NL9202258A - Stadsuitloop. - Google Patents

Stadsuitloop. Download PDF

Info

Publication number
NL9202258A
NL9202258A NL9202258A NL9202258A NL9202258A NL 9202258 A NL9202258 A NL 9202258A NL 9202258 A NL9202258 A NL 9202258A NL 9202258 A NL9202258 A NL 9202258A NL 9202258 A NL9202258 A NL 9202258A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lateral
mounting
flap
flange
flat roof
Prior art date
Application number
NL9202258A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ubbink Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ubbink Nederland Bv filed Critical Ubbink Nederland Bv
Priority to NL9202258A priority Critical patent/NL9202258A/nl
Publication of NL9202258A publication Critical patent/NL9202258A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/0404Drainage on the roof surface
    • E04D13/0409Drainage outlets, e.g. gullies
    • E04D13/0431Drainage outlets, e.g. gullies with horizontal evacuation over the border of the roof
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/0404Drainage on the roof surface
    • E04D13/0409Drainage outlets, e.g. gullies
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/0404Drainage on the roof surface
    • E04D13/0409Drainage outlets, e.g. gullies
    • E04D2013/0436Drainage outlets, e.g. gullies with sealing means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Description

Stadsuitloop
De uitvinding heeft betrekking op een uitloop voor een plat dak, voor de af voer van hemelwater daarvan.
Uitlopen voor platte daken kan men onderscheiden in onderuitlopen en stadsuitlopen.
Onderuitlopen zijn voorzien van een inlaatge-deelte, dat op afstand van de dakrand op tegen water af gedichte wijze met een plaatsingsf lens bevestigd is aan de dakbedekking, en van een van daaraf loodrecht naar beneden af voerende buis, die vertikaal door het dak heengevoerd wordt om aangesloten te worden op de inpandige standpijp.
Stadsuitlopen worden gebruikt om het hemelwater van het platte dak door de dakrand heen af te voeren naar een buiten, tegen de gevel geplaatste hemelwaterafvoer. De stadsuitloop omvat eveneens een inlaatgedeelte met een plaatsingsflens, die op tegen water afgedichte wijze bevestigd moet zijn aan de dakbedekking van het platte dak inbegrepen de dakrand, en een afvoergedeelte voor zijwaartse afvoer door de dakrand van het water naar de tegen de gevel gemonteerde hemelwaterafvoer, waarbij het afvoergedeelte onder afschot gericht is en als het ware door de dakrand heensteekt van het platte dak, naar buiten naar de gevel.
Er zijn vele soorten stadsuitlopen in de handel verkrijgbaar. De bekende stadsuitlopen kunnen vervaardigd zijn van PVC, zink, aluminium, of lood en zijn in hun inlaatgedeelte voorzien van een flensplaat van hetzelfde materiaal, die zich aan drie of vier zijden van de inlaat-opening naar het transportgedeelte uitstrekt in vlakken die na plaatsing overeenkomen met de vlakken van de aansluitende gebieden van het platte dakvlak en de rand daarvan. Deze flenzen worden zowel als plaatsingsflens als bevestigingsflens gebruikt. Na plaatsing van de stadsuitloop zal de dakbedekker de dakbedekking op afdichtende wijze dienen te bevestigen aan de plaatsingsflens of bevestigingsflens. De materialen van de dakbedekking en de stadsuitloop moeten derhalve geheel op elkaar afgestemd zijn, om een goede blijvende afdichting te kunnen realiseren. Dit betekent dat van de stadsuitloop als geheel uitvoeringen die vervaardigd zijn van verschillend materiaal een voorraad aangehouden moet worden, om te kunnen voldoen aan een vraag voor stadsuitlopen voor daken met verschillende soorten dakbedekkingen, zoals bitumen, PVC, EPDM en zink. Waar een dergelijke voorraadvoering niet goed mogelijk is, bestaat al gauw de kans dat materialen met elkaar verbonden moeten worden die daarvoor eigenlijk niet zo geschikt zijn, met als gevolg een onvolkomen afdichting.
Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te verschaffen. Hiertoe voorziet de uitvinding in een uitloop voor het van een plat dak afvoeren van hemelwater, omvattend een inlaatgedeelte voor ontvangst van water van het platte dak, en een afvoergedeelte, dat bestemd is om in de dakrand geplaatst te worden, waarbij het inlaatgedeelte een plaatsingsflens omvat voor plaatsing en ondersteuning op het platte dak alsmede een bevestigingsflap voor afdichtende bevestiging van het inlaatgedeelte op de bedekking van het platte dak, waarbij de plaatsingsflens en de bevestigingsflap afzonderlijke, aan elkaar te bevestigen onderdelen vormen, die bij voorkeur vervaardigd zijn van verschillend materiaal.
Met de maatregelen volgens de uitvinding doet het er voor de afdichting van de uitloop ten opzichte van de dakbedekking niet meer toe van welk materiaal de uitloop zelf gemaakt is, behalve voor wat betreft de bevesti-gingsflap. Deze bevestigingsflap kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn van een materiaal zoals bitumen, dat natuurlijk zeer gemakkelijk en betrouwbaar vast te branden is aan een bitumineuze dakbedekking.
Bij voorkeur is de uitloop voorzien van bevestigingsmiddelen voor het in hoofdzaak rondom op mechanische wijze bevestigen van de bevestigingsflap op de plaatsings-flens. Indien nodig kan deze verbinding reeds voorafgaande aan plaatsing op het platte dak verzekerd zijn, bijvoorbeeld op de bouwplaats of op de plaats waar de voorraad aangehouden wordt. Ook is het mogelijk om deze verbinding, op bestelling, reeds in de fabriek van de uitlopen te laten realiseren.
Bij voorkeur zijn de mechanische bevestigingsmiddel klemmiddelen voor het vastklemmen van de bevestiging op de plaatsingsflens.
Bij voorkeur zijn de bevestigingsmiddelen gevormd om de bevestigingsflap in een verticaal vlak, dat loodrecht staat op de omtreksrichting van de flap, te vervormen uit zijn hoofdvlak.
Hierdoor wordt als het ware een knik in het afdichtingsvlak tussen de bevestigingsflap en de plaatsingsflens bewerkstelligd, waardoor de lekweg vergroot wordt en de afdichtende werking verder verzekerd wordt.
Bevestigingsmiddelen omvatten hiertoe bijvoorbeeld een strookvormige verhevenheid en een omgekeerd gootprofiel, die tussen zich in de bevestigingsflap afdichtend klemmen. Bij voorkeur is de strookvormige verhevenheid voorzien op de plaatsingsflens. De strookvormige verhevenheid en het strookvormige gootprofiel zijn bij voorkeur complementair gevormd en in dwarsdoorsnede voorzien van een gegolfd oppervlak, zodat een golfvormig verloop verkregen wordt in het aansluitingsgebied en de lekweglengte zeer groot kan zijn.
De strookvormige verhevenheid is bij voorkeur op afstand van de rand van de plaatsingsflens gelegen. Hierdoor wordt de lekweg tussen de plaatsingsflens en de bevestigingsflap vergroot, maar wordt ook bereikt dat de omtrekslengte van de afdichting klein gehouden wordt, zodat de kans op onvolkomenheden in de afdichting verder verkleind wordt. De strookvormige verhevenheid is voorts bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de ingangsopening van het inlaatgedeelte en daarmee bij het afvoergedeelte gelegen om redenen van stijfheid.
Volgens een verdere voorkeursuitvoering van de uitloop volgens de uitvinding is de bevestigingsflap op losmaakbare wijze bevestigd aan de plaatsingsflens. Bij het vervangen van de dakbedekking kan de uitloop dan op zijn plaats blijven en wordt bespaard op het bouwafval.
De uitvinding zal nu nader beschreven worden aan de hand van een in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in: fig. 1 een bovenaanzicht op de voorbeelduitvoering van de stadstuitloop volgens de uitvinding; fig. 2 een langsdoorsnede van de stadsuitloop van fig. 1, volgens II-II; fig. 3 een aanzicht op de stadsuitloop van fig. 1 en fig. 2, volgens pijl III; fig. 4 een gedeelte van de bevestigingsmiddelen van de stadsuitloop van fig. 1; en fig. 5 een doorsnede op de bevestigingsmiddelen van fig. 4, volgens V-V.
In de figuren 1, 2 en 3 is de stadsuitloop 1 te zien, die een afvoerpijp 2 voor af voer van water in de richting A omvat en een daarmee als een geheel gevormde inlaat 4. De afvoerpijp 2 is hier een koker met een rechthoekige doorsnede, die bij plaatsing in het werk bestemd is om met zijn afgifte-eind 3 middels een overgangsstuk (niet weergegeven) aangesloten te worden op een tegen een gevel van een van een plat dak voorzien gebouw geplaatste hemelwater af voer. Aan de aanstroomzijde gaat de afvoerpijp 2 via een hoek a over in inlaatgedeelte 4, dat bestemd is om in hoofdzaak horizontaal te liggen, dat wil zeggen evenwijdig aan het plat dak. De hoek α kan bijvoorbeeld 8° zijn.
De afvoerpijp 2 is aan zijn buitenoppervlak, hier op drie van haar wanden, voorzien van evenwijdig aan elkaar lopende omtreksribben 5, die elk in een vlak gelegen zijn, dat loodrecht staat op het vlak van de plaat 8, 14. De hart-op-hart-afstand van deze ribben, in horizontale richting beschouwd, kan bijvoorbeeld 3 centimeter bedragen. Hierdoor kan de installateur op gemakkelijke wijze de afvoerpijp reeds vooraf op lengte brengen. De hoogte van de ribben neemt toe van de opening 6 naar de opening 3. Dit heeft te maken met de produktietechniek, in casu spuitgieten, waarbij de koker om deze te kunnen lossen een taps buitenoppervlak krijgt. Om de afmeting in dwarsdoorsnede ter plaatse van de ribben constant te houden, is de afname daarvan als gevolg van de tapsheid vereffend door de toename in ribhoogte.
Het inlaatgedeelte 4 omvat naast de plaat 14 een flens 8, 9 die in dit voorbeeld geheel rondom loopt om inlaatopening 6. De flens 8 ligt hierbij in het verlengde van de plaat 14 en is buiten de opening 6, ter plaatse van kniklijnen 20 onder een hoek β naar boven omgezet in flensdeel 9. De hoek β hangt af van het specifieke type van de dakrand van het platte dak en kan bijvoorbeeld 45°, 60° of zelfs 90° bedragen. De bedoeling is dat het flensdeel 9 in een vlak komt te liggen dat evenwijdig is aan het plaatselijke vlak van de dakrand. Wanneer de dakrand vrij laag is kan overwogen worden om de stadsuitloop uit te voeren met een in het bovenste gebied onderbroken flensdeel 9, zodat de inlaatopening 6 niet aan de bovenzijde begrenst wordt. In dat geval kan bijvoorbeeld het in fig. 3 gearceerd weergegeven gedeelte weggelaten zijn.
Op enige afstand van de omtreksrand van de flens 8, 9 bevindt zich een groef 10, gevormd door twee ribben 15, 16 en een daartussen gelegen komvormige bodem 17, op regelmatige afstanden langs de lengte van de groef 10 zijn doorgaande tapgaten 11 aangebracht, voor ontvangst van bijvoorbeeld schroeven 7. Waar de materiaaldikte van de flens 8, 9 ontoereikend is voor tapgaten, kunnen bijvoorbeeld inslagmoeren gebruikt worden.
De in de figuren 1, 2 en 3 (slechts gedeeltelijk en schematisch), maar ook in fig. 5 weergegeven bevesti-gingsflap of plakflap 12 strekt zich rondom uit om de inlaatopening 6, op afstand van de rand daarvan. De plakflap 12 is aan de flensdelen 8, 9 bevestigd op een wijze die weergegeven is in fig. 5. Het binnenrandgebied 21 van de plakflap 12 wordt over de ribben 15, 16 gelegd, waarna een omgekeerd U-vormig profiel 13 (dat om redenen van duidelijkheid niet weergegeven is in fig. 1 en 3) over de plakflap 12 en over de ribben 15, 16, in de richting B, geplaatst wordt. De afstand tussen de beide benen van het U-vormige profiel 13 is hierbij zodanig gekozen in relatie tot de afstand van de buitenvlakken van de ribben 15 en 16, dat de plakflap 12 daartussen en zijwaarts geklemd wordt. Bevestiging van het U-vormige profiel 13 aan de flensdelen 8, 9 vindt plaats middels bijvoorbeeld schroeven 7, die door gaten 18 in het profiel 13 gestoken kunnen worden en door de plakflap 12 heengeschroefd kunnen worden om daarna vastgedraaid te worden in de tapgaten 11. Hiermee wordt het profiel 13 stevig neerwaarts vastgeklemd op de verhevenheid 10, zodat een goede afdichting in de richting c verkregen wordt. De bodem van het profiel 13 kan plat zijn, maar eventueeel op het binnenoppervlak daarvan voorzien zijn van een zich in langsrichting uitstrekkende ribbe 19, die complementair gevormd is aan de komvormige bodem 17. Hierdoor wordt bereikt dat de loop van de plakflap, gaande op fig. 5 van links naar rechts, nog meer keren in de richting veranderd wordt. Hierdoor wordt de labyrinthwerking en daarmee de lekweg verder vergroot.
Het materiaal, waarvan het lichaam omvattende de delen 2, 14, 8 en 9 vervaardigd is, kan willekeurig zijn, zolang het maar geschikt is voor de doeleinden en toege staan is binnen de normen. Het voornoemde lichaam kan bijvoorbeeld door spuitgieten vervaardigd zijn van ABS of PVC. Het materiaal waarvan de plakflap 12 vervaardigd is kan eenvoudig afgestemd worden op het materiaal van de dakbedekking van het platte dak waar de stadsuitloop 1 geplaatst moet worden. De plakflap 12 kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn van een bitumineus materiaal, dat geplakt of gebrand kan worden aan een bitumineuze dakbedekking.

Claims (13)

1. Zijwaartse uitloop voor een plat dak voor de afvoer van hemelwater daarvan, omvattend een inlaatgedeel-te voor ontvangst van water van het platte dak en een afvoergedeelte, dat bestemd is om in de dakrand van het platte dak geplaatst te worden, waarbij het inlaatgedeelte een plaatsingsflens omvat voor plaatsing en ondersteuning op het platte dak alsmede een bevestigingsflap voor tegen water afgedichte bevestiging van het inlaatgedeelte op de bedekking van het platte dak, waarbij de plaatsingsflens en de bevestigingsflap afzonderlijke, op afdichtende wijze aan elkaar te bevestigen onderdelen vormen.
2. Zijwaartse uitloop volgens conclusie 1, waarbij de bevestigingsflap en de plaatsingsflens vervaardigd zijn van verschillend materiaal.
3. Zijwaartse uitloop volgens conclusie 1 of 2, omvattend bevestigingsmiddelen voor het in hoofdzaak rondom afdichtend mechanisch bevestigen van de bevestigingsflap op de plaatsingsflens.
4. Zijwaartse uitloop volgens conclusie 3, waarbij de bevestigingsmiddelen klemmiddelen zijn.
5. Zijwaartse uitloop volgens conclusie 4, waarbij de bevestigingsmiddelen gevormd zijn om de bevestigingsflap in een verticaal vlak, dat loodrecht staat op de richting van de omtreksrand van de bevestigingsflap, te vervormen uit zijn hoofdvlak.
6. Zijwaartse uitloop volgens conclusie 5, waarbij de bevestigingsmiddelen een strookvormige verhevenheid en een gootvormig profiel omvatten, alsmede middelen voor het naar elkaar toe spannen daarvan.
7. Zijwaartse uitloop volgens conclusie 6, waarbij de strookvormige verhevenheid en het gootvormige profiel complementair gevormd zijn.
8. Zijwaartse uitloop volgens conclusie 6 of 7, waarbij de strookvormige verhevenheid voorzien is op de plaatsingsflens.
9. Zijwaartse uitloop volgens conclusie 8, waarbij de strookvormige verhevenheid op afstand gelegen is van de rand van de plaatsingsflens.
10. Zijwaartse uitloop volgens één der conclusies 6-9, waarbij de strookvormige verhevenheid gevormd wordt door tenminste één, bij voorkeur twee omlopende ribben.
11. Zijwaartse uitloop volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsflap op losmaakbare wijze bevestigd is aan de plaatsingsflens.
12. Zijwaartse uitloop volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het afvoergedelte kokervormig is en aan zijn buitenoppervlak voorzien is van ribben, die zich in hoofdzaak dwars op de afvoerrichting uitstrekken en op regelmatige afstand van elkaar gelegen zijn.
13. Zijwaartse uitloop volgens conclusie 12, waarbij het kokervormige afvoergedeelte een taps toelopend buitenoppervlak heeft, en de ribben een hoogte ten opzichte van het buitenoppervlak bezitten, die toeneemt ter vereffening van de afname van de hoogte en/of breedte van het buitenoppervlak.
NL9202258A 1992-12-24 1992-12-24 Stadsuitloop. NL9202258A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9202258A NL9202258A (nl) 1992-12-24 1992-12-24 Stadsuitloop.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9202258 1992-12-24
NL9202258A NL9202258A (nl) 1992-12-24 1992-12-24 Stadsuitloop.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9202258A true NL9202258A (nl) 1994-07-18

Family

ID=19861686

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9202258A NL9202258A (nl) 1992-12-24 1992-12-24 Stadsuitloop.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9202258A (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1826334A3 (de) * 2006-02-27 2011-06-15 b/s/t GmbH Koch Kunststofftechnologie Notüberlauf
EP3597834A1 (de) * 2018-07-20 2020-01-22 Dallmer GmbH & Co. KG Bauteil für eine ablaufvorrichtung für ein flachdach mit attika
EP4174245A1 (de) * 2021-10-28 2023-05-03 Fleck GmbH Winkelablauf für flachdächer mit einer über die dachfläche ragenden umfassung

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1826334A3 (de) * 2006-02-27 2011-06-15 b/s/t GmbH Koch Kunststofftechnologie Notüberlauf
EP3597834A1 (de) * 2018-07-20 2020-01-22 Dallmer GmbH & Co. KG Bauteil für eine ablaufvorrichtung für ein flachdach mit attika
EP4174245A1 (de) * 2021-10-28 2023-05-03 Fleck GmbH Winkelablauf für flachdächer mit einer über die dachfläche ragenden umfassung

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4190988A (en) Method, system and components for preserving wooden gutters
US3967419A (en) Guttering systems
US5065553A (en) Roof flashing unit
US4327532A (en) Adjustable angle eave apparatus
US9534391B2 (en) Gutter, gutter assemblies and components therefor
US20110047695A1 (en) Drain assembly
HU216428B (hu) Csatlakoztatószerkezet ablakok, különösen tetőablakok beépítéséhez
US5094040A (en) Skylight drainage apparatus and method
US20150267412A1 (en) Roof Ridge Integrated Water-Shedding Apparatus
NL9202258A (nl) Stadsuitloop.
US20040134213A1 (en) Air conditioning condensation drainage system
EP3231956A1 (en) Telescopic gutter, especially for roof windows
US10450756B2 (en) Special water diverter device for gutters at wall abutments
JPH07305463A (ja) 軒先構造
US4306389A (en) Protective device
GB2084209A (en) Repairing gutters
US8567130B2 (en) One piece corner fitting
US4445302A (en) Building roof structure
US4761919A (en) Multiple skylight guttering system
JP3117279U (ja) 連棟型ユニットハウスの連結部における内樋構造
JP5261458B2 (ja)
JP7497282B2 (ja) 軒先構造
KR200183999Y1 (ko) 수밀 설계된 금속기와 고정구
KR101906927B1 (ko) 막 재인장 장치가 적용된 조립형 거터시스템
CA2026735A1 (en) Skylight drainage apparatus and method

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed