NL2004772C2 - Afvoergoot. - Google Patents

Description

Af voergoot

De uitvinding betreft een afvoergoot, in het bijzonder een douchegoot of doucheput, omvattende: 5 - een bodemvlak; - een langs de omtrek van het bodemvlak opstaande wand, zodanig dat door de opstaande wand en het bodemvlak een bak gevormd wordt; en - een zich van de bovenrand van de opstaande wand 10 uitstrekkende horizontale flens.

Bij bekende afvoergoten wordt op de horizontale flens een afdichtdoek aangebracht, dat er voor zorgt, dat de afvoergoot goed afgedicht wordt ten opzichte van de omringende vloer. Verder is het gebruikelijk om over het het doek een 15 afwerklaag aan te brengen. Vaak is deze afwerklaag een laag tegels.

Rond de opening van de afvoergoot is de zijkant van de afwerklaag zichtbaar. Dit is vaak niet gewenst. Derhalve is het gebruikelijk om deze zijkant van de afwerklaag aan het zicht te 20 onttrekken.

Uit bijvoorbeeld NL 1034911 van de aanvrager is het bekend om in de bak een stelframe te plaatsen, waarmee onder andere de hoogte van een rooster ingesteld kan worden, maar waarmee ook de zijkant van de afwerklaag aan het zicht 25 onttrokken wordt. Een dergelijk stelframe brengt echter aanvullende kosten met zich mee.

Een andere oplossing om de zijkant aan het zicht te onttrekken is door de opstaande wand boven de horizontale flens door te laten lopen. Tegels of een afwerklaag kunnen dan op de 30 horizontale flens en tegen het doorlopende deel van de opstaande wand worden aangebracht.

Een nadeel van het laten doorlopen van de opstaande wand is dat de hoogte van het doorlopende deel gewoonlijk niet is aangepast aan de dikte van de afwerklaag. Hierdoor kan het 35 doorlopende deel te hoog zijn bij bijvoorbeeld glasmozaïek, 2 terwijl het te laag is bij marmeren tegels.

Een ander nadeel van een doorlopend deel is dat vocht dat onder de afwerklaag komt, bijvoorbeeld als gevolg van een scheur, niet meer in de afvoerbak kan stromen.

5 Daarnaast is het doorlopende deel vaak gevormd als omgevouwen deel met een U-vormige dwarsdoorsnede. Tijdens het productieproces dient de afvoergoot een zuurbehandeling te ondergaan na het lassen. Het omgevouwen deel vormt een smalle holte waarin het zuur gemakkelijk binnengaat en als gevolg van 10 capillair werking moeilijk weer te verwijderen is. Deze achterblijvende zuren kunnen voor verkleuringen zorgen en zelfs voor aantasting van de afvoergoot.

Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.

15 Dit doel wordt bereikt met een afvoergoot volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt doordat in de gevormde bak langs de opstaande wand een rondlopende strip is aangebracht, waarbij de bovenrand van de rondlopende strip uitsteekt boven de horizontale flens.

20 De rondlopende strip is een losdeel en kan daarmee in hoogte afgestemd worden aan de dikte van de afwerklaag. De afvoerbak kan eerst in de vloer worden aangebracht. Vervolgens wordt bepaald welke afwerklaag toegepast wordt en wat de dikte hiervan zal zijn. Afhankelijk daarvan wordt een geschikte hoogte 25 voor de rondlopende strip gekozen en wordt deze strip in de gevormde bak geplaatst. Het is ook mogelijk om de rondlopende strip pas na het aanbrengen van de afwerklaag te plaatsen.

Doordat de strip los in de gevormde bak is geplaatst, kan vocht van onder de afwerklaag, bijvoorbeeld tegels, in de 30 bak stromen.

Bijvoorkeur rust de rondlopende strip op het bodemvlak. Daarnaast kan de rondlopende strip aanliggen tegen de opstaande wand.

In een uitvoeringsvorm van de afvoergoot volgens de 35 uitvinding is ten minste een deel van de rondlopende strip 3 verend en onder voorspanning in de gevormde bak aangebracht, zodanig dat de rondlopende strip tegen de opstaande wand gedrukt wordt. Bijvoorkeur omvat de rondlopende strip ten minste voor een deel verenstaal.

5 Door de rondlopende strip onder voorspanning in de gevormde bak te plaatsen wordt verzekerd, dat de strip stevig tegen de zijwand aanligt. Door de voorspanning wordt ook de kans gereduceerd, dat de strip door belasting van de zijwand van de bak gedrukt kan worden.

10 Om de strip onder voorspanning in de gevormde bak te krijgen is het bijvoorbeeld mogelijk om een raamvormig frame van strip te maken, waarbij de zijden enigszins bol zijn. Door de veerkracht van de strip, kunnen de zijden ingedrukt worden, waardoor het raamvormig frame in de gevormde bak gedrukt kan 15 worden. Door de veerkracht en de voorspanning, zal de strip zich tegen de zijwanden van de onderbak aandrukken.

Bij een langwerpige bak is het ook mogelijk om alleen de korte zijden van de strip van verenstaal te voorzien, waardoor de lange zijden van het frame naar elkaar gedrukt kunnen worden 20 en vervolgens in de gevormde bak gedrukt worden.

Ook als de opening van de bak kleiner is dan bijvoorbeeld het grondvlak, kan met behulp van het verenstaal gemakkelijk een strip in de onderbak worden aangebracht.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de 25 afvoergoot volgens de uitvinding is de dwarsdoorsnede in langsrichting van de rondlopende strip getrapt met een onderste verticaal deel, een horizontaal middendeel en een bovenste verticaal deel.

Door dit getrapte deel van de rondlopende strip steekt 30 het bovenste deel van de strip naar binnen. Hierdoor kunnen de tegels of afwerklaag enigszins over de opening van de gevormde bak steken. Daarnaast kan onder de afwerklaag een afdichting worden aangebracht om de rondlopende strip ten opzichte van de gevormde bak af te dichten.

35 Bij voorkeur is het horizontale midden op gelijke hoogte 4 of onder de horizontale flens is aangebracht.

Daarnaast kunnen in het bovenste verticale deel drainage openingen zijn aangebracht. Hiermee kan naast het aanbrengen van een afdichting tussen de rondlopende strip en de gevormde bak 5 alsnog een afwatering verkregen worden voor vocht, dat onder de afwerklaag komt.

In een andere uitvoeringsvorm van de afvoergoot volgens de uitvinding is tussen de rondlopende strip en de opstaande wand een afdichtmiddel aangebracht. Dit afdichtmiddel kan een 10 kitrups zijn, bijvoorbeeld een siliconen kitrups.

Verder kan ten minste een deel van de opstaande wand, schuin naar binnen lopen. Hierdoor kan het bodemvlak breder zijn dan de instroomopening en het zichtbare deel van de afvoer. Door het bredere bodemvlak kan de afvoer aangesloten worden op een 15 grotere afvoerbuis.

Daarnaast zorgt het naar binnen lopende deel er voor, dat de afvoergoot een vormgesloten verbinding krijgt met de vloer, waarin de afvoer is aangebracht. Door deze vormgesloten verbinding kan de afvoer niet loskomen uit de vloer, ook al zou 20 de hechting tussen de vloer en de afvoergoot verbroken worden.

Verder is door het naar binnen lopende deel de opening kleiner dan het bodemvlak, waardoor het zichtbare deel van de afvoergoot kleiner is.

Bijvoorkeur is een overeenkomend deel van de rondlopende 25 strip naar buiten gebogen om aan te liggen tegen het schuin oplopende wanddeel.

Verder omvat de uitvinding een combinatie van een afvoergoot volgens de uitvinding en een aantal rondlopende strips, waarbij de rondlopende strips verschillende hoogtes 30 hebben. Met een dergelijke combinatie wordt een set verschaft, waarmee op het laatste moment bepaald kan worden wat de hoogte van de rondlopende strip zou moeten zijn.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.

35 Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een 5 eerste uitvoeringsvorm van de afvoergoot volgens de uitvinding met uiteengenomen delen.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van de afvoergoot volgens figuur 1.

5 Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de afvoergoot volgens de uitvinding.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de afvoergoot volgens de uitvinding.

Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een 10 vierde uitvoeringsvorm van de afvoergoot volgens de uitvinding.

Figuur 6 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een zesde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

15 Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een zevende uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 9 toont een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een achtste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 10 toont een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht 20 van een negende uitvoeringsvorm.

Figuur 11 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een tiende uitvoeringsvorm.

Figuur 12 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een elfde uitvoeringsvorm.

25 Figuur 13 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een twaalfde uitvoeringsvorm.

Figuur 14 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een dertiende uitvoeringsvorm.

Figuur 15 toont een perspectivisch aanzicht van een 30 veertiende uitvoeringsvorm.

Figuur 16 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een vijftiende uitvoeringsvorm.

Figuur 17 toont een perspectivisch aanzicht van een zestiende uitvoeringsvorm.

35 In figuur 1 wordt een eerste uitvoeringsvorm van een 6 afvoergoot 1 volgens de uitvinding getoond. De afvoergoot 1 heeft een bodemvlak 2 met een langs de omtrek opstaande omtrekswand 3. Aan de bovenzijde van de wand 3 is een horizontale flens 4 voorzien. In de gevormde bak 2, 3, 4 is een 5 rondlopende strip 5 geplaatst.

De rondlopende strip 5 heeft in onbelaste toestand een enigszins bolle vorm, zoals aangegeven met gestreepte lijnen. Door het uitoefenen van druk P op de rondlopende strip 5, kan deze in een rechthoekige vorm worden gebracht, waarna de 10 rondlopende strip 5 in de gevormde bak 2, 3, 4 geplaatst kan worden.

Zoals getoond in figuur 2 is aan de horizontale flens 4 een afdichtdoek 6 aangebracht, dat voor een afdichting van de bak 2, 3, 4 ten opzichte van de omliggende vloer zorgt.

15 Op het afdichtdoek 6 is een laag vloertegels 7 aangebracht. Het bovenoppervlak van de vloertegels 7 ligt gelijk met de bovenrand 8 van de rondlopende strip 5, zodat de zijkant van de tegels 7 niet zichtbaar is.

In figuur 3 wordt een tweede uitvoeringsvorm 10 volgens 20 de uitvinding getoond. De afvoergoot 10 heeft een bodem 11 met een opstaande wand 12 langs de omtrek van de bodem 11. Aan de bovenzijde van de opstaande wand 12 is een horizontale flens 13 voorzien, waaraan een afdichtend doek bevestigd kan worden.

In de gevormde bak 11, 12, 13 is een rondlopende strip 25 14 geplaatst. De rondlopende strip 14 is getrapt met een onderste verticale deel 15, een horizontaal middendeel 16 en een bovenste verticaal deel 17.

Het horizontale middendeel 16 is onder de horizontale flens 13 geplaatst, zodat er ruimte is voor een kitrups 18, die 30 de rondlopende strip 14 afdicht tegen de opstaande wand 12.

In het bovenste verticale deel 17 van de rondlopende strip 14 is een drainage opening 19 voorzien om eventueel vocht van onder de tegels 20 af te voeren naar de bak 11, 12, 13.

Strip is sterker, siliconen onder tegel daardoor 35 onzichtbaar, zichtbare deel kleiner 7

In figuur 4 wordt een derde uitvoeringsvorm 30 van een afvoergoot volgens de uitvinding getoond. Deze afvoergoot 30 heeft een bak gevormd van een bodemvlak 31 en een opstaande wand 32. Op de bovenrand van de opstaande wand 32 is een horizontale 5 flens 33 aangebracht.

Op de bak 31,32 is een rondlopende strip aangebracht. Deze strip heeft een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, waarbij het eerste been 34 met een vrij eind aanligt tegen de binnenzijde van de opstaande wand 32 en waarbij het vrije eind 10 36 van het tweede been 35 is omgezet tot een horizontale flens, die op de horizontale flens 33 ligt. Hierdoor heeft de rondlopende strip 34, 35, 36 een goede stevigheid bij een relatief dunne wanddikte van de strip. De flens 36 kan over de gehele omtrek zijn aangebracht of op een aantal discrete 15 plaatsen. In een dergelijk geval kunnen de stukjes flens verder uitsteken om zo een goede verankering te hebben.

In figuur 5 wordt een vierde uitvoeringsvorm 40 van de afvoer volgens de uitvinding getoond. De afvoer 40 heeft een bodemvlak 41 met een recht opstaande wand 42 en een schuin 20 oplopende wand 43. Bovenop de wanden 42, 43 is verder een horizontale flens 44, 45 voorzien.

Door de schuin oplopende wand 43 kan het bodemvlak 41 groter zijn, dan de opening aan de bovenzijde van de bak 41 - 45. Hierdoor is het mogelijk een grotere afvoerpijp 46 op de bak 25 41 - 45 aan te sluiten.

In de bak 41 - 45 is verder een rondlopende strip 47 aangebracht, die aangrenzend aan de schuin oplopende wand 43 aan de onderzijde is voorzien van een flens 48 en aan de tegenoverliggende deel van de strip 47 aan de bovenzijde is 30 voorzien van een horizontale flens 49. Op deze horizontale flens 49 kan bijvoorbeeld een wandtegel 50 worden geplaatst.

In figuur 6 wordt een dwarsdoorsnede aanzicht getoond van een afvoer 60 volgens de uitvinding. Ook deze afvoer 60 heeft een bak met een bodemvlak 61, naar binnen schuin oplopende 35 zijwanden 62 en daarop aangebrachte horizontale flensen 63. In 8 de bak 61, 62, 63 is een rondlopende strip 64 aangebracht, die aan de onderzijde is voorzien van een naar buiten stekende flens 65. Met deze uitvoering is het mogelijk om de afvoer 60 aan te sluiten op bijvoorbeeld een ronde afvoerbuis met een diameter 5 van 50mm, terwijl de breedte b van de zichtbare opening van de afvoer kleiner is dan deze 50mm.

Daarnaast heeft de zwaluwstaartachtige vorm van de dwarsdoorsnede van de afvoer 60 het voordeel, dat de afvoer vormgesloten is aangebracht in de vloer en niet los kan komen 10 als gevolg van bijvoorbeeld krimpverschillen.

Figuur 7 toont een zesde uitvoeringsvorm 70 van een afvoer volgens de uitvinding. Bij deze afvoer 70 heeft de onderbak 71 rechtopstaande wanden 72 en horizontale flensen 73.

In de onderbak 71 zijn langs de opstaande wanden 72 15 strips 74 aangebracht. Deze strips 74 worden tegen de zijwanden 72 aangedrukt door afstandhouders 75. Daarnaast vormt de afstandhouder 75 tevens een ondersteuning voor het rooster 76. Afhankelijk van de gekozen striphoogte van de strips 74 kan een bijpassende afstandhouder gekozen worden, zodat een 20 gestandaardiseerd rooster 76 ten alle tijden gelijk ligt met de bovenrand van de strips 74.

In figuur 8 wordt een zevende uitvoeringsvorm 80 van een afvoer getoond. De onderbak 81 heeft rechtopstaande zijwanden 82 en een daarop aangebrachte flens 83. In de onderbak 81 zijn 25 strips 84 tegen de zijwanden 82 aangebracht.

De strips 84 zijn voorzien van uit het vlak van de strip 84 gebogen lippen 85, waarin de onderrand 86 van het rooster 87 steekt. Hierdoor worden de strips 84 op afstand van elkaar gehouden en tegen de zijwanden 82.

30 In figuur 9 wordt een achtste uitvoeringsvorm van de afvoer 90 volgens de uitvinding getoond. De afvoer 90 heeft een onderbak met een bodemvlak 91, opstaande zijwanden 92 en daarop aangebrachte horizontale flensen 93.

Op het bodemvlak 91 zijn op afstand van de zijwanden 92 35 nokken 94 aangebracht. Een strip 95 is vervolgens tussen de 9 nokken 94 en de zijwand 92 geplaatst.

Deze uitvoering 90 is met name voordelig, wanneer de onderbak 91, 92, 93 van kunststof is, in het bijzonder vervaardigd door spuitgieten.

5 Figuur 10 toont een perspectivisch aanzicht van een afvoer 100 volgens de uitvinding. De afvoer 100 heeft een onderbak met een bodemvlak 101, schuin oplopende zijwanden 102. Op deze schuin oplopende zijdewanden 102 is verder een horizontale flens 103 voorzien.

10 In de onderbak 101, 102, 103 zijn verder strips 104, 105 geplaatst. Deze strips 104, 105 zijn aan de onderzijde naar buiten gebogen, zodat de strips 104, 105 aanliggen tegen de schuin oplopende zijwanden 102.

De strips 104, 105 worden op afstand van elkaar gehouden 15 door een kunststof afstandhouder 106. Op deze afstandhouder 106 zijn nokken 107 voorzien, die er voor zorgen, dat een rooster 108 goed gepositioneerd wordt in de afvoer 100.

De strips 104, 105 zijn verder voorzien van steunlippen 109, die uit het onderste deel van de strip 104, 105, dat naar 20 buiten is gebogen, zijn gesneden.

In plaats van de kunststof afstandhouder 106 kunnen de strips 104, 105 ook met elkaar zijn verbonden door middel van verenstaal, zodat de strips 104, 105 naar elkaar toe gedrukt kunnen worden, om in de onderbak 101 geplaatst te worden.

25 In figuur 11 wordt een tiende uitvoeringsvorm 110 getoond van een afvoergoot volgens de uitvinding. Deze afvoergoot 110 heeft een onderbak 111, waarin twee strips 112 met naar binnen gerichte horizontale flensen 113 zijn geplaatst. De tegels 114 zijn op de onderbak 111 aangebracht, waarbij een 30 afdichting 115 van bijvoorbeeld siliconen is aangebracht tussen de tegels 114 en de horizontale flensen 113.

Doordat de afdichting 115 tussen de strips 112 en de tegels 114 is aangebracht, kan eventueel lek water vanonder de tegels 114 in de onderbak 111 stromen.

35 In figuur 12 is een variant 120 op de uitvoering volgens 10 figuur 11 getoond. De afvoergoot 120 heeft ook hier een onderbak 121, waarin een strip 122 met Z-vormige dwarsdoorsnede is aangebracht. De strip 122 is tegen een op de onderbak 121 geplaatste tegel 123 aangebracht en via een afdichtkit 124 5 afgedicht. Ook bij deze variant 120 kan lek water vanonder de tegel 123 in de onderbak 121 stromen.

In figuur 13 wordt een twaalfde uitvoering van een afvoergoot 130 getoond. In de onderbak 131 is een rechte strip 132 aangebracht. Op de horizontale flens 133 van de onderbak 131 10 is een flexibele afdichtstrook 134 aangebracht. Deze afdichtstrook 134 ligt onder voorspanning tegen de strip 132 aan. Hierdoor kan lek water vanonder de tegels 135 wel in de onderbak 131 stromen, maar wordt water vanuit de onderbak 131 tegengehouden.

15 In figuur 14 wordt een dertiende uitvoeringsvorm 140 volgens de uitvinding getoond. Deze afvoergoot 140 heeft een onderbak 141 met aan weerszijden naar binnen gerichte flensen 142. Op deze flensen 142 is een afdichtprofiel 143 aangebracht, dat voor een goede afdichting zorgt ten opzichte van in de 20 onderbak 141 geplaatste strips 144. Met dit afdichtprofiel 143 wordt voorkomen, dat water, dat reeds in de onderbak 141 is, kan wegstromen tussen de strips 144 en de flensen 142.

Figuur 15 toont een perspectivisch aanzicht van een veertiende uitvoeringsvorm van een afvoergoot 150. De afvoergoot 25 150 heeft een onderbak met horizontale flensen 151, waarop bijvoorbeeld een afdichtdoek aangebracht kan worden.

In de onderbak 151 is een rechthoekig frame 152 van strip aangebracht. In de hoeken van dit frame 152 zijn inkepingen 153 gemaakt, waarin een plaatje 154 geplaatst kan 30 worden. Door het plaatje 154 in de juiste inkeping 153 te plaatsen, kan zo de hoogte van het frame 152 worden ingesteld. Het plaatje 154 rust daarbij op de horizontale flens 151.

Figuur 16 toont een variant op de uitvoering volgens figuur 15. Hierbij heeft de afvoergoot 160 een onderbak 161 met 35 horizontale flensen 162. In de onderbak 161 is een strip 163 11 geplaatst, die voorzien is van een aantal boven elkaar aangebrachte openingen 164. In één van de openingen 164 is een pen 165 of plaat aangebracht, waarmee de hoogte van de strip 163 ten opzichte van de onderbak 161 ingesteld kan worden.

5 Figuur 17 toont een zestiende uitvoeringsvorm 170 van een afvoergoot volgens de uitvinding. De afvoergoot 170 heeft een onderbak 171 met een horizontale flens en een in de onderbak geplaatste rondlopende strip 172.

De rondlopende strip 172 kan in hoogte worden versteld 10 door het in een aantal boven elkaar in de strip aangebrachte gaten 173 plaatsen van een plaatje 174. Het plaatje 174 heeft een uitstekend been 175, dat voorbij de gaten 173 steekt, waardoor het plaatje 174 zich aan weerszijden van de strip 172 uitstrekt en kantelen als gevolg van belasting van de strip 172 15 onmogelijk is.

Het plaatje 174 is verder voorzien van een gegolfde zijrand 176 en twee uitsteeksels 177, zodat wanneer het plaatje 174 in de lijm is ingebed, niet meer kan verschuiven.

Claims (13)

1. Afvoergoot omvattende: - een bodemvlak; 5. een langs de omtrek van het bodemvlak opstaande wand, zodanig dat door de opstaande wand en het bodemvlak een bak gevormd wordt; en - een zich van de bovenrand van de opstaande wand uitstrekkende horizontale flens; met het kenmerk, dat 10 in de gevormde bak langs de opstaande wand een rondlopende strip is aangebracht, waarbij de bovenrand van de rondlopende strip uitsteekt boven de horizontale flens.

2. Afvoergoot volgens conclusie 1, waarbij de rondlopende strip op het bodemvlak rust.

3. Afvoergoot volgens conclusie 1 of 2, waarbij de rondlopende strip aanligt tegen de opstaande wand.

4. Afvoergoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een deel van de rondlopende strip verend is en onder voorspanning in de gevormde bak is aangebracht, zodanig 20 dat de rondlopende strip tegen de opstaande wand gedrukt wordt.

5. Afvoergoot volgens conclusie 4, waarbij de rondlopende strip ten minste voor een deel verenstaal omvat.

6. Afvoergoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dwarsdoorsnede in langsrichting van de rondlopende 25 strip getrapt is met een onderste verticaal deel, een horizontaal middendeel en een bovenste verticaal deel.

7. Afvoergoot volgens conclusie 6, waarbij het horizontale midden op gelijke hoogte of onder de horizontale flens is aangebracht.

8. Afvoergoot volgens conclusie 6 of 7, waarbij in het bovenste verticale deel drainage openingen zijn aangebracht.

9. Afvoergoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij tussen de rondlopende strip en de opstaande wand een afdichtmiddel is aangebracht.

10. Afvoergoot volgens conclusie 9, waarbij het afdichtmiddel een kitrups is, bijvoorbeeld een siliconen kitrups.

11. Afvoergoot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een deel van de opstaande wand, schuin naar 5 binnen loopt.

12. Afvoergoot volgens conclusie 11, waarbij een overeenkomend deel van de rondlopende strip naar buiten is gebogen om aan te liggen tegen het schuin oplopende wanddeel.

13. Combinatie van een afvoergoot volgens één van de 10 voorgaande conclusies en een aantal rondlopende strips, waarbij de rondlopende strips verschillende hoogtes hebben.