NL7907802A - Verlichtingsinrichting voor telefoontoestellen. - Google Patents

Description

φ* -1- 21004/JF/jl

AanvrageriHandelsmaatschappij Isoleetra B.V., Rotterdam, Nederland.

Korte aanduiding: Yerlichtingsinrichting voor telefoontoestellen.

De uitvinding heeft betrekking op een verlichtingsinrichting 5 voor telefoontoestellen.

Dit het Duitse Offenlegungsschrift 27 06 815 is het bekend telefoontoestellen te verlichten door het uit nalichtend kunststof vervaardigen van de kiesschijf. Bij een alternatieve in het Duitse Offenlegungsschrift 25 14 697 beschreven· oplossing wordt de kiesschijf met een 10 schijf van zelfverlichtend,radioactief materiaal bedekt. Het nadeel van deze oplossingen is dat de nalichtingsduur van een dusdanige kunststof slechts zeer kort is. Daarnaast dient men bij toepassing van radio-actie-ve nalichtmassa's of gassen met aanzienlijke bemoeienissen van de kant van milieuverontreinigingsinstantie's rekening te houden, voor zover 15 überhaupt de nodige vervaardigingsvergunning wordt afgegeven.

Verder is het uit het Duitse Offenlegungsschrift 24 46 499 en het Duitse Offenlegungsschrift 22 37 701 bekend aan telefoontoestellen één of meerdere lampen aan te brengen, welke door de stroomkring van het telefoontoestel worden gevoerd en bij het opnemen van de hoorn, res-20 pectievelijk na het opnieuw opleggen ervan aan- en uit-geschakeld te worden. Ook deze oplossing is niet voordelig, aangezien hiervoor een speciaal telefoontoestel en een aanvullende bedrading noodzakelijk is en de verlichting pas na het opnemen van de hoorn werkzaam wordt, dat wil zeggen wanneer deze nauwelijks nog nodig is.

25 Het doel van de uitvinding is een telefoontoestel bij het binnen komen van een oproep dusdanig te belichten, dat ook in de nacht of bij duisternis het telefoontoestel kan worden gezien.

De uitvinding beoogt de hierboven opgesomde nadelen klevende aan de stand van de techniek op te heffen en ten minste het hierboven aange-30 geven doel te verwezenlijken, en voorziet daartoe in een inrichting van een in de aanhef genoemde soort, welke is gekenmerkt, doordat bij het aanspreken van de geluidopwekinrichting van het telefoontoestel het buiten het telefoontoestel nog werkende magneetveld van de geluidopwek-spoel en/of de akoestische impuls van het geluidopwekorgaan een onafhan-35 kelijk van het telefoontoestel aangebrachte verlichtingsinrichting via een magneet- of akoestische schakelaar aanschakelt.

In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding voorziet deze in een inrichting van een in de aanhef genoemde soort, welke is gekenmerkt, doordat bij het aanspreken van het geluidopwekorgaan van het tele-40 foontoestel het magneetveld van de geluidopwekspoel en/of de akoestische 7907802 -2- - 21004/JF/jl fit ir impuls van het geluidopwekorgaan een in het telefoontoestel aangebrachte verlichtingsinrichting via een magneet- of akoestische schakelaar inschakelt.

Opgemerkt wordt dat bij het aanspreken van het geluidopwekorgaan 5 van het telefoontoestel het binnenkomen van het oproepteken wordt be- " doeld.

De uitvinding berust op het inzicht dat .’s-nachts en in onverlichte ruimtes door het plotselinge geluid· voortbrengen van het telefoontoestel, in het bijzonder bij hierdoor plotseling gewekte personen, onge-10 controleerde reacties ontstaan, waardoor de in de nabijheid van het telefoontoestel aanwezige voorwerpen of het toestel zelf wordt omgestoten of op de grond valt. Door de verlichtingsinrichting volgens de uitvinding worden deze nadelen op een eenvoudige manier opgeheven. Een verder voordeel is dat de verlichtingsinrichting volgens de uitvinding zonder veel 15 onkosten ook achteraf aan willekeurige telefoontoestellen kan worden aangebracht, zonder dat daarin ingrepen gedaan dienen te worden,welke door de P.T.T. dienen te worden goedgekeurd. Dit is mogelijk omdat de inschakeling van het licht onafhankelijk van de stroomkring van het . telefoontoestel geschiedt, namelijk middels een magnetische of akoe.sti-20 sohe impuls, waarbij de als trigger-of schakelpuls het buiten de behuizing van het telefoontoestel werkende magnetische veld,van de door het oproepteken bekrachtigde belspoel of de geluidssterkte respectievelijk de trillingen van het geluid-opwekorgaan gebruikt kunnen worden.

In het geval van de magnetische triggering is de bij het begin 25 van het oproepteken in de magneetspoel van het geluidopwekorgaan optredende naar buiten werkende inductie voldoende om een buiten en onafhankelijk van het telefoontoestel aangebrachte gevoelige magneetschakelaar, bijvoorbeeld een reed-relais te bekrachtigen. Een in de stroomkring van de magneetschakelaar of door de trillingen van het geluidopwekorgaan 30 bekrachtigde akoestische schakelaar liggende stroombron, bijvoorbeeld een zaklampbatterij, een accu of een miniatuurnetvoedinkje, geeft hierdoor gedurende de tijdsduur van het oproepteken stroom aan de gloeilamp af, welke hierdoor tot branden wordt gebracht. Vólgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is voorzien in een vertragings-35 schakeling, welke na bekrachtiging van de magneet of akoestische schakelaar ook na het afvallen ervan de lamp voor een bepaalde tijdsduur ingeschakeld houdt.De stroomkring bevat bij voorkeur nog een aanvullende uitschakelaar, zodat de verlichtingsinrichting, bijvoorbeeld overdags, kan worden uitgeschakeld. De gemeenschappelijke bestandsdelen zijn bij ^0 voorkeur in een gemeenschappelijk basislichaam ondergebracht, welke bij 7907802 -3- 21004/JF/jl „ voorkeur uit een verticale behuizing bestaat, en een met betrekking daartoe onder een in hoofdzaak rechte hoek aangebrachte onder het telefoontoestel schuifbaar aanzetstuk, waarin de magneet of akoestische schakelaar is aangebracht. De behuizing is bij voorkeur aan het bovenuiteinde 5 ervan van een afneembare kap voorzien, welke een lichtvenster en/of een signaalkap bevat en gelijktijdig een eenvoudig uitwisselen van de lamp, de batterij of andere delen van de verlichtingsinrichting mogelijk maakt. De kap bestaat bij voorkeur uit een transparant of nalichtende kuststof.

10 Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de lamp op een buigzame as opgesteld, waarbij het basislichaam ter opneming van de stroombron en de schakelaar dient. Bij een verdere uitvoeringsvorm geschiedt de verlichting van het telefoontoestel via een vezeloptiek, waarbij de lamp zelf in het basislichaam is ondergebracht.

15 Bij voorkeur is voorzien in een steek- of kleefverbinding, welke het basislichaam losmaakbaar met het telefoontoestel verbindt. Deze verbinding kan bijvoorbeeld middels een kleeflaag geschieden, welke op een willekeurige plek aan het telefoontoestel kan worden aangebracht.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn aan het het houdorgaan vormen-20 de aanzetstuk twee of meer houdstiften aangebracht, evenals een reeks boorgaten, die een bevestiging van de verlichtingsinrichting aan telefoontoestellen van verschillend type mogelijk maken. De bevestiging van dit houdorgaan aan het telefoontoestel kan probleemloos zonder toe<* passing van gereedschap onder benutting van de in de bodem van het tele-25 foontoestel aanwezige boorgaten of 'pennen geschieden.

Aangezien de schakelaar de stroomkring tussen de stroombron en de lamp slechts gedurende de duur van het oproepteken of bij toepassing van een vertragingsschakelaar een korte tijd daarna .sluit, is het stroomverbruik gering en de levensduur van een batterij voldoend lang, wanneer 30 men geen oplaadbare accu toepast of wanneer het apparaat via een minia-tuurnetvoeding rechtstreeks aan het net is aangesloten.

Daarenboven bestaat de mogelijkheid verdere lichtbronnen aan te sluiten, en deze gescheiden van het telefoontoestel ook in een andere ruimte aan te brengen.

35 Een verder voordeel van de uitvinding is dat het daarmee moge lijk is het geluidopwekorgaan van het telefoontoestel op de geringste geluidsterkte in te stellen en slechts de verlichtingsinrichting, respectievelijk het'oplichten van de gloeilamp als oproepteken te gebruiken. Hierdoor kan bij een conferentie of een radio- of t.v.-uitzending etc. een storing door het anders gebruikelijke belsignaal worden ver- 7907802

Hr -4- 21004/JF/jl meden.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de verlichtingsinrichting uit een in de hoorn van het telefoontoestel ingebouwde lamp, waarvan de uitsluiteontacten buiten de hoorn zijn ge-5 voerd. De in de hoorn ondergebrachte gloeilamp wordt daarbij aan een naar buiten werkend verend dubbelcontact aangesloten, welke op een overeenkomstig aangebrachte dubbelcontactplaat drukt, welke op het lichaam van het telefoontoestel zonder daarin te hoeven ingrijpen, bijvoorbeeld met een kleeflaag is bevestigd. Door deze dubbelcontactplaat 10 voert een leiding naar de in het basislichaam aangebrachte schakelinrich-ting en naar de stroombron.

De in de hoorn aangebrachte uitsparing voor de opname van de gloeilamp wordt bij voorkeur door een transparante of nalichtende afsluitklep bedekt, voor zover de gehele hoorn niet uit een transpa-15 rant of nalichtend materiaal vervaardigd is.

Het basislichaam zelf wordt bij de tot nu toe beschreven uitvoeringsvormen aan het telefoontoestel bevestigd. De bediening van de mag-neet-of akoestische schakelaars geschiedt op overeenkomstige wijze. De stroomtoevoer door het basislichaam via de naast de haak aangebrachte 20 dubbelcontactplaat en de verende dubbelcontacten naar de in de hoorn aanwezige gloeilamp bewerkt.

De uitvinding wordt hierna gedetailleerd beschreven aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een zijaanzicht toont van een gebruikelijk telefoontoe*· 25 stel, welk met een eerste uitvoeringsvorm van de verlichtingsinrichting volgens de uitvinding is voorzien.; fig. 2 een ten opzichte van fig. 1 over 90° gedraaid vooraanzicht van het van de verlichtingsinrichting voorziene telefoontoestel toont; 30 fig, 3 een vooraanzicht toont van de in fig. 1 en fig. 2 toege paste verlichtingsinrichting; fig. 4 een zijaanzicht toont van de in fig. 3 getoonde verlichtingsinrichting ; fig. 5 een bovenaanzicht toont van de in fig. 3 en fig. 4 ge-35 toonde verlichtingsinrichting; fig. 6 een schematische weergave is van de schakeling van de in fig. 3 met 5 aangeduide verlichtingsinrichting; fig. 7 een hoorn toont van een telefoontoestel in vooraanzicht, welke volgens een tweede uitvoeringsirorm van de verlichtingsinrichting 40 is uitgevoerd; 7907802 -5- 21004/JF/jl * fig. 8 de hoorn van fig. 7 toont, waarbij deze over 90° is gedraaid ; fig. 9 het bijgebehorende met verdere bouwelementen van de tweede uitvoeringsvorm van de verlichtingsinrichting uitgeruste basis-5 apparaat in vooraanzicht toont; fig. 10 het grondapparaat van fig. 9 van bovenaf gezien toont;en fig. 11 de bij de tweede uitvoeringsvorm van de verlichtingsinrichting toegepaste schakeling toont.

In de figuren 1 en 2 is een gebruikelijk telefoontoestel weer-10 gegeven, welk uit een hoorn 1, een basisapparaat 2 en een kiesschijf 3 bestaat. Aan het telefoontoestel is een verlichtingsinrichting 4 aangebracht. De verlichtingsinrichting 4 vormt een overeenkomstig basislichaam, welk uit een rechthoek-vormige rechtop staande behuizing 5 en een onder een rechte hoek ten opzichte daarvan aangebracht aanzetstuk Ί5 6 bestaat, welke laatste in de vorm van een bevestigingsplaat is uitgevoerd. Het aanzetstuk 6 bevat houdstiften 7, welke in de overeenkomstige boorgaten in de onderzijde van het basisapparaat 2 insteekbaar zijn. In het midden van het houdorgaan is zoals door verwijzingscijfer 8 is aangegeven een magneetschakelaar 8 bevestigd, zodat bij het aanbrengen van 20 de verlichtingsinrichting aan het telefoontoestel aan de onderzijde van het basisapparaat ervan op een plek ligt waar deze door de spoel van het geluidopwekorgaan bij een binnenkomende oproep opgewekte magneetveld wordt aangeschakeld.

De behuizing 5 bevat in het bovenbereik ervan een opsteekbare 25 kap 9, met een naar het telefoontoestel toegekeerd venster 10, welk met een transparante schijf T1 is afgesloten. Aan de bovenzijde van de kap 9 is verder een doorzichtig signaalkapje 12 aangebracht. Achter het venster 10 bevindt zich een gloeilamp 3, welke volgens de in fig. 6 weergegeven schakeling in een door de magneetschakelaar 8, een spanningsbron 30 14 en een uitschakelaar 15 gevormde stroomkring is geschakeld. Parallel aan de magneetschakelaar 8 is een vertragingsschakeling 16 aangebracht.

De vertragingsschakeling 16 zorgt ervoor dat de lamp 13 niet meteen wordt afgeschakeld, wanneer de door het met 17 aangeduide spoel van het geluidopwekorgaan op groepen magneetveld aan het einde van het belteken 35 een uitschakeling van de magneetschakelaar 8 tot gevolg heeft.

De gloeilamp 13, de stroombron 14, de uitschakelaar 15, de magneetschakelaar 8 en de vertragingsschakeling 16 zijn middels een gedrukte bedrading of bedrading verbonden.

Bij de in fig. 7 tot en met 11 weergegeven tweede uitvoerings-^0 vorm is in het oppakbereik van de hoorn 1 en de gloeilamp 18 middels een 7907802 . -6- 21004/JF/jl Λ houder 19, 20 ondergebracht, waarbij het uitgespaarde bereik van de hoorn 1 middels een transparante of uit nalichtend kunststof vervaardigde afdekplaat 21 afsluitbaar is. De beide polen van de gloeilamp 18 zijn door een verend dubbelcontact 22 buiten de hoorn 1 gevoerd. Aan de 5 onderzijde van het basisapparaat 2 is op overeenkomstige wijze zoals de bij de figuren 1 tot en met 6 getoonde eerste uitvoeringsvorm een uit een behuizing 23 en een loodrecht daaropstaande onder het telefoontoestel aangebracht aanzetstuk 24 gevormd naast het lichaam van de verlichtings-inrichting aangebracht, welke een akoestische schakelaar 25 omvat. De 10 behuizing 23 is voorzien van een afsluitkap 26, welke een toegang tot het in het inwendige aanwezige schakel- en stroomvoedingselement mogelijk maakt. Van de behuizing 23 voert een leiding 27 naar een~dubbelcontact-plaat 28, welke zijdeling naast één van de beide hoornoplegorganen 29 welke te zamen de haak vormen, middels bijvoorbeeld een kleeflaag is 15 aangebracht. Op de dubbelcontactplaat 28 drukt het verende dubbelcontact 22, wanneer de hoorn 1 op het basisorgaan 2 van het telefoontoestel ligt. Op deze wijze wordt een elektrische verbinding tussen de gloeilamp 18 en de hoorn 1 en de in de behuizing 23 bevindende stroombron 30 tot stand gebracht, wanneer de uitschakeling 31 is gesloten en de akoestische scha-20 kelaar 25 door het geluidopwekorgaan wordt bekrachtigd. Met 32 is een parallel met de akoestische schakelaar 24 verbonden vertragingsinrich-ting aangeduid..

Het is vanzelfsprekend ook mogelijk bij de uitvoeringsvorm van de in de figuren 1 tot en met 6 weergegeven magnefetschakelaar een 25 akoestische schakelaar en bij de uitvoeringsvorm van de in de figuren 7 tot en met 11 weergegeven akoestische schakelaar ' een magneetschakelaar toe te passen.

-CONCLUSIES- 7907802

Claims (15)

1. Verlichtingsinrichting voor telefoontoestellen,met het kenmerk, dat bij het aanspreken van de geluidopwekinrichting van het tele- 5 foontoestel het buiten het telefoontoestel nog werkende magneetveld van de geluidopwekspoel (17) en/of de akoestische impuls van het geluidop-wekorgaan een onafhankelijk van het telefoontoestel aangebrachte verlichtingsinrichting (4) via een magneet- of akoestische schakelaar (8;25) aanschakelt.

2. Verlichtingsinrichting voor telefoontoestellen volgens con clusie 1, met het kenmerk, dat een stroombron (14), een lamp (13), de magneet- of akoestische schakelaar (8) en/of een uitschakelaar (15) en/of een vertragingsschakeling (16) in een gemeenschappelijk basislichaam zijn ondergebracht.

3. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het basislichaam uit een verticale behuizing (5) bestaat alsmede een onder in hoofdzaak rechte hoek staande, onder het telefoontoestel schuifbaar aanzetstuk (6), waarin de magneet- of akoestische schakelaar (8;25) is aangebracht.

4. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat deze een afneembare kap (9) aan het bovenuiteinde van de behuizing (5) omvat, welke voorzien is van een licht doorlatend orgaan (10) en/of een signaalkap (12).

5. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, 25 dat de afneembare kap (9) bestaat uit doorzichtig of nalichtend kunststof.

6. Verlichtingsinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lamp op een buigzame as is aangebracht.

7. Verlichtingsinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en 30 net 5, met het kenmerk, dat de verlichting van het telefoontoestel geschiedt middels een vezeloptiek, waaraan het licht door het basislichaam wordt toegevoerd.

8. Verlichtingsinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een losmaakbare steek-of hechtverbin- 35 ding (7) tussen basislichaam en telefoontoestel omvat.

9. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 'in het aanzetstuk (6) twee of meer houdstiften (7), alsmede een reeks boorgaten zijn aangebracht, welke ..een bevestiging van de verlichtingsinrichting aan verschillende telefoontoestellen mogelijk maken.

10. Verlichtingsinrichting volgens een van de voorafgaande con- 7907802 -8- 21004/JF/jl 4 clusies, met het kenmerk, dat als stroomvoeding een miniatuurnetvoe-ding of een in het basislichaam aangebrachte batterij wordt toegepast.

11. Verlichtingsinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de hoorn van het telefoontoestel een 5 lamp (18) is ingebouwd, waarvan de aansluitcontacten (22) buiten de hoorn zijn gevoerd.

12. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat deze een met de stroombron (30),de magneet-of akoestische schakelaar (25) en/Öf de uitschakelaar (31) en/of de vertragingsschakeling 10 (32) elektrisch verbonden losmaakbaar naast de haak (29) aan het tele foontoestel bevestigbare dubbelcontactplaat (28) is aangebracht, welke bij opgelegde hoorn in contact staat met een verend dubbelcontact (22), welk buiten de hoorn is gevoerd.

13·· Verlichtingsinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, 15 dat de hoorn (1) een afneembare afsluitkap (21) bezit, welke uit transparant of nalichtend materiaal is vervaardigd of dat de hoorn ten minste voor een deel uit transparant of nalichtend materiaal is vervaardigd.

14. Verlichtingsinrichting voor telefoontoestellen, met het kenmerk, dat bij het aanspreken van het geluidopwekorgaan van het telefoon- 20 toestel het magneetveld van de geluidopwekspoel en/of de akoestische impuls van het geluidopwekorgaan'een in het telefoontoestel aangebrachte verlichtingsinrichting via een magneet- of akoestische schakelaar inschakelt .

15. Verlichtingsinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, 25 dat de verlichtingsinrichting ih het basislichaam van het telefoontoestel is ingebouwd en dat deze ten minste voor een deel lichtdoorlatend is uitgevoerd. Eindhoven, oktober 1979. 7907802