zuurstofconcentratie en is afgeschermd geweest van zonlicht, waardoor de kwaliteit van dit water zeer goed is.
Doordat het wateroppervlak 8 in het eerste waterreservoir 2 voldoende groot is, zal de verdamping van het water uit het eerste waterreservoir 2 relatief snel gaan, waardoor er op regelmatige basis vers water van het tweede waterreservoir 3 zal bijgevoegd worden via de openingen 14.
Doordat het volume van het water in het eerste waterreservoir 2 relatief klein is, zal het aandeel van vers aangevoerd water in verhouding groot zijn zodat het aangevoerde water een merkbare invloed heeft op de kwaliteit van het water in het eerste waterreservoir 2.
Wanneer het water in het eerste waterreservoir 2 wordt bijgevuld na de verdamping of het verbruik door de bloemen, zal er tevens lucht aan het tweede waterreservoir 3 worden toegevoegd onder de vorm van luchtbellen 16. Deze luchtbellen 16 zullen de zuurstofconcentratie in het water van het tweede waterreservoir 3 op peil houden, zodat er steeds water met een verhoogde zuurstofconcentratie naar het eerste waterreservoir 2 stroomt.
In een experimentele vergelijkende studie is het effect van het passief wateringsysteem 1 volgens de uitvinding op de zuurstofconcentratie en de concentratie van micro-organismen in het water nagegaan in vergelijking met een traditionele vaas.
Hierbij werd uitgegaan van een traditionele vaas een en passief wateringsysteem 1 volgens de uitvinding, waarin telkens een gelijk aantal snijbloemen 6, in dit geval rozen, werden in aangebracht.
Het wateroppervlak dat blootgesteld is aan de omgevingslucht van de traditionele vaas is even groot dan het wateroppervlak 8 van het eerste waterreservoir 2.
Vervolgens werd elke dag het zuurstofgehalte opgemeten en werd ook op bepaalde dagen het aantal aërobe kiemen bepaald. Tevens werden de uiterlijke kenmerken van de bloemen 6 opgevolgd.
In figuur 3 is een tabel weergegeven met de resultaten van de experimenten.
De eerste kolom geeft het aantal dagen weer na het starten van de testen.
De tweede en derde kolom geven het opgemeten zuurstofgehalte in het water respectievelijk het aantal aërobe kiemen in het water van de traditionele vaas weer op de betreffende dagen.
De vierde en vijfde kolom geven het opgemeten zuurstofgehalte in het water respectievelijk het aantal aërobe kiemen in het water van het passief wateringsysteem 1 volgens de uitvinding weer op de betreffende dagen.
Hierbij is het zuurstofgehalte weergegeven in ppm of 'parts per million' en het aantal aërobe kiemen in kiemgetal of kolonievormende eenheden per milliliter water.
Uit de tabel blijkt duidelijk dat het zuurstofgehalte in het passief wateringsysteem 1 volgens de uitvinding constant blijft en bovendien is het aantal kiemen lager. In de traditionele vaas daalt de zuurstofconcentratie en stijgt het aantal kiemen.
Kortom de waterkwaliteit is veel beter in een passief wateringsysteem 1 volgens de uitvinding.
Dit heeft een drastisch effect op de houdbaarheid en het uitzicht van de snijbloemen 6: in een traditionele vaas vertoonden de bloemen 6 reeds tekenen van verwelking na zeven dagen, zoals verdonkerde bloemblaadjes en slaphangende stengels 7. Het uitzicht van de snijbloemen 6 in het passief wateringsysteem 1 was na zeven dagen zo goed als niet gewijzigd tegenover de start van het experiment. De snijbloemen 6 waren nog steeds fris, de stengels 7 waren nog steeds stevig en er was geen merkbaar kleurverschil van de bloemblaadjes. Afhankelijk van het type van bloemen 6 kan de levensduur van de snijbloemen met minstens 20% verlengd kan worden.
In figuur 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij in dit geval hoofdzakelijk de vorm van de waterreservoirs 2, 3 anders is uitgevoerd.
Dergelijke uitvoeringsvorm toont aan dat het passief wateringsysteem 1 een vorm kan aannemen die gelijkt op een klassieke vaas, waarbij een esthetische vormgeving toegepast kan worden.
De vaas is uitgevoerd met een dubbele wand 17a, 17b, waarbij de ruimte 3 tussen de wanden 17a, 17b van de dubbele wand dienst doet als tweede waterreservoir 3. De ruimte 2 omsloten door de dubbele wand 17a, 17b of het inwendige van de vaas, dit wil zeggen de ruimte waar bij klassieke vazen het water wordt in aangebracht, doet dienst als eerste waterreservoir 2.
Het gebruik en de werking is verder analoog aan de hoger beschreven uitvoeringsvorm.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een passief wateringsysteem volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (11)

  1. Conclusies .
    1. - Passief wateringsysteem voor snijbloemen (6) en dergelijke, daardoor gekenmerkt dat het passief wateringsysteem (1) een eerste waterreservoir (2) omvat met een opening (5) voor het aanbrengen van snijbloemen (6) in het waterreservoir (2) en een tweede waterreservoir (3) met een luchtdicht afsluitbare opening (11) voor het toevoegen van water, waarbij in het tweede waterreservoir (3) minstens twee openingen (14) zijn aangebracht die uitmonden in het eerste waterreservoir (2) voor het overbrengen van water van het tweede waterreservoir (3) naar het eerste waterreservoir (2) en voor het toevoegen van lucht aan het tweede waterreservoir (3) onder de vorm van luchtbellen (16) door lucht die door de openingen (14) in het tweede waterreservoir (3) komt, waarbij minstens twee openingen (14) zich op verschillende niveaus (B, C) boven de bodem (9) van het eerste waterreservoir (2) bevinden.
  2. 2. - Passief wateringsysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat er zich meerdere openingen (14) bevinden op het laagste niveau (C).
  3. 3. - Passief wateringsysteem volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat er zich op het laagste niveau (C) vier openingen (14) bevinden en op het hoogste niveau (B) één opening (14).
  4. 4. - Passief wateringsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de openingen (14) cirkelvormig zijn met een diameter (D) die groter is dan 2 millimeter en kleiner is dan 4 millimeter en bij voorkeur 3 millimeter is.
  5. 5. - Passief wateringsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het hoogste niveau (B) maximaal tien centimeter hoger gelegen is dan het laagste niveau (C).
  6. 6. - Passief wateringsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het tweede waterreservoir (3) gemaakt is uit lichtdicht materiaal.
  7. 7. - Passief wateringsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het volume van het tweede waterreservoir (3) minstens tien keer groter is dan het volume van het water aanwezig in het eerste waterreservoir (2).
  8. 8. - Passief wateringsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het volume van het tweede waterreservoir (3) minstens 5 liter is.
  9. 9. - Passief wateringsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het niveau (A) van het wateroppervlak (8) in het eerste waterreservoir (2) minstens drie centimeter en maximaal vijftien centimeter boven de bodem (9) van het eerste waterreservoir (2) gelegen is.
  10. 10. - Passief wateringsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het wateroppervlak (8) van het eerste waterreservoir (2) een oppervlakte heeft die groter is dan 50 cm2, liever nog groter dan 100 cm2.
  11. 11. - Passief wateringsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het is uitgevoerd als een vaas.
BE2014/0156A 2014-03-11 2014-03-11 Passief wateringsysteem voor snijbloemen en dergelijke BE1000021B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0156A BE1000021B1 (nl) 2014-03-11 2014-03-11 Passief wateringsysteem voor snijbloemen en dergelijke

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0156A BE1000021B1 (nl) 2014-03-11 2014-03-11 Passief wateringsysteem voor snijbloemen en dergelijke

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1000021B1 true BE1000021B1 (nl) 2016-02-15

Family

ID=50628595

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0156A BE1000021B1 (nl) 2014-03-11 2014-03-11 Passief wateringsysteem voor snijbloemen en dergelijke

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1000021B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1357941A (fr) * 1963-05-13 1964-04-10 Récipient avec chambre de stockage de liquide pour humidification constante et automatique
FR2400323A1 (fr) * 1977-08-18 1979-03-16 Douhet De Villossanges Hugues Bac pour culture notamment culture florale
GB2250171A (en) * 1990-08-01 1992-06-03 Lee Chin Hee Plant pot
EP0733328A1 (de) * 1995-03-20 1996-09-25 Albin Heeb Gefäss, beispielsweise Vase oder Weihwasserbecken

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1357941A (fr) * 1963-05-13 1964-04-10 Récipient avec chambre de stockage de liquide pour humidification constante et automatique
FR2400323A1 (fr) * 1977-08-18 1979-03-16 Douhet De Villossanges Hugues Bac pour culture notamment culture florale
GB2250171A (en) * 1990-08-01 1992-06-03 Lee Chin Hee Plant pot
EP0733328A1 (de) * 1995-03-20 1996-09-25 Albin Heeb Gefäss, beispielsweise Vase oder Weihwasserbecken

Similar Documents

Publication Publication Date Title
El-Kazzaz et al. Soilless agriculture a new and advanced method for agriculture development: an introduction
Vermeulen et al. The need for systems design for robust aquaponic systems in the urban environment
US20130047508A1 (en) Aquaponics System
Azad et al. Aquaponics in Bangladesh: current status and future prospects
MX2015012577A (es) Dispositivos de control de mosquito que utilizan pesticidas incorporados por revestimiento duraderos.
BE1000021B1 (nl) Passief wateringsysteem voor snijbloemen en dergelijke
Mullins et al. Principles of small-scale aquaponics
CN202819084U (zh) 一种种植与养殖装置
US20180132437A1 (en) I Re Grow
Taesakul et al. Longkong fruit abscission and its control
CN203912713U (zh) 一种多功能辅助种植装置
CN104082064B (zh) 一种多功能辅助种植装置
Tüzel et al. Advances in liquid-and solid-medium soilless culture systems
KR20190001552U (ko) 상록활엽수의 접목묘 생산 수단
Tripp Hydroponics advantages and disadvantages: Pros and cons of having a hydroponic garden
Ghale-shahi et al. Investigating the Potential of Increasing the Vase Life of Cut Flower of Narcissus by Using Sour Orange Fruit Extract and Sucrose in the Storage Conditions.
CN203801383U (zh) 带发酵箱的花果盆
CN207284384U (zh) 一种用于育苗的控根容器
CN102948342A (zh) 一种节水花盆
RU2013105941A (ru) Способ обогащения цинком плодов и ягод
CN202998914U (zh) 一种节水花盆
UA122561U (uk) Пристрій замкнутого водопостачання для комбінованого інтенсивного вирощування гідробіонтів і рослин
CN204681977U (zh) 一种全自动阳台种菜种花设备
UA145034U (uk) Пристрій замкнутого водопостачання для комбінованого інтенсивного вирощування гідробіонтів і рослин
UA119635U (uk) Пристрій замкнутого водопостачання для комбінованого інтенсивного вирощування гідробіонтів і рослин