NL9500092A - Werkwijze voor het verbinden van een eerste en tweede buis, alsmede samenstel en rijwielframe voorzien van ten minste twee buizen die onderling zijn verbonden met behulp van een dergelijke werkwijze, alsmede rijwiel voorzien van een dergelijk rijwielframe. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het verbinden van een eerste en tweede buis, alsmede samenstel en rijwielframe voorzien van ten minste twee buizen die onderling zijn verbonden met behulp van een dergelijke werkwijze, alsmede rijwiel voorzien van een dergelijk rijwielframe.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verbinden van een eerste en tweede buis, waarbij een uiteinde van de eerste buis wordt verbonden met een buitenwand van de tweede buis.

De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel en een rijwielframe voorzien van ten minste twee buizen die onderling zijn verbonden met behulp van en dergelijke werkwijze. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een rijwiel voorzien van een dergel i jk rijwiel frame.

Bij de fabricage van rijwiel frames zijn tot nu toe twee wezenlijk verschillende werkwijzen bekend voor het onderling verbinden van twee buizen die onder een hoek met elkaar moeten worden verbonden zodanig dat een uiteinde van een eerste buis is verbonden met een buitenwand van de tweede buis.

Bij de eerste bekende werkwijze wordt een koppelstuk toegepast dat in de vakwereld "LUG" wordt genoemd, waarbij het koppelstuk enerzijds aan de buitenwand van de tweede buis wordt gelast of gesoldeerd en anderzijds een buisvormige koker omvat waarin het uiteinde van de eerste buis wordt geschoven en vervolgens aan de koker wordt gelast of gesoldeerd.

Een nadeel van deze werkwijze is dat een relatief duur en zwaar koppelstuk nodig is.

Bij een tweede bekende werkwijze wordt aan de eerste buis een rand gevormd zodanig dat de rand tegen de buitenwand van de tweede buis past. De buizen worden vervolgens aan elkaar gelast of gesoldeerd op de overgang tussen de rand van de eerste buis en de buitenwand van de tweede buis. Een bezwaar van deze werkwijze is dat de nauwkeurigheid van de fabricage van de rand bepalend is voorde stevigheid van de uiteindelijk verbinding tussen de buizen. Indien de rand onnauwkeurig is vervaardigd is solderen nauwelijks mogelijk aangezien dan het vloeibaar soldeer door de te grote openingen tussen de rand van de eerste buis en de buitenkant van de tweede buis wegstroomt en geen verbinding vormt tussen de buizen. Lassen levert ook een onvoldoende stevige verbinding op indien de rand niet nauwkeurig op de buitenwand past. Bij beide bevestigingstechnieken, lassen en solderen, is de stevigheid van de koppeling van de buizen geheel afhankelijk van de kwaliteit van de las- of soldeerverbinding.

De uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen waarmee een stevige verbinding tussen twee buizen wordt verkregen zonder het gebruik van zogenaamde "LUGS".

Dit doel wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat in de tweede buis een opening wordt aangebracht, het uiteinde van de eerste buis wordt voorzien van een verjongd gedeelte dat zich uitstrekt vanaf een aan de eerste buis, complementair aan de, de opening begrenzende wand van de tweede buis, aangebrachte rand, waarna het verjongde gedeelte aanliggend tegen de de opening begrenzende wand in de opening wordt gestoken, totdat de rand van de eerste buis aanligt tegen de buitenwand van de tweede buis.

De eerste buis wordt met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding zowel op als in de tweede buis bevestigd. De stevigheid van de verbinding tussen de buizen wordt niet alleen verkregen door de bevestiging van de eerste buis met de tweede buis maar tevens door de in elkaar geschoven buizen.

Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het in een doorgang van de tweede buis uitstekende gedeelte van het verjongde gedeelte van de eerste buis wordt verwijderd.

Hierdoor is de doorgang van de tweede buis vrij voor het inbrengen van draden en of andere te monteren onderdelen.

Een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het verjongde gedeelte en de rand door middel van omvormen aan de eerste buis worden aangebracht.

Op deze wijze wordt uit een rechte buis eenvoudig de eerste buis gevormd.

Een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het verjongde gedeelte aan de eerste buis wordt gevormd doordat een hulpbuis in de eerste buis wordt bevestigd, waarbij hulpbuis zich uitstrekt voorbij de rand van de eerste buis.

Bij deze werkwijze wordt de rand door omvormen of een verspanende techniek in de eerste buis aangebracht. Vervolgens wordt de hulpbuis in de eerste buis geschoven en in de eerste buis bevestigd bijvoorbeeld door puntlassen. De hulpbuis vormt het verjongde gedeelte van de eerste buis. De benodigde omvormkrachten zijn kleiner dan bij de hierboven genoemde werkwijze maar daarentegen is een extra bewerking nodig voor het inbrengen en bevestigen van de hulpbuis.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening nader worden toegelicht, waarin:

Fig. 1 een buisverbinding tussen twee buizen volgens de werkwijze van de uitvinding toont in een niet-samengestelde toestand,

Fig. 2 de in Fig. 1 weergegeven buisverbinding toont in een samengestelde toestand.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van een zelfde verwijzingscijfer.

Fig. 1 toont een eerste en tweede, cilindrische, metalen buis 1 en 2 die met elkaar worden verbonden volgens de werkwijze volgens de uitvinding. In de buitenwand 3 van de tweede buis 2 wordt een in de richting van de pijl PI gezien, cirkel vormige opening 4 aangebracht met een diameter d en onder een hoek a die afhankelijk is van de hoek waaronder de eerste met de tweede buis moet worden bevestigd. De wand 5 van de opening 4 heeft een vorm die afhankelijk is van de diameters d en D2 van resp. de opening 4 en de tweede buis 2 en de hoek Οί. De opening 4 wordt met behulp van een mal in de buitenwand 3 van de tweede buis 2 gestanst. Om ongewenst vervormen van de buitenwand 3 rond de opening 4 te voorkomen wordt de buis 2 tijdelijk inwendig verstevigd. Een uiteinde 6 van de oorspronkelijke rechte cilindrische buis 1 met een diameter Dl is met behulp van een hydraulische pers zodanig omgevormd dat een rand 7 en een van de rand 7 uitstrekkend verjongd gedeelte 8 met een diameter d aan de buis 1 is aangebracht. De vorm van de rand 7 is complementair aan de vorm van de de opening 4 begrenzende wand 5. Vervolgens wordt het verjongde gedeelte 8 in de door de pijl PI aangegeven richting nagenoeg spelingsloos in de opening 4 geschoven waarbij de wand 9 van het verjongde gedeelte 8 tegenover de wand 5 van de opening 4 ligt. De eerste buis 1 wordt in de richting van de pijl PI verplaatst totdat de rand 7 tegen de buitenwand 3 van de tweede buis 2 aanligt. Dit is in Fig. 2 weergegeven. Vervolgens worden de eerste en tweede buis 1, 2 aan elkaar gelast of gesoldeerd. Bij solderen zal zowel tussen de rand 7 en de buitenwand 3 als tussen de wanden 5 en 9 soldeer vloeien. De stevigheid van de buiskoppeling 10 wordt bepaald door de bevestiging maar tevens door de spelingsloze samenwerking van de wand 5 van de tweede buis 2 met de wand 9 van het verjongde gedeelte 8 van de eerste buis.

Indien gewenst wordt vervolgens het in de doorgang 11 van de tweede buis 2 gelegen deel van het verjongde gedeelte 8 met een behulp van een verspanende of omvormende bewerking verwijderd, zodat de doorgang 11 vrij is voor het monteren van onderdelen in de tweede buis 2.

Het verjongde gedeelte kan worden gevormd door een in de buis 1 geschoven hulpbuis die door middel van bijvoorbeeld puntlassen met de eerste buis is bevestigd.

Het is ook mogelijk om aan het verjongde gedeelte 8 reeds een profiel aan te brengen zodanig dat wanneer de eerste buis in de tweede buis is geschoven de doorgang 11 meteen vrij is terwijl de wand 9 van het verjongde gedeelte 8 over de gehele wand 5 van de opening 4 tegen de wand 5 aanligt.

Een in Fig. 2 weergegeven buisverbinding kan worden toegepast bij rijwielframes maar eveneens voor het koppelen van andere buizen waarbij een stevige verbinding wordt gewenst.

Claims (9)

1. Werkwijze voor het verbinden van een eerste en tweede buis, waarbij een uiteinde van de eerste buis wordt verbonden met een buitenwand van de tweede buis, met het kenmerk, dat in de tweede buis een opening wordt aangebracht, het uiteinde van de eerste buis wordt voorzien van een verjongd gedeelte dat zich uitstrekt vanaf een aan de eerste buis, complementair aan de, de opening begrenzende wand van de tweede buis, aangebrachte rand, waarna het verjongde gedeelte aanliggend tegen de, de opening begrenzende wand in de opening wordt gestoken, totdat de rand van de eerste buis aanligt tegen de buitenwand van de tweede buis.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het in een doorgang van de tweede buis uitstekende gedeelte van het verjongde gedeelte van de eerste buis wordt verwijderd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de buizen rond de rand aan elkaar worden gelast.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat soldeer wordt aangebracht tussen het verjongde gedeelte en de, de opening begrenzende wand alsmede tussen de rand en de buitenwand.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verjongde gedeelte en de rand door middel van omvormen aan de eerste buis worden aangebracht.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het verjongde gedeelte aan de eerste buis wordt gevormd doordat een hulpbuis in de eerste buis wordt bevestigd, waarbij de hulpbuis zich uitstrekt tot voorbij de rand van de eerste buis.

7. Samenstel voorzien van ten minste twee buizen die onderling zijn verbonden met behulp van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies.

8. Rijwielframe voorzien van ten minste twee buizen die onderling zijn verbonden met behulp van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies.

9. Rijwiel voorzien van een rijwiel frame volgens concl usie 8.